5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie f^qlland ZUID Directie DBI Afdeling Beheerstrategie Registratienummer PZH-2013-422602526 (DOS-2013-0003922) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 27 augustus 2013 Verzenddatum 2 8AUG 2013 Geheim Nee Portefeuillehouder BondL IGM, de Paraaf Provinciese«l ahs Termijn 9 oktober 2013 Onderwerp Voorbereidingsbesluit project parallelstructuur N214 Bijlagen Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken op basis van Artikel nr 2.2.1 van de Regeling projecten Zuid-Holland 1. Onderwerp in kort bestek De provinciale weg N214 vormt samen mei de N216 de ruggengraat van het provinciale wegennet in de Alblassenwaard en de Vijfheerenlanden. Hij verbindt de Al 5 vanaf de op- en afrit N3 bij Papendrecht met de A27 bij Noordeloos. Kaart 1 Overzicht ligging N214 1''5
HOLLAND In de trajectstudie voor beheer en onderhoud van de N214 is naar voren gekomen dat het landbouwverkeer op de hoofdrijbaan niet bijdraagt aan een goede doorstroming en verkeersveiligheid. Daarnaast ligt het fietspad te dicht bij de hoofdrijbaan, wat eveneens niet gewenst is voor de verkeersveiligheid. Uit de trajectstudie is gebleken dat het provinciale aandeel in de kosten van mogelijke oplossingen het bedrag van 10 min te boven zal gaan. Daarom wordt conform art. 2.2.1. van de Regeling Projecten Zuid-Holland een ontwerp voorbereidingsbesluit voorgelegd aan de Staten. Met dit besluit stemmen PS in met de start van de verkenningsfase voor het project parallelstructuur N214 en gaan zij akkoord met toedeling van financiële ruimte in het MPI aan het project. Hiermee wordt bovendien aangesloten bij motie 389 die PS op 31 oktober 2012 hebben aangenomen als leidraad voor de toedeling van vrije ruimte in het MPI. Daarin wordt gevraagd, bij de invulling van financiële ruimte binnen het MPI. verdere investering ovenvegend in het zuiden van de provincie te laten plaatsvinden met het oog op een evenwichtige geografische spreiding. De N214 en N216 zijn daarbij als voorbeelden expliciet benoemd. Vooralsnog worden de kosten in deze fase geraamd op ca. 17 min die kunnen worden gedekt door inzet van toedeling beschikoare ruimte binnen het MPI (15 min.) en vanuit de begroting Beheer & Onderhoud Investeringen van DBI (2 min.). De scope van het project is een duurzaam veilige inrichting van de N214 vanaf de Damseweg (Graafstroom) tot aan de op- en afrit A27 nabij Noordeloos. r2öööin ^ Kaart 2 Plangebied beoogde parallelstructuur In de trajectstudie voor het onderhavige project is het ontvlechten van landbouwverkeer van het doorgaand verkeer belangrijk voor de doorstroming en verkeersveiligheid. 2'5
P^^^jj^^ HOLLAND In de periode 2002-2009 hebben 90 ongevallen plaatsgevonden. Daarbij was geen enkel dodelijk ongeval. In 13 gevallen ging het om een ongeval met letsel. De overige ongevallen hadden uitsluitend materiele schade tot gevolg. Uit het wegbelevingsonderzoek (TNS Nipo 2010) in het kader van de trajectstudie komt naar voren dal automobilisten en motorrijders tevreden zijn over de doorstroming behalve bij landbouwvoertuigen en vrachtwagens op de rijbaan, bij file op de Al5 en bij de verkeerslichten op het kruispunt met de N216. Naast ontvlechting kan de veiligheid voor fietsers verbeterd worden. De nog resterende fietspaden in het wegtracé liggen te dicht bij de hoofdrijbaan volgens de toetscriteria in de landelijke richtlijnen van het CROW. In het belevingsonderzoek geven de fietsers daarbij aan de fietspaden, waar die nog langs de hoofdrijbaan liggen, erg smal te vinden. Tussen de afrit Al 5 en de Damseweg (Graafstroom) voldoet de N214 aan het profiel van Duurzaam Veilig. Reeds begin jaren 90 zijn namelijk in dat deel de fietspaden langs de hoofdrijbaan venwijderd. Fiets- en landbouwverkeer maken sinds die tijd gebruik van een, op enige afstand gelegen, bestaande waterschapsweg. Daarmee bestaat daar een ruimtelijk van de hoofdrijbaan gescheiden "parallelweg" voor gecombineerd gebruik door landbouw- en fietsverkeer. Een vergelijkbare oplossing lijkt ook bij het ven/olg van dit project een goede optie. Uit diverse tellingen op onderscheiden trajectdelen in de periode 2007-2012 blijkt de etmaalintensiteit van het fietsverkeer langs de N214 namelijk beneden tot ver beneden de 100 te liggen. In het provinciaal veiligheidsbeleid wordt een etmaalintensiteit van 500 aangehouden als maatgevend voor het aanleggen van een vrijliggend fietspad, dat wil zeggen vrij van een parallelweg met overig langzaam verkeer. Ook de tellingen van landbouwvoertuigen in deze periode geven geen aanleiding tot noodzaak van een gescheiden oplossing. Mogelijke risico's die zich bij de uitwerking kunnen voordoen zijn: aandrang vanuit de agrarische sector, vooral het interiokale loonwerkverkeer, om van de hoofdrijbaan gebruik te mogen blijven maken; de kans dat (extra) sluipverkeer wordt aangetrokken in de directe omgeving van filegevoelige delen van het hoofdwegennet; bezwaren tegen het mogelijk gecombineerde weggebruik door fietsen en landbouwverkeer; overiast bij omwonenden: mogelijk worden nu nog niet doorgaande wegen wel doorgaand waardoor daar meer verkeersbewegingen gaan plaatsvinden. In de nadere verkenning zal in nauwe samenspraak met de regionale overheden en maatschappelijke partijen gezocht worden naar een voorkeursvariant die het probleem met de doorstroming en de verkeersveiligheid op een adequate manier oplost en kan bogen op een zo groot mogelijk draagvlak. De planning is erop gericht dat PS eind 2014 op basis van een voorkeursvariant een uitvoeringsbesluit kunnen nemen. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen 3/5
HOLLAND a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Regeling Projecten Zuid-Holland (nr. 5921 d.d. 26 maart 2008) b. Relatie andere interne beleidsterreinen Groen, water, cultuurhistorie, ruimtelijke kwaliteit. Nieuwe infrastructuur bezien op de impact in dit open en natte agrarisch cultuuriandschap. c. Relatie externe partijen In nauwe samenspraak met de regionale overheden en maatschappelijke partijen zal gezocht worden naar een voorkeursvariant die het probleem met de doorstroming en de verkeersveiligheid op een adequate manier oplost en kan bogen op een zo groot mogelijk draagvlak. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Het verbeteren van de doorstroming en de veiligheid van de provinciale wegen zijn doelstellingen van het kaderstellend mobiliteitsbeleid van de provincie Zuid-Holland, waaraan met dit project wordt bijgedragen. In het Beheerplan Wegen en Vaanwegen 2012-2015 is vastgelegd hoe de provincie Zuid-Holland invulling geeft aan het beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur. Uitgangspunt is de trajectaanpak: door een éénmalige en grootschalige voorbereiding, aanbesteding en uitvoering van werken wordt de overiast voor de omgeving beperkt en geconcentreerd. Deze trajectaanpak start met een trajectstudie waarin het kwaliteitsniveau van de infrastructuur op de aspecten bereikbaarheid, veiligheid en omgevingskwaliteit wordt getoetst. In het Provinciaal Verkeer- en Ven/oerplan 2002-2020 is vastgelegd dat het uitgangspunt voor het verkeersveiligheidsbeleid op de provinciale wegen wordt gevormd door het principe Duurzaam Veilig dat zijn oorsprong vindt in het in december 1997 door het rijk en alle wegbeheerders in Nederiand gesloten convenant Startprogramma Duurzaam Veilig Verkeer. Bij het onderhavige besluit speelt de doorstroming belemmerende weriting van landbouwverkeer op de hoofdrijbaan een belangrijke rol. b. Waar staan we nu? Het project is een uitvoering van beheer en groot onderhoud / nieuwbouw - nieuwe parallelweg conform het vigerend beleid. De trajectstudie als vooromschreven is uitgevoerd. Nu dient de trajectstudie te worden uitgewerkt lot een uilvoerbaar project dat op maatschappelijk draagvlak kan rekenen. 45
HOLLAND c. Vervolgprocedure Met dit besluit stemmen PS in met de start van de verkenningsfase voor het project parallelslructuur N214 en gaan zij akkoord met inpassing van het project in het MPI. De planning is erop gericht dat PS eind 2014 op basis van een voorkeursvariant een uitvoeringsbesluit kunnen nemen. 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) Voor uitvoering van deze maatregelen is een benodigd budget van 17 min geraamd. Hiervan wordt 15 miljoen gedekt door inzet van voor toedeling beschikbare ruimte binnen het Meerjarenprogramma Provinciale Infrastructuur (MPI paragraaf 5.7). Functionele verbeteringen en het Duurzaam Veilig inrichten van provinciale wegen zijn opgenomen in het MPI als vooralsnog ongedekte ambitie (MPI paragraaf 2.4). Gelijktijdig met dit besluit wordt een totaaloverzicht van toedeling van beschikbare ruimte binnen het MPI aan Provinciale Staten voorgedragen. Hierin is te zien hoe de toedeling van 15 aan het project N214 Parallelstructuur past in de totale beoogde verdeling van ruimte. Het besluit over de verdeling komt niet in de plaats van dit projectbesluit. maar is aanvullend hierop; het projectbesluit is leidend. Uitzondering hierop is als het overzicht van beoogde verdeling door GS en/of PS expliciet wordt geamendeerd ten aanzien van dit project; in dat geval zal het projectbesluit moeten worden aangepast. Daarnaast wordt voorgesteld om het resterende bedrag van 2 miljoen te dekken uit de investeringsbegroting Beheer & Onderhoud van DBI. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon A.A. van Vuren Kamer G5.07 5/5
Voordracht aan Provinciale Staten p i^ HOLLAND van Gedeputeerde Staten Ondenwerp Voorbereidingsbesluit project parallelstructuur N214 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Artikel nr. 2.2.1 van de Regeling Projecten Zuid-Holland Besluiten: In te stemmen met de start van de verkenningsfase voor het project Parallelstructiuur N214; voor dit project een budget van 15 min op te nemen in het Meerjarenprogramma Provinciale Infrastructuur (MPI), te dekken door inzet van voor toedeling beschikbare ruimte binnen het MPI. Den Haag, 2013-10-09 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter. Voordracht aan Provinciale Staten - Voort>ereidingsbesluit project parallelstructuur N214 Pagina 1 van
2 Toelichting Conform artikel 2.2.1 van de Regeling Projecten Zuid-Holland (nr. 5921 d.d. 26 maart 2008) leggen Gedeputeerde Staten voorafgaand aan de verkenningsfase een ontwerp voorbereidingsbesluit (= ontwerpbesluit verkenningsfase) voor aan Provinciale Staten voor projecten in het MPI waarin het provinciale belang naar ven/vachfmg het bedrag van 10 min. overschrijdt. Het verbeteren van de doorstroming en de veiligheid van de provinciale wegen zijn doelstellingen van het kaderstellend mobiliteitsbeleid van de provincie Zuid-Holland, waaraan met dit project wordt bijgedragen. In het Beheerplan Wegen en Vaanwegen 2012-2015 is vastgelegd hoe de provincie Zuid-Holland invulling geeft aan het beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur. Uitgangspunt hierbij is de trajectaanpak: door een éénmalige en grootschalige voorbereiding, aanbesteding en uitvoering van werken wordt de overiast voor de omgeving beperkt en geconcentreerd. Deze trajectaanpak start met een trajectstudie waarin het kwaliteitsniveau van de infrastructuur op de aspecten bereikbaarheid, veiligheid en omgevingskwaliteit wordt getoetst. In het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan 2002-2020 is vastgelegd dat het uitgangspunt voor het verkeersveiligheidsbeleid op de provinciale wegen wordt gevormd door het principe Duurzaam Veilig dat zijn oorsprong vindt in het in december 1997 door het rijk en alle wegbeheerders in Nederiand gesloten convenant Startprogramma Duurzaam Veilig Verkeer. Bij het onderhavige besluit speelt de doorstroming belemmerende werking van landbouwverkeer op de hoofdrijbaan een belangrijke rol. De provinciale weg N214 vormt samen met de N216 de ruggegraat van het provinciale wegennet in de Alblassenwaard en de Vijfheerenlanden. Hij verbindt de Al 5 vanaf de op- en afrit N3 bij Papendrecht met de A27 bij Noordeloos. De scope van het project kan omschreven worden als een duurzaam veilige inrichting van de N214 vanaf de Damseweg (Graafstroom) tot aan de op- en afrit A27 nabij Noordeloos. In de trajectstudie voor het onderhavige project is het ontvlechten van landbouwverkeer van het doorgaand verkeer een voornaam issue, om redenen van doorstroming en verkeersveiligheid. Uit de ongevallenanalyse blijkt dat in de periode 2002-2009 90 ongevallen hebben plaatsgevonden. Veel van deze ongevallen blijken direct of indirect gekoppeld aan inhaalmanoeuvres. Daarbij was geen enkel dodelijk ongeval. Wel ging het in 13 gevallen om een ongeval met letsel. De overige ongevallen hadden uitsluitend materiële schade tot gevolg. Uit het wegbelevingsonderzoek (TNS Nipo 2010) in het kader van de trajectstudie komt naar voren dat automobilisten en motorrijders tevreden zijn over de doorstroming behalve bij landbouwvoertuigen en vrachtwagens op de rijbaan, bij file op de Al 5 en bij de verkeerslichten op het kruispunt met de N216. Naast deze ontvlechting is een veiliger oplossing voor fietsers aan de orde. De bestaande fietspaden in het wegtracé liggen te dicht bij de hoofdrijbaan volgens de landelijke richtlijnen van CROW. In het belevingsonderzoek geven de fietsers daarbij aan de fietspaden, waar die nog langs de hoofdrijbaan liggen, erg smal te vinden. Voordracht aan Provinciale Staten - Voorbereidingsbesluit project parallelstructuur N214 Pagina 2 van
Met dit besluit stemmen PS in met de start van de verkenningsfase voor het project parallelstructuur N214 en gaan zij akkoord met inpassing van het project in het MPI. Hiermee wordt bovendien aangesloten bij motie 389 die PS op 31 oktober 2012 hebben aangenomen als leidraad voor de toedeling van vrije ruimte in het MPI. Vooralsnog worden de kosten in deze fase geraamd op ca. 17 min die kunnen worden gedekt door inzet van voor toedeling beschikbare ruimte binnen binnen het MPI (15 min.) en de investeringsbegroting Beheer & Onderhoud van DBI (2 min.). Gelijktijdig met dit besluit wordt een totaaloverzicht van toedeling van beschikbare ruimte binnen het MPI aan Provinciale Staten voorgedragen. Hierin is te zien hoe de toedeling van 15 aan het project N214 Parallelstructuur past in de totale beoogde verdeling van ruimte. Het besluit over de verdeling komt niet in de plaats van dit projectbesluit, maar is aanvullend hierop; het projectbesluit is leidend. Uitzondering hierop is als het overzicht van beoogde verdeling door GS en/of PS expliciet wordt geamendeerd ten aanzien van dit project; in dat geval zal het projectbesluit moeten worden aangepast. In de verkenningsfase zal in nauwe samenspraak met de regionale overheden en maatschappelijke partijen gezocht worden naar een voorkeursvariant die het probleem met de doorstroming en de verkeersveiligheid op een adequate manier oplost en kan bogen op een zo groot mogelijk draagvlak. De planning is erop gericht dat PS eind 2014 op basis van een voorkeursvariant een uitvoeringsbesluit kunnen nemen. Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten? Den Haag, 27 augustus 2013 Een duurzaam veilige inrichting van de provinciale weg N214, de oost-west verbinding in de Alblasserwaard, door een herinrichting waarbij het landbouwverkeer wordt gescheiden van het doorgaande autoverkeer en het fietsverkeer op een veilige wijze wordt geaccommodeerd. Een en ander op basis van de trajectaanpak Groot Onderhoud zoals opgenomen in het Beheerplan Wegen en Vaanwegen 2012-2015 (nr. 6414 d.d. 14 december 2011). Het landbouw- en fietsverkeer veilig accommoderen, naar venwachting op één of meer separate parallelstructuren. Naar schatting 17 min. gedekt door inzet van voor toedeling beschikbare ruimte binnen het MPI (15 min.) en de investeringsbegroting Beheer & Onderhoud van DBI (2 min.). Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, mw. drs. J.A.M. Hilgersom J. Franssen Voordracht aan Provinciale Staten - Voorbereidingsbesluit project parallelstructuur N214 Pagina 3 van;