Groepsdynamiek in de eerste Gouden Week

Vergelijkbare documenten
POSITIEVE GROEPSVORMIN GEEN GOED BEGIN!

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

CBS De Akker De groep een groep September 2018

Gedrag van de week schooljaar

Hoe gaat het in groep 1/2 b

ZO GAAN WIJ MET ELKAAR OM

Hoe maak ik van mijn klas een groep? Barbara Janssens

Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren

Groep 3 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Opdracht 1. Wat speelt er om JA te zeggen tegen iets wat je niet wil?

Hoe maak ik van mijn klas een groep? Marijne Sammels 10 april 2014

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag

Onze parel van obs de Meent uit Maarn De gouden weken

Waarom zijn er groepen?

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag.

Ik ben Stephanie. Ik ben Stephanie

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Workshop: Dit pestcongres werkt wel

Pestprotocol Gaspard de Coligny

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Gesprekskaarten pedagogisch handelen

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal.

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Teambuilding = vormen van een goedwerkende groep

Lessuggesties. Basisonderwijs gr

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Wat is je plaats? Kindkracht 9 en 16 juni Dr. Kees van Overveld

Schooltijden.

OOST WEST THUIS BEST

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

boek KlasseBoek KlasseBoek Tips voor een (h)echte klas Henk de Visser Boek voor n (h)echte klas Henk de Visser

Onderwijsavond: Groepsdynamiek! Een sterke start van het schooljaar.

Hang de Kwink van de Week onder de deelposter Zelfmanagement (zie Vooruitblik/ deelposter bij les 8 op de website).

Verantwoordelijkheid ontwikkelen. Informatiekit om uw medewerkers te helpen bij het voorkomen van werkstress

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

D O EN P R A T EN B E W EGEN

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

De ontwikkelde materialen per unit.

Hier zijn wij. Een schooljaar vol plannen en voornemens

Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

Overijse Overlegt. Samen dromen & denken over de toekomst van onze gemeente. Leidraad voor grotere toekomsttafel

flitsletters spellenbundel Voor speelse oefenmomenten, thuis en in de klas.

Les 13a Zoek de verschillen

Reflectiegesprekken met kinderen

ACTIEF TOEZICHT. Informeren en structurele maatregelen

Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES

Mentorlessen. Klas:...

E-BOOK 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES. kinderen en Emoties 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES

Voor het eerst naar school

ZELFVERTROUWEN EN ZELFBEELD BIJ KINDEREN Rehobothschool Geldermalsen. Karolijn Ilsink-Erwich

CBS de Wegwijzer. Aan de ouders/verzorgers van CBS de Wegwijzer,

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart)

Gedragsprotocol. Trots zijn op jezelf en op elkaar!

Wat wil je zien? Wat wil je horen? Stel duidelijke regels voor de klas. Tip # 1. Tip # 1 Stel duidelijke regels voor de klas

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan.

Ik kom voor mezelf op (lessenserie Omgaan met pesten)

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

Tijdens de lessen loop ik rond en probeer ik de leerlingen te helpen, vragen te beantwoorden, tips te geven en de leerlingen wat te leren.

Een fijne en veilige omgeving!

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Activiteiten BSO De Berenboot groep 1 t/m 3 Zomervakantie week 1: 6 t/m 10 juli. Thema: Dit is mijn lijf

Je bent nu al bijna vier jaar en dan mag je naar school. Eerst mag je een paar ochtenden komen kijken.

Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Vakantieprogramma Chillen in ons ZOmerparadijs. Bij Zo op het Podium/Zo op Gummarus

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Het houden van een spreekbeurt

Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen.

13 Jij en pesten. Ervaring

Omgaan met een moeilijke klas. Susan de Bruin

geweldig efficiënte tips voor werk en thuis! Marieke Anthonisse

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

Draaiboek. Voorbereiding voor De week tegen pesten 2014

Nieuwsbrief 20 7 juli Aan alle ouders, verzorgers

Hiervoor zet ik me in! in klas

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

De gymles van begin tot eind

BSO De Dolfijn De Orka s

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Inleiding WIST JE DAT JE GEVOEL VAAK BEPAALT WAT VOOR HUMEUR JE HEBT?

Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES

Beste ouders, Team Weemewereld

Tussendoortjes. Oeps, wie telt er. Dirigentje. Juf Elien

Wij gaan bouwen, wij gaan bouwen, Doe je mee, doe je mee, Pak dan ook je spullen, pak dan ook je spullen Zaag, plank, schroef, zaag, plank, schroef.

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet?

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Anti-pestprotocol. Februari 2017

31 augustus 2015 (nr 1)

Transcriptie:

Groepsdynamiek in de eerste Gouden Week

Inhoudsopgave Inleiding, de eerste Gouden Week 3 1 Groepsprocessen Van vormen naar normen en terug 4 2 Doe mij ook zo n leuke groep! Richtlijnen voor een goede groep 6 3 Activiteiten Werken aan goed gedrag 8 4 Spelletjes Vergroot het vertrouwen met spelletjes 10 5 Praten Praten naar een goede groep 13 2

Inleiding De eerste Gouden Week Met de start van het schooljaar, start ook een spannend proces. Het groepsproces. Welke rollen kinderen in de groep gaan vervullen wordt op dit moment bepaald. Het groepsproces kan enkele weken in beslag nemen, maar zal altijd in ontwikkeling blijven. Daarover lees je meer in hoofdstuk 1 Groepsprocessen. Het idee van een Gouden Week is dat je het groepsproces een handje helpt. Door enkele aanpassingen en suggesties te doen kun jij een goede groep maken. Probeer dus met name in de eerste schoolweek tijd in te ruimen voor de activiteiten, spelletjes en gesprekken die in hoofdstuk 2 tot en met 5 worden gedeeld. 3

1 Groepsprocessen Van vormen naar normen en terug Wanneer mensen samen komen in een groep, zijn er altijd enkele fases die ze doormaken. Dit geldt niet alleen in een schoolklas, maar ook wanneer er een nieuw lid bij een team komt of wanneer je voor het eerst gaat sporten. In deze fases wordt ieder lid van de groep zich al dan niet bewust van de rollen in een groep. Zo worden de leiders duidelijk, maar kan ook een zondebok worden aangewezen. Deze groepsdynamica vindt eigenlijk voortdurend plaats. Als leerkracht kun je dit proces ten gunste van de klas sturen. Zo bereik je aan het begin van het jaar een ideaal groepsklimaat. Wie bereid is daarin te investeren zal de rest van het jaar de vruchten kunnen plukken van een gezellige, goed functionerende groep. Ander groot voordeel: wanneer er in de groep een prettige sfeer hangt, neemt de kans op gedragsproblemen aanzienlijk af. Fases In de groepsdynamica worden vijf fases van elkaar onderscheiden, namelijk: 1. Forming 2. Storming 3. Norming 4. Performing 5. Termination Fase 1: Forming In deze fasen kennen de kinderen elkaar nog niet óf wanneer de groep het jaar daarvoor ook een groep was weten zij niet of alles nog bij het oude is gebleven. Veranderingen in een zomervakantie kunnen immers bepalend zijn voor het verdere verloop van de groep. De groep is in deze eerste fase nog erg rustig. Ze zijn vooral met zichzelf bezig en hoe ze overkomen op andere groepsleden. De leerkracht zorgt in deze vormende fase (forming) voor veiligheid. Fase 2: Storming Na een tijdje weten de kinderen wat ze van elkaar kunnen verwachten. Ze weten wie ze zelf zijn en waar hun eigen grenzen liggen. Het is nu zaak om gezien te worden door de groep. Dit is een rumoerige (stormachtige) fase, waarin ieder individu iets meer van zichzelf laat zien. Ruzietjes, botsingen en (vaak kleine) conflicten zijn aan de orde van de dag. Dit hoort er bij en is onderdeel van een gezond proces. 4

Als leerkracht kun je deze storming het beste laten gebeuren en enkel ingrijpen wanneer dat echt vereist is. De hiërarchie van de groep bepaalt zich zelf. Wel is het belangrijk om te beseffen dat deze norming-fase erg belangrijk is. De groep kan eindigen als een prettige groep, waarin goed wordt samengewerkt en waarin oog is voor elkaar. Maar het kan ook verkeerd lopen en leiden tot een machtsstrijd, met pesterijen en zondebokken. Houd als leerkracht dus in deze fase goed in de gaten wie welke rol toebedeeld krijgt en stuur indien gewenst bij door in te grijpen. Fase 3: Norming In fase 3 is het tijd om de norm te bepalen (norming). Wat wordt het nieuwe normaal voor de groep? De groepsleiders zullen daarin een bepalende rol spelen. Dit kan zowel bewust als onbewust zijn. De normen die hier bepaald worden blijven voor altijd staan. Het is moeilijk om daar later van af te wijken. Wanneer je je als leerkracht dus niet kan vinden in de normen die je groep als normaal is gaan zien, dien je in te grijpen. Dat kun je onder meer doen door sterk te hameren op het tegengaan van ongewenst gedrag en de voordelen van een sterke groep. Fase 4: Performing Nu begint het pas echt. De hiërarchie en de ongeschreven regels zijn bepaald. Nu gaat de groep van start (performing). Normaal gesproken duurt het bij een groep die elkaar al kent van voorgaande jaren zo n twee tot drie weken voor deze fase start. Bij compleet nieuwe groepen (zoals op de middelbare school) kan het wel twee maanden duren, ongeveer tot aan een eerste vakantieperiode. Wanneer er een nieuw kind in de klas komt of er een wisseling van leerkracht is, kan het zijn dat de eerdere fases nogmaals passeren. Dat ligt aan hoe ingrijpend gebeurtenissen worden ervaren. Een groep is dus nooit af. Het proces van groepsdynamica vindt voortdurend plaats. Fase 5: Termination Zo tegen het einde van het jaar voelt de groep dat ze afscheid van elkaar moeten nemen (zoals in een groep 8) of dat de zomervakantie hen ene tijdje zal scheiden. Je ziet in deze fase dat groepen elkaar meer opzoeken en anders omgaan met de regels. Ook hun eigen regels uit de normingfase worden dan uit het oog verloren en losgelaten. Als leerkracht dien je hierop te letten en bij te sturen. 5

2 Doe mij ook zo n leuke groep! Richtlijnen voor een goede groep Elke gezond functionerende leerkracht wil een leuke groep. Immers, een groot deel van je eigen werkplezier hangt samen met de groep die je een jaar lang onder je hoede neemt. Een leuke groep is een gezellige, hardwerkende groep waarin iedereen gezien én geaccepteerd wordt. Wil jij ook zo n groep? Werk dan aan de hand van de richtlijnen die hieronder besproken worden. Wees een voorbeeld Het gedrag dat je bij je leerlingen wenst te zien, moet je eerst zelf laten zien. Wees dus een voorbeeld! Laat de kinderen zichzelf zijn, toon respect en interesse. Maar laat ook zien dat samenwerken lonend is. Werk veel in groepjes en wissel zoveel mogelijk! Niet altijd dezelfde kinderen samen laten werken, want daardoor ontneem je kinderen de mogelijkheid om talenten van elkaar te zien. Laat ieder kind glanzen in zijn eigen talent. Neem de tijd Een goede groep is het resultaat van een reële tijdsinvestering. Het kan twee tot acht weken duren voor de fases forming, storming en norming zijn afgerond. Wanneer je die weken goed benut, heb jij onbewust heel veel bij kunnen dragen aan de groep van je dromen. Beïnvloed en manipuleer Als leerkracht kun je heel goed je stempel drukken op de normingfase, door hier in de formingfase al op in te spelen. Benoem wat goed is en doe het goede voor. Door dit regelmatig letterlijk uit te spreken zullen kinderen het vanzelf meenemen in de natuurlijke normingfase. 6

Baken opdrachten af Heb je opdrachten waarbij het je doel is dat kinderen samenwerken? Stel dat dan voorop en baken af dat ze toch alleen of individueel gaan werken. Voorkom dat ze kleinere brokjes van een taak nemen en ieder voor zich gaan. Wanneer een groep niet goed weet wat samenwerken behelst, moet je ze dit leren. Focus op processen, niet op resultaten Wanneer het je doel is om een goede groep te creëren, zijn resultaten niet belangrijk. Bij het maken van een muurkrant stel je dus vooral vragen over het proces: - Hoe ging de samenwerking? - Wat heb je van iemand anders kunnen leren? - Wat heb jij iemand anders kunnen leren? - Wat zouden jullie de volgende keer anders doen? - Wat zouden jullie de volgende keer hetzelfde doen? - Wie wil je een compliment geven en waarom? Bespreek de dag Een dag is voor kinderen een hele beleving, vol met momenten die ze bij zullen blijven. Geef de mogelijkheid om zich over die dag uit te laten door aan het einde van elke dag (in ieder geval de eerste periode) 10 minuten in te ruimen. Stel vragen over welke positieve gedragingen ze gezien en geuit hebben. Behandel ook kort wat niet goed ging, maar dik dit niet aan. Ken én kies je pappenheimers Als je een vraag stelt hoop je op een bepaald antwoord. Kies dus altijd je pappenheimers uit als het op antwoorden aankomt. Laat een gevoelige vraag niet beantwoorden door een autist die geen idee heeft waar het over gaat, maar door dat gevoelige meisje dat altijd het goede antwoord geeft. Het is wederom een stukje manipuleren, maar wel in het belang van de goede zaak. Wees open Wil je een band opbouwen met de klas? En wil je dat de klas een band met jou opbouwt? Deel dan informatie. Kinderen vinden het leuk om iets over jou te weten te komen. Kies wel uit wat je wel deelt en wat niet. Sommige informatie kan gevoelig liggen. Je weet zelf het beste wat je wel en niet wil delen. 7

3 Activiteiten Werken aan goed gedrag Werken aan goed gedrag werkt het beste als je een aantal activiteiten hebt. Deze activiteiten zijn kort, makkelijk uit te leggen en zorgen ervoor dat je de band in je groep snel versterkt. Ook maak je op speelse wijze duidelijk wat je van een groep verwacht en van individuen in die groep. Maar ook bieden deze activiteiten je de mogelijkheid om het groepsproces meer naar je hand te zetten. Groepsregels In de eerste week kun je beginnen met de groepsregels. Als je zelf het goede voorbeeld hebt gegeven, kun je hier op donderdag of vrijdag mee beginnen. Je zal je erover verbazen hoeveel van jouw eigen regels kinderen dan al overnemen. Laat de groep in kleine groepjes regels inventariseren en kies er zeven uit die je groot op een poster plakt. Vervolgens dienen deze regels getekend te worden door alle leerlingen én de leerkracht. Hang de poster op en prominente plaats op, zodat iedereen er naar kan kijken. Neem de regels serieus door ze de eerste dagen nog elke ochtend even door te nemen en er regelmatig naar te verwijzen. Let er ook op dat je de regels af en toe evalueert en zo nodig bijstelt. Vaak is het niet nodig, maar het kan net nodig zijn om de groep meer naar je hand te zetten. Suggestie: Je kan sturen op positief geformuleerde regels (we zijn lief voor elkaar, we gaan respectvol met spullen om), maar dat hoeft niet. Als de klas behoefte heeft aan regels waarbij negatief gedrag wel wordt benoemd, dan is dat zo (we fluisteren niet over elkaar, we pesten elkaar niet). Het zijn vaak de volwassenen die een probleem hebben met het woordje niet, terwijl het voor kinderen veel duidelijk is dat ze iets niet mogen dan dat ze iets wel mogen. In de spotlights Goed gedrag werkt het beste als je het signaleert. Daarom is het goed om gedrag positief te stimuleren door kinderen of groepjes in de spotlight te zetten. Want als kinderen weten dat er die dag extra op hen wordt gelet, zullen ze zich nog beter gedragen. Deze activiteit kun je in de klas vormgeven door elke dag een ander kind of in het geval van een Gouden Week: een groepje kinderen centraal te stellen. Benoem waar je die dag op gaat letten, zoals: - Hoe gedragen de kinderen zich naar elkaar? - Wie helpt andere kinderen? 8

- Hoe spreken de kinderen elkaar aan? - Hoe gaan de kinderen om met spullen (van elkaar en de klas)? - Welke goede voorbeelden laten deze kinderen zien? Kom hier later op terug en complimenteer de kinderen die in de spotlights hebben gestaan. Ze zullen dan zeker inspiratie vormen voor andere kinderen. De doelenmuur Gezamenlijk een doel hebben zorgt voor verbinding. Verbinding zorgt voor een prettigere sfeer. Je kunt dit zelf neerzetten door een doelenmuur te introduceren. Richt achterin de klas een muur in waar de klassendoelen op verzameld worden. Leg deze niet zelf op, maar laat kinderen doelen benoemen. Deze doelen kunnen ontstaan na een klassengesprek. Natuurlijk kun je wel sturen op doelen, zoals: - We leren van en met elkaar leren. - We leren de talenten van elkaar benutten. - We leren onze vinger opsteken als we een vraag hebben. - We leren elkaar uit te praten. Breng van tevoren in kaart waar de klas moeite mee heeft. Daar kun je vervolgens doelen van formuleren voor op de doelenmuur. Deel de verantwoordelijkheid Naast de klassendienst zijn er tal van andere verantwoordelijkheden uit te delen. Wanneer je iedere leerling een taak geeft, zal die zich verantwoordelijk voelen en dus onderdeel van de groep! Af en toe kun je die taken wisselen, maar dat hoeft niet. Voorbeelden zijn de chef schriften (deelt de schriften uit), de chef ophaal (haalt de schriften op), de chef handdoekjes (houdt de handdoeken bij), de chef raam (doet de ramen op en dicht), de chef koffie (haalt koffie voor je), de chef bord (wist het bord aan het einde van de dag) en de chef goudvis (geeft de goudvis eten). Wees creatief en je zal voor iedere leerling een passende chef-rol vinden. Probeer een taak te geven die bij een kind past. Chef koffie is de leerling die vaker een loopje nodig heeft en chef goudvis is de leerling die graag met dieren werkt. 9

4 Spelletjes Vergroot het vertrouwen met spelletjes Groepsprocessen gaan gepaard aan vertrouwen. Een aantal spelletjes, die je makkelijk kan spelen gedurende de dag, kunnen je helpen om de eerste weken (en met name in de Gouden Week) vertrouwen te kweken. Hieronder volgen 10 spelletjes voor alle klassen. #1 Mijnenveld Dit spel speel je in de klas, in de gymzaal of buiten. Vorm een vierkant van vier bij vier of vijf bij vijf meter (kleiner kan ook, maar dan moet je het in groepjes spelen). Leg in het vierkant voorwerpen neer (boeken, een bal of tassen) en stel dat dit mijnen zijn. Het is de bedoeling dat het ene kind het andere kind (dat zijn ogen dichthoudt) door het mijnenveld loodst. Als je zonder iets te raken aan de overkant komt, heb je als tweetal gewonnen. Dit spel kan dus met tweetallen door elkaar gespeeld worden! #2 Vriezen en dooien Alle kinderen staan in de kring. Ze zijn bevroren. Als de leerkracht een lichaamsdeel noemt, ontdooit dat en mag het gaan bewegen. Bijvoorbeeld op muziek. Langzaam worden alle lichaamsdelen genoemd en mogen de kinderen dus volledig meebewegen op de muziek. #3 Levend memory Bij dit spel mogen de kinderen ook even lekker in beweging komen. Het is dus ook een energizer. Twee kinderen verlaten de klas, terwijl de overige kinderen duo s vormen (een kind over wordt een trio). De duo s spreken een gebaar af dat ze zullen maken als ze genoemd worden. De twee kinderen op de gang komen terug en proberen te raden welke kinderen bij elkaar horen. Door een naam te noemen moet het kind zijn beweging laten zien. Twee kinderen na elkaar, betekent een punt. Degene die de meeste kinderen raadt, is de winnaar. 10

#4 Verdwenen voorwerpen Leg een stuk of 10 voorwerpen op een tafel en laat kinderen goed kijken. Dan moeten alle kinderen hun ogen dichtdoen en haal je één voorwerp weg. De kinderen moeten raden welk voorwerp er weg is. Alternatief: verruil een voorwerp voor een ander voorwerp. Ook kun je dit spel doen door een stuk of vijf kinderen voor de klas te zetten en de volgorde te veranderen. De vraag is dan: hoe stonden de kinderen eerst? #5 De euro gaat op reis Dit is een spel dat je kan spelen als je in een kring zit. Eén kind moet in het midden gaan staan met de ogen dicht. Geef vervolgens een euro door en zeg het versje: 'K heb een euro in mijn hand, die gaat reizen door het land. Is hij hier? Is hij daar? Als je 'm ziet dan zeg je 't maar. Als je klaar bent, moet het kind in het midden raden wie de euro heeft. #6 Ik zie, ik zie Het spelletje Ik zie, ik zie kun je op elk willekeurig moment spelen. Het vereist weinig voorbereiding en weinig kennis. Een makkelijk spel dat je desnoods in 30 seconden nog kunt doen. #7 De groepsfoto Alle kinderen moeten zich opstellen voor de groepsfoto. Dat doen ze voor het bord. Eén leerling is de fotograaf. Deze leerling moet op een gegeven moment de klas uit. Eén leerling gaat uit de foto en verstopt zich achter de groep. De fotograaf wordt binnengehaald en moet raden wie er verdwenen is. #8 Moordenaartje/ dirigentje Het spel moordenaartje wordt gespeeld door één rechercheur aan te wijzen die de klas verlaat. Dan wordt er een moordenaar aangewezen, welke met een knipoog kinderen het zwijgen op kan leggen. Deze moordenaar moet ontmaskerd worden door de rechercheur. 11

Voor de lagere groepen kan dirigentje gespeeld worden. Dan is de moordenaar een dirigent die iedereen een ander gebaar laat doen. Het is aan de inspecteur om te bepalen wie de dirigent is. #9 Klapspelletje Dit muzikale spelletje is ook makkelijk voor tussendoor. Begin met het klappen van een ritme en zeg de kinderen dat ze het ritme op moeten pakken. Zodra dat een beetje klopt, kun je er dingen aan toevoegen. Gebruik eventueel ook je tafel of begin met neuriën. Uiteraard kan een kind hierin uiteindelijk ook de leiding nemen. #10 Samen tot 10 tellen Hoe moeilijk kan het zijn om samen tot 10 te tellen? Wel als je er geen afspraken over maakt! Het is de bedoeling dat de klas gezamenlijk tot 10 telt, maar dezelfde leerling mag niet twee keer achter elkaar een getal noemen én een getal mag niet door twee leerlingen tegelijk worden gezegd. Gebeurt dat wel, dan begin je weer op nul. De leerkracht begint door nul te roepen. 12

5 Praten Praten naar een goede groep Ook een gesprek in de groep kan enorm bijdragen aan de norming-fase en overige fasen in de groepsdynamica. Hieronder volgen enkele vragen die de kinderen na laten denken en waarover je een leuk gesprek kunt vormen. - Met wie zou je graag een dag willen ruilen? - Wat wil je heel graag doen, maar durf je niet? - Van wie hou jij heel veel? - Welke prijs zou jij graag willen winnen? - Waar zou je graag op vakantie willen gaan? - Waar denk jij aan voordat je s avonds gaat slapen? - Welke mop vind jij heel grappig? - Welke eigenschap zou je graag willen hebben? - Van wie zou je graag een dagje les willen hebben? - Wanneer heb jij voor het laatst heel hard gelachen? - Waar ben jij trots op? - Wat doe jij over twintig jaar? - Wat zou je doen als je een dag lang onzichtbaar was? - Wat zou jij uit willen vinden? - Waar ben jij een kampioen in? - Welke dag uit je leven zou je graag nog een keer willen meemaken? - Wie heeft jou wel eens geholpen? - Wanneer heb je voor het laatst gedanst? - Welk deel van de schooldag vind je het leukst? 13