Steunmaatregel N 270/ Nederland Groene energiebelasting, verlaagd tarief voor de glastuinbouwsector

Vergelijkbare documenten
EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2012) 9473 final

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie,

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (N 447/2005) (PB C 133 van , blz. 3).

Steunmaatregel SA (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling "Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het MKB"

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun / Nederland SA (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL)

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregelen der Staten N 780/ Pays-Bas Tijdelijke defensieve maatregelen voor de scheepsbouw

Bij het nemen van dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen:

Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie,

Steunmaatregelen van de staten N 187/ Nederland - Alle provincies Bodemsanering van voormalige gasfabrieksterreinen

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland MultiplierGiftenaftrek - Verlenging

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2016) 5566 final. Steunmaatregel SA (2016/N) Nederland SDE+ biomassa bijstook - NL.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun. Excellentie, PROCEDURE

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 30.V.2006 C(2006)2199. Steunmaatregel nr. N 401/ Nederland Subsidie CO2-reductie gebouwde omgeving.

Steunmaatregel nr. 271/01 - Nederland Investeringspremieregeling Flevoland 2000 (IPR Flevoland 2000)

Steunmaatregelen van de Staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 131/ Onderzoek en afzetbevordering met betrekking tot champignons

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Botlek Zuid - stoompijpleiding

Staatssteun / België - Steunnummer N 621/ Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw

Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 301/2005 Programma Beheer, functiewijziging

Steunmaatregel nr. N 131/2001 Nederland "Subsidieregeling technologische samenwerkingsprojecten - Stimulus Clusterregeling "

Steunmaatregel N 603/2003 België Steun ten gunste van nacht- en ploegenarbeid

Steunmaatregel nr. N 825/06 -NL - Alternatieve verwerking slachtbijproducten.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2009)9833. Steunmaatregel nr. N 492/ België Ondersteuning hoogwaardig televisiedrama.

Steunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) I.

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:.

Steunmaatregel nr. N 346/ Nederland Subsidiekader voor Programma's voor Innovatief Onderzoek en Ontwikkeling (PRIOO)

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 31.III.2008 C(2008)1275

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Wijzigingen in de Suppletieregeling Filminvesteringen

Steunmaatregel N 51/ Nederland Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel regionale steun

BETREFT: N 627/2000 NEDERLAND STEUNREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING NIEUWE EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2001) D/

Staatssteun N 462/ Nederland Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij in de provincie Flevoland

Subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lage inkomens N 698/2000 Nederland

Brussel, C(2012) 7541 final

Brussel, SG-Greffe (2009) DI 1160 BRUSSEL

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 21.III Steunmaatregel N 447/ 2005 Nederland Uitbreiding afdrachtvermindering zeevaart.

Staatssteun - Nederland (Groningen) SA (2010/N) Bedrijfsbeëindiging grondgebonden agrarische bedrijven

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 07.II.2007 C(2007)308 def. Steunmaatregel nr. C 4/2007 (ex N 465/2006) Nederland Groepsrentebox.

EUROPESE COMMISSIE. BESLUIT VAN DE COMMISSIE van BETREFFENDE STEUNREGELING SA (2013/C) (ex 2012/NN) door België ten uitvoer gelegd

1) Bij brief van 16 november 2005 heeft de Nederlandse overheid de bovengenoemde steunmaatregel aangemeld.

Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 499/02 Subsidie voor een kaasfabriek

Steunmaatregel N 450/ Nederland Scheepsbouw, ontwikkelingshulp voor Ghana

Staatssteun nr. 142/2000 België Steun aan de koopvaardij, de baggersector en de sleepvaart

Steunmaatregel nr. N 610/ Nederland INTACT

Steunmaatregel N 85/ Nederland "Bodemsanering van vervuilde bedrijfsterreinen" Verlenging en wijziging van de bestaande steunregeling N 520/2001

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) België (Vlaanderen)

Staatssteun nr. N 14/ België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:

Steunmaatregel N 253/ Nederland Garantieregeling voor financiering scheepsbouw

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 04-IV-2007 C (2007) 1434 def. Steunmaatregel N 588/2006 Nederland "Subsidieregeling vitaal Gelderland" Excellentie,

(3) Aanvullende informatie werd bij brief van 5 december 2006 aan de Commissie toegezonden.

Steunmaatregel N 521/2003 Nederland Scheepsbouw, ontwikkelingshulp voor Jamaica

2. Deze aanmelding heeft betrekking op wijziging en verlenging van MEPsteunregelingen

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 20.XII.2006 C(2006)7143

Gewijzigde, nieuwe de-minimisgroepsvrijstelling

Steunmaatregel N 515/ België "Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest"

EUROPESE COMMISSIE. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2003)4647fin. Steunmaatregel N 274/2003 België Stichting voor duurzame visserijontwikkeling.

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 juli 2014 (OR. en)

Steunmaatregel van de staten N 786/2000 België (Vlaanderen) Speciale maatregelen voor de glasgroente- en glassierteeltbedrijven

Steunmaatregel nr. N 217/ Nederland Vuurwerkramp Enschede - Schadevergoeding aan ondernemers

Staatssteunmaatregel NN 39/2006 België Reddingssteun voor de onderneming De Poortere Frères SA

Staatssteun nr. N 506/ Nederland Vrijstelling van energiebelasting voor energie-intensieve eindverbruikers

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2014) 4938 final

Staatssteunmaatregel N 649/2005 België Maatregelen houdende gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor O&O

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun SA (2011/N) Nederland Methodiek berekening garanties aquacultuur

Steunmaatregel SA (2011/N) - Nederland Wijziging garantieregeling scheepsbouw

3. Ik heb de eer u mee te delen dat de Commissie besloten heeft geen bezwaar te maken tegen de bovengenoemde steunmaatregel.

Zijne Excellentie de Heer J.N.G. DE HOOP SCHEFFER Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus NL EB 's-gravenhage

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 157/ 87. RICHTLIJN 2004/74/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C (2003)3521fin. Steunmaatregel N 221/ Nederland Aviodrome

Staatssteun nr. N 833/2000 NEDERLAND Besluit Subsidies Technische Ontwikkelingsprojecten

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen: I. PROCEDURE BESCHRIJVING

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 396/2007 Groene energiebelasting, verlaging voor de glastuinbouwsector

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) - Nederland Anti-afhaakregeling waterschappen

energiebelasting geen steun was in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. 3 N 753/97, SG(98)/D 6551

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen.

Staatssteun & Staatssteun en de crisis

Steunmaatregel nr. N 292/2003 Nederland Maatregelen ter bevordering van de duurzame economische en sociale ontwikkeling in ontwikkelingslanden

De beslissing van de Commissie is gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

Betreft: - Staatssteun Nederland (Flevoland) - Steun No N 516/2003 Schoolfruitproject Flevoland

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 124/2007 Uitbreiding van de gewasschadeverzekering in de fruitsector tot vorstschade

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 september 2014 (OR. en)

Staatssteun nr. N 291/ Nederland Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur (Bsik)

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2015/N) België Verlenging van de steun aan de koopvaardijvloot en aan de bagger- en sleepvaartsector

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 15.VI.2006 C(2006)2415. Steunmaatregel nr. N 543/ Nederland "Stimulering van WKK onder de MEP" Excellentie,

Steunmaatregel van de staat N 520/2001 Nederland Convenant bodemsanering

Betreft: Steunmaatregel nr. N 334/2005 België Verlaging van het accijnstarief voor biobrandstoffen

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel nr. SA (2014/N) België Ad hoc steun Libert Paints - verhuizing omwille van milieuredenen

Steunmaatregelen van de Staten N 746/01 - Nederland Steunverlening aan de Nederlandse filmindustrie

Staatssteun/Nederland SA (2012/NN) Investeringssteun voor de vermindering van de geuremissie bij Knoops Lottum B.V.

Aangezien de aangemelde maatregelen reeds van kracht waren, is de steunregeling overgeheveld naar het register voor de niet-aangemelde steun.

Transcriptie:

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 C(2010)9636 definitief Betreft: Steunmaatregel N 270/2010 - Nederland Groene energiebelasting, verlaagd tarief voor de glastuinbouwsector Excellentie, 1. DE PROCEDURE 1. Op 23 juni 2010 hebben de Nederlandse autoriteiten de bovenstaande maatregel aangemeld, waarmee het verlaagde tarief van de energiebelasting voor de glastuinbouw wordt verlengd. Na verzoeken om inlichtingen van 6 augustus en 24 november 2010, hebben de Nederlandse autoriteiten op 23 september, 26 november, 10 en 17 december 2010 aanvullende inlichtingen verstrekt. 2. BESCHRIJVING a. De maatregel 2. De Nederlandse autoriteiten hebben, als verlenging van een bestaande steunmaatregel die bij besluit in zaak N 396/07 werd goedgekeurd 1, hun voornemen aangemeld om de glastuinbouwsector een verlaagd tarief van de energiebelastingen te blijven verlenen. Tegelijk wordt voor de glastuinbouw een kostenvereveningssysteem ingevoerd dat de bestaande GLAMI-convenanten moet vervangen 2. 3. De Nederlandse autoriteiten hebben verklaard dat de energiebelasting primair tot doel heeft het verwerven van algemene middelen en secundair tot doel bij te dragen aan het verminderen van CO 2 -uitstoot en het bevorderen van energiebesparingen, aangezien de belasting wordt geheven naar rato van het energieverbruik. De glastuinbouw werd, sinds de invoering van de energiebelasting, volgens de Nederlandse autoriteiten onevenredig zwaar getroffen door die belasting. Deze 1 2 Voordien goedgekeurd in de besluiten betreffende steunmaatregelen N 589/B/98 en N 656/2001. Deze convenanten bestonden in een overeenkomst tussen de Nederlandse autoriteiten en de glastuinbouwsector om de energie-efficiëntie in de periode 1980-2010 met ten minste 65% te verbeteren. Zijne Excellentie de Heer Uri. ROSENTHAL Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 NL - 2500 EB Den Haag Commission européenne, B-1049 Bruxelles Belgique Europese Commissie, B-1049 Brussel België Telefoon: 00-32 (0) 2 299.11.11.

situatie is nadien niet veranderd. De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd dat de hogere tarieven algemeen van toepassing blijven op andere ondernemingen die energiebelastingplichtig zijn 3. De belastingmaatregel 4. De glastuinbouwbedrijven krijgen bij wet een uitzondering op de energiebelasting per aansluiting voor aardgas die wordt gebruikt voor verwarming ter bevordering van de groei van tuinbouwproducten, volgens objectieve criteria zonder dat de bevoegde autoriteit nog een beoordelingsbevoegdheid uitoefent. De Nederlandse autoriteiten hebben verklaard dat alle begunstigden ten minste het betreffende minimumtarief betalen zoals dat in de richtlijn energiebelasting 4 is bepaald en zoals dat in de onderstaande tabel nader is aangegeven. Tabel 1: Tarieven energiebelasting voor aardgas (excl. btw) (in EUR/m³) Aardgas (per m³) Regulier tarief Korting Verlaagd tarief Minimumtarief Richtlijn 2003/96/EG 0-5 000 0,16290 0,14805 0,01485 0,0053 5 001-170 000 0,14110 0,11478 0,02362 0,0053 170 001-1 000 000 0,03910 0,01933 0,01977 0,0053 1 000 001-10 000 000 0,01240 0 0,01240 0,0053 > 10 000 000 0,00820 0 0,00820 0,0053 Bron: Nederlandse autoriteiten. 5. De enkele ondernemingen in de glastuinbouw (maximaal 20) die geen aardgasaansluiting hebben en in plaats daarvan halfzware olie, gasolie of vloeibaar gemaakt petroleum gas (lpg) gebruiken, krijgen een vergelijkbare accijnsverlaging. Vanaf 1 januari 2010 is over halfzware olie, gasolie of lpg geen energiebelasting meer verschuldigd in Nederland, doch alleen accijns, die nadien is verhoogd. Tot 1 januari 2010 was voor halfzware olie, gasolie of vloeibaar gemaakt petroleum gas (lpg) accijns en/of energiebelasting verschuldigd, afhankelijk van het soort gebruik. Volgens de Nederlandse autoriteiten gaf het bestaan van zowel een energiebelasting als accijns met verschillende tarieven aanleiding tot misbruik. De energiebelasting is als het ware opgegaan in de accijns en de accijns is verhoogd met het tarief van de energiebelasting. De Nederlandse autoriteiten hebben verklaard dat ook deze begunstigden ten minste het betreffende minimumtarief betalen zoals dat in de richtlijn energiebelasting is bepaald en zoals dat in de onderstaande tabel nader is aangegeven. 3 4 De Nederlandse autoriteiten hebben aangegeven dat de Commissie in kennis is gesteld van uitzonderingen, bijvoorbeeld in steunmaatregel N 506/03 juncto steunmaatregel N 639/06. Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit, PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51. 2

Tabel 2: Accijns 2010 (excl. btw) Regulier brandstoftarief Korting Verlaagd tarief Minimum belastingtarief Halfzware olie (x EUR/1 000 253,1 155,04 97,97 0 liter) (kerosine/petroleum) Gasolie (EUR/1 000 liter) 253,1 155,04 97,97 21 Vloeibaar gemaakt petroleum gas 154,12 131,90 22,22 0 (lpg) (EUR/1 000 liter) Bron: Nederlandse autoriteiten. b. Begunstigden, nationale rechtsgrondslag, looptijd en budget Begunstigden 6. De begunstigden van de maatregelen zijn ondernemingen die actief zijn in de glastuinbouw, namelijk producenten die energiebelasting betalen voor aardgas of minerale oliën om de kassen te verwarmen ter bevordering van de groei van tuinbouwproducten. Nationale rechtsgrondslag 7. De nationale rechtsgrondslag voor deze steunmaatregel is artikel 60, lid 1, van de Wet belastingen op Milieugrondslag en artikel 71, onder e), van Wet op de Accijns. Looptijd en uitgetrokken middelen 8. De steunmaatregel wordt aangemeld voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012. Het totale steunbedrag wordt geraamd op 200 miljoen EUR, gelijk verdeeld over de beide jaren. De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd dat de steunmaatregel niet mag worden gecumuleerd met andere steun. Ook hebben zij bevestigd de verslagleggingsverplichtingen van Verordening (EG) nr. 794/2004 5 in acht te zullen nemen. Voorts hebben zij verklaard dat de steun niet ten uitvoer zal worden gelegd vooraleer voor de maatregel goedkeuring van de Commissie is verkregen. c. De richtlijn energiebelasting 9. De Nederlandse autoriteiten hebben aangegeven dat de belastingkortingen in overeenstemming zijn met de artikelen 5 en 17 eerste lid, onderdeel a en 17 eerste lid, onderdeel b van de richtlijn energiebelasting. De Nederlandse autoriteiten zullen als tegenprestatie voor de belastingkorting een zogenaamd kostenvereveningssysteem invoeren voor de glastuinbouw sector dat de GLAMIconvenanten vervangt. 10. Bij wet zal een systeem worden ingevoerd om de vermindering van de CO 2 uitstoot en de verbetering in energie efficiëntie te stimuleren. Dit kostenvereveningssysteem stelt een maximum jaarlijks CO 2 emissieplafond 6 vast voor de glastuinbouwsector. Als dit emissieplafond wordt overschreden door de glastuinbouwsector, zijn de bedrijven die onder het kostenvereveningssysteem vallen een heffing verschuldigd. 5 6 Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag, PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1. Het huidige emissieplafond is vastgesteld op 6,6 miljoen ton CO 2. 3

De heffing wordt berekend op basis van de CO 2 prijs in het EU-ETS systeem en toegerekend naar rato van het gasverbruik per onderneming. 11. Bedrijven die onder het EU-ETS systeem vallen, vallen echter niet onder het kostenvereveningssysteem. Met betrekking tot deze bedrijven hebben de Nederlandse autoriteiten bevestigd dat deze bedrijven die onder het EU-ETS systeem vallen energie-intensieve bedrijven zijn die voldoen aan de definitie als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onderdeel a van de richtlijn energiebelasting 7. d. De algemene groepsvrijstellingsverordening 12. De Nederlandse autoriteiten zijn van mening dat de maatregel onder de toepassing van de algemene groepsvrijstellingsverordening 8 valt. Gelet evenwel op considerans 7 bij deze verordening, hebben de Nederlandse autoriteiten aangevoerd dat het een lidstaat vrij staat een maatregel aan te melden, zelfs indien die onder de algemene groepsvrijstellingsverordening kan vallen. De Nederlandse autoriteiten verklaarden dat, gezien het grote aantal potentiële begunstigden, met het oog op rechtszekerheid een aanmelding is ingediend. Volgens de Nederlandse autoriteiten zijn de voorwaarden van de punten 151, 152 en 153, gelezen in samenhang met punt 57, van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor milieubescherming 9 (hierna "het milieusteunkader" genoemd) in acht genomen. 3. BEOORDELING a. De vraag of er sprake is van staatssteun 13. Een maatregel vormt staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU indien deze aan vier voorwaarden voldoet. Ten eerste dient de steunmaatregel door de Staat of met staatsmiddelen te worden bekostigd. Ten tweede dient de maatregel bepaalde ondernemingen of economische activiteiten te begunstigen. Ten derde dient de maatregel selectief te zijn. En ten vierde dient de maatregel de mededinging op de interne markt te verstoren of deze dreigen te verstoren en het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig te beïnvloeden. 14. De steun van de Nederlandse autoriteiten voor de begunstigden voldoet aan elk van de hierboven genoemde voorwaarden - en vormt dus staatssteun. De voorgenomen belastingkorting resulteert in een derving van belastinginkomsten voor het Rijk en daarom wordt de maatregel uit staatsmiddelen bekostigd. Met de maatregel worden glastuinbouwbedrijven vrijgesteld van de betaling van het volledige bedrag van het reguliere tarief van de energiebelasting, waardoor bepaalde ondernemingen worden 7 In dit licht, hebben de Nederlandse autoriteiten, als voorbeeld, aangegeven dat het energieaandeel in de kostprijs van tuinbouwproducten bijzonder hoog is, namelijk 20% a 25%. 8 Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3. In considerans 7 van deze verordening is bepaald: "Staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag die niet onder deze verordening valt, dient aan de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag onderworpen te blijven. Deze verordening dient voor de lidstaten de mogelijkheid onverlet te laten om steun aan te melden waarvan de doelstellingen in overeenstemming zijn met de doelstellingen die onder de toepassing van deze verordening vallen. Dergelijke steun dient door de Commissie met name te worden beoordeeld op grond van de in deze verordening uiteengezette voorwaarden en overeenkomstig de criteria die in specifieke, door de Commissie vastgestelde richtsnoeren of kaderregelingen zijn vastgesteld, wanneer de betrokken steunmaatregel binnen het toepassingsbereik van een dergelijk specifiek instrument valt." 9 PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1. 4

begunstigd die anders voor hun energieverbruik het reguliere belastingtarief hadden moeten betalen. Aangezien de Nederlandse glastuinbouwbedrijven actief zijn op een zeer concurrerende internationale markt (bloemen, fruit, groente enz.) kan de steun de mededinging verstoren of deze dreigen te verstoren en kan hij het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig beïnvloeden 10. b. Rechtmatigheid van de steun 15. De Nederlandse autoriteiten hebben de Commissie bevestigd dat de betaling van de steun afhankelijk is gesteld van de goedkeuring door de Europese Commissie. Door de maatregel aan te melden vóór de tenuitvoerlegging ervan, zijn de Nederlandse autoriteiten hun verplichtingen uit hoofde van artikel 108, lid 3, VWEU nagekomen. Derhalve is de Commissie van oordeel dat de Nederlandse autoriteiten aan hun verplichtingen uit hoofde van artikel 108, lid 3, VWEU hebben voldaan door de steunmaatregel aan te melden alvorens deze ten uitvoer te leggen. c. Verenigbaarheid van de steun Beoordeling op basis van de milieusteunkader 16. Volgens punt 14 van het milieusteunkader 11 wordt dat steunkader toegepast wanneer een lidstaat besluit een maatregel aan te melden die in beginsel vrijstelling had kunnen krijgen op grond van de algemene groepsvrijstellingsverordening. De aangemelde maatregel betreft een korting op de energiebelasting. Verlagingen en vrijstellingen van milieubelastingen komen in deel 4 van het milieusteunkader aan bod. Daarom zal de Commissie de maatregel op zijn verenigbaarheid met de interne markt beoordelen op grond van het milieusteunkader, en met name deel 4 daarvan. 17. Volgens punt 151 van het milieusteunkader "[is] [s]teun in de vorm van verlagingen of vrijstellingen van milieubelastingen verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG- Verdrag, op voorwaarde dat deze ten minste indirect bijdraagt tot de verbetering van het niveau van milieubescherming en dat de belastingverlagingen en belastingvrijstellingen niet ten koste gaan van de nagestreefde algemene doelstelling". 18. De achterliggende reden bij punt 151 van het milieusteunkader houdt verband met het feit dat een voorgenomen verlaging van een milieubelasting het haalbaar kan maken om hogere belastingen vast te stellen of de nationale milieubelasting voor andere ondernemingen te handhaven - en aldus ten minste een indirect positief milieu-effect heeft 12. In dat verband hebben de Nederlandse autoriteiten bevestigd dat het hogere belastingtarief - het belastingtarief dat als grondslag dient voor de 10 11 12 De kwalificatie van de belastingkorting als staatssteun is in lijn met de besluiten in eerdere zaken, steunmaatregelen N 396/07, N 656/01 en N 589/B/98. In punt 14 van het milieusteunkader is namelijk bepaald: "Deze richtsnoeren zijn van toepassing op alle maatregelen die bij de Commissie worden aangemeld (omdat de maatregel niet onder een groepsvrijstellingsverordening valt, omdat een groepsvrijstellingsverordening een verplichting oplegt om steun individueel aan te melden, of omdat de betrokken lidstaat een maatregel aanmeldt die in beginsel krachtens een groepsvrijstellingsverordening kan zijn vrijgesteld), en vormen het referentiekader voor de beoordeling van alle niet-aangemelde steun na de publicatie van deze richtsnoeren." Zie in dit verband ook punt 57 van het milieusteunkader: "Dit soort steun kan [ ] noodzakelijk zijn om nieuwe negatieve externe gevolgen indirect aan te pakken door het eenvoudiger te maken betrekkelijk hoge nationale milieubelastingen vast te stellen of te handhaven." 5

korting - algemeen van toepassing blijft voor andere energiebelastingplichtige ondernemingen. 19. Volgens punt 152 van het milieusteunkader "[moeten], om op grond van artikel 87 van het EG-Verdrag te worden goedgekeurd, verlagingen of vrijstellingen van geharmoniseerde belastingen, en met name die welke door Richtlijn 2003/96/EG zijn geharmoniseerd, verenigbaar zijn met de relevante toepasselijke communautaire wetgeving en voldoen aan de daarin vastgestelde beperkingen en voorwaarden". 20. Volgens punt 153 van datzelfde steunkader "[geldt] [s]teun in de vorm van verlagingen of vrijstellingen van geharmoniseerde milieubelastingen, als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag voor een periode van 10 jaar, op voorwaarde dat de begunstigden ten minste het bij de desbetreffende toepasselijke richtlijn 13 vastgestelde communautaire minimumbelastingniveau betalen." 21. De maatregel is aangemeld voor een periode van twee jaar en loopt dus niet langer dan de bovengenoemde bedoelde periode van tien jaar. Op basis van de beschikbare gegevens mag worden geconcludeerd dat de voorwaarden van de punten 151, 152 en 153 van het milieusteunkader in acht zijn genomen. Beoordeling op basis van de richtlijn energiebelasting 22. Op grond van artikel 5, tweede gedachtestreepje, van de richtlijn energiebelasting kunnen verschillende belastingtarieven worden toegepast afhankelijk van de kwantitatieve consumptie niveaus van elektriciteit- en energieproducten bedoeld voor verwarming, indien het wordt gegarandeerd dat de minimum niveaus van belasting die worden voorgeschreven in de richtlijn energiebelasting worden gerespecteerd. Krachtens artikel 17, eerste lid, van de richtlijn energiebelasting kunnen lidstaten verdere differentiatie van de belasting introduceren voor bepaalde consumenten onder bepaalde voorwaarden. 23. De aangemelde verlaging van het belastingtarief is gebaseerd op artikel 17, eerste lid, onderdeel a en onderdeel b van de richtlijn energiebelasting. 24. Aangaande glastuinbouwondernemingen die onder het EU-ETS systeem vallen en niet onder het kostenvereveningssysteem vallen, is bevestigd dat deze ondernemingen voldoen aan de definitie van energie intensieve ondernemingen als gedefinieerd in artikel 17, eerste lid, onderdeel a van de richtlijn energiebelasting. Aan de voorwaarde van Artikel 17, eerste lid, onderdeel a van de richtlijn energiebelasting wordt derhalve voldaan. 25. Voor wat betreft de kleinere glastuinbouwbedrijven, is de verlaging van het belastingtarief gebaseerd op artikel 17, eerste lid, onderdeel b van de richtlijn energiebelasting die vereist dat overeenkomsten of regelingen worden toegepast die zullen leiden tot de verwezenlijking van milieubeschermingsdoelstellingen of verbeteringen in energie efficiëntie. De Nederlandse autoriteiten hebben bij wet een kostenvereveningssysteem ingevoerd dat een maximum jaarlijks CO 2 emissieplafond vaststelt voor de glastuinbouwsector, inclusief een systeem van 13 Zie punt 70, onder 15 [van het milieusteunkader]. 6

heffingen als dit plafond wordt overschreden, dat investeringen om de energie efficiëntie te verbeteren stimuleert. De belangrijkste wijziging in het nieuwe systeem ten opzichte van de eerdere GLAMI-convenanten is dat de heffing, berekend op basis van de CO 2 prijs in het EU-ETS systeem, zal worden toegerekend op basis van het aardgasverbruik per individueel bedrijf. Derhalve, zal het systeem effectiever zijn in het stimuleren van een vermindering van de CO 2 uitstoot en een verbetering van de energie efficiënte. De Commissie kan op deze basis concluderen dat aan de voorwaarde van Artikel 17, eerste lid, onderdeel b wordt voldaan. 26. Ten slotte hebben de Nederlandse autoriteiten een overzicht verstrekt van de verlaagde belastingtarieven die de begunstigde ondernemingen zullen betalen, samen met het overeenkomstige minimum belastingtarief zoals dat in de richtlijn energiebelasting is bepaald (zie de punten 4 en 5). Deze cijfers bevestigden dat de verlaagde belastingtarieven boven die minimum belastingtarieven liggen zoals uiteengezet in de richtlijn energiebelasting. 27. De Commissie is derhalve van mening dat de verlaging van het belastingtarief in lijn is met de vereisten van de richtlijn energiebelasting. 4. BESLUIT Mitsdien heeft de Commissie besloten geen bezwaar te maken tegen de aangemelde maatregel, aangezien de steun verenigbaar kan worden verklaard met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU en artikel 61, lid 3, onder c), van de EER- Overeenkomst, omdat deze voldoet aan het milieusteunkader. Ingeval deze brief vertrouwelijke gegevens mocht bevatten die niet mogen worden bekendgemaakt, wordt u verzocht de Commissie daarvan binnen vijftien werkdagen vanaf de ontvangst van dit schrijven in kennis te stellen. Ontvangt de Commissie binnen de vastgestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek, dan neemt zij aan dat u instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van dit schrijven in de authentieke taal op de internetsite: http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm. Dit verzoek dient bij aangetekend schrijven of bij faxbericht te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Directoraat Staatssteun Griffie Staatssteun 1049 Brussel België Fax: +32 229-61242 Met bijzondere hoogachting, Voor de Commissie Neelie KROES Vicevoorzitter 7