De plichten van de vruchtgebruiker kritisch doorgelicht.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De plichten van de vruchtgebruiker kritisch doorgelicht."

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De plichten van de vruchtgebruiker kritisch doorgelicht. Masterproef van de opleiding Master in Notariaat Ingediend door Marie Dewitte (studentennr : ) Promotor : Prof. dr. Annelies Wylleman Commissaris : Daan De Witte

2 DANKWOORD DEEL 1. INLEIDING 1 DEEL 2. PLICHTEN VAN DE VRUCHTGEBRUIKER 4 A. Plichten bij het ontstaan van het vruchtgebruik 4 1. Inleiding 4 2. De staat/inventaris 5 a. Algemeen 5 b. Voorwaarden 7 c. Vrijstelling verplichting 9 d. Evaluatie De borgstelling 12 a. Algemeen 12 b. Vrijstelling verplichting 15 c. Evaluatie 17 B. Plichten tijdens het vruchtgebruik Inleiding Genieten als een goede huisvader 20 a. Algemeen 20 b. Evaluatie Eerbiedigen en handhaving bestemming 23 a. Algemeen 23 b. Evaluatie Onderhoudsherstellingen 27 a. Algemeen 27 b. Evaluatie Bijdrage in de lasten en schulden van het vruchtgebruik 34 a. Algemeen 34 ii

3 b. Evaluatie 35 C. Plichten bij de beeïndiging van het vruchtgebruik Inleiding Teruggaveplicht 36 a. Algemeen 36 b. Evaluatie 38 DEEL 3. BESLUIT 39 BIBLIOGRAFIE 41 iii

4 DANKWOORD Deze masterproef kwam tot stand met het oog op het behalen van het diploma Master in het Notariaat aan de Universiteit van Gent. Deze masterproef zou niet tot stand zijn kunnen komen zonder de hulp en de steun van bepaalde mensen die ik graag zou willen bedanken. Allereerst wil ik mijn promotor, professor dr. Annelies Wylleman, bedanken om mij de mogelijkheid te hebben gegeven een masterproef te schrijven over een interessante thematiek. Voorts wil ik ook graag mevrouw Griet Van de Steene bedanken voor de verbeteringen en hulp die zij mij gegeven heeft bij het schrijven van deze masterproef. Tenslotte wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor de steun die ze mij het voorbije jaar hebben gegeven, alsook voor het vele correctie- en naleeswerk dat waarschijnlijk niet steeds even leuk was. Zij waren er steeds voor mij wanneer de stress het dreigde over te nemen. Marie Dewitte, 15 mei 2013 iv

5 DEEL 1. INLEIDING Artikel 578 BW omschrijft het vruchtgebruik als het recht om van een zaak waarvan iemand anders de eigendom heeft, het genot te hebben, zoals de eigenaar zelf, maar met de verplichting om de zaak zelf in stand te houden. Bij deze constructie wordt het recht van eigendom en het genot van de eigendom gesplitst. Waarbij de blote eigenaar degene is die het goed bezit en de vruchtgebruiker diegene is die het genot van de eigendom geniet. 1 Bovendien moet gewezen worden op het feit dat het vruchtgebruik geen onverdeeldheid teweegbrengt, de blote eigenaar en de vruchtgebruiker bezitten geen rechten van dezelfde aard. 2 Tussen de blote eigenaar en de vruchtgebruiker zal er een constante wisselwerking zijn. De vruchtgebruiker mag genieten van een goed dat het zijne niet is, en de blote eigenaar wordt beperkt in zijn eigendomsrechten. Om hierbij een goed evenwicht te hebben zijn er rechten en plichten voor zowel de vruchtgebruiker als de blote eigenaar opgenomen in het burgerlijk wetboek. Deze masterproef zal zich toespitsen op de plichten van de vruchtgebruiker. Twee kenmerken van het vruchtgebruik spelen een belangrijke rol in de context van de plichten van de vruchtgebruiker, namelijk de tijdelijkheid van het vruchtgebruik en het feit dat dit recht niet van openbare orde is. Veel van de verplichtingen die rusten op de vruchtgebruiker volgen uit het tijdelijke karakter van het vruchtgebruik. Het vruchtgebruik heeft een absolute maximumduur gelijk aan het leven van de vruchtgebruiker (Art. 617 BW) of gelijk aan een termijn van dertig jaar wanneer het om een recthtspersoon gaat (619 BW). Dit tijdelijke karakter valt te verklaren vanuit de doelstelling van het vruchtgebruik, namelijk het voorzien in levensonderhoud van de vruchtgebruiker door hem toe te laten bepaalde goederen te blijven gebruiken tot aan zijn 1 S. GOEMINNE, De praktijk van vruchtgebruik, erfpacht en opstal in Het onroerend goed in de praktijk, Mechelen, Kluwer, 2007, XV.B- 11. (Hierna verkort S. GOEMINNE, De praktijk van vruchtgebruik, erfpacht en opstal ) 2 R. JANSEN, J. KOKELENBERG, V. SAGAERT EN T. VAN SINAY, Overzicht van rechtspraak. Zakenrecht ( ), TPR 2009, afl. 3,

6 overlijden. 3 Daarom loopt het vruchtgebruik dan ook af op het ogenblik dat het zijn functie verliest. Wat de rechtspersonen betreft eindigt het vruchtgebruik na een periode van dertig jaar omdat men niet wenst dat het vruchtgebruik zou blijven duren gedurende de volledige levensduur van de rechtspersoon, dit zou namelijk een te grote uitholling van de eigendom betekenen. 4 Dit betekent dus dat de vruchtgebruiker de verplichting zal hebben om het goed terug te geven aan de blote eigenaar op het einde van het vruchtgebruik. In functie van deze teruggaveplicht bestaan heel wat verplichtingen die rusten op de vruchtgebruiker. Deze zal bijvoorbeeld een staat of inventaris moeten laten opmaken van de goederen die hem in vruchtgebruik worden verkregen (Art. 600 BW). Op grond van deze boedelbeschrijving zal de blote eigenaar kunnen nagaan of de vruchtgebruiker hem wel degelijk de goederen teruggeeft in oorspronkelijk staat en of de vruchtgebruiker hem een schadevergoeding verschuldigd is. Met uitzondering van de regel met betrekking tot de maximumduur, raakt het vruchtgebruik de openbare orde niet. De regels met betrekking tot het vruchtgebruik beschermen enkel de private belangen van de rechtsubjecten. Dit wil zeggen dat partijen de modaliteiten van het vruchtgebruik vrij zullen kunnen bepalen, wijzigen of aanvullen. 5 Op grond van dit kenmerk kan er dus afgeweken worden van de wettelijke regeling met betrekking tot de verplichtingen van de vruchtgebruiker. De wet heeft echter geprobeerd een zo goed mogelijk evenwicht te creëren tussen de belangen van de vruchtgebruiker en de belangen van de blote eigenaar, waardoor bij afwijking van deze regels vaak de belangen van één bepaalde partij in het gevaar komen. In deze masterproef zal ik de plichten van de vruchtgebruiker analyseren. Deze plichten kunnen gesitueerd worden op drie ogenblikken, namelijk bij het ontstaan van het vruchtgebruik, tijdens het vruchtgebruik en bij de beëindiging van het vruchtgebruik. De plichten behorend tot elke categorie zullen in het volgende deel gedetailleerd bestudeerd 3 R. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek Burgerlijk Recht, II, Antwerpen, Intersentia, 2005, 183. (Hierna verkort R. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek Burgerlijk Recht) 4 R. DERINE, F. VAN NESTE EN H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, Deel II A, Gent, Story Scientia, 1984, 344. (Hierna verkort R. DERINE, F. VAN NESTE EN H. VANDENBERGHE, Zakenrecht) 5 N. VANDENBEEK, Terbeschikkingstelling van onroerende goederen. Grondige analyse van enkele rechtsfiguren. Mechelen, Kluwer, 2008, 74. (Hierna verkort N. VANDENBEEK, Terbeschikkingstelling van onroerende goederen. Grondige analyse van enkele rechtsfiguren.) 2

7 worden. Elke verplichting zal theoretisch uiteen worden gezet, waarbij aandacht gaat naar de draagwijdte, de belangen van de partijen en de afwijkingsmogelijkheden. Bovendien zal elke verplichting kritische geëvalueerd worden. 3

8 DEEL 2. PLICHTEN VRUCHTGEBRUIKER A. Plichten bij het ontstaan van het vruchtgebruik 1. Inleiding Het vruchtgebruik kan op de volgende manieren ontstaan: het openvallen van een nalatenschap, het sluiten van een vestigend contract, het vervullen van de wettelijke vereisten of het zich realiseren van een termijn of voorwaarde. Het vruchtgebruik verleent dan een onmiddellijke heerschappij ten opzichte van iedere derde. Dat houdt in dat de vruchtgebruiker ten aanzien van de blote eigenaar een persoonlijke vordering tot afgifte van het vruchtgebruik heeft, aangezien de vruchtgebruiker vaak nog niet in het bezit zal zijn van het goed. 6 Tegenover derden bezit de vruchtgebruiker een zakelijk recht. 7 Er zijn twee situaties waarbij de vordering tot aangifte geen nut heeft. Allereerst in het geval waarin de vruchtgebruiker reeds in het bezit was van het goed vóór het openvallen van het vruchtgebruik. Dat zal het vaakst voorkomen in de context van de langstlevende echtgenoot of het geval waarbij de eigenaar zichzelf het vruchtgebruik voorbehoudt. 8 Ten tweede zal de vordering tot aangifte geen nut hebben wanneer het vruchtgebruik gevestigd wordt door een algemeen legaat en er geen reservataire erfgenamen zijn. De algemene legataris zal dan recht hebben op het bezit van het goed, zonder dat hij er afgifte van moet vragen. 9 Vooraleer het vruchtgebruik op een goed afgegeven kan worden aan de vruchtgebruiker, moet die aan twee verplichtingen voldoen. Enerzijds moet hij een staat voor onroerende goederen en een inventaris voor roerende goederen (art. 600 BW) opmaken en anderzijds 6 R. DEKKERS, Handboek Burgerlijk Recht, 191; V. SAGAERT, B. TILLEMAN en A. VERBEKE, Vermogensrecht in kort bestek, H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge: principes, doctrine, jurisprudence, VI, Brussel, Bruylant, 1953, 286. (Hierna verkort H. DE PAGE, Traité) 8 A. VERBEKE, Vruchtgebruik/Aanvang in A. VERBEKE, Vermogensplanning met een effect bij leven : schenking, Gent, Larcier, 2005, 363. (Hierna verkort A. VERBEKE, Vruchtgebruik/Aanvang ) 9 M. PUELINCKX- COENE, De grote promoties van de langstlevende echtgenote. Beschouwingen bij de integratie van de wet van 14 mei 1981 in het bestaande recht., TPR 1981,

9 een borg stellen (art. 601). Pas wanneer aan beide verplichtingen is voldaan, zal de vruchtgebruiker de afgifte kunnen vorderen. 2. De staat/ inventaris a. Algemeen Artikel 600 BW stelt het opmaken van een staat voor onroerende goederen en van een inventaris voor roerende goederen verplicht, opdat de vruchtgebruiker de daadwerkelijke afgifte zou kunnen vragen. 10 De staat kan gedefinieerd worden als een akte waarin roerende goederen worden geteld en beschreven. De inventaris aan de andere kant wordt gedefinieerd als de beschrijving van de materiële situatie van de onroerende goederen waarop het vruchtgebruik rust. 11 Zolang geen staat of inventaris is opgemaakt, kan de vruchtgebruiker geen gebruik maken van de zaak en evenmin de vruchten ervan innen. 12 Wel blijft het recht bestaan. De vruchten die door de blote eigenaar worden geïnd tussen het ontstaan van het recht en het opstellen van de staat of inventaris, zullen achteraf afgerekend moeten worden. 13 De staat of de inventaris heeft duidelijk als doel de belangen van zowel de vruchtgebruiker als de blote eigenaar veilig te stellen. 14 Door die staat of inventaris wordt de toestand van het goed bij de aanvang van het vruchtgebruik vastgelegd, zodat men op het einde van het vruchtgebruik kan nagaan of de vruchtgebruiker voldaan heeft aan zijn verplichting om het goed in stand te houden en na afloop terug te bezorgen in dezelfde staat als bij aanvang 10 CASS. 16 juni 1989, RW , H. DE PAGE, Traité, 287; M. COENE, Art. 745ter BW in Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2008, 2/14. (Hierna verkort M. COENE, Art. 745ter BW ) 12 D. MEULEMANS, Vruchtgebruik, erfpacht en opstal, Antwerpen, Maklu, 1998, 18. (Hierna verkort D. MEULEMANS, Vruchtgebruik, erfpacht en opstal) 13 M. COENE, Art. 745ter BW, 2/ R. DERINE, F VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, 352; D. CLAEYS, Usufruit et nue- proprieté. Principes et actualités, Waterloo, Kluwer, 2007, 78. (Hierna verkort D. CLAEYS, Usufruit et nue- proprieté. Principes et actualités.) 5

10 (Art. 578 BW). 15 Indien de vruchtgebruiker niet aan die teruggaveplicht voldoet, kan een schadevergoeding opgelegd worden aan de vruchtgebruiker op basis van de staat of inventaris. Er is een afwijking op de normale uitwerking van artikel 600 BW. Het artikel zal namelijk niet volledig kunnen doorwerken in het geval de vruchtgebruiker reeds in het bezit is van de goederen die onderworpen zijn aan het vruchtgebruik bij het ontstaan van het recht. Dat zal het vaakst voorkomen in de context van het erfrecht van de langstlevende echtgenoot. 16 Maar het komt ook voor in andere gevallen, zoals wanneer het vruchtgebruik ontstaat door verkrijgende verjaring of verkregen wordt op grond van een algemeen legaat, op voorwaarde dat er geen reservataire erfgenamen zijn. 17 Artikel 600 BW geldt in principe ook ten opzichte van die vruchtgebruikers. Praktisch is de uitwerking van dat artikel echter niet mogelijk, aangezien de vruchtgebruiker in die gevallen al automatisch in het bezit is van die goederen. Meerdere arresten bevestigen dat de blote eigenaar in die gevallen het verkrijgen van de goederen niet afhankelijk mag stellen van het opmaken van een inventaris of staat. 18 Artikel 600 BW blijft echter van toepassing, zodat de vruchtgebruiker nog steeds verplicht is een staat of inventaris op te maken. 19 Maar aangezien de blote eigenaar de vruchtgebruiker niet meer onder druk kan zetten voor het opmaken van een dergelijke staat of inventaris, is het niet ondenkbaar dat de vruchtgebruiker in dat geval niet aan zijn verplichting zal voldoen. Het vervullen van die formaliteit zal immers geen prioriteit meer zijn. Indien de vruchtgebruiker in die context niet uit zichzelf een staat of inventaris laat maken, zal de blote eigenaar zelf moeten ingrijpen. De blote eigenaar zal zich tot de rechter kunnen richten om de opmaak van een staat of inventaris af te dwingen bij de vruchtgebruiker, al dan niet met een bijkomende vordering tot schadevergoeding als er al schade geleden zou zijn door het uitblijven van de staat of inventaris. 20 De rechter zal daarbij geen beoordelingsbevoegdheid hebben. Het nadeel daarvan is dat een gerechtelijke procedure al 15 N. VANDENBEEK, Terbeschikkingstelling van onroerende goederen. Grondige analyse van enkele rechtsfiguren, Artikel 745bis Burgerlijk Wetboek; Brussel 27 mei 1998, T. Not. 2000, 446, noot F. BLONTROCK; P. DELNOY, Chronique de jurisprudence: Les successions légals ( )'', Dossiers du JT 1999, Artikel 1006 Burgerlijk Wetboek 18 Luik 9 december 2003, TBBR 2006, 135; Bergen 29 maart 1993, JLMB 1994, Gent 29 maart 2007, T. Not. 2009, afl 1, M. COENE, Art. 745ter BW, 4/14. 6

11 vlug tijd in beslag neemt en kosten teweegbrengt. 21 De blote eigenaar kan beter zelf het initiatief nemen om een staat of inventaris op te maken. De kosten zullen in dat geval ten laste van de vruchtgebruiker blijven. De blote eigenaar zal hier wel moeten optreden in overeenstemming met artikel 600 BW. Dat impliceert dat hij de inventaris of staat op tegenspraak zal moeten opmaken. b. Voorwaarden Artikel 600 BW stelt dat de inventaris of de staat moet worden opgemaakt op het ogenblik van de ingenottreding. Als dat op dat moment niet is gebeurd, kan de blote eigenaar tijdens het vruchtgebruik nog steeds eisen dat een dergelijke inventaris of staat zou worden opgemaakt. 22 Bevat de inventaris of staat materiële fouten of onvolledigheden, dan kan een complementaire inventaris worden opgemaakt. 23 De staat of inventaris is een wettelijke verplichting die rust op de vruchtgebruiker. Dat betekent dat hij daartoe het initiatief zal moeten nemen 24 en zal moeten instaan voor de kosten. 25 Een bijkomende voorwaarde is dat de staat of inventaris op tegenspraak gebeurt, dus in aanwezigheid van zowel de vruchtgebruiker en de blote eigenaar. Als die voorwaarde niet wordt nageleefd, zal de staat of inventaris niet- tegenwerpelijk zijn. 26 Dat is een logische voorwaarde, aangezien beide partijen de mogelijkheid moeten hebben om na te gaan of de toestand die omschreven is in de staat of inventaris wel degelijk overeenstemt met de werkelijke toestand. Het is niet ondenkbaar dat de blote eigenaar er niet tevreden mee is dat er op zijn goed een vruchtgebruik rust. In dat geval zou hij ervoor kunnen kiezen om niet 21 Ibid., Brussel 28 januari 1880, Pas. 1880, R. DERINE, F VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, 353; Luik 10 juli 1895, Pas. 1896, CASS. 14 november 1958, RW , 888, noot C. CHAPEL. 25 R. DERINE, F VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, 355; Dat de vruchtgebruiker de kosten moet dragen is gebaseerd op artikel 1248 BW : Diegene op wie de verplichting rust, moet er de kosten van dragen. 26 V. SAGAERT en K. VANHOVE, Bouwen en zakenrecht in K. DEKETELAERE, M. SCHOUPS en A. VERBEKE, Handboek bouwrecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 343; V. SAGAERT, B. TILLEMAN en A. VERBEKE, Vermogensrecht in kort bestek,

12 op te dagen en zo de ingenottreding tegen te houden. Om dat te voorkomen heeft de wetgever gesteld dat de staat of inventaris geacht wordt op tegenspraak te zijn opgemaakt als de vruchtgebruiker de blote eigenaar behoorlijk heeft opgeroepen. In principe zal de blote eigenaar behoorlijk opgeroepen zijn als hij werd opgeroepen door middel van een gerechtsdeurwaarderexploot. 27 In principe gelden er geen bijzondere vormvoorschriften voor de staat of inventaris. 28 Wanneer beide partijen meerderjarig en bekwaam zijn, zal een onderhandse akte volstaan. Maar er kan steeds voor een authentieke akte worden gekozen. 29 De keuze ligt bij de vruchtgebruiker, aangezien de verplichting op hem rust en hij het initiatief moet nemen en de kosten moet betalen. 30 In de rechtsleer heerst er twijfel over of de blote eigenaar kan eisen dat de staat of inventaris in notariële vorm opgemaakt wordt. 31 Naar mijn mening moet het mogelijk zijn voor de blote eigenaar om dat te eisen, op voorwaarde dat hij de bijkomende notariële kosten draagt. Het initiatief ligt namelijk bij de vruchtgebruiker, waardoor die de keuze heeft over de vorm van de staat of inventaris. Als de blote eigenaar daarvan wil afwijken lijkt het mij logisch dat hij de bijkomende kosten draagt. Voor het opmaken van de staat of inventaris wordt het best een beroep gedaan op een deskundige. Bij het aandachtig lezen van artikel 600 BW vallen de woorden doen opmaken op. Daaruit kan worden afgeleid dat de staat of inventaris niet door de blote eigenaar of vruchtgebruiker mag worden opgemaakt. Verder wordt er niet gepreciseerd wie die dan wel moet opstellen. Maar logischerwijs zou men de staat of inventaris het best laten opstellen door een deskundige, zoals een architect of een landmeter, gezien hun specifieke 27 O. JAUNIAUX en N. VERHEYDEN- JEANMART, L exercice de l usufruit du conjoint survivant, in J. RENCHON en F. TAINMONT, Le statut patrimonial du conjoint survivant, Brussel, Bruylant, 2004, 36.(Hierna verkort O. JAUNIAUX en N. VERHEYDEN- JEANMART, L exercice de l usufruit du conjoint survivant ); H. DE PAGE, Traité, J. KOKELENBERG, T. VAN SINAY EN H. VUYE, Overzicht van rechtspraak. Zakenrecht ( ), TPR 1995, 619. (Hierna verkort J. KOKELENBERG, T. VAN SINAY EN H. VUYE, Overzicht van rechtspraak. Zakenrecht ( ) ) 29 Luik 9 december 2003, TBBR 2006, 135; V. SAGAERT, B. TILLEMAN en A. VERBEKE, Vermogensrecht in kort bestek, D. CLAEYS, Usufruit et nue- proprieté. Principes et actualités, O. JAUNIAUX en N. VERHEYDEN- JEANMART, L exercice de l usufruit du conjoint survivant, 36. 8

13 bouwtechnische kennis. 32 Dat is echter geen verplichting en kan in principe door elke derde worden gedaan. 33 c. Vrijstelling verplichting Als men zou oordelen dat de verplichting voor het opstellen van een staat of inventaris van openbare orde is, zou een clausule waarin de vruchtgebruiker wordt vrijgesteld van die verplichting absoluut nietig zijn. 34 Er wordt echter door de meerderheid van de rechtsleer aangenomen dat de verplichting slechts van dwingende aard is, aangezien het opstellen van een staat of inventaris slechts de bescherming van private belangen als doel heeft. 35 Een vrijstellingsclausule zal vanuit dat oogpunt dus slechts relatief nietig zijn, waardoor enkel de benadeelde de nietigheid kan vorderen. Dat wil zeggen dat de blote eigenaar die oorspronkelijk vrijstelling heeft verleend, daar steeds op kan terugkomen. In dat geval zal hij wel gehouden zijn tot het betalen van de kosten voor het opmaken van de staat of inventaris 36, tenzij de blote eigenaar een reservataire erfgenaam is en de reserve zou worden aangetast door het vruchtgebruik dat is ontstaan naar aanleiding van het openvallen van een nalatenschap. 37 Aangezien een dergelijk vrijstellingsbeding in principe dus nietig is, neemt men aan dat bij het opnemen van een dergelijk beding men de vruchtgebruiker slechts vrijstelt van de kosten en niet van de verplichting zelf. De blote eigenaar kan die staat of inventaris immers nog steeds opeisen F. MOEYKENS, Vruchtgebruik op een onroerend goed burgerrechtelijke aspecten, Vastgoed info 2002, afl. 15, Rb. Doornik 12 oktober 1988, JLMB 1990, R. DERINE, F VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, 392; A. KLUYSKENS, Beginselen van burgerlijk recht 5: Zakenrecht, Antwerpen, Standaard Boekhandel, 1953, 207. (Hierna verkort A. KLUYSKENS, Beginselen van burgerlijk recht 5 : Zakenrecht) 35 Luik 26 juni 1866, Pas. 1867, N. VANDENBEEK, Terbeschikkingstelling van onroerende goederen. Grondige analyse van enkele rechtsfiguren, R. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek burgerlijk recht, 193; A. DE BRABANDERE, Usufruit, usage, habitation in Répertroire Notorial II, Brussel, Larcier, 1977, nr G. VAN OOSTERWIJCK, Bedingen in verband met het nieuwe erfrecht van de langstlevende echtgenoot, op te nemen in huwelijkscontracten of in akten houdende wijziging van huwelijksvermogensstelsels in L. WEYTS, Clausules over het erfrecht van de langstlevende 9

14 Het vrijstellen van die verplichting wordt bovendien ten sterkste afgeraden. Het opmaken van een dergelijke staat of inventaris is van belang voor beide partijen. Zoals reeds gezegd is de staat of inventaris van groot belang in de context van de teruggave- en instandhoudingsplicht van de vruchtgebruiker. Op basis van de staat en inventaris zal de blote eigenaar een schadevergoeding kunnen verkrijgen, als de vruchtgebruiker het goed zou hebben beschadigd en dus niet voldoet aan de verplichting om het goed terug te geven in de oorspronkelijke staat. Zonder staat of inventaris zal het voor de blote eigenaar zogoed als onmogelijk zijn om die schadevergoeding te verkrijgen. De blote eigenaar zal immers bewijsproblemen hebben. Een sterke stroming in de rechtsleer oordeelt echter dat op grond van artikel 1428 BW het bestaan en de staat van de goederen die zijn onderworpen aan het vruchtgebruik kan bewezen worden door alle middelen van het recht, getuigen en vermoedens inbegrepen. 39 Ook de vruchtgebruiker heeft er belang bij een staat of inventaris te laten opmaken. Wanneer hij het goed in een slechte staat ontvangt, zal hij bij het teruggeven van het goed op basis van de staat en inventaris kunnen aantonen dat dat de oorspronkelijke staat is. De vruchtgebruiker zal dan geen schadevergoeding moeten betalen. Een volgende vraag die zou kunnen worden gesteld in de context van de vrijstelling is de volgende. Als de blote eigenaar het goed vrijwillig heeft afgegeven aan de vruchtgebruiker vooraleer een staat of inventaris werd opgemaakt, kan dat dan gezien worden als een stilzwijgende vrijstelling van die verplichting? Zoals reeds gezegd kan dat niet en zal de blote eigenaar nog steeds een staat of inventaris kunnen eisen. Maar zodra het goed is afgegeven, heeft hij wel afstand gedaan van zijn recht om de inbezitstelling te weigeren zolang de staat niet is opgemaakt. 40 Sommige auteurs stellen dat uit de omstandigheden wel afgeleid kan worden dat de blote eigenaar stilzwijgend afstand heeft gedaan van het recht op een staat of inventaris. 41 Zo werd er in de rechtspraak al geoordeeld dat de blote eigenaar afstand had gedaan van zijn recht, omdat hij gedurende vijfentwintig jaar had nagelaten een staat of echtgenoot, Antwerpen, Kluwer, 1983, Gent 3 februari 1953, RW , 1694; J. HERBOTS, Vruchtgebruik in Het onroerend goed in de praktijk, Mechelen, Kluwer, 1999, I.I.5-3. (Hierna verkort J. HERBOTS, Vruchtgebruik ) 40 CASS. 16 juni 1989, RW , R. DERINE, F VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht,

15 inventaris te eisen. 42 Door afstand te doen van recht verzaakt de blote eigenaar definitief aan de mogelijkheid om een beroep te doen op dat recht. 43 d. Evaluatie Het is na analyse van artikel 600 BW duidelijk dat het in het belang is van beide partijen om een staat of inventaris op te maken. Afwijken van die verplichting zal steeds nadelig zijn voor één van de partijen. Ofwel zal de blote eigenaar niet kunnen aantonen dat het goed hem beschadigd wordt teruggegeven en zal hij dus geen schadevergoeding kunnen eisen van de vruchtgebruiker. Ofwel zal de vruchtgebruiker niet kunnen bewijzen dat het goed hem reeds beschadigd werd overhandigd en hij dus niet verantwoordelijk is voor de schade. Zelfs wanneer in de context van het erfrecht van de langstlevende echtgenote het goed reeds in het bezit is van die echtgenote, wordt er aangeraden om een staat of inventaris op te maken. Het eisen van dergelijke verplichting kan in familieverbanden opgevat worden als wantrouwen, maar het is slechts een kleine last die veel grotere problemen op een later tijdstip kan vermijden. Door het aanstellen van een deskundige kan dat een dure verplichting worden, maar ook dat zou de partijen niet mogen tegenhouden. Het opstellen van een staat of inventaris zal altijd voordeliger uitkomen dan het niet doen. Als de blote eigenaar toch beslist de vruchtgebruiker vrij te stellen van de verplichting die is opgenomen in artikel 600 BW,zal de zogenaamde vrijstelling slechts betekenen dat de kosten door de blote eigenaar zullen worden gedragen. In principe liggen die kosten bij de vruchtgebruiker. Het geven van een vrijstelling kan dus een goede oplossing zijn als de vruchtgebruiker duidelijk minder vermogend is dan de blote eigenaar. Ook het initiatief voor het laten opstellen van een staat of inventaris ligt bij de vruchtgebruiker. Hij zal dus ook de vorm van het document kunnen bepalen. Aangezien de wet geen vormvereisten oplegt, kan dat zowel bij onderhandse akte als bij notariële akte. Bij notariële akte zullen de kosten 42 Rb. Ieper 14 september 1993, TBBR 1994, Rb. Gent 25 september 1984, TGR 1985, 47; Auteurs VERHEYDEN- JEANMART en JAUNIAUX zijn hier echter niet mee akkoord en stellen dat het afstand doen van recht niet inhoudt dat de blote eigenaar geen staat of inventaris meer kan eisen, maar enkel dat de kosten dan door de blote eigenaar zullen gedragen worden O. JAUNIAUX en N. VERHEYDEN- JEANMART,, L exercice de l usufruit du conjoint survivant,

16 hoger oplopen, maar ook hier kan er besloten worden dat ze gedragen zullen worden door de blote eigenaar. De partijen beslissen dus beter om een dergelijke staat of inventaris op te maken. Als dat financieel moeilijk zou zijn voor de vruchtgebruiker, kan er steeds een afwijkende kostenregeling voorzien worden tussen de partijen. 3. De borgstelling a. Algemeen Een tweede verplichting in hoofde van de vruchtgebruiker vloeit voort uit artikel 601 Burgerlijk Wetboek, namelijk de borgstelling om als een goede huisvader te genieten. 44 De vruchtgebruiker is verplicht om een borgstelling te verschaffen, vooraleer die in het bezit kan treden van het goed. 45 Die borgstelling heeft als doel de blote eigenaar te verzekeren tegen het risico van een eventuele insolvabiliteit van de vruchtgebruiker. 46 De blote eigenaar zal er daardoor zeker van zijn dat de schade vergoed zal worden bij een eventuele waardevermindering van het goed waarvoor de vruchtgebruiker verantwoordelijk is. 47 Die borgstelling biedt dus een oplossing in het geval de vruchtgebruiker insolvabel is en bijgevolg niet kan voldoen aan zijn teruggaveplicht. Degene die zich borg stelt voor een verbintenis verplicht zich er immers jegens de schuldeiser toe om aan die verbintenis te voldoen, als de schuldenaar dat zelf niet doet door insolvabiliteit bijvoorbeeld. 48 Die verplichting vloeit voort uit de wet. Dat impliceert dat de wettelijke bepalingen over de borgtocht moeten worden nageleefd. Het gaat hier meer bepaald om de artikelen 2018 en 2019 BW. 49 De borg moet bekwaam zijn om contracten te sluiten, solvabel zijn en 44 M. VAN QUICKENBORNE, Borgtocht, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1999, V. SAGAERT, B. TILLEMAN, A. VERBEKE, Vermogensrecht in kort bestek, N. VANDENBEEK, Terbeschikkingstelling van onroerende goederen. Grondige analyse van enkele rechtsfiguren, R. DERINE, F VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, Artikel 2011 Burgerlijk Wetboek; 49 Artikel 2040 Burgerlijk Wetboek. 12

17 gedomicilieerd zijn in het rechtsgebied van het hof van beroep waar de borgstelling moet plaatshebben, namelijk waar het vruchtgebruik openvalt. 50 Bij de beoordeling van de solvabiliteit van de borg zal uitsluitend rekening moeten worden gehouden met zijn onroerende eigendommen, de aard van het vruchtgebruik en de waarde van de in vruchtgebruik gegeven goederen. 51 Als er geen borg gevonden kan worden, kan de vruchtgebruiker eveneens een zakelijke zekerheid aanbieden, zoals een hypotheek op zijn eigen onroerende goederen of een inpandgeving van effecten. 52 Ook de storting van een geldsom bij de Deposito- en Consignatiekas is aanvaardbaar. 53 Net zoals bij de staat en inventaris, zal de vruchtgebruiker niet kunnen genieten van het goed en zijn vruchten, zolang er geen borgstelling of zekerheid werd verleend. De vruchtgebruiker zal echter wel recht hebben op de vruchten. Die zullen door de blote eigenaar bijgehouden moeten worden om ze nadien over te maken aan de vruchtgebruiker. 54 Over de omvang van de zekerheid zegt de wet niets. Het bedrag van de borgstelling zal niet noodzakelijk overeenstemmen met de waarde van het vruchtgebruik of wat gebruikelijk is bij huurovereenkomsten 55. Het zal echter wel in overeenstemming moeten zijn met de verplichtingen die op de vruchtgebruiker rusten tijdens de duur van het vruchtgebruik. 56 Dat wil zeggen dat het bedrag voldoende moet zijn om de schade die door de vruchtgebruiker aan het onroerend goed werd veroorzaakt te dekken, als hij van de goederen geen gebruik heeft gemaakt als een goede huisvader. 57 Voor het bepalen van wat die schade kan zijn en 50 Artikel 2018 Burgerlijk Wetboek; Rb. Antwerpen 17 juni 1884, JT 1884, Artikel 2019 Burgerlijk Wetboek; R. DERINE, F VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, N. VANDENBEEK, Terbeschikkingstelling van onroerende goederen. Grondige analyse van enkele rechtsfiguren, 81; V. SAGAERT, B. TILLEMAN, A. VERBEKE, Vermogensrecht in kort bestek, A. VERBEKE, Vruchtgebruik/Aanvang/borgstelling en boedelbeschrijving, Artikel 604 Burgerlijk Wetboek; R. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek burgerlijk recht, Rb. Brussel 25 februari 1992, TBBR 1992, J. KOKELENBERG, T. VAN SINAY en H. VUYE, Overzicht van rechtspraak. Zakenrecht. ( ), TPR 2001, afl. 2, (Hierna verkort J. KOKELENBERG, T. VAN SINAY EN H. VUYE, OVerzicht van rechtspraak. Zakenrecht. ( ) ) 57 D. MEULEMANS, Vruchtgebruik, erfpacht en opstal,

18 hoe groot de zekerheidstelling dus moet zijn, kan een deskundige aangesteld worden. 58 De blote eigenaar en de vruchtgebruiker kunnen dat natuurlijk ook gewoon onderling bepalen. De wetgever heeft een oplossing voorzien voor het geval de vruchtgebruiker geen borg kan vinden of onvoldoende zekerheid kan stellen. In principe zou de vruchtgebruiker niet in het bezit kunnen worden gesteld van goed vooraleer hij aan die verplichting voldoet. Maar het vruchtgebruik zou in dat geval zijn doel voorbijschieten. Dat bestaat erin te voorzien in het levensonderhoud van de vruchtgebruiker. Daarom heeft de wetgever voorzien in een subsidiaire bescherming van de belangen van de blote eigenaar, namelijk door het blokkeren van het vruchtgebruikervermogen op grond van de artikelen 602 en 603 BW. Artikel 602 BW stelt meer bepaald dat de onroerende goederen verhuurd zullen worden of onder het beheer van een sekwester gesteld worden, waarna de inkomsten ervan zullen toekomen aan de vruchtgebruiker. 59 De vruchtgebruiker heeft dan wel nog het economische voordeel van zijn recht, doch zonder dit recht zelf uit te oefenen. 60 De artikelen 602 en 603 BW bepalen daarnaast dat de onder het vruchtgebruik begrepen geldsommen herbelegd moeten worden en dat de eetwaren en verbruikbare goederen moeten worden verkocht, waarna de opbrengst ook belegd zal moeten worden. Op grond van artikel 603 BW kan de vruchtgebruiker wel eisen dat bepaalde roerende goederen die voor zijn gebruik noodzakelijk zijn, hem ter beschikking blijven. Hij zal echter onder eed moeten beloven dat hij de goederen zal teruggeven op het einde van het vruchtgebruik. 61 Het blijft voor de vruchtgebruiker natuurlijk altijd mogelijk om tijdens de duur van het vruchtgebruik toch te voldoen aan die verplichting tot zekerheidstelling. In dat geval zal de vruchtgebruiker toch, met enige vertraging, in bezit kunnen worden gesteld van de goederen. 62 Als de vruchtgebruiker zich in een situatie bevindt waardoor gebruik moet worden gemaakt van het mechanisme van de artikelen 602 of 603 BW, zal hij niet gehouden zijn tot het opmaken van een staat voor het verkrijgen van de vruchten. De vruchtgebruiker zal in principe wel nog moeten instaan voor de herstellingen tot onderhoud (art. 605 BW) en de 58 Rb. Brussel 25 februari 1992, TBBR 1992, 438, J. HERBOTS, Vruchtgebruik, I.I C. DE WULF, Het opstellen van notariële akten Deel IIA, Mechelen, Kluwer, 2007, A. VERBEKE, Creatief met vruchtgebruik, T. Not. 1999, 544 (Hierna verkort A. VERBEKE, Creatief met vruchtgebruik ); R. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek burgerlijk recht, A. VERBEKE, Vruchtgebruik/Aanvang/Borgstelling en boedelbeschrijving, R. DERINE, F VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht,

19 lasten moeten dragen die de wet hem oplegt (art. 608 en 609 BW). 63 Wat de staat of inventaris betreft, is het logisch dat de vruchtgebruiker die niet meer zal moeten laten opmaken, aangezien de vruchtgebruiker nooit in het bezit wordt gesteld van het goed. En net omdat hij het goed nooit in zijn bezit zal hebben, zal de vruchtgebruiker dus niet moeten of kunnen voldoen aan de plichten om het goed in stand te houden en het goed terug te geven in de oorspronkelijke staat. Daardoor zou een inventaris of staat volledig zijn nut verliezen. 64 De blote eigenaar zal zijn rechten moeten beschermen in de huur- of pachtovereenkomst bijvoorbeeld. b. Vrijstelling verplichting In dit deel moeten drie verschillende vrijstellingen onderscheiden worden: de conventionele vrijstelling, de wettelijke vrijstelling en het specifieke geval van artikel 745ter BW met betrekking tot de langstlevende echtgenoot. De vrijstelling zal als gevolg hebben dat de vruchtgebruiker zich in dezelfde situatie bevindt als wanneer hij wel een borg zou hebben gesteld. Daardoor kan hij door de vruchtgebruiker niet geblokkeerd worden op grond van artikel 601 en 602 BW. 65 Wanneer een vruchtgebruiker vrijgesteld is van die verplichting, zal de vrijstelling echter niet tegenstelbaar zijn aan de reservataire erfgenamen wiens voorbehouden erfdeel overschreden is door het vruchtgebruik. 66 Die zullen steeds nog een borgstelling mogen eisen van de vruchtgebruiker voor goederen die deel uitmaken van de reserve en als het vruchtgebruik om niet is verleend. 67 Was dat niet het geval, dan zouden de reservataire erfgenamen minder krijgen uit de nalatenschap dan waar zij recht op hebben wanneer de vruchtgebruiker niet zou voldoen aan zijn teruggaveplicht en de vergoeding door insolvabiliteit niet zou kunnen betalen. 63 Ibid., M. COENE, Art. 745ter BW, 3/ Rb. Brussel 26 juli 1911, Ann. Not. 1914, 206; M. COENE, Art. 745ter BW, 3/ R. DERINE, F VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, Antwerpen 11 april 2004, RW , 1767; J. DU MONGH, W. PINTENS en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2008,

20 In principe is de vrijstelling van borgstelling onherroepelijk 68. De partijen zullen er dus niet op kunnen terugkomen. In de rechtspraak wordt echter aangenomen dat de vruchtgebruiker toch nog gedwongen zou kunnen worden door de rechtbank om een borg aan te stellen in bepaalde gevallen. Meer concreet in het geval waarbij er misbruik van recht is en wanneer er faillissement of insolvabiliteit van de vruchtgebruiker dreigt waardoor de belangen van de blote eigenaar in het gevaar komen. 69 Die rechtspraak vindt zijn grondslag in artikel 618 BW dat stelt dat de rechters het vruchtgebruik vervallen kunnen verklaren, en dus ook een zekerheid kunnen eisen. 70 Wat de conventionele vrijstelling betreft, kan gesteld worden dat de verplichting opgenomen in artikel 601 BW van aanvullend recht is. Dat impliceert dat de partijen kunnen overeenkomen dat de vruchtgebruiker die niet zal moeten vervullen. 71 In de praktijk zal er vaak vrijgesteld worden van borg, aangezien het als vruchtgebruiker niet gemakkelijk is om te voldoen aan de verplichting. Die conventionele vrijstelling gebeurt veelal bij uitdrukkelijke clausule opgenomen in het vestigend contract of testament. 72 In de rechtspraak wordt ook aangenomen dat de vrijstelling stilzwijgend kan gebeuren. Maar dat wordt niet gemakkelijk aanvaard. 73 Er zal daarbij rekening gehouden moeten worden met alle omstandigheden en die mogen niet voor enige interpretatie vatbaar zijn. 74 Door het suppletieve karakter van artikel 601 BW kan er dus afgeweken worden van de verplichting zoals omschreven in het artikel. De blote eigenaar heeft allerlei mogelijkheden. Hij kan de vruchtgebruiker volledig of gedeeltelijk vrijstellen, hij kan bepalen dat niet voldaan moet worden aan artikel 2018 en 2019 BW, hij kan het bedrag van de borgstelling limiteren, enzovoort. Er kan niet alleen van de borgstelling worden afgeweken, maar bijvoorbeeld ook van de maatregelen die door de wet worden opgelegd voor het geval de 68 Artikel 1134 Burgerlijk Wetboek; H. DE PAGE, Traité, J. HANSENNE, Les biens. Précis. V2, Liège, Université de Liège, 1996, J. HERBOTS, Vruchtgebruik, I.I.5-5; A. SCHICKS en A. VANISTERBEEK, Traité formulaire de la pratique notariele Vol. III, Brussel, Fonteyn, 1925, Ibid. 72 R. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek burgerlijk recht, Gevallen die niet worden aanvaard als een stilzwijgende vrijstelling : de vrijstelling van de staat of inventaris en de situatie waarbij er een inbezitneming is door de vruchtgebruiker en de blote eigenaar dit duldt. R. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek burgerlijk recht, CASS. 4 november 1977, Arr. Cass. 1978,

21 vruchtgebruiker geen borg kan stellen. Die verplichting kan dus volledig aangepast worden aan de concrete situatie tussen vruchtgebruiker en blote eigenaar. Er is in artikel 601 BW een wettelijke vrijstelling voorzien in twee gevallen. Allereerst in de situatie waarbij de ouders het vruchtgebruik hebben van de goederen van hun kinderen. 75 Ten tweede wanneer men als eigenaar het goed heeft geschonken of vervreemd met voorbehoud van vruchtgebruik. Een specifiek geval met betrekking tot vrijstellingen is er bij het erfrechtelijke vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot. Artikel 745ter BW bepaalt immers dat niettegenstaande enig andersluidend beding, de eigenaar van de blote eigendom steeds kan eisen dat de geldsommen worden belegd en dat de effecten aan toonder worden omgezet in inschrijvingen op naam of worden gedeponeerd op een gemeenschappelijke rekening. Het effect van een geldige vrijstelling wordt hier dus sterk gerelativeerd, 76 aangezien de blote eigenaar niettegenstaande andersluidende beding toch nog kan eisen dat bepaalde maatregelen worden genomen met betrekking tot geldsommen en effecten aan toonder. Voor andere zaken dan geldsommen en effecten aan toonder zal de vrijstelling wel een normale uitwerking hebben. 77` c. Evaluatie De verplichting tot borgstelling is beter uitgewerkt dan de verplichting tot het laten opmaken van een staat of inventaris. De vier artikelen over de borgstelling zijn duidelijk en voorzien verschillende situaties. De vruchtgebruiker moet een borg of andere zekerheid stellen vooraleer hij in het genot kan treden van het goed. In vele gevallen zal de vruchtgebruiker geen borg kunnen vinden of onvoldoende zekerheid kunnen stellen. Daarom heeft de wetgever een oplossing voorzien waardoor de vruchtgebruiker toch nog van de vruchten zal kunnen genieten. De doelstelling van het vruchtgebruik is namelijk het 75 Deze vrijstelling geldt enkel voor het wettelijke genotsrecht dat ouders hebben, en niet voor het vruchtgebruik dat ze op grond van een andere titel waarnemen. J. HERBOTS, Vruchtgebruik, I.I H. VANDENBERGHE, Actuele problemen van het vruchtgebruik, TPR 1983, H. CASMAN en A. VASTERSAVENDTS, De langstlevende echtgenote. Erfrechtelijke en huwelijksvermogensrechtelijke aspecten. Antwerpen, Kluwer, 1982,

22 voorzien in het levensonderhoud van de vruchtgebruiker. Het vragen van een borg of zekerheid zal in bepaalde gevallen tegenstrijdig zijn met die doelstelling. Daarom heeft de wetgever de artikelen 602 en 603 BW uitgewerkt. Die maken het voor de vruchtgebruiker mogelijk om bij gebrek aan borg of andere zekerheid toch het economische voordeel te behouden van het vruchtgebruik zonder over de goederen te beschikken. Alleen over de omvang van de borg of zekerheid is niets bepaald in de wet. In de praktijk wordt de vruchtgebruiker, vanwege de zware financiële last, vaak vrijgesteld van die verplichting. De blote eigenaar zal dan, behalve in het geval van de langstlevende echtgenoot en reservataire erfgenamen, geconfronteerd worden met het risico van insolvabiliteit van de vruchtgebruiker. Blijkt de vruchtgebruiker het goed beschadigd te hebben en insolvabel te zijn, dan zal de blote eigenaar volledig machteloos staan en zal hij geen vergoeding kunnen verkrijgen na afloop van het vruchtgebruik. Hoewel er zeker begrip kan worden opgebracht voor het vrijstellen van die verplichting, kan er maar beter goed nagedacht worden over de gevolgen. De blote eigenaar maakt het best voor zichzelf een grondige afweging tussen zijn eigen belangen en de belangen van de vruchtgebruiker. Die afweging zal pas volledig zijn als de partijen, en dan vooral de blote eigenaar, goed geïnformeerd zijn over de gevolgen en de draagwijdte van de verplichting. Een goede oplossing zou kunnen zijn om de vruchtgebruiker niet volledig vrij te stellen, maar de verplichting aan te passen aan de concrete situatie. Op die manier is de blote eigenaar toch enigzins beschermd. Aangezien de verplichting van suppletief recht is, zullen de partijen de verplichting volledig kunnen aanpassen aan hun noden en zo zal de blote eigenaar bijvoorbeeld slechts een beperkte zekerheidstelling kunnen opleggen aan de vruchtgebruiker. 18

23 B. Plichten tijdens het vruchtgebruik 1. Inleiding Wanneer de vruchtgebruiker eenmaal in het bezit wordt gesteld van het goed, zal hij ervan kunnen genieten zoals de eigenaar zelf. 78 De vruchtgebruiker zal wel gebonden zijn door enkele verplichtingen opgenomen in de wet. Ook hier bestaan de meeste van de verplichtingen in functie van de teruggaveplicht. Een eerste belangrijke verplichting is het beheer van het goed zoals een goede huisvader. Klassiek werd dat geformuleerd als het verbod voor de vruchtgebruiker om over de zaak te beschikken of ze te vervreemden. Dat wordt nu echter genuanceerd en men stelt dat het beheer van de vruchtgebruiker over de goederen onderworpen aan het vruchtgebruik een doelgebonden beheer moet zijn, meer bepaald zoals een goede huisvader. 79 Aansluitend aan die verplichting is er de bijzondere en bijkomstige verplichting tot het respecteren en het handhaven van de bestemming van het goed die eraan is gegeven door de eigenaar. De vruchtgebruiker heeft het recht om van het goed te genieten en het te gebruiken zoals de eigenaar zelf. Maar dat recht zal begrensd worden door de verplichting het goed te onderhouden en in stand te houden. De vruchtgebruiker zal verplicht worden de gewone onderhoudsherstellingen op zich te nemen. 80 Een laatste verplichting die rust op de vruchtgebruiker is bijdragen in de lasten en de schulden van het vruchtgebruik Artikel 578 BW 79 A. VERBEKE, Vruchtgebruik/Bevoegdheid vruchtgebruiker/beschikkings- en vervreemdingsgebod in A. VERBEKE, Vermogensplanning met een effect bij leven : schenking, Gent, Larcier, 2005, 371. (Hierna verkort A. VERBEKE, Vruchtgebruik/Bevoegdheid vruchtgebruiker/beschikkings- en vervreemdingsgebod ) 80 Artikel 605 BW t.e.m. 616 BW 19

24 2. Genieten als een goed huisvader a. Algemeen De verplichting tot het genieten als een goede huisvader volgt logischerwijs uit de teruggaveplicht van de vruchtgebruiker. Om een goed op het einde van het vruchtgebruik in de oorspronkelijke staat te kunnen teruggeven, is het genot als een goede huisvader vereist. De verplichting tot het genieten als een goede huisvader vindt zijn grondslag in artikel 601 BW, dat stelt dat de vruchtgebruiker verplicht is om borg te stellen, om als goed huisvader te genieten. De vraag is wat precies bedoeld wordt met dat soort genot en hoe de vruchtgebruiker het goed precies zal moeten beheren. De rechtsleer stelt dat er een dubbel criterium is voor het beheer door de vruchtgebruiker, namelijk een abstract en een concreet beheerscriterium. 82 Het abstracte criterium stelt dat de vruchtgebruiker de goederen moet beheren als een goede huisvader, een bonus pater familias. Het concept van goede huisvader betekent dus dat de vruchtgebruiker zich zou moeten gedragen als een normale zorgvuldige persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden. 83 Bij dat abstracte criterium wordt er geen rekening gehouden met specifieke persoonlijke eigenschappen of zwakheden van personen. 84 Aangezien de vruchtgebruiker geen normaal maar een specifiek persoon is, zal die zich echter moeten gedragen als een normale en zorgvuldige vruchtgebruiker, geplaatst in dezelfde omstandigheden. Daaruit volgt de toepassing van het concrete beheerscriterium, namelijk het beheren zoals de eigenaar. De wet bepaalt letterlijk dat de vruchtgebruiker het recht heeft om van de zaak te genieten zoals de eigenaar zelf. 85 Dat genieten zoals de eigenaar zelf moet wel genuanceerd worden. Het gaat hier om doelgebonden genieten en gebruiken, aangezien het beheer door de vruchtgebruiker wordt begrensd door de verplichting om te handelen als een goede huisvader. In de klassieke visie oordeelde men 82 A. VERBEKE, Vruchtgebruik/Bevoegdheid vruchtgebruiker/verbeteringswerken in Vermogensplanning met een effect bij leven : schenking, Gent, Larcier, 2005, Criterium gehanteerd in contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. L. CORNELIS, Beginselen van het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. 1. De onrechtmatige daad. Antwerpen, Maklu, 1989, R. DE CORTE, Overzicht van het burgerlijk recht, Mechelen, Kluwer, 2005, Artikel 578 Burgerlijk Wetboek 20

25 dat dat betekent dat er een absoluut vervreemdings- en beschikkingsverbod was voor de vruchtgebruiker. 86 Een meer genuanceerde visie stelt dat de vruchtgebruiker in bepaalde omstandigheden wel daden van beschikking en vervreemding kan stellen, maar daarbij dus moet handelen als een goede huisvader. 87 Dat concrete beheerscriterium kan men dus preciezer omschrijven als de verplichting voor de vruchtgebruiker om het goed te beheren zoals de eigenaar, dus met eerbiediging van de bestemming die eraan werd gegeven door de eigenaar. Die verplichting zal uitgebreider aan bod komen onder de volgende titel. Aangezien de vruchtgebruiker van het goed zal mogen genieten als een goede huisvader, zal hij het goed niet in exact dezelfde staat als de oorspronkelijke staat moeten teruggeven om te voldoen aan zijn teruggaveplicht. Een normale slijtage van het goed zal door de blote eigenaar aanvaard moeten worden, als die overeenstemt met een normaal en zorgvuldig beheer. 88 Uit de verplichtingen om te genieten als een goede huisvader enerzijds en om het goed in de oorspronkelijke staat terug te geven anderzijds, kan men afleiden dat de vruchtgebruiker daarnaast verplicht is om het goed in stand te houden. Dat wil zeggen dat de vruchtgebruiker de zaak zal moeten bewaren en verlies, schade of waardevermindering zal moeten voorkomen. 89 De vruchtgebruiker zal de blote eigenaar er bijvoorbeeld van op te hoogte moeten stellen wanneer derden diens eigendomsrecht bedreigen, maar hij zal ook erfdienstbaarheden moeten gebruiken opdat die niet door onbruik zouden verdwijnen. 90 Die verplichting is evenmin van openbare orde is, aangezien ze slechts de private belangen van de blote eigenaar beschermt. Dat impliceert dat de partijen er zullen kunnen van 86 Rb. Brussel 11 juni 1929, Rev.prat.not.b. 1930, A. VERBEKE, Vruchtgebruik/Bevoegdheid vruchtgebruiker/beschikkings- en vervreemdingsgebod, 372.; A. VERBEKE, Creatief met vruchtgebruik, 547. Wanneer de vruchtgebruiker het vruchtgebruik over een handelszaak verkrijgt, zal deze bijvoorbeeld nog het handelswaar mogen verkopen of versleten bedrijfsuitrusting vervangen. J. HERBOTS, Vruchtgebruik, I.I P. VITS, Vruchtgebruik: burgerrechtelijke aspecten in D. MEULEMANS, Vruchtgebruik, erfpacht en opstal, Antwerpen, Maklu, 1998, 33. (Hierna verkort P. VITS, Vruchtgebruik: burgerrechtelijke aspecten ) 89 N. VANDENBEEK, Terbeschikkingstelling van onroerende goederen. Grondige analyse van enkele rechtsfiguren, J. HERBOTS, Vruchtgebruik, I.I

26 afwijken. 91 De blote eigenaar zal een lichtere of zwaardere zorgvuldigheid ten laste van de vruchtgebruiker kunnen leggen dan hij verwacht van een goede huisvader. 92 De vruchtgebruiker zal echter niet volledig vrijgesteld kunnen worden. Hij zal steeds moeten instaan voor bedrog of een daarmee gelijkgestelde grove fout, ongeacht wat de partijen overeengekomen zijn. 93 b. Evaluatie In functie van de teruggaveplicht werd de verplichting opgenomen om te genieten als een goede huisvader. De vruchtgebruiker zal zich moeten gedragen als een normale zorgvuldige vruchtgebruiker, geplaatst in dezelfde omstandigheden. Die verplichting zal de rechten van de vruchtgebruiker inperken, maar zal er ook voor zorgen dat de vruchtgebruiker handelt met respect en in het belang van de blote eigenaar. Het valt op dat die verplichting niet nauwkeurig werd uitgewerkt in de wet en het niet duidelijk is wat er precies onder verstaan moet worden. Bovendien worden valse verwachtingen gecreëerd door in artikel 578 BW te bepalen dat de vruchtgebruiker kan genieten zoals de eigenaar zelf. Aangezien de verplichting een feitenkwestie is, zal het bij onduidelijkheden de taak van de rechter zijn om te oordelen of een vruchtgebruiker al dan niet als een goede huisvader heeft genoten. Om latere conflicten op dat vlak te vermijden zou ik aanraden om in de vestigingsakte duidelijk te omschrijven wat verstaan moet worden onder het beheer als een goede huisvader, bij voorkeur aan de hand van een aantal voorbeelden. Uit de verplichting om het goed te beheren als een goede huisvader, volgt de verplichting voor de vruchtgebruiker om het goed in stand te houden. De vruchtgebruiker zal alle handelingen moeten stellen om te vermijden dat het goed vermindert in waarde, dat er schade aan berokkend wordt of dat het goed verloren gaat. De verplichting om het goed te bewaren houdt in principe in dat het goed niet vervreemd mag worden en dat de vruchtgebruiker er niet over mag beschikken. Persoonlijk acht ik dat vervreemdings- of beschikkingshandelingen wel toegelaten moeten worden, als ze gesteld worden als gevolg 91 H. DE PAGE, Traité, R. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek burgerlijk recht, R. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek burgerlijk recht,

Draagwijdte van de rechten en plichten van de vruchtgebruiker van een onroerend goed - Goede afspraken maken goede vrienden

Draagwijdte van de rechten en plichten van de vruchtgebruiker van een onroerend goed - Goede afspraken maken goede vrienden Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 Draagwijdte van de rechten en plichten van de vruchtgebruiker van een onroerend goed - Goede afspraken maken goede vrienden Masterproef

Nadere informatie

De plichten van de vruchtgebruiker kritisch doorgelicht

De plichten van de vruchtgebruiker kritisch doorgelicht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-14 De plichten van de vruchtgebruiker kritisch doorgelicht Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Ingediend door Sanne Van

Nadere informatie

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3 INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT.... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN.... 3 Inleiding.... 3 Hoofdstuk I. Onderscheid der goederen.... 4 Afdeling I. Belangrijkste indelingen.... 4 Afdeling II. Roerende en

Nadere informatie

DE CONTRACTUELE MODULERING VAN DE GEBRUIKS- EN BESCHIKKINGSBEVOEGDHEDEN VAN DE VRUCHTGEBRUIKER Ruud Jansen en Koen Swinnen... 51

DE CONTRACTUELE MODULERING VAN DE GEBRUIKS- EN BESCHIKKINGSBEVOEGDHEDEN VAN DE VRUCHTGEBRUIKER Ruud Jansen en Koen Swinnen... 51 INHOUD DE KWALIFICATIE VAN HET RECHT VAN VRUCHTGEBRUIK: CONTRACTUELE MOGELIJKHEDEN EN AFBAKENING TEGENOVER OPSTAL, ERFPACHT EN HUUR Nicolas Carette en Julie Del Corral.............................. 1 I.

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Alain Verbeke Buitengewoon Hoogleraar Leuven, Antwerpen, Tilburg Advocaat Philippe & Partners Onderwerp Vruchtgebruik: creatief met rechthebbenden Datum 1999 Copyright and disclaimer Gelieve er

Nadere informatie

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ON- ROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN N. VANDEBEEK Advocaat

Nadere informatie

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN

Nadere informatie

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Begripsbepaling H OOFDSTUK H OOFDSTUK Begripsbepaling I 1. WETTELIJKE DEFINITIE Artikel 1075 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt: De vader, de moeder en andere bloedverwanten in de opgaande lijn kunnen hun goederen

Nadere informatie

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51 INHOUD BOEK VIII. HUWELIJKSSTELSELS.... 1 Inleiding... 3 TITEL I HET HUWELIJKSCONTRACT.... 5 Hoofdstuk I. Inleiding.... 5 Hoofdstuk II. Inhoud van het huwelijkscontract.... 10 Afdeling I. Huwelijksovereenkomsten....

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen 35 Enkele belangrijke begrippen en afkortingen De volgende lijst geeft een beknopte omschrijving 3 van enkele juridische termen die in dit boek aan bod komen, en dient enkel om die begrippen beter te kunnen

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een

Nadere informatie

privé-vermogenvermogen

privé-vermogenvermogen FAMILIAAL VERMOGENSRECHT VENNOOTSCHAPSRECHT Inleiding Prof. Dr. Johan Du Mongh KU Leuven Advocaat Johan Du Mongh 1 Johan Du Mongh 2 Het huwelijksgoederenrecht speelt op het ogenblik van inbreng van privé-vermogenvermogen

Nadere informatie

DE OVERGANG ONDER LEVENDEN OM NIET VAN ROERENDE GOEDEREN DE VORM VAN EEN SCHENKING

DE OVERGANG ONDER LEVENDEN OM NIET VAN ROERENDE GOEDEREN DE VORM VAN EEN SCHENKING DE OVERGANG ONDER LEVENDEN OM NIET VAN ROERENDE GOEDEREN DE VORM VAN EEN SCHENKING De wettelijke vorm om een schenking te doen is de notariële akte. De uitzonderingen op dit principe zijn onder andere:

Nadere informatie

VRUCHTGEBRUIK. Mogelijkheden, beperkingen en innovaties. Vincent Sagaert Alain-Laurent Verbeke (eds.) Antwerpen Cambridge

VRUCHTGEBRUIK. Mogelijkheden, beperkingen en innovaties. Vincent Sagaert Alain-Laurent Verbeke (eds.) Antwerpen Cambridge VRUCHTGEBRUIK VRUCHTGEBRUIK Mogelijkheden, beperkingen en innovaties Vincent Sagaert Alain-Laurent Verbeke (eds.) Antwerpen Cambridge Editors: Vincent Sagaert, Hoogleraar KU Leuven, KULAK en UA Advocaat

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

ENKELE PROBLEMEN INZAKE DE OMZETTING

ENKELE PROBLEMEN INZAKE DE OMZETTING ENKELE PROBLEMEN INZAKE DE OMZETTING VAN HET VRUCHTGEBRUIK NADER BEKEKEN Masterproef in het kader van de opleiding Master in het notariaat Ingediend door: NATHALIE BONTINCK Studentennummer: 20054899 Academiejaar

Nadere informatie

VEERTIG JAAR INSTITUUT VOOR FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Em. ROGER DILLEMANS... xi

VEERTIG JAAR INSTITUUT VOOR FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Em. ROGER DILLEMANS... xi VEERTIG JAAR INSTITUUT VOOR FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Em. ROGER DILLEMANS... xi DE WET VALKENIERS, EEN GEMISTE KANS? Prof. MIEKEN PUELINCKX-COENE...1 I. De bedoeling van de wet...1 II. Betekenis van

Nadere informatie

Hoe beveilig ik mijn partner?

Hoe beveilig ik mijn partner? Hoe beveilig ik mijn partner? Brussel, 22 oktober 2011 2 Agenda Planning tussen partners Samenwonenden Echtgenoten Civiel- en fiscaal statuut Instrumenten Van testament tot contract 3 Wettelijke bescherming

Nadere informatie

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 p. Inhoud... V Titel 1. Juridische aspecten.... 1 Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 Hoofdstuk 2. Algemene beschouwingen over de schenking onder de levenden... 2 Afdeling 1. Definitie...... 2 Afdeling 2. Grondvereisten

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Het is nadien aan de hoofdaannemer en de onderaannemer zelf om onderling uit te maken aan wie de consigneerde som uiteindelijk zal toekomen.

Het is nadien aan de hoofdaannemer en de onderaannemer zelf om onderling uit te maken aan wie de consigneerde som uiteindelijk zal toekomen. Het nieuwe artikel 1798 lid 3 BW: mogelijkheid voor de bouwheer tot consignatie van de betwiste schuldvordering van de onderaannemer op de hoofdaannemer 1. De uitoefening van de rechtstreekse vordering

Nadere informatie

VESTIGING, ONTSTAAN EN EINDE VAN EEN ERFDIENSTBAARHEID DOOR

VESTIGING, ONTSTAAN EN EINDE VAN EEN ERFDIENSTBAARHEID DOOR Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 VESTIGING, ONTSTAAN EN EINDE VAN EEN ERFDIENSTBAARHEID DOOR BESTEMMING VAN DE HUISVADER Masterproef van de opleiding Master in de rechten

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving

Nadere informatie

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1: INDELING VAN HET RECHT 3 1.1. Het publiekrecht 4 1.1.1. Het staatsrecht 4 1.1.2. Het administratief recht 5 1.1.3. Het strafrecht 6 1.1.4. Het fiscaal

Nadere informatie

FAQ Schenkingen en Legaten

FAQ Schenkingen en Legaten FAQ Schenkingen en Legaten SCHENKINGEN EN LEGATEN AAN DOMINIEK SAVIO Waarom kiezen voor Dominiek Savio voor een schenking of (duo)legaat? Dominiek Savio wil voor kinderen, jongeren en volwassenen met een

Nadere informatie

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... INHOUD VOORWOORD... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... 3 I. Algemeen... 3 II. Verplichting

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

www.mentorinstituut.be Een goed plan draagt inzicht en perspectief

www.mentorinstituut.be Een goed plan draagt inzicht en perspectief www.mentorinstituut.be Een goed plan draagt inzicht en perspectief vastgoed Brussel, 16 november 2013 J. Ruysseveldt 2 Agenda Problematiek bij overdracht Via klassieke technieken: schenking, verkoop, inbreng,

Nadere informatie

Estate Planning. crashed.life / photocase.com HOEZO, GEGEVEN IS GEGEVEN?

Estate Planning. crashed.life / photocase.com HOEZO, GEGEVEN IS GEGEVEN? Estate Planning crashed.life / photocase.com HOEZO, GEGEVEN IS GEGEVEN? ONS ADVIES OM CONTROLE TE HOUDEN OVER UW GESCHONKEN BELEGGINGSPORTEFEUILLE Vermogen overhevelen naar een volgende generatie is relatief

Nadere informatie

VOORWOORD...v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

VOORWOORD...v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... VOORWOORD...v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1 Hfdst I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...3 I. Algemeen...3 II. Verplichting tot hulp

Nadere informatie

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS De bepalingen die hierna zijn voorzien vullen het lexicon, het hoofdstuk "B.A. Uitbating" en het hoofdstuk "Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Aanloop tot wetswijziging

Aanloop tot wetswijziging De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. De reserve

HOOFDSTUK 4. De reserve HOOFDSTUK 4 De reserve 35. Grondbeginsel De wet (BW, art. 913 en volgende) legt een reserve vast ten gunste van sommige wettelijke erfgenamen (de wettige bloedverwanten in opgaande lijn, de bloedverwanten

Nadere informatie

FAMILIAAL VERMOGENSRECHT IN 143 UITSPRAKEN

FAMILIAAL VERMOGENSRECHT IN 143 UITSPRAKEN FAMILIAAL VERMOGENSRECHT IN 143 UITSPRAKEN Walter PINTENS Hoogleraar K.U. Leuven Frank BUYSSENS Assistent K.U. Leuven Huwelijksvermogensstelsels Schenkingen Erfenissen - Testamenten Familiale Schikkingen

Nadere informatie

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 67 H o o f d s t u k I Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 1. Algemeen Afdeling 1 Toestemming 94. Krachtens artikel 2015 BW wordt borgtocht niet vermoed en moet het uitdrukkelijk

Nadere informatie

Bedenkingen bij schenkingen van onroerende goederen tussen echtgenoten. Hoe verrekenen ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap?

Bedenkingen bij schenkingen van onroerende goederen tussen echtgenoten. Hoe verrekenen ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap? Bedenkingen bij schenkingen van onroerende goederen tussen echtgenoten. Hoe verrekenen ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap? Elisabeth DE NOLF en Bénédicte VAN DER HEYDE Nieuwsbrief Notariaat,

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner 44 Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner Dag zei ik tegen haar dag kom Ik je nog eens tegen, glimlachend Maar de wind blies weg Haar gezicht in het water En ik knikte en ik werd onzichtbaar In het stille

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13 5 WOORD VOORAF 3 Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Verantwoording 15 1.2 Het begrip recht 16 1.2.1 Algemeen 16 1.2.2 Een geheel van algemeen geldende normatieve regels 17 1.2.3

Nadere informatie

www.mentorinstituut.be

www.mentorinstituut.be www.mentorinstituut.be Weg met Napoleon erfenissen op maat! Finance Day, 1 juni 2013 2 Agenda Voorstellen justitieminister Beleidsnota 9 januari 2013 Belgisch erfrecht: ingewikkeld star niet aangepast

Nadere informatie

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 1 : Vruchtgebruik

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 1 : Vruchtgebruik Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 1 : Vruchtgebruik Prof. dr. Stijn Goeminne, Vakgroep Public Governance, Management & Finance, Universiteit Gent.

Nadere informatie

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE 77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel 02 290 04 00 Fax 02 290 04 10 info@vdelegal.be 19 / 03 / 2009 Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE Inleiding - Uitgangspunt : o valorisatie

Nadere informatie

VR DOC.0453/2BIS

VR DOC.0453/2BIS VR 2018 0405 DOC.0453/2BIS Ontwerp van decreet tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting,

Nadere informatie

Stéphanie Crombez. Promotor: Prof. dr. Annelies Wylleman Copromotor: Mevr. Lies Pottier. Aantal woorden: Studentennummer:

Stéphanie Crombez. Promotor: Prof. dr. Annelies Wylleman Copromotor: Mevr. Lies Pottier. Aantal woorden: Studentennummer: DE BEVOEGDHEIDSAFBAKENING TUSSEN NOTARIS EN RECHTBANK BIJ DE OMZETTING VAN HET VRUCHTGEBRUIK VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT OF LANGSTLEVENDE WETTELIJK SAMENWONENDE PARTNER Aantal woorden: 21.155 Stéphanie

Nadere informatie

Juridische begrippen in begrijpelijke taal

Juridische begrippen in begrijpelijke taal Juridische begrippen in begrijpelijke taal Aanverwanten De (groot)ouders, ooms, tantes, broers en zussen van uw partner zijn uw aanverwanten, ofwel de aangetrouwden, ook wel de koude kant. Akte Een akte

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...

INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE... INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... ix xi xix INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...7 DEEL I. DE ERFOVERGANG VAN AANDELEN AB INTESTATO...9

Nadere informatie

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TRIEVEN De successie- en schenkingsrechten verschillen per gewest.. DE SUCCESSIERECHTEN EN DE SCHENKINGSRECHTEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1. SUCCESSIERECHTEN

Nadere informatie

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET.

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET. HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET. R. KUMPEN Wanneer in erfrechtelijke dossiers het woord vruchtgebruik (VG) opduikt ontstaat vaak de grootste verwarring, vandaar deze nota voor enige toelichting.

Nadere informatie

Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting

Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting Masterproef van de opleiding

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING

REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING TUSSEN: Mevrouw X En Meneer Y EN IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Partijen willen overgaan tot echtscheiding

Nadere informatie

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht Larcier... i

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht Larcier... i echtscheiding_toestemmingtoc.fm Page iii Tuesday, November 8, 2005 9:43 AM iii Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht Larcier................ i Hoofdstuk I Voorwaarden.................................

Nadere informatie

Structuur van het volume Schenking

Structuur van het volume Schenking Voorwoord Inbedding Dit boek is het tweede volume van het Handboek Estate Planning, Algemeen Deel. In de voorgaande pagina s kon u nadere uitleg en toelichting vinden bij het globale concept van dit handboek.

Nadere informatie

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2 HOOFDSTUK 1 DE WISSELWERKING TUSSEN SCHENKINGEN EN UITERSTE WILSBESCHIKKINGEN Annelies Wylleman Hoofddocent Vakgroep Burgerlijk Recht Universiteit Gent Notaris Lise Voet Assistent Vakgroep Burgerlijk Recht

Nadere informatie

HET RECHT VAN ERFPACHT HEEFT DRIE ESSENTIELE KENMERKEN:

HET RECHT VAN ERFPACHT HEEFT DRIE ESSENTIELE KENMERKEN: RECHT VAN ERFPACHT BEGRIP Het recht van erfpacht is het recht om het volle genot te hebben van een onroerend goed, dat aan iemand anders toebehoort, gedurende een periode van minimaal 27 jaar tot maximaal

Nadere informatie

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

CONSULTATIES - CLAUSULES

CONSULTATIES - CLAUSULES NEDERLANDSTALIGE BENOEMINGSCOMMISSIE VOOR HET NOTARIAAT Bergstraat, 30 32 B 1000 Brussel Tel. 02 506 46 44 Fax 02 506 46 49 info@bcn.not.be VERGELIJKEND EXAMEN 2001 TOT RANGSCHIKKING VAN DE KANDIDAAT-NOTARISSEN

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Beknopte inhoudstafel

Beknopte inhoudstafel Beknopte inhoudstafel Inleiding... 1 Eerste titel. Erfenissen... 5 Eerste hoofdstuk. Openvallen van erfenissen en bezit van de erfgenamen... 5 Hoofdstuk II. Hoedanigheden vereist om te kunnen erven...

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

Vruchtgebruik-blote eigendom-verhoudingen in het appartementsrecht

Vruchtgebruik-blote eigendom-verhoudingen in het appartementsrecht UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Academiejaar 2012-2013 Vruchtgebruik-blote eigendom-verhoudingen in het appartementsrecht Promotor: Annelies Wylleman Co-promotor: Daan De Witte Masterscriptie

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13 Inhoud Inleiding 13 Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Hoofdstuk 2 Het wettelijk stelsel 25 1 Algemeen 25 2 Samenstelling van het vermogen: actief 27 2.1 Het gemeenschappelijk vermogen

Nadere informatie

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst?

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst? A C C O U N T A N T S B E L A S T I N G C O N S U L E N T E N De handelshuurovereenkomst Wie een pand huurt om er handel te drijven, heeft behoefte aan een zekere duurzaamheid, zekerheid, stabiliteit.

Nadere informatie

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1 iii Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. i Inleiding............................................... 1 Hoofdstuk I. Wanneer bestaat een dienstbaarheid ten

Nadere informatie

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd

Nadere informatie

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen.

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen. 4. Erfrecht L E E R D O E L S T E L L I N G E N Je kan - de basisprincipes van de erfregeling opzoeken en illustreren met voorbeelden; - de successierechten berekenen voor een aantal erfenissen; - de schenking

Nadere informatie

Opleiding. Boekhouden. Code + officiële benaming van de module. C 3 Burgerlijk, handels- en economisch recht. Academiejaar 2015-2016.

Opleiding. Boekhouden. Code + officiële benaming van de module. C 3 Burgerlijk, handels- en economisch recht. Academiejaar 2015-2016. Opleiding Boekhouden Code + officiële benaming van de module C 3 Burgerlijk, handels- en economisch recht Academiejaar 2015-2016 Semester 1 Studieomvang 6 studiepunten Totale studietijd 120 Aantal lestijden

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

DE IMPACT VAN HET NIEUWE ERFRECHT OP IN HET VERLEDEN UITGEWERKTE FAMILIALE VERMO- GENSPLANNINGEN.

DE IMPACT VAN HET NIEUWE ERFRECHT OP IN HET VERLEDEN UITGEWERKTE FAMILIALE VERMO- GENSPLANNINGEN. DE IMPACT VAN HET NIEUWE ERFRECHT OP IN HET VERLEDEN UITGEWERKTE FAMILIALE VERMO- GENSPLANNINGEN. Aantal woorden: 23.675 Lynn Fermyn Studentennummer: 01200348 Promotor: Prof. dr. Jan Bael Commissaris:

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp I. Artikelen 792 en 1448 BW. Heling: toepassingsvoorwaarden. II. Artikelen 1446 en 1447 BW. Toewijzing bij voorrang. Moet het huisraad overgenomen worden met

Nadere informatie

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Contracten: basisbeginselen Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Introductie Van der Gucht Advocaten Pure Advocaten Voskenslaan 34 9000 Gent Doel: basisbeginselen Contracten (principes

Nadere informatie

Beperkte absolute rechten(die op zaken en rechten kunnen rusten): - Vruchtgebruik art. 3:201 BW

Beperkte absolute rechten(die op zaken en rechten kunnen rusten): - Vruchtgebruik art. 3:201 BW Samenvatting Vermogensrecht Sharon 25-11-17 H8 Erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en vruchtgebruik Het eigendomsrecht is het meest omvattende absolute recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Nu

Nadere informatie

hoofdstuk 6 Huren Huren 131

hoofdstuk 6 Huren Huren 131 hoofdstuk 6 131 Inleiding Samenwonenden en gehuwden kunnen ervoor kiezen om, eventueel voorlopig, samen een woning te huren in plaats van onmiddellijk samen een huis te bouwen of te kopen. In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen?

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen? Inhoudstafel Voorwoord 1 Deel 1 - U bent gehuwd Wat betekent dit voor uw bezittingen? 1 U bent gehuwd zonder huwelijks contract 5 11 Wat betekent dit eigenlijk? 5 12 Welke goederen zijn van wie? 5 121

Nadere informatie

1. Onterven. 2. Generatiesprong

1. Onterven. 2. Generatiesprong 1. Onterven Ik leef in onmin met mijn moeder, die een huis bezit en verscheidene bankrekeningen heeft. Kan zij bewerkstelligen dat mij helemaal niets zou toekomen? Neen. Kinderen kunnen niet volledig onterfd

Nadere informatie

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Ten geleide... enkele cijfers...

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Ten geleide... enkele cijfers... v De Bibliotheek Handelsrecht Larcier................................. Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht............... i iii Ten geleide... enkele cijfers.........................................

Nadere informatie

Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting

Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting Hoorzitting, Vlaams Parlement, 20 februari 2018 1 Inleiding / agenda Verwijzing naar het verslag van de hoorzitting van 6 februari

Nadere informatie

Wettelijk erfrecht Duitsland

Wettelijk erfrecht Duitsland De positie van de langstlevende echtgenoten in het Duitse, Franse, Luxemburgse, Belgische en Nederlandse erfrecht Dr. Rembert Süβ Deutsches Notarinstitut Wettelijk erfrecht Duitsland Beperkte vooruitneming

Nadere informatie

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14 Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14 Testamenten en legaten Een gebaar voor het leven 1 IS ER LEVEN NA DE DOOD? DE DOOD IS EEN DEEL VAN HET LEVEN. MAAR WAT GEBEURT ER MET MIJN BEZIT ALS

Nadere informatie

De hervorming van het erfrecht. Grote lijnen van de wet van 31 juli 2017 en aandachtspunten Vlaamse registratie- en erfbelasting

De hervorming van het erfrecht. Grote lijnen van de wet van 31 juli 2017 en aandachtspunten Vlaamse registratie- en erfbelasting De hervorming van het erfrecht Grote lijnen van de wet van 31 juli 2017 en aandachtspunten Vlaamse registratie- en erfbelasting Inleiding Inleiding Wet van 31 juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk

Nadere informatie

7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt?

7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt? 7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt? 7.1. Wat is het? Als u aan vermogens- en successieplanning doet, wilt u ervoor zorgen dat uw vermogen bij uw eigen familie (met name

Nadere informatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN Wie: 2 ongehuwde personen die minstens 18 jaar zijn en geen dichte verwantschap hebben 2 ongehuwde personen die minimum 18 jaar zijn en bekwaam zijn om een contract af te sluiten contract ook enkel mogelijk

Nadere informatie

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst NKVK 13 oktober 2015 Lore Derdeyn Overzicht 1. Bewijs van de aannemingsovereenkomst 2. Belangrijke clausules van de aannemingsovereenkomst

Nadere informatie

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

DEEL 3. Wettelijk samenwonen DEEL 3 Wettelijk samenwonen DE RECHTEN VAN HET PAAR 1 Procedure Wettelijk samenwonen houdt het midden tussen samenwonen zonder meer (zonder bescherming voor de partners) en het huwelijk (dat de echtgenoten

Nadere informatie

DOSSIER. De Burgerlijke Maatschap

DOSSIER. De Burgerlijke Maatschap DOSSIER De Burgerlijke Maatschap U wil uw beleggingsportefeuille nu al aan uw kinderen schenken, maar tegelijk wenst u ook controle te blijven houden en inkomsten te ontvangen? In dat geval kan de burgerlijke

Nadere informatie

Inhoudstafel. DEEL 1 Inleiding... 1

Inhoudstafel. DEEL 1 Inleiding... 1 Inhoudstafel Inhoudstafel WAARSCHUWING................................................ HANDLEIDING.................................................. vii ix DEEL 1 Inleiding....................................................

Nadere informatie

Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11. Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13

Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11. Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13 Inhoudstafel Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11 Stefan Ruysschaert Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13 Hoofdstuk 2. Hoe wordt het vruchtgebruik correct gewaardeerd?

Nadere informatie

Deze scriptie is mede tot stand gekomen dankzij de bijstand en steun van tal van personen, die ik bij deze dan ook graag zou bedanken.

Deze scriptie is mede tot stand gekomen dankzij de bijstand en steun van tal van personen, die ik bij deze dan ook graag zou bedanken. SAMENVATTING De bepalingen met betrekking tot het erfrecht van de langstlevende echtgenoot zijn aan hervorming toe. Net zoals heel wat andere bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn deze bepalingen

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

Vruchtgebruik en art. 344 W.I.B. 1992

Vruchtgebruik en art. 344 W.I.B. 1992 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2013 2014 Vruchtgebruik en art. 344 W.I.B. 1992 Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen

Nadere informatie

Erfrecht. Wie erft wat?

Erfrecht. Wie erft wat? Erfrecht. Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Iven De Hoon Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Lees nu

Nadere informatie

UITDOVING VAN ERFDIENSTBAARHEDEN IN HET ALGEMEEN

UITDOVING VAN ERFDIENSTBAARHEDEN IN HET ALGEMEEN Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 UITDOVING VAN ERFDIENSTBAARHEDEN IN HET ALGEMEEN Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Christian Buysse (studentennr.

Nadere informatie