3,9. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Alblasserdam

Vergelijkbare documenten
4,5. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Hendrik-Ido-Ambacht

1,3. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Papendrecht

2,0. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Sliedrecht

Gebiedsanalyse Jeugd

6,4. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Molenwaard

3,3. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Zederik

Bijlage 1 Gegevens per

4,1. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Hardinxveld-Giessendam

1,9. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Leerdam

1,3. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Gorinchem

9,7. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Zwijndrecht

0,4. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Dordrecht

Drechtsteden jeugd in cijfers. Hoe staat het ervoor met de kinderen en jongeren in de Drechtsteden? partner voor beleid

2,9. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur en werkwijze van Giessenlanden

Zederik: gebiedsscan. Een gebiedsscan in het kader van de drie decentralisaties voor de onderwerpen bevolking algemeen, jeugd, WMO en werk en inkomen.

0,6. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van de Hoeksche Waard

Dordtse jeugd in cijfers

Vragen en Antwoorden voor huidige cliënten jeugdhulp

Factsheet gemeente Westland

De Limburgse Jeugdmonitor

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet!

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Objectief verdeelmodel Jeugd

Hendrik-Ido-Ambacht. jeugdhulp 9,9% 11,7% 10,3% 10,8% 10,2% 12,3% 10,0% jeugdbescherming 0,9% 1,6% 0,7% 1,1% 1,1% 1,3% 1,2%

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Auteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

Jeugd en onderwijs -0,4% +0,1% +0,9% 0,0% +1,5% +2,0% +2,4% +1,6% +1,5% -9,3% wo.

Cijfers over zorg in Mook en Middelaar

Factsheet pedagogische hulp in Holland Rijnland 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Factsheet pedagogische hulp in Haaglanden 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

7 Het zorgaanbod jeugdzorg Inleiding Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

Workshop beschermingstafel. 11 november 2016, Angelique Zoetekouw

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

Jeugdzorg naar gemeenten

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Medisch specialist ziekenhuis

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

april H.A. Doelman-van Geest, L.M. Sluys Tympaan Instituut Gebiedsscan Ridderkerk - Tympaan Instituut -

Factsheet jeugdigen in de Drechtsteden

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

Gemeenterapportage 2016 Gemeente XXXXX

Jeugdhulp in Nissewaard

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ

PROTOCOL MELDING EN REGISTRATIE VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS REGIO ZUID-HOLLAND ZUID

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011)

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

Jeugdzorg in Gelderland april 2009

Factsheet pedagogische hulp in de stadsregio Rotterdam : welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Factsheet leerplicht en voortijdig schoolverlaten. Molenwaard 2016 (schooljaar ) Conclusies en adviezen Molenwaard

Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland?

37% 43% Kerncijfers. Drechtsteden partner voor beleid

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Transitie jeugdzorg: gevolgen voor de jeugdreclassering en bescherming. 31 januari 2013 Wim Kemp Wethouder gemeente Roermond

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015?

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Jeugdhulp. Transitie Jeugdzorg Zuid-Holland Zuid

,8% Jeugd en onderwijs -0,4% -0,1% -0,6% +2,7% -1,1% +6,5% +2,7% +6,5% +2,4% -2,5% +2,6% wo -2,1%

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

Onderwijsmonitor 2010 Hendrik-Ido-Ambacht

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Transitie jeugdzorg informatieavond gemeenteraden BAR

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Onderwijsmonitor 2011

Welkom. Wmo beleidsplan Drechtsteden. Papendrecht

Monitor Jeugdhulp Regio Hart van Brabant

Centrum voor Jeugd en Gezin

Beleidsinformatie Jeugdwet

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Factsheet jeugdigen in Midden-Holland

Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Masterclass Transitie Jeugdzorg

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Hoe gaat het met de gezondheid van de Utrechtse Jeugd?

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten,

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Samen met de jeugd. Definitieboek. Beleidsmonitor Koers Samen met de jeugd

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

concept indicatorenset Monitor Passend Onderwijs en Jeugdhulp

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland

AWBZ en Wlz: een vergelijking

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:

Factsheet jeugdigen in Haaglanden

Transcriptie:

3,9 Gebiedsanalyse Jeugd De kleur van Alblasserdam

Alblasserdam, het kleine dijkdorp op de grens van rivier en polder, is één van de meest karakteristieke Drechtsteden gemeenten waar het dorpse karakter behouden is. Dat karakter wordt enerzijds bepaald door de lange traditie van maritieme industrie aan de rivier de Noord, anderzijds door de tradities van de polderontginning en daarmee het ontstaan van Kinderdijk. Alblasserdam telt 19.800 inwoners. Het is een dorp met een sterke arbeidsethos. De gemeenschap kent een sterke sociale samenhang, mede door het rijke verenigingsleven, de vele maatschappelijke organisaties, kerken, ondernemers en de actieve inzet van vele vrijwilligers. Rekening houden met elkaar en in een open houding in gesprek gaan, zijn belangrijke waarden. Alblasserdam kent een rijke historie en heeft vele rijks- en archeologische monumenten. Jaarlijks vinden er verschillende grote evenementen plaats, waaronder de Sint Jacobus Paardenmarkt, het Havenfestival en Alblaspop. Zederik Alblasserdam Alblasserdam Molenwaard Giessenlanden Leerdam Binnenmaas Zwijndrecht Papendrecht Sliedrecht Hendrik-Ido- Ambacht Oud- Beijerland Hardinxveld- Giessendam Gorinchem Dordrecht Korendijk Cromstrijen Strijen Gemeente Alblasserdam Gebiedsanalyse Jeugd

Transitie jeugdhulp Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Op dit moment is elke gemeente verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg en het preventieve jeugdbeleid. Hier komen vanaf 2015 alle vormen van jeugdhulp bij waarvoor nu een indicatie nodig is, te weten: jeugdzorg, begeleiding en/of verzorging van jeugd met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking en de geestelijke gezondheidszorg. De transitie maakt het mogelijk een meer samenhangend jeugdhulpbeleid te voeren. Het doel is meer preventie, uitgaan van de eigen kracht van jeugdigen en ouder/opvoeder(s) en een betere samenwerking rond gezinnen. Gebiedsanalyse Deze gebiedsanalyse staat niet op zichzelf. De Stichting Jeugdteams, op dit moment nog in oprichting, heeft onderzoek gedaan naar de formatie (omvang) van de jeugdteams in Zuid-Holland Zuid. De stichting heeft hiervoor de gegevens verzameld die ten grondslag liggen aan het Beleidsrijk Regionaal Transitie Arrangement Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid. Dat onderzoek biedt inzicht in de personele bezetting per jeugdteam. Deze gebiedsanalyse en het document van Stichting Jeugdteams vormen samen het vertrekpunt van het gesprek tussen de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ en de gemeente. Regionale samenwerking Met deze nieuwe verantwoordelijkheid ontstaat er een kans om de zorg voor jeugdigen te verbeteren. De 17 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid hebben voor een gezamenlijk regionaal jeugdhulpstelsel gekozen. Met dit stelsel wordt jeugdhulp dicht bij de leefomgeving van de jeugdige/het gezin geboden, ondersteuning vanuit de sociale omgeving van het gezin gestimuleerd en bestaat er voor het gezin één aanspreekpunt en één zorgplan. Het regionaal jeugdhulpstelsel kent vier focuspunten: jeugdteams, het diagnostiek advies netwerk, de zorgmarkt en een Serviceorganisatie Jeugd. De basisvoorzieningen vormen het voorportaal (de toegang) naar de jeugdteams. Basisvoorzieningen zijn aanwezig in de directe leefomgeving van kinderen en hun ouder/opvoeder(s) en kunnen hierdoor sneller signalen opvangen. Ondersteuningsvragen die niet door de basisvoorzieningen kunnen worden opgevangen, kunnen worden doorgeleid naar de jeugdteams. De jeugdteams vormen een integraal onderdeel van jeugdhulp. Gebiedsanalyse Deze gebiedsanalyse geeft informatie over de belangrijkste trends die relevant zijn voor de vorming van het jeugdteam in de gemeente Alblasserdam. Wat is de kracht in het gebied? Welke problemen komen het meeste voor? Wat is de zorg die nu wordt gebruikt? Kortom, specifieke kenmerken van de gemeente Alblasserdam. De gebiedsanalyse bestaat naast de aanwezige kwantitatieve gegevens op het gebied van jeugd(hulp), ook uit kwalitatieve duiding uit de literatuur en uit gesprekken met lokale ambtenaren. Alles tezamen geeft dit de kleuring van Alblasserdam weer. De Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid ziet dit document als een belangrijke bouwsteen voor de gemeente en betrokken organisaties om met elkaar in gesprek te gaan over de inrichting van het jeugdteam. Het jeugdteam Het jeugdteam in Alblasserdam zal worden geïntegreerd met het bestaande Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) dat sinds 2010 in Alblasserdam gevestigd is. Het CJG is de plek waar ouders, jeugdigen tot 23 jaar en professionals dagelijks terecht kunnen met allerlei vragen over opgroeien en opvoeden. Het CJG biedt advies, ondersteuning en hulp op maat. In het CJG werkt een groot aantal lokale partners samen. Voorbeelden van partners zijn de jeugdgezondheidszorg, zorgaanbieders, de voorschoolse voorzieningen en het Alblasserdamse onderwijsveld. Kenmerkend voor de werkwijze van deze partners zijn de korte lijnen en de snelheid waarmee vragen en problemen worden opgepakt. Er wordt niet gewacht tot er een vergadering is. Direct gaan de mouwen omhoog en wordt er aan een snelle en goede oplossing gewerkt waar vooral het gezin zelf baat bij heeft, aldus de kwartiermaker van het jeugdteam Alblasserdam. Binnen het jeugdteam zal aandacht zijn voor identiteitsgebonden zorg. Hoeveel jeugdigen wonen er in Alblasserdam? Hoe groot zijn de risicofactoren op ernstige opvoedproblemen? Wat is, op hoofdlijnen, het gebruik van jeugdhulp? En wat betekent dit voor het jeugdteam? Op deze vragen en meer, wordt antwoord gegeven in deze gebiedsanalyse. De kleur van Alblasserdam

1. De jeugd: nu en in de toekomst Alblasserdam 23,9 ZHZ 21,7 DS 21,3 Huidige cijfers Op 1 januari 2014 telt de gemeente Alblasserdam 4.736 jeugdigen (0-17 jaar). Dat betekent dat 23,9% van het totaal aantal inwoners onder de 18 jaar is. Men spreekt dan ook wel van groene druk; het percentage jeugd tot 18 jaar ten opzichte van de totale bevolking. De groene druk in Alblasserdam is hoger dan in de Drechtsteden (21,3%) en in Nederland (20,5%). Het aantal jong volwassenen in de leeftijd 18 tot 23 jaar, bedraagt 1.190. Tabel 1. Aantal inwoners van 0 t/m 22 jaar op 1 januari 2014 (%) Alblasserdam DS ZHZ NL 0-17 4.736 57.088 104.920 3.442.802 18-22 1.190 15.512 28.152 1.037.344 groene druk 23,9 21,3 21,7 20,5 Bron: CBS NL Figuur 1. Aandeel jeugdigen naar leeftijd op 1 januari 2014 20,5 Alblasserdam 5,3% 10,8% 7,8% 6,0% DS 4,7% 9,3% 7,3% 5,8% ZHZ 4,5% 9,6% 7,6% 5,8% NL 4,2% 9,1% 7,2% 6,2% 0% 10% 20% 30% 0-3 jaar 4-11 jaar 12-17 jaar 18-22 jaar Bron: CBS De toekomst Het Tympaan Instituut, het kennisinstituut op het gebied van sociale en culturele vraagstukken, stelt op basis van berekeningen dat het aantal jeugdigen in Alblasserdam de komende 15 jaar zal toenemen met 6,2%. De gemeente Alblasserdam wijkt hiermee duidelijk af van de dalende trend die regionaal en landelijk verwacht wordt. Gebiedsanalyse Jeugd

Tabel 2. Bevolkingsprognose jeugd 0 t/m 17 jaar 2015 2020 2025 2030 verschil 2015-2030 Alblasserdam 4.660 4.690 4.770 4.950 6,2% Drechtsteden 55.680 54.720 55.230 56.870 2,1% Zuid-Holland Zuid 102.690 98.230 93.310 97.450-5,1% Nederland 3.448.240 3.360.450 3.340.090 3.382.920-1,9% Toelichting: cijfers zijn afgerond op tientallen. Bron: Tympaan Instituut Het eigen netwerk is erg belangrijk in Alblasserdam. Alblasserdamse ouders/ opvoeders gaan met hun vragen of problemen niet snel naar professionele hulpverlening. De school, de huisarts en het Centrum voor Jeugd en Gezin worden pas ingeschakeld nadat ouders/opvoeders binnen het eigen netwerk er niet meer uitkomen. Bron: kwartiermaker jeugdteam Alblasserdam De kleur van Alblasserdam

2. Risicofactoren Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft in 2013 een onderzoek uitgebracht dat ingaat op risicofactoren voor ernstige opvoedproblemen: Terecht in de jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Hieruit blijkt dat verschillende kenmerken van het kind en/of zijn of haar ouders van invloed zijn op het ontstaan van ernstige opvoedproblemen, de zogenaamde risicofactoren. Kenmerken van het kind zelf hebben de grootste invloed, maar kenmerken van de ouders spelen zeker ook een rol. Om inzicht te krijgen in de omvang van de risicogroepen in Alblasserdam, is in kaart gebracht hoe de jeugdigen in deze gemeente scoren op de door het SCP onderzochte risicofactoren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen risicofactoren gerelateerd aan het kind en risicofactoren gerelateerd aan de ouder/opvoeder(s). De scores zijn indicatief voor het gebruik van jeugdhulp. Een direct causaal verband kan niet worden ontleend aan deze scores. Het geeft wel een beeld van de risico s op problemen in Alblasserdam en kan een signaal zijn voor waar verbindingen gelegd moeten worden met het preventieve veld. 2a. Risicofactoren bij het kind Risicofactoren gerelateerd aan het kind zijn: laag geboortegewicht, verstandelijke beperkingen, langdurige lichamelijke ziekten en aandoeningen en lage onderwijsvorm. Voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid worden meegenomen ter verdieping. Laag geboortegewicht Er wordt gesproken van een laag gewicht wanneer het kind bij de geboorte minder weegt dan 2.500 gram. Informatie over laag geboortegewicht is belangrijk maar niet beschikbaar op gemeentelijk en landelijke niveau. Het is daarom lastig om deze risicofactor als signaal mee te kunnen nemen. Er is geen verschil in het aandeel jeugdigen met een laag geboortegewicht in de Drechtsteden en in Zuid-Holland Zuid. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) geeft aan dat jeugdigen tussen de 12-23 jaar, jeugdigen met een laag geboortegewicht en jeugdigen die een lage onderwijsvorm volgen, vaker problemen hebben. Jongens ondervinden vaker problemen dan meisjes. En jeugdigen met een verstandelijke beperking en langdurige lichamelijke aandoening hebben een sterk verhoogde kans op ontwikkelings- en opvoedproblemen. Gebiedsanalyse Jeugd

Tabel 3. Aandeel kinderen met een laag geboortegewicht (%), 2006-2009 gram DS ZHZ < 500 0,2 0,2 500-1.499 1,3 1,3 1.500-2.500 4,9 4,7 totaal < 2.500 6,3 6,3 Toelichting: er is geen recentere bron beschikbaar. Bron: Stichting Perinatale Registratie (verkregen via Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ) Kinderen met een verstandelijke beperking hebben vaak beperkingen op het gebied van sociale redzaamheid, ernstige leerproblemen en gedragsproblemen. Opvallend is dat vergeleken met de problemen van licht verstandelijk gehandicapten die van de zwaarder gehandicapte kinderen niet groter zijn (Bron: SCP (2013). Terecht in de Jeugdzorg). Beperkingen Kinderen met een verstandelijke beperking ondervinden niet alleen problemen op het gebied van sociale redzaamheid, maar ook op leer- en gedragsgebied. Het werkelijk aantal jeugdigen met een verstandelijke beperking is niet bekend. Ook zijn er verschillende definities in gebruik. Het aantal jeugdigen met een indicatie vanwege een verstandelijke beperking en gerelateerde problematiek is wel bekend. Dit aantal is een stuk kleiner. Alblasserdam telde op 1 januari 2014 ongeveer 45 jeugdigen met een indicatie verstandelijke beperking (VG). Dat is 1,0% van het totaal aantal 0 17 jarigen. Een aandeel dat iets hoger is dan het landelijke percentage. Het aantal jeugdigen met een indicatie langdurige lichamelijke beperking (LG) bedraagt ongeveer vijf. Het aantal jeugdigen met een indicatie langdurige zintuiglijke beperking (ZG) in Alblasserdam is nihil. Tabel 4. Jeugdigen met een indicatie, per 1 januari 2014 Alblasserdam DS ZHZ NL verstandelijke beperking aantal indicaties VG 45 430 780 27.195 aandeel (%) 1,0 0,8 0,7 0,8 lichamelijke beperking aantal indicaties LG 5 15 60 1.835 aantal indicaties ZG x x 15 560 aandeel (%) - - 0,1 0,1 Toelichting: kinderen (0-17 jarigen) met een geldige indicatie voor extramurale AWBZ-zorg op 1 januari 2014 met als dominante grondslag VG, LG en/of ZG. Uit privacyoverweging toont het CIZ alleen aantallen vanaf de waarde vijf en zijn de aantallen afgerond op vijftallen. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. x = waarden 0 t/m 4. - = aandeel is niet te berekenen vanwege privacymaatregelen. Bron: CIZ, Op weg naar andere zorg (2014) MEE Nederland, een stichting die mensen met een beperking ondersteunt, heeft op basis van verschillende onderzoeken een schatting gemaakt van het aantal jeugdigen met een beperking. Hierin is ook het aantal jeugdigen met een licht verstandelijke beperking meegenomen. Uit onderzoek van het SCP blijkt dat de problematiek bij licht verstandelijk gehandicapten niet verschilt met de problematiek bij zwaarder verstandelijk gehandicapten. Tabel 5 geeft deze gegevens weer. Ter verdieping is ook het aantal geschatte jeugdigen met een lichamelijke beperking opgenomen. Deze categorie beperkt zich tot 12-20 jarigen, waar het bij verstandelijke beperkingen 0 tot 20 jarigen betreft. De kleur van Alblasserdam

Tabel 5. Geschatte aantal jeugdigen (tot 20 jaar) met een beperking Alblasserdam DS ZHZ NL (licht) verstandelijke beperking zwakbegaafd (IQ 70-85) 709 8.642 15.952 526.425 VG licht (IQ 50-70) 21 261 481 15.870 VG matig + ernstig (IQ < 50) 20 241 446 14.709 lichamelijke beperking LG minstens één beperking 72 925 1.734 57.675 LG beperkingen in bewegen 22 284 533 17.643 LG beperkingen in verstaanbaarheid 4 53 100 3.227 ZG in horen 14 181 339 11.227 ZG in zien 45 575 1.076 35.990 Toelichting: MEE Nederland baseert zich op een onderzoek van het SCP uit 2007 (Meedoen met beperkingen ) en twee onderzoeken van het SCP uit 2012 ( IQ met beperkingen. De mate van verstandelijke handicap van zorgvragers in kaart gebracht en Factsheet mensen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen ). Landelijke cijfers zijn op basis van het aantal inwoners vertaald naar gemeenten. De cijfers van gemeenten zijn dus schattingen en kunnen onderling niet vergeleken worden omdat het aantal jeugdigen met een beperking ook samenhangt met de samenstelling van de bevolking. Daarnaast kunnen jeugdigen meerdere beperkingen hebben. De cijfers van verschillende beperkingen kunnen daarom niet bij elkaar worden opgeteld. Bron: MEE Nederland, 2013 Lage onderwijsvorm Laag onderwijs verwijst naar het leerwegondersteunend onderwijs (vo lwoo), praktijkonderwijs (vo praktijkonderwijs), voorbereidend speciaal onderwijs (vso) en voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Het (v)so cluster III betreft leerlingen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen, langdurig zieke kinderen of leerlingen met epilepsie. Het (v)so cluster IV betreft zeer moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen, langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke beperking en scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten. In 2012 2013 volgden 582 jeugdigen (12,6%) in de leeftijd van 5 tot 23 jaar laag onderwijs. Daarmee scoort Alblasserdam gelijk ten opzichte van het aantal jeugdigen in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Tabel 6. Jeugdigen die een lage onderwijsvorm volgen, schooljaar 2012-2013 Alblasserdam DS ZHZ vo lwoo 81 1.320 2.464 vo praktijkonderwijs 42 509 812 (v)so cluster III 15 182 313 (v)so cluster IV 12 260 388 vo vmbo 432 4.839 9.267 totaal 582 7.110 13.244 aandeel (%) 12,6 12,5 12,5 Toelichting: betreft de gemeente waar de persoon woonachtig is. Er zijn geen gegevens op landelijk niveau beschikbaar. Bron: Leerlingen Basis Administratie (leeftijd 5-23 jaar) en CBS (verkregen via Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ) Gebiedsanalyse Jeugd

Voortijdige schoolverlaters Voortijdig schoolverlaters zijn jeugdigen van 12 tot 23 jaar die het onderwijs verlaten zonder een startkwalificatie behaald te hebben. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal havo- of vwo-niveau of een diploma op mbo-2 niveau of hoger. 5 VO Voortijdige schoolverlaters 36 31 MBO In het schooljaar 2012-2013 verlieten 36 leerlingen in Alblasserdam voortijdig hun opleiding aan het voortgezet onderwijs of mbo. Dat is 2,2% van het totaal aantal leerlingen in de gemeente Alblasserdam. In de regio Drechtsteden ligt het aandeel hoger (2,7%). Uitval vindt vooral plaats onder leerlingen op het mbo. Tabel 7. Voortijdig schoolverlaters, schooljaar 2012-2013 Alblasserdam DS ZHZ NL aantal aandeel (%) aandeel (%) aandeel (%) aandeel (%) vo 5 0,4 0,6 0,6 0,6 mbo 31 5,8 7,5 6,4 5,7 totaal 36 2,2 2,7 2,3 2,1 Toelichting: aandeel is gepercenteerd op het totaal aantal leerlingen op het vo en mbo. Met ingang van schooljaar 2012-2013 is de meetmethode waarmee het aantal voortijdig schoolverlaters bepaald wordt, aangepast. Hierdoor is een trendbreuk ontstaan en is het niet mogelijk een ontwikkeling weer te geven. Bron: DUO Jeugdwerkloosheid Op 1 januari 2014 stonden 58 jeugdigen jonger dan 27 jaar als niet-werkende werkzoekenden ingeschreven in Alblasserdam. Dit is minder dan in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Niet-werkende werkzoekenden zijn mensen die als werkzoekende bij het UWV WERKbedrijf staan ingeschreven. Afgezien van een daling in 2011, neemt het aantal jonge niet-werkende werkzoekenden toe, zowel in de gehele regio als in de gemeente. Tabel 8. Niet-werkende werkzoekenden (15-26 jaar), per 1 janauari 2014 Alblasserdam Drechtsteden ZHZ aantal 58 1.055 1.837 aandeel (%) 2,0 2,8 2,7 Bron: UWV WERKbedrijf, CBS (verkregen via Tympaan Instituut) Zo n 60 jeugdigen jonger dan 25 jaar ontvingen in 2013 een Wajong-uitkering. Dit aantal wisselt sterk per jaar in Alblasserdam, terwijl het in de Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid alleen maar toeneemt. Tabel 9. Aantal Wajong-uitkeringen voor jeugdigen (jonger dan 25 jaar), 2013 Alblasserdam Drechtsteden ZHZ aantal 60 1.150 1.860 Toelichting: cijfers zijn afgerond op tientallen Bron: CBS (verkregen via Tympaan Instituut) De kleur van Alblasserdam

2b. Risicofactoren bij de ouder/opvoeder(s) Kenmerken van de ouder/opvoeder(s) zijn inherent verbonden aan de ontwikkeling van de jeugdige en het ontstaan van eventuele opvoed- en ontwikkelingsproblemen. 1 Risicofactoren zijn: gezinnen waar verslaving voorkomt, ouders die lichamelijke of psychische problemen hebben en wanneer er sprake is van een tienermoeder of een eenoudergezin. Het aantal echtscheidingen is hier ook opgenomen ter verdieping. Buurtkenmerken doen er nauwelijks toe bij de voorspelling van ernstige problemen. Alleen bij gezinnen die wonen in een buurt waar het inkomen gemiddeld laag is, is de kans op problemen iets groter. We nemen daarom ook kans op armoede en gezinnen met schulden mee. 1 Bot e.a. (2013). Terecht in de Jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP Verslavingen Het hebben van een verslaafde ouder/opvoeder(s) is een risicofactor voor ernstige ontwikkelings- en opvoedproblemen bij een jeugdige. Verslaving is echter lastig in beeld te brengen. Het speelt zich vaak af achter de voordeur. De Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid (DG&J) heeft zo goed mogelijk de aantallen ouders/ opvoeders met een verslaving in beeld gebracht via de Gezondheidsmonitor. De DG&J heeft niet direct gevraagd naar verslaving. Er is een combinatie gemaakt van de volgende indicatoren: zware rokers, alcoholgebruik dat door de omgeving als probleem wordt ervaren, harddruggebruik in de afgelopen vier weken en/of bezoek in afgelopen jaar aan CAD/verslavingszorg. Zwaar roken is meegenomen omdat dit duidt op verslavingsgevoeligheid van ouders en omdat roken tijdens de zwangerschap gevolgen kan hebben. Kinderen en jongeren die opgroeien met een (chronisch) ziek of verslaafd gezinslid hebben vaak taken en zorgen die niet passen bij de leeftijd. Eigen ontplooiing en ontspanning komen in het gedrang. Ook schoolprestaties kunnen er onder lijden. Veel jonge mantelzorgers kampen met psychosociale problemen. Een deel van hen loopt blijvende schade op. Bron: factsheet Jonge mantelzorgers, Movisie 2010 Gebiedsanalyse Jeugd

In 2012 telde Alblasserdam, volgens deze definitie, 291 ouders/opvoeders met een verslaving. Het aandeel ouders/opvoeders met een verslaving ligt in Alblasserdam iets hoger dan in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Tabel 10. Inwoners met een verslaving en thuiswonende kinderen, 2012 Het aandeel ouders met lichamelijke problemen is lager dan in Zuid-Holland Zuid Alblasserdam DS ZHZ aantal 291 3.417 6.084 aandeel (%) 4,9 4,5 4,4 Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2012, Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ Lichamelijke en/of psychische problemen Het aantal ouders/opvoeders met lichamelijke problemen was in 2012 386. Het gaat om inwoners met thuiswonende kinderen. Dit is een percentage van 7,9% in Alblasserdam. Dit aandeel is lager dan in de regio Drechtsteden (10,5%) en in Zuid- Holland Zuid (8,9%). Het aantal ouders/opvoeders met psychische problemen ligt juist wat hoger in de gemeente dan in de regio: 7,7% van de inwoners met thuiswonende kinderen heeft psychische problemen in Alblasserdam. Terwijl in de Drechtsteden dit percentage ligt op 6,7% en in Zuid-Holland Zuid op 6,3%. Tabel 11. Inwoners met problemen en thuiswonende kinderen, 2012 Alblasserdam DS ZHZ lichamelijke problemen aantal 386 6.588 10.430 aandeel (%) 7,9 10,5 8,9 psychische problemen aantal 441 4.843 8.407 aandeel (%) 7,7 6,7 6,3 Toelichting: Lichamelijk probleem = minimaal één chronische aandoening en sterk belemmerd door hun beperking. Psychisch probleem = in het afgelopen jaar voor zichzelf hulp gezocht bij RIAGG, GGZ, een vrijgevestigde psycholoog of een vrijgevestigde psychiater. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2012, Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ De kleur van Alblasserdam

Alblasserdam 3 DS 47 ZHZ 74 NL 2.688 Tienermoederschap Het aantal tienermoeders (moeders jonger dan 20 jaar) in Alblasserdam is dermate laag zodat het schetsen van een ontwikkeling niet mogelijk is. Voor de regio en Nederland kan dat wel en dan blijkt een dalende trend sinds 2010. Eenoudergezinnen Het aantal eenoudergezinnen is de laatste jaren gestegen. Was het aantal in 2011 in Alblasserdam nog 340. In 2013 bedroeg het 381. Dat is een groei van 12%. Op 1 januari 2013 groeiden 630 jeugdigen (10%) op in een eenoudergezin in Alblasserdam. In de regio Drechtsteden is dit aandeel 15% en in Zuid-Holland Zuid 12%. Meer dan de helft van de eenoudergezinnen (192) heeft één kind. Tabel 12. Eenoudergezinnen met kinderen van 0-25 jaar, per 1 januari 2013 Alblasserdam DS ZHZ NL 1 kind 192 4.136 6.230 244.419 2 kinderen 151 2.339 3.651 137.347 3 of meer kinderen 38 750 1.132 43.014 Bron: CBS totaal 381 7.225 11.013 424.780 aandeel (%) a 10 15 12 14 a Betreft het aandeel kinderen van 0-25 jaar dat in een eenoudergezin woont Bron: CBS Figuur 2. Ontwikkeling aantal eenoudergezinnen met kinderen van 0-25 jaar (index, 2011=100) 150 125 100 75 2011 2012 2013 Index Alblasserdam Index Zuid-Holland Zuid Index Drechtsteden Index Nederland Bron: CBS Gebiedsanalyse Jeugd

2 Spruijt, E (2010). Handboek scheiden en kinderen. Via www.nji.nl 3 Fischer et al. (2001). Ouderlijke echtscheiding en de levensloop van kinderen; negatieve gevolgen of schijnverbanden. Via www.nji.nl Echtscheidingen Een ouderlijke echtscheiding brengt voor jeugdigen veel veranderingen met zich mee. Dit kan een gevoel van verlies en rouw- en schuldgevoelens oproepen. 2 Wanneer de ouders ernstige conflicten hebben en het kind wordt ingezet in de onderlinge strijd tussen de ouders, spreekt men van een vechtscheiding. Deze conflicten leiden bij jeugdigen vooral tot gedragsproblemen en een lager opleidingsniveau. 3 Er zijn alleen gegevens bekend over het aantal echtscheidingen. Niet over het verloop van deze scheidingen. Het aantal echtscheidingen waar minderjarigen bij betrokken zijn laat, op een daling in 2011 na, een stijgende lijn zien in Alblasserdam. In 2012 vonden 24 echtscheidingen in de gemeente plaats. Hierbij waren 46 kinderen van 0-18 jaar betrokken (1,0%). Ook in de regio en in het land ligt dit percentage op 1,0%. Tabel 13. Echtscheidingen met kinderen van 0-18 jaar, 2012 Alblasserdam 400 8,4% DS Alblasserdam DS ZHZ NL aantal 24 324 558 18.814 aantal betrokken 46 586 1.022 33.834 kinderen aandeel (%) 1,0 1,0 1,0 1,0 Bron: CBS ZHZ 6.200 9.400 9,0% NL 10,9% Kans op armoede Er wordt gesproken over kans op armoede wanneer het inkomen in een meerpersoonshuishouden tot 120 procent van het sociaal minimum is. Het Centraal Bureau voor de Statistiek schat het aantal jeugdigen in 2011 met kans op armoede in Alblasserdam op ongeveer 400. Dit aantal was voor lange tijd stabiel. Sinds kort neemt het aantal jeugdigen die kans hebben op armoede weer toe. 407.500 11,8% In Nederland en in de andere gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid is sprake van een continue licht stijgende lijn. Het percentage jeugdigen met kans op armoede is hier hoger dan in Alblasserdam. Toelichting: aantallen zijn afgerond op veelvouden van 100. Het aandeel is hierdoor indicatief en er zit een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Bron: CBS Gezinnen met schulden Op basis van een extra analyse van de Monitor Sociaal, zien we dat één op de twintig huishoudens met jeugdigen in Alblasserdam schulden moet maken om rond te komen. Tabel 14. Aandeel huishoudens met thuiswonende kinderen (jonger dan 23 jaar) dat schulden moet maken Alblasserdam DS aandeel (%) 5 7 Bron: OCD, Monitor sociaal 2013 De kleur van Alblasserdam

3. Gebruik Jeugdhulp 4 Bot e.a. (2013). Terecht in de Jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP Gezinnen met ernstige problemen kunnen aanspraak maken op gespecialiseerde jeugdhulp. Er is echter sprake van een gat tussen gerapporteerde problemen en het werkelijk gebruik van jeugdhulp. Sommige gezinnen doen vaker een beroep op jeugdhulp dan anderen, terwijl de problematiek even zwaar of soms zelfs minder zwaar is. Verschillende factoren kunnen hieraan ten grondslag liggen. Zo is het mogelijk dat de ouder/opvoeder(s) het probleem onderschatten en er vanuit gaan dat het vanzelf oplost. Professionele hulp wordt dan ook niet gezocht. Met name migrantengezinnen, waar sprake is van ernstige kind- en opvoedproblematiek, maken minder gebruik van jeugdhulp. 4 Om het gebruik van jeugdhulp in Alblasserdam inzichtelijk te maken, kijken we naar drie financieringsvormen met betrekking tot jeugdhulp: 1. begrotingsgefinancierde jeugdhulp (provinciaal en Rijk); 2. hulp via de Zorgverzekeringswet (eerste lijns en tweede lijns); 3. AWBZ gefinancierde jeugdhulp. Het aantal unieke jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdhulp is per financieringsvorm, op hoofdlijnen, bekend. Er is echter overlap tussen de drie vormen. Een jeugdige kan tegelijkertijd bijvoorbeeld een vorm van AWBZ-jeugdhulp èn een vorm van begrotingsgefinancierde jeugdhulp ontvangen. Deze overlap kan op basis van de huidige cijfers niet in beeld gebracht worden. Bovendien moet rekening worden gehouden met het feit dat figuur 3 de cijfers weergeeft van slechts een jaar, terwijl het gebruik van jeugdhulp per jaar sterk kan fluctueren: een gemeente kan in het ene jaar geen jeugdigen in een JeugdzorgPlusinstelling hebben terwijl in het jaar daarop zes. 400 Figuur 3. Aantal jeugdigen in jeugdhulp in Alblasserdam, per financieringsvorm 300 200 100 0 80 Provincie 0 55 280 115 Rijk ZvW, 1 e lijns ZvW, 2 e lijns AWBZ Begrotingsgefinancierde jeugdhulp Begrotingsgefinancierde jeugdhulp omvat provinciaalgefinancierde jeugdhulp en rijksgefinancierde jeugdhulp. In 2012 zijn in Alblasserdam geen nieuwe jeugdigen in een JeugdzorgPlus-instelling, ofwel rijksgefinancierde zorg, geplaatst. JeugzorgPlus is een zeer intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdhulp waarbij de vrijheden van de jeugdige kunnen worden ingeperkt zodat de jeugdige de hulp krijgt die hij/zij nodig heeft. JeugdzorgPlus-instellingen in deze regio zijn bijvoorbeeld Schakenbosch, Horizon en De Hoenderloo Groep. Gebiedsanalyse Jeugd

Begrotingsgefinancierde jeugdzorg = provinciaalgefinancieerd + rijksgefinancieerd In datzelfde jaar vallen ongeveer 80 jeugdigen onder provinciaalgefinancierde jeugdhulp, die mogelijk gebruik maken van meerdere vormen van provinciale jeugdhulp tegelijkertijd. Dat is 1,7% van het totaal aantal jeugdigen in de gemeente. Het aandeel ligt daarmee lager dan in de regio Drechtsteden, Zuid-Holland Zuid en in het land. Onder het provinciaalgefinancierd aanbod jeugdhulp valt: 1. Ambulante jeugdhulp: hulp gericht op gezinnen. De hulpverlening bijvoorbeeld bij spijbelen, ruzie met ouders of een lichte depressie vindt plaats in de thuissituatie en is vooral kindgericht. Het kind (tot 18 jaar) woont thuis, kan naar school of werk en heeft afspraken met een jeugdhulpinstelling. Bij Intensieve Ambulante Jeugdhulp wordt niet alleen het aangemelde kind maar ook de overige gezinsleden bij de behandeling betrokken. 2. Daghulp: het kind woont in deze hulpvorm thuis en ontvangt de zorg overdag in een instelling in de vorm van daghulp. Een voorbeeld hiervan is het medisch kinderdagverblijf, ook wel verblijf deeltijd genoemd. 3. Pleegzorg: een kind gaat tijdelijk in een ander gezin wonen. Wanneer er problemen zijn in een gezin, wordt altijd eerst gekeken of deze thuis opgelost kunnen worden. Kan dat niet, dan wordt gekeken naar pleegzorg als mogelijke oplossing. In het geval van pleegzorg nemen de pleegouders (tijdelijk) de opvoeding en verzorging van het kind op zich. Het is een vorm van opvang die het dichtst bij de natuurlijke gezinssituatie blijft. 4. Residentiële jeugdhulp: hulpverlening waarbij kinderen en jeugdigen, op vrijwillige of gedwongen basis, (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven. 5. Jeugdbescherming: om de ontwikkeling van een jeugdige veilig te stellen, kan de rechter de jeugdbeschermingsmaatregelen opleggen: ondertoezichtstelling (ontheffing en ontzetting uit het ouderlijk gezag zijn zwaardere maatregelen) of een maatregel waarbij het gezag van ouder/opvoeder(s) over de kind(eren) wordt beperkt om de ontwikkeling van een jeugdige veilig te stellen (voogdij). 6. Jeugdreclassering: een combinatie van intensieve begeleiding en controle voor jeugdigen die veroordeeld zijn of verdacht worden van een strafbaar feit. Voorbeelden van instellingen zijn, naast Bureau Jeugdzorg, Trivium en Horizon. Tabel 15. Jeugdhulpcliënten, gebruik in begrotingsgefinancierde jeugdhulp in 2012 Alblasserdam DS ZHZ NL provincie ambulante jeugdhulp 40 1.025 1.780 57.810 daghulp 5 145 265 7.590 pleegzorg 5 330 555 20.540 residentiële jeugdhulp 20 255 400 11.875 totaal Jeugd en Opvoedhulp 50 1.140 1.980 71.345 ondertoezichtstelling (OTS) 35 650 985 39.355 voogdij 5 155 300 8.520 jeugdreclassering 10 160 245 15.970 totaal Bureau Jeugdzorg 45 890 1.395 59.620 a JeugdzorgPlus betreft alleen instroom. Kinderen die al in 2011 deze zorgvorm ontvingen en dit ook in (een deel van) 2012 ontvingen zijn hierbij niet meegeteld. totaal 80 1.600 2.650 103.450 aandeel (%) 1,7 2,8 2,5 3,0 rijk JeugdzorgPlus a 0 25 35 1.555 aandeel (%) 0,00 0,04 0,03 0,05 Toelichting: zorg zoals bedoeld en beschreven is in de Wet op de Jeugdzorg (2005). De cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde 5 heeft daarmee de betekenis zeven of minder, maar niet nul. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: CBS, 7 maart 2014 (laatste levering tot nu toe voor provinciale jeugdhulp) De kleur van Alblasserdam

Ter verdieping van de begrotingsgefinancierde jeugdhulp, wordt ook gekeken naar kindermishandeling, Bureau Halt en jeugdoverlast. Kindermishandeling Een veilige omgeving is essentieel voor een kind om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Het ontbreken daarvan, zoals in het geval van kindermishandeling, kent ernstige gevolgen. Kindermishandeling is, net als verslaving, moeilijk in kaart te brengen. Het speelt zich vaak af achter gesloten deuren. Om toch een goed beeld te krijgen van de situatie, is gekeken naar het aantal onderzoeken dat is uitgevoerd na een melding in het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Door een goede aanpak van kindermishandeling kan uiteindelijk het aantal onder-toezichtstellingen (OTS-en) en het aantal voogdijmaatregelen afnemen. Meldingen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) kunnen door kinderen zelf worden gedaan, of kunnen over mishandelde kinderen gaan. De politie is de belangrijkste melder van kindermishandeling. In Alblasserdam is het aandeel jeugdigen dat betrokken is bij een onderzoek naar aanleiding van een melding bij het AMK lager dan in de Drechtsteden en in Zuid-Holland Zuid. Tabel 16. Onderzoeken en daarbij betrokken jeugdigen, 2013 Alblasserdam DS ZHZ aantal onderzoeken 58 1.154 1.720 aantal jeugdigen 98 1.996 2.973 aandeel (%) 2,1 3,5 2,8 Toelichting: het betreft het aantal onderzoeken dat in 2013 heeft plaatsgevonden na een melding bij het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling). Het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen. Bron: Bureau Jeugdzorg, Factsheet AMK Regio Zuid-Holland Zuid 2013 Bureau Halt Halt staat letterlijk voor Het ALTernatief. Bureau Halt zorgt, op het snijvlak van repressie en preventie van jeugdcriminaliteit, voor bewustwording en gedragsbeïnvloeding van jeugdigen en hun ouders/opvoeder(s). Als rechtspersoon met een wettelijke taak levert Halt kortlopende, laagdrempelige interventies ter voorkoming, bestrijding en bestraffing van jeugdcriminaliteit. Jeugdigen van 12 tot 18 jaar krijgen de mogelijkheid om recht te zetten wat zij fout deden, zonder dat zij meteen een strafblad krijgen. Hiertoe voeren zij een leer- en/of werkstraf uit, bieden excuses aan en vergoeden de schade aan de benadeelde. Het doel is het terugdringen van jeugdcriminaliteit en zo een bijdrage leveren aan een veilige en leefbare samenleving (bron: www.halt.nl). Bureau Halt werkt veelvuldig samen met ouders/opvoeders, docenten, politie en andere professionals die een grote invloed hebben op de ontwikkeling van het normbesef en gedragsbewustzijn bij jeugdigen. Bij een vermoeden van achterliggende problemen verwijst Halt door naar de jeugdhulpverlening. In 2013 zijn in Alblasserdam 15 jeugdigen door de politie verwezen naar Bureau Halt. In de regio Drechtsteden waren dit in totaal 498 jeugdigen en in Zuid-Holland Zuid bedroeg het aantal 845. Daarmee is het aandeel in Alblasserdam lager dan in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Gebiedsanalyse Jeugd

Tabel 17. Verwijzingen naar Bureau Halt, 2013 Alblasserdam DS ZHZ aantal 15 498 845 aandeel (%) 0,3 0,9 0,8 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen Bron: Bureau Halt (verkregen via Tympaan Instituut) Jeugdoverlast Jeugdcriminaliteit zorgt vaak voor overlast en onveiligheidsgevoelens bij mensen. Bij jeugdoverlast gaat het om de beleving van mensen. Een subjectief gevoel, dat niet per se hoeft overeen te stemmen met het objectieve aantal strafbare feiten. Veiligheidsbeleving is een bonte verzameling van gedachten, percepties, emoties en gevoelens. En bovendien is die verzameling voor elke persoon en ook voor elke situatie verschillend. Het gevoel veilig te zijn, is een basale menselijke behoefte. Daar tegenover staat dat een gevoel van onveiligheid juist zand in de maatschappelijke machinerie kan gooien en het welbevinden van mensen kan aantasten. In Alblasserdam zijn in 2013 292 meldingen van jeugdoverlast gedaan bij de politie. Het aantal meldingen van jeugdoverlast in Alblasserdam ligt hoger dan in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Tabel 18. Meldingen van jeugdoverlast, 2012 Alblasserdam DS ZHZ aantal 292 2.955 4.950 aandeel (%) 1,5 1,1 1,0 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale bevolking Bron: Korps Landelijke Politiediensten (verkregen via Tympaan Instituut) 5 www.voordejeugd.nl Jeugdhulp via Zorgverzekeringswet De meeste jeugdigen in de gemeente Alblasserdam, die een beroep doen op jeugdhulp, krijgen hulp via de Zorgverzekeringswet. Het gaat hierbij om geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) waarbij de psychische aandoening van jeugdigen zo ernstig kan zijn dat zij hierdoor in hun ontwikkeling worden bedreigd. De psychische aandoeningen die behandeld worden in de jeugd-ggz, zijn zeer divers en kunnen sterk variëren in duur. Duurt een behandeling met verblijf langer dan een jaar, dan valt deze zorg onder de AWBZ. 5 In Alblasserdam is het beroep op eerste lijnsjeugdhulp via de Zorgverzekeringswet lager (1,2%) dan in de regio Drechtsteden (2,1%) en Zuid-Holland Zuid (2,0%). Wat betreft het beroep op de tweede lijn ligt het percentage op 5,9%, zowel in de gemeente als in de regio. De kleur van Alblasserdam

Tabel 19. Jeugdhulpcliënten, gebruik van zorg via Zorgverzekeringswet in 2011 Alblasserdam DS ZHZ NL eerste lijn 55 1.205 2.115 60.540 aandeel eerste lijn (%) 1,2 2,1 2,0 1,8 tweede lijn zonder 270 3.285 6.035 209.485 verblijf tweede lijn met verblijf 10 80 155 5.280 totaal tweede lijn 280 3.350 6.145 212.395 aandeel tweede lijn (%) 5,9 5,9 5,9 6,2 Toelichting: de cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde 5 heeft daarmee de betekenis zeven of minder, maar niet nul. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: voor eerste lijn: CBS 15 januari 2014, voor tweede lijn: CBS 5 juni 2013 (laatste levering jeugdhulp via ZVW) AWBZ gefinancierde jeugdhulp Wanneer een jeugdige zorg nodig heeft vanwege een beperking, kan die zorg verkregen worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Nu de AWBZ verdwijnt, komt een deel van deze zeer diverse groep per 1 januari 2015 onder de Jeugdwet te vallen. 6 6 Het andere deel zal vallen onder de Wet langdurige zorg. Alleen de meest kwetsbare kinderen en jongeren met (zeer) ernstige verstandelijke of ernstige meervoudige beperkingen krijgen straks zorg uit de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz, voorheen aangeduid met kern-awbz ). Zij hebben levensbreed en levenslang zorg en ondersteuning nodig. De groep jeugdigen met een beperking is zeer divers, zowel in omvang als wat betreft de soort aandoening. Het gaat om kinderen en jongeren met een (licht) verstandelijke beperking, zintuiglijke beperking, lichamelijke beperking (ook nietaangeboren hersenletsel), een chronische ziekte en een psychiatrische aandoening. Jeugdigen met een beperking maken gebruik van verschillende soorten AWBZ-hulp en -ondersteuning, zoals begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf (logeren) en behandeling. Circa 115 jeugdigen in Alblasserdam maken gebruik van zorg via AWBZ in 2011. Dat is een percentage van 2,4%. Dat betekent dat in de gemeente Alblasserdam meer gebruik wordt gemaakt van AWBZ gefinancierde jeugdhulp dan gemiddeld in de Drechtsteden of Zuid-Holland Zuid, waar het percentage 2,0% is. Tabel 20. Jeugdhulpcliënten, gebruik van zorg via AWBZ in 2011 Alblasserdam DS ZHZ NL zonder verblijf 110 1.075 1.930 75.040 met verblijf 5 95 175 7.360 totaal 115 1.170 2.110 82.400 aandeel (%) 2,4 2,0 2,0 2,4 Toelichting: de cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde 5 heeft daarmee de betekenis zeven of minder, maar niet nul. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: CBS, 15 januari 2014 (laatste uitgebreide levering met uitsplitsing naar met en zonder verblijf) Gebiedsanalyse Jeugd

Preventieve jeugdhulp Een kind of jongere staat niet op zichzelf. Het maakt deel uit van een breed sociaal netwerk, waaronder het gezin/opvoeder(s), school, vrienden en de buurt. Het jeugdteam moet aansluiten bij deze lokale situatie en bij de aanwezige preventieve activiteiten. Preventie is één van de kernpunten van de transformatie: effectieve inzet op preventie voorkomt dat zwaardere jeugdhulp ingezet hoeft te worden. In de opmars naar 2015 en ook daarna zullen de accenten van preventie opnieuw vorm moeten krijgen. Om een beeld te krijgen bij preventie en het gebruik daarvan, worden vier huidige vormen nader toegelicht: 1. algemeen maatschappelijk werk; 2. schoolmaatschappelijk werk; 3. begeleiding van gezinnen; 4. Jeugd Preventie Team. 7 Dit betekent niet dat het gebruik van Algemeen maatschappelijk werk is gedaald. Er zijn namelijk ook andere categorieën dossiers waar jeugdigen en hun gezinnen bij betrokken zijn, zoals de categorieën gezinsproblematiek en huiselijk geweld. Algemeen maatschappelijk werk Volgens het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) is een goede ouder-kind relatie een belangrijke beschermende factor voor de positieve ontwikkeling van jeugdigen. In 2012 waren 15 dossiers bekend bij Algemeen maatschappelijk werk in Alblasserdam, waarbij problemen met ouder-kind relatie centraal stonden. In de afgelopen jaren is het aantal dossiers met ouder-kind problematiek gedaald, zo blijkt uit figuur 4. 7 Tabel 20. Dossiers bij Algemeen Maatschappelijk Werk met eerste problematiek relatie ouder-kind of opvoeding, 2012 Alblasserdam DS ZHZ aantal 15 199 379 aandeel (%) 0,5 0,5 0,5 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op het aantal gezinnen met jeugdigen Bron: Tympaan Instituut 150 125 100 75 50 25 Figuur 4. Ontwikkeling aantal dossiers bij Algemeen Maatschappelijk Werk met eerste problematiek relatie ouder-kind of opvoeding (index, 2009=100) 0 2009 2010 2011 2012 Index Alblasserdam Bron: Tympaan Instituut Index Drechtsteden Index Zuid-Holland Zuid De kleur van Alblasserdam

Schoolmaatschappelijk werk In 2012 waren 43 leerlingen op de basisschool aangemeld voor een traject van het Schoolmaatschappelijk werk (SMW). Opvallend is dat het aantal door Schoolmaatschappelijk werk begeleide leerlingen in het basisonderwijs in 2011 flink gedaald is in Alblasserdam, terwijl de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid juist een continue stijging laten zien. Tabel 21. Door Schoolmaatschappelijk Werk begeleide leerlingen, 2012 Alblasserdam DS ZHZ basisonderwijs aantal 43 966 1.167 aandeel (%) 0,9 1,7 1,1 voortgezet onderwijs aantal - 900 1.056 aandeel (%) - 1,6 1,0 Toelichting: betreft schoollocatie, vandaar dat er in Alblasserdam geen trajecten voor vo zijn. Het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen. Bron: Tympaan Instituut Figuur 5. Ontwikkeling aantal door Schoolmaatschappelijk Werk begeleide leerlingen (index, 2008=100) 175 150 125 100 75 50 25 0 2008 2009 2010 2011 2012 Index Alblasserdam Bron: Tympaan Instituut Index Drechtsteden Index Zuid-Holland Zuid Gezinsbegeleiding Negenentwintig gezinnen werden in 2012 in Alblasserdam begeleid (bijvoorbeeld door ReSet). Gezinsbegeleiding richt zich op de begeleiding van autochtone en allochtone ouders/opvoeders in risicogezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. In deze gezinnen is (nog) geen sprake van ernstige opgroei- of opvoedproblematiek. Het aantal gezinnen dat begeleiding krijgt, stijgt sterk in de gemeente. Deze stijging is mogelijk te verklaren door de subsidie die destijds via de provincie beschikbaar kwam. Tabel 22. Risicogezinnen in begeleiding, 2012 Alblasserdam DS ZHZ aantal 29 287 415 aandeel (%) 0,9 0,7 0,5 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op het aantal gezinnen met jeugdigen Bron: Tympaan Instituut Gebiedsanalyse Jeugd

800 700 600 500 400 300 200 100 0 2007 Figuur 6. Ontwikkeling risicogezinnen in begeleiding (index, 2008=100) 2008 2009 2010 2011 2012 Index Alblasserdam Bron: Tympaan Instituut Index Drechtsteden Index Zuid-Holland Zuid Samenwerkingsverband tussen de politie Zuid-Holland Zuid en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland Jeugd Preventie Team Het Jeugd Preventie Team (JPT) is een samenwerkingsverband tussen de politie Zuid-Holland Zuid en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Het JPT begeleidt jeugdigen die in aanraking zijn gekomen met de politie en dreigen af te glijden richting de criminaliteit. Het JPT werkt dus preventief. De begeleiding is outreachend, praktisch, concreet en richt zich op drie leefgebieden: thuis, school of werk en vrijetijdsbesteding. Medewerkers van de politie Zuid-Holland Zuid kunnen rechtstreeks jeugdigen aanmelden bij het JPT. Ook via de sociale netwerken waar de politie deel van uitmaakt kunnen jeugdigen voor het JPT worden aangemeld. Waar nodig werkt het JPT samen met Bureau Halt, de Raad voor de Kinderbescherming, het Openbaar Ministerie, Leerplicht en andere partners. In Alblasserdam gaat het om een klein aantal jeugdigen dat bij het JPT onder begeleiding is. In 2012 ging het om 11 jeugdigen. Dit is minder dan in de regio Drechtsteden en in Zuid-Holland Zuid. Tabel 23. Jeugdigen in JPT, 2012 Alblasserdam DS ZHZ aantal 11 229 405 aandeel (%) 0,2 0,4 0,4 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen Bron: Tympaan Instituut 200 Figuur 7. Ontwikkeling aantal jeugdigen in JPT (index, 2008=100) 150 100 50 0 2008 2009 2010 2011 2012 Index Alblasserdam Bron: Tympaan Instituut Index Drechtsteden Index Zuid-Holland Zuid De kleur van Alblasserdam

4. Conclusie De groene druk in Alblasserdam is hoger dan in de Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Voor de toekomst wordt een toename van het aantal jeugdigen verwacht. De meeste risicofactoren voor ernstige opvoedproblemen, zowel kind-gerelateerd als ouder-gerelateerd, zijn in Alblasserdam lager dan in de regio Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Het aantal jeugdigen dat laag onderwijs volgt, jeugdigen met een indicatie verstandelijke beperking en ouders/opvoeders met een verslaving en/ of psychische problemen is wel (iets) hoger in Alblasserdam. Het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van begrotingsgefinancierde jeugdhulp en eerste lijnszorg via de Zorgverzekeringswet is lager in de gemeente dan in de regio. Van AWBZ-hulp wordt daarentegen verhoudingsgewijs meer gebruik gemaakt. In Alblasserdam zal het jeugdteam integreren in het bestaande Centrum voor Jeugd en Gezin zodat vraagstukken breed opgepakt kunnen worden. Het is belangrijk om bij de samenstelling van het team rekening te houden met het eigen karakter van de gemeente. De praktijk zal vanaf 1 januari 2015 moeten uitwijzen wat goed gaat en op welke punten extra inzet (en expertise in het team) nodig is. Daarbij is het van groot belang de doelgroep, de jeugdigen en hun gezinnen, goed in het oog te houden en te luisteren naar hun specifieke wensen en behoeften. Binnenkort zal de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid met iedere gemeente afzonderlijk in gesprek gaan voor specifieke wensen ten aanzien van de teams, om zo tot een zorgvuldige lokale inbedding te komen. Aansluitend start Stichting Jeugdteams met de werving en selectie van de professionals voor alle jeugdteams in Zuid-Holland Zuid. Gebiedsanalyse Jeugd

Colofon Opdrachtgever Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid Projectleiding R. Rutten, JSO Auteurs drs. M.C.A. Bakx drs. S.A.W. van Oostrom-van der Meijden drs. D.M. Verkade Redactie J. Weski Vormgeving en opmaak Impuls Publiciteit B.V. Sliedrecht augustus 2014 De kleur van Alblasserdam

2 Onderzoekcentrum Drechtsteden Serviceorganisatie Jeugd ZHZ Postbus 619 3300 AP Dordrecht Telefoon (078) 770 39 05 ocd@drechtsteden.nl www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl contact@jeugdzhz.nl www.jeugdzhz.nl