SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.



Vergelijkbare documenten
SAMENVATTING UITSPRAAK

Commissie van Beroep HBO

SAMENVATTING UITSPRAAK

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

Commissie van Beroep BVE SAMENVATTING

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Commissie van Beroep PO

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

Commissie van Beroep PO

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

SAMENVATTING / Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

SAMENVATTING Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw L. Toering

Ontslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de functie van werkneemster is vervallen en er geen andere passende functie voor haar is.

SAMENVATTING t/m , t/m en Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; VO

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Commissie van Beroep PO

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

SAMENVATTING UITSPRAAK

Commissie van Beroep PO

Ontslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; HBO

Commissie van beroep vo

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

SAMENVATTING U I T S P R A AK

Commissie van Beroep BVE

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

SAMENVATTING UITSPRAAK

Commissie van Beroep BVE

SAMENVATTING U I T S P R A AK

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. S.K. Oskam

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. W. Brussee

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M.

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma

UITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

SAMENVATTING UITSPRAAK

BESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.

SAMENVATTING / Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden en tegen vrijstelling van werkzaamheden; HBO

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

UITSPRAAK. het Bestuur van de stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. M.

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

SAMENVATTING U I T S P R A AK

Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. L.R.T.

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F

Commissie als bedoeld in artikel 12.1 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs (CAO PO)

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING UITSPRAAK

Commissie van Beroep PO

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid en wegens gewichtige redenen; BVE

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING UITSPRAAK. het bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen

Commissie van Beroep HBO

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep VO

sollicitatieprocedure niet te benoemen in de (hogere ) functie van schooldirecteur kan in stand blijven.

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant]

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. drs. C.A.H.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.

Commissie van Beroep VO

Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft.

Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende functioneren: BVE SAMENVATTING

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. J.M. Frons

SAMENVATTING UITSPRAAK

Commissie van Beroep VO

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw F

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen.

Bezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond

in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]

SAMENVATTING U I T S P R A AK

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. M.J.A. de Bruijn

SAMENVATTING UITSPRAAK

Transcriptie:

SAMENVATTING 105584 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; Het dienstverband met de werknemer, werkzaam als Projectmanager B, is opgezegd wegens opheffing van de betrekking als gevolg van een reorganisatie waardoor de formatie op het onderwijsplein, waar de werknemer werkzaam was, is gehalveerd. Alle medewerkers van het onderwijsplein zijn boventallig verklaard. Vervolgens zijn van alle medewerkers alleen de Adviseurs A herplaatst. De werkgever heeft niet inzichtelijk kunnen maken wat voor het onderwijsplein onder uitwisselbare functies moet worden verstaan. Voorts heeft de werkgever de overige vacatureruimte ingevuld op basis van deskundigheid van de werknemers. Dit komt niet overeen met de afspraken uit het Sociaal Plan. Bovendien heeft de werkgever het begrip deskundigheid niet verder uitgewerkt en het aantal dienstjaren van de werknemer is niet correct berekend. Een en ander staat op gespannen voet met het Sociaal Statuut, het Sociaal Plan en het Reorganisatieplan. Ook heeft de werkgever de mogelijkheden om voor de werknemer een andere passende functie te vinden, onvoldoende benut. Beroep gegrond. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. C en het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij beroepschrift met bijlagen van 15 oktober 2012, ingekomen op 17 oktober 2012 en aangevuld d.d. 1 november 2012 en 8 november 2012, heeft A beroep ingesteld tegen de beslissing van de werkgever d.d. 29 mei 2012 om op basis van het Reorganisatieplan, de uitvoeringsbesluiten van dit plan en het Sociaal Plan de arbeidsovereenkomst met hem op te zeggen tegen 1 september 2012 wegens opheffing van de betrekking. Bij brief van 12 november 2012 is de werkgever verzocht om voor 30 november 2012 een verweerschrift in te dienen. Nadat de werkgever eenmalig om uitstel had verzocht voor indiening van het verweerschrift, is het verweerschrift met bijlagen, gedateerd 12 december 2012, op 14 december 2012 ontvangen. De mondelinge behandeling van het beroep vond plaats op 21 januari 2013 te Utrecht. A verscheen in persoon en werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De werkgever werd vertegenwoordigd door mevrouw G, leidinggevende onderwijsplein, en mevrouw H, HRM Consultant, daartoe bijgestaan door de gemachtigde. Pagina 1 van 5

2. DE FEITEN A, is sinds 1 augustus 2009 in dienst bij ROC D in een vast dienstverband met een volledige betrekkingsomvang. Van 1 augustus 2006 tot 1 augustus 2009 was A via D I B.V. op detacheringsbasis tewerkgesteld als Projectleider bij het ROC. Na een reorganisatie in 2010-2011 is A geplaatst in de functie van Projectmanager ontwikkeling B op het onderwijsplein. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de CAO. De werkgever heeft in 1997 een Sociaal Statuut vastgesteld dat kaders geeft in geval van reorganisatie wegens formatievermindering. Wegens een tekort aan financiële middelen heeft de werkgever op basis van het Sociaal Statuut op 15 maart 2012 een Reorganisatieplan opgesteld. In het kader hiervan is met de vakorganisaties een Sociaal Plan overeengekomen, met een looptijd van medio april 2012 tot en met 31 december 2012. Blijkens het Reorganisatieplan dient het pakket van maatregelen te leiden tot een uiteindelijke reductie van 267 wtf per 2016. Deze reductie heeft voor het onderwijsplein tot gevolg dat de omvang van de formatie wordt gehalveerd. Het Sociaal Statuut bepaalt dat het afvloeiingscriterium anciënniteit van toepassing is op uitwisselbare functies voorzover zich bij één of meer medewerkers in deze functies boventalligheid voordoet (3.2.1). Voorts vermeldt het Sociaal Statuut dat van uitwisselbare functies sprake is bij medewerkers met naar aard en naar inhoud vergelijkbare werkzaamheden, dat wil zeggen dat medewerkers elkaars functie moeten kunnen vervullen, hetzij direct, hetzij na een korte opleiding/bijscholing. Voor de start van de gedwongen fase wordt het afvloeiingscriterium met de bonden overeengekomen, aldus het Sociaal Plan. De werkgever heeft een apart reorganisatieplan voor het onderwijsplein opgesteld. Dit plan houdt in dat de onderdelen Lectoraat, D Academie en het Subsidiebureau zullen komen te vervallen. In het Reorganisatieplan onderwijsplein is onder meer opgenomen: Het onderwijsplein nieuwe stijl zal zich exclusief richten op hoogwaardig (beleids)advieswerk op het gebied van onderwijs. ( ) Dit heeft tot gevolg dat uitsluitend de functie van Adviseur A gehandhaafd blijft. ( ) Plaatsing op het plein geschiedt vanzelfsprekend conform het sociaal plan 2012 D. Dit betekent dat alle medewerkers boventallig zijn. De functies uit het nieuwe functiegebouw worden in eerste instantie aangeboden aan medewerkers die de betreffende functie al bekleden. Vervolgens wordt op basis van dienstjaren bepaald wie de meeste rechten heeft. Als deze medewerkers gebruik wensen te maken van vertrekbevorderende maatregelen of anderszins te kennen geven geen interesse te hebben, zullen de functies worden aangeboden aan medewerkers van het onderwijsplein die een andere functie op het onderwijsplein bekleedden. Ook als er meer plaatsen dan medewerkers met de functie van Adviseur A zijn, zullen functies aan medewerkers van het onderwijsplein met een andere functie worden aangeboden. Bij zo n aanbod aan een herplaatsingskandidaat houdt D rekening met de competenties van de kandidaat in relatie tot de aard van de functie. D zal herplaatsingskandidaten die geen plaats op het onderwijsplein kunnen krijgen zoveel mogelijk gelijkwaardige, passende of geschikte functies aanbieden. De werkgever heeft voor de uitvoering van het bovenstaande een herplaatsingsprocedure vastgesteld. Conform deze procedure wordt door de herplaatscommissie gekeken naar achtereenvolgens gelijkwaardige functies, passende functies (maximaal twee schalen lager) en geschikte functies (kan meer dan twee schalen lager zijn maar dan met loonsuppletie voor maximaal twee jaar). De functie van A, Projectmanager ontwikkeling B, is door de reorganisatie komen te vervallen, waardoor hij boventallig is geworden. Bij brief van 29 mei 2012 heeft de werkgever daarom de arbeidsovereenkomst met A opgezegd tegen 1 september 2012. Tegen dit besluit heeft A bij brief van 11 juni 2012, aangevuld op 27 juni 2012, bezwaar gemaakt bij de Algemene Bezwaarcommissie van de werkgever. Bij brief van 13 augustus 2012 heeft de Algemene Bezwaarcommissie de werkgever geadviseerd het ontslag per 1 september 2012 voor zes maanden op te schorten, teneinde met betrokkene alle mogelijkheden serieus te verkennen. De werkgever heeft A bij brief van 4 september 2012 meegedeeld het advies van de Algemene Bezwarencommissie niet over te nemen. Tegen dit besluit van de werkgever is het beroep gericht. Pagina 2 van 5

3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Standpunt A A meent dat hij ten onrechte voor ontslag is voorgedragen omdat zijn werkzaamheden feitelijk niet zijn komen te vervallen. Zijn werkzaamheden worden immers grotendeels door collega s overgenomen. Daarnaast is de functie van Projectmanager B in de praktijk gelijk aan de functie van Projectadviseur A; voor de functie Projectmanager B is zelfs meer ervaring vereist. A is dan ook prima in staat om binnen een periode van een half jaar zich de functie van Projectadviseur A geheel eigen te maken. A stelt dat de functies (volgens de criteria van het UWV) uitwisselbaar zijn en dat afvloeiing zou moeten plaatsvinden over de functies Projectadviseur A en Projectmanager B gezamenlijk. A zou in dat geval niet boventallig zijn. De vaststelling of functies uitwisselbaar zijn, dient te geschieden op basis van objectieve criteria en niet op basis van een keuze van de werkgever. Voor de invulling van de functies op het onderwijsplein hanteert de werkgever het criterium deskundigheid, hetgeen niet strookt met afspraken uit het Sociaal Plan, zoals ook door de Algemene Bezwarencommissie is geconstateerd. A is als enige van zijn collega s niet herplaatst. Een van zijn collega s is zelfs herplaatst op het onderwijsplein terwijl zij minder dienstjaren heeft. De werkgever heeft voorts ten onrechte de dienstjaren niet meegeteld, die A op detacheringsbasis als Projectleider heeft gewerkt. A zou gelet op zijn kwaliteiten en ervaring in aanmerking moeten komen voor de functies van Bestuurssecretaris en/of Teamleider, maar de werkgever heeft onvoldoende naar As mogelijkheden voor deze functie (of andere functies) gekeken. Overigens vindt A het onbegrijpelijk dat de werkgever alle leidinggevenden met een tijdelijk dienstverband in dienst heeft gehouden tot in ieder geval 31 december 2012 onder het mom van de toekomstige bestuurlijke structuur, terwijl hij zijn vaste dienstverband kwijt raakt. Standpunt werkgever De werkgever heeft ervoor gekozen om alle medewerkers van het onderwijsplein boventallig te verklaren en alleen de functie van Adviseur A terug te laten komen. De functie van Projectmanager B is derhalve vervallen en A is boventallig geworden. De werkzaamheden van A zijn ook grotendeels vervallen en het resterende deel is ondergebracht bij de afdeling HRM. De werkgever heeft geoordeeld dat er geen gelijkwaardige functie aanwezig was. De functie van Adviseur A acht de werkgever niet gelijkwaardig, er zit immers verschil tussen beide functies. Er bleek vervolgens voor A geen passende functie te zijn. Op het moment dat A boventallig was geworden, was de functie van bestuurssecretaris nog niet vacant. Inmiddels is bekend dat de functie van bestuurssecretaris is komen te vervallen. Voor de functie van teamleider gold dat onvoldoende zicht was op hoeveel teamleiders er op termijn binnen het ROC nodig zouden zijn. Om rust binnen de teams te behouden, heeft de werkgever de (tijdelijke) dienstverbanden met de teamleiders verlengd voor studiejaar 2012-2013. Het is mogelijk dat in een nieuwe reorganisatieronde de functie van teamleider wordt opgeheven. De collega Projectmanager B, waaraan A refereert, is herplaatst op het onderwijsplein vanwege haar kennis van alle technische opleidingen. Desgevraagd door de Commissie kan de werkgever niet aangeven waarom niet nader is gekeken naar de functie van teamleider of waarom het advies van de Advies Bezwarencommissie om de termijn van ontslag op te schorten niet is opgevolgd. A heeft overigens zelf besloten geen geschikte functies te aanvaarden. Ten slotte stelt de werkgever dat geen sprake is van opvolgend werkgeverschap ten opzichte van D I B.V., waardoor alleen het aantal dienstjaren in dienst bij de werkgever meetelt. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid Pagina 3 van 5

De instelling is aangesloten bij deze Commissie en het beroep is gericht tegen één van de beslissingen, genoemd in artikel 4.1.5 lid 1 Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). De Commissie is derhalve bevoegd van het beroep kennis te nemen. De ontvankelijkheid A heeft het beroep niet gericht tegen de aanvankelijke ontslagbeslissing van de werkgever van 29 mei 2012, maar tegen de beslissing van de werkgever van 4 september 2012 waarbij het oorspronkelijke besluit in stand is gelaten. De Commissie acht dit te billijken doordat de aanvankelijke beslissing, als gevolg van het indienen van (intern) bezwaar bij de Algemene Bezwarencommissie van de werkgever, in het kader van deze beroepsprocedure kan worden aangemerkt als een voorlopige beslissing en de beslissing na bezwaar als definitieve ontslagbeslissing waartegen beroep open staat. De Commissie komt mede tot dit oordeel omdat de werkgever in de beslissing van 29 mei 2012 heeft opgenomen dat A tegen het besluit in beroep kan komen, in eerste instantie bij de interne Algemene Bezwarencommissie en in tweede instantie bij de Commissie van Beroep. Omdat A tijdig beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van 4 september 2012, is het beroep ontvankelijk. Het ontslag Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting staat vast dat de werkgever, op grond van het Reorganisatieplan onderwijsplein, eerst alle medewerkers van het onderwijsplein boventallig heeft verklaard en vervolgens de beschikbare formatie van 18 fte heeft ingevuld door eerst alle Adviseurs A te herplaatsen in de eigen functie. Het bevreemdt de Commissie dat de werkgever alle medewerkers eerst boventallig heeft verklaard terwijl de functie van de medewerkers met functie Adviseur A in feite bleef bestaan. De werkgever had deze medewerkers derhalve niet boventallig hoeven te verklaren, maar enkel degenen voor wie vanwege de formatieruimte en na selectie op grond van het aantal dienstjaren geen plaats meer was. Evenmin heeft de werkgever inzichtelijk gemaakt, en desgevraagd door de Commissie ter zitting ook niet kunnen maken, wat voor het onderwijsplein onder gelijkwaardige functies moet worden verstaan. De werkgever heeft aangegeven dat er verschil is tussen de functie van Adviseur A en de functie van A, maar zoals de werkgever in het Sociaal Statuut heeft gedefinieerd staat een (klein) verschil tussen functies aan gelijkwaardigheid van de functies niet in de weg. A heeft onweersproken gesteld dat voor de functie van Projectmanager ontwikkeling B meer, ook voor de functie van Adviseur A relevante, ervaring nodig is dan voor de functie van Adviseur A. Van de werkgever mag derhalve verwacht worden dat hij kan aangeven waarom er in dit geval geen sprake is van gelijkwaardige functies. Voorts heeft de werkgever voor de invulling van de overige vacatureruimte gekeken naar deskundigheid, waarbij bij gelijke deskundigheid het aantal dienstjaren doorslaggevend is geweest. Hantering van het criterium deskundigheid komt echter niet overeen met de afspraken die gemaakt zijn in het kader van het Sociaal plan, zoals ook reeds door de Algemene Bezwarencommissie is geconstateerd. Daarenboven is concrete hantering van het begrip deskundigheid in deze niet gespecificeerd of nader uitgewerkt, zodat naar het oordeel van de Commissie in dit verband niet op objectieve gronden tot afvloeiing besloten kan worden. Tevens is gebleken dat in het geval van A het aantal dienstjaren, dat bepalend is voor vaststelling van de afvloeiingsvolgorde, niet correct is berekend. Weliswaar stelt de werkgever dat er geen sprake is van opvolgend werkgeverschap, waardoor een aantal jaren niet zou meetellen, maar dit kan gelet op het feit dat A steeds werkzaam is geweest bij ROC D in een vergelijkbare functie, in redelijkheid niet staande worden gehouden. Nu een collega van A met minder dienstjaren wel een passende functie op het onderwijsplein is aangeboden, oordeelt de Commissie dat de werkgever bij zijn selectie onzorgvuldig is geweest. Voorts acht de Commissie het door de werkgever gehanteerde selectieproces weinig inzichtelijk. Pagina 4 van 5

De Commissie oordeelt dan ook dat de wijze waarop de werkgever onder meer A, boventallig heeft verklaard en de wijze waarop hij de nieuwe formatieruimte heeft ingevuld, op gespannen voet staat met het Sociaal Statuut, het Sociaal Plan en het Reorganisatieplan. Ten slotte stelt de Commissie vast dat de werkgever het advies van de Algemene Bezwarencommissie om het ontslag voor de duur van zes maanden op te schorten, niet heeft overgenomen. De werkgever heeft echter in de onderhavige procedure niet kunnen toelichten waarom A niet is voorgedragen voor een gesprek in het kader van de functie teamleider, noch welke andere mogelijkheden zijn verkend. De werkgever heeft de mogelijkheden om voor A een (andere) passende functie te vinden dan ook onvoldoende benut. Het geheel overziend zal de Commissie het beroep gegrond verklaren. 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie het beroep gegrond. Aldus gedaan te Utrecht op 12 maart 2013 door mr. L.C.J. Sprengers, voorzitter, drs. K.A. Kool, drs. P. Koppe, mr. K.P. Piena en mr. D.A.M. Schilperoord, leden, in aanwezigheid van mr. O.A.B. Luiken, secretaris. mr. L.C.J. Sprengers voorzitter mr. O.A.B. Luiken secretaris Pagina 5 van 5