Zuidbroek herziening 2 Betreft aanpassing goothoogte aan-, uit- en bijgebouwen bij woningen Status ontwerp Datum december 2011
Inhoudsopgave Toelichting 3 1 PLANBESCHRIJVING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Aanleiding 5 1.3 Aanpak 6 1.4 Werkwijze en opzet van de toelichting 6 2 JURIDISCHE PLANOPZET 7 3 INSPRAAK EN OVERLEG 9 3.1 Inspraak 9 3.2 Overleg ex artikel 10 Bro 9 3.3 Totstandkoming plan 9 Staat van wijzigingen 11 1 Plankaart 13 2 Planvoorschriften 15 3 Slotbepalingen 17 Bijlagen 19 Bijlagen bij de toelichting 21 Bijlage 1 Ontwerp-vaststellingsbesluit 23 Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 2
Toelichting behorende bij de 2 e herziening van het bestemmingsplan Zuidbroek Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 3
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 4
1 PLANBESCHRIJVING 1.1 Inleiding Bestemmingsplan Zuidbroek is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 april 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van Gelderland op 21 november 2006 (besluit nr. 2006-010782). Dit bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een groot woon- en werkgebied: Zuidbroek. Het overgrote deel van het plangebied heeft de uit te werken woonbestemming gekregen, de bestemming Woondoeleinden - uit te werken. Burgemeester en wethouders moeten die bestemming uitwerken binnen de regels die het bestemmingsplan daarvoor stelt. Realisatie van woningen is pas mogelijk nadat een uitwerkingsplan is gemaakt en in werking is getreden. Voor die tijd geldt er een bouwverbod. In uitwerkingsplannen wordt de uit te werken woonbestemming omgezet naar eindbestemmingen en kan realisatie plaats vinden. Het bestemmingsplan Zuidbroek bevat in de voorschriften voor de uit te werken woonbestemming een mogelijkheid tot binnenplanse anticipatie. Burgemeester en wethouders kunnen hiermee in wezen vrijstelling verlenen van het bouwverbod voor een bouwplan dat past binnen een voorontwerp- of ontwerpuitwerkingsplan. Daarbij geldt een korte procedure: het voornemen om tot binnenplanse anticipatie over te gaan dient gedurende twee weken ter inzage te leggen, waarbij een ieder in gelegenheid is om zienswijzen kenbaar te maken over het voornemen. Binnenplanse anticipatie houdt een aanzienlijke, procedure versnelling in ten opzichte van het 'afwachten' van de inwerkingtreding van het betreffende uitwerkingsplan. Dit instrument is en wordt dan ook veelvuldig toegepast voor de realisatie van Zuidbroek. 1.2 Aanleiding Bij recente bouwplannen voor Zuidbroek doet zich in toenemende mate het fenomeen voor dat de goothoogte van aan-, uit- en bijgebouwen bij woningen meer bedraagt dan 3 meter, het maximum dat het bestemmingsplan Zuidbroek voor die bouwwerken hanteert. Toen het bestemmingsplan Zuidbroek werd opgesteld gold vanuit het Bouwbesluit een minimale plafondhoogte voor verblijfsruimte van 2,4 meter. Nadien is dat opgehoogd tot 2,6 meter. Daarboven komt dan de (doorgetrokken) vloer van de eerste verdieping, vaak een pakket van 20 tot 30 centimeter. Daarbovenop komt een laag dakisolatie. Door strenger geworden normen voor de energiepresatie van woningen is de trend dat die laag steeds dikker wordt: tussen de 10 en 20 cm. Bij de eerstvolgende wijziging van het Bouwbesluit wordt de laag nog dikker: 25 cm. Vervolgens is nog een dakrand nodig voor een goede hemelwaterafvoer, doorgaans circa 10 cm tot 15 cm hoger dan de isolatielaag. Met een dergelijke, technische opbouw is het technisch vaak niet uitvoerbaar om onder de maximale hoogte van 3 meter te blijven. Het bestemmingsplan Zuidbroek biedt hiervoor een 'oplossing' in de vorm van een algemene vrijstellingsbepaling waarmee met 10% kan worden afgeweken voor de maten die het bestemmingsplan voorschrijft. Na vrijstelling, is dan een maximale hoogte van 3,3 meter mogelijk. Dat biedt voldoende ruimte voor het bouwen van een aan-, uit- of bijgebouwen naar hedendaagse maten. In het geval er sprake is van een inwerking getreden uitwerkingsplan is toepassing van de genoemde vrijstellingsmogelijk goed mogelijk met een kleine verzwaring van de procedure. In het geval van binnenplanse anticipatie bestaat een dergelijke oplossing niet. Voorwaarde is dan dat het betreffende bouwplan moet passen in een (voor)ontwerpuitwerkingsplan. Een uitwerkingsplan bevat zelf geen algemene vrijstellingsbepalingen, die bevat het moederplan al. Gelijktijdig wordt de hoogte van maximaal 3 meter expliciet in de uitwerkingsregels van de uit te werken woonbestemming voorgeschreven. Een uitwerkingsplan kan dus op zichzelf niet voorzien in een hogere hoogte. Het is juridisch niet mogelijk om, aan de voorwaarde voor een vrijstelling (binnenplanse anticipatie) te kunnen voldoen, een andere vrijstelling Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 5
te gebruiken uit het betreffende plan. Gevolg is dat binnenplanse anticipatie voor veel bouwplannen geen toepasbaar meer instrument is, ook al wordt het uiteindelijke resultaat niet anders. Bijkomend aspect is dat, sinds de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, aan-, uit- en bijgebouwen bij woningen, die binnen het bestemmingsplan passen, doorgaans vergunningsvrij zijn. Zoals gezegd is het vaak niet mogelijk om een dergelijk bouwwerk een (goot)hoogte te geven van 3 meter of minder. Daardoor staat als nog een vergunningplicht. Er is een omgevingsvergunning nodig voor het afwijken van het bestemmingsplan. Dat geldt uiteraard niet voor bouwwerken waarvoor ook voor het planologisch afwijken geen omgevingsvergunning nodig is. 1.3 Aanpak Uit het bovenstaande wordt evident dat het overschrijden van de maximale hoogte van 3 meter nodig kan zijn om te voldoen aan wettelijke eisen, anders dat het bestemmingsplan. Evident is ook dat overschrijding van de aangehaalde maat van 3 meter met maximaal 30 cm (10%) geen danwel een verwaarloosbaar effect heeft op de funtionele en ruimtelijke kenmerken van Zuidbroek, ook als dat in het hele gebied optreedt. Dat terwijl het wel tot een verzwaring van de vergunningenlast kan leiden, die niet nodig is. Verder roept het de vraag op of binnenplanse anticipatie wel kan worden toegepast, als de genoemde maat wordt overschreden met 10%. Om de genoemde, onnodige belemmeringen weg te nemen is het wenselijk de maat van 3 meter bij recht op te hogen tot 3,3 meter. Dat kan middels een herziening van het moederplan, waarmee de uitwerkingsregels worden aangepast evenals de andere eindbestemmingen in het moederplan. Daartoe is onderhavige herziening opgesteld. Hiermee wordt de maat aangepast tot 3,3. Gelijktijdig wordt de goothoogte van aan-, uit- en bijgebouwen uitgezonderd van de algemene 10%-vrijstellingsbepaling. Die bepaling wordt als het ware verdisconteerd in hetgeen het plan bij recht mogelijk maakt. 1.4 Werkwijze en opzet van de toelichting Voor de beoogde herziening is geen relevant beleid te vermelden. Ook heeft het geen invloed van betekenis op de funtionele en ruimtelijke beschrijvingen van Zuidbroek in het moederplan en de 'onderliggende' wijzigings- en uitwerkingsplannen. Ook heeft het geen invloed op de conclusies die in het moederplan ten aanzien van de uitvoerbaarheid zijn getrokken. De toelichting van dit plan vangt daarom gelijk aan met het beschrijven van de juridische planopzet, afsluitend gevolg door de resultaten van inspraak en overleg. Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 6
2 JURIDISCHE PLANOPZET Het moederplan is tot stand gekomen onder het regime van de (oude) Wet op de Ruimtelijke Ordening. Aangezien bij deze herziening de plankaart ongewijzigd kan blijven, is het mogelijk om het moederplan partieël te herzien, zonder te hoeven voldoen aan de vormvereisten die de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening stelt. In de voorschriften worden de onderdelen waar een goothoogte is aangegeven voor aan-, uit- een bijgebouwen van 3 meter herzien, zodanig dat een goothoogte van 3,3 gaat gelden. Dat gebeurd in de uitwerkingsregels van de uit te werken woonbestemming en in de eindbestemmingen van het moederplan. Verder wordt aan in de algemene 10%-vrijstellingsmogelijkheid de bepaling toegevoegd dat die mogelijkheid niet geldt voor aan-, uit- en bijgebouwen bij woningen. Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 7
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 8
3 INSPRAAK EN OVERLEG 3.1 Inspraak Overeenkomstig het in de gemeentelijke inspraakverordening bepaalde heeft geen voorontwerp van deze herziening ter inzage gelegen. 3.2 Overleg ex artikel 10 Bro Een voorontwerp van deze herziening is in het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening niet toegezonden aan de VROM-inspectie, de provincie Gelderland en/of het waterschap Veluwe. Met dit plan zijn geen belangen in het geding van die instanties. 3.3 Totstandkoming plan P.M. Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 9
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 10
Staat van wijzigingen behorende bij de 2 e herziening van het bestemmingsplan Zuidbroek Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 11
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 12
1 Plankaart De plankaart nr. 214302 van bestemmingsplan Zuidbroek, vastgesteld door de gemeenteraad op 27 april 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van Gelderland op 21 november 2006 (besluit nr. 2006-010782), zoals sedertdien herzien, gewijzigd en uitgewerkt, is ongewijzigd van toepassing. Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 13
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 14
2 Planvoorschriften De planvoorschriften behorende bij het onder 1 genoemde bestemmingsplan worden als volgt gewijzigd: a. Woondoeleiden - uit te werken Van artikel 3.2, lid 2 komt sub h. als volgt te luiden: 'de goothoogte van bijgebouwen, overkappingen, aan- en uitbouwen mag maximaal 3,3 m bedragen;'; b. Woondoeleiden In het bebouwingsschema in artikel 3.3, lid 3 komt de tekst in de derde cel van de tweede rij (de rij met de kolomnamen niet meegeteld) als volgt te luiden: 'bijgebouwen en aan- en uitbouw: 3,3 m, overkapping: n.v.t' en gaat de tekst in de vierde cel van de derde rij (de rij met de kolomnamen niet meegeteld) als volgt luiden: 'bijgebouw en aanen uitbouw: 5 m, overkapping: 3,3 m'; c. Bijzondere Woondoeleinden In het bebouwingsschema in artikel 3.4, lid 3 komt de tekst in de derde cel van de tweede rij (de rij met de kolomnamen niet meegeteld) als volgt te luiden: 'bijgebouwen en aan- en uitbouw: 3,3 m' en gaat de tekst in de vierde cel van de derde rij (de rij met de kolomnamen niet meegeteld) als volgt luiden: 'bijgebouw en aan- en uitbouw: 5 m, overkapping: 3,3 m'; d. Bedrijfsdoeleinden In het bebouwingsschema in artikel 3.10, lid 3 komt de tekst in de derde cel van de tweede rij (de rij met de kolomnamen niet meegeteld) als volgt te luiden: 'bedrijfsgebouwen: 10 m (b), woningen: 6 m, bijgebouwen: 3,3 m'; e. Agrarisch gebied In het bebouwingsschema in artikel 3.11, lid 2 komt de tekst in de vierde cel van de vierde rij (de rij met de kolomnamen niet meegeteld) als volgt te luiden: '3,3 m'; f. Algemene vrijstellingsbevoegdheden In artikel 4.3, lid 2 wordt aan sub d., na het woord 'percentages', het volgende toegevoegd: 'met dien verstande dat niet kan worden afgeweken van de goothoogte van aan-, uit- en bijgebouwen bij woningen'. Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 15
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 16
3 Slotbepalingen Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als: voorschriften van het bestemmingsplan Zuidbroek herziening 2. Vastgesteld bij besluit van de raad der gemeente Apeldoorn d.d. nr. Mij bekend, de griffier, namens hem: het hoofd afdeling Ruimtelijk Juridische Zaken van de dienst Ruimtelijke Ontwikkeling, J.M. van der Zwan Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 17
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 18
Bijlagen Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 19
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 20
Bijlagen bij de toelichting Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 21
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 22
Bijlage 1 Ontwerp-vaststellingsbesluit Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 23
Zuidbroek herziening 2 ontwerp, december 2011 24
Ontwerp-Raadsbesluit Nr. De raad der gemeente Apeldoorn, overwegende dat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het ontwerp van het bestemmingsplan Zuidbroek herziening 2 als vervat in een staat van wijzigingen en vergezeld van een toelichting, met ingang van 8 december 2011 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen; gelezen het raadsvoorstel van [P.M.], nr. [P.M.], met bijbehorende zienswijzennota waarin wordt voorgesteld [P.M.], terwijl voorts enige ambtshalve wijzigingen worden voorgesteld; overwegende voorts dat hij de in dat voorstel (en de daarmee één geheel vormende zienswijzennota) vervatte overwegingen tot de zijne maakt en dat die als zodanig geacht moeten worden hier woordelijk te zijn overgenomen; overwegende dat het niet noodzakelijk is een exploitatieplan vast te stellen omdat er geen verhaalbare kosten van grondexploitatie als bedoeld in artikel 6.13 Wro zijn; {optie: overwegende dat: het bestemmingsplan gewijzigd wordt vastgesteld anders dan naar aanleiding van een zienswijze van gedeputeerde staten of de inspecteur, waardoor het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan op grond van artikel 3.8, lid 4, van de Wet ruimtelijke ordening zes weken na de vaststelling bekendgemaakt moet worden; een verzoek bij de VROM-inspecteur kan worden ingediend om het besluit eerder bekend te maken wanneer de wijzigingen geen betrekking hebben op nationale belangen; gedeputeerde staten op voorhand instemmen met het eerder bekend maken van het besluit wanneer daarbij geen provinciale belangen aan de orde zijn; het bestemmingsplan en de wijziging(en) geen betrekking hebben op nationale en/of provinciale belangen;} gelet op de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening; besluit: 1. [P.M. zienswijzen]. 2. Enkele ambtshalve wijzigingen in het plan aan te brengen. 3. Bestemmingsplan Zuidbroek herziening 2 als vervat in een staat van wijzigingen met de daarbij behorende toelichting, vast te stellen. 4. Geen exploitatieplan vast te stellen. 5. {optie: De VROM-inspecteur te verzoeken het besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan eerder dan zes weken na vaststelling bekend te mogen maken.}
Aldus besloten in de openbare vergadering van [P.M.] De raad voornoemd,, voorzitter, griffier