oefententamen omzetbelasting

Transcriptie

1 oefententamen omzetbelasting vraag 1 De gemeente Reusel-De Mierden kocht in 2008 voor haar afdeling Burgerzaken (o.a. uitgifte paspoorten en rijbewijzen) een aantal computers van een Belgische computerfabrikant. De gemeente betaalde voor de computers in totaal 6.000,. De fabrikant bezorgde de computers bij de gemeente. De gemeente kocht in 2008 geen andere goederen in het buitenland. Alle vermelde bedragen zijn exclusief OB. a. Een gemeente verricht slechts een deel van haar activiteiten als ondernemer. Hoe komt dat? Een groot aantal taken is met uitstuiting van anderen aan de gemeente opgedragen. De gemeente verricht deze taken niet als ondernemer maar als overheid. b. De transactie kan in beginsel tot twee belastbare feiten leiden: een belastbare levering en een intracommunautaire verwerving (ICV). Of er een belastbare levering is, hangt volgens artikel 1, letter a Wet OB van twee zaken af. Welke zijn dit en waar zijn zij verder uitgewerkt? beschrijving in kader van hun onderneming 7 Wet OB in Nederland 5 c. Stel dat niet de gemeente maar een particulier bij deze fabrikant een computer zou kopen. Kan er dan sprake zijn van een ICV? Nee, daarvoor moet je ondernemer of rechtspersoon zijn. 1-b W.F. Laman hro@wimlaman.nl pag. 1 / 6 versie: 31-dec-08 10:55:00

2 Ga er voor het vervolg van deze opgave vanuit dat: de gemeente NIET als ondernemer handelt. d. De gemeente is volgens 2:1 BW een rechtspersoon. Waarom is dit van belang voor de OB-heffing in deze casus? De gemeente kan dus WEL een ICV verrichten. 1-b Ga er voor het vervolg van deze opgave vanuit dat: de gemeente NIET als ondernemer handelt en de gemeente een rechtspersoon is. België e. Waar vond de levering plaats? In Nederland. / In België. / Dit is geen levering. 5-1-a f. Was de Belgische leverancier ter zake van deze transactie Nederlandse omzetbelasting verschuldigd? Motiveer uw antwoord. Nee, de plaats van levering is in België. Het valt dus niet onder de reikwijdte van de Nederlandse OB-wet. 1-a 5-1-a g. Was de gemeente ter zake van deze transactie Nederlandse omzetbelasting verschuldigd? Motiveer uw antwoord. Nee, de gemeente komt op jaarbasis niet aan de grens die in 1a-2-c gesteld wordt. Art. 1-b blijft daardoor buiten toepassing. 1a-2-c 1-b versie: 31-dec-08 10:55:00 pag. 2 / ~blo2.2~oefen_v1.33.doc

3 vraag 2 Van Limpt runt samen met zijn vrouw VOF Van Limpt De Jonge, een middelgroot kantoor voor administratieve en financiële dienstverlening. Het gebouw waarin de VOF is gehuisvest bestaat uit de vooroorlogse woning van de familie Van Limpt en een midden 60-er jaren in de tuin aan- en uitgebouwd kantoorgedeelte. Het gehele pand wordt in mei 2008 geschilderd. a. Op welke dag (vermeld de datum) moet de schilder uiterlijk een factuur voor dit werk uitreiken? Art 35 Wet OB: voor de 15 e van de daaropvolgende maand. Dus uiterlijk op 14 juni b. Maakt het voor de Nederlandse OB-heffing uit, of het werk door een Nederlandse of een Belgische ondernemer wordt verricht? [Vermeld het/de betreffende wetsartikel(en).] In beide gevallen is de plaats van de dienst in Nederland. Het enige verschil is dat als het werk door een Belgische ondernemer verricht wordt de heffing op grond van 12-3 Wet OB naar de NL-afnemer verlegd wordt tenzij de dienstverlener hier te lande een vaste inrichting heeft van waaruit de dienst verricht is. In juni 2008 ontving VOF Van Limpt-De Jonge de factuur voor het schilderwerk. Op de factuur werd voor het kantoorgedeelte 3.000, OB in rekening gebracht. In dezelfde maand bedroeg de omzet aan belaste prestaties van VOF Van Limpt-De Jonge , en van vrijgestelde prestaties ,. c. Laat d.m.v. een berekening (op het volgende blad) zien hoeveel OB VOF Van Limpt-De Jonge op grond van 2 jo 15 Wet OB als voorbelasting in aftrek mag brengen. 2008~blo2.2~oefen_v1.33.doc pag. 3 / 6 versie: 31-dec-08 10:55:00

4 x = 2.050, vraag 3 De gemeente Tilburg houdt elke laatste zondag van de maand een koopzondag. Martha, die door de week in loondienst werkt, staat dan met een kraam op de markt. Zij verkoopt uitsluitend gebruikte goederen (van oude radio s tot complete serviezen). De verkoopprijs is steeds gelijk aan driemaal de inkoopprijs. Martha houdt alleen een kasboek bij. Het kasboek vermeldt over het vierde kwartaal 2008 het volgende: omschrijving verkopen 4.500, beginvoorraad 1.800, bij: inkopen 2.200, af: eindvoorraad -/ , inkoopwaarde verkopen -/ , brutowinst 3.000, huur staanplaats 300, leasekosten auto 1.785, brandstof auto 535, totale kosten -/ , resultaat 380, a. Volgens welk stelsel moet Martha de verschuldigde OB aangeven? Volgens het kasstelsel 26 Wet OB jo 26 Uitv. besch. OB b. Mag zij dit stelsel ook aan de inkoopzijde toepassen? Vermeld het betreffende wetsartikel. Nee, uit artikel 26 van de Wet OB blijkt duidelijk dat het kasstelsel alleen voor het bepalen van de verschuldigde OB geldt. versie: 31-dec-08 10:55:00 pag. 4 / ~blo2.2~oefen_v1.33.doc

5 c. Bereken hoeveel OB Martha over het 4e kwartaal 2008 aan de Belastingdienst moet voldoen. Je mag er daarbij vanuit gaan dat: (1) hier steeds het algemene OB-tarief van 19% geldt. (2) het kasboek geen aparte OB-kolom kent; (3) de bedragen van het vierde kwartaal representatief zijn voor het gehele jaar verschuldigde OB: omzet incl. OB 4.500, af: inkoopwaarde 1.500, omzet volgens margeregeling 3.000, x 19/119 = 478, voorheffing OB: inkopen (margeregeling!) 0, kasboek dus kosten: huur 11-1-b 0, incl. OB! autokosten 2.320, x 19/119 = -/- 371, 107, KO-regeling ( 24-2-a Uitv. besch. OB): -/- 107, te voldoen op aangifte 0, d. Onder bepaalde voorwaarden kan een ondernemer van de administratieve verplichtingen, die de Wet op de omzetbelasting 1968 hem/haar oplegt, worden ontheven. Geef gemotiveerd en met vermelding van het artikel aan of Martha hiervoor in aanmerking komt. De regeling staat in 25-3 OB en is nader uitgewerkt in 25 Uitv. besch. OB. Zij geldt voor de ondernemer die op grond van de KO-regeling ( 25-1) geen OB verschuldigd is. Waar het vierde kwartaal representatief is voor het hele jaar 2008, voldoet Martha aan de gestelde voorwaarden. 2008~blo2.2~oefen_v1.33.doc pag. 5 / 6 versie: 31-dec-08 10:55:00

6 vraag 4 Een groothandelaar in gazonmaaiers verzendt een factuur met onder meer de volgende gegevens: aan u geleverde gazonmaaiers 5.980,00 af: korting contant -/- 119,60 blijft 5.860,40 bij: vervoerskosten 175,00 assurantiepremie 125,00 Hoeveel OB moet de ondernemer berekenen? a ,20 19% x ( 5.860, ,00) b ,48 Over de korting voor contant en de assurantiepremie c ,73 is op voorwaarde van afzonderlijke ver- d ,48 melding op de factuur geen OB verschuldigd; e ,20 zie 8-5-a Wet OB en artt. 2 en 4 Uitv. besl. OB vraag 5 Een bank laat haar bestaande pand zeer ingrijpend verbouwen. Hier is sprake van: a. een levering ex 3, lid 1, letter a Wet OB. b. een levering ex 3, lid 1, letter c Wet OB. c. een levering ex 3, lid 1, letter f Wet OB. d. een levering ex 3, lid 1, letter c Wet OB, gevolgd door een levering ex 3, lid 3, letter b Wet OB (t/m 2006: 3, lid 1, letter h Wet OB). e. een dienst ex 4 Wet OB. Antwoord D. Einde tentamen versie: 31-dec-08 10:55:00 pag. 6 / ~blo2.2~oefen_v1.33.doc