TOE MAAR, JE KAN HET! Prof.dr. Sieneke Goorhuis-Brouwer Wat moet er bereikt zijn in 2020? PEDAGOGISCH MODEL In plaats van ECONOMISCH MODEL 1
Van meedoen naar leren Pedagogisch kader voor een persoonlijkheid in wording: Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Inculturatie Breinontwikkeling Hardware - 0-6 jaar Software - vanaf 6 jaar 2
Opbouw van de hardware: primair sensorische gebieden Deels algemeen mijlpalen in motorische en taalontwikkeling Deels specifiek een of tweetalig waarden/normen Niet even snel Ontwikkeling gaat lang door Ontwikkeling van de associatiegebieden Installatie soft ware: lezen, schrijven, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis etc. Didactische aansturing van groot belang 3
Spraak- en taalontwikkeling deel van de totale ontwikkeling Gehoor Motorische ontwikkeling Denkontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Neerslag op de hersenschors 4
Start taalontwikkeling Communicatie door kijken, lachen en vocaliseren Luisteren, liedjes zingen, benoemen Eerste levensjaar Klankherkenning (1) vanaf 6 maanden taalspecifieke klankherkenning en intonatiepatronen Klankproduktie (4) Voorwaarden: Gehoor Emotionele stabiliteit vanaf 6 maanden taalspecifiek brabbelen de tongval 5
13-10-11 Bewegingsspel Kruipen, lopen Omrollen 3-7 maanden Lopen 10-20 maanden Het tweede levensjaar Luisteren, kijken, bewegen en voelen hebben de denkontwikkeling op gang gebracht Objectconstantie en symboolbewustzijn 6
Objectconstantie Zoeken naar iets dat niet in het blikveld is. Kiekeboespel Symboolbewustzijn Verwijzende functie van taal Taal: Appel Uitdrukking Verwijzing Kijk! Au! Bloem 7
Tweede levensjaar Woordbegrip (2) persoonlijk woordenboek Woordproductie (5) Voorwaarden Leervermogen Taalinput Taalontwikkeling Tractor, amen Sherry, tapas Acuoor, fufa, hame 8
De doorgaande leerlijn: 1-2;6 jaar Woordenschatontwikkeling Benoemen, aanwijzen, vertellen. Eenvoudige prentenboeken. Woordenschatontwikkeling Ingebed in een context Eh-eh-eh wat is er? Ebbe wat moet jij hebben? die de zakdoek? A-oe alsjeblieft, de zakdoek Aste zo, nu gaan we lekker slapen Lape?, tuste? Ja lekker slapen en wel terusten! Tuste! 9
Derde levensjaar Zinsbegrip (3) Zinsproductie (6) Voorwaarden Leervermogen; taalinput Medisch gezond Zinsproductie Tweewoordzin papa auto; mij boek; tevisie niet ca. 2 2;6 jaar Drie- tot vijfwoordzin ik ben so dorst ik doe zo laten staan mama vin ik lastig ben? 10
Woordenschatontwikkeling Bij, zoem ( ja, de bijen zoemen) Bij weg ( ja, de bij is naar de bloemetjes toe) Bloemen? ( ja, de bijen gaat honing halen) Honing, lekker brood ( is de honing lekker op brood?) ja en beschuit ( en ook op de beschuit?) (wil jij een beschuit met honing? Dan gaan we daarna slapen) Ja. De volgende dag: (wil jij een beschuit?) Ja, niet honing. Niet slapen Pindakaas! Moedertaalontwikkeling Spontaan proces Bloemenwaterzeef Monden Draaiwater Heb jij die gebrookt? Jij hebt een foute mond Doe je hoofd eens open. 11
Doorgaande leerlijn: 2;6 3;6 jaar Start literaire beleving Eén boekje moet vaak voorgelezen worden Verarming taalaanbod Expressief en uitgebreid taalgebruik alleen in fantasiespel en in interacties met groepsgenoten. 12
Verarming taalaanbod Activiteit: Kinderen schrijven hun naam na Kijk maar ja Wat moet hier? Deze Met de punt erop! Eh.. Kijk zo Deze? Ja ja Verarming taalaanbod Meer benoemd bezig zijn Meer responsief Minder literaire beleving 13
Fantasiespel Opa is een leeuw! En die hebben we gevangen! Belangrijk bij overwinnen van angsten. Fantaseren / liegen Doorgaande leerlijn: 3;6 6 jaar Rijmen, zingen Voorlezen, vertellen Ik wil geen woordjes, ik wil een verhaal! 14
Prentenboeken lezen als literatuur Goed voorlezen er spanning in brengen Interactief voorlezen, maar dan anders (achteraf) Beleving, identificatie en verbeelding Cognitieve ontwikkeling Vragen Waarom is dit dichtbij en dat ver weg? Als dit en dat dicht bij elkaar is, is het dan hetzelfde? Waarom zit er haar op je hoofd? Dat is lekker warm, dan kan je goed denken. Kunnen mensen die kaal zijn niet denken? 15
16
Groninger Diagnostische Spreeknormen brabbelen ; enkele woordjes 1- woorduitingen 2- woorduitingen 2- en 3 woorduitingen 3 tot 5 woorduitingen; 50% > 5 woorduitingen; 75% enkelvoudige zinnen; > 75% samengestelde zinnen; 90% 12-18 maanden 18-24 maanden 2;0-2;6 jaar 2;6-3;0 jaar 3;0-3;6 jaar 3;6-4;6 jaar 4;6-5;6 jaar > 5;6 jaar Variaties in de uitspraak Klinkers Medeklinkers M-verbindingen 3 jaar 4 jaar 6 jaar 17
Peuters en kleuters zijn nog geen leerlingen Sensomotorisch denken 1 e levensjaar Pre-reflexief denken meedoen en zeker weten Peuters Magisch denken en aarzelende reflexie Kleuters Concreet operationeel denken Leerlingen groep 3 Leerlijn Lezen Spellen Rekenen etc. Drijfvermogen Taal, denken, motoriek, sociaal-emotionele ontwikkeling als ondeelbaar geheel in spontane ontwikkeling bij voldoende uitdaging Tot 7 jaar andere ontwikkeling dan daarna 18
Goed geschoolde leiding Spelen Aanmoedigen Steunen Creativiteit! Huidige VVE Opbrengst gericht Lees- en rekenprestaties moeten omhoog Maar: vooronderstellingen die nadere aandacht vragen 19
Vooronderstellingen VVE Taalachterstand allochtoon = taalachterstand autochtoon met lage SES Een rijk taalaanbod lost het probleem op Effecten Schatkist/Startblokken 123 kinderen Alleen allochtone kinderen gaan vooruit (44% met taalachterstand) Autochtone kinderen blijven op hun eigen ontwikkelingslijn (5% met taalachterstand) 20
Vooronderstellingen VVE Normhantering CITO-scores A B,C D bovengemiddeld gemiddeld benedengemiddeld Normhantering AC E onvoldoende quotiëntscore<80 Eigen dynamiek in de taalontwikkeling Ontwikkelingsvariatie kan wel twee jaar bedragen verhaaltje navertellen:21-42 maanden (10) Lange zinnen: 26-54 maanden (12) 100% verstaanbaar: 30 60 maanden (13) 21
Relatieve stabiliteit Zink (1999): de meeste kinderen functioneren tussen 2 en 6 jaar op hetzelfde niveau: gemiddeld, laaggemiddeld of bovengemiddeld Keegstra & Goorhuis (2009): 70% stabiel. Allochtone kinderen uitgezonderd Vooronderstellingen VVE Verwerven van gesproken Nederlands Directe relatie met lezen en schrijven en CITO scores in groep 8 22
At risk for dyslexia Oefenen van: fonologische vaardigheden Benoemsnelheid Letterkennis Niet bijdragend aan de snelheid en accuraatheid van het leren lezen in groep 3 Leessnelheid en leesniveau Literaire beleving Concentratievermogen Methodiek 23
Gevolgen VVE Te veel kinderen worden risicokinderen Speels leren in plaats van spelend leren Het gaat om opbrengsten, niet om het kind. De rol en de plek van spelen in groep 1 en 2 Bevorderen van probleemoplossend denken Opmaat tot de verbeelding Kunstzinnig denken en doen 24
Hardware ontwikkeling Basis voor stabiele persoonlijkheid Doorwerkend naar gedrag in puberteit Doorwerkend naar mogelijkheid tot democratisch burgerschap 25