Veiligheidsbeheersysteem Deel B Nederland (NL) Bedrijfsintern handboek Jaardienst 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Veiligheidsbeheersysteem Deel B Nederland (NL) Bedrijfsintern handboek Jaardienst 2014"

Transcriptie

1 Euro-Express Treincharter BV Veiligheidsbeheersysteem Deel B Nederland (NL) Bedrijfsintern handboek Jaardienst 2014 Documentkenmerk: EETC VBS I 303 Versienummer 2.0. Geldig m.i.v.: Geldig t/m:

2 Alle rechten voorbehouden. Het is niet toegestaan dit document, geheel of gedeeltelijk, te vermenigvuldigen of te distribueren zonder schriftelijke toestemming van Euro-Express Treincharter BV Bedrijfsintern handboek / jaardienst

3 Verdeling Alle personeel van Euro-Express Treincharter. Overzicht van verschenen versies Versie Datum Opgesteld Gecontroleerd Vrijgegeven M. Tom H. Schneider L.G. de Haas M. Tom H. Schneider L.G. de Haas Wijziginshistorie Versie Datum Gewijzigd Wijziging Hoofdstuk verwijderd, informatie staat nu in Tekst aangepast: dienstregeling wordt verstrekt door Standortdispo Verstrekking Internationaal Wagenrapport ingevoegd Tekst ingevoegd: de machinist controleert a.d.h.v. bijlage 5 of de maximum snelheid moet worden aangepast Beschrijving van het vertrekproces: kolom assistent-treinmanager ingevoegd in vertrekprocedure Bijlage 5 Tabel rempercentages om maximale snelheid vast te stellen Bedrijfsintern handboek / jaardienst

4 Bijgewerkte wijzigingsbladen Nr Datum Bijgewerkt door Paraaf Bedrijfsintern handboek / jaardienst

5 Inhoud bedrijfsintern handboek 1. Inleiding Veiligheidsbeleid Algemene procedures en voorschriften Toepassing handboek Personeelcategorieën Ziek en beter melden Discriminatie, agressie, seksueel geweld, intimidatie Alcohol en drugs Roken Incidenten, ongevallen en afwijkingen melden Persoonlijke uitrusting Veiligheid in en rond het spoor Veiligheidsvoorschriften bij het rangeren Personeel Vakinhoudelijke leiding Materieelkennis Wegkennis Grensbaanvakken Herinstructie Materieel Controles bij aanvang en einde dienst Schoon houden Materieelagenda Bijzondere voorschriften E-locomotieven Bijzondere voorschriften DH-locomotieven Inzet G2000 en G1206 als losse locomotief Storingen ATB-storingen Veiligheidsstoringen Bedrijfsintern handboek / jaardienst

6 6. Voorschriften voor de dienstuitvoering Operationele plannen Dienstopdracht van de machinist In dienst melden Dienstregeling en internationaal wagenrapport Snelheden aanpassen TSB- week- en dagpublicaties Lokale bedrijfsregels Vertrekprocedure Gebruik indirecte rem Gebruik communicatiemiddelen tijdens de rit Af- en aanmelden GSM-R bij passeren staatsgrens Procedure verder rijden na ingreep dodemaninstallatie Toegang tot de machinistencabine Tot stilstand brengen treinen Aflossing rijdend personeel Rangeren Personentreinen vervoeren Verantwoordelijkheden Gezagsverhouding boordpersoneel Gereedmaken voor vertrek Samenstellen van treinen Beschrijving van het vertrekproces Calamiteiten en onregelmatigheden Maatregelen bij brand in tunnels voor de machinist Calamiteitenprocedures Calamiteitenorganisatie Calamiteitenregeling Melden van een calamiteit Opvolgen van een melding door de Standortdispo Bedrijfsintern handboek / jaardienst

7 8.5 Vervolgacties Standortdispo Vervolgacties wachtdienst Vervangend vervoer, overnachting Bijlagen 1: Bedrijfs- en contactgegevens 2: Afkortingen 3: Samenvatting van het veiligheidsbeheersysteem deel A 4: Veiligheidstaken van de treinmanager 5: Tabel voor het aanpassen van de maximale snelheid aan het beschikbare rempercentage Bedrijfsintern handboek / jaardienst

8 1. Inleiding Alle bedrijfsinterne regelingen die u moet kennen om uw werk bij Euro- Express Treincharter goed te kunnen doen, zijn ondergebracht in dit Handboek. Dit Handboek moet worden bezien in samenhang met het Handboek Vervoersproces van de Vereniging voor Spoorwegregelgeving en Documentatie (VSD) en ons veiligheidsbeheersysteem. Het Bedrijfsintern Handboek gaat er van uit dat het personeel over voldoende vakmanschap beschikt om een groot aantal werkzaamheden zelfstandig uit te voeren. Toch is het Handboek in een aantal gevallen zo opgesteld, dat het specifiek voorschrijft hoe er gehandeld moet worden, bijvoorbeeld omdat wetgeving, spoorwegveiligheid of interne voorschriften dit vereisen. Als ergens niet is voorgeschreven hoe te handelen, dan moet worden gehandeld op basis van vakmanschap. Uitgangspunten bij dit Handboek Dit Handboek is onderdeel van het veiligheidsbeheersysteem (VBS). De procedures en processen van het veiligheidsbeheersysteem zijn, waar dit voor het personeel relevant is, vertaald in instructies en voorschriften. Het Handboek geldt voor alle personeel van Euro-Express Treincharter. Het geldt ook voor ingehuurd personeel van andere spoorwegondernemingen, personeelstellers of andere bedrijven. Het Bedrijfsinterne Handboek wordt ook gebruikt bij de instructies voor de specifieke, taak- en bedrijfsgebonden kennis en bekwaamheid voor veiligheidsfuncties volgens het Besluit spoorwegpersoneel Versiebeheer Tijdelijke wijzigingen worden aan het personeel kenbaar gemaakt met een wijzigingsblad. De bezitter van het Handboek tekent ontvangen en gelezen wijzigingsbladen aan op het Overzicht wijzigingsbladen (blz. 2). Bedrijfsintern handboek / jaardienst

9 Jaarlijks, bij wijziging van de dienstregeling, verschijnt een nieuwe versie van dit Handboek, onder vermelding van een ingangsdatum. Per die datum vervalt de voorgaande versie, inclusief de uitgegeven wijzigingsbladen. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

10 2. Veiligheidsbeleid Het veiligheidsbeleid van Euro-Express Treincharter is van essentieel belang voor de wijze waarop wij werken. Wij verbinden ons er toe met ons beleid systematisch bij te dragen aan het op peil houden en voortdurend verbeteren van het niveau van de veiligheid voor mensen, materieel en omgeving. Wij willen voortdurend bijdragen aan het voorkomen van ongevallen, aan het beheersen van risico s en meewerken aan ontwikkelingen die de veiligheid bevorderen. Wij stellen de zorg voor veiligheid in onze bedrijfsvoering voorop, wat met zich mee brengt dat wij voortdurend streven naar het adequaat terugdringen en beheersen van de veiligheidsrisico s, die onze bedrijfsactiviteiten met zich mee brengen. Wij voeren ons beleid door met respect voor de wet- en regelgeving die op ons bedrijf van toepassing is. Wij willen schade en verliezen, die het gevolg kunnen zijn van handelingen binnen ons bedrijf, voorkomen. Dit gaat niet vanzelf. Medewerkers voelen zich betrokken bij de veiligheid van onze klanten, medewerkers, materieel en de omgeving waarin wij werken. Leidinggevenden in ons bedrijf vervullen daarin bij uitstek een voorbeeldrol. De directie rekent het tot haar taak op alle momenten te voorzien in de middelen die nodig zijn om ons veiligheidsbeleid in de praktijk te brengen. Een actieve benadering draagt bij aan het effectief onderkennen, voorkomen en beheersen van risico s. Risicobeheersing is het fundament onder onze organisatie. Door het vaststellen van veiligheidsdoelstellingen verbinden wij ons aan het uitvoeren, monitoren en verbeteren van onze veiligheidsprestaties. Met duidelijk afgebakende taken en verantwoordelijkheden is iedereen binnen onze organisatie aanspreekbaar op het zo veilig mogelijk uitvoeren van onze veiligheidskritische activiteiten. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

11 Een gezonde en veilige bedrijfsvoering kunnen we alleen bereiken door intensieve samenwerking met elkaar. Daartoe is ook te rekenen dat de directie voortdurend zal toezien op de toepassing van de tot het veiligheidsmanagementsysteem behorende procedures, instructies en werkwijzen door middel van audits, inspecties, werkplekbezoeken, opleiding en vakinhoudelijke leiding. Door medewerkers in deze processen te betrekken, wordt het belang van samenwerking verder benadrukt. Het management en alle medewerkers van ons bedrijf zijn samen verantwoordelijk voor de uitvoering van ons veiligheidsbeleid. Het management zal in de plannen voorzien in middelen om onze doelstellingen te behalen. Het management evalueert regelmatig de stand van zaken om te waarborgen dat we doen wat we beloven. Leo Weeber Algemeen directeur Bedrijfsintern handboek / jaardienst

12 3. Algemene procedures en voorschriften 3.1 Toepassing handboek Alle medewerkers moeten dit handboek tijdens de dienst bij zich hebben en de hierin vermelde voorschriften en instructies hanteren bij het uitvoeren van de werkzaamheden. 3.2 Personeelcategorieën Het personeel van Euro-Express Treincharter is ingedeeld in vier categorieën. PC 1 PC 2 PC 3 PC 4 Leidinggevenden, betrokken bij de bedrijfsvoering Planners, Standortdispo s Machinisten, rangeerders Wagencontroleurs De verdelers van documentatie zijn ingericht naar deze categorieën. 3.3 Ziek en beter melden Als u ziek bent, dan moet u er voor zorgen dat u zo spoedig mogelijk ziek wordt gemeld bij uw leidinggevende. Geef altijd de aard van de ziekte en de vermoedelijke verzuimduur aan. Als de bedrijfsarts u weer arbeidsgeschikt verklaart, dan meldt u dit direct aan uw leidinggevende. Het is verboden werkzaamheden te verrichten als u door een andere werkgever al dan niet tijdelijk ongeschikt of niet bevoegd bent verklaard. U moet alle omstandigheden en afspraken bij andere werkgevers, die van invloed kunnen zijn op uw functioneren, aan uw leidinggevende melden. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

13 3.4 Discriminatie, agressie, seksueel geweld, intimidatie Iedereen heeft recht op een goede werkplek die hoort bij een menswaardig bestaan. Maatschappelijk niet geaccepteerd gedrag naar andere personen in de vorm van discriminatie (op welke grond dan ook), agressie en geweld (psychisch of fysiek), pesten of seksuele intimidatie (in welke vorm of naar welke sekse dan ook) is niet toelaatbaar. 3.5 Alcohol en drugs Euro-Express Treincharter verbiedt het gebruik en het onder invloed verkeren van alcohol en drugs voorafgaande aan en tijdens het werk. Onder werk verstaan wij het moment dat de medewerker zijn verblijfsplaats verlaat en daar na zijn werkzaamheden weer terug komt, met dien verstande dat de reis van en naar de verblijfsplaats direct aansluitend aan de werkperiode ligt. Het tijdens en voorafgaand aan het werk onder invloed van alcohol of drugs verkeren heeft verwijdering van de werkplek en het intrekken van de bevoegdheden tot gevolg. 3.6 Roken Het roken in bedrijfsruimten, inclusief de cabines van locomotieven, is niet toegestaan. Op andere locaties, zoals spooremplacementen, terminals e.d, houdt u zich aan de daar geldende voorschriften. Het is verboden te roken in de omgeving van wagens die geladen zijn met gevaarlijke goederen. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

14 3.7 Incidenten, ongevallen en afwijkingen melden Melden Alle ongevallen, bijna-ongevallen en incidenten moeten worden gemeld, ongeacht wat het gevolg ervan is. De meldingsprocedure is beschreven in dit Handboek. Als u betrokken raakt bij zo n bijzonder voorval, dan meldt u dit onmiddellijk aan uw leidinggevende. Onderzoeken EETC onderzoekt elk gerapporteerd (bijna-) ongeval, incident of afwijking. In dit onderzoek speelt uw mening over de omstandigheden die tot de gebeurtenis hebben geleid, een belangrijke rol. Meld daarom zo volledig mogelijk en schrijf de bijzonderheden op of maak foto s, zodat u de details niet vergeet. Verzuim door ongevallen Verzuim door een ongeval proberen we zoveel mogelijk te voorkomen. Bij een mogelijk verzuim door een arbeidsongeval, zal er conform de Wet Poortwachter contact met u opgenomen worden om na te gaan welke werkzaamheden u nog kunt verrichten. U krijgt dan tijdelijk vervangend werk aangeboden. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

15 3.8 Persoonlijke uitrusting Algemeen (PBM s en veiligheidskleding) Medewerkers gebruiken tijdens de dienst hun persoonlijke uitrusting en beschermingsmiddelen (PBM). Machinist veiligheidsschoenen, halfhoog, klasse S3 (of ISO 20345) waarschuwingsvest of jas, volgens NEN 471, kleur geel stootpet beschermingshandschoenen actuele registratie weg- en materieelbekendheid Europese machinistenvergunning aanvullend bevoegdheidsbewijs van EETC Rangeerder veiligheidsschoenen, halfhoog, klasse S3 (of ISO 20345) waarschuwingsvest of jas, volgens NEN 471, kleur geel veiligheidshelm beschermingshandschoenen bedrijfspas Technisch controleur veiligheidsschoenen, halfhoog, klasse S3 (of ISO 20345) waarschuwingsvest of jas, volgens NEN 471, kleur geel stootpet of veiligheidshelm beschermingshandschoenen Overige functionarissen veiligheidsschoenen, halfhoog, klasse S3 (of ISO 20345) waarschuwingsvest of jas, volgens NEN 471, kleur geel veiligheidshandschoenen en veiligheidshelm naar behoefte Bedrijfsintern handboek / jaardienst

16 3.9 Veiligheid in en rond het spoor Toegang tot het spoor U mag zich uitsluitend in of nabij het spoor begeven als dat voor de dienstuitvoering nodig is. U moet beschikken over: een geldig legitimatiebewijs een aanvullend bevoegdheidsbewijs (machinisten) een bedrijfspas (overige functies) waarschuwingskleding en veiligheidsschoenen Eén van de voorwaarden voor het verkrijgen van een bedrijfspas is het beschikken over het certificaat toegang tot het spoor van RailAlert. Waarschuwingskleding U draagt waarschuwingskleding: op spoorwegterrein dat niet voor publiek toegankelijk is in of nabij het profiel van vrije ruimte (PVR) U hoeft waarschuwingskleding niet te dragen op perrons. Onder gele waarschuwingskleding draagt u geen rode of oranje kleding. Sporen oversteken Voor het oversteken van sporen maakt u gebruik van tunnels, bruggen of overpaden. Als dit niet mogelijk is, dan moeten aangelegde bevloeringen worden gebruikt. Als er geen voorzieningen om over te steken zijn aangebracht, dan moeten de volgende regels in acht worden genomen: sporen altijd haaks oversteken steek nooit over in wissels stap niet op dwarsliggers stap niet op de koppen van spoorstaven houdt tenminste 5 meter ruimte bij oversteken voor of achter wagens steek bij locomotieven of treinstellen over op een plaats waar de machinist en uzelf elkaar kunnen zien Bedrijfsintern handboek / jaardienst

17 Bovenleiding U blijft tenminste 1,50 meter bij de bovenleiding vandaan, zolang u niet de zekerheid heeft dat deze is geaard. Voertuigverlichting In of nabij in dienst gesteld spoor mag geen voertuigverlichting van wegvoertuigen worden gevoerd. Werkzaamheden in of nabij het PVR uitvoeren Als u werkzaamheden in of nabij het PVR uitvoert, dan bent u voortdurend alert op uw eigen veiligheid en die van anderen. Werk rustig en beheerst en laat u niet afleiden of leiden door tijdsdruk. Kijk voortdurend om u heen of u trein- en rangeerbewegingen ziet naderen die bij u in de buurt kunnen komen. Overtuig u er van dat u op een veilige plaats staat of loopt. Als dit niet het geval is, bepaal dan een veilige wijkplaats die u onmiddellijk op een veilige manier kunt bereiken. Loop nooit over kabelkokers. Deze kunnen ongemerkt binnen het profiel van sporen lopen. Naderende treinen Als u langs het spoor loopt en een waarschuwingssignaal van een naderende trein hoort of als u deze ziet naderen, dan geeft u aan de machinist d.m.v. hand opsteken aan dat u de trein heeft opgemerkt. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

18 3.10 Veiligheidsvoorschriften bij het rangeren Rangeren behoort tot de activiteiten waar de meeste en de grootste risico s spelen. De kans op ernstig letsel is bij rangeren het grootst. Algemene voorschriften Rangeerders houden, in aanvulling op de algemene veiligheidsvoorschriften rekening met de volgende regels: u komt alléén binnen het PVR als het écht nodig is. U let daarbij op het profiel van uw eigen en andere rangeerdelen; u let altijd op het nevenspoor, óók als dit buiten dienst is; als er rijtuigen wagens worden geduwd, loopt u naast en nooit voor het rangeerdeel; u houdt voldoende afstand tot de bovenleiding (trapjes op rijtuigen en wagens, huiven op locomotieven); u bent extra alert bij lawaai of slecht weer: veel informatie uit geluidssignalen gaat verloren; u draagt géén losse of ruime kleding. De kans op haken is groot! U draagt altijd de voorgeschreven veiligheidskleding en beschermingsmiddelen! Snelheid begeleide rangeerbeweging De snelheid van een begeleide rangeerbeweging mag - zowel bij een geduwde als een getrokken beweging - ten hoogste 5 km/u bedragen, tenzij: de begeleidende rangeerder beschikt over een beveiligde werkplek (inclusief beveiligd bordes en reling) of: de begeleidende rangeerder zich in de cabine bij de machinist bevindt. Getrokken rangeren Op de locaties waar dit logistiek haalbaar is moet zoveel mogelijk getrokken worden gerangeerd. Waar dit niet mogelijk is mag onder voorwaarden geduwd worden gerangeerd. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

19 Geduwd rangeren De maximale snelheid van een geduwde begeleide rangeerbeweging is 5 km/u, tenzij de begeleidende rangeerder over een beveiligde werkplek beschikt (inclusief bordes en reling): de maximale snelheid bedraagt dan 10 km/u.. De begeleidende rangeerder begeleidt het rangeerdeel altijd aan de voorzijde, zodanig dat het rangeerdeel voor elk obstakel kan worden gestopt. Bij nadering van een obstakel waarvoor moet worden gestopt, neemt de rangeerder een ruimte van 5 meter in acht om te voorkomen dat het rangeerdeel alsnog in aanraking komt met het obstakel. Eenmansbediening Het is verboden met behulp van radiobesturing rangeerdelen in beweging te brengen waarop men zichzelf bevindt. De snelheidsbeperking van 10 km/u geldt niet voor rangeerbewegingen, die worden uitgevoerd door één persoon met behulp van een radiografisch bestuurde locomotief, die zich niet zelf op het rangeerdeel bevindt, tenzij andere regels deze begrenzing wel opleggen. Op- en afstappen Op- en afstappen van materieel dat niet stil staat is verboden. Koppelen Het zogenaamd rijdend koppelen is verboden. Het tussen de buffers komen voor het aan- en afkoppelen van voertuigen mag alleen als: het materieel stil staat en niet in beweging kan komen en; de rangeerder zeker is dat de machinist het rangeerdeel niet voortijdig in beweging zal stellen. Doorverbinden treinverwarmingskabel Het is verboden om de treinverwarmingskabel doorverbonden te hebben tussen de locomotief en rijtuigen: tijdens het rangeren; tussen de aankomst en vertrekperrons (C-sporen) en het rangeeremplacement (300-sporen) aan de oostzijde van de Watergraafsmeer. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

20 Dit betekent dat tijdens het rangeren en overbrengen van de rangeerdelen van en naar de schoonmaakperrons er nooit hoogspanning mag staan op de treinverwarmingskabel. Alleen langs het schoonmaakperron C 1 t/m C15 mag de verwarmingskabel doorverbonden of los gemaakt worden. Op de C-sporen gelden de regels uit het handboek machinist: stuurstroomsleutel van ALLE locomotieven (óók die in opzending) die met de trein verbonden zijn, zijn in bezit van de machinist Bedrijfsintern handboek / jaardienst

21 4. Personeel 4.1 Vakinhoudelijke leiding Personeel in veiligheidsfuncties wordt tijdens de dienstuitvoering regelmatig begeleid door de vakinhoudelijk leidinggevende. Dit geldt zowel voor het eigen personeel als voor van andere ondernemingen ingehuurd personeel. Van de vakinhoudelijke begeleiding wordt een verslag gemaakt, dat door de vakinhoudelijk leidinggevende wordt bewaard. 4.2 Materieelkennis Machinisten, die dienst gaan doen op het materieel van Euro-Express Treincharter, moeten beschikken over een certificaat waaruit de verkregen bevoegdheid blijkt. De vakinhoudelijk leidinggevende kan besluiten een aanvullende instructie of herinstructie op het materieel te laten uitvoeren, voordat de machinist op het materieel dienst mag doen. Machinisten houden rekening met de specifieke bepalingen van Euro- Express Treincharter voor het materieel (zie hoofdstuk 5). Bedrijfsintern handboek / jaardienst

22 4.3 Wegkennis Wegleren Machinisten, die gaan wegleren, ontvangen van de vakinhoudelijk leidinggevende: een wegleeropdracht informatie over de te leren route Het wegleren bestaat uit: het bestuderen van de verkregen informatie (wegwijzers, schema s, instructies, voorwaarden en beperkingen, lokale bedrijfsregels, etc.) het meerijden met een ervaren machinist op de route Wegleren met treinen van een andere spoorwegonderneming Als het wegleren moet plaats vinden door gebruik te maken van treinen van een andere spoorwegonderneming, dan wordt rekening gehouden met de met deze spoorwegonderneming gemaakte afspraken. De vakinhoudelijk leidinggevende instrueert de machinist hierover. Wegexamen De machinist doet wegexamen bij de vakinhoudelijk leidinggevende. De vakinhoudelijk leidinggevende registreert het resultaat van het wegexamen in de inzetbaarheidregistratie. Overzicht wegkennis machinist bijhouden De machinist: houdt de bereden routes bij op het formulier Registratie wegkennis (EECT VBS F 409) levert dit formulier in januari en juli van ieder jaar in bij de vakinhoudelijke leidinggevende heeft het formulier tijdens de dienst bij zich en kan dit op verzoek tonen aan inspecteurs van de Inspectie Leefomgeving en Transport Bedrijfsintern handboek / jaardienst

23 4.4 Grensbaanvakken Machinisten, die dienst doen op grensbaanvakken Nederland Duitsland beschikken over een bevoegdheidsbewijs van Euro-Express Treincharter, waarop de aantekening voor het grensbaanvak is vermeld. 4.5 Herinstructie Veiligheidsfuncties Personeel in veiligheidsfuncties ontvangt herinstructie, die door of namens de vakinhoudelijk leidinggevende wordt aangeboden. Herinstructie vindt plaats in de volgende frequenties. Herinstructie machinist (bijv. ELVW) Herinstructie technisch controleur Materieel Infrastructuur Grensbaanvakken (NL D) jaarlijks jaarlijks 1 x per 3 jaar 1 x per 3 jaar jaarlijks Bedrijfsintern handboek / jaardienst

24 5. Materieel 5.1 Controles bij aanvang en einde dienst Machinisten voeren controles aan het materieel uit bij aanvang en einde van de dienst. Deze controles zijn beschreven in de bedieningsvoorschriften van het materieel. 5.2 Schoon houden Bij het verlaten van de locomotieven moeten de cabines worden opgeruimd en schoon worden achtergelaten voor de volgende gebruiker. 5.3 Materieelagenda De machinist vermeld in de materieelagenda: de verrichtte controles bijzonderheden en storingen De machinist tekent de materieelagenda af voor het verlaten van de locomotief. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

25 5.4 Bijzondere voorschriften E-locomotieven 1200 Inzet op de baanvakken Gouda Alphen a/d Rijn en Woerden Alphen a/d Rijn is niet toegestaan. Multiple bedrijf is niet toegestaan: maximaal één trekkende locomotief per trein. Zand strooien is verboden bij het berijden van wissels en moet worden beperkt bij het berijden geïsoleerde emplacementsporen en de aankondigingsweg van een overweg. De locomotief mag niet worden ingezet op de Betuweroute tracé A15, de Havenspoorlijn en de HSL-Zuid. 5.5 Bijzondere voorschriften DH-locomotieven 6000 Toegelaten op emplacementen in Nederland Maximum snelheid op eigen kracht 32 km/u. Maximum snelheid in opzending 60 km/u. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

26 5.6 Inzet G2000 en G1206 als losse locomotief Locomotieven van het type G2000 mogen alleen ingezet worden in een trein van in totaal tenminste 8 assen. Als het onoverkomelijk is dat gerangeerd moet worden met een losse locomotief van dit type, dan moet de treindienstleider vooraf geïnformeerd worden dat het een rangeerbeweging met een niet-detecterend voertuig betreft. 5.7 Storingen Melden van storingen De machinist meldt storingen aan materieel aan de locatiemanager. Bij veiligheidsstoringen informeert de locatiemanager altijd de operationele wachtdienst. Storingen aan eigen locomotieven De locatiemanager regelt in samenspraak met de materieelmanager het herstel van de storing. Locomotieven in lease of gehuurd van derden De locatiemanager regelt in samenspraak met de contactpersoon of helpdesk van de verhuurder het herstel van de storing. Storingen aan eigen rijtuigen De locatiemanager regelt in samenspraak met de materieelmanager het herstel van de storing. Storingen aan rijtuigen van derden De locatiemanager regelt in samenspraak met de contactpersoon of helpdesk van de verhuurder het herstel van de storing. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

27 5.8 ATB-storingen Vaststellen onderscheid ATB-storingen ATB-veiligheidsstoring: de cabineseinen laten een hogere snelheid toe dan de vaste seinen langs de baan het cabinesein is ten onrechte buiten dienst ( blauw ) de ATB-remming blijft ten onrechte uit de snelheidsmeting is defect (ATB fase 4 en ATB-NG) ATB-beschikbaarheidstoring: het cabinesein is meer restrictief dan de seinen langs de baan er treedt ten onrechte een ATB-remming op een defect in de randapparatuur De machinist stelt eerst vast om welk type storing het gaat. Melden ATB-beschikbaarheidstoring De machinist: meldt de storing aan de operationele wachtdienst vermeldt de storing in de materieelagenda met zoveel mogelijk details Melden ATB-veiligheidsstoring De machinist: treft directe maatregelen om gevaar te voorkomen meldt de storing direct aan de treindienstleider meldt de storing aan de operationele wachtdienst houdt de ATB-installatie (indien mogelijk) in bedrijf vermeldt de storing in de materieelagenda met zoveel mogelijk details Opvolgen ATB- (veiligheids-)storing De operationele wachtdienst neemt de locomotief uit de dienst; Opvolging door de wachtdienst: eigen materieel: melden aan EM gehuurd materieel: melden aan de verhuurder Bedrijfsintern handboek / jaardienst

28 Tot waar rijden met ATB buiten bedrijf ATB-beschikbaarheidsstoring: Als de ATB-installatie door een beschikbaarheidsstoring buiten bedrijf moet worden gesteld, dan mag de rit worden uitgereden tot het station van bestemming. De betrokken locomotief mag daarna niet meer worden ingezet, totdat de installatie is hersteld en weer in dienst is gesteld. ATB-veiligheidsstoring: Als in de ATB-installatie een veiligheidsstoring wordt vastgesteld, dan mag de rit worden uitgereden tot het station waar de trein uit de dienst kan worden genomen. De ATB-installatie moet tijdens het afmaken van de rit indien mogelijk in bedrijf worden gelaten. Op de werking van de ATB-installatie in de cabine mag niet worden vertrouwd! De betrokken locomotief mag daarna niet meer worden ingezet, totdat de installatie is hersteld en weer in dienst is gesteld. 5.9 Veiligheidsstoringen Definitie veiligheidsstoring Veiligheidsstoringen zijn materieelstoringen die gevaar kunnen opleveren voor: personen materieel omgeving spoorwegveiligheid Bedrijfsintern handboek / jaardienst

29 Werkwijze veiligheidsstoring De machinist: treft directe maatregelen om gevaar te voorkomen laat de situatie indien mogelijk intact (bijvoorbeeld geen deuren afsluiten e.d.) meldt de storing direct aan de treindienstleider meldt de storing aan de operationele wachtdienst vermeldt de storing in de materieelagenda met zoveel mogelijk details De operationele wachtdienst: coördineert de opvolging van de veiligheidsstoring meldt de storing aan de safety manager meldt de veiligheidsstoring op een MBV aan de ILT registreert de storing in het incidentenregister Tot waar rijden met een veiligheidsstoring Materieel met een veiligheidsstoring moet, als het veilig kan worden verplaatst, uit de dienst worden genomen op het eindstation. Gedurende het afmaken van de rit moeten maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de veiligheidsstoring gevaar kan opleveren voor personen, materieel, omgeving of spoorwegveiligheid. Als het veilig verplaatsen niet mogelijk is, dan moeten in overleg met de wachtdienst en de IB maatregelen worden genomen om het materieel veilig te verplaatsen en eventuele reizigers te evacueren. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

30 6. Voorschriften voor de dienstuitvoering 6.1 Operationele plannen Voor alle treindiensten van Euro-Express Treincharter zijn operationele plannen en rangeerplannen beschikbaar, waarin de trein- en rangeerdienst en de hierover gemaakte operationele afspraken zijn beschreven. Het operationele personeel heeft kennis van de inhoud van de operationele en rangeerplannen. 6.2 Dienstopdracht van de machinist De locatiemanager voorziet de machinist van een dienstopdracht. De machinist beschikt tijdens de dienst over een geldige dienstopdracht 6.3 In dienst melden Machinisten melden zich in dienst bij de locatiemanager. De machinist wordt door de locatie van informatie over de uit te oefenen dienst voorzien. 6.4 Dienstregeling en internationaal wagenrapport Treinen van Euro-Express Treincharter hebben tijdens de rit aan boord: de dienstregeling het internationaal wagenrapport (IWR) Bedrijfsintern handboek / jaardienst

31 Dienstregeling De dienstregeling wordt door de locatiemanager aan de machinist ter beschikking gesteld. Internationaal wagenrapport (IWR) Het internationaal wagenrapport wordt opgemaakt door de locatiemanager en aan de machinist ter beschikking gesteld. Het IWR bevat: treinnummer datum waarop de trein rijdt de route waarop de trein rijdt aantal en nummers van de rijtuigen het aantal assen de lengte van de trein het gewicht van de trein het remgewicht van de trein het rempercentage bijzonderheden en opmerkingen 6.5 Snelheden aanpassen De machinist controleert aan de hand van het rempercentage in de tabel in bijlage 5 of er aanleiding is de maximaal toegestane snelheid van de trein bij te stellen ten opzichte van de dienstregelingsnelheid. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

32 6.6 TSB- week- en dagpublicaties Basisprocedure De Standortdispo voorziet de machinisten van de TSB- week- en dagpublicaties via . De machinist heeft de geldige TSB- week- en dagpublicaties tijdens de dienst bij zich. Dit mag ook in digitale vorm. Noodprocedure Als zich problemen voor doen met de ontvangst en verspreiding van de dagen weekpublicaties, dan hanteert de Standortdispo de noodprocedure. Als de publicaties niet via binnenkomen of niet kunnen worden doorgestuurd Standortdispo: verifieert bij NS Reizigers of de publicaties zijn verzonden verzoekt om de publicaties nogmaals te versturen, eventueel per fax licht de vakinhoudelijk leidinggevende in en vraagt deze de publicaties in hard copy te verspreiden De vakinhoudelijk leidinggevende: stuurt de publicaties indien mogelijk via internet ( ) naar de machinist of verspreid de publicaties in hard copy aan de machinisten of stuurt deze per fax aan de locatie waar de machinist zich bevindt Als de publicaties niet van NS Reizigers kunnen worden verkregen Standortdispo vraagt een collega-spoorwegonderneming om een TSB Landelijk te sturen via of fax. De vakinhoudelijk leidinggevende: stuurt de publicaties indien mogelijk via internet ( ) naar de machinist of verspreid de publicaties in hard copy aan de machinisten of stuurt deze per fax aan de locatie waar de machinist zich bevindt Bedrijfsintern handboek / jaardienst

33 6.7 Lokale bedrijfsregels De vakinhoudelijke leidinggevende instrueert het operationele personeel over de van toepassing zijnde lokale bedrijfsregels. 6.8 Vertrekprocedure Voormelding van afwijkingen van de overeengekomen capaciteit Standortdispo meldt voorziene vertragingen en wijzigingen van de karakteristieken (lengte, tonnage, ) van een trein, die ertoe leiden dat de trein niet meer in het overeengekomen pad kan rijden, zo spoedig mogelijk aan de decentrale verkeersleiding. Melding van onvoorziene vertrekverhindering door de machinist De machinist informeert de treindienstleider en de Standortdispo over omstandigheden die ertoe leiden dat zijn trein niet (of niet meer) op de overeengekomen tijd kan vertrekken, zo spoedig mogelijk na de constatering van de omstandigheid. Daadwerkelijk vertrek door de machinist De machinist moet binnen drie minuten na de toestemming tot vertrekken daadwerkelijk vertrekken. Als de trein niet binnen drie minuten is vertrokken, dan mag de treindienstleider het sein herroepen. Bijzondere omstandigheden De treindienstleider mag/moet het sein terugbrengen in de stand stop (herroepen): bij gevaar in geval van bijsturing, nadat er contact is geweest met de machinist wanneer de treindienstleider er zeker van is dat er geen machinist aanwezig is op of bij de trein In het laatste geval moet een nieuwe capaciteitsvraag worden ingediend. Als de trein door onvoorziene omstandigheden niet kan vertrekken, en ProRail/Keyrail daarom vraagt, blijft de machinist op de trein. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

34 6.9 Gebruik indirecte rem Na een bedrijfsremming verhoogt de machinist de druk in de treinleiding tot 5.0 bar. De machinist wacht met het geven van tractie totdat de remmen geheel zijn gelost Gebruik communicatiemiddelen tijdens de rit Algemeen De machinist gebruikt mobiele communicatiemiddelen uitsluitend: voor dienstgebruik en in dringende gevallen als dit naar zijn oordeel veilig kan gebeuren Het is verboden tijdens de rit voor privédoeleinden gebruik te maken van communicatiemiddelen. Bepalingen voor gebieden waar maximaal 40 km/u gereden wordt De machinist gebruikt geen communicatiemiddelen, anders dan voor de noodzakelijke veiligheidscommunicatie: in 40 km/u gebieden na passage van een sein dat opdraagt de snelheid tot ten hoogste 40 km/u te begrenzen Deze bepaling geldt niet als de trein stil staat Af- en aanmelden GSM-R bij passeren staatsgrens Bij het passeren van de staatsgrens (gekenmerkt met het GSM-R omschakelbord nr. 338) handelt u als volgt: u meldt uw treinnummer af nadat het treinnummer succesvol is afgemeld, kiest u het net van het land dat u in rijdt nadat de netwisseling succesvol is uitgevoerd, voert u het treinnummer in na invoeren treinnummer, meldt u treinnummer aan Bedrijfsintern handboek / jaardienst

35 6.12 Procedure verder rijden na ingreep dodemaninstallatie Als een trein tot stilstand komt als gevolg van een ingreep door de dodemaninstallatie, dan handelt de machinist volgens onderstaande procedures. Als de dodemaninstallatie defect is Als de trein tot stilstand komt als gevolg van een defect in de dodemaninstallatie, dan handelt de machinist volgens het Handboek Vervoerproces. Overige gevallen In overige gevallen meldt de machinist het tot stilstand komen aan: de treindienstleider de wachtdienst De machinist mag de rit pas vervolgens na toestemming van de wachtdienst Toegang tot de machinistencabine Naast de machinist (en tijdens rangeerwerkzaamheden de rangeerder) hebben alleen personen die beschikken over een geldige, door EETC verstrekte, cabinekaart toegang tot de cabines van treinen. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

36 6.14 Tot stilstand brengen treinen Trein- en rangeerbewegingen moeten altijd met de treinrem volledig tot stilstand worden gebracht, ook na langzaam uitrollen. Het gebruik van de rangeerrem is uitsluitend toegestaan met losse locomotieven. Het laten oplopen van voertuigen (bijvoorbeeld om ontkoppelen gemakkelijker te maken) met behulp van de directe rem (rangeerrem) is bij alle trein- en rangeerbewegingen verboden. Het is verboden losse locomotieven tijdens trein- en rangeerbewegingen met een snelheid van meer van 25 km/u tot stilstand te brengen met de rangeerrem. Noodgevallen zijn van deze regel uitgezonderd Aflossing rijdend personeel Het wisselen van rijdend personeel vindt alleen plaats als de trein stilstaat Rangeren Geduwd rangeren Tijdens het rangeren moet het uitvoeren van geduwde bewegingen zoveel mogelijk vermeden worden. Indien mogelijk moeten bewegingen zoveel mogelijk getrokken worden uitgevoerd. Snelheid bij rangeren De maximale snelheid bij geduwd rangeren bedraagt 10 km/u. Radiolocomotief Het is verboden tijdens het uitvoeren van een door een radiolocomotief geduwde beweging op de treeplank van een voertuig te staan. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

37 7. Personentreinen vervoeren 7.1 Verantwoordelijkheden De treinmanager heeft de algehele leiding aan boord van de trein. De treinmanager is verantwoordelijk voor het vertrekproces en de BHVtaken aan boord. 7.2 Gezagsverhouding boordpersoneel Alle personen in de trein staan tijdens de rit onder gezag van de treinmanager. Overig personeel aan boord, zoals stewards, begeleiders of cateringpersoneel: heeft géén veiligheidstaken en is niet bevoegd interventie in het vervoersproces te plegen 7.3 Gereedmaken voor vertrek Vertrekcontrole De technisch controleur verricht een vertrekcontrole aan de hand van het daarvoor bestemde protocol. Hij deelt de resultaten van de controle mee aan de vertrekkende machinist. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

38 7.4 Samenstellen van treinen Aansluiten koppelingen Van getrokken treinen bestaande uit rijtuigen worden de volgende koppelingen aangesloten: de mechanische koppeling de treinleiding de hoofdreservoirleiding de hoogspanningleiding de UIC-kabel voor zover van toepassing (boordomroep, treintelefoon e.d.) Aansluiten hoogspanningsleiding De hoogspanningsleiding mag pas worden aangesloten als: de stroomafnemers van de locomotief zijn neergelaten en er geen hoogspanning meer op de locomotief aanwezig is en de zekerheid bestaat dat de hoogspanningsleiding van de aankomstlocomotief aan het andere einde van de trein is afgekoppeld en de rangeerder in het bezit is van de Faivelysleutel van de locomotief Afkoppelen hoogspanningsleiding De hoogspanningsleiding mag pas worden afgekoppeld als: de stroomafnemers van de locomotief zijn neergelaten en er geen hoogspanning meer op de locomotief aanwezig is en de zekerheid bestaat dat de hoogspanningsleiding van de vertrekkende locomotief aan het andere einde van de trein nog niet is aangesloten en de rangeerder in het bezit is van de Faivelysleutel van de locomotief Aan- en afkoppelen hoogspanning bij trek/trektreinen Het aan- en afkoppelen van de hoogspanningsleiding bij trek/trektreinen is pas toegestaan als de rangeerder beschikt over de Faivelysleutels van beide locomotieven. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

39 Plaats Faivelysleutels Tijdens de rit van trek/trektreinen zijn de Faivelysleutels van beide locomotieven in bezit van de machinist van de trekkende locomotief. Tijdens de rit zijn de Faivelysleutels van opzendlocomotieven in het bezit van de machinist van de trekkende locomotief. Bijzondere handelingen bij remproeven Tijdens remproeven moet rekening worden gehouden met specifieke handelingen in verband met eigenschappen van de rijtuigen, zoals de beproeving van hogedrukremmen of magneetremmen. Deze staan vermeld bij de bijzonderheden van het materieel. 7.5 Beschrijving van het vertrekproces Uitgangspunten Getrokken reizigerstreinen, vervoerd door EETC, zijn samengesteld uit materieel met centrale deursluiting én deurvergrendeling De locomotieven van EETC beschikken niet over een meldlamp deuren dicht. De trein mag alleen vertrekken als het opgemaakte protocol controle reizigersmaterieel bij de machinist aanwezig is en de eventuele noodzakelijke maatregelen of voorzieningen bij gebreken zijn getroffen Beschrijving vertrekproces Uitgangspunt is een trein met één treinmanager of een treinmanager met vertrekassistent(en) en een machinist. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

40 Risicogebaseerd opstellen Als bij langere treinen naast de treinmanager assistenten aanwezig zijn, zijn er de volgende mogelijkheden om een trein goed te kunnen overzien: uitlopen: de treinmanager staat in de deur om de deuren te kunnen sluiten en de assistent loopt het perron op, zodanig dat deze de gehele trein kan overzien verspreid opstellen: de treinmanager spreekt met de assistenten af waar iedereen zich opstelt. Dit is afhankelijk van de plaatselijke situatie een combinatie van 1 en 2 : één treinmanager/assistent staat in de deur, de ander loopt het perron op om een overzicht over zijn deel van de trein te krijgen en de derde staat op een vooraf afgesproken plaats Bedrijfsintern handboek / jaardienst

41 Vertrekprocedure Taak machinist Taak treinmanager Taak assistenttreinmanager Opmerkingen 1. Binnenkomst trein Trein tot stilstand brengen langs het perron - - Tot stilstand brengen voor sein of treinlengebord 2. Stilstand - Eventueel overnemen of overdragen trein. Werkafspraken met assistenten. Opstellen langs de trein 3. Initiatief tot vertrek - Initiatief nemen tot vertrek Controleren of assistent op afgesproken plaats zijn 4. Waarnemen seinen Werkafspraken maken met de treinmanager Opstellen op de afgesproken positie - - Waarnemen of het sein uit de stand stop is Nagaan of het vertreklicht brandt of, bij het ontbreken daarvan, het uitrijsein veilig staat. - Als vertreklicht niet tijdig brandt of het uitrijsein niet tijdig veilig staat, dan vraagt de treinmanager de machinist contact op te nemen met de treindienstleider. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

42 5. Attentiesein Opstellen in raamopening of op perron, zichtcontact met treinmanager Geven attentiesein. Geven attentiesein Stewards: aanwezig bij deuren ter aanvullende controle 6. Treindeel gereed geven voor vertrek - Controleren of assistenten hun treindeel gereed melden Treindeel gereed melden met hand opsteken of wit licht - 7. Waarnemen of deuren kunnen worden gesloten - Waarnemen of de deuren gesloten kunnen worden 8. Deuren sluiten - Deuren sluiten, behalve de eigen deur 9. Vertrekbevel geven Waarnemen of de deuren gesloten kunnen worden, instappen en meekijken met treinmanager Als deur begint te sluiten terug trekken en op balkon blijven Instappen en meekijken zodanig dat de treinmanager de deuren kan sluiten en men zich kan terugtrekken voor de sluitende deur - Waarnemen vertrekbevel: sein vertrekken met vertrekstaf of wit licht Vertrekbevel geven: vertrekstaf of wit licht tonen aan machinist - De eigen deur van de treinmanager blijft open Bedrijfsintern handboek / jaardienst

43 10. In beweging stellen van de trein De machinist controleert nogmaals of het sein het vertrek toestaat en zet de trein in beweging Controleren of het vertrekproces veilig kan worden voortgezet - De treinmanager houdt de eigen deur open totdat een snelheid van 5 km/u is bereikt Bij gevaar voor mens, dier of materieel bedient de treinmanager de noodrem Bedrijfsintern handboek / jaardienst

44 7.6 Calamiteiten en onregelmatigheden Zie voor de interne calamiteitenprocedures hoofdstuk 8 Aanrijding Als een aanrijding heeft plaats gevonden met personen of wegverkeer, dan begeeft de treinmanager zich naar de plaats van het ongeval (zie taakbeschrijving van de treinmanager). Evacuatie In bepaalde gevallen kan evacuatie van personen uit de trein noodzakelijk zijn. Hierbij geldt dat: de machinist van de treindienstleider toestemming krijgt voor evacuatie de machinist aan de treinmanager toestemming geeft tot evacuatie de treinmanager leiding geeft aan de evacuatie Voor de evacuatie moeten de deuren aan de zijde die zich niet langs het nevenspoor bevinden worden gebruikt. Belangrijke aandachtspunten: let altijd op het nevenspoor let op eventuele derde rails van metrosystemen volg de aangeduide vluchtroutes in tunnels Als deze aanwezig is, moet iedereen aanwijzingen van de brandweer opvolgen. Onregelmatigheid met passagiers In dringende gevallen roept de machinist via de treindienstleider of via 112 de hulpdiensten in. Vervangend vervoer De treinmanager is in samenspraak met de operationele wachtdienst verantwoordelijk voor de organisatie van vervangend vervoer als de treinrit niet kan worden vervolgd. Afsluiten remmen Bedrijfsintern handboek / jaardienst

45 Als van één of meer voertuigen in de trein onderweg remmen worden afgesloten, dan past de machinist de maximale snelheid aan volgens de remtabel. Als de maximale snelheid moet worden aangepast, dan meldt de machinist dit aan: de treindienstleider en de operationele wachtdienst 7.7 Maatregelen bij brand in tunnels voor de machinist Als u vermoedt dat u anders dan door seingeving in een tunnel tot stilstand gaat komen, dan meldt u dit aan de treindienstleider. U geeft deze informatie over mogelijke oorzaak en de acties die u gaat ondernemen. U meldt tenminste: uw functie en dienstnummer het treinnummer de plaats en het kilometernummer de omstandigheden in welke tunnelbuis de trein zich bevindt rijrichting lengte trein Bedrijfsintern handboek / jaardienst

46 U voorkomt zoveel mogelijk dat de trein, bij brand in een tunnel of in de trein, de tunnel in rijdt of daar tot stilstand komt. Als evacuatie noodzakelijk is, zijn geschikte plaatsen om de trein tot stilstand te brengen: buiten de tunnel of bij een station in de tunnel Als u voor een tunnel een noodoproep ontvangt brengt u de trein indien mogelijk voor de tunnel tot stilstand. U meldt brand of rookontwikkeling in de tunnel of in de trein onmiddellijk aan de treindienstleider. Op basis van uw informatie neemt de treindienstleider maatregelen om: treinen de tunnel te laten verlaten en te voorkomen dat treinen de tunnel inrijden Een ingezet evacuatieproces wordt door ProRail pas afgeschaald nadat de situatie door het treinpersoneel wordt beheerst Scenario s A Trein komt onvrijwillig tot stilstand in een tunnel Als u niet weet waarom een snelremming wordt ingezet: plaatst u een alarmoproep en meldt u de noodremming aan de treindienstleider probeert u de oorzaak van het tot stilstand komen vast te stellen. Eerste prioriteit is het uitsluiten van brand beslist u bij personenvervoer of evacuatie moet plaats vinden en overlegt u dit met de treindienstleider besluit u, als er geen sprake is van brand of als deze snel onder controle is, na overleg met de treindienstleider om o te wachten op nadere informatie of o te evacueren deelt u uw besluit mee aan de treindienstleider Bedrijfsintern handboek / jaardienst

47 B Machinist krijgt alarmoproep voor de tunnel U: stopt, ook al komt de trein in de tunnel tot stilstand overlegt met de treindienstleider en besluit over o terugrijden in tegengestelde richting na toestemming en medewerking treindienstleider of o wachten tot nadere informatie beschikbaar is of o evacuatie deelt uw besluit mee aan de treindienstleider C Machinist krijgt alarmoproep in de tunnel met melding of waarneming van rook of brand in de tunnel U rijdt de tunnel uit met beperkte snelheid als: de seingeving dit toelaat en de uitgang van de tunnel waarneembaar is en dit naar uw oordeel geen gevaar oplevert Als u moet stoppen: doet u dit zoveel mogelijk in de buurt van een vluchtplaats en informeert u de treindienstleider na overleg met de treindienstleider besluit u o te wachten tot nadere informatie beschikbaar is of o te evacueren deelt u uw besluit mee aan de treindienstleider D Melding of waarneming rook of brand in eigen trein voor de tunnel U: plaatst een alarmoproep stopt indien mogelijk vóór de tunnel Lukt het niet om voor de tunnel te stoppen dan moet u na beoordeling van de situatie en na overleg met de treindienstleider besluiten tot: doorrijden (bij personentreinen de passagiers verzoeken de noodrem niet te gebruiken) of stoppen bij een vluchtplaats en evacuatie in gang zetten U deelt uw besluit mee aan de treindienstleider. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

48 E Melding of waarneming rook of brand in eigen trein in de tunnel U: plaatst een alarmoproep en meldt uw waarnemingen aan de treindienstleider rijdt indien mogelijk de tunnel uit als de uitgang van de tunnel waarneembaar is en dit naar uw oordeel geen gevaar oplevert Lukt het niet om de tunnel uit te rijden dan besluit u na overleg met de treindienstleider al dan niet tot evacuatie over te gaan. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

49 8. Calamiteitenprocedures 8.1 Calamiteitenorganisatie Algemeen De opvolging van calamiteiten verloopt in principe volgens het Calamiteitenplan Rail van ProRail. Het interne calamiteitenplan is zo opgezet, dat het aansluit op het Calamiteitenplan Rail. In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste operationele elementen daaruit beschreven. Calamiteitenwachtdienst De calamiteitenwachtdienst is 24 uur per dag beschikbaar en wordt door de Standortdispo ingeschakeld bij calamiteiten. Algemeen Leider (ProRail) De Algemeen Leider (AL) heeft namens ProRail de leiding ter plaatse van de calamiteit. Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) Bij grote calamiteiten zal het KLPD worden ingeschakeld. De Officier van Dienst (OVD) kan de leiding op de plaats van de calamiteit overnemen. In het kader van onderzoek kan worden besloten de locatie van een calamiteit te bevriezen, waardoor deze ontoegankelijk is voor medewerkers. Een locatie kan ook de status van plaats delict krijgen. Contacten met de media Medewerkers praten niet zelf met de media, maar verwijzen naar de directie. 8.2 Calamiteitenregeling Bij het opvolgen van calamiteiten moet gebruik gemaakt worden van de Calamiteitenregeling (EETC VBS I 306). Bedrijfsintern handboek / jaardienst

50 8.3 Melden van een calamiteit De machinist, die betrokken raakt bij een calamiteit, meldt dit aan: de treindienstleider de Standortdispo 8.4 Opvolgen van een melding door de Standortdispo Informatie verzamelen De Standortdispo verzamelt bij de melding zoveel mogelijk informatie: wat is er gebeurd? wie zijn er bij betrokken? waar is het gebeurd? wanneer is het gebeurd? hoe is het gebeurd? Wanneer is er sprake van een calamiteit? Er is sprake van een calamiteit als er sprake is van: een ongeval of bijna-ongeval (botsing, brand, ontsporing) gewonden en/of dodelijke slachtoffers een situatie waarbij schade aan materieel of milieu kan ontstaan een gevaarlijke situatie, die is ontstaan of wordt gemeld gevaarlijke stoffen, die vrijgekomen zijn of vrij kunnen komen een niet-technische passage van een stop tonend sein Wachtdienst en belanghebbenden informeren De Standortdispo informeert de wachtdienst over de calamiteit. De Standortdispo informeert Leitstelle van DB Autozug wanneer van toepassing. Bedrijfsintern handboek / jaardienst

VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019

VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019 VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019 1/8 Inhoud 1 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist 3 1.1 Voorwoord 3 1.2 Wat zijn de taken

Nadere informatie

Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update

Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update 12-2-2018 Cluster tekst tekstwijziging datum Infra (5) Hoe is de energievoorziening geregeld? Spanningssluis Doordat een spanningsluis geen spanning

Nadere informatie

CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER

CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER Blad 1 van 5 CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER Datum en tijdstip voorval: - - ; : Hoort bij MBV met logboeknr., baanvak/lok. Formulier opsturen naar: rail@ilent.nl of postadres: Inspectie Leefomgeving

Nadere informatie

Hoe te handelen bij aantreffen VWAM- Blokkering

Hoe te handelen bij aantreffen VWAM- Blokkering Hoe te handelen bij aantreffen Vergeten VWAM- Blokkering Rijden van Treinen op Openbare Infra Wijzigingshistorie Versie datum Opmerking, beschrijving wijziging Auteur(s) 0.1 03-09- 2015 0.2 25-09- 2015

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 23-04-13) Versie 2.0 Na review (HB 05-05-13) Versie 2.1 Na review (TT 15-05-13) Versie 3.0 (TT 11-12-13)

Nadere informatie

Machinist. 1 Deze regelgeving: Is een aanvulling op het NedTrain Handboek Machinist/rangeerder NedTrain uitgave januari 2011

Machinist. 1 Deze regelgeving: Is een aanvulling op het NedTrain Handboek Machinist/rangeerder NedTrain uitgave januari 2011 Machinist 1 Deze regelgeving: Is een aanvulling op het NedTrain Handboek Machinist/rangeerder NedTrain uitgave januari 2011 2 Gebieden: gebied verantwoordelijk bestaat uit de sporen - WZ, vanaf sein 2;

Nadere informatie

Spoorwegveiligheid. RnV-NORMBLAD M-010. ATB-veiligheidsstoringen ATB-beschikbaarheidsstoringen

Spoorwegveiligheid. RnV-NORMBLAD M-010. ATB-veiligheidsstoringen ATB-beschikbaarheidsstoringen Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid St. Jacobsstraat 16 Postbus 1511 3500 BM Utrecht Tel. 030 2363131 Email: safety@railned.nl RnV-NORMBLAD M-010 ATB-veiligheidsstoringen ATB-beschikbaarheidsstoringen

Nadere informatie

RV uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012

RV uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012 RV12-0386 24-uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012 Stoptonend seinpassage met risico op een botsing met een passerende trein. Datum 26 april 2012 Status definitief RV12-0386

Nadere informatie

Formulierenboek. Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf. Herman Tijsma. Definitief. Van Auteurs. Projectleider

Formulierenboek. Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf. Herman Tijsma. Definitief. Van Auteurs. Projectleider Formulierenboek Van Auteurs Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf Projectleider Herman Tijsma Versie 1.0 Datum 24 mei 2012 Status Definitief Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beheer 3 2.1

Nadere informatie

Spoorwegveiligheid. Afsluiten noodrem

Spoorwegveiligheid. Afsluiten noodrem Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid Catharijnesingel 30 Postbus 2101 3500 GC Utrecht Tel. 030 235 5572 Email: safety@railned.nl RnV-NORMBLAD M-009 Afsluiten noodrem Colofon Normbladbeheerder

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid Rangeerder Volledige Bevoegdheid Dit examen is geschikt voor functionarissen die in het kader van de beroepsuitoefening dienen te voldoen aan het gestelde in

Nadere informatie

LOKALE REGELGEVING SPV ONDERHOUDSBEDRIJF ONNEN

LOKALE REGELGEVING SPV ONDERHOUDSBEDRIJF ONNEN LOKALE REGELGEVING SPV ONDERHOUDSBEDRIJF ONNEN Page 1 of 13 Colofon Betreft: Lokale Regelgeving Spoorwegveiligheid Locatie: Onderhoudsbedrijf Onnen Regio: Productie-eenheid Noord Auteurs: L. Mulder & R.J.M.

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 8: Rijden, rangeren en wegzetten

Vakkennis Machinist Cluster 8: Rijden, rangeren en wegzetten Vakkennis Machinist Cluster 8: Rijden, rangeren en wegzetten Huidige versie: Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 24-02-13) Versie 1.1 globale review (RvS 27-03-13) Versie 2.0 Na review (DT 01-05-13)

Nadere informatie

24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april Datum 22 april 2012

24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april Datum 22 april 2012 24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april 2012 Datum 22 april 2012 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 4 1.1 Voorval 4 1.2 Beknopte beschrijving en classificatie 4 2 Het voorval 5 2.1 De melding 5

Nadere informatie

Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014

Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014 Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014 Samenvatting 3 november 2014 Presentatie door André van Es Railverkeerskundige Adviseur bij Arcadis en docent op de Hogeschool Utrecht

Nadere informatie

Veilig Managen van Ongevallen bij Projecten voor opdrachtnemers

Veilig Managen van Ongevallen bij Projecten voor opdrachtnemers Veilig Managen van Ongevallen bij voor opdrachtnemers Eigenaar Auteur Manager Bouwmanagement Mirjam Struik EDMS-#3549369 Versie V1.1 Datum 12 juni 2014 Kenmerk Status Definitief Inhoudsopgave 1 Doel 3

Nadere informatie

Instructie Veiligheidsman Tram (VHM-T)

Instructie Veiligheidsman Tram (VHM-T) Instructie Veiligheidsman Tram (VHM-T) Algemeen 1. Het (GVB) Voorschrift Veilig werken aan de trambaan dient als achtergrondinformatie voor deze instructie en wordt tesamen met deze instructie beschikbaar

Nadere informatie

Onderzoeksrapport RV-08U0818

Onderzoeksrapport RV-08U0818 Op zaterdag 11 oktober 2008 vindt om 11:02 uur te Gouda een zijdelingse aanrijding plaats tussen een intercitytrein van NS Reizigers en een internationale trein van Thalys Nederland. 1 van 49 Autorisatie

Nadere informatie

Eindrapport. Aanrijding medewerker te Meteren 13 oktober 2016

Eindrapport. Aanrijding medewerker te Meteren 13 oktober 2016 Eindrapport Aanrijding medewerker te Meteren 13 oktober 2016 Colofon Opdrachtgever ProRail B.V. Adres Postbus 2038 3500 GA Utrecht Promise 500348 Document T20150157-792113182-2028 Inhoud 1 Samenvatting...4

Nadere informatie

Informatiemateriaal BEZOEKERSINFORMATIE YARD DEN HELDER

Informatiemateriaal BEZOEKERSINFORMATIE YARD DEN HELDER S7 Informatiemateriaal BEZOEKERSINFORMATIE YARD DEN HELDER HSEQ Welkom bij GDF SUEZ E&P Nederland Neem voor uw en onze veiligheid de tijd om deze bezoekersinformatie door te lezen. Zeg WIE u bent / WAT

Nadere informatie

Feitenrapport. Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli BVR Ontsporing

Feitenrapport. Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli BVR Ontsporing Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli 2018 BVR Ontsporing Intern ProRail Auteur / eigenaar Afdeling Veiligheid Randstad Zuid Documentnaam wagen over remslof geduwd.doc Datum rapport 24-07-2018 Versie

Nadere informatie

Reizigerstrein passeert stoptonend sein

Reizigerstrein passeert stoptonend sein Reizigerstrein passeert stoptonend sein onderzoek naar de bijna frontale botsing op 23 juni 2010 te Amersfoort Datum 24 januari 2011 Status Definitief Reizigerstrein passeert stoptonend sein onderzoek

Nadere informatie

Instructies Oud Papier & Karton

Instructies Oud Papier & Karton Instructies Oud Papier & Karton Memo KENMERK: Aan: Chauffeurs vrijwilligers oud papier en kartoninzameling (OPK) Van: Betreft: Veiligheidsinstructie Kopie: Datum: Maart 2015 Beste chauffeurs en vrijwilligers,

Nadere informatie

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Herziening ministeriele regeling spoorverkeer 1. Specificeren bij welke aanwijzingen cf. art. 36 trein stilgezet

Nadere informatie

Praktijkexamen Rangeerder

Praktijkexamen Rangeerder Praktijkexamen Rangeerder algemene opzet van praktijkexamen Werkwijze voor en tijdens Praktijkexamen Rangeerder Het praktijkexamen Rangeerder (reizigers of goederen) neemt VVRV af op het rangeerterrein

Nadere informatie

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig. 22 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. Toepassingsvoorschriften. 23 HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. De beambte toont

Nadere informatie

Spoorwegveiligheid. Beremming en Remproeven

Spoorwegveiligheid. Beremming en Remproeven Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid Catharijnesingel 30 Postbus 2101 3500 GC Utrecht Tel. 030 235 5572 Email: safety@railned.nl RnV-RICHTLIJN M-007 Beremming en Remproeven Colofon Richtlijnbeheerder

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 2: Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden machinist

Vakkennis Machinist Cluster 2: Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden machinist Vakkennis Machinist Cluster 2: Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden machinist Huidige versie: Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 01-05-13) Versie 2.0 Na review (DT 01-05-13) Versie 2.1

Nadere informatie

Kerntaak 1: Bereidt het rangeren, besturen en begeleiden van spoorvoertuigen voor

Kerntaak 1: Bereidt het rangeren, besturen en begeleiden van spoorvoertuigen voor Kerntaak 1: Bereidt het rangeren, besturen en begeleiden van spoorvoertuigen voor Werkproces 1.1: Bereidt zich voor op de werkzaamheden De machinist railvervoer verzamelt de planning met de opdrachten,

Nadere informatie

RnV-NORMBLAD P-014 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Algemene bepalingen voor personeel in het railverkeerssysteem. Colofon

RnV-NORMBLAD P-014 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Algemene bepalingen voor personeel in het railverkeerssysteem. Colofon Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid Catharijnesingel 30 Postbus 2101 3500 GC Utrecht Tel. 030 235 5572 Email: safety@railned.nl RnV-NORMBLAD P-014 Algemene bepalingen voor personeel in het railverkeerssysteem

Nadere informatie

Rail (NS - bestaand spoor - 1.800 Volt gelijkspanning 1 )

Rail (NS - bestaand spoor - 1.800 Volt gelijkspanning 1 ) Rail (NS - bestaand spoor - 1.800 Volt gelijkspanning 1 ) Gevaren Vervoer gevaarlijke stoffen. Botsing met rijdend materiaal. Elektrocutie door (hoog) spanning van de bovenleiding. Elektrocutie door (hoog)

Nadere informatie

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, Niveau 4, crebo 25263

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, Niveau 4, crebo 25263 Naam student: Bedrijf: : ennummer: Begeleider van het bedrijf: Begeleider van de school: Noteer A, B, C deze score geldt voor het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar. Toelichting : A B C De student

Nadere informatie

Rijweginstelling en roodseinpassages

Rijweginstelling en roodseinpassages Datum Rijweginstelling en roodseinpassages 2 van 17 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 3 1.2 Doel en doelgroep 4 1.3 Aanpak 4 2 Begrippenkader 5 3 Inspectieresultaten 7 3.1 Hengelo 7 3.2 Enschede

Nadere informatie

Rijweginstelling en roodseinpassages

Rijweginstelling en roodseinpassages Rapport Datum 9 april 2008 Rijweginstelling en roodseinpassages Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 3 1.2 Doel en doelgroep 4 1.3 Aanpak 4 2 Begrippenkader 6 3 Inspectieresultaten 8 3.1 Hengelo

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 10: Treinincidenten

Vakkennis Machinist Cluster 10: Treinincidenten Vakkennis Machinist Cluster 10: Treinincidenten Huidige versie: Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 25-05-13) Versie 2.0 Na review (MD en MdW 05-06-13) Versie 2.1 Na review (TT 06-06-13) Versie

Nadere informatie

Cluster 2 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist

Cluster 2 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist Vakkennis Machinist Cluster 2 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist Huidige versie: Versie 4.0 vraag-antwoordstructuur (IB, HB IvdS, RvS, MV) 01-11-16 De vakkennis is bedoeld als

Nadere informatie

Procedure Langstransport

Procedure Langstransport Procedure Langstransport In vier processtappen: 1. Voorbereiding Langstransport 2. Besluitvorming Langstransport 3. Uitvoering Langstransport 4. Beëindiging Langstransport Definitief versie 4.0 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Kerntaak 1: Voert personenvervoer uit over de weg

Kerntaak 1: Voert personenvervoer uit over de weg Kerntaak 1: Voert personenvervoer uit over de weg Werkproces 1.1: Neemt professioneel deel aan het verkeer De chauffeur openbaar vervoer bestuurt het voertuig in het verkeer en past verkeersregels toe,

Nadere informatie

Kerntaak 1: Plant wegtransporten

Kerntaak 1: Plant wegtransporten Kerntaak 1: Plant wegtransporten Werkproces 1.1: Beoordeelt transportopdrachten en aanvragen De planner wegtransport ontvangt een transportopdracht/transportaanvraag en beoordeelt of deze kan worden uitgevoerd

Nadere informatie

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven.

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven. 110 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven. Seinen op treinen. (Treinseinen). Bij treinen, waarvan het voorste en het achterste

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Pagina 1

Calamiteitenprotocol Pagina 1 Calamiteitenprotocol Wensbus/Wensauto Dit protocol is opgesteld ten behoeve van alle vrijwilligers die een wensbus of wensauto rijden en geeft aan hoe te handelen bij calamiteiten. A. Waarom doen we dit

Nadere informatie

Veilig Managen van Ongevallen bij Projecten voor opdrachtnemers

Veilig Managen van Ongevallen bij Projecten voor opdrachtnemers Veilig Managen van Ongevallen bij voor opdrachtnemers Documentgegevens Versie 3.0 Status Definitief Geldig vanaf 1 november 2013 Laatste update 28 januari 2018 Eigenaar Manager Bouwmanagement Auteur Sander

Nadere informatie

Feitenrapport. Botsing ketelwagon met lorrie in buitendienststelling Kijfhoek 15 juni Arbeidsongeval

Feitenrapport. Botsing ketelwagon met lorrie in buitendienststelling Kijfhoek 15 juni Arbeidsongeval Botsing ketelwagon met lorrie in buitendienststelling Kijfhoek 15 juni 2018 Arbeidsongeval Intern ProRail Auteur / eigenaar Afdeling Veiligheid RRZ Documentnaam Feitenrapport Botsing ketelwagon met lorrie

Nadere informatie

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25263

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25263 Naam student: Bedrijf: : ennummer: Begeleider van het bedrijf: Begeleider van de school: Noteer deze score geldt voor het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar. Toelichting : A B C De student is in

Nadere informatie

Inleiding Treinbeveiliging

Inleiding Treinbeveiliging Inleiding Treinbeveiliging KIVI 22 januari 2014 22-2-14 MvdW / bewerkt AZ Inhoud Waarom Treinbeveiliging De in Nederland toegepaste technologie Actuele ontwikkelingen O.a. ERTMS Presentatie Treinbeveiliging

Nadere informatie

Waarom ongevalsonderzoek? Weten wat er gebeurd is Herhaling voorkomen

Waarom ongevalsonderzoek? Weten wat er gebeurd is Herhaling voorkomen Memo Schedeldoekshaven 101 Postbus 66 501 CB Den Haag Telefoon 070 750 1500 Telefax 070 750 1501 Aan Commissie VVEZ Datum 30 januari 014 Cc Van Harry Mol, Robert Sirks Betreft Ongevallen bij HTM Op de

Nadere informatie

Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen. Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen. Hoofdstuk I Algemeen

Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen. Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen. Hoofdstuk I Algemeen ARAD 06 Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen Hoofdstuk I Algemeen 1. WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

RnV-Normblad I-016 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Krukken van wissels. Colofon

RnV-Normblad I-016 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Krukken van wissels. Colofon Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid Catharijnesingel 30 Postbus 2101 3500 GC Utrecht Tel. 030 235 5572 Email: safety@railned.nl RnV-Normblad I-016 Krukken van wissels KOPIE Dit is een door Railned

Nadere informatie

NV ROVA Holding Locatiereglement versie 2012

NV ROVA Holding Locatiereglement versie 2012 NV ROVA Holding Locatiereglement versie 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Algemene regels... 4 3. Gevaarlijke situaties en noodgevallen 4 4. Persoonlijke beschermingsmiddelen.. 4 5. Verkeersregels...

Nadere informatie

Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie

Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie Sint Clemensschool School

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Certificeringschema: Installatieverantwoordelijke Baan

Certificeringschema: Installatieverantwoordelijke Baan Certificeringschema: 1/10 Inhoud 1 De taak 3 2 Het certificaat 4 2.1 Algemeen 4 2.2 De scope 4 2.3 Toelatingsvoorwaarden voor het initieel certificeringstraject 4 2.4 Geldigheid van het certificaat 5 3

Nadere informatie

Handleiding. Cliëntenvervoer InteraktContour. Informatie en regels

Handleiding. Cliëntenvervoer InteraktContour. Informatie en regels Handleiding Cliëntenvervoer InteraktContour Informatie en regels Waarom deze handleiding? Connexxion Taxi Services verzorgt het groepsvervoer voor InteraktContour. Dit vervoer is bestemd voor cliënten

Nadere informatie

Midden-Oost Pagina : 1 van 5. werken (papierinzameling) Datum : 01-01-2007

Midden-Oost Pagina : 1 van 5. werken (papierinzameling) Datum : 01-01-2007 Midden-Oost Pagina : 1 van 5 Persoonlijke beschermingsmiddelen Het dragen van de aan U verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen zoals: Veiligheidshesje (zichtbaarheid) Bij minicontainers tevens: Handschoenen

Nadere informatie

Kerntaak 1: Ontvangt en slaat goederen op

Kerntaak 1: Ontvangt en slaat goederen op Kerntaak 1: Ontvangt en slaat goederen op Werkproces 1.1: Bereidt het ontvangen en opslaan van goederen voor De logistiek medewerker bereidt, op basis van de opdracht van de leidinggevende, zijn werkzaamheden

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

GEDRAGSCODE COOP HOLDING BV

GEDRAGSCODE COOP HOLDING BV GEDRAGSCODE COOP HOLDING BV Deze Gedragscode is vastgesteld door de Directie van Coop Holding B.V. en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen van Coop Holding B.V. op 19 april 2006. De bepalingen van

Nadere informatie

Protocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening

Protocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening Bedrijfsnoodplan en Nederlandse Vereniging van Dierentuinen Postbus 15458 1001 ML Amsterdam 020 5246080 Info@nvddierentuinen.nl Versie D2 van juni 2012 1. Inleiding Dierenparken moeten zijn voorbereid

Nadere informatie

VEILIGHEIDSONDERZOEKSVERSLAG

VEILIGHEIDSONDERZOEKSVERSLAG Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor SAMENVATTING VAN HET VEILIGHEIDSONDERZOEKSVERSLAG ONTSPORING VAN EEN REIZIGERSTREIN OP 28 JANUARI 2011 TE PEPINSTER December 2013 SAMENVATTING

Nadere informatie

Calamiteitenplan. Avond Vierdaagse Engelen

Calamiteitenplan. Avond Vierdaagse Engelen Calamiteitenplan Avond Vierdaagse Engelen 2014 Inhoud 1 Inleiding...2 1.1 Algemeen...2 2 Risico-overzicht...3 2.1 Algemene ongevallen...3 2.2 Bedreiging door externe gevaren...3 3 De organisatie van hulpverlening...4

Nadere informatie

1.KLACHTEN 1.1. KWALITEIT VAN WERKEN:

1.KLACHTEN 1.1. KWALITEIT VAN WERKEN: 1.KLACHTEN 1.1. KWALITEIT VAN WERKEN: Ondanks het feit dat de School voor Educatie en Inburgering kwaliteit wil leveren, kan het zijn dat de cliënt niet tevreden is over de geleverde dienstverlening. De

Nadere informatie

Formulierenboek. Directeur ProRail VL. Staf VLV, cluster VMK Staf VLV, cluster be- en bijsturing. Definitief

Formulierenboek. Directeur ProRail VL. Staf VLV, cluster VMK Staf VLV, cluster be- en bijsturing. Definitief Formulierenboek Verantwoordelijke Eigenaar Auteur Directeur ProRail VL Staf VLV, cluster VMK Staf VLV, cluster be- en bijsturing Versie 2.0 17 maart 2014 Status Definitief Link naar document http://www.prorail.nl/vervoerders/toegang-tot-het-spoor/algemene-en-operationele-voorwaarden

Nadere informatie

Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek

Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Oefening Doel Specialisme Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief een inzet uit bij een

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 3 1.1. RIJPERIODE... 3 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 3 1.2.1. Algemeenheden... 3 1.2.2. Betekenis van de

Nadere informatie

Kerntaak 1: Vervaardigt elektrotechnische (deel-)producten

Kerntaak 1: Vervaardigt elektrotechnische (deel-)producten Kerntaak 1: Vervaardigt elektrotechnische (deel-)producten Werkproces 1.1: Voorbereiden werkzaamheden De monteur verzamelt en leest relevante informatie (werkinstructies, tekeningen, schetsen, installatie-,

Nadere informatie

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN ARAD 06 Deel V Titel II Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen Hoofdstuk II Wegvoertuigen in beweging 1. ALGEMEEN 935 1) De bestuurders moeten

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Spoorwegveiligheid. RnV-NORMBLAD M-008. Voertuigen met Beperkingen

Spoorwegveiligheid. RnV-NORMBLAD M-008. Voertuigen met Beperkingen Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid St. Jacobsstraat 16 Postbus 1511 3500 BM Utrecht Tel. 030 2363131 Email: safety@railned.ns.nl RnV-NORMBLAD M-008 Voertuigen met Beperkingen Colofon Normbladbeheerder

Nadere informatie

CHECKLIST STS VOOR DE VERVOERDER

CHECKLIST STS VOOR DE VERVOERDER Blad 1 van 10 CHECKLIST STS VOOR DE VERVOERDER Datum en tijdstip voorval: - - ; : Formulier opsturen naar: rail@ilent.nl of postadres: Inspectie Leefomgeving en Transport, Rail en Wegvervoer, Handhaving

Nadere informatie

Thema-audit treindienstleiding niet centraal bediende gebieden (NCBG en) Treindienstleiding op rangeerterreinen voor reizigerstreinen

Thema-audit treindienstleiding niet centraal bediende gebieden (NCBG en) Treindienstleiding op rangeerterreinen voor reizigerstreinen Thema-audit treindienstleiding niet centraal bediende gebieden (NCBG en) Treindienstleiding op rangeerterreinen voor reizigerstreinen Datum 14 februari 2018 Status Definitief 1 Colofon ILT Rail en Wegvervoer

Nadere informatie

24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d. 25-04-2012

24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d. 25-04-2012 24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d. 25-04-2012 Van ProRail/VL Kenmerk Versie 1.0 Datum 26 april 2012 Bestand 24 u rapport bijna trein

Nadere informatie

Feitenrapport. Onbemande gereedschapswagens rollen de buitendienststelling uit Zwijndrecht - Kijfhoek 15 juli Arbeidsongeval

Feitenrapport. Onbemande gereedschapswagens rollen de buitendienststelling uit Zwijndrecht - Kijfhoek 15 juli Arbeidsongeval Onbemande gereedschapswagens rollen de buitendienststelling uit Zwijndrecht - Kijfhoek 15 juli 2018 Arbeidsongeval Intern ProRail Auteur / eigenaar Afdeling Veiligheid Randstad Zuid Documentnaam Onbemande

Nadere informatie

Formulierenboek. Herman Tijsma. VL VLV VMK/ Formulierenboek/Definitief. Definitief. Van Eigenaar. Kenmerk. Versie 3.0 Datum 2 januari 2015 Bestand

Formulierenboek. Herman Tijsma. VL VLV VMK/ Formulierenboek/Definitief. Definitief. Van Eigenaar. Kenmerk. Versie 3.0 Datum 2 januari 2015 Bestand Formulierenboek Van Eigenaar Herman Tijsma Kenmerk VL VLV VMK/ Formulierenboek/Definitief Versie 3.0 Datum 2 januari 2015 Bestand Status Definitief Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beheer en revisie 3 2.1

Nadere informatie

Handleiding aanleveren wagenlijsten

Handleiding aanleveren wagenlijsten Handleiding aanleveren wagenlijsten Van Auteur ProRail / Verkeersleiding Floris van Zonneveld Kenmerk 1580025 Versie 1.0 Datum 28-09-09 Bestand Handleiding aanleveren wagenlijsten Status Definitief 1-7

Nadere informatie

Op 23 januari 2007 ontspoort om 6.15 uur een rangeerdeel zonder reizigers op het emplacement van Utrecht Centraal.

Op 23 januari 2007 ontspoort om 6.15 uur een rangeerdeel zonder reizigers op het emplacement van Utrecht Centraal. Onderzoeksrapport Rapportagedatum Op 23 januari 2007 ontspoort om 6.15 uur een rangeerdeel zonder reizigers op het emplacement van Utrecht Centraal. St. Jacobsstraat 16 Postbus 1511 3500 BM Utrecht T +31

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). 42 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). Hoofdseinpalen. Een hoofdseinpaal bestaat uit een paal met een naar rechts uitstekenden draaibaren

Nadere informatie

Certificeringschema: Installatieverantwoordelijke Baan

Certificeringschema: Installatieverantwoordelijke Baan Certificeringschema: 1/10 Inhoud 1 De taak 3 2 Het certificaat 4 2.1 Algemeen 4 2.2 De scope 4 2.3 Toelatingsvoorwaarden voor het initieel certificeringstraject 4 2.4 Geldigheid van het certificaat 5 2.5

Nadere informatie

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL 1 Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E. Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie over veiligheid en gezondheid op het werk. Zij hebben belang bij veilige en gezonde werkomstandigheden.

Nadere informatie

Kerntaak 1: Vervaardigt onderdelen voor vliegtuigen en verricht reparaties en modificaties.

Kerntaak 1: Vervaardigt onderdelen voor vliegtuigen en verricht reparaties en modificaties. Kerntaak 1: Vervaardigt onderdelen voor vliegtuigen en verricht reparaties en modificaties. Werkproces 1.1: Voorbereiden eigen werkzaamheden. De samenbouwer leest na de ontvangen een werkopdracht van zijn

Nadere informatie

BEDRIJFSNOODPLAN. Amstelveen

BEDRIJFSNOODPLAN. Amstelveen BEDRIJFSNOODPLAN Amstelveen 1. Inleiding Algemeen De Arbo-wet verplicht ieder bedrijf of instelling om passende bedrijfshulpverlening (BHV) te organiseren teneinde de gevolgen voor werknemers bij ongevallen

Nadere informatie

ALGEMENE REGELS HUISVESTING

ALGEMENE REGELS HUISVESTING ALGEMENE REGELS HUISVESTING Huisregels opgesteld en aangeboden door Het Kantoor Archief. (01-01-2013) Algemeen Openingstijden verhuurbeheer : maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 17.30 uur Openingstijden

Nadere informatie

VVRV cluster Rijden, rangeren en wegzetten, versie maart 2019

VVRV cluster Rijden, rangeren en wegzetten, versie maart 2019 VVRV cluster Rijden, rangeren en wegzetten, versie maart 2019 1/15 Inhoud 1 Rijden, rangeren en wegzetten 4 1.1 Voorwoord 4 1.2 Wie is verantwoordelijk voor het veilig vervoeren van de trein? 4 1.3 Wat

Nadere informatie

Goederentrein en reizigerstrein botsen te Zwolle

Goederentrein en reizigerstrein botsen te Zwolle 2 Goederentrein en reizigerstrein botsen te Zwolle RV09-0333 Datum 26 november 2010 Status RV09-0333, Definitief Goederentrein en reizigerstrein botsen te Zwolle RV09-0333 Datum 26 november 2010 Status

Nadere informatie

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl Protocol voor opvang bij ernstige incidenten Sint Clemensschool School Sint Clemensschool Bevoegd gezag Stichting Catent Bestuursnummer

Nadere informatie

RnV-NORMBLAD I-013 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Functionele specificaties voor dienstoverpaden. Colofon

RnV-NORMBLAD I-013 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Functionele specificaties voor dienstoverpaden. Colofon Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid Catharijnesingel 30 Postbus 2101 3500 GC Utrecht Tel. 030 235 5572 Email: safety@railned.nl RnV-NORMBLAD I-013 Functionele specificaties voor dienstoverpaden

Nadere informatie

Mankementen of defecten aan de accommodatie: Meldt mankementen aan het gebouw of de installaties middels het formulier op blz. 5 aan het bestuur.

Mankementen of defecten aan de accommodatie: Meldt mankementen aan het gebouw of de installaties middels het formulier op blz. 5 aan het bestuur. Blz. 1/5 1. Ongewenst gedrag Met ongewenst gedrag worden alle uitingen van gedrag bedoeld die niet stroken met de gedragslijnen welke gehanteerd worden binnen de vereniging, de gedragsregels van NOC*NSF,

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van

Nadere informatie

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Protocol voor het handelen bij ongevallen Protocol voor het handelen bij ongevallen Maart 2016 Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbowet, is de werkgever verplicht om ongevallen op te nemen in een ongevallenregister en ernstige

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Treindienstleider

Kwalificatiedossier Treindienstleider Kwalificatiedossier Treindienstleider Plaats: Amersfoort Datum: 1 augustus 2005 Status: Dit kwalificatiedossier is opgesteld op basis van de formats en handleidingen, zoals deze ontwikkeld zijn door COLO.

Nadere informatie

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen, niveau 4, crebo 25262

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen, niveau 4, crebo 25262 Naam student: Bedrijf: : ennummer: Begeleider van het bedrijf: Begeleider van de school: Noteer A, B, C deze score geldt voor het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar. Toelichting : A B C De student

Nadere informatie

RnV-NORMBLAD P-022 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Vakbekwaamheidsnormen voor het vervoer van Gevaarlijke Stoffen. Colofon

RnV-NORMBLAD P-022 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Vakbekwaamheidsnormen voor het vervoer van Gevaarlijke Stoffen. Colofon Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid Catharijnesingel 30 Postbus 2101 3500 GC Utrecht Tel. 030 235 5572 Email: safety@railned.nl RnV-NORMBLAD P-022 Vakbekwaamheidsnormen voor het vervoer van Gevaarlijke

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 3: Persoonlijke veiligheid

Vakkennis Machinist Cluster 3: Persoonlijke veiligheid Vakkennis Machinist Cluster 3: Persoonlijke veiligheid Huidige versie: Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 28-07-13) Versie 2.0 Na review (HB 10-08-13) Versie 2.1 Na review (TT 17-08-13) Versie

Nadere informatie

Calamiteitenplan Avondvierdaagse Hoogland

Calamiteitenplan Avondvierdaagse Hoogland Calamiteitenplan Avondvierdaagse Hoogland 30 mei tot en met 2 juni 2017 Calamiteitenplan Avondvierdaagse Hoogland Pagina 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Organisatie... 4 3. Risico inventarisatie... 5 3.1.

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Rapportagedatum 1 mei 2007. Onderzoeksnummer

Onderzoeksrapport. Rapportagedatum 1 mei 2007. Onderzoeksnummer Onderzoeksrapport Rapportagedatum Op woensdag 20 september 2006 om 12:58 uur rijdt een reizigerstrein te Weesp voorbij een stoptonend sein. In het spoor voorbij het sein wordt gewerkt. Er vallen geen slachtoffers.

Nadere informatie

WELKOM IN CHEMPARK DORMAGEN

WELKOM IN CHEMPARK DORMAGEN WELKOM IN CHEMPARK DORMAGEN Veiligheidsinstructies Lees deze veiligheidsinstructies door, voor u het CHEMPARK binnengaat en neem ze in acht tijdens uw verblijf! Hartelijk dank! 1. VERKEERSREGELS Binnen

Nadere informatie

Onderzoeksrapport RV-06U0985. Op maandag 20 november 2006 om 10:00 uur botst te Rotterdam Centraal een rangeerdeel tegen een goederentrein.

Onderzoeksrapport RV-06U0985. Op maandag 20 november 2006 om 10:00 uur botst te Rotterdam Centraal een rangeerdeel tegen een goederentrein. Onderzoeksrapport Rapportagedatum RV-06U0985 Definitief RV-06U0985 Op maandag 20 november 2006 om 10:00 uur botst te Rotterdam Centraal een rangeerdeel tegen een goederentrein. St. Jacobsstraat 16 Postbus

Nadere informatie

Regeling ter uitvoering van de artikelen 1, onderdeel e, 2, 9, 20, 26 en 38 van het Besluit spoorverkeer (Regeling spoorverkeer)

Regeling ter uitvoering van de artikelen 1, onderdeel e, 2, 9, 20, 26 en 38 van het Besluit spoorverkeer (Regeling spoorverkeer) (Tekst geldend op: 30-12-2008) Regeling ter uitvoering van de artikelen 1, onderdeel e, 2, 9, 20, 26 en 38 van het Besluit spoorverkeer (Regeling spoorverkeer) De Minister van Verkeer en Waterstaat, Gelet

Nadere informatie

Protocol Schorsing en verwijdering

Protocol Schorsing en verwijdering Juni 2015.................................................................. Protocol Schorsing en verwijdering Naam notitie/procedure/afspraak Eigenaar/portefeuillehouder Protocol Schorsing en verwijdering

Nadere informatie

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. Relevante wet-en regelgeving BHV1 1. Arbeidsomstandighedenwet (van kracht sinds 1 januari 2007) N.B. Achter de artikelen

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Generiek Bedrijfsnoodplan Keyrail, v1.2 april 2014 2

INHOUDSOPGAVE. Generiek Bedrijfsnoodplan Keyrail, v1.2 april 2014 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 1.1 Doelstelling... 3 1.2 Opzet... 3 1.3 Leeswijzer... 3 1.4 Versiebeheer... 4 1.5 Referentiedocumenten... 4 1.6 Relatie met milieuvergunning... 5 2 Calamiteitenorganisatie...

Nadere informatie