1 Hoe leren leerlingen?

Vergelijkbare documenten
Inhoud. Inleiding 15. Hoe onderwijs ik mijn leerlingen? 1 Hoe leren leerlingen? 29

1 Hoe leren leerlingen?

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Handboek voor leraren

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

HOE KOM IK VAN LEERDOELEN TOT EEN LES?

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Differentiatie in de klas. Wouter Smets

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 3 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie in instructie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Kunstwetenschappers, archeologen, historici, juristen, criminologen, pol&soc ers (eerste 8 rijen) Psychologen en pedagogen (rijen 9,10 en11)

KPB Observeren en differentiëren

Lesvoorbereidingsmodel

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

0. LESVOORBEREIDING. Bij kennis verwerven en integreren

Differentiëren, onderwijs passend maken. Schoolpsychologencongres 2017 Otto de Loor

Verleg je grenzen! Compleet vernieuwd! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

Opdracht Inleiding Doel Benodigdheden Voorkennis Stappenplan Een les voorbereiden en achterhalen waar je leerlingen staan Voorbeeld Doel Resultaat

Verantwoording van de te bezoeken les

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Formatieve evaluatie en de DTT bij Nederlands

Portfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Leeromgeving en organisatie

Schrijven van studiemateriaal

LA KOL Bijeenkomst

Schrijven van studiemateriaal

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat?

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren

Onderwijs op het Cals College Nieuwegein

De module in onderdelen Totaal 18 studiepunten = 504 uur.

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Formatief evalueren: het leren van de leerling centraal. Landelijke dag Zorg en Welzijn 2018 Nynke Jansma

Hoe werkt u met Moderne Wiskunde 12 e editie onderbouw?

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 2 Signaleren en interpreteren van verschillen

Leerwerktaak Schatrijk aan woorden

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

Thermometer leerkrachthandelen

N a t u u r e n t a a l

Afstemming met behulp van roosterplanning

Ontwikkelingsverslag Minor Teaching Abroad

Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT

Formatief evalueren HET GEVEN VAN FEEDBACK

Samen met leerlingen elke dag een beetje beter. Jonas Voorzanger & Celia van der Does

Product en prijzen 2014

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Lily Benjamin - Merens

Hoe werkt u met Moderne Wiskunde 12 e editie onderbouw?

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

Opdracht. Voorkennis Basale kennis van het proces van formatief evalueren.

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

Aantekenformulier van het assessment PDG

Mentor Datum Groep Aantal lln

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Training. Begeleiden

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk)

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking

4. Een vervolgopleiding kiezen

Les Dieren met een baan, thema vermaak

kempelscan P2-fase Studentversie

ONTWERP JE EIGEN FORMATIEVE WERKVORM

Wikiwijs. Hoe metadateer je materiaal in Wikiwijs om hun plaats in een leerlijn vast te leggen? Ruud de Moor Centrum

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Samenwerkend leren

In rood de vragen die we bij de tweede meeting niet meer hebben gesteld. GPL = gepersonaliseerd leren. Vragenlijst docententeam gepersonaliseerd leren

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

Goedlopende groep, weinig ordeverstoring en prettige relaties!

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Creatief vermogen & kritisch denken ontwikkelen: aan de slag met lessen en rubrics. Marieke Buisman, Liselotte van Loon & Marianne Boogaard

Activerende didactiek

ADL-vaardigheidstraining geven

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

formulier Persoonlijk Activiteitenplan (PAP 2 Schooljaar 2013/2014)

Educatief arrangeren rond LOB

BIT OGD. Blended Interactief Trainingsprogramma Opbrengstgericht differentiëren in de klas

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO

Flipped classroom: hoger onderwijs op zijn kop?

Lambrecht Spijkerboer 12 oktober 17

RIJK ONDERWIJS. Versie V1.3 Datum Tuesday 6 September 2016 Auteur S.Karssemakers

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten.

Product en prijzen schooljaar

Criteria. Communicatie? Dat is toch logisch! Of niet?

voor wie JA zegt tegen actief en inspirerend onderwijs. Dolf Janson. 1

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

K i n d e r b o e r d e r i j. Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken International School VWO

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Transcriptie:

1 Hoe leren leerlingen? Vraag 1.1 Beschrijf kort wat er gebeurt met de informatie in het zintuiglijk geheugen, kortetermijngeheugen en langetermijngeheugen. Tip: Sla paragraaf 1.3 uit het Handboek voor leraren er nog eens goed op na. Vraag 1.2 Leeractiviteiten van een leerling worden ondergebracht in vier categorieën. Welke categorieën zijn dit? Leg per categorie kort uit wat ermee bedoeld wordt. Tip: Lees paragraaf 1.2.1 uit het Handboek goed door. Vraag 1.3 Welke elementen uit het behaviorisme zijn vandaag de dag nog zeker actueel in het leerproces? Tip: Lees paragraaf 1.4 uit het Handboek nog eens goed door. Vraag 1.4 De Russische leerpsycholoog Vygotsky onderscheidt drie zones binnen de zone van naaste ontwikkeling. Welke drie zones zijn dit? Omschrijf deze zones kort. Tip: Bestudeer paragraaf 1.4.3 uit het Handboek. Vraag 1.5 In paragraaf 1.1.2 van het Handboek worden indicatoren gegeven voor een krachtige leeromgeving. Welke indicatoren komen er allemaal aan bod? 1 van 11

2 Hoe bereid ik lessen voor? Vraag 2.1 Wat is het belang van een goede lesvoorbereiding? Noem een aantal redenen. Tip: Lees paragraaf 2.1 van Handboek voor leraren nog eens goed door. Vraag 2.2 Het bepalen van de beginsituatie van je leerlingen kan op verschillende manieren. Noem minimaal drie verschillende manieren en geef daarbij een korte toelichting. Tip: Lees paragraaf 2.2 van Handboek voor leraren nog eens goed door. Vraag 2.3 Wat zijn mogelijke (gedrags-)kenmerken die je kunt toekennen aan de vroege- en middenadolescentie? Tip: Lees paragraaf 2.4 van Handboek voor leraren nog eens goed door. Vraag 2.4 Wat is het verschil tussen convergent differentiëren en divergent differentiëren? Tip: In paragraaf 2.5 uit het Handboek staat het verschil beschreven. Vraag 2.5 Leerdoelen voor jezelf opstellen is zeker nuttig, maar ook wanneer je een les voorbereidt en geeft, zijn leerdoelen zinvol. Waarom? Tip: Lees paragraaf 2.3 uit het Handboek nog eens door. 2 van 11

3 Hoe laat ik leerlingen in de les leren? Vraag 3.1 Noem de elementen uit de onderwijsregelkring. Leg vervolgens uit wat deze verschillende begrippen uit de regelkring betekenen. Tip: Lees paragraaf 3.1.2 uit het Handboek. Vraag 3.2 Waarom is het van belang om voorkennis te activeren bij je leerlingen? Tip: Lees paragraaf 3.2.1 uit Handboek voor leraren nog eens door. Vraag 3.3 Een bekende valkuil bij de werkvorm directe instructie is dat de verschillende fasen in de uitvoering onvoldoende gescheiden worden. Leg met een voorbeeld uit waarom dit zo is. Tip: Bestudeer paragraaf 3.2 uit het Handboek. Vraag 3.4 Leg uit wat individuele aanspreekbaarheid is. Tip: Sla paragraaf 3.3.3 uit het Handboek er nog eens op na. Vraag 3.5 Leg uit waarom er in een onderwijsleergesprek geen foute antwoorden bestaan van leerlingen. Tip: Lees paragraaf 3.5.1 uit het Handboek. Vraag 3.6 Aan welke vijf basiskenmerken dient samenwerkend leren te voldoen? Tip: Lees paragraaf 3.6 uit het Handboek 3 van 11

4 Hoe houd ik orde? Vraag 4.1 De Britse bioloog/psycholoog Adam Kendon (1976) maakt onderscheid tussen vier functies van aankijken. Benoem deze functies en leg kort twee van de vier genoemde functies uit. Tip: Lees paragraaf 4.1.3 uit het Handboek voor leraren. Vraag 4.2 Volgens Kounin zijn er vijf didactische vaardigheden die goed klassenmanagement definiëren. Welke zijn dit en geef van elk een korte uitleg. Tip: Lees paragraaf 4.2 uit het Handboek. Vraag 4.3 Als leraar is het belangrijk om als leider te worden gezien. Noem twee van de vijf mogelijke non-verbale uitingsmogelijkheden waarmee je kan laten dat je de leider bent. Geef van elke mogelijkheid een korte uitleg. Tip: Lees paragraaf 4.4 uit het Handboek. Vraag 4.4 Benoem de vier R en van Luc Stevens. Tip: Bestudeer paragraaf 4.8.1 uit het Handboek. Vraag 4.5 Bij het oplossen van een dilemma doorloop je normaal gesproken vijf fasen. Benoem deze fasen. Leg vervolgens aan de hand van een voorbeeld uit wat er met probleemidentificatie bedoeld wordt. Tip: Bestudeer paragraaf 4.8.6 uit het Handboek. 4 van 11

5 Toetsen en beoordelen Vraag 5.1 Leg uit wat het verschil is tussen formatieve toetsen en summatieve toetsen. Tip: Bestudeer paragraaf 5.1 uit het Handboek. Vraag 5.2 Benoem de vier toetsvormen op de niveaus van Miller. Geef een toelichting met een kort voorbeeld uit je vrije tijd, bijvoorbeeld aan de hand van een hobby. Tip: Bestudeer paragraaf 5.4 van het Handboek. Vraag 5.3 Leg uit waarom het hanteren van een rubric de transparantie verhoogd?. Tip: Bestudeer paragraaf 5.4.3 uit het Handboek nog eens goed. Vraag 5.4 Bij toetsen op doesniveau is het lastig om tot een adequate toetsing van de vaardigheden te komen. Dochy doet de aanbeveling om bij wijze van triangulatie driepotig te toetsen. Leg uit waaruit deze triangulatie van de beoordeling bestaat. Tip: Lees paragraaf 5.4.4 van Handboek voor leraren nog eens door. Vraag 5.5 Leg het verschil uit tussen valide toets en een betrouwbare toets. Tip: Lees paragraaf 5.5.2 uit het Handboek. 5 van 11

6 Groepsprocessen Vraag 6.1 Wat zijn de drie universele basisbehoeften van iedere individuele leerling? Geef bij elke basisbehoefte een voorbeeld dat duidelijk maakt dat het vervullen van deze basisbehoefte van groot belang is voor het welbevinden van leerlingen. Tip: Lees paragraaf 6.2 van Handboek voor leraren nog eens goed door. Vraag 6.2 Groepsvorming kent volgens de Amerikaanse psycholoog Bruce Tuckman vijf fasen. Benoem deze en geef een korte beschrijving van twee van de vijf genoemde fasen. Tip: Lees paragraaf 6.3 van het Handboek nog eens goed door. Vraag 6.3 Leg uit wat een onrechtstreeks perspectief is. Tip: Bestudeer paragraaf 6.4.1 van het Handboek. Vraag 6.4 Wat is het verschil tussen pesten en plagen? Tip: Je kunt het antwoord vinden in paragraaf 6.5.1 van het Handboek. Vraag 6.5 Leg in het kort uit wat de vijfsporenaanpak van pesten inhoudt. Tip: Zie paragraaf 6.5.3 van het Handboek. 6 van 11

7 Passend onderwijs in de dagelijkse praktijk Vraag 7.1 Leg uit wat het verschil is tussen een stoornis, een beperking en een handicap. Tip: Zie paragraaf 7.1.2 van het Handboek voor leraren. Vraag 7.2 Wanneer gekeken wordt naar faalangst, wat is dan externe attributie en wat is het gevaar hiervan? Tip: Zie paragraaf 7.2.5 van het Handboek. Vraag 7.3 In paragraaf 7.3 komen vijf voorkomende stoornissen bij leerlingen aan bod. Benoem deze stoornissen en geef van twee van de vijf stoornissen een pedagogische (P) en een didactische (D) behoefte die je voor je eigen praktijk belangrijk acht. Vraag 7.4 Veel scholen gebruiken voor het vormgeven van de zorg een drielijnenmodel. Beschrijf wat elke lijn inhoudt en wie daarin de verantwoordelijke persoon is. Tip: In paragraaf 7.4.3 van het Handboek kun je het antwoord op deze vraag terugvinden. Vraag 7.5 Soms ontbreekt de ondersteuning van school wat betreft de leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte die bij jou in de klas zitten. Als docent ben je in dergelijke situaties aangewezen op jezelf. Noem vier punten die op persoonlijk en professioneel niveau van belang zijn voor een docent. Tip: In paragraaf 7.4.2 van het Handboek worden deze vier punten uitgebreid toegelicht. Vraag 7.6 Wat is het verschil tussen convergent differentiëren en divergent differentiëren? Tip: In paragraaf 7.5 van het Handboek staat dit verschil beschreven. 7 van 11

8 Gesprekken op school Vraag 8.1 Wat is een gespreksinterventie? Geef hiervan een voorbeeld. (8.2) Tip: Lees paragraaf 8.2 van Handboek voor leraren. Hier kun je het antwoord op de vraag vinden. Vraag 8.2 De ruimteverdeling tussen de leerling en de docent kent in een mentorgesprek veelal een bepaalde opbouw. Benoem de drie fases die er zijn bij een mentorgesprek. (8.2) Tip: In paragraaf 8.2 van het Handboek staan de drie fases beschreven. Vraag 8.3 In paragraaf 8.2 worden tien gespreksinterventies besproken. Leg het verschil uit tussen vragend aansluiten en vragend toevoegen. Vraag 8.4 Een ik- boodschap is volgens de theorie opgebouwd uit drie onderdelen. Beschrijf deze drie onderdelen aan de hand van een eigen bedachte ik-boodschap. Tip: De drie onderdelen van een ik-boodschap zijn te vinden paragraaf 8.5.2 van het Handboek. Vraag 8.5 Wat is het doel van de Gordon-methode? Tip: De Gordon-methode wordt uitgelegd in paragraaf 8.4.2 van het Handboek. 8 van 11

9 Het voortgezet onderwijs en het mbo in beeld Vraag 9.1 Wat betekent de afkorting roc en wat houdt het in? Tip: Lees paragraaf 9.2 van het Handboek voor leraren nog eens door. Vraag 9.2 Onderwijsorganisaties zijn platte organisaties. Wat wordt hiermee bedoeld? Tip: Het antwoord kun je vinden in paragraaf 9.5.4 van het Handboek. Vraag 9.3 Het onderwijs heeft drie specifieke doelstellingen. Benoem deze drie doelstellingen en leg twee van deze drie doelstellingen uit. Tip: In paragraaf 9.1 van het Handboek staan de drie doelstellingen van het onderwijs beschreven. Vraag 9.4 Kies twee van de drie onderstaande onderwijsconcepten en leg kort uit wat de concepten inhouden. Natuurlijk Lerenscholen Daltonscholen Montessorischolen Tip: De verschillende onderwijsconcepten staan uitgebreid beschreven in paragraaf 9.3 van het Handboek. Vraag 9.5 Noem het verschil tussen BBL en BOL Tip: De definities van BBL en BOL kun je vinden in paragraaf 9.2.4 van het Handboek. 9 van 11

10 Interculturele klassen, ouders en buurten Vraag 10.1 Leg uit wat er met de ter ruimtelijke tweedeling wordt bedoeld. Tip: Zie paragraaf 10.1.2 van het Handboek voor leraren. Vraag 10.2 Leg kort uit wat een stereotype is. Tip: Bestudeer paragraaf 10.2.1 van het Handboek. Vraag 10.3 Waar staat de afkorting TOPOI voor? Tip: Zie paragraaf 10.3.2 van het Handboek staan de verschillende groepen beschreven. Vraag 10.4 Teken de pedagogische driehoek (10.4.1). Tip: In paragraaf 10.4 van het Handboek kun je een afbeelding vinden van de pedagogische driehoek. Vraag 10.5 Omschrijf de twee dimensies waarin een opvoedingstijl uiteen valt. Tip: In paragraaf 10.3.2 van het Handboek kun je alles lezen over opvoedingsstijlen. 10 van 11

11 Een goede leraar worden Vraag 11.1 Noem vier zaken, persoonlijke kwaliteiten ofwel gereedschap die van belang zijn voor een docent. Tip: Bekijk de inhoudsopgave van hoofdstuk 11. Vraag 11.2 Iedere (beginnend) docent heeft te maken met bepaalde concerns. Wat wordt er als algemeen advies gegeven bij deze concerns? Tip: In paragraaf 11.1.1 van het Handboek kun je terugvinden welke adviezen er worden gegeven. Vraag 11.3 Het ui-model stelt je in staat om je eigen kernkwaliteiten te vinden. Dit doe je door in je reflecties verschillende lagen af te pellen totdat je bij je kernkwaliteiten komt. Welke verschillende lagen zijn dit? Licht elke laag kort toe. Tip: In paragraaf 11.4.2 van het Handboek wordt het ui-model besproken. Vraag 11.4 Waarom is het onderzoeken van je eigen functioneren zo van belang? Tip: Paragraaf 11.4.5 van het Handboek beschrijft het belang van het onderzoeken van je eigen functioneren. Vraag 11.5 Een goed timemanagement gaat gepaard met keuzes maken. Wanneer je eenmaal deze keuzes hebt gemaakt volgen er praktische adviezen om je tijd zo optimaal mogelijk te benutten, welke adviezen zijn dit? Tip: Je kunt de adviezen teruglezen in paragraaf 11.5.1 van het Handboek. 11 van 11