Sociaal plan voor de vorming van de omgevingsdienst IJsselland

Transcriptie

1 Sociaal plan voor de vorming van de omgevingsdienst IJsselland

2 INHOUDSOPGAVE PREAMBULE 4 UITGANGSPUNTEN 5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN ALGEMEEN DEFINITIES EN AFKORTINGEN WERKINGSSFEER 8 HOOFDSTUK 2 ARBEIDSVOORWAARDEN NIEUWE ORGANISATIE, INSCHALING REIS- EN VERBLIJFKOSTEN DIENSTREIZEN REISKOSTEN WOON-/WERKVERKEER EXTRA VERLOF PENSIOENVOORZIENING ZIEKTEKOSTENVERZEKERING VERZEKERINGEN 10 HOOFDSTUK3 PLAATSINGSPROCES UITGANGSPUNTEN PLAATSING PREALLOCATIE PLAATSINGSPROCEDURE VOLGORDE BIJ PLAATSING SLEUTELFUNCTIES BOVENFORMATIVITEIT IN EEN ONGEWIJZIGDE FUNCTIE VERPLICHTINGEN VAN DE MEDEWERKER OPENSTELLEN VAN FUNCTIES VOOR EXTERNE WERVING VOORBEREIDINGSCOMMISSIE TOETSINGSCOMMISSIE BEDENKINGEN BEZWAAR EN BEROEP 14 HOOFDSTUK4 OVERGANGSMAATREGELEN SALARISGARANTIE GARANTIEBEDRAG NAAR RATO BETREKKINGSOMVANG REISKOSTEN WOON-/WERKVERKEER DIENSTJAREN VERLOF PERSONEELSDOSSIERS HYPOTHECAIRE LENINGEN 17 HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN EVALUATIE HARDHEIDSCLAUSULE CITEERTITEL 18 ONDERTEKENING ONDERHANDELAARSAKKOORD 18 BIJLAGE: PLAATSING PROCES IN SCHEMA 19 sociaal plan ornqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 2 van 19

3 Het algemeen bestuur van de omgevingsdienst IJsselland; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur; overwegende dat in het kader van de nieuw te vormen omgevingsdienst IJsselland (OD) er maatregelen moeten worden getroffen voor de rechtspositie van de bij de vorming van de omgevingsdienst betrokken medewerkers; gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg d.d. 12 juni 2017; gelet op de bepalingen van de CAR-UWO en de hierbij behorende uitvoeringsregelingen, in het bijzonder de hoofdstukken 12 en 15, en vooral de artikelen 12:1 :5, 12:2 en volgende, en 15:1:10, welke zoveel als mogelijk van overeenkomstige toepassing zijn voor omgevingsdienst; BESLUIT tot vaststelling van het volgende: SOCIAAL PLAN vorming omgevingsdienst IJsselland sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 3 van 19

4 Preambule Dit sociaal plan voor de vorming van de omgevingsdienst IJsselland is een nadere uitwerking van artikel 12: 1 :5 van de Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO), waarin is opgenomen dat het dagelijks bestuur overleg voert met vertegenwoordigers van de organisaties van overheidspersoneel bij ingrijpende verandering van de gemeentelijke organisatie als geheel of van de inrichting van enig dienstonderdeel en nadere regels overeenkomt over de wijze van uitvoeren van deze veranderingen. Naar analogie van deze bepaling lezen we voor "het college van burgemeester en wethouders" voor omgevingsdienst "het dagelijks bestuur". Het algemeen bestuur van de omgevingsdienst IJsselland is dit sociaal plan overeengekomen met de vertegenwoordigers van de vakorganisaties FNV Overheid en CNV Overheid. Het is bedoeld voor de overgang van medewerkers van de partners die samen participeren in de nieuwe organisatie, de omgevingsdienst IJsselland. De belangen van het personeel, werkzaam bij de nieuwe en/of de latende organisatie zullen door de betrokken partijen zorgvuldig worden gewogen. Het sociaal plan is uitsluitend van toepassing voor de medewerkers die werkzaam zijn bij en verbonden zijn aan de taken die worden overgedragen aan de omgevingsdienst IJsselland door de gemeenten Zwolle, Raalte, Dalfsen, Zwartewaterland, Olst-Wijhe, Staphorst, Kampen, Steenwijkerland, Deventer, de bestuursdienst Ommen-Hardenberg en de provincie Overijssel. Dit sociaal plan is ook bedoeld om voorwaarden te creëren waaronder het personeel in dienst kan treden bij de omgevingsdienst IJsselland. Ambitie van partijen is dat medewerkers graag bij de omgevingsdienst IJsselland willen werken; ze hebben mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen, het werk is uitdagend en het werk is professioneel. sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 4 van 19

5 Uitgangspunten De omgevingsdienst IJsselland is bij de indienstneming van medewerkers vanuit de provincie Overijssel en de deelnemende gemeenten rechtspositioneel gehouden om het sociaal plan overeenkomstig toe te passen. 1. De latende organisatie bepaalt welke medewerkers in aanmerking komen voor overgang naar de omgevingsdienst IJsselland. In eerste instantie komen daarvoor in aanmerking de zogenoemde functievolgers. Voor medewerkers met een samengesteld takenpakket geldt bij een takenpakket van 70% of meer primaire RUD-taken -en overigens voldoen aan de wettelijke kwaliteitscriteria- dat zij volledig overgaan (dus geen dubbel dienstverband of een verplicht dienstverband voor minder uren). Bij de plaatsing van personeel wordt ernaar gestreefd dat bezetting en formatie met elkaar in balans zijn zodat bij de latende organisatie noch bij omgevingsdienst IJsselland boventalligheid ontstaat. 2. Partijen mogen er in beginsel vanuit gaan dat de medewerkers die taken uitvoeren die overgaan naar de omgevingsdienst IJsselland, met die taken mee overgaan naar de omgevingsdienst IJsselland. Uitgangspunt van het sociaal plan is dat als het takenpakket van de medewerker bij de latende organisatie in belangrijke mate (75% of meer) terugkomt bij de omgevingsdienst IJsselland de medewerker rechtstreeks op de aan dat takenpakket verbonden functie wordt geplaatst (zogenoemde functievolger). Daar waar het niet mogelijk blijkt de medewerker te plaatsen op een ongewijzigde functie, zal de medewerker door middel van een zorgvuldige procedure bij de omgevingsdienst IJsselland op een passende of geschikte functie worden geplaatst. 3. Er wordt gewerkt aan een omgevingsdienst IJsselland waarin alle medewerkers vanuit een juiste rol een bijdrage leveren aan de organisatie en de samenleving. Waarbij iedereen in verhouding beloond wordt. Streven is om de ontwikkeling van de organisatie en de medewerkers samen te laten vallen. Soms lukt dat niet en kan de organisatie (aansluitend) geen gelijkwaardige functie bieden. In die situatie zoeken we naar een andere passende oplossing. Het kan noodzakelijk zijn medewerkers met behoud van salaris(-perspectief) te plaatsen in lager gewaardeerde functies. 4. Voor sleutelfuncties geldt selectie op basis van geschiktheid. Maar ook leidinggevenden die bij de latende organisatie aan het 70% criterium als genoemd bij 1. voldoen gaan over. Het criterium "medewerkers volgen hun taak" is niet op hen van toepassing. Voor hen geldt dat zij via een selectieprocedure op basis van geschiktheid in een sleutelfunctie kunnen worden benoemd. Als zij bij de omgevingsdienst IJsselland niet in een sleutelfunctie worden benoemd dan kunnen zij op eigen verzoek betrokken worden in het plaatsingsproces zoals deze voor niet-functievolgers geldt. 5. De functies die vacant blijven na de plaatsingsprocedure worden intern opengesteld. Alle medewerkers die zijn aangesteld bij de omgevingsdienst IJsselland of bij de latende organisaties, kunnen hierop reflecteren. Doel hiervan is om de beschikbare formatie in balans te brengen met het aantal medewerkers in ondersteunende functies met RUDtaken bij de betrokken organisaties. Eventueel kan de latende organisatie ervoor kiezen om eerst taken van deze groep medewerkers te clusteren, opdat zij aan het 70% criterium gaan voldoen. 6. Medewerkers behouden structureel een gelijkwaardig pakket aan arbeidsvoorwaarden. Bij werkgevers bestaan onderling arbeidsvoorwaardelijke verschillen. De gezamenlijke werkgevers willen niet bezuinigen op arbeidsvoorwaarden. 7. De duurzame inzetbaarheid van medewerkers wordt gewaarborgd zodat de werkgelegenheid in stand kan blijven. De omgevingsdienst IJsselland zal als goed werkgever blijven investeren in de opleiding en ontwikkeling van medewerkers, gericht op hun duurzame inzetbaarheid. ~ sociaal plan ornqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 5 van 19 ~

6 8. Het sociaal plan is zo volledig mogelijk. De afspraken in het sociaal plan regelen sociale en rechtspositionele gevolgen van vorming van de omgevingsdienst. In het BGO omgevingsdienst IJsselland worden separate afspraken over de procedure functiebeschrijving en -waardering gemaakt in een Procedureregeling HR21, evenals het vaststellen van de conversietabel HR De CAR-UWO is voor de nieuwe organisatie van toepassing. Voor de start van de nieuwe organisatie zullen voor zover nodig aanvullende (secundaire) arbeidsvoorwaarden in overleg met het BGO worden opgesteld. 10. Dit sociaal plan is uitsluitend van toepassing in het kader van het proces van oprichting en inrichting van de omgevingsdienst IJsselland en strekt zich uit tot de medewerkers die werkzaam zijn bij de twaalf betrokken gemeenten in de regio IJsselland en de provincie Overijssel. De afspraken die voortvloeien uit dit sociaal plan worden, voor zover van toepassing voor de individuele medewerker, vastgelegd en gewaarborgd in het aanstellingsbesluit bij de omgevingsdienst IJsselland. 11. Het uitgangspunt van dit sociaal plan is dat de oprichting en inrichting van de omgevingdienst IJsselland geen banen kost. In dit sociaal plan staan de principes die de werkgevers- en werknemersvertegenwoordiging overeenkomen om dat samen te bereiken. Van werkgever en werknemer vraagt dit inspanning en flexibiliteit bij toepassing van het "mens volgt taak" principe en zo nodig bij het aanbieden en aanvaarden van een passende of geschikte functie. 12. Als gevolg van de vorming van de omgevingsdienst IJsselland zullen geen gedwongen ontslagen plaatsvinden. 13. In de periode tot 1 januari 2020 wordt door de deelnemende organisaties aan de omgevingsdienst IJsselland geen taakstelling opgelegd. Als er efficiencymaatregelen worden ingevoerd na 1 januari 2020, zal nader overleg plaatsvinden met het Georganiseerd Overleg bij de omgevingsdienst IJsselland over de voorwaarden waaronder de eventueel daaruit voortvloeiende personele gevolgen kunnen worden geëffectueerd. 14. Dit sociaal plan treedt in werking de dag na ondertekening en heeft een looptijd tot en met 31 december Individuele rechten die zijn toegekend op grond van dit plan blijven ook na het verstrijken van de looptijd van kracht. sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief

7 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1.1 Algemeen Het sociaal plan voor de vorming van de omgevingsdienst, verder te noemen "sociaal plan", vormt de regeling waarin het algemeen bestuur in zijn rol van werkgever en de organisaties van overheidspersoneel, vertegenwoordigd in de Commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg, voor de ambtenaren afspraken hebben vastgelegd over wederzijdse rechten en plichten en de personele aspecten daarvan Onverminderd het bepaalde in lid 1 dient bij de uitvoering van dit sociaal plan het belang van de omgevingsdienst in volle omvang te worden meegewogen. 1.2 Definities en afkortingen a. Dagelijks Bestuur Dagelijks Bestuur omgevingsdienst; b. Bezwarencommissie Commissie, ingesteld of aangewezen door het dagelijks bestuur, die het dagelijks bestuur adviseert over door een betrokken medewerker tegen zijn plaatsing ingediend bezwaar; C. BGO Commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg; d. BOR Bijzondere Ondernemingsraad; e. CAR-UWO Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/ uitwerkingsovereenkomst sector gemeenten; f. Dienstjaren De tijd die is aangemerkt als ABP deelnemer (incl. eventuele militaire diensttijd) g. Functie Het geheel van werkzaamheden dat de medewerker volgens zijn functie beschrijving bij de oude werkgever dient te verrichten, dan wel bewijsbaar (schriftelijk vastgelegd) aan hem structureel is opgedra_gen; h. Functieboek Het overzicht van alle functies in omgevingsdienst, beschreven en gewaardeerd met behulp van de voor de omgevingsdienst vastgestelde functiebeschrijvings- en functiewaarderinqsmethodiek; i. Functiegebonden toelage Toelage die verband houdt met de functie; j. Geschikte functie Een functie in omgevingsdienst, die niet valt onder het begrip passende functie, maar die de medewerker bereid is te vervullen en omgevingsdienst bereid is aan te bieden; k. Gewijzigde functie Een functie in omgevingsdienst waarvan de taken voor minder dan 75% gelijk zijn aan de functie die een medewerker in de desbetreffende latende organisatie vervulde; 1. 1KB Individueel Keuzebudget; m. Latende organisatie Eén van de 12 deelnemende organisaties; n. Medewerker De ambtenaar in de zin van de CAR, aangesteld voor onbepaalde, dan wel bepaalde tijd bij één van de latende organisaties waarvan de taken overgaan naar de omgevingsdienst; 0. Nieuwe functie Een functie die niet eerder voorkwam in een van de latende organisaties, maar wel bij omgevingsdienst; p. Omgevingsdienst De nieuw te vormen rechtspersoon, omgevingsdienst IJsselland; q. Ongewijzigde functie Een functie in de omgevingsdienst waarvan de werkzaamheden op hoofdlijnen en qua aard en werk- en denkniveau gelijk is aan de functie die een medewerker in de desbetreffende latende organisatie vervulde en welke niet als sleutelfunctie is aangemerkt. Hiervan is sprake als tenminste voor 75% de taken overeenkomen; -. ~ sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqin~~

8 r. Oude werkgever Eén van de deelnemende partners waar de medewerker direct voorafgaande aan de vorming van omgevingsdienst is aangesteld; s. Passende functie Een functie in omgevingsdienst die de medewerker redelijkerwijs, gelet op zijn werk- en denkniveau, zijn persoonlijkheid, zijn persoonlijke omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten, kan worden opgedragen; Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan maximaal ook één niveau hoger of twee niveaus lager zijn dan de oude functie; t. Preallocatie Proces waarin wordt bepaald wie naar een omgevingsdienst overgaat en voor de provincie naar welke omgevingsdienst; u. Regionale De oude virtuele netwerkorganisatie; U itvoeri ngsd ienst v. Salaris Het voor de medewerker geldende bedrag van de aan hem toegekende schaal als bedoeld in artikel 3:1, 2e lid onder b, van de CAR-UWO met de daarbij behorende rechtspositionele uitwerking; W. Salarisperspectief De opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de salarisschaal waarin de medewerker werd betaald door zijn oude werkgever; X. Sleutelfunctie Functies in de nieuwe organisatie, waarvan het algemeen bestuur, in overleg met de BOR, heeft bepaald dat de betreffende functie een cruciale plaats binnen de organisatie inneemt; y. Standplaats De plaats van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht of in overwegende mate werkzaam is; z. Startdatum De datum waarop de eerste in de omgevingsdienst geplaatste medewerkers die geen sleutelfuncties hebben, in dienst treden bij de omgevingsdienst; aa. Taak Een opgedragen werkzaamheid of activiteit die door de medewerker wordt uitgevoerd uit hoofde van zijn/ haar functie; ab. Vervallen functie Een functie die niet terugkomt in de lijst van functies in de omgevingsdienst; ac. Voorbereidingscommissie Commissie, ingesteld door het dagelijks bestuur, die voorbereidende handelincen verricht voor de was/wordt-lijst; ad. Was/wordt-lijst Vergelijkende lijst met functies uit de latende organisatie en omgevingsdienst; ae. Wettelijke De kwaliteitscriteria zoals die zijn opgenomen in de VTHkwaliteitscriteria wetge::lyir.:,g om bepaalde taken te mogen uitvoeren. 1.3 Werkingssfeer Onder de werking van dit sociaal plan vallen die medewerkers die zijn aangesteld bij één van de latende organisaties, zoals omschreven in de preambule, en die op de dag voorafgaande aan de overgang voor 70% of meer van hun arbeidstijd taken verrichten die worden overgedragen aan omgevingsdienst De bepalingen in dit sociaal plan gelden voor medewerkers. Als bepalingen specifiek gelden voor een bepaalde groep, wordt dat expliciet vermeld. sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief a paqina 8 van 19 1

9 Hoofdstuk 2Arbeidsvoorwaarden nieuwe organisatie De omgevingsdienst sluit zich aan bij de CAR-UWO. Dat betekent dat alle medewerkers in dienst van de omgevingsdienst vallen onder de arbeidsvoorwaarden zoals beschreven in de CAR-UWO. De CAR-UWO schrijft in een aantal artikelen voor, dat er lokaal een uitvoeringsregeling noodzakelijk is. Daarnaast is er behoefte een aantal arbeidsvoorwaardelijke regelingen toe te voegen, omdat de CAR-UWO daar niet concreet in voorziet. In dit hoofdstuk worden de aanvullingen, die tevens binnen dit sociaal plan moeten worden vastgesteld, in hoofdlijnen beschreven. 2.1 Inschaling De nieuwe organisatie kent alleen aanloop- en functieschalen. De periodieke verhoging vindt telkens plaats op 1 januari van een kalenderjaar voor zover aan de voorwaarden daarvoor is voldaan en voor het eerst op De regels voor het toekennen van een periodieke verhoging worden nader uitgewerkt in het op te stellen beloningsbeleid van de omgevingsdienst. 2.2 Reis- en verblijfkosten dienstreizen De verblijfkosten van dienstreizen worden vergoed conform de Reisregeling binnenland. In principe worden dienstreizen gemaakt met dienstauto's. Als dit niet mogelijk is, vindt vergoeding plaats conform de Reisregeling binnenland. OV wordt voor 100% vergoed, op basis van de tweede klasse. Bij gebruik van het eigen motorvoertuig bedraagt de vergoeding 0,28 netto per kilometer ( 0, 19 onbelast en 0,09 belast, het belaste deel komt voor rekening van de werkgever). 2.3 Reiskosten woon-/werkverkeer Voor de reiskosten woon-/werkverkeer wordt optimaal gebruik gemaakt van de fiscale uitruil mogelijkheden De reisafstand is de afstand tussen het woonadres en de reguliere standplaats van de medewerker c.q. de plaats waar de omgevingsdienst wordt gehuisvest. De route wordt berekend op basis van de postcodetabel in het af te nemen salarispakket. 2.4 Extra verlof Er zijn geen lokale feest-, schaal-, anciënniteits-, leeftijdsdagen e.d. meer. Iedere medewerker krijgt als compensatie daarvoor 21,6 uur extra verlof (op basis van een fulltime dienstverband), dat toegevoegd wordt aan het basisverlof". 2.5 Pensioenvoorziening De omgevingsdienst draagt zorg voor collectieve aanmelding bij het ABP van alle medewerkers die een aanstelling hebben bij omgevingsdienst. 1 Voor zover er centraal (overgangs)afspraken worden gemaakt over het verlof, worden deze extra uren daarbij betrokken. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn als in het LOGA wordt overeengekomen om sectoraal aanvullend verlof toe te kennen al dan niet als bron voor het 1KB. sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paoina 9 van 19

10 2.6 Ziektekostenverzekering De medewerkers kunnen zich voor de ziektekostenverzekering aansluiten bij een van de zorgverzekeraars die door de VNG zijn gecontracteerd. De medewerker die bij een van die verzekeraars een vooraf bepaald minimumpakket heeft afgesloten, ontvangt een tegemoetkoming in de ziektekosten, conform de CAR-UWO. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor de afdracht van de premie aan de zorgverzekeraar. De omgevingsdienst verricht hiervoor geen inhoudingen. 2.7 Verzekeringen De omgevingsdienst sluit een aansprakelijkheid- en ongevallenverzekering voor alle medewerkers bij een aanbieder af. sociaal plan ornoevlnqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 10 van 19

11 Hoofdstuk 3 Plaatsingsproces 3.1 Uitgangspunten plaatsing Medewerkers worden, in verband met de vorming van omgevingsdienst op de overgangsdatum reorganisatieontslag zonder opzegtermijn verleend bij de (oude) werkgever. Gelijktijdig zullen zij worden geplaatst in de nieuwe organisatie en daar worden aangesteld. Het aanstellingsbesluit gaat, als van toepassing, vergezeld van een persoonlijk overgangsdocument waarin de van toepassing zijnde overgangsmaatregelen zijn vastgelegd Bij de plaatsing zal de hoofdregel "mens volgt taak" worden gehanteerd 2. Deze regel is van toepassing als er sprake is van een ongewijzigde functie Bij de plaatsing van de medewerkers in omgevingsdienst gelden in elk geval de volgende regels: a. als de medewerker bij de (oude) werkgever een aanstelling voor onbepaalde tijd heeft, ontvangt hij een aanstelling voor onbepaalde tijd voor hetzelfde aantal uren; b. als een medewerker niet geplaatst wordt volgens het principe 'mens volgt werk', dan kan een plaatsing bij wijze van proef zijn. In een, met de nieuwe leidinggevende, nader af te spreken termijn (maximaal 12 maanden), wordt de geschiktheid voor de functie beoordeeld en wordt een besluit genomen over de definitieve plaatsing; c. een aanstelling voor bepaalde tijd voor hetzelfde aantal uren voor de resterende duur van de aanstelling met als aanstellingsgrond zoals die was aangegaan bij de (oude) werkgever. Een en ander als en voor zover rechtspositioneel mogelijk. 3.2 Preallocatie Voor de partner provincie Overijssel geldt dat er een preallocatieproces voorafgaat aan de plaatsingsprocedure. Dit om te bepalen wie er overgaan naar een omgevingsdienst en naar welke omgevingsdienst. De uitkomst van de preallocatie wordt als gegeven voor de omgevingsdienst beschouwd. Preallocatie kan ook aan de orde zijn bij gemeenten in de vorm van het samenvoegen van taken zodat een ambtenaar tenminste 70% of meer aan taken heeft die overgaan naar de omgevi ngsd ie nst. 2 De inhoud van het werk wordt bepaald door de daadwerkelijke taken die een medewerker uitvoert. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit een actuele beschrijving. sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief oaoina 11 van 19

12 3.3 Plaatsingsprocedure Medewerkers ontvangen een was/wordt-brief op basis waarvan zij hun belangstelling voor maximaal 2 andere functies kenbaar kunnen maken Uitgangspunt voor de plaatsing is het principe "mens volgt taak". De medewerker kan via de belangstellingsregistratie ook zijn belangstelling kenbaar maken voor maximaal twee andere functies. De ongewijzigde functie wordt altijd aangemerkt als zijnde de eerste voorkeur van de medewerker Als de oude functie van de medewerker zodanig is gewijzigd of zelfs is vervallen, zodat er geen sprake meer is van mens volgt werk, moet de medewerker zijn belangstelling kenbaar maken voor maximaal drie andere (beschikbare) functies Als voor een medewerker sprake is van een gewijzigde of vervallen functie, geschiedt de plaatsing door middel van belangstellingsregistratie en selectie Ter bepaling van de (toekomstige) geschiktheid voor een gewijzigde of nieuwe functie kan gebruik worden gemaakt van een ontwikkelassessment. 3.4 Volgorde bij plaatsing Voor plaatsing geldt de volgende voorkeursvolgorde: a. de medewerker kan geplaatst worden in een ongewijzigde functie; b. de medewerker kan geplaatst worden in een passende functie; c. de medewerker kan geplaatst worden in een geschikte functie Medewerkers van wie de functie als gewijzigde functie is aangemerkt, dan wel die op grond van het afspiegelingsbeginsel niet op een ongewijzigde functie kunnen worden geplaatst, hebben bij de plaatsing in een gewijzigde of nieuwe functie een voorrangspositie Bij de selectie van medewerkers, gericht op de invulling van de opengestelde gewijzigde en nieuwe functies, geldt, voor wie de onderhavige functie als passend kan worden aangemerkt, het geschiktheidscriterium Bij het nemen van plaatsingsbesluiten als bedoeld in 3.4.3, wordt met de volgende gegevens, in volgorde van belang, rekening gehouden: a. de passendheid en geschiktheid van de medewerker voor een functie, zoals die blijkt uit opleidings- en ervaringsgegevens, recente functioneringsgesprekken, personeelsbeoordeling en assessment op basis van functiegerichte competenties; b. de voorkeur van de medewerker voor bepaalde functies; c. de overheidsjaren en leeftijd van de medewerker volgens het afspiegelingsbeginsel 3 ; d. de aard van het dienstverband van de medewerker. 3.5 Sleutelfuncties De plaatsing van medewerkers op een sleutelfunctie gebeurt door een selectieprocedure en op basis van geschiktheid. Een assessment maakt onderdeel uit van de selectieprocedure. De werving- en selectieprocedure voor de sleutelfuncties is in overleg met de BOR vastgesteld De sleutelfuncties zijn door het dagelijks bestuur, in overleg met de BOR, vastgesteld. 3 Als gevolg van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid zal bij de plaatsing rekening worden gehouden met het afspiegelingsbeginsel. Dit betekent dat medewerkers met vergelijkbare functies worden ingedeeld in leeftijdsgroepen (15 tot 25, 25 tot 35, 35 tot 45, 45 tot 55 en 55 en ouder) en dat binnen die leeftijdsgroepen de medewerker met het langste dienstverband de voorkeur krijgt boven de medewerker met een korter dienstverband. De verdeling van de plaatsingen over de leeftijdsgroepen dient op een zodanige wijze te gebeuren dat de leeftijdsopbouw binnen de categorie uitwisselbare functies verhoudingsgewijs zoveel mogelijk gelijk blijft ten opzichte van de oude situatie. sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 12 van 19

13 Bovenformativiteit in een ongewijzigde functie Er is sprake van bovenformativiteit als er meer medewerkers zijn dan beschikbare formatieplaatsen op de ongewijzigde functie. Als sprake is van bovenformativiteit voor een ongewijzigde functie zal plaatsing in de functie geschieden aan de hand van de volgende volgorde en voorrang: a. leeftijd en overheidsjaren volgens het afspiegelingsbeginsel; b. als een medewerker met een hogere anciënniteit binnen een leeftijdsgroep op vrijwillige basis afziet van plaatsing op zijn ongewijzigde functie en geplaatst kan worden op een andere functie, dan kan worden afgeweken van bovengenoemde volgorde. Als een medewerker op basis van dit artikel bovenformatief wordt, wordt samen met de medewerker gezocht naar een passende of geschikte functie. Indien nodig zal daarvoor het formatieplan worden aangepast. In de was/wordt-brief wordt aangegeven of er voor de ongewijzigde functie sprake is van bovenformativiteit en of de medewerker op basis van het afspiegelingsbeginsel in aanmerking komt voor plaatsing in de ongewijzigde functie of niet. Als de medewerker niet geplaatst kan worden op zijn ongewijzigde functie, zal hij via belangstellingsregistratie zijn belangstelling kenbaar moeten maken voor ten minste twee opengestelde functies. Verplichtingen van de medewerker Met het doel een passende plaatsing te realiseren is de medewerker verplicht zijn medewerking te verlenen aan het voeren van gesprekken voor de plaatsing als dat nodig is en aan een eventueel ontwikkelassessment. De medewerker is verplicht, onverminderd het recht op bezwaar en beroep, een functie die hem met inachtneming van de plaatsingprocedure en de voorkeur van de medewerker is toegewezen, te aanvaarden. Wanneer de medewerker na herhaald en zorgvuldig overleg aantoonbaar weigerachtig is ten aanzien van aanvaarding van een passende of geschikte functie of niet meewerkt aan het vinden van een oplossing als bedoeld in 3.7, kan het dagelijks bestuur overgaan tot ontslag. Openstellen van functies voor externe werving Voor alle ongewijzigde, gewijzigde of nieuwe functies in de nieuwe organisatie geldt dat externe werving pas plaats kan vinden, nadat de interne plaatsingsprocedure is afgerond en er sprake is van formatieruimte. Vacatures in dit kader worden in de onderstaande volgorde opengesteld: a. aan medewerkers die zijn aangesteld vooronbepaalde of bepaalde tijd bij de omgevingsdienst of een van de latende organisaties; b. aan de algemene arbeidsmarkt Voorbereidingscommissie De voorbereidingscommissie bestaat uit (beoogde leden van) het management van de nieuwe organisatie en de leden van de werkgroep Functieboek zonder de vertegenwoordiger van de BOR. Medewerkers die onder het sociaal plan vallen kunnen geen zitting hebben in de voorbereidingscommissie. De commissie heeft de volgende taken: a. het opstellen van een was/wordt lijst voor het dagelijks bestuur, waarin de functies in omgevingsdienst en de bij de overgang naar omgevingsdienst betrokken functies in de latende organisatie zijn opgenomen. b. het voorbereiden van een voorstel tot een plaatsingsadvies. Dit voorbereidende voorstel bevat per functie de overwegingen, zoals de status van de functie (ongewijzigd, gewijzigd of nieuw), de uitkomsten van de belangstellingsregistratie en de werkwijze ten aanzien van de selectie en een advies voor plaatsing. sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 13 van 19

14 3.10 Toetsingscommissie Er is een toetsingscommissie, bestaande uit: a. één extern lid aangewezen door het dagelijks bestuur; b. één extern lid aangewezen door de werknemersdelegatie vertegenwoordigd in het BGO; c. een externe onafhankelijk voorzitter, aangewezen door de leden a en b. De toetsingscommissie wordt ondersteund door een ambtelijke secretaris De commissie heeft tot taak het adviseren van het dagelijks bestuur over a. het concept-plaatsingsadvies, zoals bedoeld in art lid b; b. ingediende individuele bedenkingen De advisering m.b.t sub a betreft een meer algemeen advies over de was/wordt-lijst en de daarvoor gevolgde procedure De advisering m.b.t sub b betreft een gericht advies op basis van de ingediende bedenkingen Bedenkingen De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld zijn bedenkingen tegen het voornemen tot plaatsing, binnen twee weken na de dag van verzending, schriftelijk bekend te maken De bedenkingen worden door de toetsingscommissie behandeld Voor de commissie een advies geeft als bedoeld in artikel , wordt de medewerker uitgenodigd voor een gesprek, tenzij hij/zij heeft aangeven hier geen behoefte aan te hebben Dit gesprek vindt in beginsel plaats binnen drie weken na afloop van de bedenkingentermijn. De medewerker kan zich laten bijstaan door een raadsman De bedenkingen worden met een heroverweging voorgelegd aan het dagelijks bestuur Definitief plaatsingsbesluit Het dagelijks besuur neemt met inachtneming van het advies van de toetsingscommissie een definitief besluit over de plaatsingen Bezwaar en beroep Als een medewerker het niet eens is met het besluit van het dagelijks bestuur tot plaatsing kan hij op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de dag van verzending van het besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur wijst hiervoor de bezwarencommissie van de gemeente Zwolle aan. De bezwarencommissie adviseert het dagelijks bestuur over de voorgelegde bezwaren Het dagelijks bestuur betrekt het zwaarwegend advies van de bezwarencommissie in het door haar te nemen besluit Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van het besluit niet op. sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 14 van 19

15 Hoofdstuk 4 Overgangsmaatregelen 4.1 Salarisgarantie De medewerker behoudt het salarisperspectief binnen de salarisschaal, waar hij bij de oude werkgever recht op had Medewerkers afkomstig van de bestuursdienst Ommen-Hardenberg behouden het recht op perspectief op de uitloopschaal. Bij eventuele toekenning daarvan in de toekomst, gelden de voorwaarden zoals die op gelden voor de medewerkers van de bestuursdienst Ommen-Hardenberg. Medewerkers afkomstig van de gemeente Dalfsen behouden het recht op perspectief op de prestatieschaal. Bij eventuele toekenning daarvan in de toekomst, gelden de voorwaarden zoals die op gelden voor de medewerkers van de gemeente Dalfsen De medewerker behoudt het recht op schriftelijke afspraken, vastgelegd in het persoonsdossier, tenzij de grondslag hiervoor niet meer aanwezig is Bij de overgang wordt het salaris van de medewerker vastgesteld op hetzelfde bedrag in de salarisschaal dat op hem van toepassing is. Indien dit niet mogelijk is, wordt het salaris van de medewerker vastgesteld op het naast hogere bedrag in de salarisschaal dat op hem van toepassing is Als de medewerker wordt geplaatst in een functie met een hogere functieschaal, worden de garanties als bedoeld in en verrekend met de nieuwe functieschaal Deze salarisgarantie maakt onderdeel uit van het garantiebedrag als bedoeld in Als de medewerker bij de latende organisatie een hogere salarisschaal heeft dan de functieschaal van de functie waarop hij geplaatst wordt bij de omgevingsdienst, dan wordt hij bij de omgevingsdienst geplaatst in de nieuwe functieschaal en krijgt hij een garantie voor het verschil met zijn oude salaris Voor de opbouw van het 1KB wordt uitgegaan van de opbouw volgens artikel 3:28 CAR + (onderdelen van) de garantie, voor zover (onderdelen van) de garantie voorheen ook meetelden voor de berekening van het 1KB Medewerkers afkomstig van de provincie houden recht op een IKB-bedrag dat is gebaseerd op het IKB-bedrag bij de provincie, totdat het eventuele IKB-bedrag gemeenten hoger wordt. Dit IKB-bedrag bestaat uit een pensioengevend deel dat gelijk is aan 19, 7% (< schaal 14 provincie) of 19,15% (> schaal 14 provincie) van hun salaris en uit een nietpensioengevend deel dat gelijk is aan 0,784 % van hun salaris. 4.2 Garantiebedrag Het garantiebedrag wordt op individueel niveau berekend op basis van de bruto pensioengevende structurele salariscomponenten die schriftelijk zijn vastgelegd, mits de grond daarvoor nog aanwezig is op de datum van de overgang Wanneer, als gevolg van een wijziging in het takenpakket van de medewerker bij de overgang, de oude functionele toelagen niet meer van toepassing zijn, worden deze componenten niet meegenomen in de berekening zoals bedoeld in De medewerker ontvangt een afbouwtoelage wanneer de functionele toelagen vervallen als gevolg van een ander takenpakket, zoals bedoeld in 4.2.2, De afbouw vindt plaats conform de afbouwafspraken in hoofdstuk 3 van de CAR. De afbouwtoelage is het verschil tussen de oude functionele toelagen en de eventueel nieuwe functionele toelagen die bij het nieuwe takenpakket horen Het negatieve bruto verschil van de pensioengevende componenten zoals bedoeld in 4.2.3, tussen de situatie op de dag voorafgaande aan de overgang en de situatie bij de overgang, wordt als garantiebedrag aan de medewerker toegekend Het garantiebedrag en de eventuele afbouwtoelage worden eenmalig berekend en worden alleen bij CAO-verhogingen geïndexeerd. Bij een toekomstige hoger salaris (met uitzondering als gevolg van CAO-verhogingen) of inpassing wordt het garantiebedrag geïncorporeerd. sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 15 van 19

16 4.3 Naar rato betrekkingsomvang Bij arbeidsduurvermindering of als de medewerker een andere functie met een kleinere betrekkingsomvang aanvaardt, worden de garanties naar evenredigheid van de kleinere betrekkingsomvang toegepast Bij arbeidsduurvermeerdering of als de beroepsmedewerker een andere functie met een grotere betrekkingsomvang aanvaardt, worden de garanties alleen toegepast voor de oude betrekkingomvang Met de garanties, genoemd in en 4.3.2, wordt het garantiebedrag (genoemd in 4.2.5) bedoeld. 4.4 Reiskosten woon-/werkverkeer Als de reisafstand als gevolg van de standplaatswijziging toeneemt, ontvangt de medewerker voor de meerkilometers een vergoeding op basis van openbaar vervoer 2de klas of bij gebruik eigen auto 0, 19 per extra kilometer. De extra kilometers kunnen niet uitgeruild worden Eventuele extra parkeerkosten in verband met woon-/werkverkeer worden vergoed. Nadere uitwerking van deze afspraak vindt plaats in het op te stellen mobiliteitsplan Medewerkers afkomstig van de provincie en van de bestuursdienst Ommen-Hardenberg die een woon-/werkverkeer vergoeding hebben, houden die als individuele aanspraak (op basis van art ). Voor het geval de afstand korter en daarmee de vergoeding lager is, geldt de lagere vergoeding als individuele afspraak. 4.5 Dienstjaren De dienstjaren bij de oude werkgever tellen mee voor het totaal aantal dienstjaren bij de nieuwe omgevingsdienst na 1 januari 2018 in die gevallen waarvoor dat relevant is. 4.6 Verlof Medewerkers kunnen bij overgang maximaal het aantal verlofuren meenemen naar de omgevingsdienst, zoals dat geldt in de latende organisatie Het meerdere aan verlof-, compensatie- of meeruren moet door de oude werkgever voor overgang verrekend worden met de medewerker De medewerker die bij de latende organisatie meer verlof heeft dan hij krijgt in de nieuwe organisatie, neemt dat als individueel recht mee De medewerker die op bij de latende organisatie perspectief heeft op extra leeftijdsdagen, behoudt dit perspectief. Deze extra leeftijdsdagen worden in de toekomst op basis van de op geldende verlofregels van de latende organisatie toegekend Personeelsdossiers Van elke medewerker die geplaatst wordt in de nieuwe organisatie, gaan de relevante gegevens zonder verdere toestemming over naar de omgevingsdienst De medewerker heeft het recht om voorafgaand aan de overgang kennis te nemen van zijn gegevens en om te verzoeken deze te laten verbeteren of te laten verwijderen Eventueel geconstateerde onvolkomenheden worden -met inachtneming van de bepalingen uit de archiefwet- na overeenstemming tussen de medewerker en de leidinggevende uit de latende organisatie aangepast of verwijderd. sociaal plan ornqevlnosdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 16 van 19

17 4.8 Hypothecaire leningen De medewerker die een hypothecaire geldlening bij zijn oude werkgever heeft afgesloten behoudt die aanspraak bij die oude werkgever. Het afsluiten van een volgende hypotheek en/of handelingen aan bestaande hypotheek waarvoor een notariële akte is vereist, behoren niet tot de mogelijkheden. Bij uitdiensttreding bij de omgevingsdienst IJsselland dient de hypotheek bij de oude werkgever te worden afgelost Met betrekking tot de bestaande hypotheek wordt de plaatsing bij de omgevingsdienst IJsselland niet aangemerkt als een beëindiging bij de oude werkgever, waarbij de consequentie zou gelden dat de bestaande hypotheek ingelost zou moeten worden De afspraken in en zijn alleen van toepassing mits dit juridisch mogelijk is op basis van de regeling bij de oude werkgever. sociaal plan ornoevincsdienst IJsselland versie 1.0 definitief

18 Hoofdstuk 5 Slotbepalingen 5.1 Evaluatie Betrokken partijen volgen de uitvoering van het sociaal plan, waaronder het plaatsingsproces, de eventuele herplaatsing en begeleiding naar een nieuw dienstverband van medewerkers die bovenformatief geplaatst zijn en onvoorziene personele gevolgen en/of omstandigheden Hiertoe wordt zes maanden na de start een evaluatiemoment afgesproken tussen het (B)GO en de omgevingsdienst. Als het nodig is wordt er daarna een nieuw evaluatiemoment afgesproken. 5.2 Hardheidsclausule In die gevallen waarin het sociaal plan niet voorziet of zou leiden tot een onbillijke situatie voor een individuele medewerker, is het dagelijks bestuur bevoegd tot het treffen van een bijzondere regeling. Het dagelijks bestuur zal een eventuele beslissing voor een bijzondere regeling in redelijkheid en billijkheid nemen. 5.3 Citeertitel Dit sociaal plan kan worden aangehaald als "Sociaal plan vorming omgevingsdienst IJsselland". Ondertekening onderhandelaarsakkoord Aldus overeengekomen tussen vertegenwoordiging van de werkgevers en de vakorganisaties vertegenwoordigd in de commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg. Voor akkoord, ~.... d.d.12juni2017 ==-::> Federatie Nederlandse Vakbeweging, afgekort FNV, statutair gevestigd te Utrecht, E.F. Gerritsen d.d. 12 juni 2017 d.d. 12juni 2017 namens het algemeen bestuur van de omgevingsdienst, drs. mr. B. Koelewijn sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 18 van 19

19 BIJLAGE: PLAATSINGPROCES IN SCHEMA Plaatsingsproces Voorbereiding 3.2 Preallocatie door latende organsatie Sleutelfuncties 3.4 Plaatsing o.b.v. geschiktheid Overige functies 3.3 Plaatsing o.b.v. voorkeursvolgorde ( ongewijzigde functie is 1 ste voorkeur) Was/wordt-brief Belangstellingsregistratie Voornemen tot plaatsing+ evt. bedenkingen Definitief plaatsingsbesluit 3.1 levt. bezwaar en beroep sociaal plan omqevinqsdienst IJsselland versie 1.0 definitief paqina 19 van 19