NEDERLAND LEEST JUNIOR HANDLEIDING LEERKRACHTEN GROEP 7 EN 8

Vergelijkbare documenten
NEDERLAND LEEST JUNIOR HANDLEIDING DOCENTEN VMBO 1 EN 2

NEDERLAND LEEST JUNIOR HANDLEIDING LEERKRACHTEN GROEP 7 EN 8

Maak betekenisvolle onderwerpen bespreekbaar Individuele docententraining DAG 3 PPOZO Marije Fris trainer & masterclassdocent St.

Discussiëren Kun Je Leren:

DKJL PPOZO deel 3 27 januari 2016 Nienke Bakker

LESHANDLEIDING. NIVEAU vmbo 2 e en 3 e leerjaar. VAKGEBIEDEN burgerschap/maatschappijleer, Nederlands.

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

DKJL PPOZO deel 2 25 november 2015 Nienke Bakker. Wat gaan we doen? Doel van de training

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Prettige en niet prettige aanrakingen

Lesbeschrijving Nederlands

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Sociaal op social media

") Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers!

LESMATERIAAL BOEKVERSLAG 2.0

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Handleiding bij de digitale les voor de Nederlandse Kinderjury 2012

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd.

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Sooo! Sooo! viral! viral! toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media

Vragen over de tekst beantwoorden Discussiëren over stellingen Functioneringsniveau begrijpend lezen M7 E7

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs

Instapmodule ter voorbereiding op het werken met Nieuwsrekenen

Nieuwsbrief De Vreedzame School

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Educatief programma Feiten & meningen

Werken met de Na-Kaarten

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Ouderavond De Vreedzame School

Een overtuigende tekst schrijven

Let s talk about sex Eerste hulp bij seksuele voorlichting

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Opa, wie is God? Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van kinderen van 0-8 jaar

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen,

LESBRIEF GROEP THEMA: DEMOCRATIE Verwerkingsopdrachten & kopieerbladen voor Samsam nr. 2, 2017

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

HET KOMPAS DOEL BENODIGDHEDEN: WERKINSTRUCTIE: OPDRACHT IN DE KLAS:

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7

Handleiding voor docenten op het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs

Handleiding Extra les over Kraanwater (JOGG), niveau B

Ik ben verliefd. Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen

Gedrag van de week schooljaar

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Duurt eerlijk het langst?

Mijn computer is leuk

Cultuureducatie met Kwaliteit

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2

Luisteren en samenvatten

Wie ben jij? HANDLEIDING

vaardigheden - 21st century skills

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

Kaart Naam Handleiding

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Ik geloof dus ik ben?

HANDLEIDING TALENTENQUIZ

Luisteren. Bij deze hand-out hoort ook een presentatie document om te gebruiken in de klas. U kunt het hier downloaden.

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

Verklaren hoe planten groeien

Instapmodule ter voorbereiding op. Instapmodule. het werken met Nieuwsrekenen

Nederlands in Uitvoering

Cultuureducatie met Kwaliteit

opdracht 1 instructie telefoongesprek speech opdracht 2 boekbespreking poëziepresentatie sollicitatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Activiteit: Filosoferen met kinderen over taal

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL DESTIJLUTRECHTAMERSFOORT.NL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4

Met hulp: ophelderen van onduidelijkheden

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

Introductie: Stel jezelf voor en leg uit wat je komt doen. Vertel kort over de samenwerking in 4 Vuurwerk Veilig (bijv. aan de hand van de logo s).

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Robotica. door Fabien van der Ham Alles is rond

Uitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2

Introductie. Onzichtbaar op internet. GEMAAKT DOOR: Redactie i-respect. ONDERWERP: Communiceren. DOEL: Spelen met identiteit

Sterker naar het mbo. Docentenhandleiding. Januari 2018 Spirit4you.

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Leerlingen ervaren de manier waarop in de Europese Unie vergaderd wordt en hoe de verschillende bestuurslagen zich tot elkaar verhouden.

LESBRIEF NR 2 OPDRACHT 1 ANDERS? VOOR GROEP

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

DEEL TWEE: OPDRACHTEN

1

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

Draaiboek efficiënt communiceren Beter samenwerken door een goede communicatie

Red met jouw klas de wereld! Handleiding van het digitale educatiepakket bij de voorstelling: Wij redden de wereld

Shadow Games T42 (Zwitserland)

Antwerpen. Leren luisteren

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2

- Waarschuwing- dit is een pittige les!

Transcriptie:

NEDERLAND LEEST JUNIOR HANDLEIDING LEERKRACHTEN GROEP 7 EN 8 In 2017 wordt voor de tweede maal Nederland Leest Junior georganiseerd. Het thema dit jaar is robotica en het boek dat centraal staat is Cyberboy van Tanja de Jonge. In deze les van 90 minuten leren de kinderen om stap voor stap een mening te vormen en hierover met elkaar in gesprek te gaan. De stelling die centraal staat is: Omgaan met emoties moet je leren. KERNDOELEN EN REFERENTIENIVEAUS Nederland Leest Junior sluit aan op taal, burgerschap en 21st century skills. Er zijn raakvlakken met veel kerndoelen, maar dit zijn de belangrijkste: 2. De kinderen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 3. De kinderen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. 9. De kinderen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. 37. De kinderen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 1 Referentieniveau Mondelinge taalvaardigheid Gesprekken algemeen: Het kind kan initiatief nemen om gesprekken aan te gaan in kleine en grote groepen. Het kind kan de hoofdpunten volgen, kan de eigen mening verwoorden en onderbouwen met argumenten in een grotere groep. Luisteren algemeen: Het kind kan wat hij hoort koppelen aan eigen gevoelens, ervaringen en andere dingen die hij kent, weet en gezien heeft. Het kind kan een koppeling leggen tussen de inhoud van de beluisterde tekst en eigen ervaringen. Het kind kan kritisch luisteren naar mondelinge informatie en meningen. Het kind kan informatie en meningen interpreteren voor zover deze dicht bij de leerling staan.

Referentieniveau Sociaal-emotioneel en burgerschap: Het kind heeft een mening over de stelling en wordt aangezet tot nadenken en praten over: het (h)erkennen van emoties en hoe hiermee om te gaan. mag iemand anders dan de rest zijn? redenen om vriendschapsrelaties aan te gaan of te verbreken. WOORDENSCHAT De mening = ik vind Het argument = omdat Het feit = een te controleren waarheid. De discussie = een gesprek waarin mensen het met elkaar oneens zijn en elkaar proberen te overtuigen. Overtuigen = overhalen zodat de ander vindt wat jij vindt. Het debat = een aan regels gebonden discussie. Bij een debat is altijd een derde persoon aanwezig die het debat beoordeelt op argumenten. Consensus = het met elkaar eens zijn. ORGANISATIE De les duurt ongeveer 90 minuten en is als volgt opgebouwd: 1. OPZETFASE 15 MINUTEN 2. BEELDVORMINGSFASE 25 MINUTEN 3. MENINGSVORMENDE FASE 15 MINUTEN 4. VERDIEPINGSFASE 25 MINUTEN 5. EVALUATIEFASE 5 MINUTEN MATERIALEN Boek Cyberboy van Tanja de Jonge PowerPoint op het digibord (nederlandleest.nl/school) Werkblad ABC schema (nederlandleest.nl/school) Per leerling 1 rood en 1 groen (vouw)blaadje Voorleesfragmenten (nederlandleest.nl/school) 2 VOORBEREIDING Lees voor de les het boek voor of laat de kinderen het boek zelf lezen in leesgroepjes. Zorg dat het boek in ieder geval tot en met pagina 58 gelezen is.

1. OPZETFASE (15 MIN.) Laat het boek zien en geef de opdracht: We hebben allemaal het boek Cyberboy gelezen. Vertel in dertig seconden aan je schoudermaatje (de persoon die naast je zit) wat je het spannendste óf het interessantste stuk vond uit het boek. Geef na dertig seconden twee of drie kinderen het woord en vraag: Wat heb je net gehoord van je schoudermaatje? Beloon kinderen om hun gewenste luisterhouding. Dit zijn opstekers (term Vreedzame school). Leg uit: We gaan vandaag discussiëren en debatteren, want dat kun je leren. Vraag: Hebben jullie weleens gediscussieerd? Waarvoor is discussie nuttig? Wat gaat goed en wat kan beter als het gaat om leren discussiëren? Komt van discussie ruzie? Open de PowerPointpresentatie en laat de spelregels zien (sheet 2). Spreek met de kinderen af wat volgens hen de belangrijkste spelregel is. Dit wordt het doel van de les. Hebben de kinderen ook een persoonlijk doel? V ertel hoe de structuur van de les eruit ziet (sheet 3). Eerst leg ik belangrijke basisbegrippen uit. Sommigen ken je misschien, maar nu gaat het om diepe woordkennis. Dat betekent dat je de uitleg ook kent. Daarna voeren we in tweetallen verschillende opdrachten uit. Ook discussiëren we in teams, daarmee bereiden we ons voor op het debat. Over ongeveer een uur wordt het tijd voor het debat en tenslotte volgt een terugblik. Het debat komt dus pas later. In de fasen daarvoor denk je na over je argumenten. Het debat is wat kort. Als we verder willen discussiëren, dan kan dat misschien op een ander moment. Laat sheet 4 en 5 (woordenschat) zien en lees dit script voor (of vertel in eigen woorden): Vandaag krijgen jullie de kans om je stem te laten horen en te luisteren naar de meningen en argumenten van anderen. Een mening is dat wat je vindt. Als je tijdens het geven van je mening overtuigend wilt zijn, dan zeg je: Ik vind en gebruik je argumenten. Een argument is een reden waarom je iets vindt. Je zegt dan: Want, of omdat. Bijvoorbeeld: Ik vind deze schoenen fijn, want ze lopen lekker. Vandaag gaan we discussiëren en debatteren. Een discussie is een gesprek dat je hebt met als doel om de ander te overtuigen van je gelijk. Vandaag gaan we een stapje verder dan de discussie. We gaan debatteren. Het verschil tussen een debat en een discussie is dat een debat aan regels gebonden is en dat er altijd een derde aanwezig is om het debat te beoordelen op argumenten. Daarom oefenen we met het zeggen van: Ik vind omdat (dan geef je argumenten) en je zegt: bijvoorbeeld. Je vertelt wat je weet en wat je hebt meegemaakt. 3 Door met elkaar te discussiëren en ervaringen te delen, leren we van anderen. Maar zo leer je ook meer over jezelf. Als je weet wat jouw mening is, waar die vandaan komt en wat de invloed is van je ouders en omstanders, leer je wie je bent. Misschien durf je je eigen mening niet te uiten, omdat je onvoldoende kennis hebt over het onderwerp. Misschien maakt het je onzeker omdat je niet even kunt googelen zoals Bjorn uit het boek. Of misschien ben je verlegen of ben je bang dat de groep het niet met je eens is. Ik vraag je om vandaag lef te tonen. Ik vraag je om op te staan en je mening te geven. Daarbij houden we rekening met elkaar. Want, we discussiëren vandaag over EMOTIES en de stelling: Omgaan met emoties moet je leren.

Vraag: Welke emoties ken je? Ik tel af van 3 naar 1. Dan roep je een emotie. 3, 2, 1! Laat de kinderen een emotie roepen. Reageer nog niet, maar zeg: Dat doen we nog een keer: 3, 2, 1! En nog één keer: 3, 2, 1! Bespreek de emoties. Ik heb de emotie gehoord. Deze emotie vind ik goed passen bij (kies: Kevin / Bjorn / de moeder van Bjorn / Martin: de vader van Bjorn ), omdat (leg zelf uit en geef een voorbeeld uit het boek). Laat de kinderen hier eventueel op reageren en nodig zo uit tot discussie. Opdracht 1: Emoties?!!! (sheet 6) tweetallen Leg uit: Geef je mening over de emotie verdriet. Past dat bij Bjorn? Waarom wel/niet? Geef argumenten. Doe dit volgens tweepraat: de één praat, de ander luistert en vat samen, daarna wisselen de kinderen (doe dit 2 x 30 seconden). Doe ditzelfde met de emotie woede : Geef je mening over de emotie woede. Past dat bij Kevin? Waarom wel/niet? Geef argumenten. Doe ook dit volgens tweepraat. 2. BEELDVORMINGSFASE (25 MIN.) Opdracht 2: Bjorn of Kevin? (sheet 7 t/m 15) Alle kinderen hebben een rood en een groen blaadje. De opdracht is als volgt. Op het digibord verschijnt telkens een foto met een emotie of een uitleg van een situatie. Vraag steeds: Past dit beter bij Bjorn of bij Kevin? En kun je dat uitleggen? Gebruik argumenten en zeg: Ik vind omdat, bijvoorbeeld: Toon telkens een sheet en vraag: Rood of groen? Bjorn of Kevin? Nodig kinderen uit om te gaan staan als ze hun standpunt willen onderbouwen. Laat bij elke sheet drie of vier kinderen op elkaar reageren en ontlok de discussie, maar vraag kinderen vooral om argumenten voor hun keuze ( Ik vind omdat, bijvoorbeeld:. ). Vat zo nu en dan samen en benoem de argumenten. Trek een conclusie. Wat heeft u gehoord van de kinderen? Extra (meer interactie en individuele spreekruimte) Kan de klas wat meer aan? Maak dan groepjes van vier. Maak afspraken over de luisterhouding van de kinderen. Laat de kinderen telkens een tot drie minuten discussiëren. Zodra er consensus is, tonen de kinderen hun rode of groene kaartje. 4 PAST DIT BETER BIJ KEVIN OF BJORN? Fotografisch geheugen fragment op blz. 34/35 Eten omdat je het lekker vindt fragment op blz. 53 Gekopieerde emoties fragment op blz. 57 Een handicap fragment op blz. 30 Een schuldgevoel fragment op blz. 14 Klikken fragment op blz. 38/39 Humor fragment op blz. 28/29 Vriendschap voor het leven fragment op blz. 29/30 Nadat de kinderen een kleur hebben gekozen en de keuze beargumenteerd is, kunt u een fragment uit het boek voorlezen. Deze voorleesfragmenten vindt u op nederlandleest.nl/ school.

3. MENINGSVORMENDE FASE (15 MIN.) Leg uit: In het boek leert Bjorn steeds beter om te gaan met zijn emoties. Maar kan hij ze zelf ook uiten? En zijn deze emoties echt? Kan een robot echte emoties hebben, denk je? Introduceer de stelling: Omgaan met emoties moet je leren. Extra: bekijk samen het filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=j60ei_hsbei of https:// www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/3373/zorgrobot (Het Klokhuis, Robots!, van 9.02 t/m 11.09). Laat het ABC-schema (sheet 16) zien en licht dit toe door middel van modelling; hardop denkend voordoen. Bijvoorbeeld: Ik neem de stelling in mijn hoofd en ik doe alsof ik het eens ben. Ik kan zeggen: Ja, ik ben het met de stelling eens omdat we moeten leren om beter rekening met elkaar te houden. Dat doe je als je weet hoe je moet omgaan met bijvoorbeeld agressie of verdriet. Ik kan ook een voorbeeld geven: Bijvoorbeeld toen Kevin zag dat de vader van Bjorn erg in de war was, is hij even een rondje met hem gaan lopen. Zo kon hij zijn emoties weer de baas. Deel de werkbladen uit en laat de kinderen het ABC-schema invullen. De kinderen hebben hiervoor tien minuten de tijd. Benadruk dat ze voor- en tegenargumenten mogen gebruiken en beide kanten van het schema moeten invullen. Misschien vinden ze het lastig meer dan één argument in te vullen? Nodig de kinderen dan uit om in ieder geval meer voorbeelden aan te dragen. Geef verlengde instructie aan de kinderen die dat willen. Nodig ze uit aan de instructietafel. 4. VERDIEPINGSFASE (25 MIN.) Hebben de kinderen hun argumenten op papier staan? Dan wordt het tijd voor de Lagerhuisdiscussie (sheet 17). Maak een U-vormige kring met de klas. Wijs voor het debat begint op de spelregel die centraal staan: Welk doel hebben jullie voor jezelf geformuleerd? Hoe kunnen wij er samen voor zorgen dat dit doel wordt behaald? Maak afspraken m.b.t. lichaamstaal: Wat doen we als teveel kinderen staan? En te weinig? Werk aan sociale groepscohesie. Hoe kunnen we elkaar helpen? Zullen we afspreken dat we alle argumenten serieus nemen? Tip: Heeft u een stille klas, laat de kinderen dan eerst in tweetallen één minuut oefenen. Heeft u een praatgrage klas, doe dat dan na afloop van het debat. Het debat duurt vijftien minuten. Laat de stelling op het digibord zien (sheet 18). Verdeel de beurten en stel desnoods subvragen om het debat op gang te brengen. Wilt u inzetten op het proces? Las dan time-outs in voor feedback met opstekers en tips (sheet 19). 5

VRAGEN EN SUBVRAGEN VOOR HET DEBAT Weet jij elke dag hoe je je voelt? Hoe weet je dat? Hoe kan het dat je het soms niet weet? Is dat goed of fout? Kun je daar een conclusie aan verbinden? Hebben gevoelens invloed op het gedrag? Vind je dat je moet leren om emoties te herkennen? Bij jezelf of anderen? Wie kan dat beter? Een robot of een mens? Vind je dat mensen met anderen moeten delen hoe ze zich voelen? Waarom wel/niet? Denk je dat robots weten hoe ze zich voelen? Hoe leren ze dat? Kunnen robots emoties hebben? Hebben robots invloed op emoties van mensen? Heb je je weleens je ingehouden qua emoties, omdat een ander zei dat dat moest? Kan je dat leren van een robot? Heb je weleens gedaan alsof je een bepaalde emotie had? Wat was de reden? 5. EVALUATIEFASE (5 MIN) Vraag of de kinderen hun eigen doelstelling hebben behaald. Evalueer daarna de inhoud van de les. Vraag of je een tip mag geven en laat het kind dat een tip krijgt reageren en vraag ook naar een top of opsteker. Gebruik de hulpzin: Ik zie dat Mag ik je een tip geven? Je zou Hebben de kinderen nog een tip voor u als debatleider? Vraag: Kun je een conclusie trekken? (sheet 20) Geef de volgende hulpzin: Ik weet nu dat dus. 6 EXTRA Kijk op nederlandleest.nl/school voor extra s, zoals: Leesvragen bij het boek Cyberboy Een interview met Tanja de Jonge Een fragment uit Cyberboy voorgelezen door Tanja de Jonge Een lesje robottaal Een filmpje over een zorgrobot Deze les is ontwikkeld door DISCUSSIËREN KUN JE LEREN in samenwerking met Tanja de Jonge voor Nederland Leest Junior 2017. Kijk voor meer informatie op www.nederlandleest.nl