PRAKTIJKNOTITIE BTW EN OVOB BTW. 1. Inleiding. 2. Kleine ondernemersregeling

Vergelijkbare documenten
21 mei 2019 BTW-nieuwtje : Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020

Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland

Van: NOAB Adviesgroeplid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: juli 2019 Onderwerp: De Wet Modernisering kleineondernemersregeling

De kleineondernemersregeling. Belastingdienst

De kleineondernemersregeling

De kleineondernemersregeling

Verslag internetconsultatie Wet omzetgerelateerde vrijstelling voor ondernemers van omzetbelasting

De kleineondernemersregeling

De kleineondernemersregeling

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Praktijknotitie BTW. 1. Inleiding. 2. Btw-algemeen. 3. Leegstand vóór ingebruikneming Aftrek investerings-btw

Btw-nieuwsbrief mei 2019

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet omzetgerelateerde vrijstelling voor ondernemers van omzetbelasting)

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet modernisering kleineondernemersregeling)

Afschaffing btw-landbouwregeling voor bosbouwers. 4 april 2018 Aart Bakker / Petra de Waal / Hessel Vliegen

Het geheel wordt aangevuld met een aantal praktijkvoorbeelden, een beslisboom en een aantal tips.

Btw-tips vierde kwartaal 2017

Toelichting bij de suppletie omzetbelasting

Toelichting bij de suppletie omzetbelasting

Auteur: mr. A.P. van Nes, FrieslandCampina. 2 december Centrale vraagstelling

Toelichting bij de suppletie omzetbelasting

PRAKTIJKNOTITIE BTW. 1. Inleiding. 2. Btw-aftrek algemeen

BTW-nieuwtjes

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoudsopgave. Voorwoord Inleiding in de btw Btw-ondernemerschap In welke gevallen bent u btw verschuldigd?...

Omdat de agrarische ondernemer er zelf voor moet zorgen dat aan de BTWverplichtingen wordt voldaan moet de agrarische ondernemer de Belastingdienst ve

2 Administratieve verplichtingen

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen.

DE BTW IN 2019 EN Mevrouw N.W.A.M. (Nathasja) Elsbeek RB

Omzetbelasting -- Deel 5

HRo - Omzetbelasting -- Deel 5

Omzetbelasting -- Deel 3

Factureringsregels 2013

Particulieren met zonnepanelen kunnen ondernemer voor de btw zijn

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen.

Handel in gebruikte goederen

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen.

Werking BTW landbouwregeling/ veehandelsregeling BTW landbouwregeling Landbouwers, bosbouwers, tuinbouwers en veehouders zijn onder de huidige wetgevi

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2)

Bijna elke ondernemer heeft ermee te maken, oninbare debiteuren. Met ingang van 1 januari 2017 is de wet- en regelgeving hieromtrent gewijzigd.

PRAKTIJKNOTITIE BTW. 1. Inleiding. 2. Goederen transacties. 2.1 Intracommunautaire levering wordt export

Ondernemers. Prinsjesdag Belastingplannen 2019 en meer nieuwe wetgeving

BTW teruggave rechtspersonen

T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - G E N E R A A L

Naar aanleiding van het advies, dat hieronder cursief is opgenomen, merk ik het volgende op.

: 295 per persoon exclusief BTW, inclusief lesmateriaal en broodjes Locatie : Heelsum

HRo - Omzetbelasting -- Deel 2

HRo - Omzetbelasting -- Deel 2

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 5 MAART UUR

In vijf minuten aangifte omzetbelatisting.

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren die zonnepanelen

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet modernisering kleineondernemersregeling)

BTW: nieuwe regels voor plaats van dienst Bereid u tijdig voor!

oefententamen omzetbelasting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Als u een bedrijfspand gaat huren of verhuren

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

BTW-nieuwtjes

Omzetbelasting oefententamen 1

Eindejaarsberichten 2018

Nationale Administrateursdag Carola van Vilsteren

Uit er aar d zijn wij

BTW-gevolgen verhoging verlaagd BTW-tarief van 6% naar 9% per 1 januari 2018

BTW-UPDATE BELASTINGSPECIAL

Landal Volendam. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Inleiding. Belangrijkste vindplaatsen. 1 Btw-ondernemerschap

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari Bestemd voor: alle ondernemers

In deze instructie leest u wat de handelingen zijn om van het BTW voordeel gebruik te maken.

BTW VRAG EN & ANTWOOR DEN VOOR AMATEURVERENIG INGEN

Btw. Intermediairdagen.nl

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

Als u vragen heeft over dit onderwerp of over de intrekking van mededeling 26, dan kunt u uiteraard contact opnemen

BTW i.v.m. auto (van de zaak)

AAN : LEDEN BTW-PLAZA VAN : VAN DRIEL FRUIJTIER BTW-SPECIALISTEN DATUM : JANUARI Inleiding

FISCALE INFORMATIE OVER VAKANTIEWONING IN NEDERLAND

MKB Boekhouder in control

info &boon tips & boon

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters

Op een set panelen van circa is uw voordeel 740 (zie het voorbeeld verderop genoemd.

Doe nog vóór 1 januari 2019 een schenking

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

Informatie voor ondernemers

Toelichting. Aangifte Omzetbelasting

Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis

SPD Bedrijfsadministratie. Examenantwoorden FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNE- MINGS DONDERDAG 17 DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18

Transcriptie:

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB Van: NOAB Adviesgroeplid -INSTITUUT, mr. Frank Resseler en drs. Daphne van den Heuvel Datum: Augustus 2018 Onderwerp: en OVOB 1. Inleiding Op 30 maart 2018 heeft het kabinet voorgesteld om per 1 januari 2020 de huidige kleine ondernemersregeling (hierna: KOR) te wijzigen in een omzetgerelateerde vrijstelling van omzetbelasting (hierna: OVOB). Het Ministerie van Financiën heeft het conceptwetsvoorstel ter internetconsultatie vrijgegeven. Aandacht in deze notitie is er voor de KOR, de OVOB en het verschil tussen beide regelingen. Het geheel wordt aangevuld met een aantal praktijkvoorbeelden. Let op! Op Prinsjesdag zijn de belastingplannen gepubliceerd van het kabinet Rutte III. Het kabinet heeft de daad nu bij het woord gevoegd en stelt voor de kleine ondernemersregeling (hierna: KOR) met ingang van 1 januari 2020 te moderniseren. Let op! De term OVOB, zoals in dit memo beschreven, wordt niet gebruikt vanaf 1 januari 2020. De gewijzigde regeling voor kleine ondernemers blijft gewoon kleine ondernemingsregeling (KOR) heten. 2. Kleine ondernemersregeling Administratieve en factureringsverplichtingen kunnen voor kleine ondernemers een grote druk opleveren. Daarom is voor deze kleine ondernemers een regeling getroffen: de kleineondernemersregeling (KOR). De KOR heeft slechts betrekking op natuurlijke personen (de eenmanszaak) of samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen (zoals de maatschap, VOF) die in Nederland wonen, gevestigd zijn of een vaste inrichting hebben. Buiten Nederland gevestigde ondernemers kunnen dus geen gebruik maken van de KOR. De KOR geldt niet voor individuele personen die samenwerken in een maatschap/vof, maar voor de maatschap/vof in haar totaliteit. Ook geldt de KOR niet voor rechtspersonen, zoals bijvoorbeeld de BV, NV, stichting en vereniging. Voor kleine ondernemers bestaat een financiële tegemoetkoming in de vorm van een vermindering van de te betalen btw. Of een btw-ondernemer klein is wordt niet bepaald aan de hand van de hoogte van de omzet, maar aan de hand van het saldo van de af te dragen btw (zie Besluit 26 maart 2013, nr. BLKB 2013/400M). Een ondernemer wordt tot de kleine ondernemers gerekend als hij na aftrek van de voorbelasting per jaar niet meer dan 1883 aan btw moet betalen. Als de vermindering tot gevolg heeft dat een kleine ondernemer in het geheel geen btw hoeft te betalen, kan hij voor de btw ontheffing krijgen van de administratieve en factureringsverplichtingen. 2.1. Vermindering De KOR heeft betrekking op btw-ondernemers die, na aftrek van voorbelasting, minder dan 1.883 btw moeten voldoen per kalenderjaar. Het bedrag van 1.883 is een saldobedrag. De kleine ondernemers Memo btw en OVOB. Pagina: 1/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB mogen 2,5 maal het verschil tussen 1.883 en het btw-bedrag dat zij zonder toepassing van de KORverschuldigd zijn, in mindering brengen op de verschuldigde btw. Een rekensom leert dat kleine ondernemers, die na aftrek van voorbelasting, per jaar 1.345 aan btw verschuldigd zijn, door vermindering van de KOR geheel geen btw verschuldigd zijn: de vermindering bedraagt in dat geval namelijk 2,5 x ( 1.883-1.345) = 1.345. Uit deze berekening volgt dat kleine ondernemers die per jaar niet meer dan 1.345 aan btw verschuldigd zijn, per saldo geen btw hoeven te voldoen. Let op! De vermindering is maximaal het btw-bedrag dat de kleine ondernemer eigenlijk verschuldigd is. Het kan daarom niet voorkomen dat een kleine ondernemer btw terugkrijgt op basis van de vermindering van de KOR. Voorbeeld 1 De jaaromzet bedraagt exclusief btw 60.000, belast met 21%. De voorbelasting is 11.000. Verschuldigde btw is 60.000 x 0,21 = 12.600 Voorbelasting is = 11.000 Af te dragen btw is = 1.600 Vermindering: 2,5 x ( 1.883-1.600) = 707,50 Uiteindelijk te betalen btw: = 892,50 Let op! Een ondernemer die meer dan één bedrijf heeft, moet deze voor de toepassing van de KOR gezamenlijk in aanmerking nemen. De regeling geldt namelijk voor de ondernemer en niet voor de onderneming. Voorbeeld 2 Een ondernemer heeft 2 bedrijven. De jaaromzet van bedrijf 1 bedraagt exclusief btw 50.000, belast met 21%. De voorbelasting is 10.000. De jaaromzet van bedrijf 2 bedraagt exclusief btw 20.000, belast met 21%. De voorbelasting is 2.500. Verschuldigde btw is: 50.000 x 0,21 + 20.000 x 0,21 = 14.700 Voorbelasting is: 2.500 + 10.000 = 12.500 Af te dragen btw is: = 2.200 Het totaalbedrag dat de ondernemer is verschuldigd bedraagt meer dan 1.883 en dus mag hij de KOR niet toepassen. 2.2. Tijdstip geniet vermindering Pas aan het einde van het jaar weet een ondernemer of hij de KOR mag toepassen, terwijl de ondernemer meestal per kwartaal zijn btw moet voldoen. Een kleine ondernemer zou dan eerst de totaal verschuldigde btw moeten afdragen, om aan het einde van het jaar te constateren dat hij te veel heeft betaald. Om dat te voorkomen is in art. 24 Uitv. Besch. OB een regeling opgenomen op grond waarvan de ondernemer per belastingtijdvak een voorlopige vermindering kan toepassen. De ondernemer moet wel nagaan of het aannemelijk is dat de KOR over het lopende jaar van toepassing zal zijn. Memo btw en OVOB. Pagina: 2/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB Hierbij een overzicht van de bedragen van de voorlopige vermindering bij aangifte per kwartaal: Geschat saldo op jaarbasis Voorlopige vermindering < 1.345 het volledige bedrag > 1.345, maar niet meer dan 1.475 maximaal 250 > 1.475, maar niet meer dan 1.611 maximaal 159 > 1.611, maar niet meer dan 1.747 maximaal 68 > 1.747 nihil Tip! De vermindering moet worden vermeld bij vraag 5d van de aangifte. Na afloop van het jaar moet een ondernemer nagaan of de voorlopige vermindering niet te hoog of te laag is geweest. Als blijkt dat te veel is verrekend, moet dit worden gecorrigeerd in de eerste aangifte van het volgende jaar. Bij een te lage voorlopige verrekening van de KOR wordt het verschil op verzoek aan de ondernemer teruggegeven. Dit geldt ook als de ondernemer geen voorlopige vermindering heeft toegepast, maar na afloop van het jaar zijn recht op vermindering constateert. Als de ondernemer 1.000 of minder terugkrijgt, mag hij dit echter verwerken in de eerstvolgende aangifte. Voorbeeld 3 Een ondernemer dient elk kwartaal zijn aangifte btw in. De ondernemer schat dat hij over het lopende jaar per saldo minder dan 1.345 aan btw moet voldoen. Zijn voorlopige verminder bedraagt het volledige bedrag. Verschuldigde btw Q1 Q2 Q3 Q4 Op jaarbasis 1.650 2.000 1.400 1.600 6.650 Voorbelasting 1.500 1.650 1.300 700 5.150 Af te dragen btw (Voorlopige) vermindering 150 350 100 900 1.500 150 350 100 900 2,5 x ( 1.883-1.500) = 958 Te voldoen 0 0 0 0 542 Uit de berekening blijkt dat de ondernemer op jaarbasis een bedrag van 542 moet voldoen. De ondernemer heeft echter niks afgedragen. De ondernemer zal dit moeten corrigeren in de eerste aangifte van het volgende jaar. 2.3. Verlegde btw en verwervings-btw In art. 12 lid 2 t/m 5 van de wet is de verleggingsregeling opgenomen. Dit houdt in dat de btw die ter zake van een prestatie verschuldigd is niet wordt geheven van de presterende ondernemer, maar van diens afnemer. Voorbeelden zijn: prestaties door buitenlandse ondernemers, de levering van onroerende zaken die via optie in de heffing is betrokken en de verleggingsregeling in de bouw. Deze regelingen hebben ongewenste effecten voor de toepassing van de KOR, omdat het saldo van verschuldigde en aftrekbare btw Memo btw en OVOB. Pagina: 3/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB wordt beïnvloed. In art. 25a, onderdeel b Uitv. Besch. OB is bepaald dat de btw die naar de kleine ondernemer is verlegd voor de vermindering niet meetelt als door de kleine ondernemer verschuldigde btw. Anderzijds geldt dat indien de btw-heffing van prestaties is verlegd naar de afnemer van de kleine ondernemer, de btw over deze prestaties voor de berekening van de vermindering meetelt als door de kleine ondernemer verschuldigde btw. Bovenstaande geldt ook voor de door de kleine ondernemer verschuldigde btw ter zake van een intracommunautaire verwerving, de zogenoemde verwervings-btw (art. 25a, onderdeel a Uitv. Besch. OB). Voorbeeld 4 Een in Breda gevestigde eenmansondernemer die consultancydiensten verricht, is over een jaar in totaal 15.000 aan btw verschuldigd. Dit bedrag bestaat uit de volgende onderdelen: - 1.500 naar hem verlegde btw vanwege afname van consultancydiensten door een Belgische btwondernemer - 2.000 ter zake van intracommunautaire verwervingen van kantoorartikelen uit België: en - 11.500 ter zake van in Nederland verrichte consultancydiensten Verder heeft de ondernemer 1.000 aan btw verlegd naar een Duitse afnemer. De aftrekbare in rekening gebrachte btw, de verlegde btw en verwervings-btw bedraagt in totaal 11.000 In dit voorbeeld is de KOR van toepassing. De verschuldigde btw bedraagt 12.500 ( 11.500 + 1.000). De voorbelasting bedraagt 11.000. De af te dragen btw bedraagt: 12.500-11.000 = 1.500. De naar hem verlegde btw en de verschuldigde verwervings-btw tellen voor de vermindering niet mee als verschuldigde btw. De btw die de ondernemer verlegd heeft naar een Duitse afnemer telt voor de vermindering wel mee als verschuldigde btw. De ondernemer mag derhalve op de door hem af te dragen btw een bedrag in mindering brengen van 2,5 x ( 1.883-1.500) = 957,50 De uiteindelijk te betalen btw bedraagt = 1.500-957,50= 542,50 2.4. Uitzondering bij keuze voor btw-heffing Wanneer een ondernemer onroerend goed verhuurt aan een huurder die het gehuurde goed (nagenoeg volledig) voor aftrekgerechtigde doeleinden gebruikt, heeft de ondernemer de mogelijkheid om gezamenlijk met de huurder de opteren voor belaste verhuur. Uit art. 6a, lid 4 Uitv. Besch. OB volgt dat de KOR niet kan worden toegepast door verhuurders van onroerende zaken die hebben geopteerd voor belaste verhuur. Reden hiervoor is dat het opteren voor btw-belaste verhuur een eigen keuze is van de kleine ondernemer. De verhuurder mag bij de berekening van de belastingvermindering voor kleine ondernemers de wegens die verhuur verschuldigde btw en de aan die verhuur toe te rekenen voorbelasting niet meetellen. De KOR geldt dus alleen voor de overige belaste activiteiten die de verhuurder heeft. Voorbeeld 5 De jaaromzet exclusief btw van een ondernemer bedraagt 40.000, belast met 21%. De voorbelasting Memo btw en OVOB. Pagina: 4/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB bedraagt 8.000. Daarnaast heeft de ondernemer gezamenlijk met de huurder geopteerd voor btwbelaste verhuur voor 9.000 per jaar excl. btw, belast met 21%. De voorbelasting op de verhuur is 800. Verschuldigde btw: 40.000 x 0,21 = 8.400 9.000 x 0,21 = 1.890 = 10.290 Voorbelasting: 8.000+ 800= 8.800 Af te dragen btw: 1.490 De vermindering bedraagt: Verschuldigde btw zonder verhuur: 40.000 x 0,21 = 8.400 Voorbelasting zonder verhuur: 8.000 Af te dragen btw zonder verhuur 400 Vermindering: 400 Uiteindelijk te betalen btw: 1.090 2.5. Ontheffing van de administratieve verplichtingen De kleine ondernemer die door de vermindering van de KOR per saldo geen btw hoeft te voldoen, kan de inspecteur verzoeken om ontheffing van de administratieve verplichtingen. Dit is het geval als na aftrek van de voorbelasting de verschuldigde btw per jaar niet meer bedraagt dan 1.345. Tegen de beslissing van de inspecteur op dit verzoek kan de kleine ondernemer bezwaar maken. Uiteraard is dat uitsluitend zinvol indien het ontheffingsverzoek wordt afgewezen. De ontheffing start in het jaar dat volgt op het jaar waarin het verzoek gedaan is. Wordt het verzoek toegewezen, dan mag de kleine ondernemer geen btw op zijn facturen vermelden. In feite wordt de van administratieve verplichtingen ontheven kleine ondernemer behandeld als ware hij particulier, althans bijna. De ontheffing gaat namelijk niet zover dat de ondernemer ook zijn intra communautaire verwervingen niet zou hoeven te administreren: daarvoor gelden dus de gewone administratiever verplichting. Ook is ontheffing voor administratieve verplichtingen niet mogelijk voor ondernemers die hebben geopteerd voor de belaste verhuur van onroerende zaken. Tip! De ontheffing heeft een aantal voordelige gevolgen voor de kleine ondernemer: hij hoeft geen factureren uit te reiken, geen administratie bij te houden en geen btw-aangiftes in te dienen. De enige verplichting die hij op grond van art. 25, lid 3 Uitv. Besch. OB heeft, is het bewaren van de aan hem uitgereikte facturen. Tip! De ontheffing brengt ook een aantal nadelen met zich mee: de kleine ondernemer heeft geen recht op aftrek van de in rekening gebrachte, de naar hem verlegde btw en de verwervings-btw. Het is een kleine ondernemer die (aanzienlijke investeringen wil gaan doen, daarom niet aan te raden om een ontheffing van administratieve verplichtingen aan te vragen). De ontheffing vervalt volgens art. 25, lid 4 Uitv. Besch. OB: - Bij schriftelijke opzegging van de ondernemer; - Op het moment dat de ondernemer weet of zou moeten wetten dat hij niet langer voldoet aan de voor ontheffing gestelde eisen (bijv. als de verschuldigde btw per jaar meer bedraagt dan 1.345 - Bij het niet voldoen aan de bewaarplicht van art. 25, lid 3 Uitv. Besch. OB Memo btw en OVOB. Pagina: 5/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB Let op! Wanneer de ontheffing vervallen is, kan de ondernemer op grond van art. 25, lid 5 Uitv. Besch. OB pas na vijf jaren een nieuw ontheffingsverzoek indienen. 3. Omzet gerelateerde vrijstelling van omzetbelasting Het kabinet stelt voor om per 1 januari 2020 de huidige KOR te moderniseren door de introductie van een facultatieve omzetgerelateerde vrijstellingsregeling van omzetbelasting (OVOB). De OVOB kent een (budget neutrale) omzetgrens, waarvan de exacte grensbedragen nog onbekend zijn. De OVOB moet de heffing van btw bij ondernemers met een geringe omzet een stuk eenvoudiger maken. Handmatige (her)berekeningen die noodzakelijk zijn voor toepassing van de vermindering in de KOR, vervallen. Let op! De omzetgrens is inmiddels wel bekend, er gaat een omzetgrens gelden van 20.000 per jaar. 3.1. Nadelen KOR Een nadeel van de huidige KOR is dat de KOR niet alleen wordt toegepast op ondernemers met een geringe omzet. De KOR is momenteel gekoppeld aan de per saldo verschuldigde btw, waardoor ook ondernemers met hoge omzetten, maar met een laag bedrag aan verschuldigde btw, gebruikmaken van de KOR. Als voorbeeld kan worden genoemd ondernemers die veel goederen exporteren tegen het btw-nultarief of ondernemers met veel voorbelasting. Tevens is gebleken dat de handmatige (her)berekeningen die noodzakelijk zijn voor toepassing van de vermindering in de KOR, zie paragraaf 2.2 en voorbeeld 3, kunnen leiden tot noodzakelijke aanpassingen met veel administratieve lasten. Een ander nadeel is dat de KOR enkel geldt voor natuurlijke personen, rechtspersonen zoals BV s, NV s, stichtingen en verenigingen kunnen hier geen gebruik van maken. 3.2. Hoofdlijnen OVOB De OVOB kent een (budgetneutrale) omzetgrens, waarvan de exacte grensbedragen nog onbekend zijn. Met een dergelijk vrijstelling kunnen ondernemers, net als onder de KOR, zelf bepalen of zij gebruik willen maken van de regeling (optioneel systeem). De kern van de OVOB is dat een ondernemer, die onder de omzetgrens blijft en ervoor kiest om de OVOB toe te passen, geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers. De btw die andere ondernemers hem in rekening brengen, kan de ondernemer niet in aftrek brengen. Ondernemers die voor de OVOB kiezen zijn ontheven van het doen van btw-aangifte en de daarbij horende administratieve verplichtingen voor de door hen verrichte goederenleveringen en diensten in Nederland. Dit geldt ook voor intracommunautaire leveringen die deze ondernemer verricht, waarbij de plaats van levering in Nederland ligt. Ondernemers die de OVOB niet (kunnen) toepassen, doen op reguliere wijze btw-aangifte. De bestaande mogelijkheid tot het doen van jaaraangifte in de btw komt te vervallen. Memo btw en OVOB. Pagina: 6/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB 3.3. Toepassingsbereik De OVOB wordt, in vergelijking tot de KOR, uitgebreid naar andere dan natuurlijke personen. Hierdoor kunnen, naast natuurlijke personen, ook rechtspersonen (BV s, NV s, stichtingen en verenigingen) gebruikmaken van de bijzondere regeling voor kleine ondernemers. De OVOB kan, net als de KOR, alleen worden toegepast door ondernemers die in Nederland zijn gevestigd of in Nederland een vaste inrichting hebben. De OVOB is niet van toepassing op leveringen van goederen en diensten die deze ondernemers verrichten buiten Nederland. Een ondernemer die de OVOB toepast en daarmee bewust kiest voor ontheffing van aangifte- en administratieve verplichtingen kan niet op verzoek worden aangewezen voor voldoening van de bij invoer verschuldigde btw op aangifte. 3.4. Omzetgrens De omzetgrens is nog niet bekend gemaakt en zal eerst ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Europese Commissie door het kabinet. Momenteel is de gemiddelde omzetgrens in de EU 26.000. De limiet zal periodiek worden beoordeeld en eventueel herijkt. Indien een ondernemer in de loop van een kalenderjaar, al dan niet verwacht, een omzet behaald die uitkomt boven de nog te bepalen omzetgrens, voldoet hij niet meer aan de voorwaarden voor toepassing van de OVOB. Het gevolg hiervan is dat alle leveringen en diensten die worden verricht na die overschrijding en de omzetgrensoverschrijdende handeling zelf niet langer onder de OVOB vallen. Vanaf dat moment gaan de normale btw-regels en de gebruikelijke aangifteverplichtingen gelden en moet voldaan worden aan de administratieve verplichtingen. Zoals eerder opgemerkt is de omzetgrens inmiddels wel bekend. Er gaat een omzetgrens gelden van 20.000 per jaar. 3.5. Aangifte- en administratieve verplichtingen Ondernemers die voor toepassing van de OVOB kiezen, zijn ontheven van het doen btw-aangifte, voor zover zij geen btw zijn verschuldigd. Zij zijn ook ontheven van de daarbij horende administratieve verplichtingen voor de door hen verrichte goederenleveringen en diensten in Nederland. Ondernemers die de OVOB toepassen, zijn daarnaast ook ontheven van de administratieve verplichtingen voor de intracommunautaire leveringen, zoals een btw-aangifte en listing. De ondernemer kan volstaan met het ordelijk bewaren van de aan hem uitgereikte facturen. Voor ondernemers die de OVOB gaan toepassen blijft wel een aangifte-en administratieplicht bestaan voor btw op ingekochte goederen en diensten die naar de ondernemer is verlegd (bijvoorbeeld de aankoop in Nederland van een buitenlandse leverancier) of de btw die is verschuldigd voor intracommunautaire goederenverwervingen in Nederland. Memo btw en OVOB. Pagina: 7/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB 3.6. Keuze melden De OVOB heeft als beoogde ingangsdatum 1 januari 2020. Ondernemers moeten de keuze voor toepassing van de OVOB melden aan de Belastingdienst en kunnen dat doen vanaf 1 juni 2019. Ondernemers die vanaf 1 januari 2020 de OVOB willen toepassen, dienen hiervan uiterlijk 20 november 2019 melding te doen bij de Belastingdienst. Wanneer ondernemers zich later melden als 20 november 2019, dan is de OVOB pas vanaf 1 april 2020 toepasbaar en gelden voor het eerste kwartaal van 2020 de normale regels. De OVOB kan nooit met terugwerkende kracht worden toegepast. Na 1 januari 2020 gaat voor toepassing van de OVOB een meldingstermijn van vier weken gelden voorafgaand aan het aangiftetijdvak waarin de OVOB wordt toegepast. De ondernemer die opteert voor de OVOB kan pas na drie jaar de OVOB weer opzeggen. Tegelijkertijd geldt dat de ondernemer pas drie jaren na die opzegging opnieuw kan kiezen voor toepassing van de OVOB. Voorbeeld 6: kwartaalaangifte Een ondernemer doet op 15 september 2019 melding dat hij de OVOB toepast. De OVOB kan worden toegepast vanaf 1 januari 2020. Een ondernemer doet op 23 november 2019 melding dat hij de OVOB toepast. De OVOB kan worden toegepast vanaf 1 april 2020. Voor het eerste kwartaal van 2020 gelden de normale btw-regels. Een ondernemer doet op 1 maart 2020 melding dat hij de OVOB toepast. De OVOB kan worden toegepast vanaf 1 april 2020. Voor het eerste kwartaal van 2020 gelden de normale btw-regels. Een ondernemer doet op 10 maart 2020 melding dat hij de OVOB toepast. De OVOB kan worden toegepast vanaf 1 juli 2020. Voor het eerste en tweede kwartaal van 2020 gelden de normale btw-regels. 3.7. Overgangsregeling Er is niet voorzien in een overgangsregeling. Ondernemers die opteren voor de OVOB kunnen bij het ingaan van die vrijstelling te maken krijgen met een herziening van de eerder in aftrek gebrachte voorbelasting met betrekking tot investeringsgoederen, zoals onroerende zaken en bepaalde roerende zaken, bijvoorbeeld een computer. Het kabinet komt nog met een regeling hiervoor om te voorkomen dat kleine ondernemers gedwongen worden de in het jaar van aanschaf genoten teruggaaf van btw (bijvoorbeeld voor aangekochte zonnepanelen of een computer) te herzien als op een later moment wordt geopteerd voor de OVOB. Memo btw en OVOB. Pagina: 8/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB 3.8. Samenvatting: verschil KOR en OVOB Samengevat verschilt de nieuwe regeling (OVOB) op een aantal punten met de huidige regeling (KOR): de nieuwe regeling wordt uitgebreid naar andere dan natuurlijke personen. Dit betekent dat de nieuwe regeling rechtsvormneutraal wordt en ook kan worden toegepast door rechtspersonen, zoals BV s, verenigingen en stichtingen; voor de toepassing van de nieuwe regeling wordt gekeken naar de omzet van de ondernemer per kalenderjaar en niet meer naar de per saldo verschuldigde btw; de btw-positie van de ondernemer verandert door toepassing van de nieuwe regeling ten opzichte van de oude regeling van een btw-belaste positie met een vermindering van de verschuldigde btw in een btw-vrijgestelde positie. Voorbeeld 7 Een stichting heeft een tuinwinkeltje waar zij zaden, aarde, planten en dergelijke verkopen. De jaaromzet excl. btw hiervan bedraagt 15.000 op jaarbasis. De voorbelasting die toe te rekenen is aan het tuinwinkeltje bedraagt 500. De stichting heeft verder geen andere omzet behaald. KOR niet van toepassing De KOR is hier niet van toepassing, omdat die enkel van toepassing is op natuurlijke personen. OVOB van toepassing De OVOB is van toepassing op andere dan natuurlijke personen, zoals deze stichting. De omzetgrens is 20.000. Indien de stichting kiest en meldt aan de Belastingdienst dat zij de OVOB willen toepassen, blijft de stichting onder de omzetgrens. De stichting brengt geen btw in rekening aan zijn afnemers en de btw die andere ondernemers aan de stichting in rekening brengen, kan de stichting niet in aftrek brengen. De stichting is ontheven van het doen van btw-aangifte en de daarbij horende administratieve verplichtingen. Wanneer de stichting de OVOB niet wil toepassen, zal zij op reguliere wijze btw-aangifte moeten doen. Voorbeeld 8 Een eenmansondernemer verkoopt fitnessspullen aan Nederlandse particulieren. De jaaromzet excl. btw bedraagt 150.000. De voorbelasting die toerekenbaar is aan de verkoop bedraagt 30.500. KOR van toepassing De KOR is hier van toepassing. De verschuldigde btw bedraagt 150.000 x 0,21 = 31.500 en de Memo btw en OVOB. Pagina: 9/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB voorbelasting bedraagt 30.500. De af te dragen btw/per saldo verschuldigde btw bedraagt: 31.500-30.500 = 1.000. De vermindering bedraagt 1.000, waardoor de af te dragen btw nihil bedraagt. OVOB niet van toepassing De omzet van de ondernemer ( 150.000) komt boven de omzetgrens van 20.000 uit. De ondernemer moet op reguliere wijze btw-aangifte doen. De verschuldigde btw bedraagt: 31.500 en de voorbelasting 30.500.De af te dragen btw bedraagt: 1.000. 4. Conclusie Ons inziens is de vervanging van de KOR in de OVOB een goede zaak. De OVOB is in tegenstelling tot de KOR wel rechtsvormneutraal. Ook is de KOR gekoppeld aan de per saldo verschuldigde btw, waardoor ook ondernemers met hoge omzetten, maar met een laag bedrag aan verschuldigde btw, gebruik maken van de KOR. Dit zijn bijvoorbeeld ondernemers die veel goederen exporteren tegen het btw-nultarief of ondernemers met veel voorbelasting. Deze groepen ondernemers kunnen de KOR tot een veel hogere omzetgrens toepassen dan ondernemers met prestaties in het algemene btw-tarief en weinig voorbelasting. De OVOB voorkomt dit omdat wordt aangesloten bij de omzet. Een belangrijk verschil tussen de KOR en de OVOB zit in de wijze waarop kleine ondernemers straks toegang krijgen tot de regeling. De huidige KOR vloeit wat betreft de financiële tegemoetkoming rechtstreeks uit de wet voort. Daardoor hoeft er niet specifiek om te worden gevraagd. Wel geldt nu dat voor de ontheffing van administratieve verplichtingen een verzoek moet worden ingediend. De OVOB zal enkel van toepassing zijn wanneer van tevoren hiervoor een verzoek aan de Belastingdienst is gedaan. Ondernemers die nu al ontheven zijn van btw-verplichtingen door toepassing van de KOR, zullen opnieuw een verzoek moeten doen om de OVOB te mogen toepassen. Met name voor de zonnepaneleneigenaren waarvan het op voorhand duidelijk is dat deze onder de omzetgrens blijven en van de OVOB gebruik willen maken, is het de vraag of de Belastingdienst hierop zit te wachten. Nu geldt dat op het aanmeldformulier (bij vraag 3) meteen ontheffing van de administratieve verplichtingen kan worden aangevraagd voor de volgende kalenderjaren. Onze verwachting is dat er een soortgelijk concept komt voor de zonnepaneleneigenaren. Ondernemers die vanaf 1 januari 2020 de OVOB willen toepassen, dienen hiervan uiterlijk 20 november 2019 melding te doen bij de Belastingdienst. Wanneer ondernemers zich later melden als 20 november 2019, dan is de OVOB pas vanaf 1 april 2020 toepasbaar en gelden voor het eerste kwartaal van 2020 de normale regels. Na 1 januari 2020 gaat voor toepassing van de OVOB een meldingstermijn van vier weken gelden voorafgaand aan het aangiftetijdvak waarin de OVOB wordt toegepast. 5. Ten Slotte Deze praktijknotitie gaat in op de huidige KOR en de nieuwe OVOB. Zoals uit de notitie blijkt zijn er meerdere verschillen tussen de KOR en de OVOB. Het is van belang om deze verschillen te herkennen. Via NOAB wordt u op de hoogte gehouden van de voortgang en techniek ten aanzien van de OVOB. Memo btw en OVOB. Pagina: 10/11

PRAKTIJKNOTITIE EN OVOB Mocht u vragen hebben over de inhoud van deze NOAB praktijknotitie, dan kunt u als NOAB-lid in het kader van de NOAB-helpdesk contact opnemen met: NOAB Adviesgroeplid -INSTITUUT, mr. Frank Resseler en drs. Daphne van den Heuvel, tel. 078-6225452 5. Voorwaarden en disclaimer Deze praktijknotities zijn specifiek bedoeld voor NOAB-kantoren. Het is niet toegestaan deze te delen met andere partijen. Daarnaast is de disclaimer van kracht die u kunt vinden op www.noab.nl/disclaimer. Memo btw en OVOB. Pagina: 11/11