Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

Vergelijkbare documenten
Een meerdaagse reis naar Twente voor jongeren met een lichamelijke beperking

Een meerdaagse reis naar Twente voor jongeren met een lichamelijke beperking

Ik heb een goede aanpak / een minder goede aanpak gekozen. Dat weet ik doordat

Rubrics vaardigheden

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Rubrics vaardigheden

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.

vaardigheden - 21st century skills

talentstimuleren.nl CREATIEF DENKEN Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën

Henk Orsel Manager informatisering & ICT VOG Trainer & Adviseur Onderwijs & ICT Rubrics

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters

Kader voor ontwikkeling - Vaardigheden

Projectopdracht Statistiek TL

Aandachtspunt

Daltonlijn. Verantwoordelijkheid

Kader voor ontwikkeling - Denkvaardigheden

Bevorderingsrichtlijnen

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Communicatie onderzoek Team haarverzorging

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

Reflectiekaarten 21 e eeuw Almeers Talentenlab oktober 2016

Doel van deze presentatie is

Tool scan formatieve toetscyclus

Krachtvelden 30 januari Daan Demo

WIE GOED ONTMOET DISCUSSIELES OVER EEN MAATSCHAPPELIJK DILEMMA DAT GEPAARD GAAT MET DIEPE HERSENSTIMULATIE

EXAMEN KEUZEDEEL VERRIJKING LEERVAARDIGHEDEN Code: K INFORMATIE VOOR DE STUDENT

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Kader voor ontwikkeling - Vaardigheden

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

Introduceren thema Áchtbanen. Thema: Achtbanen. centraal: 2. Hoe komt het dat de wagentjes toch op de rails blijven zelfs

Doorlopende leerlijn naar thema Nationaal Media Paspoort. Nationale Academie voor Media en Maatschappij

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal:

Handleiding voor het aanpassen of opnieuw overnemen van het leerlijnenpakket Kader voor ontwikkeling - april 2017


Rubrics voor algemene vaardigheden in de onderbouw

Binnen dit thema wordt aandacht besteed aan het. Introduceren thema Sterren en planeten. centraal rondom sterren en planeten:

Introduceren thema Natuurgeweld. tsunami s. centraal rondom natuurgeweld: Thema: Natuurgeweld. laten ontstaan?

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Vragenlijst evaluatie van het STITCH hulpmiddel voor de voorspelling van Brinkman onderwerpen

Rubrics voor algemene onderbouwvaardigheden

L O O P B A A N L E R E N & C O M P E T E N T I E S

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

Pagina 1 van 5. Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten. De kern

Competentie Werkplan Resultaat Tijd

DEEL 2: Leerdoelenoverzicht (groep 3-4)

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Tuinkers met taksi. Geef ze de ruimte! ROB-dag 2018 Jolande Kelder. onderzoekend leren in de onderbouw. Hogeschool Viaa, Zwolle

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Basistraining Voorlichting geven Hand-out

Zelfgestuurd leren met Acadin

Naam: Stageplek: Klas:

Succesvolle doorstroom mbo hbo in Noord-NL. Agnes Meijer 26 januari 2017

Beargumenteer je beoordeling met minimaal één voorbeeld uit je stage Is je motivatie voor het werk toegenomen of afgenomen? Leg uit waarom.

Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3.

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Tweede wereldoorlog:

HANDLEIDING PLUSDOCUMENT. Naam leerling:

Gezondheid begrijpen: niet vanzelfsprekend

1 Soms vermijd ik situaties die me in contact brengen met mensen waar ik problemen mee heb.

Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4. Vraag 5. Vraag 6. Feedbackvragen Samenwerken en onderhandelen. Lees de Leerdoelen die bij deze casus horen

Lambrecht Spijkerboer 12 oktober 17

GASTLES ONDERNEMERSCHAP. Handreiking. voor ondernemers. Ondernemerschap in de klas

VERDIEPING evaluatiewijzer

Contentmarketing voor evenementen. Eenvoudige stappen om een start maken met je contentstrategie.

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Onderwijskundige Visie

Leren & loopbaan. Leren Loopbaan Pagina 1 van 11

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat?

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Introduceren thema 80 jarige oorlog. Thema: 80 jarige oorlog. centraal: 2. Maak een nieuw eigentijds volkslied.

Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

LEERDOELEN MEDIAVORMGEVER 4

Kunst in mijn stad. projectdag 1. Wat is de bedoeling? Hoe pak je het aan?

Medewerker interne dienst. Persoonlijke effectiviteit: 2. Accuratesse

Opleiding Filosofisch gespreksleider voor kinderen en jongeren

Rapport Sales Assessment

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Begeleiding van leerlingen

Leerlijn van de competentie Binnen een welomschreven

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

Praktijkschool Westfriesland

Professioneel communiceren: belangrijk onderdeel van dit boek en deze lessen DENK NA: WAAR KAN JE ALS JURIDICH MEDEWERKER TERECHTKOMEN?

Competentiescan Klant exemplaar

de koude oorlog geschiedenis Tijdens de Koude Oorlog stonden er twee grote machtsblokken kinderen. Maak dan gebruik van het werkboekje (zie bijlage).

Transcriptie:

ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak kiezen en een eigen planning maken. Ik verdiep me in een opdracht om overzicht te krijgen. Het lukt me meestal wel om zelfstandig een passende aanpak te kiezen en een planning te maken. Ik vind het soms lastig om overzicht te krijgen over een opdracht. Ik heb hulp nodig bij het kiezen van een passende aanpak en het maken van een planning. Ik wacht met een opdracht tot de docent zegt wat ik moet doen en hoe ik het moet aanpakken. Uitvoering van de opdracht bewaken en bijstellen Ik houd overzicht over de uitvoering van de opdracht. Zo nodig pas ik de aanpak en/of de planning aan. Ik kijk af en toe of ik nog volgens de planning werk en of mijn aanpak werkt. Soms pas ik dan de planning of de aanpak aan. Als ik bezig ben met de opdracht kijk ik zelden of de planning nog klopt en of mijn aanpak nog werkt. Als ik merk dat ik in problemen kom, vraag ik aan de docent hoe ik verder moet gaan. Ik werk zonder naar de planning te kijken of over de gekozen aanpak na te denken. Reflecteren op de gekozen aanpak Ik kijk terug op de aanpak van de opdracht. Ik kan aangeven welke aanpak ik heb gekozen en waarom. Ik kan verbeterpunten benoemen. Ik kijk vaak terug op de aanpak van de opdracht. Als ik problemen ben tegengekomen, kan ik meestal wel enkele verbeterpunten benoemen. Ik kijk af en toe terug op de aanpak van de opdracht. Als er grote problemen zijn geweest, vraag ik aan mijn docent wat ik een volgende keer anders moet doen. Als de opdracht af is, ben ik klaar. Ik kijk zelden terug op de aanpak en vraag me bijna nooit af wat ik een volgende keer anders kan doen. Reflecteren op het behaalde resultaat Ik kan mijn eigen resultaten goed beoordelen. Ik kan benoemen hoe ik een volgende keer een nog beter resultaat kan bereiken. Ik weet vaak wel of het resultaat van mijn werk goed is. Meestal kan ik ook wel bedenken wat ik een volgende keer beter zou kunnen. Na commentaar van de docent begrijp ik wat ik goed en minder goed heb gedaan en wat een volgende keer beter kan. Ik lever mijn werk in en wacht af wat voor beoordeling ik krijg. Ook na commentaar van de docent begrijp ik vaak niet wat ik goed of minder goed heb gedaan. Reflecteren op de eigen manier van leren Ik weet wat ik leer van een opdracht. Ik weet goed welke manier van leren bij mij past en ik kan dingen op mijn manier aanpakken. Ik weet meestal wel wat ik leer van een opdracht. Ik weet aardig goed welke manier van leren bij mij past. Ik weet vaak niet zo goed wat ik leer van een opdracht. Ik weet niet zo goed welke manier van leren bij mij past. Als ik mijn opdracht uitgevoerd heb, kijk ik niet meer terug. Ik kan weinig zeggen over mijn manier van leren.

ingevuld door : 2. Samenwerken Gezamenlijk een doel realiseren en anderen daarbij kunnen aanvullen en ondersteunen Initiatief nemen Ik neem op het juiste moment initiatief. Ik weet meestal wel wanneer ik initiatief moet nemen en doe dat dan ook. Ik heb vaak behoefte aan een extra zetje voordat ik initiatief neem en laat vaak dingen aan anderen over. Ik wacht af tot iemand mij vraagt iets te doen of mij een opdracht geeft. Onderling taken verdelen Ik kan goed afspraken maken over de taakverdeling in de groep en ik kan daarbij een goed evenwicht vinden tussen de wensen van anderen en die van mijzelf. Ik kan tamelijk goed afspraken maken over de taakverdeling in de groep en kan daarbij een tamelijk goed evenwicht vinden tussen de wensen van anderen en die van mijzelf. Soms lukt het me om afspraken te maken over de taakverdeling in de groep en om daarbij een goed evenwicht te vinden tussen de wensen van anderen en die van mijzelf. Ik laat meestal anderen de afspraken maken over de taakverdeling in de groep. Ik vind dat zelf heel moeilijk. Verantwoordelijkheid nemen voor het groepsresultaat Ik neem verantwoordelijkheid. Ik neem taken op me en houd me aan afspraken. Ik neem meestal wel verantwoordelijkheid. Ik neem vaak taken op me en houd me meestal aan afspraken. Ik neem soms verantwoordelijkheid. Ik laat regelmatig taken aan anderen over en houd me lang niet altijd aan afspraken. Het lukt me niet verantwoordelijkheid te nemen. Ik laat taken aan anderen over. Afspraken nakomen vind ik heel moeilijk. Hulp en feedback geven Ik help anderen en geef feedback waardoor zij verder kunnen. Ik help anderen meestal en geef regelmatig feedback waardoor zij verder kunnen. Soms help ik anderen. Ik vind het vaak lastig om feedback te geven. Ik houd me niet zo bezig met wat anderen doen. Hulp en feedback vragen Ik vraag op het juiste moment hulp of feedback aan anderen. Ik vraag meestal op het juiste moment hulp of feedback aan anderen. Ik vind het vaak lastig om te bepalen wanneer ik hulp of feedback moet vragen aan anderen. Ik weet niet goed wanneer ik hulp of feedback moet vragen aan anderen. Omgaan met hulp en feedback van anderen Ik ben blij met hulp of feedback. Ik pas dan mijn gedrag of werk aan. Ik ben meestal blij met hulp of feedback. Ik pas mijn gedrag of werk dan vaak aan. Ik heb niet graag hulp of feedback van anderen. Ik pas mijn werk of gedrag dan ook vaak niet aan. Ik wil geen hulp of feedback. Dat maakt me vaak boos. Ik pas mijn werk of gedrag dan ook niet aan.

ingevuld door : 3. Presenteren Het effectief en doelgericht kunnen overbrengen van een boodschap in een presentatie De kern van een boodschap bepalen en daarbij rekening houden met de doelgroep Ik kan goed bepalen wat ik wil overbrengen en houd daarbij volop rekening met de personen voor wie mijn presentatie bedoeld is. Ik kan vaak goed bepalen wat ik wil overbrengen en ik houd daarbij meestal rekening met de personen voor wie mijn presentatie bedoeld is. Ik vind het lastig om te bepalen wat ik wil overbrengen en ik houd daarbij niet altijd rekening met de personen voor wie mijn presentatie bedoeld is. Ik heb hulp nodig om te bepalen wat ik wil overbrengen en hoe ik daarbij rekening kan houden met de personen voor wie mijn presentatie bedoeld is. Een presentatie duidelijk opbouwen Mijn presentatie heeft een duidelijke opbouw en is goed te volgen. Mijn presentatie heeft meestal een duidelijke opbouw en is behoorlijk goed te volgen. Ik vind het lastig om mijn presentatie duidelijk op te bouwen. Daardoor is die voor anderen soms moeilijk te volgen. Ik heb hulp nodig om mijn presentatie duidelijk op te bouwen. Anders is die waarschijnlijk voor anderen niet te volgen. Passende hulpmiddelen gebruiken Ik gebruik hulpmiddelen die goed passen bij mijn publiek en die mijn presentatie nog duidelijker maken. Ik maak meestal gebruik van hulpmiddelen die passen bij mijn publiek en bij wat ik wil vertellen. Ik gebruik soms hulpmiddelen, maar vaak weet ik niet welke hulpmiddelen passen bij mijn presentatie. Ik gebruik alleen hulpmiddelen als iemand mij helpt bij het kiezen. Duidelijk spreken Ik spreek duidelijk en vloeiend. Als ik er goed op let, spreek ik duidelijk en vloeiend. Ik spreek niet altijd duidelijk en vloeiend. Ik heb moeite met duidelijk en vloeiend spreken. Aantekeningen gebruiken bij het spreken Ik heb bij het spreken genoeg aan een paar trefwoorden op papier. Ik heb bij het spreken tamelijk uitgebreide aantekeningen nodig. Ik vind het lastig om niet steeds alles van papier voor te lezen. Ik lees bijna alles letterlijk van papier op. Lichaamstaal en contact met publiek Ik let goed op mijn lichaamshouding en houd bewust contact met het publiek. Ik let meestal op mijn lichaamshouding en heb regelmatig contact met het publiek. Ik denk vaak niet na over mijn lichaamshouding en heb maar af en toe contact met het publiek. Als anderen mij erop wijzen, dan denk ik aan mijn lichaamshouding en maak ik contact met het publiek. Omgaan met vragen Ik kan goed reageren op vragen, ook als ik het antwoord niet weet. Ik kan meestal goed reageren op vragen, ook als ik het antwoord niet weet. Ik vind het lastig om op vragen te reageren, zeker als ik het antwoord niet weet. Ik wil liever geen vragen, ik kan er bijna nooit goed antwoord op geven.

ingevuld door : 4. Abstract en kritisch denken Doelgericht kunnen analyseren en logisch kunnen redeneren Vragen formuleren Ik kan goed bedenken wat ik te weten wil komen. Ik kan daarvoor de juiste vragen formuleren. Ik kan vaak goed bedenken wat ik te weten wil komen. Ik kan daarvoor meestal de juiste vragen formuleren. Ik vind het lastig om te bedenken wat ik te weten wil komen. Ook vind ik het lastig om daarvoor de juiste vragen te formuleren. Ik kan heel moeilijk bedenken wat ik te weten wil komen. Ik heb hulp nodig bij het formuleren van vragen. Bruikbare informatie zoeken en kiezen Ik kan bij een vraag of opdracht goed bruikbare informatie zoeken en de juiste informatie kiezen. Ik kan bij een vraag of opdracht redelijk goed bruikbare informatie zoeken en de juiste informatie kiezen. Ik vind het lastig om bij een vraag of opdracht bruikbare informatie te zoeken en de juiste informatie te kiezen. Ik heb hulp nodig om bij een vraag of opdracht bruikbare informatie te zoeken en de juiste informatie te kiezen. Informatie beoordelen op betrouwbaarheid Ik kan goed beoordelen of Ik kan redelijk goed beoordelen of informatie betrouwbaar is. Ik vind het vaak lastig om te beoordelen of Ik heb hulp nodig om erachter te komen of Onderscheid maken tussen feiten en meningen Ik kan goed onderscheid maken tussen feiten en meningen. Ik weet meestal wel of iets een feit of een mening is. Ik weet vaak niet of iets een feit of een mening is. Ik kan hulp nodig om feiten en meningen te kunnen onderscheiden. Hoofd- en bijzaken onderscheiden, informatie combineren en conclusies trekken Ik kan goed hoofd- en bijzaken onderscheiden en informatie combineren. Ik kan goed conclusies trekken en deze in eigen woorden weergeven. Ik kan redelijk goed hoofden bijzaken onderscheiden en informatie combineren. Ik kan conclusies trekken maar ik vind het soms lastig om deze in eigen woorden weer te geven. om hoofd- en bijzaken te onderscheiden en om informatie te combineren. Ik vind het lastig om conclusies trekken en om een conclusie in eigen woorden weer te geven. Ik kan alleen met hulp van anderen hoofd- en bijzaken onderscheiden, informatie combineren en conclusies trekken. Een logische gedachtelijn opbouwen Ik kan een logische gedachtelijn opbouwen en deze duidelijk Het lukt me meestal wel om een logische gedachtelijn op te bouwen en deze duidelijk te om een logische gedachtelijn op te bouwen en deze duidelijk te Ik heb hulp nodig om een logische gedachtelijn op te bouwen en deze duidelijkte Ik sta open voor meningen van anderen en Ik luister meestal wel naar anderen en ik ben vaak om open te staan voor Ik sta lang niet altijd open voor meningen van anderen

Openstaan voor meningen van anderen kan zaken van verschillende kanten bereid om zaken van verschillende kanten te meningen van anderen en om zaken van verschillende kanten te en kan zaken moeilijk van verschillende kanten Een standpunt innemen en beargumenteren Ik kan goed een doordacht standpunt innemen en dit onderbouwen met argumenten. Ik kan meestal een doordacht standpunt innemen en dit onderbouwen met argumenten. Ik vind het vaak lastig om een doordacht standpunt in te nemen en om hier goede argumenten bij te geven. Ik kan maar zelden een standpunt innemen. Meestal kan ik geen goede argumenten bij mijn standpunt geven.