Ontvangen 3 0 JUNI Gemeente Dongen. M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant. t.a.v. M. Boonekamp Postbus GE DONGEN

Vergelijkbare documenten
UIT Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van Dam Onderwerp:

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

GGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013

Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus AA BLADEL

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

CCD, Bureau Gezondheid, Milieu S Veiligheid GGD'en Brabant I Zeeland

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

cm, f GEMEENTE SINT-OEDENRODE TEAM: INGEK. 2 2 DEC 2016 Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant ZAAK NR.: DOC NR.:

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

De Marke III te Hengevelde

Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Datum: 7 november 2016 Behandeld door: M. Janssen/ R.Nijdam

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

Geachte mevrouw Vork,

LOG Montfort - Maria Hoop

Buro Waalbrug T.a.v. de heer Langbroek Schoenaker SZ BEUNINGEN. Boxmeer, 25 april 2014

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Geuronderzoek Uitbreiding Pukkemuk, Dongen

RAPPORT LUCHTKKWALITEIT

Woon en leefklimaat plattelandswoning Huttendijk 1 Rekken

Van agrarische bedrijfsbestemming naar bedrijfsbestemming met bedrijfswoning.

Intensieve veehouderij en gezondheid

plan-mer verplaatsing veehouderij Gestraatje 65 naar Heinsbergerweg 20 te Montfort: beschouwing gezondheidsaspecten 1. Inleiding

Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie

Veehouderij & Gezondheid. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Aanleiding Adviesvraag Beoordeling

Toetsing Fijn stof wijziging bestemmingsplan Garderenseweg 158a Speuld, gemeente Ermelo

Geuronderzoek. Nabij Zesde Tochtweg 1 Moerkapelle

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009

Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven

Veehouderij en gezondheid omwonenden

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit

OMGEVINGSTOETS GEURBELASTING Jonkers Advies Weldsehei WR VELDHOVEN

Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij

Toelichting Wijzigingsplan Sint Jan ten Heereweg 1 Aagtekerke

VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING

NOTITIE BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING BOSSCHEBAAN 37 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

GIG/P Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant

BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING. Bestemmingsplan Kernen Maasdonk, herziening Leiweg 6 Geffen

Geuronderzoek. Wijziging bestemming Agrarisch naar Wonen. Kuilsendijk 6 Wanroij

Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek

Ons kenmerk: RJ/97127-AA017

Advies uitbreiding Bekendijk 3 Terwolde

Onderzoek Geur en fijnstof PlanMER Langedijk D E F I N I T I E F

4.3. Fijn stof en NO 2

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Kollenburgweg 3 in Didam (gemeente Montferland)

Rapport. Actualisatie geuronderbouwing Spechtenlaan. Gemeente Uden

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

Het Veluws Ontwerpburo heeft Omgeving Manager opdracht gegeven de bovengenoemde aspecten te onderzoeken.

VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

Die zienswijzen die betrekking hebben op het onderdeel milieu betreffen, kort samengevat, het volgende.

datum referentie behandeld door 16 maart 2017 Apa.Hun.17.GO BP-01 R.G.P. van Hooy

Fijnstofberekening Plattelandswoning Roomstraat 15 Drempt

Onderzoek Geurhinder Veehouderijen V-Stacks Gebied en V-Stacks Vergunning

Versie : 1.0 Datum : 24 oktober Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo

Onderzoek luchtkwaliteit. Elsendorpseweg 99, Elsendorp

Geachte heer Landeweerd,

Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg

ADVIESMEMO. Plangebied Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve

Volksgezondheid en veehouderij

Geuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon

Monique Meijerink 30 maart Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

Memo. Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel Fax

Ontwerp Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder 7 bouwkavels Tiendzone te Papendrecht

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

notitie Hindercontouren rondom het plangebied Amerongerwetering 2 te Amerongen

Geuraspect bestemmingsplan gemeentehuis Leudal Project:

Nr Casenr Harderwijkerweg 138. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Harderwijkerweg 138

Geuronderzoek Urlingsestraat 11A Oeffelt

Bedrijven en milieuzonering Horeca paviljoen, Mercuriusplein Berlicum

Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw. Moleneind 25, Loon op Zand

EVALUATIE GEURGEBIEDSVISIE GEMEENTE SOMEREN 2017

Geuronderzoek Aanvraag woningsplitsing aan: De Wind 20 te Gemert

Motivering woon- en leefklimaat (geluid, geur en fijnstof)

Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180

Notitie. : Geuronderzoek bedrijventerrein Laarberg

Quickscan Bedrijven. n en milieuzonering Binnenweg 31 te Tw. wello Project

Besluit hogere grenswaarden Wet Geluidshinder bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Monnikenberg

Binnen een straal van 1000 meter rondom het plangebied schijfsebaan 4a zijn 9 stuks veehouderijen gelegen, te weten aan de:

Inspraaknota ontwerp 'Beleidsregel omgekeerde werking woon- en leefklimaat'.

Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)

Versie : 1.0 Datum : 6 oktober Onderzoek milieuaspecten milieuzonering en geur voor woningsplitsing Harreveldseweg 3 in Harreveld

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari v3 M. Blankvoort

NOTITIE LUCHTKWALITEIT MFC LANGESTRAAT 36 TE HEEREWAARDEN GEMEENTE MAASDRIEL

Berekening geuremissie contouren Boonkweg 21

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt

Tabel 1: Dosis-effectrelatie voor- en achtergrondbelasting, hinderpercentage en leefklimaat Voorgrondbelasting (ou E /m 3 )

Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid

Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020

Geuronderzoek. Agrarisch kinderdagverblijf t Broek 8 Nistelrode

Transcriptie:

Ontvangen M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant 3 0 JUNI 2017 Gemeente Dongen Gemeente Dongen t.a.v. M. Boonekamp Postbus 10153 5100 GE DONGEN Kenmerk: UIT-17038706 Datum: 28 juni 2017 Behandeld door: M. Scholtes/A. Rietveld E-mail: m.scholtes@ggdgmv.nl Onderwerp: Gezondheidskundige beoordeling vergunningaanvraag uitbreiding recreatieboerderij Pukkemukte Dongen Geachte heer Boonekamp, De gemeente Dongen heeft de GGD benaderd met het verzoek advies te geven over de mogelijke gezondheidsrisico's voor de recreanten van speel- en recreatieboerderij Pukkemuk in relatie tot de nabijgelegen veehouderijen. Op Pukkemuk verblijven zowel dagrecreanten als de recreanten die op de camping/ in de recreatiewoningen verblijven. De locatie is gelegen in het buitengebied van Dongen (Vaartweg 192a). De ondernemer heeft bij de gemeente een plan ingediend dat voorziet in een uitbreiding van het dagrecreatieve gedeelte in combinatie met een verplaatsing en uitbreiding van het verblijfsrecreatieve gedeelte naar een perceel in de onmiddellijke nabijheid aan de overzijde van de Fazantenweg. De belangrijkste onderdelen van het huidige complex zijn: een binnenspeeltuin, speeltoestellen en andere speelvoorzieningen buiten, een boerensprookjesbos, ondersteunende horeca binnen en buiten, dierenpark en een betrekkelijk kleine camping met seizoenplaatsen (maximaal 25 seizoensgebonden standplaatsen en 15 vakantiehuisjes die uitsluitend gedurende het zomerseizoen worden geplaatst). Op het toekomstige perceel zijn 57 permanent te gebruiken recreatiewoningen en 15 kampeerplaatsen gepland. Ligging en ontwikkeling in omgeving De dichtstbijgelegen bedrijfswoning ten opzichte van Pukkemuk is in de beoogde situatie gelegen aan de Fazantenweg 50 (glastuinbouwbedrijf). De afstand tot de kadastrale perceelgrens van het terrein voor de toekomstige verblijfsrecreatie is circa 10 m. Door het creëren van een groenstrook zal de feitelijke afstand tussen het verblijfrecreatieterrein en de bedrijfswoning circa 30 meter zijn. Team Gezondheid, Milieu & Veiligheid Postbus 3024 5003 DA Tilburg Telefoon: 0900-368 68 68 Telefax: (073) 613 83 52 milieu@ggdgmv.nl GMV1-5000-02-2016

r M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant De uitbreiding van de dagrecreatie vindt ook in de richting van de Fazantenweg plaats; ook hier geldt dat de bedrijfswoning aan de Fazantenweg 50 het dichtst bij komt te liggen, namelijk op ca. 35 meter. In de directe nabijheid zijn 2 varkenshouderijen gevestigd (Vaartweg 192 en 196). Vaartkant 196 heeft kenbaar gemaakt plannen te hebben tot uitbreiding van het aantal dieren en realisatie van een nieuwe emissiearme stal. Onderstaand figuur geeft een beeld van de bestaande en aangevraagde situatie van Pukkemuk. (bron: Partiële herziening van het bestemmingsplan Dongen Buitengebied, recreatieboerderij Pukkemuk, toelichting, dec. 2016) Bij de beoordeling is door de GGD gebruik gemaakt van de volgende rapporten: notitie Advies Vaartweg 196 Dongen, d.d. 6-1-2017 Omgevingdienst Geuronderzoek Uitbreiding Pukkemuk, Dongen, Argonadvies 25-2-2016 Quickscan inzake het aspect gezondheid in relatie tot de uitbreiding van Pukkemuk in Dongen Rapportage Wet Luchtkwaliteit Pukkemuk, Dongen, Argonadvies 1-6-2016 diertabel vergunde en beoogde situatie Vaartweg 196 bijlage 2 omgevingsvergunning 4-2-2013 Partiële herziening van het bestemmingsplan Dongen Buitengebied, recreatieboerderij Pukkemuk, toelichting, december 2016 Gezondheidskundige beoordeling Vanuit veehouderijen is bekend dat omwonenden te maken kunnen hebben met een verhoogde blootstelling aan onder meer geur, fijnstof, endotoxinen en biologische agentia.

È Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant Deze aspecten kunnen tot gezondheidsklachten leiden. Zo is van geur bekend dat dit kan leiden tot (ernstige) hinder en gezondheidsklachten zoals misselijkheid en hoofdpijn. Van dieren afkomstig fijnstof, endotoxinen en biologische agentia is bekend dat deze tot gezondheidseffecten zoals luchtwegklachten en van dier-op-mens overdraagbare infectieziekten kunnen leiden. Daarnaast blijkt uit het onderzoek "Veehouderij en gezondheid omwonenden" (VGO) van het RIVM dat COPD patiënten die dicht bij een veehouderij of meerdere veehouderijen wonen, een grotere kans hebben op ernstigere klachten en vaker luchtwegmedicatie gebruiken. Daarnaast blijkt dat de longfunctie lager is wanneer de concentratie ammoniak in de lucht hoog is. Vermoedelijk hangt dit samen met de vorming van secondair fijnstof doordat ammoniak reageert met andere stoffen in de lucht. Doordat de recreatieboerderij is gelegen in de directe nabijheid van 2 varkenshouderijen, zullen de recreanten ook blootgesteld worden aan geur, fijnstof, endotoxine en zoönose. Derhalve worden deze aspecten gekeken. Daarnaast is gekeken naar het aspect geluid. In de bijlage wordt een onderbouwing van de conclusies gegeven. Conclusie De GGD concludeert, op grond van de beoordeling zoals weergegeven in de bijlage, dat: de geurbelasting en de daarmee samenhangende geurhinder - ook na uitbreiding van de varkenshouderij aan de Vaartweg 196 niet leidt tot een onacceptabele situatie. De gezondheidskundige advieswaarde voor de voor- en achtergrondgeurbelasting in het buitengebied wordt niet overschreden. de fijnstofconcentratie niet leidt tot een overschrijding van de gehanteerde norm voor fijnstof (PM10) zijnde 31,2 pg/m3. Op basis van de berekening bedraagt de fijnstofconcentratie op het hoogst belaste receptorpunt 22,64 pg/m3 en ligt het aantal overschrijdingsdagen op 11,3. Dit receptorpunt is gelegen aan de zijde van het perceel waar de dagrecreatie plaats vindt. Op het perceel waar de recreatiewoningen zijn gepland ligt de berekende concentratie PM10 op 22,08 pg/m3. In de berekeningen is geen rekening gehouden met de mogelijke bedrijfsuitbreiding aan de Vaartweg 196. Uit de aangeleverde informatie blijkt dat de fijnstofemissie in de beoogde situatie aan de Vaartweg 196 afneemt. de invloed van de aan de uitbreiding van de recreatieboerderij gerelateerde extra verkeersbewegingen (250 personenauto's zijnde de weekdaggemiddelde) niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. de op te richten recreatiewoningen niet binnen de endotoxine richtafstand berekend op basis van de fijnstofemissie van de individuele bedrijven liggen; hetgeen de GGD positief beoordeelt. Niet inzichtelijk is gemaakt of cumulatie hier mogelijk nog een rol speelt. Hiervoor kan de gemeente een indicatie krijgen door een cumulatie kaart te laten opstellen.

M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant Wanneer de woningen binnen de cumulatiecirkel ligt, geldt dat de bewoners een verhoogd gezondheidsrisico lopen ten gevolge van de blootstelling aan endotoxinen. Het terrein van de dagrecreatie wordt, bijvoorbeeld evenals sportterreinen, niet beschouwd als een gevoelige bestemming. Niet inzichtelijk voor de GGD is wat de geluidsbelasting op de gevel van de recreatiewoningen is. Met name geluid in de nacht kan tot geluidshinder leiden en daarmee tot verstoring van de nachtrust bij omwonenden. Dit dient derhalve vermeden te worden. Advies milieu Bekend is dat ervaren geluidshinder niet alleen samenhangt met het geluidsniveau maar ook met allerhande niet akoestische factoren zoals bijvoorbeeld hoe men staat tegenover de activiteit, persoonseigenschappen etc. Ook voor geurhinder geldt dat de werkelijke hinder die in de praktijk wordt ervaren, wordt bepaald door meerdere factoren (zoals intensiteit, gewenning en vertrouwdheid met de bron). Ook communicatie beïnvloedt hoe hinder ervaren wordt. De GGD adviseert daarom de gemeente: wanneer er klachten over geluid- en/of geurhinder door omwonenden worden geuit die gerelateerd worden aan de nabijgelegen varkenshouderijen - in samenspraak met deze bedrijven na te gaan of maatregelen genomen kunnen worden om de geluids-/geurbelasting te verminderen. De GGD verwacht niet dat de fijnstofconcentratie boven de 31,2 pg/m3 uitkomt. Dit is de waarde waaraan de PM10 concentratie door de GGD getoetst wordt. Omdat ook onder deze advieswaarde gezondheidseffecten niet uit te sluiten zijn, adviseert de GGD om in nauw overleg met de omliggende bedrijven goed na te gaan of alle mogelijke maatregelen genomen zijn om de bijdrage aan de totale fijnstof concentratie zo laag mogelijk te houden (ALARA principe = as low as reasonably achievable'). Advies zoönosen Zoönosen zijn infectieziekten die overgaan van dier op mens. In de aangevraagde situatie zal net als in de huidige situatie de risico's voor de recreanten vooral liggen bij de dieren die op het eigen terrein aanwezig zijn door het directe contact met hen. Goede hygiëne door de bezoekers en goede gezondheid van de dieren is noodzakelijk. De GGD adviseert minimaal een keurmerk zoönosen. De voorgenomen uitbreiding van de naastgelegen veehouderij lijkt door het overgaan op emissiearme stallen gunstig ten aanzien van het risico op verspreiding van zoönosen. De GGD vindt de voorgenomen uitbreiding van de recreatieboerderij acceptabel, als het advies ten aanzien van het zoönosekeurmerk wordt opgevolgd. GMV1-5000-02-2016

M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant Wanneer u naar aanleiding van deze adviesbrief nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met ondergetekenden. Met vriendelijke groet, Arts Maatschappij en Gezondheid; infectieziektebestrijding M. Scholtes Adviseur Milieu en Gezondheid

# Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant Bijlage bij brief uit-17038706 Beoordeling milieuaspecten 1. Geur Vanuit gezondheid wordt geurbelasting onacceptabel beschouwd wanneer dit meer dan 12% geurgehinderden veroorzaakt. Vanwege de agrarische historie en functie van het buitengebied, is het gebruikelijk dat in het buitengebied méér milieuruimte toegestaan wordt: 20% gehinderden wordt als maximum beschouwd.1,2 Deze waarden hanteert de GGD als gezondheidskundige advieswaarden. De GGD hanteert het standpunt dat het onderzoek van Geelen et al. op dit moment het best beschikbare beeld van de relatie tussen achtergrondbelasting geur van veehouderij en mate van (ernstige) geurhinder geeft, omdat dit onderzoek het meest recent is uitgevoerd en er een grotere populatie gebruikt is. Bij een hinderpercentage van 12% komt dit neer op, afgerond 5 OU/m3 (woonkern) en bij 20% geurgehinderden op 10 OU/m3 (buitengebied). Door het ontbreken van geactualiseerd onderzoek naar de voorgrondgeurbelasting, worden als gezondheidskundige advieswaarden voor de voorgrondgeurbelasting dezelfde waarden aangehouden als voor de achtergrondgeurbelasting. In de notitie "geuronderzoek Pukkemuk" wordt aangegeven dat een recreatiewoning ook aangemerkt dient te worden als een geurgevoelig object omdat: - het gebouw bestemd is voor menselijk verblijf - het gebouw permanent of op een daarmee vergelijkbare wijze wordt gebruikt voor menselijk verblijf. In de toelichting wordt aangegeven dat met "permanent of op een daarmee vergelijkbare wijze" wordt bedoeld langdurig verblijf van dezelfde personen als kortdurend verblijf van regelmatig aanwezige personen. Dit betekent dat dergelijke woningen getoetst worden aan de gezondheidskundige advieswaarden voor geur zoals die gehanteerd worden door de GGD (in buitengebied maximaal 10 OU/m3). In tabel 4 van het geuronderzoek (blz. 6) wordt de voorgrondgeurbelasting ten gevolge van de Vaartweg 192, 196 en 196 in procedure op verschillende receptorpunten van het plangebied weergegeven. Hieruit blijkt dat de voorgrondgeurbelasting op geen van de receptorpunten de door de GGD gehanteerde gezondheidskundige advieswaarde van 10 OU/m3 overschrijdt. Opgemerkt wordt dat de voorgrondgeurbelasting in de situatie Vaartweg 196 in procedure toe neemt van 5,8 naar 6,1 OU/m3 op de hoogst belaste receptor Hoekpunt 1.1 (uiterste punt van de uitbreiding van de dagrecreatie) ten opzichte van de huidige situatie aan de Vaartweg 196. 1 Toetsingsinstrument gezondheid bij veehouderijen. Een risico-inventarisatie en -evaluatie. Nijdam, et.a., 2013 2 Nederlandse emissie richtlijn 6 GMV1-5000-02-2016

# Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant In het gedeelte waar de recreatiewoningen gepland zijn, bedraagt de hoogste voorgrondgeurbelasting ten gevolge van Vaartweg 192 3,3 OU/m3 (hoekpunt 2.1). Ten gevolge van Vaartweg 196 is dit 2,8 OU/m3 en ten gevolge van Vaartweg 196 in procedure 2,9 OU/m3. De achtergrondgeurbelasting bedraagt in de aangevraagde situatie maximaal 8,8 OU/m3 (HP 1.2). Op de locatie waar de recreatiewoningen gepland staan, is de achtergrondgeurbelasting maximaal 6,3 OU/m3 (HP 2.4). Hieruit volgt dat voldaan wordt aan de door de GGD gehanteerde gezondheidskundige advieswaarde 2. Fijn stof en endotoxinen Er zijn twee aan de veehouderij gerelateerde bronnen van fijn stof nabij de recreatieboerderij, te weten de varkenshouderij gelegen aan de Vaartweg 192 en 196. De norm voor PM 10 ligt op 40 pg/m3 en maximaal 35 overschrijdingsdagen met een belasting van boven de 50 pg/m3. Rekening houdend met de overschrijdingsdagen, wordt door de GGD getoetst aan de waarde van 31,2 pg/m3. Uit de uitgevoerde ISL3A berekeningen blijkt dat de fijnstofconcentratie (PM10) 22,64 pg/m3 bedraagt op het hoogst belaste receptorpunt. Het aantal overschrijdingsdagen bedraagt hier 11,3 dagen. Daarmee wordt voldaan aan de door de GGD gehanteerde maximale waarde van 31,2 pg/m3. Hierbij wordt opgemerkt dat gerekend is met de fijnstofemissie zoals vergund in de huidige situatie. Er is geen rekening gehouden met de mogelijke uitbreiding aan de Vaartweg 196. Uit de gegevens van de diertabel blijkt dat emissie van fijnstof afneemt van 380 kg per jaar naar 291 kg/jaar in de beoogde situatie. Bovendien wordt in de beoogde situatie voorzien in een emissiearme stal, waardoor het in de lijn der verwachting ligt dat de immissie in de beoogde situatie niet toeneemt. Daarnaast is gekeken naar de mogelijke effecten op de fijnstofbelasting wanneer rekening gehouden wordt met een toename van 250 personenauto's (weekdaggemiddelde) voor Pukkemuk. Op basis van de uitgevoerde berekeningen kan gesteld worden dat de bijdrage van het extra verkeer niet in betekenende mate is. Zoals de Gezondheidsraad ook concludeert, is de norm voor PM10 niet een goede parameter om de blootstelling van veehouderijbedrijven te toetsen. Bovendien treedt ook onder de PMlO-norm gezondheidseffecten op. Een betere parameter is de endotoxineconcentratie. De GGD hanteert als gezondheidskundige advieswaarde een concentratie van 30 EU/m3. Op basis van de handreiking endotoxine, opgesteld door het Ondersteuningsteam, is een afstand te berekenen waarbinnen - op basis van de fijnstofemissie (PM10)- naar verwachting de gezondheidskundige advieswaarde van endotoxine (30 EU/m3) wordt overschreden wanneer varkens worden gehouden.

t Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant Sport- en recreatieterreinen worden in principe niet gezien als gevoelig object, maar bebouwing met een recreatieve functie die meer dan incidenteel en voor een langere aaneengesloten periode wordt gebruikt, kan wel worden aangemerkt als een te beschermen object. In de situatie van het terrein voor verblijfsrecreatie voor Pukkemuk is dit laatste het geval. Op basis van de fijnstofemissie van de varkenshouderijen aan de Vaartweg 192 (emissie fijnstof 175 kg/jaar) en 196(emissie fijnstof 380 kg/jaar op basis van de vergunde situatie, 291 kg/jaar beoogde situatie) kan een richtafstand berekend worden. Deze bedraagt resp. 78 en 125 (en 109 meter in de beoogde situatie Vaartweg 196) meter, berekent vanuit de bestaande bebouwing die het dichtst bij de toekomstige uitbreiding van Pukkemuk zijn gelegen. Aangegeven wordt dat de daadwerkelijke emissiepunten op grotere afstand liggen dan van waaruit nu gerekend is. Het perceel waar de recreatiewoningen gepland staan, ligt niet binnen de genoemde richtafstand. Echter, omdat beide bedrijven wel in de directe nabijheid van elkaar liggen, speelt cumulatie een mogelijke rol. Om een indicatief beeld hiervan te krijgen, kan een cumulatiekaart gemaakt worden door de omgevingsdienst. 3. Geluid Geluid kan afkomstig zijn van verkeer / activiteiten gerelateerd aan de recreatieboerderij en aan verkeer/ activiteiten afkomstig van de omliggende bedrijven. Met name geluid in de nacht kan tot geluidshinder leiden en daarmee tot verstoring van de nachtrust bij omwonenden. In de avond- en nachtperiode veroorzaakt Pukkemuk nauwelijks geluid, dit hangt uiteraard samen met de openingstijden. Voor het nieuwe terrein voor verblijfsrecreatie wordt gesteld dat het in de avond en nacht hier rustig is. Bij de GGD is niet bekend wat de geluidsbelasting op de recreatiewoningen afkomstig van de nabijgelegen bedrijven is en of verkeer / activiteiten afkomstig van bijv. omliggende bedrijven tot een verstoring van bijv. de nachtrust zou kunnen leiden. Beoordeling Zoönosen Zoönosen zijn infectieziekten die van dieren op mensen kunnen overgaan. Per diersoort kunnen verschillende ziekten voorkomen die zich via de lucht verspreiden naar mensen, via direct contact tussen dier en mens of via voedsel. Voor omwonenden van veehouderijen zijn vooral de via de lucht overdraagbare aandoeningen van belang. De belangrijkste en bekendste zijn Q-koorts en influenza (vogelgriep, varkensgriep). De aanwezige veehouderijbedrijven zorgen (mogelijk) voor een verhoogde blootstelling aan via de lucht overdraagbare zoönosenverwekkers en antibioticaresistente bacteriën. Deze leiden tot een verhoogd risico op infectieziekten of onbehandelbare infecties. Het is nog niet goed inzichtelijk vanaf welke concentraties of binnen welke afstand tot aan veehouderijen het risico verhoogd is. Het risico op gezondheidseffecten van zoönosen bij omwonenden hangt af van veel verschillende factoren zoals de ziekteverwekker, de bedrijfsgrootte, de afstand tussen bedrijf en omwonenden, het stalontwerp, de bedrijfshygiëne, de gezondheidsstatus van de dieren etc.

B Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant In de beoordeelde situatie zijn de risico's van de bezoekers van de recreatieboerderij zowel gelegen in de omliggende veehouderijen, maar meer nog in het directe contact met de dieren op de recreatieboerderij zelf. De naastgelegen veehouderij is voornemens zijn bedrijf uit te breiden, maar dit te doen met emissiearme stallen. Dit is ook gunstig ten aanzien van de kans op uitstoot van micro-organismen. De inschatting is dat er met de uitbreiding geen toename zal zijn van het zoönoserisico. De bezoekers van de recreatieboerderij kunnen wel in direct contact komen met de dieren op het terrein zelf. Ten aanzien van de kans een zoönose op te lopen, is hygiëne en voorlichting voor de bezoekers evenals een goede gezondheid van de dieren noodzakelijk. Het hebben van een keurmerk zoönose is dan een minimale eis.