Voorleesroutines: Vervangbaar door Computerroutines 1?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorleesroutines: Vervangbaar door Computerroutines 1?"

Transcriptie

1 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 1 Voorleesroutines: Vervangbaar door Computerroutines 1? Een Tussenrapportage over een Onderzoek naar Rendabiliteit van boeken op de computer in Kleutergroepen Daisy Smeets en Adriana G. Bus Universiteit Leiden Leiden, december Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het door NWO gesubsidieerde project Becoming literate by means of Internet (dossiernummer ). Een aanvullende subsidie van ICT op School aan Adriana G. Bus heeft het mogelijk gemaakt het aantal experimentele condities uit te breiden.

2 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 2 Voorlezen is misschien niet de enige manier om een goede basis te leggen voor leren lezen, maar wel een heel belangrijke. Voorlezen stimuleert complex taalgebruik en dat is naast alfabetische kennis één van de pijlers waarop de vroege leesontwikkeling steunt. Werden kinderen tot voor kort door volwassenen voorgelezen, het afgelopen decennium is daarin verandering gekomen (Marsh, in press). Nieuwe media creëren nieuwe mogelijkheden voor jonge kinderen om op andere manieren met verhalende teksten in aanraking te komen. Ouders, leidsters en leerkrachten lezen nog steeds voor, maar het accent verschuift van samen lezen (met een volwassene) naar digitale verhalen via televisie, Internet sites of CD-ROMs. Opent dit nieuwe perspectieven voor onderwijs in de onderbouw? Kunnen computerroutines voorlezen geheel of gedeeltelijk vervangen? Deze en andere vragen waren aanleiding om het rendement van deze ICT-toepassing in kleutergroepen nader te onderzoeken. Lang is gedacht dat in de aanloop naar leesinstructie kinderen vooral alfabetische kennis moeten ontwikkelen: kennis hebben van letternamen en weten hoe letters in woorden klinken. Maar beginnend lezen vraagt meer. Naast alfabetische kennis vereist leren lezen dat kinderen de taal in boeken verstaan (Juel, 2006). Als beginners woorden lezen zijn semantische processen actief hoewel ze, strikt genomen, woorden kunnen decoderen zonder de betekenis ervan te kennen. Vooral in het begin is leesvaardigheid sterk gerelateerd aan vocabulaire omdat betekenis compenseert voor de beginnerproblemen met het decoderen van woorden. Studies met ERP onderstrepen de rol van semantische processen: als beginnende lezers woorden lezen, zijn ook

3 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 3 hersendelen actief die aan begrip zijn gerelateerd (Blumenfield, Booth, & Burman, 2006). Het belang van deze pijler van de vroege leesontwikkeling, taal, is lang onderschat maar vooral door het onderzoek naar voorlezen steeds meer in de picture gekomen (Bus, van IJzendoorn, & Pellegrini, 1995). Voorlezen blijkt een van de beste voorbereidingen te zijn op leren lezen, vermoedelijk omdat het jonge kinderen in aanraking brengt met taalgebruik in tekst (Bus, 2001). Taal in verhalende teksten is doorgaans veel complexer dan taal in de meeste andere situaties. Teksten bevatten complexe grammaticale constructies om samenhangen tussen gebeurtenissen te verduidelijken. Zegswijzen als een zuchtje wind, net op tijd, of op een kier zetten moeten nuances aanbrengen. Zelfs in prentenboeken voor vier- tot zesjarigen komen al veel moeilijke woorden voor. Neem bijvoorbeeld de volgende kleine selectie uit vijf prentenboeken voor vier- tot zesjarigen: geklieder, hopeloos, jaloers, verliefd, beloven, verschijnen, rinkelen, dartelen, blozen, snuit, gebroken (als gevoel), rinkelen, klauteren, gniffelen, morren, fronselen en zwerven. Om situaties begrijpelijk te maken worden bovendien soms ongewone woorden gebruikt zoals eierwarmer, brusjes, eivol, eitand, ijszee, schort of krokodillentranenstoet (een kleine selectie uit dezelfde prentenboeken voor vier- tot zesjarigen). Ook komen we geregeld zegswijzen tegen waaronder bekende zoals een kudde schapen, een uiltje knappen of doof, stom en blind zijn maar soms ook minder bekende: Tot waar de hemel de zee raakt (uit Bolder en de boot) is een onalledaagse manier om uit te drukken hoever Bolder weg wil. De taalontwikkeling krijgt een impuls als kinderen door zelfstandig lezen de reikwijdte van hun ervaring met tekst verbreden. Maar om een basisleesvaardigheid te kunnen ontwikkelen, moeten kinderen over voldoende taalbegrip beschikken om beginnerteksten

4 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 4 te kunnen begrijpen. Anders lopen kinderen het gevaar in een neerwaartse spiraal te raken: ze moeten de techniek van lezen onder de knie krijgen terwijl de betekenis van oefenwoorden en oefenteksten hen grotendeels ontgaat. Behalve prentenboeken zijn er niet zoveel alternatieven om deze cruciale basiskennis te verwerven. Boeken brengen kinderen niet alleen met boekentaal in aanraking maar creëren ook de mogelijkheid voor herhaling. Wie wel eens voorleest aan jonge kinderen weet dat boeken doorgaans vaker dan een keer worden voorgelezen. En dat verhoogt de kans dat jonge kinderen controle krijgen over de taal in boeken. Van steeds meer prentenboeken worden digitale versies gemaakt. In de Verenigde Staten worden dagelijks afleveringen van Arthur en Between the Lions uitgezonden. Een Nederlandstalige equivalent is het KRO-kinderprogramma Mijn mooiste prentenboek. De websites van LevendeBoeken.nl en Bereslim.nl maken digitale prentenboeken toegankelijk voor dagelijks gebruik. Wellicht kunnen ook deze versies van prentenboeken een functie vervullen in de taalontwikkeling. Deze boeken hebben als voordeel boven voorlezen dat lezen minder afhankelijk is van volwassenen. De gesproken vorm van de tekst is immers altijd en direct beschikbaar. De boeken moeten wel aan voorwaarden voldoen om de educatieve waarde van een prentenboek niet te verliezen. Aan de eerste generatie digitale prentenboeken uit de jaren negentig (zie bijvoorbeeld Mercer Mayer s Just grandma and me ) waren naast gesproken tekst grappige animaties toegevoegd, maar dat soort boeken bevordert de taalontwikkeling niet. De verborgen animaties hadden doorgaans weinig uit te staan met de inhoud van het verhaal maar trokken wel alle aandacht naar zich toe (de Jong & Bus, 2003; Korat & Shamir, 2004). Als The Little Critter met oma op het strand zit leveren muisclicks op een

5 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 5 schelp, emmertje of wolk verrassende effecten op: uit de schelp duikt een beestje op, het emmertje loopt zomaar leeg en de wolk verandert in een schip. De eerste digitale prentenboeken op de Nederlandse commerciële markt waren vergelijkbaar. In het digitale prentenboek over P.B. Beer s verjaarsfeestje, een verhaaltje over een beer die samen met zijn vriendjes zijn verjaarsfeestje viert, waren de animaties verstopt in de gedrukte tekst. De meeste zelfstandig naamwoorden waren door kleine plaatjes vervangen: het woord jam was vervangen door een jampotje en bed door een microplaatje van een kinderbedje. Een muisclick op de plaatjes leverde een korte animatie op die soms samenhangt met de betekenis van het woord (de bal stuitert een aantal keren op en neer en bij het glas sinaasappelsap horen we een slurpend geluid en raakt het glas langzaam leeg) maar meestal niet (de badjas maakt een dansje en de theekopjes huppen op en neer). De resultaten van dit soort geanimeerde boeken waren teleurstellend (de Jong & Bus, 2002; Labbo & Kuhn, 2000). Doorgaans toonden kinderen meer interesse in de verborgen animaties of spelletjes dan in de verhalende tekst. Ze hopten van de ene naar de andere animatie zonder dat ze enige aandacht hadden voor de verhalende tekst. De effecten waren navenant. Na zes sessies van een kwartier konden ze het verhaal niet navertellen en waren er geen aanwijzingen dat ze enige controle hadden gekregen over de taal. Kortom, de multimediale toevoegingen aan de eerste generatie digitale prentenboeken resulteerden erin dat de boeken als een spelletje en niet als boek werden benaderd. De valkuilen van de eerste generatie levende boeken zijn vermeden in de nieuwe generatie. De belangrijkste toevoegingen zijn filmachtige beelden die de statische platen vervangen. Hoewel voorstelbaar is dat videobeelden alle aandacht opeisen ten koste van aandacht voor taal vonden we hiervoor geen aanwijzingen. Het lijkt er meer op dat

6 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 6 kinderen onder invloed van de extra informatiebronnen controle krijgen over de taal in het verhaal. Als Rokko krokodil verteerd door heimwee in een boom zit en denkt aan zijn warme bedje thuis, zien we hem niet alleen rillen terwijl een gure wind hoorbaar is, maar zien we ook zijn gedachtespinsels voorbij flitsen: zijn bedje, het prentenboek waaruit hij voor het slapen gaan wordt voorgelezen, zijn muis en andere voorwerpen die het aangenaam maken om thuis te zijn. Ons onderzoek bevestigt dat videobeelden taalbegrip niet verstoren maar juist versterken (de Jong & Bus, 2004; Verhallen, Bus, & de Jong, 2006; Verhallen & Bus, 2007). In deze experimenten werden digitale boeken met statische illustraties vergeleken met digitale boeken met videobeelden die de statische illustraties vervangen. Vooral kinderen met lage scores op de Cito Taaltest voor Kleuters (onder het 25 ste percentiel) hebben profijt van de geanimeerde prentenboeken (Bus, de Jong, & Verhallen, 2005; de Jong & Bus, 2004; Verhallen, Bus, & de Jong, 2006; Verhallen & Bus, 2007). Bewegende beelden kunnen de taalontwikkeling positief beïnvloeden omdat ze helpen verbanden te leggen tussen taal en beelden. Doordat de camera inzoomt op onderdelen van de illustraties als een schijnwerper op het toneel, krijgen kinderen extra steun om de betekenis van onbekende woorden uit de visualisaties af te leiden. Als in de tekst van het verhaal over Hennie Heks staat dat Hennie wanhopig is, zoomt de camera in op haar zorgelijke gezicht. Kinderen krijgen zo extra informatie waardoor ze over meer context beschikken waaruit de betekenis van zorgelijk kan worden afgeleid (Salomon, 1984). We kunnen ons ook voorstellen dat de videobeelden veel van het verhaal prijsgeven waardoor kinderen gemotiveerder zijn om hun pogingen de gesproken tekst te begrijpen, te continueren ook als ze de tekst maar gedeeltelijk begrijpen. Hieruit zou

7 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 7 moeten voortvloeien dat video een positief effect heeft op de mate waarin kinderen zich inspannen om het verhaal te begrijpen, een aanname die fysiologische metingen bevestigen (Verhallen & Bus, 2007). We registreerden een hoger aantal pieken in de huidweerstand tijdens sessies met videoverhalen wat kan betekenen dat kinderen dan inderdaad actiever zijn. Verdere studies zijn gepland om te onderzoeken of jonge kinderen meer geactiveerd zijn als ze levende boeken lezen. Zijn computerroutines even effectief als voorleesroutines? Voor veel vierjarigen zijn ook de simpelste verhaaltjes moeilijk. In Tim op de tegels, bijvoorbeeld, ontgaat veel kinderen de dubbele betekenis van op de tegels blijven en daardoor de clou. Ze hebben hulp nodig om te gaan begrijpen dat Tims al te letterlijke interpretatie van papa s goedbedoelde instructie hem juist in gevaar brengt. Pas als een volwassene vragen stelt en feedback geeft gaan ze meer van het verhaal begrijpen en krijgen ze er meer plezier in en ontstaat enige controle over de tekst zoals blijkt als we hen vragen het verhaal na te vertellen. Het begrip book sharing drukt uit dat samen genieten eveneens bijdraagt: samen lachen of griezelen over wat gebeurt of nog komen gaat. Deze visie wordt ondersteund door een serie studies die we in de jaren tachtig en negentig deden naar affectieve componenten van voorlezen (zie bijvoorbeeld, Bus & van IJzendoorn, 1995). Daaruit bleek dat een sensitief reagerende volwassene belangrijker is dan de soort vragen, opmerkingen en feedback. Van essentieel belang is dat de volwassene zich kan voorstellen hoe het kind reageert op het verhaal, wat het moeilijk vindt en welke onderdelen van verhaal en plaatjes grote aantrekkingskracht uitoefenen. De volwassene negeert wat te moeilijk is en speelt in op wat aantrekkingskracht heeft voor het kind. Bovendien dwingt de volwassene alleen al door zijn of haar aanwezigheid het kind bij

8 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 8 de les te blijven. Als volwassenen een cruciale rol spelen, is denkbaar dat jonge kinderen weinig leren als ze helemaal alleen voor het computerscherm zitten: verhaalbegrip blijft gebrekkig en ze krijgen geen controle over de taal; de boekgebonden woordenschat gaat nauwelijks vooruit. We verwachten dat vierjarigen meer dan vijfjarigen afhankelijk zijn van volwassenen als ze het verhaal voor de eerste of tweede keer horen. Als een verhaal vaker wordt herhaald en het nieuwe eraf is zijn vijfjarigen misschien ook afhankelijk van volwassenen. Ze luisteren een of twee keer intens maar verliezen hun interesse bij een derde of vierde herhaling. Omdat herhaling cruciaal is om controle te krijgen over de taal in een verhaal, steken ook de oudere kleuters weinig op van herhaalde sessies met levende boeken. Deze vragen waren aanleiding voor een experiment met levende boeken in kleutergroepen. In deze studie maakten we gebruik van vier interactieve levende boeken. De digitale verhalen werden onderbroken voor vragen analoog aan de vragen die volwassenen tijdens voorlezen stellen. Het verhaal over Rokko krokodil stopt bijvoorbeeld op de pagina waarop brusjes worden geïntroduceerd en het computermaatje vraagt of het kind weet wat brusjes zijn. Het computerprogramma voorziet ook in feedback op goede of foute antwoorden. Elk boek is vier keer herhaald. In totaal waren er 8 sessies met twee boeken per sessie. De vier- en vijfjarige kleuters zijn willekeurig toegewezen aan een van de volgende vier experimentele condities: 1. levende boeken op de computer; het computerprogramma stelde vragen over het verhaal en gaf feedback op de antwoorden,

9 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 9 2. een statisch boek op de computer waarbij de proefleider naast het kind zat; de proefleider stelde dezelfde vragen als het computerprogramma en gaf soortgelijke feedback, 3. een combinatie van de condities 1 en 2: elk prentenboek werd de eerste keer samen met de proefleider gelezen; het boek verscheen als digitaal boek op het scherm en de computerstem las de tekst voor; de proefleider zat naast het kind en stelde vragen en gaf feedback; de daarop volgende keren dat het kind hetzelfde prentenboek nogmaals las was de proefleider niet aanwezig; de computer stelde vragen en voorzag in de behoefte aan feedback; in deze conditie was de proefleider tijdens twee sessies aanwezig en werkten kinderen zes keer alleen met het programma, 4. een controlegroep speelde spelletjes op de computer. We testten 1. of kinderen profiteren van levende boeken en hun boekgebonden woordenschat uitbreidt 2. of boeken lezen met de proefleider effectiever is dan levende boeken lezen zonder begeleiding van de proefleider 3. of de combinatieconditie even effectief is als beide andere interventies 4. en of de uitkomsten gelijk zijn voor jongere en oudere kleuters

10 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 10 Methode Proefopzet De kleuters werden door de onderzoeker gedurende 4 weken, twee keer per week de Bereslim-website ingelogd. De kinderen kwamen automatisch in de juiste conditie terecht. Het experiment duurde ongeveer een maand: kinderen lazen twee keer per twee week verhalen op de computer. Elke sessie van 2 verhalen duurde ongeveer 15 minuten. In deze interventie lazen de kinderen vier verschillende boeken. Elk boek werd vier keer herhaald omdat kinderen pas controle krijgen over woorden en zinnen als de tekst meerdere keren wordt herhaald. Als de computers opgesteld waren in een apart lokaal (wat het meestal het geval was) werd daar gewerkt, anders in de computerhoek in de klas. In de conditie met levende boeken bleef de rol van de proefleider beperkt tot inloggen. Verder werkten de kinderen geheel zelfstandig. Ze interacteerden met het computermaatje. De proefleider was aanwezig maar bezig met andere kinderen of eigen werk. Zij greep alleen in als kinderen hun plaats verlieten of overduidelijk afgeleid waren. Andere condities vertoonden meer overeenkomst met gewoon voorlezen en vereisten een actievere rol van de proefleider. In de conditie met de proefleider zat het kind samen met de proefleider voor het computerscherm. Op het scherm verschenen de statische illustraties terwijl de stem van de computer het verhaal voorlas. De proefleider stelde dezelfde vragen als het computermaatje in het Levende Boek. Als kinderen een fout antwoord gaven, kregen ze dezelfde hulp als die van het computermaatje maar nu werd de hulp geboden door de proefleider. In alle 16 sessies was de proefleider aanwezig.

11 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 11 We prefereerden deze opzet boven echt voorlezen om te voorkomen dat eventuele verschillen niet kunnen worden geïnterpreteerd doordat condities in veel opzichten van elkaar verschillen. We zorgden ervoor dat kinderen in beide experimentele condities een digitale versie van het prentenboek zien en de computerstem voorleest. Het belangrijkste verschil was de aanwezigheid van de proefleider. In een derde conditie werden beide condities gecombineerd. De eerste sessie met een nieuw boek had hetzelfde verloop als de conditie met de proefleider, terwijl in de drie volgende sessies met hetzelfde boek het verloop gelijk was aan de sessies met levende boeken. Eén groep kinderen, de controlegroep, speelde alle acht sessies niet-talige spelletjes op de computer. Als indicator voor leereffecten is op verschillende manieren vastgesteld of kinderen vertrouwd waren met de moeilijke woorden in de teksten. Dit experiment verschilt in meerdere opzichten van onze eerdere experimenten: 1. In onze eerdere experimenten zat de proefleider naast het kind tijdens de sessies. De proefleider bood weliswaar geen directe hulp maar alleen al door haar aanwezigheid kan ze invloed hebben gehad op de mate waarin kinderen aandacht besteedden aan het prentenboek. Door de opzet van deze studie kan worden getest of levende boeken effect hebben als kinderen die zelfstandig lezen. 2. Om levende boeken met voorlezen te kunnen vergelijken creëerden we een conditie op de computer analoog aan voorlezen. In tegenstelling tot de conditie met levende boeken zat de proefleider naast het kind. Samen keken ze naar de statische platen op het computerscherm terwijl een computerstem de tekst voorlas. De proefleider stelde tussendoor vragen en gaf feedback en hulp. Omdat de vragen, feedback en hulp inhoudelijk gelijk aan de vragen, feedback en hulp in de

12 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 12 Levende Boeken kan het effect van een volwassene op leereffecten worden getoetst. 3. Het rendement van Levende Boeken is getest op vier verschillende boeken en niet zoals in eerdere studies op maar één boek. Zo kan worden uitgesloten dat eventuele effecten veroorzaakt worden door toevallige kenmerken van een enkel boek. 4. Deze studie test effecten in een groep normaal ontwikkelende kleuters en niet zoals onze eerdere experimenten in een groep kleuters met een taalachterstand. Het Bereslimplatform De Levende Boeken werden geproduceerd door Het Woeste Woud/LevendeBoeken en werden via de digitale meetomgeving van Het Bereslimplatform aan de kinderen aangeboden. Het Bereslimplatform biedt een editor die per kind activiteiten kan registreren welke onderdelen van de beoogde reeks activiteiten zijn uitgevoerd. Door te registreren welke boeken al aan bod zijn gekomen en hoe vaak zorgt de game-editor ervoor dat kinderen het juiste aanbod krijgen in elke nieuwe sessie. Op deze manier kan het aanbod aan kinderen worden gecontroleerd. Voorts creëert het platform een databestand waarin informatie over het gedrag van kinderen tijdens de sessies is opgeslagen. In dit bestand wordt geregistreerd wat gebeurt tijdens interactieve intermezzo s (i.e., het computermaatje stelt vragen en geeft feedback): bewegen met de muis, het aantal muisklikken, hoe snel het antwoord op de vraag volgt, of het antwoord correct is en welke hulp nodig is om het juiste antwoord te genereren. We onderzoeken in hoeverre gedrag van kinderen tijdens de computersessies leerprocessen beïnvloedt. We

13 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 13 verwachten dat op termijn deze informatiebronnen kunnen worden benut om het aanbod beter op kinderen af te stemmen. Als veel vragen fout of goed worden beantwoord, moet misschien een gemakkelijker of moeilijker boek worden aangeboden. Bij snel afgeleide kinderen moet het computermaatje misschien meer vragen stellen en vaker feedback geven. Misschien klikken impulsieve kinderen snel en vaak zonder goed na te denken en kan het computermaatje dit gedrag corrigeren. Deze en andere vragen hebben een hoge prioriteit op onze onderzoeksagenda. Participanten De proefpersonen zijn kleuters van vier en vijf jaar van vijf verschillende scholen in Leiden en Katwijk. Het databestand zal pas in de zomer van 2008 compleet zijn. Voor jongste en oudste kleuters wordt gestreefd naar 12 proefpersonen per conditie. De hieronder gepresenteerde analyses zijn gebaseerd op 23 kinderen in de jongste groep en 16 kinderen in de oudste groep met als grensscore 5½ jaar. De best gevulde conditie was Levende boeken in de jongste groep (N = 8). De slechtst gevulde condities waren kijken naar een statisch boek met een volwassene in de oudste groep (N =3) en de combinatieconditie in de oudste groep (N = 3). Materialen Van de prentenboeken van Het Woeste Woud/LevendeBoeken zijn er vijf voor dit onderzoek geselecteerd: Tim op de tegels, Beer is op Vlinder, Rokko krokodil, Bolder en de boot, en Met opa op de fiets. Elk kind in een van de experimentele condities zag vier van de vijf boeken tijdens de interventie. Deze vijf prentenboeken zijn

14 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 14 beschikbaar als geanimeerde (het levende boek) en als statische versie. Het statische formaat lijkt op een gedrukt prentenboek met als verschil dat de prenten op het scherm verschijnen en de computerstem de tekst voorleest. Om de geanimeerde versies van de prentenboeken te creëren zijn technieken toegepast die ook worden aangewend in reclameboodschappen en televisiespotjes. Aan de geanimeerde boekversies zijn beweging en geluid toegevoegd maar het oorspronkelijke boekontwerp is zoveel mogelijk gehandhaafd. Animaties zijn gecreëerd met uit het boek geknipte figuren en objecten. De achtergronden zijn doorgaans ongewijzigd. De tekst is exact gelijk voor beide versies. Elke sessie met levende boeken wordt drie keer onderbroken voor een vraag. In elke sessie worden andere vragen gesteld. In totaal zijn er per boek dus 12 verschillende vragen. De vragen kunnen betrekking hebben op moeilijke woorden. In het boek Beer is op Vlinder is Beer te verlegen om vlinder te vertellen dat hij verliefd is. Op dit punt wordt het verhaal onderbroken voor de vraag: Waar is Beer verlegen? Andere vragen over woorden zijn: Waar is Beer aan het breien? Waar is Beer gebroken? Kinderen kiezen het juiste antwoord door een keuze uit drie plaatjes; bij de vraag over het woord verlegen kiezen ze uit een plaatje van Beer die verlegen is (en een rood hoofd heeft), een plaatje van Beer die met een net rond rent, of een plaatje van Beer die heel verdrietig oogt. In de verhalen zijn ook vragen opgenomen over het verhaal, bijvoorbeeld: Is Vlinder blij met de wollen jas die Beer voor haar gebreid heeft? Ook bij deze vragen kiest het kind steeds uit drie opties. Als de respons van het kind goed is, volgt een uitleg door het computermaatje. Na een eerste onjuiste respons wordt de vraag nog eens herhaald door het computerhulpje. Na nog een onjuist antwoord zal het computerhulpje een hint geven (bijvoorbeeld: bij de vraag over Beer die verlegen is, zegt hij: Krijg jij ook een

15 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 15 rood hoofd als je verlegen bent?). Is de respons van het kind wederom incorrect, dan geeft het computerhulpje het juiste antwoord. Tests De boekgebonden woordenschat is op twee manieren getest: 1. Zinnen aanvullen. Kinderen vullen zinnen aan waarin moeilijke woorden uit de boeken passen; op het computerscherm is een plaatje zichtbaar dat aan de oefenboeken is ontleend en waarop het woord staat afgebeeld. Bij het woord zweten zien we het verhitte hoofd van opa en bij beek zien we het bruggetje met daaronder een beekje. Deze test bestaat uit 53 items. Cronbachs alfa s voor de voor- en nameting zijn respectievelijk.72 en Navertellen. Getest is of kinderen de geselecteerde woorden spontaan gebruiken om het verhaal na te vertellen. De kinderen vertelden een van de verhalen na; we kozen steeds het verhaal dat ze het laatst tijdens de interventie hadden gehoord. De verhalen zijn geprotocolleerd en vervolgens is met het programma Copyfind geteld hoe vaak de geselecteerde woorden in de protocollen voorkwamen.

16 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 16 Resultaten We voerden een ANOVA uit met herhaalde metingen voor beide boekgebonden woordenschattests. Bij de analyses zijn Z-scores gebruikt om de tests vergelijkbaar te maken. Voorspellers waren de conditie waaronder kinderen de boeken hadden gelezen en de leeftijdsgroep (oudere of jongere kleuter). Jongere kleuters waren jonger dan 5½ jaar en oudere kleuters ouder. Ondanks gerandomiseerde toewijzing van proefpersonen aan de condities waren er verschillen in scores op de voortests. We pasten daarom de afhankelijke variabelen aan op verschillen volgens de voortest (zinnen aanvullen) alvorens per leeftijdsgroep verschillen te toetsen. De interactie leeftijdsgroep X experimentele conditie was statistisch significant, F (5, 30) = 2.65, p <.033, η² =.21. Vervolganalyses zijn daarom per leeftijdsgroep uitgevoerd. De volgende contrasten zijn getest: 1. levende boeken versus de controleconditie; 2. zelfstandig lezen van een verhaal op de computer versus lezen samen met de proefleider; 3. de combinatieconditie versus levende boeken; 4. de combinatieconditie versus lezen samen met de proefleider. Omdat de contrasten niet orthogonaal zijn voerden we een Sidak-Bonferroni correctie uit. Met vier contrasten op het α <.05-niveau moeten afzonderlijke tests worden geëvalueerd op α < (Keppel & Wickens, 2004).

17 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 17 Kinderen jonger dan 5½ jaar De resultaten voor de beide uitkomstmaten waren ongeveer gelijk; zie Tabel 1. Tabel 1: Gemiddelde scores op boekgebonden woordenschat (voor- en natest) en op navertellen N BG WS voor BG WS na Navertellen Kinderen < 5½ jaar Controle 4 5.0(2.4) 7.0(5.0).3(.5) LB 8 1.8(1.6) 14.9(7.4) 2.6(1.1) PL 7 4.1(2.6) 15.9(6.6) 2.3(2.5) Combi 4 2.3(2.6) 9.3(10.4) 1.8(2.2) Kinderen > 5½ jaar Controle 6 4.7(1.7) 8.4(2.7).5(.5) LB 4 2.3(2.6) 18.3(7.7) 2.0(1.4) PL 3 9.3(6.1) 27.5(6.2) 3.3(1.5) Combi 3 4.0(3.5) 21.4(7.7) 2.0(1.7) Noot: BG WS voor: Boekgeboden woordenschat/ voortest BG WS na: Boekgebonden woordenschat/ natest

18 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 18 Kinderen in de Levende Boeken-conditie maakten meer vorderingen dan de kinderen in de controleconditie die in de computertijd spelletjes speelden (p <.000). De vorderingen in sessies zonder volwassene waren ongeveer even groot als in sessies met een volwassene erbij. Het verschil tussen digitale boeken zonder volwassene en met volwassene was niet significant. Met meer power door een groter aantal proefpersonen is voorstelbaar dat de resultaten verschuiven ten gunste van de levende boeken. De combinatieconditie scoorde niet statistisch significant hoger of lager dan digitale boeken met proefleider. Levende boeken veroorzaakten meer effect dan de combinatieconditie maar het verschil was statistisch niet significant (p <.066).

19 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 19 Figuur 1 Gemiddelde scores van de jongste groep kleuters op zinnen aanvullen en navertellen (natest) gecorrigeerd voor scores op voortest Controle LB PL Combi Noot: Controle: Controle groep LB: Levende Boeken PL: Samen met proefleider Combi: Combinatie van Levende Boeken en samen met proefleider Kinderen ouder dan 5½ De kinderen in de levende boeken conditie maakten significant meer vorderingen dan de kinderen in de controle groep (p <.003). Het contrast tussen de conditie met

20 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 20 volwassene en de levende boeken conditie was statistisch marginaal significant (p <.062). Een grotere power door meer proefpersonen per cel kan de uitkomsten veranderen. Merk op dat de groep met de proefleider hoger scoorde. De combinatieconditie had ongeveer evenveel effect als levende boeken. De conditie met de proefleider had meer effect dan combinatieconditie maar het effect was statistisch niet significant. Figuur 2 Gemiddelde scores van de oudste groep kleuters op zinnen aanvullen en navertellen (natest) gecorrigeerd voor scores op voortest Controle LB PL Combi Controle: Controle groep LB: Levende Boeken PL: Samen met proefleider Combi: Combinatie van Levende Boeken en samen met proefleider

21 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 21 Discussie Digitale prentenboeken zijn een goede voorbereiding op de ontwikkeling van voor lezen relevante taal. Twee keer per week een maand lang zelfstandig twee digitale prentenboeken op de computer lezen bleek de controle over taal in teksten te vergroten. Kleuters breidden hun woordenschat uit en leerden er nieuwe woordcombinaties bij. Kinderen konden meer als moeilijk geoormerkte woorden na de interventie invullen in zinnen bij plaatjes uit de verhalen. Bovendien bleken kinderen meer geselecteerde woorden spontaan te gebruiken als ze het verhaal navertellen. Gemiddeld zijn per boek 5-6 woorden getest. Daarvan wordt bijna de helft (2-3) gebruikt bij navertellen. In de tijd die tijdens dit experiment aan levende boeken is besteed (ongeveer 8 X 15 min. = 2 uur) leert de jongste groep er maximaal 13 woorden bij en de oudste groep 16. Omdat maar voor een kleine selectie uit alle woorden getest is of ze gekend worden is een betere schatting van het leereffect niet te maken op basis van de beschikbare gegevens. We sluiten niet uit dat ook niet in de selectie opgenomen woorden en woordcombinaties zijn bijgeleerd. Bovendien is aannemelijk dat kinderen veel meer hebben geleerd dan door de tests kon worden aangetoond. Voor veel woorden geldt dat kinderen ze nog niet selecteren als ze zinnen aanvullen of het verhaal navertellen, maar doordat ze de woorden een aantal keren hebben gehoord is een basis gelegd waardoor de woorden eerder zullen opvallen als kinderen ze opnieuw in andere teksten tegenkomen; ze zullen die woorden eerder onthouden dan andere woorden (Stahl, 2004). De verwachting dat jongere kleuters nauwelijks profiteren van levende boeken is niet bevestigd. Zowel jongere als oudere kleuters profiteren van boeken op de computer.

22 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 22 Kennelijk zijn de kinderen in dit onderzoek, incluis de jongste kleuters, ver genoeg in hun ontwikkeling om zonder hulp van een volwassene de aandacht bij de verhalen te houden en die te gaan begrijpen. Misschien zou een onderzoek met minder talige kinderen andere resultaten opleveren. Dit onderzoek levert evenmin aanwijzingen op voor de hypothese dat bewegende beelden afleiden van taal en daardoor ten koste gaan van de taalontwikkeling. De groei in taal duidt erop dat ze blijven luisteren naar de verhalende tekst ondanks de geanimeerde beelden. Dit experiment toont tevens aan dat positieve effecten die we eerder vonden voor een enkel geanimeerd prentenboek gerepliceerd kunnen worden voor andere geanimeerde prentenboeken. In afwijking van onze eerdere experimenten was de volwassene dit keer alleen op de achtergrond aanwezig waardoor de situatie meer in overeenstemming was met de dagelijkse gang van zaken in klassen waar kinderen doorgaans zonder volwassene met computerprogramma s werken. Kennelijk zijn de levende boeken zo motiverend dat kinderen intens luisteren ook zonder een volwassene die hun aandacht erbij houdt. In de oudste groep leren kinderen twee woorden meer als een volwassene de vragen stelt en feedback geeft. De bevinding dat dit geldt voor de oudste maar niet voor de jongste groep is onverwacht. Het is contra-intuïtief dat de jongste groep evenveel leert met en zonder proefleider. Juist voor de jongste groep hadden we verwacht dat die meer afhankelijk zou zijn van directe hulp. Een verklaring voor dit onverwachte effect zou kunnen zijn dat jongere kinderen geboeid blijven door digitale boeken, ook na een aantal sessies, terwijl oudere kinderen minder geïnteresseerd zijn bij de derde of vierde herhaling. Alleen als de aanwezigheid van een volwassene dwingt om de aandacht erbij houden profiteren deze kinderen van herhaling. Als deze aanname juist is en oudere

23 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 23 kinderen bij de derde of vierde herhaling van het verhaal meer afgeleid zijn, zou dit moeten blijken uit hun visuele aandacht: hun ogen zouden vaker van het scherm moeten afdwalen. We beschikken over video-opnames van de sessies waarmee deze hypothese kan worden getoetst. Bovendien zijn er registraties van muisgedrag aan de hand waarvan kan worden gecodeerd of kinderen meer willekeurig klikgedrag vertonen en meer fouten maken tijdens de derde of vierde sessie maar deze resultaten zijn nog niet beschikbaar. Oudere kinderen leren meer als vragen door de proefleider gesteld worden hoewel de proefleider dezelfde vragen stelde als het computerprogramma en dezelfde feedback gaf. Misschien is niet de soort vragen en feedback doorslaggevend maar zijn subtiele variaties in manier van reageren doorslaggevend. Aanwezigheid van de proefleider was alleen rendabel als die werd gecontinueerd en niet beperkt bleef tot de eerste keer dat een nieuw boek werd gelezen. Alleen als de proefleider de aandacht bleef ondersteunen en niet alleen tijdens de eerste sessie met een nieuw verhaal droeg de proefleider significant bij aan het leerrendement. De bevinding dat aanwezigheid van proefleider in de oudere groep meerwaarde heeft, impliceert niet dat gewoon voorlezen de voorkeur verdient boven een computerprogramma. De in dit experiment geboden begeleiding door de proefleider was intenser dan de ondersteuning die kinderen doorgaans tijdens groepsgewijs voorlezen krijgen. Het voorlezen met proefleider was meer representatief voor thuis waar een ouder aan een kind voorleest dan voor school waar doorgaans aan groepen wordt voorgelezen. Voor sommige contrasten was de power van de statistische toetsen te gering. In het komend half jaar wordt de dataverzameling gecontinueerd om de power te vergroten.

24 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 24 Toekomst Begrijpen van de taal in boeken is een van de pijlers waarop de leesontwikkeling rust. De onderzoeksresultaten ondersteunen de aanname dat digitale boeken hieraan kunnen bijdragen en dus een relevante aanvulling zijn op het curriculum in kleuterklassen en misschien ook in latere leerjaren. Verder onderzoek moet uitwijzen dat levende boeken als onderdeel van het curriculum in kleutergroepen de grote taalachterstand van kinderen afkomstig uit laagopgeleide gezinnen kunnen compenseren (Moats, 2001). Helaas is in veel klassen nog niet voldaan aan voornaamste randvoorwaarde: een digitale bibliotheek met een ruim aanbod van kwalitatief goede prentenboeken. Wel is een start gemaakt het ontwikkelen van geschikte werkvormen voor kleutergroepen (Broekhof & Cohen de Lara, 2007).

25 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 25 Literatuur Blumenfeld, H.K., Booth, J.R., & Burman, D.D. (2006). Differential prefrontal-temporal neural correlates of semantic processing in children with varying performance levels. Brain and Language, 99 (3), Broekhof, K., & Cohen de Lara, H. (2007). Levende Boeken: zo werkt dat!. Amsterdam: Stichting Lezen. Bus, A.G. (2001). Early book reading in the family: A route to literacy. In: S. Neuman & D. Dickinson (Eds.), Handbook on Research in Early Literacy (pp ). New York: Guilford Publications. Bus, A.G., de jong, M. T., & Verhallen, M.J.A.J. (2005). CD-ROM talking books: A way to enhance early literacy? In: M.C. McKenna, L.D. Labbo, R.D. Kieffer, & D. Reinking Eds.), International Handbook of literacy and technology, Volume II (pp ). Mahwah, NJ: Erlbaum. Bus, A. G., & van IJzendoorn, M. H. (1995). Mothers reading to their three year olds: The role of mother-child attachment security in becoming literate. Reading Research Quarterly, 40, Bus, A. G., van IJzendoorn, M. H., & Pellegrini, A. D. (1995). Joint book reading makes for success in learning to read: A meta-analysis on intergenerational transmission of literacy. Review of Educational Research, 65, de Jong, M.T., & Bus, A.G. (2002). Quality of book-reading matters for emergent readers: An experiment with the same book in a regular or electronic format. Journal of Educational Psychology, 94,

26 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 26 de Jong, M.T., & Bus, A.G. (2003). How well suited are electronic books to supporting literacy? Journal of Early Childhood Literacy, 3, de Jong, T.M., & Bus, A.G. (2004). The efficacy of electronic books in fostering kindergarten children s emergent story understanding. Reading Research Quarterly, 39, Juel, C. (2006). The impact of early school experiences on initial reading. In: D.K. Dickinson & S.B. Neuman (eds.), Handbook of Early Literacy Research, volume 2 (pp ). New York: The Guilford Press. Keppel, G., & Wickens, T. D. (2004). Design and Analysis. A Researcher s Handbook (Fourth Edition). New Jersey: Pearson Prentice Hall. Korat, O. and Shamir, A. (2004), Do Hebrew electronic books differ from Dutch electronic books? A replication of a Dutch content analysis, Journal of Computer Assisted Learning, 20 (4), Labbo, L. D., & Kuhn, M. R. (2000). Weaving chains of affect and cognition: A young child s understanding of CD-ROM talking books. Journal of Literacy Research, 32, Marsh, J. (in press). Digital beginnings: Young children s use of popular culture, media and new technologies in homes and early years settings. In A.G.Bus & S.B. Neuman (Eds.), Multimedia and Literacy Development: Improving Achievement for Young Learners. New York: Taylor & Francis. Moats, L. (2001, Summer). Overcoming the language gap. American Educator, 5-9.

27 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 27 Salomon, G. (1984). Television is easy and print is tough : The differential investment of mental effort as a function of perceptions and attributions. Journal of Educational Psychology, 76, Stahl, S.A. (1999). Vocabulary development. Newton Upper Falls, MA: Brookline Books. Verhallen, M.J.A.J., & Bus, A.G. (2007). Video storybooks create new possibilities to linguistically disadvantaged kindergarten children. Unpublished manuscript. Verhallen, M.J.A.J., Bus, A.G., & de Jong, M.T. (2006). The promise of multimedia stories for kindergarten children at risk. Journal of Educational Psychology, 98, (Digitale) prentenboeken Boonen, S., & Meijer, M. (2004). Met opa op de fiets. Clavis. (Geanimeerd door: Het Woeste Woud/LevendeBoeken.nl ) Davis, L. (1996). P.B. is jarig. Nieuwegein: Bombilla/ VNU Interactive Media. de Wijs, I., & van den Hurk, N. (2002) Rokko Krokodil. Uitgeverij Ziederis. (Geanimeerd door: Het Woeste Woud/LevendeBoeken.nl ) Heksenspul met Hennie Heks en de kat Helmer (1996). Nieuwegein: Bombilla/ VNU Interactive Media. Hoogstad, A. (2005). Bolder en de boot. Pimento. (Geanimeerd door: Het Woeste Woud/LevendeBoeken.nl ) Mayer, M. (1994). Just grandma and me. Novoto, CA: Brodurband. Van Haeringen, A. (2004). Beer is op vlinder. Leopold B.V. (Geanimeerd door: Het Woeste Woud/LevendeBoeken.nl )

28 Tussenrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 28 Veldkamp, T., & de Boer,K. (2004). Tim op de tegels. Van Goor. (Geanimeerd door: Het Woeste Woud/LevendeBoeken.nl )

Eindrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 1. Voorleesroutines: Vervangbaar door Computerroutines 1?

Eindrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 1. Voorleesroutines: Vervangbaar door Computerroutines 1? Eindrapportage over Computerroutines in Kleutergroepen aan ICT op School 1 Voorleesroutines: Vervangbaar door Computerroutines 1? Een Onderzoek naar Rendabiliteit van boeken op de computer in Kleutergroepen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting 1. gevoelig is voor interventies. Uit dit onderzoek is gebleken dat genetische verschillen, en met name

Nederlandse samenvatting 1. gevoelig is voor interventies. Uit dit onderzoek is gebleken dat genetische verschillen, en met name Nederlandse samenvatting 1 Een opmerkelijke bevinding in recent orthopedagogisch onderzoek is dat niet ieder kind even gevoelig is voor interventies. Uit dit onderzoek is gebleken dat genetische verschillen,

Nadere informatie

Video Storybooks as a bridge to Literacy

Video Storybooks as a bridge to Literacy 10 Samenvatting Video Storybooks as a bridge to Literacy Voorlezen fungeert als een opstapje voor een succesvolle deelname aan het onderwijs. Het bevordert taalgebruik en denkvaardigheden die essentieel

Nadere informatie

Onderzoek Letters in Beweging

Onderzoek Letters in Beweging Onderzoek Letters in Beweging Nieuwe Kansen voor de Ontwikkeling van Beginnende Leesvaardigheden in Risicogroepen door Inzet van de Computer Tussenrapportage Dit onderzoek is uitgevoerd met financiering

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20363 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Smeets, Daisy Johanna Hendrika Title: Storybook apps as a tool for early literacy

Nadere informatie

Onderzoek Letters in Beweging

Onderzoek Letters in Beweging Onderzoek Letters in Beweging Nieuwe Kansen voor de Ontwikkeling van Beginnende Leesvaardigheden in Risicogroepen door Inzet van de Computer Tussenrapportage Dit onderzoek is uitgevoerd met financiering

Nadere informatie

Educatieve software voor jonge kinderen

Educatieve software voor jonge kinderen Educatieve software voor jonge kinderen ADRIANA G. BUS Universiteit Leiden Het aanbod van educatieve computerprogramma s voor peuters en kleuters groeit exponentieel. Maar leren kinderen ervan? Na meer

Nadere informatie

Digitale kinderboeken en -apps zijn goed voor het (voor)leesplezier en de taalontwikkeling.

Digitale kinderboeken en -apps zijn goed voor het (voor)leesplezier en de taalontwikkeling. Een nieuwe generatie groeit behalve met het gedrukte boek ook op achter het beeldscherm. Ook de kinderen van nu kunnen enthousiaste lezers worden. Met hulp van ouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers

Nadere informatie

Te verschijnen in: De Wereld van het Jonge Kind

Te verschijnen in: De Wereld van het Jonge Kind Te verschijnen in: De Wereld van het Jonge Kind Een Witte is een Poes, een Zwarte een Kat. Uitbreiding van Woordenschat onder Invloed van Levende Boeken Adriana G. Bus Maria T. de Jong Universiteit Leiden

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Berg, Heleen van den Title: From BookStart to BookSmart: about the importance

Nadere informatie

Ontluikende geletterdheid stimuleren met. tussen kleuters

Ontluikende geletterdheid stimuleren met. tussen kleuters 3 Ontluikende geletterdheid stimuleren met digitale prentenboeken: verschillen tussen kleuters Rachel Plak, Cornelia Kegel & Adriana Bus Instituut Pedagogische Wetenschappen, Universiteit Leiden Sommige

Nadere informatie

Meedoen met de Monitor

Meedoen met de Monitor Meedoen met de Monitor met de Bibliotheek Een school die deelneemt aan de Monitor de Bibliotheek op school (Monitor dbos) wil doelgericht samenwerken met de Bibliotheek om de taalontwikkeling en de informatievaardigheden

Nadere informatie

Plezier in lezen meer lezen beter in taal. Leesplezier. 2015 de Bibliotheek Gelderland Zuid

Plezier in lezen meer lezen beter in taal. Leesplezier. 2015 de Bibliotheek Gelderland Zuid Plezier in lezen meer lezen beter in taal Leesplezier Agenda 1. Waarom lezen en leesplezier zo belangrijk is 2. Voorlezen en boeken lezen thuis 3. Samen praten over boeken 4. Boekentips vinden Het belang

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Meedoen met de Monitor

Meedoen met de Monitor Meedoen met de Monitor met de Bibliotheek Een school die deelneemt aan de Monitor de Bibliotheek op school (Monitor dbos) wil doelgericht samenwerken met de Bibliotheek om de taalontwikkeling en de informatievaardigheden

Nadere informatie

Reader voor pedagogisch medewerkers

Reader voor pedagogisch medewerkers Reader voor pedagogisch medewerkers Module 1: Taalaanbod Wat zeg je en hoe zeg je het Rijk taalaanbod Er is veel verschil in taalaanbod: rijke of arme taal en alles daar tussenin. Het is van belang te

Nadere informatie

Digitale prentenboeken: effectief in het vergroten van de woordenschat?

Digitale prentenboeken: effectief in het vergroten van de woordenschat? Digitale prentenboeken: effectief in het vergroten van de woordenschat? Een vergelijking tussen kinderen met en zonder taalproblemen Student: Monique Luijkx 1 e begeleider: Prof. A.G. Bus 2 e begleider:

Nadere informatie

DANKZIJ DIGITALE HULPMIDDELEN MEER LEESBEGRIP EN MINDER LEESANGST

DANKZIJ DIGITALE HULPMIDDELEN MEER LEESBEGRIP EN MINDER LEESANGST DANKZIJ DIGITALE HULPMIDDELEN MEER LEESBEGRIP EN MINDER LEESANGST HENRI MICHAUX (1899-1984) DICK SCHRAM Interview: Het lezen van literatuur biedt vaak een bijzondere ervaring. Je leest over personages

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Links between executive functions and early literacy and numeracy.

Links between executive functions and early literacy and numeracy. Samenvatting (Summary in Dutch) Jonge kinderen verschillen niet alleen in kennis, maar ook in de manier waarop ze leren. Sommige kinderen zijn bijvoorbeeld goed in staat afleiders zoals rumoer in de klas

Nadere informatie

Voorlezen in meertalige gezinnen, wat is het?

Voorlezen in meertalige gezinnen, wat is het? Voorlezen in meertalige gezinnen, wat is het? Wat is er fijner en gezelliger dan voorlezen? Lekker samen in een hoekje, in een stoel, of s avonds op de rand van het bed een verhaaltje (en nog eentje, en

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

BoekStart maakt baby s slimmer. Heleen van den Berg Adriana G. Bus

BoekStart maakt baby s slimmer. Heleen van den Berg Adriana G. Bus BoekStart maakt baby s slimmer Heleen van den Berg Adriana G. Bus BoekStart: Wereldwijd project In: Groot-Brittanië (sinds 1992), Australië, Japan, Taiwan, België, Duitsland Met als doel: Een vroege start

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch Summary in Dutch De meeste jonge kinderen weten voor de start van formele leesinstructie dat letters verwijzen naar klanken in (gesproken) woorden. Zonder deze ontluikende alfabetische kennis lopen ze

Nadere informatie

Wegwijzertje. Website: www.wegwijzer.pcboapeldoorn.nl Mail: wegwijzer@pcboapeldoorn.nl 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9.

Wegwijzertje. Website: www.wegwijzer.pcboapeldoorn.nl Mail: wegwijzer@pcboapeldoorn.nl 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9. Website: www.wegwijzer.pcboapeldoorn.nl Mail: wegwijzer@pcboapeldoorn.nl 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9 Geachte ouders, Wegwijzertje De eerste nieuwsbrief van het nieuwe jaar. Het was goed elkaar

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Modelen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Hoe ziet het modelen er in de 21 ste eeuw uit? Is flipping the classroom dan

Nadere informatie

Project Leesdas, Het Effect van Dynamische Boeken op het Verhaalbegrip van Jonge Kinderen.

Project Leesdas, Het Effect van Dynamische Boeken op het Verhaalbegrip van Jonge Kinderen. Project Leesdas, Het Effect van Dynamische Boeken op het Verhaalbegrip van Jonge Kinderen. Martine van der Wal s0515914 Eerste begeleider: Mw Dr. T.M. de Jong Tweede begeleider: Mw. D.J.H. Smeets, MSc

Nadere informatie

Project DigiTaal. Taal leren met tabletgames. Siméacongres Johanna Schulting Marjan ter Harmsel

Project DigiTaal. Taal leren met tabletgames. Siméacongres Johanna Schulting Marjan ter Harmsel Project DigiTaal Taal leren met tabletgames Siméacongres 2018 Johanna Schulting Johanna.schulting@hu.nl Marjan ter Harmsel Marjan.terharmsel@hu.nl 19-04-2018 Achtergrond Nieuwe media horen bij dagelijkse

Nadere informatie

Voorlezen in de kinderopvang

Voorlezen in de kinderopvang Voorlezen in de kinderopvang Voorlezen geeft jonge kinderen een goede start voor het lezen in hun verdere leven. Hoe vroeger in hun leven ze voorgelezen worden, hoe beter. Dat geldt voor de thuisomgeving,

Nadere informatie

Zinvol omgaan met ICT van 0 8

Zinvol omgaan met ICT van 0 8 Zinvol omgaan met ICT van 0 8 Voor de taal leesontwikkeling Anneke Smits Lectoraat Onderwijsinnovatie en ICT Hogeschool Windesheim Stand van zaken Vooral software apps voor lagere orde vaardigheden + voorleesboeken

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden Mei 2011 Nederlandse samenvatting door TIER op 28 juni 2011 Dit overzicht beoordeelt

Nadere informatie

Digitale prentenboeken. voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Digitale prentenboeken. voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Digitale prentenboeken voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Prentenboeken komen tot leven Digitale peuter- en prentenboeken voor op de computer en apps voor smartphone of tablet: er komen er steeds meer,

Nadere informatie

Effectieve woordenschattherapie bij peuters met S-TOS Siméacongres 11 april Dr. N. Uilenburg Dr. E. Gerrits

Effectieve woordenschattherapie bij peuters met S-TOS Siméacongres 11 april Dr. N. Uilenburg Dr. E. Gerrits Effectieve woordenschattherapie bij peuters met S-TOS Siméacongres 11 april 2013 F. Cohen Tervaert Dr. N. Uilenburg Dr. E. Gerrits Inhoud Woordenschatverwerving Woordenschatinterventie Doel pilot Methode

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45043 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Plak, R.D. Title: What works for whom? Differential genetic effects of early literacy

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Effectief leesonderwijs

Effectief leesonderwijs Effectief leesonderwijs Het CPS heeft in de afgelopen jaren een aantal projecten op het gebied van lezen ontwikkeld en uitgevoerd. Deze projecten zijn in te zetten in de schakelklassen en met name bij

Nadere informatie

Logopedie en apps. Apps binnen de logopedische therapie bij kinderen. Kennis in Bedrijf 27 november 2014. Ilse Hoeben

Logopedie en apps. Apps binnen de logopedische therapie bij kinderen. Kennis in Bedrijf 27 november 2014. Ilse Hoeben Logopedie en apps Apps binnen de logopedische therapie bij kinderen Kennis in Bedrijf 27 november 2014 Ilse Hoeben MSc en Logopedist Docent opleiding logopedie Technologie 27 november 2014 2 Invloed digitale

Nadere informatie

Monitor de Bibliotheek op School een nieuw instrument voor beleid. Kees Broekhof Sardes

Monitor de Bibliotheek op School een nieuw instrument voor beleid. Kees Broekhof Sardes + Monitor de Bibliotheek op School een nieuw instrument voor beleid Kees Broekhof Sardes + Onderwerpen Vrij lezen en vrijetijdslezen als onderwerp van beleid De Monitor de Bibliotheek op school De monitor

Nadere informatie

Voorlezen met een focus

Voorlezen met een focus Marjan van der Maas (a), José van der Hoeven (a), Coosje van der Pol (b) & Kris Verbeeck (c) (a) KPC Groep (b) Tilburg University (c) M&O-Groep Contact: j.a.vdrpol@tilburguniversity.edu Voorlezen met een

Nadere informatie

Wetenschappelijk Congres: Stichting Lezen Effecten van de VoorleesExpress

Wetenschappelijk Congres: Stichting Lezen Effecten van de VoorleesExpress Wetenschappelijk Congres: Stichting Lezen Effecten van de VoorleesExpress Aike Broens, MSc, Erasmus Universiteit Rotterdam Prof. Dr. Roel van Steensel, Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Kinderen vertellen zelf het verhaal Interactief voorlezen Geschikt prentenboek

Kinderen vertellen zelf het verhaal Interactief voorlezen Geschikt prentenboek Kinderen vertellen zelf het verhaal Het voorlezen van een prentenboek is een regelmatig terugkerende activiteit in de onderbouw. Door dit uit te breiden naar interactief voorlezen werk je effectief aan

Nadere informatie

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen Mondelinge taal 1 Spraak-taalontwikkeling Baby blauw maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) herhaalt geluidjes Dreumes brabbelt bij (eigen) spel oranje begint steeds meer

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Kunst van Lezen school, bibliotheek, lezen en taalontwikkeling. Kees Broekhof Sardes, KCBL, School aan Zet

Kunst van Lezen school, bibliotheek, lezen en taalontwikkeling. Kees Broekhof Sardes, KCBL, School aan Zet + Kunst van Lezen school, bibliotheek, lezen en taalontwikkeling Kees Broekhof Sardes, KCBL, School aan Zet + Centrale onderwerpen Taalachterstanden een zorg voor veel scholen (Vrij) lezen en taalontwikkeling

Nadere informatie

De weg naar een literaire canon begint bij prentenboeken

De weg naar een literaire canon begint bij prentenboeken De weg naar een literaire canon begint bij prentenboeken Adriana G. Bus Universiteit leiden Prentenboeken stimuleren de leesontwikkeling. Dat bleek duidelijk uit een metaanalyse die we tien jaar terug

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2 Kleine Ezel Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2 Colofon Cubiss Tilburg, 2009 Samenstelling: Marion Bolte, Cubiss J:\klantenservice\Rode Draad\handleiding bibliothecaris\kleine Ezel groep 1-2 bibl.290609

Nadere informatie

Eerste hulp bij tweede taal: experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers Bacchini, S.

Eerste hulp bij tweede taal: experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers Bacchini, S. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Eerste hulp bij tweede taal: experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers Bacchini, S. Link to publication Citation for published

Nadere informatie

The Kentalis Reading House

The Kentalis Reading House The Kentalis Reading House Technology-facilitated enhancement of parent involvement Annet de Klerk, Loes Wauters Overview A first impression Motivation The importance of emergent literacy at home Kentalis

Nadere informatie

Meedoen met de Monitor

Meedoen met de Monitor Meedoen met de Monitor Een school die deelneemt aan de Monitor de Bibliotheek op school wil doelgericht samenwerken met de bibliotheek om de taalontwikkeling van de leerlingen te stimuleren. Dat gebeurt

Nadere informatie

Algemeen. Aansluitend bij dit doel, volgt het Wis & Co project de ontwikkeling van een grote groep 4-5-jarigen op gedurende een periode van 5 jaar.

Algemeen. Aansluitend bij dit doel, volgt het Wis & Co project de ontwikkeling van een grote groep 4-5-jarigen op gedurende een periode van 5 jaar. Algemeen Een goede beheersing van STEM-competenties (Science Technology Engineering Mathematics) is cruciaal in onze moderne samenleving. We weten echter nog maar weinig over hoe deze competenties bij

Nadere informatie

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden

Nadere informatie

De Bijdrage van Ondersteuning van Volwassenen aan het Verhaalbegrip van Jonge Kinderen. in Traditionele en Interactieve Verhalen

De Bijdrage van Ondersteuning van Volwassenen aan het Verhaalbegrip van Jonge Kinderen. in Traditionele en Interactieve Verhalen De Bijdrage van Ondersteuning van Volwassenen aan het Verhaalbegrip van Jonge Kinderen in Traditionele en Interactieve Verhalen Julia. E. van den Berg Universiteit Leiden In de taalontwikkeling van kinderen

Nadere informatie

Leesplezier en leesbegrip van kinderen in de bovenbouw

Leesplezier en leesbegrip van kinderen in de bovenbouw Leesplezier en leesbegrip van kinderen in de bovenbouw Het einde van het vak begrijpend lezen! En nu? Najaarsconferentie Vereniging van Taalspecialisten 5 oktober 2018 Inouk Boerma 2009 Kind vindt lezen

Nadere informatie

Meedoen met de Monitor

Meedoen met de Monitor Meedoen met de Monitor Een school die deelneemt aan de Monitor de Bibliotheek op school wil doelgericht samenwerken met de bibliotheek om de taalontwikkeling van de leerlingen te stimuleren. Dat gebeurt

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8 Zoals u wellicht weet wordt er ieder jaar in oktober de KINDERBOEKENWEEK georganiseerd. Op de meeste scholen worden er dan ook Voorleeswedstrijden gehouden, en gaat de aandacht speciaal uit naar de PROMOTIE

Nadere informatie

Digitale prentenboeken en apps. voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Digitale prentenboeken en apps. voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Digitale prentenboeken en apps voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! PRENTENBOEKEN KOMEN TOT LEVEN Digitale peuter- en prentenboeken voor op de computer en apps voor smartphone of tablet: ze zijn er ook

Nadere informatie

Kwaliteit in Beeld. Leren door te kijken, te doen en te delen

Kwaliteit in Beeld. Leren door te kijken, te doen en te delen Kwaliteit in Beeld Leren door te kijken, te doen en te delen De Educatieve Kijkwijzer De Educatieve Kijkwijzer Kwaliteit Functies Extra s Kwaliteit Kwaliteit Cognitieve Theorie van Multimedia Leren Mayer,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips VoorleesExpress Samen met ouders aan de slag Praktische tips Samen met ouders aan de slag Ouders betrekken bij het voorlezen Je gaat straks via de VoorleesExpress twintig weken voorlezen bij een of meerdere

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Leereffecten van een alfabetboek

Leereffecten van een alfabetboek Leereffecten van een alfabetboek Maakt het type illustratie verschil voor het leren van letters? Willemien van Beek-Lokerse Studentnummer: 0609811 Juli 2010 Scriptiebegeleidster: Dr. A.C. Both-de Vries

Nadere informatie

goede kwaliteit Via rijke taal en fine-tuning naar een betere taalvaardigheid

goede kwaliteit Via rijke taal en fine-tuning naar een betere taalvaardigheid 4. Interactie van goede kwaliteit Via rijke taal en fine-tuning naar een betere taalvaardigheid Karin Westerbeek Leerkrachten die complexe taal gebruiken en kleuters zelf veel aan het woord laten, geven

Nadere informatie

To Read or Not to Read. Suzanne E. Mol

To Read or Not to Read. Suzanne E. Mol To Read or Not to Read Suzanne E. Mol To Read or Not to Read Proefschrift ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus prof. mr. P.F. van der Heijden,

Nadere informatie

Het. Boekenliefje. Helen Docherty & Thomas Docherty. Clavis

Het. Boekenliefje. Helen Docherty & Thomas Docherty. Clavis Het Boekenliefje Helen Docherty & Thomas Docherty Clavis Het Boekenliefje Helen Docherty & Thomas Docherty 3 Precies op dat moment kwam een klein wezentje het dorp binnengevlogen. Het werd langzaam donker

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

WAAROM VOORLEZEN? VOORWOORD WANNEER VOORLEZEN?

WAAROM VOORLEZEN? VOORWOORD WANNEER VOORLEZEN? VOORLEESTIPS VOORWOORD Kinderen vinden voorlezen meestal fijn. Ook grote kinderen die zelf al kunnen lezen houden van voorlezen. Volwassenen hebben er mooie herinneringen aan: de mooie voorleesboeken,

Nadere informatie

Disseminatie: artikels schrijven, presenteren en publiceren. Katrien Struyven

Disseminatie: artikels schrijven, presenteren en publiceren. Katrien Struyven Disseminatie: artikels schrijven, presenteren en publiceren Katrien Struyven Ervaringen Wie heeft pogingen ondernomen of reeds een artikel geschreven? Hoe heb je dit ervaren? Wie heeft er reeds deelgenomen

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014)

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Inleiding De kern van (autisme)vriendelijke communicatie is echt contact, gebaseerd op

Nadere informatie

E-mail: dewissel@onzewijs.nl Homepage: www.dewissel.onzewijs.nl DE UITWISSELING. Schooljaar: 2015-2016 Nummer: 7 Uitgifte: 4-2-2016.

E-mail: dewissel@onzewijs.nl Homepage: www.dewissel.onzewijs.nl DE UITWISSELING. Schooljaar: 2015-2016 Nummer: 7 Uitgifte: 4-2-2016. Hoofdgebouw Flamingoweg 53 4386 DT VLISSINGEN Tel.: 0118-46 03 44 Nevenvestiging Kleiweg 15-17 4386 PA VLISSINGEN Tel.: 0118-47 87 92 E-mail: dewissel@onzewijs.nl Homepage: www.dewissel.onzewijs.nl DE

Nadere informatie

Mindmappen met kleuters, kan dat? Volgens de

Mindmappen met kleuters, kan dat? Volgens de taal Effect op begrijpend luisteren en woordenschat Mindmappen met kleuters Steeds meer leerkrachten gebruiken mindmaps in de klas om kinderen te ondersteunen binnen taalactiviteiten. Maar wat levert het

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Lezen is een essentiële vaardigheid om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij. Eén van de belangrijkste taken van het basisonderwijs is dan ook om alle kinderen te

Nadere informatie

PROJECT INTERACTIEVE MULTIMEDIA ASSIGNMENT 3 BESCHRIJVING

PROJECT INTERACTIEVE MULTIMEDIA ASSIGNMENT 3 BESCHRIJVING PROJECT INTERACTIEVE MULTIMEDIA ASSIGNMENT 3 Maarten Hoogendoorn mhn296 Eric Nieuwenhuijsen enn430 BESCHRIJVING Voor opdracht 2 willen wij een interactief videospel maken dat gebruik maakt van de data

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen De Voorleesvogel Tips bij interactief voorlezen 1 Dienst Openbare Bibliotheek Den Haag Onderwijsbureau 070-3534552 hwi@dobdenhaag.nl 2 Interactief voorlezen Het is de kunst van interactief voorlezen om

Nadere informatie

Opgesteld door: Femke van der Wilt en Chiel van der Veen (Vrije Universiteit Amsterdam) en Martine Gijsel (Kennismakelaar Kennisrotonde)

Opgesteld door: Femke van der Wilt en Chiel van der Veen (Vrije Universiteit Amsterdam) en Martine Gijsel (Kennismakelaar Kennisrotonde) Opgesteld door: Femke van der Wilt en Chiel van der Veen (Vrije Universiteit Amsterdam) en Martine Gijsel (Kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: Schoolleider PO Referentie: Kennisrotonde (2018).

Nadere informatie

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen 16.1. Inleiding 215 16.2. Woorden, zinnen, in een vreemde taal laten voorlezen 217 16.3. Uitspraak van woorden leren en controleren 219 16.4. Woorden vertalen

Nadere informatie

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent? Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

LEER STUDEREN MET Spaced Practice SPREID JE STUDEERMOMENTEN IN DE TIJD

LEER STUDEREN MET Spaced Practice SPREID JE STUDEERMOMENTEN IN DE TIJD Spaced Practice SPREID JE STUDEERMOMENTEN IN DE TIJD Start je planning voor je toetsen vroeg genoeg en maak hiervoor dagelijks een beetje tijd vrij. 5 uren verspreid over 2 weken is beter dan 5 uur aan

Nadere informatie

De kinderen vinden het veel leuker als de plaatjes bewegen

De kinderen vinden het veel leuker als de plaatjes bewegen De kinderen vinden het veel leuker als de plaatjes bewegen Leerkrachten over het gebruik van digitale prentenboeken in het kleuteronderwijs Bachelor scriptie Algemene Cultuurwetenschappen Universiteit

Nadere informatie

Ouderen en Internet: Wat werkt op het web?

Ouderen en Internet: Wat werkt op het web? Ouderen en Internet: Wat werkt op het web? Julia van Weert Kennismarkt AMC/VUmc. Amsterdam, 5 juni 2012 Ouder worden en cognitie Z-scores 1,2 0,8 0,4 0-0,4-0,8 Working Memory Long-term memory Speed of

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Algemeen Oefenprogramma op het gebied van zinsbouw, in de eerste plaats bestemd voor anderstaligen.

Algemeen Oefenprogramma op het gebied van zinsbouw, in de eerste plaats bestemd voor anderstaligen. Husselaar VE Vak/onderwerk Nederlands, Nederlands als Tweede taal (NT2) Hardware-eisen MS-DOS, Hercules, CGA, EGA, VGA (muis) Algemeen Oefenprogramma op het gebied van zinsbouw, in de eerste plaats bestemd

Nadere informatie

Praten leer je niet vanzelf

Praten leer je niet vanzelf jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

De Relatie tussen Vloeiend Lezen en Begrijpend Lezen: De rol van Prosodie. Nathalie Veenendaal

De Relatie tussen Vloeiend Lezen en Begrijpend Lezen: De rol van Prosodie. Nathalie Veenendaal De Relatie tussen Vloeiend Lezen en Begrijpend Lezen: De rol van Prosodie. Nathalie Veenendaal n.j.veenendaal@uu.nl Introductie Resultaten proefschrift (2011-2015) Onderzoek 1: Leesvaardigheid 100+ kinderen

Nadere informatie

Samen sterk in lezen en mediawijsheid

Samen sterk in lezen en mediawijsheid Samen sterk in lezen en mediawijsheid De cijfers 1,5 miljoen volwassen Nederlanders zijn laaggeletterd Dat is bijna 1 op de 10 Nederlanders Veel kinderen hebben bij binnenkomst op de basisschool een achterstand

Nadere informatie