A371840 Els Witte Politiek en Democratie Omtrent de werking van de westerse democratieën in de 19de en 20ste eeuw Vierde druk \i VUBPRESS
Inhoud Woord vooraf / 13 HOOFDSTUK I - De klassieke liberale staat / 17 1. De economische, sociale en politieke context / 17 1.1. Historiek / 17 1.2. De vorming van een liberale klassestaat / 20 2. Enkele kernbegrippen uit het liberale gedachtengoed / 22 2.1. Persoonlijk belang, individuele autonomie en belangen-convergentie / 22 2.2. Eigendom als motor van vooruitgang en criterium voor civisme / 23 2.3. Individualisme en vrijheid / 23 2.4. Rationalisme, vooruitgang en optimisme / 25 3. De basisprincipes van het liberale politieke systeem / 26 3.1. De scheiding van de openbare en de privésfeer / 26 3.2. De volkssoevereiniteit en het representatiesysteem / 27 3.3. Het delibererende regime / 29 3.4. Het meerderheidsbeginsel en het regeren bij wet / 30 3.5. Het parlementarisme en de scheiding der machten / 31 4. Het ontstaan van enkele liberale staten / 32 4.1. De Verenigde Staten van Amerika / 33 4.2. Groot-Brittannië / 35 \ 4.3. Frankrijk / 36 \ 4.4. Nederland / 39 4.5. Duitsland / 41 4.6. Italië / 43 5. De hoofdfasen in de ontwikkeling van de liberale staat / 44 5.1. De compromis-regimes / 44 5.2. De onderwerping van de liberale staat aan de kapitalistische burgerij / 45
HOOFDSTUK II-Wijzigingen in het functioneren van de liberale staat / 49 1. De factoren aan de basis van de wijzigingen / 49 1.1. De socio-economische verhoudingen rond de eeuwwisseling / 49 1.2. De inbreng van de sociaal-democratie / 51 1.3. De invloed van het progressieve liberalisme en van de christen-democratie / 55 1.4. De depressie van de jaren 1930 en het keynesianisme / 57 1.5. De ontwikkeling van het naoorlogse kapitalisme en de gewijzigde opvattingen over de rol van de staat / 59 2. De nieuwe componenten van de gewijzigde liberale staat / 61 2.1. Integratiemechanismen / 61 2.2. Partij regimes / 63 2.3. Staatsinterventie in de sociale sector en de verzorgingsstaat / 65 2.4. Neo-corporatisme / 69 2.5. Gezagsconcentratie bij de uitvoerende macht en de technostructuur / 71 3. De gewijzigde liberale staat ter discussie gesteld / 74 3.1. Recente economische en sociale mutaties / 74 3.2. Politiek - ideologische repercussies / 76 3.3. De val van de Berlijnse muur: een versterkende factor / 80 HOOFDSTUK III - Het fascisme en de fascistische staat / 83 1. Theorievorming rond het ontstaan en de functie van het fascisme / 83 1.1. De sociaal-economische benaderingen / 84 1.2. Sociaal-psychologische benaderingen / 86 1.3. Het fascisme als een specifiek historisch verschijnsel / 87 2. De hoofdkenmerken van de fascistische staat / 88 2.1. Het natiebegrip / 88 2.2. Anti-liberalisme en anti-parlementarisme / 89 2.3. De economische en sociale ordening / 90 2.4. Elitarisme, autoritarisme en terreur / 92 2.5. Racisme en anti-semitisme / 93 \ 3. Varianten in de fascistische beweging / 94 \ 3.1. De heterogeniteit van het fascisme / 94 3.2. Het Italiaanse fascisme ƒ95 3.3. Nazi-Duitsland / 97 3.4. Het Franco-regime / 99 6
HOOFDSTUK IV - Enkele benaderingen van het westerse politieke bestel / 103 1. Pluralisme en polyarchie / 103 2. Systeemtheoretische benaderingen / 104 3. Talcott Parsons' AGIL-paradigma en Eastons model / 105 4. De typologieconstructies van Lipset en Almond / 106 5. De pacificatiedemocratie / 108 6. Het politieke proces economisch benaderd / 109 7. Het marxisme en de rol van de staat / 112 8. In het voetspoor van Gramsci: Althusser en Poulantzas / 113 9. C. Wright Mills en R. Miliband en de power elite / 115 10. Recente trends in de marxistische theorievorming / 116 11. Jürgen Habermas / 117 HOOFDSTUK V - Kiezers, kieswetgeving en kiezersgedrag / 119 1. Het kiezerskorps en het kiesrecht / 119 1.1. De plaats van het kiezerskorps in het bestel / 119 1.2. Het beperkte kiesrecht op basis van rijkdom / 120 1.3. Het capacitaire stemrecht / 122 1.4. Het algemeen stemrecht / 123 1.5. Het vrouwenstemrecht / 127 2. Kiestechnieken / 129 2.1. Het meerderheidsstelsel / 129 2.2. Het evenredigheidsstelsel / 131 2.3. Kiesomschrijvingen / 136 2.4. Andere kiestechnieken / 137 3. Kiezersgedrag / 139 3.1. Verkiezingsonderzoek / 139 3.2. Keuzeconsistentie, keuzeverandering en keuzeverzaking / 141 3.3. Stemgedrag, klasse, godsdienst, geslacht en leeftijd / 143 3.4. Stemgedrag, partij percepties en beleidsvoorkeuren / 146 HOOFDSTUK vi- Partijen / 149 1. Het ontstaan van de partijen / 150 1.1. De institutionele benadering / 150 1.2. De moderniseringstheorieën en het breuklijnenmodel / 152 1.3. Theorievorming rond het ontstaan van 'nieuwe sociale bewegingen' /153 2. De functies van de partijen / 155 2.1. Enkele belangrijke partijfuncties / 155
2.2. De evolutie van de partij functies / 156 3. Structurele kenmerken / 159 3.1. Basisstructuren / 159 3.2. Partijopbouw / 160 3.3. Partijgeledingen / 161 4. De partij aanhang, de partijleiding en de mandatarissen / 163 4.1. De participatie aan het partij leven / 163 4.2. Het partijleiderschap / 165 4.3. De mandatarissen en de partijbesturen / 167 5. Partijtypes / 169 5.1. Burgerlijke partijen / 170 5.1.1. Kenmerken / 170 5.1.2. Conservatieve partijen / 172 5.1.3. Liberale partijen / 174 5.1.4. Extreem-rechtse partijen / 176 5.2. Arbeiderspartijen / 178 5.2.1. Kenmerken en evolutie / 178 5.2.2. Socialistische partijen / 181 5.2.3. Communistische partijen / 185 5.3. Christen-democratische partijen / 188 5.4. Nationalistische en etnisch-regionale partijen / 191 5.4.1. Nationalistisch-centralistische partijen / 191 5.4.2. Etnisch-regionale partijen / 193 5.5. Partijvorming in het verlengde van de nieuwe sociale bewegingen / 195 5.6. Het Amerikaanse partijwezen / 198 5.6.1. Algemene kenmerken / 198 5.6.2. De Republikeinse Partij / 199 5.6.3. De Democratische Partij / 200 6. Partijstelsels / 201 6.1. Het tweepartijenstelsel / 201 6.2. Het meerpartijenstelsel / 204 HOOFDSTUK VII - Drukkingsgroepen en de organen van het dyerlegcircuit / 207 1. Enkele algemene aspecten betreffende drukkingsgroepen / 208 1.1. Ontstaan en functies / 208 1.2. Definiërings- en classificatieproblemen / 210 1.3. De relatie tot de instellingen van het parlementaire regeringssysteem / 212 1.4. De actiemiddelen en hun doeltreffendheid / 214 2. Industriële en patronale drukkingsgroepen / 216 2.1. Ontstaan, ontwikkeling, structuur en doelstellingen / 216 8
2.2. Actiemiddelenen machtsposities / 218 3. De vakbonden / 220 3.1. Ontstaan en evolutie in een aantal landen / 220 3.2. Aanhang, financiën en structuur / 225 3.3. Machtspositie en actiemiddelen / 227 4. Het overlegsysteem en zijn voornaamste organen / 228 4.1. De functies van het overlegsysteem / 228 4.2. Ondernemingsraden, personeelsafgevaardigden en CAOs / 229-4.3. Sociale en economische overlegorganen op nationaal vlak / 231 HOOFDSTUK VIII - De instellingen van de volksvertegenwoordiging / 233 1. Het tweekamerstelsel / 234 1.1. Oorsprong en evolutie / 234 1.2. De senaat in enkele staten / 235 1.3. De kamer van volksvertegenwoordigers in enkele landen / 237 2. Enkele aspecten van sociologische en organisatorische aard / 238 2.1. De sociale samenstelling van het parlement / 238 2.2. De organisatie van de parlementaire werkzaamheden / 242 2.3. Parlementaire commissies en fracties / 243 3. De wetgevende functie van het parlement / 245 3.1. Het initiatief- en amenderingsrecht / 245 3.2. De rol van de parlementaire commissies in de wetgevende arbeid / 248 3.3. De dagorde, het parlementaire debat en de stemming / 249 4. De controlefunctie van het parlement / 251 4.1. De aanstelling van de leden van de regering / 252 4.2. De ministeriële verantwoordelijkheid en de desbetreffende controlemiddelen / 253 4.3. De controle via het budget- en het rekeningenonderzoek / 254 HOOFDSTUK IX - De organen van de uitvoerende macht / 255 1. Het staatshoofd / 255, 1.1. De constitutionele monarchieën / 257 \ 1.2. De parlementaire republieken / 258 1.3. Het Amerikaanse presidentiële regime / 260 1.4. Halverwege tussen parlementair en presidentieel regime: de Franse Vijfde Republiek / 262 2. De regering / 264 2.1. Regeringsvorming / 264 2.2. De premier / 266
2.3. De ministers en het ministeriële kabinet / 267 2.4. De wetgevende arbeid van de regering / 270 2.5. Regeringscrises en parlementsontbindingen / 271 3. De administratie / 274 3.1. Sociologische en politologische benaderingen / 274 3.2. De relatie tot de regering en het politieke beste / 276 3.3. Enkele sociale aspecten met betrekking tot het ambtenarenkorps / 279 3.4. Organisatie, procedures en technieken / 281 4. Federale structuren / 281 4.1. Het federalisme en de uitvoerende macht / 281 4.2. Enkele voorbeelden van federaal gestructureerde staten / 282 5. Analyses met betrekking tot het overheidsbeleid / 285 5.1. Besluitvormingsanalyses / 285 5.2. Analyses aangaande de inhoudelijke kenmerken van de wetgevende arbeid / 287 HOOFDSTUK X - De rechterlijke macht en het politieapparaat / 289 1. Recht en politiek / 289 1.1. De formeel-institutionele aspecten / 289 1.2. Ideologische achtergronden / 291 1.3. De rechtssociologische benadering / 293 2. Het politieapparaat / 294 2.1. De functies van het politieapparaat in een historisch perspectief / 295 2.2. De politiek georiënteerde taken van de politie / 297 2.3. Organisatorische kenmerken van het politieapparaat / 298 2.4. De organisatie van het politieapparaat in een aantal westerse democratieën / 299 HOOFDSTUKxi-Bibliografie / 305 1. Aspecten van het klassieke liberalisme en het ontstaan van de burgerlijke staat / 305 \ 2. De totstandkoming en de kenmerken van de gewijzigde liberale staat / 308 3. Het fascisme en de fascistische staat / 313 4. Enkele benaderingswijzen van het westerse politieke systeem / 315 4.1. Pluralisme en polyarchie / 315 4.2. Systeemtheoretische en functionalistische benaderingen met inbegrip van de pacificatiedemocratie en besluitvormingsanalyses / 315 4.3. Het politieke proces economisch benaderd / 316 4.4. Elite-theorieën, marxistisch geïnspireerde benaderingen en Habermas / 317 10
5. Kiezers, kieswetgeving en kiesgedrag / 318 6. Politieke partijen / 321 7. Drukkingsgroepen / 328 8. Regeringssystemen / 331 9. Administratie, bureaucratie en technostructuur / 337 10. Het recht, het repressiesysteem en het politieke bestel / 339 BIJLAGE Annotaties bij een aantal begrippen, feiten en personen / 341 Namenregister / 357 Register van landen, regio's en steden / 363 11