Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut. Opleiding: Grafisch Ontwerpen, hbo master; Variant: voltijd. Visitatiedatum: 17 mei 2006

Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut

Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Avans Hogeschool. Fotografie, hbo-master; Visitatiedatum: 18 mei 2006

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Avans Hogeschool, Breda

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Curriculumevaluatie BA Filosofie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Christelijke Hogeschool Nederland

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen VDO

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Media Outlook 2 HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI CDMMOU02-2. Aantal studiepunten:2 Modulebeheerder: Ayman van Bregt. Goedgekeurd door:

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Avans Hogeschool. Opleiding: Grafisch Ontwerpen, hbo-master; Variant: voltijd. Visitatiedatum: 10 mei 2006

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Toelating Master Design!

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Haagse Hogeschool, s-gravenhage

Hogeschool HBO Nederland

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Formulier Erkenningsaanvraag

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Subsector overig. Subsector overig

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Transcriptie:

Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut Opleiding: Grafisch Ontwerpen, hbo master; Variant: voltijd Visitatiedatum: 17 mei 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2006

2 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 11 1.7 Totaaloordeel 11 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 26 Onderwerp 4 Voorzieningen 28 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 30 Onderwerp 6 Resultaten 34 Deel C: Bijlagen 37 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 38 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 43 Bijlage 3 Bezoekprogramma 47 Bijlage 4 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 49 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 3

4 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 5

6 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Grafisch Ontwerpen van de Rietveld Academie Sandberg Instituut heeft onderzocht (Croho nummer 04758) heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in april 2006, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 17 mei 2006. In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: Mevrouw C.A. de Baan (voorzitter / domeinpanellid); De heer M.C. Bruinsma (domeinpanellid ); De heer J. Postma (studentpanellid); De heer drs. J.H. Boerke (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Gerrit Rietveld Academie is een onderwijsinstelling die kunstopleidingen aanbiedt. De academie is gehuisvest in Amsterdam en telt in totaal 918 studenten. Het onderwijsaanbod omvat de opleidingen Autonome Beeldende Kunst en Vormgeving. Binnen deze opleidingen wordt een groot aantal differentiaties aangeboden. De voortgezette kunstopleidingen van de Gerrit Rietveld Academie zijn ondergebracht bij het Sandberg Instituut (vernoemd naar de oud-directeur van het Stedelijk Museum, Willem Sandberg). Het instituut vormt een bestuurlijke eenheid met de Gerrit Rietveld Academie. De directeur van het Sandberg Instituut is lid van het college van bestuur. Het Sandberg Instituut verzorgt drie opleidingen: Autonome Beeldende Kunst, Vrije Vormgeving en Ontwerpen. NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 7

Het Sandberg Instituut heeft een duidelijk profiel: het wil kunstenaars opleiden, en stimuleert daarbij studenten naar buiten te treden, in contact te komen met het beroepenveld en daar een eigen plek te veroveren. De opleiding onderneemt daartoe verschillende activiteiten om studenten de kans te bieden daadwerkelijk aan de kunstpraktijk deel te nemen. Voorbeelden zijn de Visual Power Show, de Kunstvlaai (kunstbeurs/alternatieve kunstsalon) en De Verenigde Sandbergen (kunsttijdschrift). Daarnaast zijn studenten betrokken bij vele andere activiteiten zoals tentoonstellingen, festivals, debatten, lezingen, websites en workshops. erder is het instituut uitgever van boeken, tapes, dvd s en cd-roms. Het instituut moedigt studenten aan praktijkgericht te werken met het oog op projecten en tentoonstellingen in de kunstwereld. De opleiding Grafisch Ontwerpen heeft een nominale studieduur van twee jaar (studielast 120 EC s) en wordt aangeboden als voltijdopleiding. Het curriculum is sterk vraaggestuurd en de studenten volgen aan de hand van hun studieplan een individuele leerroute. Voor veel onderwijsactiviteiten worden gastdocenten aangetrokken; jaarlijks maakt de opleiding gebruik van ruim 50 gastdocenten. In het studiejaar 2004/2005 staan er bij de opleiding 13 studenten ingeschreven, verdeeld over twee studiejaren. De opleiding heeft als doel studenten zodanig op te leiden dat zij autonome en eigenzinnige communicatievormen kunnen ontwikkelen en deze een plaats kunnen geven in de dynamiek van de huidige (beeld)cultuur. Om aan deze doelstelling te voldoen, noemt de opleiding zich tegenwoordig Ontwerpen, om aan te geven dat het oorspronkelijke vakgebied enorm is uitgebreid en er steeds meer overlappingen zijn met andere disciplines. Het Sandberg Instituut is eind 2004 verhuisd naar een nieuw pand aan de Fred. Roeskestraat in Amsterdam. Het instituut gebruikt de bovenste tweeënhalve verdiepingen van het door Benthem & Crouwel ontworpen gebouw dat is gelegen naast het Rietveld gebouw. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). Daarnaast is gebruik gemaakt van het Referentiekader HBO Kunstmasteropleidingen (maart 2005). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft de auditor met de opleiding tezamen besproken welke facetten of welke thema s naar verwachting de meeste aandacht zullen krijgen tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding (de agenderende 8 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

audit). Daardoor konden de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze voorbereiden op dit bezoek. In diezelfde periode (april en mei 2006 bereiden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek (mei 2006). Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige(n) in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met een representatieve vertegenwoordiging van docenten, studenten, afgestudeerden, werkveldvertegenwoordigers en het management. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in juli 2006 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in augustus 2006 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in november 2006. Het visitatierapport is uiteindelijk ook in november 2006 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 9

1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding De drie facetten van onderwerp 1 zijn allen beoordeeld als goed. Het oordeel op het onderwerp is derhalve positief. 1.5.2 Programma De facet 2.2 en 2.8 zijn beoordeeld als voldoende, facet 2.7 als excellent. De overige facetten zijn beoordeeld als goed. Het oordeel op het onderwerp is derhalve positief. 1.5.3 Inzet van personeel De facetten 3.1 en 3.2 zijn beoordeeld als goed, facet 3.3 als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is derhalve positief. 1.5.4 Voorzieningen Facet 4.1 is beoordeeld als voldoende, facet 4.2 als goed. Het oordeel op het onderwerp is derhalve positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg De drie facetten van onderwerp 5 zijn allen beoordeeld als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is derhalve positief. 1.5.6 Resultaten Het oordeel op de beide facetten is goed. Het oordeel op het onderwerp is derhalve positief. Het panel zou nog een vergelijking van de rendementen op landelijk niveau van de voortgezette opleidingen Grafisch Ontwerpen willen maken op basis van de kengetallen zoals die zijn verzameld in de website van de HBO-raad. De website blijkt echter geen informatie over deze opleidingen te bevatten. 10 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed 1.2 Niveau master Goed 1.3 Oriëntatie hbo master Goed Totaaloordeel Positief 2.1 Eisen hbo Goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed 2.4 Studielast Goed 2.5 Instroom Goed 2.6 Duur Goed 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Excellent 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Totaaloordeel Positief 3.1 Eisen hbo Goed 3.2 Kwantiteit personeel Goed 3.3 Kwaliteit personeel Voldoende Totaaloordeel Positief 4.1 Materiële voorzieningen Voldoende 4.2 Studiebegeleiding Goed Totaaloordeel Positief 5.1 Evaluatie resultaten Voldoende 5.2 Maatregelen tot verbetering Voldoende 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het Voldoende beroepenveld Totaaloordeel Positief 6.1 Gerealiseerd niveau Goed 6.2 Onderwijsrendement Goed Totaaloordeel Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleidingen op alle zes de onderwerpen positief scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleidingen positief is. De opleiding voldoet op alle facetten aan de basiskwaliteit en gaat daar op vele facetten bovenuit. NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 11

12 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

Deel B: Facetten NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 13

14 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Doelstelling van de opleiding is studenten zodanig op te leiden dat zij autonome en eigenzinnige communicatievormen kunnen ontwikkelen en deze een plaats kunnen geven in de dynamiek van de huidige (beeld)cultuur. Om aan deze doelstelling te voldoen, noemt de opleiding zich tegenwoordig Ontwerpen, om aan te geven dat het oorspronkelijke vakgebied enorm is uitgebreid en er steeds meer overlappingen zijn met andere disciplines. Doelstelling en ontwikkeling van de opleiding zijn gebaseerd op een visie op ontwikkelingen in het (internationale) werkveld van de Master in Visual Communication Design (Mdes), waarvoor de opleiding opleidt. Die visie is neergelegd in de publicatie De hedendaagse ontwerper en het beroepsprofiel van de opleiding dat is opgenomen in het zelfevaluatierapport. Het beroepsprofiel is deels gebaseerd op het rapport van de Tijdelijke Adviescommissie Ontwerpen van de Raad voor Cultuur uit 2001. Het profiel is geaccordeerd door de werkveldadviescommissie van de Gerrit Rietveld Academie. Op basis van een competentieprofiel uit 2004 voor bacheloropleidingen vormgeving (HBO-raad domeincompetenties) en het gehanteerde beroepsprofiel heeft de opleiding een competentieprofiel voor de Master in Visual Communication Design ontwikkeld. De competenties in het profiel zijn ondergebracht in zes categorieën: Creërend vermogen, Onderzoekend vermogen, Vermogen tot kritische reflectie, Vermogen tot groei en vernieuwing, Operationaliserend vermogen en Communicatief vermogen. Elke competentie bestaat weer uit aantal deelcompetenties/gedragsindicatoren. Op basis van het competentieprofiel en de niveauaanduidingen voor de hbo master in de Dublin descriptoren zijn er elf eindkwalificaties geformuleerd. Deze eindkwalificaties hebben het uitgangspunt dat de bij de bacheloropleiding behorende competenties zijn verworven. Ze hebben betrekking op kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden waarover een ontwerper moet beschikken om succesvol te kunnen functioneren. Ze zijn aanvullend ten opzichte van de bachelor competenteis en geven aan waar verdieping en/of verbreding van de bachelor-competenties heeft plaatsgevonden Daarnaast zijn vermogens toegevoegd zoals bijvoorbeeld onderzoekende en leidinggevende vermogens. De opleiding onderscheidt zich van andere vergelijkbare masteropleidingen doordat zij zich geheel gericht heeft op de nieuwe media. Na de verruiming van het begrip grafisch ontwerpen profileert de Sandberg-ontwerper zich bovendien op nieuwe NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 15

vormen en op research. Hij richt zich niet op één discipline. Daarbij is van belang dat het vak in een breder maatschappelijk perspectief wordt gezien. De ontwerper reageert vanuit de omgeving. Sandbergontwerpers zijn zelfstandige initiators en creëren een eigen markt. Internationaal gezien is de opleiding te vergelijken met de KSD in Keulen en de media-afdeling van het Art Centre, College of Design in Pasadena. Het panel is van oordeel dat de geformuleerde competenties en eindkwalificaties goed aansluiten bij de beroepspraktijk van de (grafisch) ontwerper en een adequate en relevante omschrijving geven van wat van een master in visual communication design mag worden verwacht. Facet 1.2 Niveau master Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Hierboven is al beschreven welke eindkwalificaties en competenties de opleiding gebruikt. De opleiding geeft expliciet aan dat de masteropleiding voortbouwt op de eindkwalificaties en het niveau van de bachelor (BDEs). De context voor de masteropleiding is van een hoger niveau en groter (internationaler) vergeleken met de bacheloropleiding. De beroepsuitoefening is bovendien vaker vakoverstijgend. In het hierboven genoemde competentieprofiel zet de opleiding de mastercompetenties steeds af tegen die van de bachelor, waardoor de meerwaarde van de masteropleiding duidelijk wordt. Het onderscheid tussen bachelor en master komt ook tot uiting in de bewoording: waar in het bachelorprofiel wordt gesproken over ambieert en intentie gaat het er nu om aan te tonen dat zaken bereikt en gerealiseerd zijn. organiserend vermogen is nu beschouwd als operationaliserend vermogen en omgevingsgerichtheid impliceert nu ook invloed hebben op die omgeving. Daarnaast is er een aantal competenties opgenomen die in mindere mate van toepassing zijn op het bachelorniveau: onderzoeken (probleemstellend, -definiërend en oplossend) en leidinggevend (voortrekkersrol). Onderzoekend vermogen is hier als afzonderlijke competentie opgenomen. De opleiding hanteert ter definiëring van het masterniveau de Dublin descriptoren. Voor de uitwerking gebruikt zij de operationalisering van het NVAO-kader zoals die is vastgelegd in het Referentiekader HBO Kunstmasteropleidingen. Op basis van dat kader geeft de opleiding per descriptor (kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden) uitgebreid aan wat nagestreefd wordt en hoe getracht wordt dat in de praktijk te realiseren. 16 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

Het panel is van oordeel dat. de nagestreefde eindkwalificaties en competenties aantoonbaar aansluiten bij de Dublin descriptoren voor masteropleidingen en daarmee bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Master. Facet 1.3 Oriëntatie hbo master Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - Een hbo-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarin een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Hierboven is reeds aangegeven welke eindkwalificaties/competenties de opleiding hanteert en hoe die aansluiten op het door de opleiding gehanteerde beroepsprofiel. Het werkveld is door middel van de werkveldadviescommissie betrokken geweest bij de validatie van het beroepsprofiel en het competentieprofiel. Door onder andere veldraadpleging, werkveldonderzoek - beide nog in ontwikkeling - het volgen van alumni, de inzet van gastdocenten, houdt de opleiding ontwikkelingen bij en komt indien nodig tot bijstelling van doelstelling en eindkwalificaties. Tevens is van groot belang dat de opleiding zelf functioneert als kunstinstelling in de beroepspraktijk en studenten (meestal) en docenten zelf in de beroepspraktijk actief zijn. Zoals eerder gesteld leidt de opleiding op tot Master in Visual Communication Design. De opleiding rekent onder meer de disciplines multimedia design, graphic design en webdesign tot het werkterrein. Kern is dat de ontwerper ideeën, technologieën, materialen en toepassingen vertaalt en die zo toepasbaar en gebruiksklaar maakt. Dat kan in opdracht gebeuren, maar ook op eigen initiatief. De grens met autonome beeldende kunst is daarbij open. De master draagt ook bij aan de ontwikkeling van het vakgebied. De opleiding signaleert dat de ontwerper in plaats van vormgever van het uiterlijk van communicatie steeds meer de redacteur en co-auteur van structuur en inhoud van die communicatie wordt. Daarbij is van belang dat innovatie steeds meer plaatsvindt binnen samenwerkingsverbanden en netwerken dan door individuele talenten. De opleiding wil opleiden tot ontwerpers die in de complexiteit van het vak een eigenzinnige koers varen. De opleiding speelt daar in de eindkwalificaties en de programmaopzet op in. Uit het gesprek met management, studenten en docenten is een consistent beeld naar voren gekomen van wat de opleiding als master voorstaat. De Sandbergontwerper creëert een eigen positie. Hij is kritisch (niet gericht op kijkcijfers of commercie) en vernieuwend, wordt gedreven door persoonlijke fascinaties, is sterk naar buiten gericht. Het gaat in de opleiding meer om het aanbrengen respectievelijk NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 17

stimuleren en versterken van een beroepsopvatting en houding (attitude) dan het aanbrengen van een bepaalde specialisatie. Het panel is van oordeel dat de afgestudeerde master op grond van de eindkwalificaties voldoende toegerust moet zijn om te kunnen functioneren op het niveau van een zelfstandig of leidinggevend beroepsbeoefenaar in de relevante beroepspraktijk. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen hbo Goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het tweejarige programma bestaat uit 4 halfjaarlijkse modulen, lopend van oriëntatie en kennismaking in de eerste tot de masterproef in de vierde module. Het onderwijs is zo gestructureerd dat er een zo goed mogelijke wisselwerking met de beroepspraktijk wordt gerealiseerd. Er is geen vast, jaarlijks terugkerend programma, maar wel een aantal vaste elementen (Visual Power Show, Stifo@Sandbergworkshop, zie verderop). Docenten komen met een eigen aanbod waar studenten afhankelijk van hun studieplan (zie 2.2) gebruik van (kunnen) maken. Het programma krijgt gestalte in regelmatig verzonden e-mails met aankondigingen van het aanbod en in direct contact tussen staf, docent en student. Vakliteratuur wordt aangeboden in afstemming met de inhoudelijke relatie die studenten leggen tussen de eigen beroepsopvatting, visie en ambities en de theorie en bij de theoretische verantwoording in de meesterproef. Omdat het programma sterk individueel bepaald is, is er geen standaard literatuurlijst. Met name in de eerste vier maanden wordt, zoals studenten aangeven, expliciet veel gedaan aan theorie, bijvoorbeeld hedendaagse mediatheorie en filosofie. Er wordt dan gebruik gemaakt van readers, artikelen, boeken. Er wordt zoals studenten zeggen als het ware een vocabulaire aangereikt waar je mee vooruit kunt. In de loop van de opleiding is de theorie veel meer verweven in de dagelijkse praktijk. Zo worden er diverse papers geschreven. Daarnaast participeren veel studenten en docenten via mailinglijsten (bijvoorbeeld nettime) en blogs in kritische en theoretische platforms. De daar opgedane inzichten en kennis komen in de gezamenlijke 18 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

besprekingen die wekelijks worden gehouden aan de orde. Daarmee wordt tevens bijgedragen aan de actualiteit van het programma. Studenten hebben vaak al een eigen beroepspraktijk waardoor studie en beroepspraktijk in feite samenvallen. Zoals de opleiding het formuleert: studeeromstandigheden zijn in grote mate ook werkomstandigheden. Reële projecten, zoals het Pleinmuseum van René van Engelenburg, worden tijdens de studie uitgevoerd. Eerder is al vermeld dat de opleiding zelf functioneert als culturele instelling met name in de regio Amsterdam. Een belangrijk deel van het programma wordt ingevuld door (gerenommeerde) gastdocenten; een uitgebreid overzicht daarvan is opgenomen in het zelfevaluatierapport. Er vinden lezingen plaats en er worden excursies en studiobezoeken bij kunstenaars en ontwerpers georganiseerd. Ook zijn er contacten met andere opleidingen en instituten waar studenten indien gewenst een cursus of workshop kunnen volgen. De opleiding organiseert als kunstinstelling diverse grote projecten waaraan studenten kunnen deelnemen. Voorbeelden zijn de Visual Powershow die o.a. in Paradiso te zien is geweest, maar ook elders in het land en internationaal (New York, Berlijn, Essen), met recent het project Next Nature en de Stifo@Sandbergworkshop. Ook van dit soort activiteiten is een uitgebreide lijst opgenomen in het zelfevaluatierapport. Het panel stelt dan ook vast dat de opleiding in zeer sterke mate praktijkgericht is, maar ook gericht op onderzoek, vernieuwing en kruisbestuiving tussen disciplines. Onderzoekend vermogen is een van de kerncompetenties van de opleiding waarmee ze zich onderscheidt van de bacheloropleiding. Het verder ontwikkelen van een onderzoekende houding, die de basis is van het ontwerpen, en onderzoeksvaardigheden staan centraal in de opleiding. Onderzoekende en vernieuwende presentaties maken een belangrijk deel uit van module 2 en 3 en ook de masterproef kan gedefinieerd worden als een onderzoekende en vernieuwende presentatie. In het zelfevaluatierapport genoemde voorbeelden van Sandbergprojecten getuigen daarvan. Beroepsvaardigheden worden aangeleerd via workshops, het werken in projecten met meerdere studenten, schrijfoefeningen, participatie aan wedstrijden, het uitvoeren van opdrachten van derden, het opbouwen van een eigen netwerk. Door de opzet en werkwijze van de opleiding is deze in staat goed aan te sluiten bij de actuele ontwikkelingen. De opleiding heeft zelfs de ambitie die ontwikkelingen ook mede te bepalen. Het zelfevaluatierapport laat zien welke belangrijke ontwikkelingen zij in de wereld van het ontwerpen ziet en geeft ook voorbeelden van Sandbergprojecten die aantonen dat ingespeeld wordt op nieuwe ontwikkelingen en dat die ook geïnitieerd worden. Het panel is op basis van wat zij heeft gezien en gehoord dan ook van oordeel dat de opleiding in sterke mate inspeelt op actuele ontwikkelingen. Uit evaluatiegegevens blijkt dat de studenten zeer tevreden zijn over het programma. Met name geldt dat voor de keuzevrijheid (score 4,2 op een vijfpuntsschaal), de aandacht voor actuele ontwikkelingen (4,1) en het plaatsen van de eigen beroepspraktijk in een brede culturele en maatschappelijke context (4,1). Wel willen sommigen meer gastdocenten en korte workshops en meer informatie over NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 19

ondernemerschap. Wat dat laatste betreft is de opleiding bezig met een inventarisatie van de wensen om eventueel door te kunnen verwijzen naar een instelling waar die informatie is te verkrijgen. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma voldoende Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken op master niveau. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding werkt niet met een vast curriculum, maar biedt kaders aan waarbinnen de student keuzes maakt. Het programma is in hoge mate maatwerk. Elke student maakt zijn eigen programma met individuele doelstellingen en individuele werkbesprekingen. Dit is vastgelegd in het studieplan dat vooraf goedkeuring door de opleiding behoeft. De eindkwalificaties geven daarbij een bepaalde bandbreedte aan. Daarna gaat het studieplan als een soort portfolio/dossier werken. Het is een dynamisch instrument dat dus aan verandering en bijstelling onderhevig is. Die bijstellingen vinden regelmatig plaats en meer formeel op grond van de halfjaarlijkse evaluatiegesprekken. Het panel heeft meerdere van deze dossiers bekeken en de overtuiging gekregen dat deze een goed beeld geven van de ontwikkeling die de student doormaakt. Het programma is opgebouwd uit vier halfjaarlijkse modulen die veel ruimte bieden. De eerste module staat in het teken van oriëntatie en kennismaking, het opstellen van een persoonlijk curriculum, presentaties aan medestudenten en staf, deelname aan cursussen, workshops en excursies. In de tweede en derde module staan, naast de deelname aan cursussen, workshops en excursies, onderzoekende en vernieuwende presentaties in de beroepspraktijk, de opbouw van een eigen netwerk, reflectie en de explicitatie van beroepsopvatting, visie en ambities centraal. De vierde module omvat de masterproef (onderzoekende en vernieuwende presentatie in de kunstpraktijk op niveau), inclusief een schriftelijke en mondelinge verantwoording. De onderdelen van het curriculum staan vast, maar de feitelijke inhoud ervan is jaarlijks verschillend, want afhankelijk van de inbreng van de docenten en de vraag van studenten. De opleiding is in belangrijke mate faciliterend van aard. Er wordt van alles aangeboden (colleges, workshops. Literatuur, excursies etc.) en de student maakt daar, onder begeleiding, gebruik van voor zijn professionele ontwikkeling. Uit het voorgaande is duidelijk dat te bereiken leerdoelen in eerste instantie leerdoelen van de studenten zelf zijn. De studenten doen in het studieplan voorstellen voor bepaalde projecten, onderzoek et cetera. Deze dienen binnen de reikwijdte van de nagestreefde eindkwalificaties te vallen. Het panel vond in de dossiers die ze heeft 20 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

gezien de leerdoelen niet altijd even duidelijk en concreet. Er is eerder sprake van een duidelijke motivatie dan van leerdoelen. Bovendien zijn er voor de aangeboden programmaonderdelen geen leerdoelen geformuleerd, waardoor niet vast te stellen is, of de gekozen onderdelen aansluiten bij de persoonlijke leerdoelen van de student. Desondanks is hiervoor al duidelijk geworden dat uit evaluaties blijkt dat studenten juist door de grote keuzevrijheid vinden dat het programma in sterke mate aansluit bij hun eigen ambities en doelen. Dat werd in het gesprek met studenten en afgestudeerden bevestigd. Het panel is op grond van wat zij heeft gezien en gehoord van oordeel dat het curriculum een adequate uitwerking geeft van de beoogde eindkwalificaties en competenties. Wel vindt het, dat er concretere en helderder leerdoelen moeten worden geformuleerd, zowel door studenten als door docenten voor de aangeboden programmaonderdelen. Dit geeft het opleidingsmanagement, de docenten en de studenten meer greep op het functioneren van de opleiding en maakt het voor betrokkenen makkelijker om de relevantie van programmaonderdelen te beoordelen. Het panel komt daarom op dit facet tot een oordeel voldoende en niet tot een oordeel goed. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In algemene zin is er een ontwikkeling van oriëntatie en kennismaking in de eerste module naar verdieping en uitbouw van het eigen oeuvre in de tweede en derde module en een culminatie in de masterproef waarin getoetst wordt of de eindkwalificaties gehaald zijn. Daarbij dienen de eigen ambities steeds specifieker te worden ingevuld en wordt een hoger professioneel niveau bereikt. Elke nieuwe lichting begint met een aantal algemene programmaonderdelen alvorens het individuele programma start. Steeds terugkomend zijn de wekelijkse afdelingsbijeenkomsten waarin werk wordt gepresenteerd, besproken en ervaringen worden uitgewisseld. Die besprekingen kunnen evenals de voortdurende gerichtheid op de praktijk als een rode draad gezien worden. In het vervolg van de opleiding staat het individuele programma centraal. Studenten bewaken daarvan zelf de samenhang waarbij de eigen ontwikkeling en behoefte steeds uitgangspunt is. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het onderwijsaanbod van de opleiding. In die zin is er werkelijk sprake van vraagsturing. Daarnaast worden symposia, workshops, discussies en andere projecten in binnen- en buitenland georganiseerd. Studenten zijn bij die organisatie betrokken waardoor ze enerzijds leren te participeren in het werkveld, maar anderzijds ook een aansluiting kunnen bewerken met hun eigen programma. De samenhang wordt geborgd door de begeleiding van de docenten; enerzijds in de beoordeling van groeppresentaties anderzijds in de individuele begeleiding. Het studieplan is dan het referentiekader. NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 21

Uit de gesprekken met studenten en afgestudeerden is duidelijk geworden dat de opleiding voortbouwt op kennis en vakken van de bacheloropleiding en dat er geen sprake is van overlap of herhalingen. Facet 2.4 Studielast Goed Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding stelt dat het risico van een te hoge of te lage studielast voor dit soort opleidingen in feite niet van toepassing is. Doordat werk en opleiding in elkaar overlopen, worden aan de student dezelfde eisen gesteld als aan de ontwerper in de beroepspraktijk. Studenten die aangenomen worden hebben weerstand en kunnen tegen hoge druk. Het panel voegt daaraan toe dat studenten zelf hun programma opstellen en daarmee, in samenspraak met de opleiding, de studielast bepalen. Per module worden 30 credits toegekend. Vanwege de individuele invulling van de programma s is een objectief systeem van studiepunten moeilijk te realiseren. Studiepunten worden toegekend op basis van de resultaten van de halfjaarlijkse evaluatiegesprekken. Problemen kunnen ontstaan vanuit twijfel aan de oorspronkelijke ambities van de student, kritiek van uit medestudenten en de beroepspraktijk. Hoewel er in eerste instantie vanuit wordt gegaan dat dergelijke problemen bij het 'vak' horen, worden ze vaak opgelost in het contact met medestudenten en de staf. Door de kleinschaligheid kunnen problemen /belemmeringen snel gesignaleerd worden en kan er naar oplossingen worden gezocht wat blijkens de dossiers en de mening van studenten ook gebeurt. De studenten vinden de studielast aanvaardbaar (score 3.9 op een vijfpuntsschaal) en oordelen dat deze voldoende gespreid is (3.8). Ook over de spreiding van de contacturen per week zijn ze tevreden. Dit werd bevestigd in de gesprekken. De studie is zwaar, maar wel te doen. In feite denken ze niet in die termen, omdat hard werken nu eenmaal bij het vak hoort. Facet 2.5 Instroom Goed Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: bacheloropleiding en eventueel (inhoudelijke) selectie. 22 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding neemt sinds 2000 jaarlijks tussen de vijf en tien studenten aan. Tot 2005 werden er maximaal vijf studieplaatsen bekostigd. Sinds 2005 worden extra studieplaatsen eveneens bekostigd, zij het met een lager bedrag dan de eerste vijf plaatsen. Gemiddeld melden zich zo n vijftig potentiële studenten aan, zodat de opleiding streng kan selecteren. De opleiding streeft onder andere door verbeterde informatie op de nieuwe website en publicaties naar een nog groter aanbod. De eindkwalificaties en het niveau van de bachelor (Bdes) zijn het uitgangspunt bij de instroom. Bij selectie dienen de studenten te beschikken over een helder plan, vaardigheid in technieken en een flinke dosis ambitie. Dat plan moet binnen de set van eindkwalificaties vallen. Voor alles moeten ze echter een fascinatie tonen voor de positie als ontwerper in de beroepspraktijk en in de ontwikkelingen in de bredere beeldcultuur Als formele toelatingseis geldt een afgeronde hbo-kunstopleiding of een vergelijkbaar niveau, bijvoorbeeld behaald door werkervaring. Docenten oriënteren zich bij initiële opleidingen en werven eventueel actief onder veelbelovende talenten. Daarnaast zijn er de spontane aanmeldingen, voornamelijk van buitenlandse studenten. De toelating wordt bepaald door een selectiecommissie bestaande uit twee stafleden, twee mensen uit de beroepspraktijk en 1 student. De commissie wordt samengesteld uitgaande van de achtergrond van de kandidaten, zodat de juiste deskundigheid gegarandeerd is. Kandidaten moeten een projectvoorstel indienen. Daarnaast vindt een eerste selectie plaats op grond van ingezonden werk. Vervolgens is er een tweede ronde waarbij een gesprek met de student wordt gevoerd. Het werk wordt beoordeeld op basiskwaliteit, talent, passie en technische vaardigheid. Ook moet het aanknopingspunten bieden om de eigen doelstelling waar te kunnen maken. Criteria staan op de website van het instituut en in de folder. Bij de toelating van studenten spelen ook een rol een juiste mix van persoonlijkheden en het uitgangspunt van de opleiding dat niet één van de afzonderlijke disciplines binnen de opleiding de overhand krijgt. De groepssamenstelling is dus bijzonder belangrijk. Studenten bevestigden dit belang van de groepsdynamiek voor hun eigen activiteiten. Het panel is van oordeel dat er sprake is van een heldere en gedegen toelatingsprocedure. Blijkens evaluatiegegevens zijn de studenten zeer tevreden over de duidelijkheid van de toelatingsprocedure (score 4.2 op een vijfpuntsschaal) en de aansluiting bij de vooropleiding. (score 4.1). Minder tevreden zijn ze over de informatie over de opleiding op de website (score 3.4). De opleiding werkt inmiddels aan verbetering van die site. NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 23

Facet 2.6 Duur Goed Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbomaster: minimaal 60 studiepunten/european credit points. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding maakt gebruik van het European Credit Transfer System (EC s) om de studielast uit te drukken. Het programma is tweejarig en omvat 120 credits, waarmee het voldoet aan de formele eisen. Elk studiejaar zijn er 60 studiepunten te behalen. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Excellent Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Belangrijkste uitgangspunt in de onderwijsvisie van de opleiding is dat de praktijk langskomt bij de student en de student langs gaat bij de praktijk. Het uitgebreide netwerk van de opleiding maakt het mogelijk dat dit uitgangspunt ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt en de student permanent geconfronteerd wordt met de beroepspraktijk. Bovendien zijn studenten vaak al actief in een eigen beroepspraktijk waardoor de buitenwereld binnengehaald wordt. Een ander uitgangspunt is dat de opleiding competentiegericht wil werken op basis van het vastgestelde competentieprofiel. Juist door de sterke verbondenheid van opleiding en praktijk sluit dit naadloos aan bij de doelstellingen van de opleiding. De opleiding wil dat de studenten werken vanuit een autonome positie, een duidelijke visie en eigen mening. De student is dan ook actief betrokken bij de invulling van een op maat gesneden werkvorm. In de voortdurende confrontatie met de stroom aan invloeden en uitdagingen zet de student zijn kennis, vaardigheden en talenten in om die verder te ontwikkelen. Veel voorkomende werkvormen zijn: individuele- en groepsgesprekken, presentaties, discussies, het tonen en bespreken van werk, workshops, (onderzoeks)projecten en tentoonstellingen. Studenten zijn heel positief over de uitgangspunten van de opleiding; voor een aantal was dat juist een van de redenen om voor deze opleiding te kiezen. Het panel stelt vast dat er veel verschillende (activerende) werkvormen zijn en dat die goed aansluiten bij de didactische visie van de opleiding en de eigen doelen van de studenten. In feite is er sprake van een perfecte match van uitgangspunten en feitelijke realisatie. Het programma werkt zoals de beroepspraktijk werkt. Het panel vindt, gezien haar beeld en kennis van werk- en (kunst)onderwijsveld in dit opzicht de 24 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

opleiding voorbeeldig in de dubbele betekenis van het woord en komt daarom tot het oordeel excellent. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft een aantal beoordelingscriteria geformuleerd t.a.v. van werk en studiehouding. Het gaat dan om: innovatie, oorspronkelijkheid, inhoudelijke en maatschappelijke criteria, trefzekerheid, authenticiteit, inzet/motivatie, procesaspecten (analytisch vermogen, flexibiliteit) en sociale aspecten. Er is sprake van twee soorten beoordeling. Ten eerste een permanente meer informele beoordeling. Het gaat dan om de mening van de medestudenten en de feedback van (gast)docenten bij de vele besprekingen en presentaties van het werk. Die beoordelingen vinden individueel met de docent en in groepsbesprekingen (eens in de vier a vijf weken) plaats. Ook zijn er de zogenoemde evaluation letters. De sancties hier zijn impliciet en zijn van invloed op het al dan niet mogen, kunnen of willen meedraaien in de opleiding. In dat kader speelt ook de mening van de buitenwacht bij een tentoonstelling of het meedoen aan een competitieopdracht een rol. Na elke periode van een half jaar is er een formele evaluatie. De student schrijft een zelfevaluatiestuk op grond waarvan een gesprek plaatsvindt met de begeleiders. Maatgevend is hier de mate waarin de student heeft voldaan aan de eigen doelstellingen en (een aantal) van de eindkwalificaties. Een samenvatting van het gesprek wordt vastgelegd in een evaluatieverslag dat weer wordt opgenomen in het eerder genoemde dossier. Studenten en afgestudeerden geven desgevraagd aan dat de formele beoordeling slechts zelden verrassingen oplevert. Je praat, discussieert zoveel met elkaar tijdens de presentaties en de beoordeling daarvan dat alles duidelijk is. De formele beoordeling maakt expliciet en specifiek wat iedereen al weet. Het beoordelingsgesprek fungeert tevens als mogelijkheid om klachten, plannen en wensen te inventariseren, om suggesties te doen en om de plannen op voortgang te beoordelen. De beoordeling van het afstudeerwerk is het moment waarop de eindkwalificaties vastgesteld worden. Docenten hebben drie maanden daarvoor het afstudeerplan goedgekeurd, waarbij de eindkwalificaties als criteria dienen, en bewaken en beoordelen vervolgens het proces. Daarvan wordt echter geen eindverslag gemaakt. Hoewel docenten bij de beoordeling van de afstudeerpresentaties betrokken zijn, formuleren zij niet het schriftelijke eindoordeel; zij laten dit over aan een commissie van externen, die de toetsing buiten het instituut representeert. Op deze wijze willen NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 25

ze ook de opleiding zelf toetsen. Het gaat dan om drie deskundigen uit de discipline waarin de student afstudeert. Zij beoordelen als peers zowel het proces als het product. In dat kader worden gesprekken met studenten en (beoordelende) docenten gevoerd. Dat oordeel wordt schriftelijk vastgelegd. De gehanteerde criteria, wel impliciet uit het verslag blijkend, zijn niet expliciet vastgelegd. Hoewel het panel de redenering wel begrijpt, vindt ze die niet verstandig, omdat de verantwoordelijkheid van het afstudeerniveau en het expliciet vastleggen daarvan uiteindelijk bij de opleiding ligt. Studenten vinden blijkens evaluatieresultaten dat de beoordelingen een goed inzicht geven in hun sterke en zwakke kanten (score 4.2 op een vijfpuntsschaal). Ook vinden studenten dat zij over het algemeen objectief beoordeeld worden (score 3.5). Deze resultaten werden bevestigd in de gesprekken. Hoewel het panel kritiek heeft geformuleerd op de gehanteerde procedure rond de beoordeling van het afstudeerwerk, vindt het de beoordelingssystematiek als geheel voldoende. Onderwerp 3 Inzet van Personeel Facet 3.1 Eisen hbo Goed Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het onderwijs wordt verzorgd door een kleine vaste staf en een groep gastdocenten. De vaste docenten hebben naast hun werk voor de opleiding een eigen beroepspraktijk. Ze zijn elke week ( part-time) beschikbaar. Hun eigen praktijk is een belangrijke voedingsbodem voor het programma dat aangeboden wordt. Tevens kan hun netwerk ten nutte komen van de studenten. Daarnaast wordt er veel gewekt met gastdocenten. Het gaat dan om ontwerpers uit verschillende disciplines, critici, theoretici, technische vakdocenten etc. Regelmatig gaat het om oud-studenten. Ook hier is niet alleen hun inbreng vanuit de praktijk als docent van belang, maar ook het netwerk waar ze deel van uitmaken. Het werken met voornamelijk gastdocenten brengt een kostenbesparing met zich mee. De opleiding heeft weinig docenten in vaste dienst, maar werkt vooral met ('voor hetzelfde geld meer') gastdocenten. Voordeel hiervan is ook dat docenten flexibel kunnen worden ingezet, niet vastroesten in een didactiek en dat makkelijk kan worden ingegaan op de wensen van studenten, zoals die ook geformuleerd zijn in het studieplan. Als bijlage bij het zelfevaluatierapport is een overzicht opgenomen van gastdocenten per jaar. Het panel stelt op grond daarvan vast dat het gaat om gerenommeerde 26 NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt)

namen op het gebied van ontwerpen, beeldende kunst, de media en relevante culturele sectoren. Uit het tevredenheidonderzoek (2006) blijkt dat studenten het item Het (gast) docententeam als geheel is deskundig m.b.t. de beroepspraktijk met 3.9 waarderen (op een 5-puntsschaal). Facet 3.2 Kwantiteit personeel Goed Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De staf van de opleiding bestaat uit: een hoofd van de afdeling (0,4 fte), twee docenten (0,2 fte), een parttime theoriedocent, een project-coördinator (0,4 fte), en voor het Instituut als geheel een administratieve kracht en een technisch docent. Daarnaast maakt de opleiding veelvuldig gebruik van freelancers (tekstschrijvers, ontwerpers, technici) en gastdocenten (0,2 fte); in 2004 zo n 56. Een uitgebreid overzicht daarvan is zoals hiervoor al gezegd terug te vinden in een bijlage bij het zelfevaluatierapport. Het totaal aantal docenten is naar de mening van de opleiding en het panel zonder meer genoeg om het beperkte studentenaantal adequaat te bedienen. Het grote aantal gastdocenten maakt het mogelijk om het maatwerk te bieden dat voor de individuele trajecten van de studenten nodig is. Uit aanvullend commentaar blijkt dat een aantal studenten nog meer gastdocenten wil en vooral ook meer docenten met een verschillende achtergrond. Uit de gesprekken met studenten en afgestudeerden zijn echter geen knelpunten naar voren gekomen. Facet 3.3 Kwaliteit personeel Voldoende Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het Sandberg Instituut is organisatorisch onderdeel van de Gerrit Rietveld Academie. Daarom valt het personeelsbeleid voor wat betreft de vaste staf onder het beleid van de Gerrit Rietveld Academie. De personeelsmanager van de Rietveld Academie en de directeur van het Sandberg Instituut voeren functioneringsgesprekken met de vaste medewerkers van de opleiding. Soms zit daar ook het hoofd van de afdeling bij. Van deze gesprekken worden verslagen gemaakt. Het panel vindt het een NQA - visitatie Sandberg Instituut, opleiding Grafisch Ontwerpen hbo master (vt) 27