B&W besluit Publicatie

Transcriptie

1 Inhoudsopgave 1. Publicatieformulier p Opinienota: dilemma werk met werk maken p bijlage A bij BBV toelichting mee t e realiseren p. 7 beleidskaders 4. bijlage B bij BBV toelichting onderhoudsachterstand versus onderhoudsvoorraad en rekenwijze p bijlage C bij BBV werken voorbij point of no return p Bijlage D bij BBV werken NIET voorbij point of no p. 11 return 7. bijlage E bij BBV toelichting en overzicht financiële p. 13 effecten 8. bijlage F bij BBV beschikbare budgetten voor p. 15 groot onderhoud

2 B&W besluit Publicatie Onderwerp dilemma werk met werk maken Bestuurlijk behandelvoorstel (2015/104388) GOB/E Collegebesluit Het college legt de opinienota voor aan de commissie beheer en vraagt een richtgevende uitspraak hoe om te gaan met het dilemma werk-met-werk maken Het college zendt de nota aan de commissie beheer ter bespreking Portefeuillehouder: Sikkema, C.Y. Auteur: Sulman, J.F. Telefoonnr Samenvatting/Doel/grond besluit De gebiedsprogramma's voor 2015 met een doorkijk tot 2019 zijn gereed. Het Programma Onderhoudswerken (POW) is integraal verwerkt in het concept- MeerJarenGebiedsProgramma (MJGP). Er is dekking vanuit de exploitatiebudgetten en investeringskredieten voor de uitvoering van de onderhoudswerken. Het is een collegebevoegdheid om het MJGP (uitvoeringsprogramma) vast te stellen. Een deel van deze werken gaat feitelijk verder dan onderhoud, voor een deel wordt met het onderhoud ook beleidskaders zoals fietsvoorzieningen gerealiseerd (werkmet-werk maken). Het meerealiseren van beleidskaders heeft meerkosten als effect. Voor het realiseren van de beleidskaders ontbreken structureel de financiële middelen. Dit levert bij gelijkblijvende budgetten het volgende dilemma; moet er nu voor gekozen worden om de onderhoudsvoorraad op te laten lopen en beleidskaders te realiseren of worden beleidskaders niet meegenomen en blijft de onderhoudsvoorraad gelijk? Dit dilemma wordt nu aan de raad voorgelegd met het verzoek om zienswijzen die het college kan gebruiken voor het opstellen van het definitieve MJPG B&W vergadering Vergadering BenW d.d Bijlagen

3 Opinienota Onderwerp: dilemma werk met werk maken BBV nr: 2015/ Inleiding De Gebiedsprogramma s 2015 zijn gereed. Het Programma Onderhoudswerken (POW) is integraal verwerkt in het MeerJarenGebiedsProgramma (MJGP) Vanuit de exploitatiebudgetten en de investeringskredieten wordt dit collegeperiode jaarlijks ruim 24 miljoen besteedt aan onderhoud. Hiermee wordt deze collegeperiode wederom actief gewerkt aan een bereikbare stad met een openbare ruimte in een goede en aantrekkelijke staat. Deze actieve trend wil het college de komende jaren doorzetten. Het is een collegebevoegdheid om het MJGP (uitvoeringsprogramma) vast te stellen. Werken in de openbare ruimte gaan veelal verder dan de uitvoering van onderhoud. Vastgestelde beleidskaders 1, zoals HVVP, Speelruimteplan, Bomenbeleidsplan, Hoofdbomenstructuur, Structuurvisie Openbare Ruimte (SOR), Integraal Waterplan Handboek inrichting Openbare Ruimte (HIOR), Ecologisch beleidsplan, Spaarneplan, Waterkansenkaart en Fietsvoorzieningen worden waar mogelijk meegenomen door werk met werk te maken. Met het uitvoeren van de beleidskaders wordt de stad naar het gewenste kwaliteitsniveau gebracht en een aantrekkelijke, goed bereikbare en groenere stad gerealiseerd die succesvol is in het (water)toerisme. Het meenemen van Beleidskaders kan soms kostenneutraal, in andere gevallen vraagt het een grotere investering. Voor het structureel meenemen van beleidskaders bij alle POW projecten zijn helaas niet voldoende financiële middelen. Meer dan het uitvoeren van onderhoud is op dit moment niet mogelijk. Als kostenneutraal gewerkt moet worden ontstaat het volgende dilemma: worden de beleidskaders meegenomen dan loopt de onderhoudsvoorraad 2 op, worden de beleidskaders niet meegenomen dan blijft de onderhoudsvoorraad gelijk maar missen we de kans om werk met werk te maken. De wens tot werk-met-werk maken is er, het is zonde als die kansen niet verzilverd kunnen worden. De middelen bepalen echter de mogelijkheden. Dit dilemma is gepresenteerd tijdens de raadsmarkt van 12 februari jl. over het gebiedsgericht programmeren. In deze nota worden vier alternatieven aan de raad gepresenteerd hoe met dit dilemma om te gaan. Het college verzoekt de raad om een uitspraak voor het opstellen van het MJPG In 2015 en 2016 wordt een aantal projecten 3 uitgevoerd waarbij het realiseren van beleidskaders onderdeel vormde van het afgesloten participatietraject. Het college wil de uitvoering van zulke projecten, die het point of no return gepasseerd zijn, oppakken binnen de gemaakte afspraken en de benodigde middelen dekken uit het POW. Dit leidt tot het oplopen van de onderhoudsvoorraad. 1 Zie bijlage A voor een toelichting op de mee te realiseren beleidskaders 2 Zie bijlage B voor een toelichting op de termen onderhoudsvoorraad/onderhoudsachterstand en rekenwijze 3 Zie bijlage C voor een overzicht van de projecten voorbij point of no return

4 2015/ dilemma werk met werk maken 2 Voor 2015 en 2016 staan ook projecten in het POW die het participatietraject nog moeten doorlopen, en waarbij de beleidskaders alsnog meegenomen kunnen worden. Voor deze POW werken is bepaald wat de meerkosten zijn om de beleidskaders mee te realiseren. 4 Tenslotte zijn er ook na 2016 POW projecten waarbij de beleidskaders gerealiseerd kunnen worden. Voor deze jaren is alleen een inschatting te maken wat de meerkosten zijn. 2. Kernvraag In 2015 wordt 30 miljoen geïnvesteerd in groot-en vervangingsonderhoud, de jaren erop gemiddeld 25 miljoen. Om de ambities van de coalitie in de ontwikkeling van de stad recht te doen en om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken zijn meer middelen nodig. Op basis van het POW is er structureel tussen de 0,75 en 1.95 miljoen aanvullend nodig voor het behalen van de ideaalsituatie; realiseren van beleidskaders die het coalitieprogramma ondersteunen én de onderhoudsvoorraad stabiel houden. Deze ideaalsituatie is omschreven als alternatief d en heeft de voorkeur van het college. Het dilemma werk-met-werk maken vraagt een integrale afweging. Om richting te geven wordt deze nota ter bespreking voorgelegd aan de raad. Met de uitkomsten daarvan kan het gewenste alternatief worden uitgewerkt voor behandeling bij de Kadernota. Het college vraagt de raad zijn voorkeur uit te spreken voor één van onderstaande alternatieven 5 : a. Beleidskaders meenemen zolang dit budgetneutraal kan: Het POW wordt waar dit kan ingezet voor het realiseren van beleidskaders. Beleidskaders worden niet gerealiseerd als dit extra geld kost. In lijn met de Visie en strategie beheer en onderhoud loopt de onderhoudsvoorraad niet op. Er is geen geld om de resultaten van participatie en inspraak uit te voeren. b. Beleidskaders meenemen zonder aanvullend budget: Beleidskaders worden gerealiseerd met POW budgetten, waardoor de onderhoudsvoorraad jaar na jaar oploopt. Als dit alternatief wordt doorgezet, wordt onderhoud op termijn onvoorspelbaar, noodmaatregelen zullen nodig zijn en de veiligheid raakt in het gedrang. c. Beleidskaders alleen meenemen in 2015 en 2016 en toegenomen onderhoudsvoorraad inlopen in 2017 en 2018: Beleidskaders worden, voor een bedrag van 2,4 miljoen, tot 2017 meegenomen met POW werken, in lijn met het voorstel van het college om de point of no return projecten uit te voeren. De onderhoudsvoorraad loopt hiermee op. Door in 2017 en miljoen extra in de begroting op te nemen wordt de onderhoudsvoorraad weer ingelopen. d. Beleidskaders structureel meenemen met aanvullend budget: In 2015 en 2016 voor 1,2 miljoen en vanaf 2017 voor structureel ,- per jaar. De onderhoudsvoorraad loopt tijdelijk op. Door in 2017 en miljoen in de begroting op te nemen wordt de onderhoudsvoorraad weer ingelopen. Met een structurele toevoeging van naar verwachting ,- kan vanaf 2017 consequent werk-met-werk worden gemaakt. 4 Zie bijlage D voor een overzicht van de projecten nog niet voorbij point of no return 5 De financiële effecten zijn uitgewerkt in bijlage E.

5 2015/ dilemma werk met werk maken 3 3. Overeenkomsten Werk-met-werk maken Om hinder en overlast te beperken wordt onderhoud zoveel mogelijk gecombineerd. Zo wordt bij rioolonderhoud bijna altijd de rijbaan vervangen als een vorm van werk-met-werk maken. Het meenemen van beleidskaders vraagt vaak een herinrichting en dus het opbreken van de openbare ruimte. Indien het haalbaar is om kostenneutraal beleidskaders mee te nemen met het onderhoud dan wordt dit gedaan. Door met het onderhoud een herinrichting te realiseren is er éénmalig sprake van overlast en is de realisatie voordeliger dan beiden separaat uit te voeren. Bestemmingsreserve Openbare Ruimte De bestemmingsreserve openbare ruimte is een uitwerking van de Visie en strategie beheer en onderhoud waarin jaarlijks een bijdrage wordt gedaan. De reserve wordt o.a. aangewend om areaaluitbreiding en calamiteiten op te vangen. Communicatie Ieder alternatief heeft gevolgen voor de stad en haar gebruikers, hetgeen vraagt om uitwerking. Indien gekozen wordt voor het alleen onderhoud uitvoeren, dan worden er geen beleidskaders gerealiseerd. Communicatie moet dan gericht zijn op de belanghebbenden bij de beleidskaders. Als ergens geen fietspaden gerealiseerd worden moet dit gecommuniceerd worden met de fietsersbond, de wijkraden en de bewoners. Als besloten wordt om beleidskaders te realiseren en onderhoud uit te stellen, dan moet de communicatie gericht zijn op de gebruikers van de openbare ruimte waarvan het onderhoud wordt uitgesteld. Daarnaast moet de communicatie ingezet blijven worden om toe te lichten wat wél gedaan wordt. Hoe dan ook wordt dit jaar voor 30 miljoen geïnvesteerd in de stad met als effect dat er veel projecten in uitvoering zijn. 4. Verschillen Alternatief a Bij alternatief a wordt ervoor gekozen om de onderhoudsvoorraad stabiel te houden, onderhoudswerken worden conform programmering uitgevoerd. Er worden géén beleidskaders gerealiseerd als dit tot meerkosten leidt. Het alternatief is kostenneutraal, er wordt gewerkt met de beschikbare POW budgetten. Alternatief b Bij alternatief b wordt ervoor gekozen om beleidskaders te realiseren door onderhoudswerken uit te stellen. Het is kostenneutraal, er wordt gewerkt met de beschikbare budgetten. Dit betekent bijvoorbeeld dat aan de Jan Gijzenkade wel fietsvoorzieningen worden gerealiseerd met als consequentie dat het onderhoud aan de fietspaden aan de Rijksstraatweg wordt uitgesteld. Door deze werkwijze loopt de onderhoudsvoorraad elk jaar verder op. Alternatief c: Hier wordt ervoor gekozen om in 2015 en 2016 de kans van werk-met-werk te verzilveren en beleidskaders te realiseren. Eénmalig wordt hiervoor onderhoudswerk verschoven naar 2017 en 2018; de onderhoudsvoorraad loopt niet verder op. Over het uitvoeren van beleidskaders

6 2015/ dilemma werk met werk maken 4 vanaf 2017 wordt geen beslissing genomen; volgend jaar zal discussie over het meenemen van beleidskaders opnieuw gevoerd worden. Alternatief d; Hier wordt ervoor gekozen om de onderhoudsvoorraad op peil te houden én beleidskaders te realiseren. De inzet ligt hierbij maximaal op werk-met-werk maken. Om dit mogelijk te maken wordt in 2015 en 2016 onderhoudswerk tijdelijk uitgesteld en in 2017 en 2018 alsnog uitgevoerd. Vanaf 2017 komt dan structureel een budget beschikbaar om beleidskaders uit te voeren bij POW werken. 5. Vervolg Het dilemma werk-met-werk maken vraagt een integrale afweging. Het ligt daarom voor de hand deze afweging te maken bij de Kadernota. Om richting te geven wordt deze nota ter bespreking voorgelegd aan de raad. Met de uitkomsten daarvan kan het gewenste alternatief worden uitgewerkt voor behandeling bij de Kadernota. Als bij de uitwerking blijkt dat het gewenste alternatief te grote effecten heeft en ingrijpend is voor behandeling bij de kadernota, het alternatief dan wordt behandeld bij de in de coalitie afgesproken herijking in Dan is meer inzicht op de toekomstige middelen en kunnen bredere afwegingen worden gemaakt. 6. Bijlagen A, Toelichting en voorbeelden mee te realiseren beleidskaders B, Toelichting op de termen onderhoudsvoorraad/onderhoudsachterstand en rekenwijze C, Overzicht van de projecten voorbij point of no return D, Overzicht van de projecten nog niet voorbij point of no return E, Overzicht en toelichting financiële effecten F, Overzicht beschikbare budgetten voor onderhoud

7 2015/ Dilemma werk met werk maken Bijlage A: Welk beleidskaders kunnen met onderhoud gerealiseerd worden? Beleidskaders zijn de uitwerking van vastgesteld beleid, zoals het Haarlems Verkeers- en Vervoersplan (HVVP), waarin is vastgelegd wat busroutes zijn, verblijfsgebieden, welke routes onderdeel uitmaken van het hoofdfietsnetwerk, etc. Als het HVVP meegeeft dat een straat onderdeel is van het hoofdfietsnetwerk, betekent de uitwerking dat deze straat ingericht moet worden als een fietsroute met fietsstroken of fietspaden. Als bij het uitvoeren van onderhoud de beleidskaders meegenomen worden, dan is het realiseren van fietsvoorzieningen een verplichting. Over het algemeen gaat het om beleidskaders die kostbaar zijn als deze solitair uitgevoerd moeten worden. In een aantal gevallen is er dekking voor het realiseren van een beleidsstuk zoals het Integraal Waterplan. In veel gevallen is er geen dekking. Andere vastgestelde beleidskaders zijn: Speelruimteplan Bomenbeleidsplan, hoofdbomenstructuur Structuurvisie Openbare Ruimte (SOR) Integraal Waterplan Handboek inrichting Openbare Ruimte (HIOR) Ecologisch beleidsplan Waterkansenkaart Het Spaarneplan

8 2015/ Dilemma werk met werk maken Bijlage B: onderhoudsachterstand versus onderhoudsvoorraad De termen onderhoudsachterstand en -voorraad worden regelmatig door elkaar gebruikt. Dat werkt verwarring in de hand. Tevens is onduidelijk waar de genoemde bedragen voor onderhoud op gebaseerd zijn. Hieronder volgt een toelichting op de terminologie en de gehanteerde rekenmethodes. Het verschil tussen onderhoudsachterstand en onderhoudsvoorraad Er is sprake van een onderhoudsbehoefte als de kwaliteit van de openbare ruimte (technisch) niet meer voldoet aan de gewenste ambitie. De onderhoudsbehoefte ontstaat eenvoudigweg door slijtage. Door het uitvoeren van onderhoud wordt de openbare ruimte weer op niveau gebracht. Als het onderhoud uitgevoerd kan worden voordat noodmaatregelen noodzakelijk zijn, is de onderhoudsbehoefte beheersbaar. Een beheersbare onderhoudsvoorraad biedt de mogelijkheid om onderhoud te plannen, gelijktijdig uit te voeren en zodoende zo efficiënt mogelijk uit te voeren. De onderhoudsvoorraad is beheersbaar zolang de aanwas aan benodigd onderhoud ongeveer gelijk is aan het gerealiseerde onderhoud, wanneer onderhoud binnen afzienbare tijd uitgevoerd kan worden en er geen noodmaatregelen nodig zijn. Wanneer onderhoud niet op tijd uitgevoerd wordt en noodmaatregelen (zoals afzettingen) nodig zijn is sprake van onderhoudsachterstand. Dit kan dermate toenemen dat de beschikbare middelen alleen nog maar aangewend kunnen worden voor noodmaatregelen; van planmatig onderhoud is dan geen sprake meer. Het kantelpunt tussen onderhoudsvoorraad en onderhoudsachterstand is lastig te geven. De onderhoudsbehoefte kan uitgedrukt worden als onderhoudsvoorraad zolang deze stabiel en beheersbaar is. Het wordt onderhoudsachterstand als er consequent noodmaatregelen nodig zijn en de toename in onderhoud niet weggewerkt kan worden. In de nota Visie en strategie beheer en onderhoud (WZ/2012/398572) is aangegeven dat de POW middelen voldoende zijn om de verwachte onderhoudsbehoefte op te vangen bij een gelijkblijvend kwaliteitsniveau. Wanneer de onderhoudsbehoefte stabiel blijft is er sprake van een beheersbare onderhoudsvoorraad. De visie schrijft voor dat er bij dit onderhoud feitelijk sprake is van het in stand houden van de bestaande situatie en niet van herinrichting of functionele wijzigingen van de openbare ruimte. De reden was dat de beschikbare middelen niet toereikend waren om op dergelijke wensen in te spelen. Hoe wordt de onderhoudsvoorraad bepaald? In 2002 en 2012 is de gehele openbare ruimte geïnspecteerd, de technische staat vastgelegd en vervolgens doorgerekend wat de kosten zijn voor het in goede staat terugbrengen van de openbare ruimte. In 2002 was de onderhoudsachterstand bepaald op ruim 80 miljoen. In de Visie en strategie beheer en onderhoud werd geconstateerd dat de onderhoudsachterstand eind 2013 teruggebracht zou zijn naar 35 miljoen, gebaseerd op de feitelijke staat waarin de openbare ruimte verkeerde. In de visie is afgesproken dat deze integrale areaal inspectie elke vijf jaar herhaald wordt. In de tussenliggende tijd wordt de onderhoudsvoorraad bepaald op basis van de daadwerkelijke besteding van de onderhoudsbudgetten. De middelen zijn voldoende om de onderhoudsbehoefte die door slijtage ontstaat op te vangen. De totale onderhoudsvoorraad blijft daarmee gelijk. Is er in enig jaar sprake van een onderbesteding, dan stijgt daarmee de onderhoudsvoorraad. Door de ombuigingen van de afgelopen jaren is de onderhoudsbehoefte opgelopen tot 39,3 miljoen. In 2017 wordt de onderhoudsvoorraad opnieuw bepaald. Bij die actualisatie worden ook areaal mutaties en prijsontwikkelingen verwerkt. Op basis daarvan wordt berekend wat de werkelijke onderhoudsvoorraad is en welke middelen nodig zijn om de balans weer vijf jaar lang te behouden.

9 nota 2015/ Bijlage C -werk-met-werk projecten die point of no return zijn gepasseerd Project Noord Start Uitvoering Extra middelen voor beleidsuitgangs-punten Prognose subsidie voor beleidsuitgangspunten Lopend project Toelichting P.C. Boutenstraat Noord Ja PC Boutenstraat is hoofdfietsroute en busroute. Voorstel betreft een integrale herinrichting van de weg als onderdeel van de aanpak in Delftwijk. Participatie is afgerond en project is gereed voor uitvoering Schalkwijk Amerikaweg Ja Amerikaweg is hoofdfietsroute. Beleidsuitgangspunten in project opgenomen. Het project behelst groot onderhoud aan de fietspaden langs de Amerikaweg en een stuk rijbaan tussen de Schipholweg en Boerhaavelaan. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om ook het fietspad tussen Boerhaavelaan en Azieweg aan beide zijden twee richtingen te maken. Dit is een aanvullende ambitie boven op het vervangen van het asfalt. Bernadottelaan Ja Beleidsuitgangspunten in project opgenomen De rijbaan van de Bernadottelaan (tussen Azieweg en Jane Adamstraat) en delen van het troittoir langs de rijbaan zijn in slechte staat. De weg staat in het HVVP aangemerkt als 30 km gebied. De ambitie is dit in te voeren gelijktijdig met het uitvoeren van groot Onderhoud. Het zuidelijk deel van de Bernadottelaan is reeds op die wijze uitgevoerd. De ambitie is om deze aanpak nu ook voort te zetten. Participatie heeft uitgewezen dat dit ook de wens van FB, wijkraad en bewoners is. De aan de weg gelegen woningen van Pre Wonen worden gerenoveerd. De aanpak van de weg is opgenomen in het wijkcontract. Het bestuur heeft de wijkraad onlangs laten weten dat uitvoering in 2015 zal doorgaan.participatie afgerond. In technische voorbereiding Aansluiting op eerder uitgevoerd deel Bernadottelaan Forelstraat e.o Ja Beleidsuitgangspunten in project opgenomen. Het betreft hier een riool en herinrichtingsproject in Meerwijk.De participatieronde is afgerond, op dit moment vindt de inspraak plaats. Het is één van de te ontdooien projecten.

10 Frankrijklaan Ja Beleidsuitgangspunten in project opgenomen Het project behelst de herinrichting van de Frankrijklaan. Het is het beleid om hier een 30 km-gebied te introduceren en het HIOR Schalkwijk toe te passen (Klinkers in plaats van asfalt) Het project is in de participatie ronde besproken met wijkraad, FB en verkeerspolitie. Participatie afgerond Jan Gijzenkade riolering en openbare ruimte Ja Jan Gijzenkade is hoofdfietroute. In participatie is een ontwerp besproken met fietsstroken binnen het huidige verharde profiel. Er is echter geen overeenstemming over het VO. Voorstel is om met deze variant de inspraak in te gaan. In het beschikbare POW budget is rekening gehouden met deze variant totaal opgenomen middelen in POW tbv realisering beleidsuitgangspunten na honorering subsidie

11 nota 2015/ Bijlage D -werk-met-werk projecten die point of no return NIET zijn gepasseerd Project Start Uitvoering Extra middelen voor beleidsuitgangs-punten Prognose subsidie voor beleidsuitgangspunten Lopend project Toelichting Centrum Friese Varkenmarkt en Hooimarkt openbare ruimte Kenaupark en Kinderhuisvest, riolering en openbare ruimte Noord Friese Varkenmarkt en Hooimarkt zijn hoofdsfietroute. Participatie en inspraak zijn in 2007 doorlopen, er was BDU bijdrage toegekend. In 2008 bevroren wegens gebrek aan budget. Beleidsuitgangspunten na ontdooien niet in project budget opgenomen. Beleidsuitgangspunten zijn vrijliggende/aanliggende fietspaden en doortrekken wandelboulevard cf de Visie op de Spaarne oever. (voorbereiding start in 2015) Kenaupark en Kinderhuisvest zijn hoofdfietsroute en busroute. De aanvankelijke werkgrens lag van Raaks tot Zijhuizen. In 2013 is het project bevroren. Bij ontdooien is de werkgrens teruggebracht van Zijlstraat tot Kenaupark, waardoor een lappendeken ontstaat. Voor de oorspronkelijke werkgrens is (tussen Zijlstraat en Raaks) en (kruising Kenaupark/Zijhuizen) extra budget nodig. Velserstraat Velserstraat is hoofdfietsroute en busroute. Deze beleidsuitgangspunten zijn niet in het project opgenomen. De extra middelen zijn gebaseerd op ontwerp met fietsstroken en vernieuwen bomen. De participatie is nooit afgerond. Zuid-west Kolkstraat vervangen riolering Trottoirs kunnen niet worden meegenomen, is klein straatje, verwachting is dat aanhelen niet de gewenste kwaliteit opneeemt. Ruychaverstraat riolering en openbare ruimte Beleidsuitgangspunten niet in project opgenomen. Bewoners willen groen in de straat, dat kan nu niet worden meegenomen.

12 Rozenprieelstraat e.o. riolering Houtplein / Schelpenpad riolering en openbare ruimte Het hele trace is niet meer op orde, rechtleggen van gevel tot gevel is wenselijk in het Rozenprieel Ja De raad heeft een variant voorgesteld buiten de plangrenzen om, dit mocht voor deze variant gekozen worden dan zijn extra middelen nodig. totaal Extra middelen noodzakelijk tbv realisering beleidsuitgangspunten na honorering subsidie

13 2015/ Dilemma werk met werk maken Bijlage E: Overzicht en toelichting financiële effecten Het groot onderhoud wordt gedekt uit begrotings- en IP-posten. In 2015 is er 34 miljoen beschikbaar en de jaren erop gemiddeld 24 miljoen. In 2015 wordt een aantal IP projecten beëindigd en 2015 is het laatste jaar dat extra middelen beschikbaar zijn voor het inlopen van de onderhoudsachterstand. Dit verklaart het grote verschil tussen de beschikbare middelen van 2015 en de jaren erna. In het MeerJarenGebiedsProgramma (MJGP) wordt vastgelegd welke POW werken wanneer wordt uitgevoerd. Op basis van het MJGP is berekend wat de meerkosten zijn van werk-met-werk projecten die in 2015 en 2016 worden uitgevoerd (bijlagen C en D). Dit komt neer op 1,2 miljoen in 2015 én Voor de jaren 2017 en verder zijn de meerkosten van werk-met-werk projecten nog niet uitgewerkt omdat de mee te nemen beleidskaders nog niet voldoende concreet zijn. De hoogte van de structurele toevoeging van ,- om beleidskaders consequent uit te kunnen voeren is gebaseerd op de benodigde extra middelen in 2015 en 2016, minus de te verkrijgen subsidies (ongeveer 30%). De berekende onderhoudsvoorraad bedraagt begin ,3 miljoen. De financiële effecten voor de jaren 2015 tot en met 2020 zijn uitgewerkt in onderstaande tabel: Alternatief A B C D Budget Kosten werkmet-werk Verhoging begroting bij kadernota Berekende onderhouds voorraad (bedragen in miljoenen) ,3 39,3 39,3 39,3 40,5 41,7 42,45 43,2 40,5 41,7 40,5 39,3 40,5 41,7 40,5 39,3 Alternatief A B C D Budget Kosten werk- met-werk Verhoging begroting bij kadernota Berekende onderhouds voorraad ,3 39,3 43,95 44,7 39,3 39,3 39,3 39,3 Bestemmingsreserve Openbare Ruimte De bestemmingsreserve openbare ruimte is een uitwerking van de Visie en strategie beheer en onderhoud. In de periode wordt jaarlijks ,- in deze bestemmingsreserve gestort, waarvan ,- wordt aangewend voor het woonrijp maken van herstructureringprojecten (transformatieovereenkomst Haarlemse woonwijken). De andere ,- wordt aangewend om areaaluitbreiding en calamiteiten op te vangen. De bestemmingsreserve kent ook een spaarcomponent voor het opvangen van de onderhoudsbehoefte die in 2020 verwacht wordt vanwege het areaal dat dan het einde levensduur nadert.

14 Uit 2014 resteert een bedrag van ,- en de reserve bevat nu ,-,. Dit bedrag zou ingezet kunnen worden voor het realiseren van beleidskaders. Als gekozen wordt voor alternatief d, kan de raad overwegen om de structurele dotatie van ,- aan deze bestemmingsreserve toe te voegen. (voor 2016 en 2017 is dus ook beschikbaar).voorstellen tot besteding van de reserve wordt altijd aan de raad voorgelegd. Daarmee houdt de raad sturing op de bestemmingsreserve.

15 2015/ Dilemma werk met werk maken Bijlage F Overzicht beschikbare budgetten groot onderhoud Som van POW (vastgesteld door MT) Jaar domein ; Vernieuwingen beschoeiingen en steigers ; Vervangen riolering a; Integraal waterplan Haarlem ; Speelvoorzieningen GOOx; Groot Onderhoud Oevers GOVx; Groot Onderhoud Verhardingen en Voorzieningen IP WZ.04 Walmuur Nieuwe Gracht, Kruisbrug-Jansbrug-Nassaubrug (fase 3) IP WZ.05 Vervangen bewegende delen Buitenrustbruggen IP WZ.06 Renovatie wandelpromenade Sanden-, Pratten-, Engelenbrug IP WZ.07 Kademuren Spaarne OVNx; Groot Onderhoud Openbare Verlichting SVNx; Speelvoorzieningen op normniveau brengen GOGx; Groot Onderhoud Groen VVRI; Groot Onderhoud Vervanging Verkeersregelinstallaties GOBx; Groot Onderhoud Bruggen IP GOB.45; Vervanging Zandersbrug IP GOB.46; Vervangen walmuur Leidsevaart IP GOB.48; Vervanging kade Noorder Emmakade-Tuinlaantje IP GOB.49; Vervanging kade Raamsingel, Schouwburg IP GOB.50; Vervanging kade Raamsingel, Kampervest Bestemmingsreserve Taakstelling VWSx; Verbeteren watersystemen IP 67.70; Stationsplein e.o IP 67.70; vervolgkrediet Stationsplein e.o IP GOB 55; Waarderhaven IP GOB.51; Vervangen walmuur Leidsevaart, Zuider Emmakade IP GOB.52; Vervangen walmuur Zuider Buitenspaarne, Vijverlaan IP GOB.53; Vervangen walmuur Kampervest IP GOB.54; Vervangen walmuur Industriehaven IP GOB.44; Haarlemmerhout IP GOB.43; Schoterbos Eindtotaal