GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND. 1. Inleidinq Dit besluit gaat over een bodemverontreiniging op de locatie: Piet Heinkade 92 te Vlissingen

Transcriptie

1 Aw Provincie Zeeland Plaats: Datum: Kenmerk: Afdeling: Globiscode: Middelburg 30 September Milieuhygiene ZL GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND 1. Inleidinq Dit besluit gaat over een bodemverontreiniging op de locatie: Piet Heinkade 92 te Vlissingen Het besluit is als volgt opgebouwd: algemene gegevens die zijn verstrekt bij de melding (hoofdstuk 2) de procedure waarmee dit besluit tot stand komt (hoofdstuk 3) overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking(hoofdstuk 4) het besluit (hoofdstuk 5) kadastrale registratie (hoofdstuk 6) rechtsbescherming en inwerkingtreding (hoofdstuk 7) 2. Melding Gedeputeerde staten van Zeeland hebben op 22 juni 2010 een melding als bedoeld in artikel 29 van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen van het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf te Breda. De melding betreft de percelen gelegen aan Piet Heinkade 92 te Vlissingen, kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie, nrs en Echter een aantal boringen is geplaatst op een gedeelte van de naastgelegen openbare weg, kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie, nr De melding omvat de volgende stukken, die deel uitmaken van deze beschikking: Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Piet Heinkade 92 te Vlissingen (Tauw bv, kenmerk R LPP-hmh-V03-NL, 6 augustus 2009); Erratum Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Piet Heinkade 92 te Vlissingen (Tauw bv, kenmerk L EGS-hmh-V01-NL. 22 September 2010). De melder verzocht om de volgende beschikkingen: vaststelling of er sprake is van een geval van emstige verontreiniging (artikel 29 lid 1 Wbb); wanneer is vastgesteld dat het een geval van ernstige verontreiniging betreft: 1. vaststelling of er sprake is van zodanige risico's voor mens, plant of dier of uit oogpunt van verspreiding dat spoedige sanering noodzakelijk is; 2. bepaling wanneer uiterlijk met de sanering moet zijn begonnen (artikel 37 lid 1 en 2 Wbb). 3. Procedure Algemeen Deze ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken, hebben overeenkomstig de uniforme voorbereidingsprocedure, bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), van 18 augustus 2010 tot en met 28 September 2010 ter inzage gelegen bij de Directie Ruimte, Milieu en Water aan Het Groene Woud 1 te Middelburg en bij de gemeente Vlissingen. Belanghebbenden konden gedurende de periode van ter inzage legging schriftelijk of mondeling hun zienswijze kenbaar maken. T: [0118] F: [

2 Het voornemen om deze beschikking te nemen wordt kenbaar gemaakt in een plaatselijk huis-aanhuisblad. Op grond van de Wbb dient het bevoegd gezag uiterlijk binnen vijftien weken na ontvangst van de melding een definitieve beschikking af te geven. Gegevens melding De melding bevat voldoende gegevens om deze te kunnen beoordelen en een besluit te kunnen nemen, 4. Overweqinqen die ten qrondslaq liqqen aan deze beschikking Beschrijving locatie De beschikking is aangevraagd voor twee percelen namelijk gemeente Vlissingen, sectie, nrs en De locatie is gelegen in het zuidelijk deel van Vlissingen. Het perceel 1742 is volledig bebouwd met een leegstaand bedrijfsgebouw dat voor diverse doeleinden is gebruikt. Op perceel 1847 staan een garage en schuur. Ten noorden is een rij woningen aanwezig. Enkele honderden meters verder in zuidelijke en westelijke richting ligt, gescheiden door de openbare weg ornelis Lampsinstraat en een dijklichaam, de Westerschelde. Ten oosten van de Piet Heinkade ligt het sluizencomplex dat de verbinding vormt tussen de eerste binnenhaven en de Westerschelde. In het verleden is het pand gebruikt als cafe. Vervolgens heeft het een periode leeg gestaan, waarna de waterpolitie het heeft gebruikt als opslagruimte. Het niet bebouwde gedeelte van het perceel 1847 is verhard met klinkers zodat sprake is van een volledig verhard terrein. Het perceel 1742 heeft een oppervlakte van ca. 180 m 2 en het perceel sectie 1847 heeft een oppervlakte van ca.136 m 2. Uit de historische bodemgegevens blijkt dat ter plaatse van het kadegebied in de grond puin aanwezig is. Veldonderzoek Tijdens een verkennend bodemonderzoek zijn 4 boringen geplaatst tot een max. diepte van ca. 4 meter minus maaiveld. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek zijn tijdens de aanvullende fase nog 4 boringen geplaatst. De eerste meter van de bodem bestaat uit matig grof zand en daaronder is zandige klei aanwezig. Er is rond het gebouw op perceel 1742 geboord, maar niet er onder. In elke boring is puin en in mindere mate kolengruis aangetroffen. Vanwege de diepe grondwaterstand is geen peilbuis geplaatst. Machinaal boren was niet mogelijk vanwege de ligging naast een dijklichaam. Laboratoriumonderzoek De monsters zijn onderzocht op een standaard NEN pakket grond en tijdens het aanvullend onderzoek alleen op een metalenpakket. Verontreinigingsbeeld Er is een sterke verontreiniging met zware metalen in de bovengrond aangetoond. De verontreiniging is aanwezig op perceel 1847 en onder een gedeelte van de openbare weg (ornelis Lampsinstraat, perceel 1969). De oppervlakte van het sterk verontreinigde gedeelte is minimaal 65 m. Tot een diepte van 4 beneden maaiveld zijn bijmengingen met puin en kolendeeltjes aangetroffen. Er is een relatie tussen bodemvreemd materiaal en verontreinigingen. Op basis hiervan is ca. 260 m 3 grond verontreinigd, waarvan ongeveer de helft (ca. 130 m 3 ) boven de interventiewaarde. Er is niet verder dan het perceel en een deel van de openbare weg onderzocht. Vanwege de bebouwing is perceel 1742 niet onderzocht. Omdat in de boringen verderop (naast het gebouw) puin aangetroffen is en omdat dit ook het beeld was tijdens eerder onderzoek (Tauw, project , hoofdstuk 2.3.1) lijkt er sprake te zijn van een ophooglaag. Toetsingskader geval van ernstige bodemverontreiniging Of een geval van bodemverontreiniging al dan niet ernstig is, wordt beoordeeld aan de hand van de irculaire bodemsanering 2009 (in werking getreden op 1 april 2009). Volgens de irculaire bodemsanering 2009 is er sprake van een geval van ernstige verontreiniging, indien voor ten minste een stof de gemiddelde gemeten concentratie van minimaal 25 m 3 bodemvolume in het geval van bodemverontreiniging of 100 m 3 porien verzadigd bodemvolume in het geval van een grondwaterverontreiniging, hoger is dan de interventiewaarde.

3 Uit de in hoofdstuk 2 genoemde bodemonderzoeksrapporten blijkt dat in de grand van het in paragraaf 2 genoemde perceel zware metalen zijn aangetroffen in concentraties die hoger zijn dan de vastgestelde interventiewaarden. Het grondwater is niet bemonsterd vanwege de diepte en de eisen van het waterschap t.a.v. machinaal boren. Echter op basis van historische feiten, waarschijnlijke verontreiniqinqsbron (ophooqlaaq) en qeohvdroloqische situatie is verontreiniqinq van het grondwater niet te verwachten. onclusie: Voor grond wordt (worden) de interventiewaarde(n) overschreden in een bodemvolume van meer dan 25 m 3. Risicobeoordeling, spoed en saneringstijdstip Indien sprake is van een ernstig geval van verontreiniging dient op grond van artikei 37, eerste iid, van de Wbb te worden vastgesteld of de sanering van het geval van verontreiniging spoedeisend is. Er is sprake van een spoedeisende sanering indien bij het huidige dan wel voorgenomen gebruik van de bodem sprake is van risico's voor mens (humaan) en/of plant of dier (ecosystemen) en/of het risico van verspreiding van de verontreiniging. De toetsing of er sprake is van bovengenoemde risico's is gebaseerd op de irculaire bodemsanering 2009 met als hulpmiddel het computerprogramma "Sanscrit". Alleen het deel van het perceel waar onaanvaardbare risico's zijn, wordt als spoedeisend beoordeeld. Op basis hiervan is de sanering van het geval van ernstige verontreiniging niet-spoedeisend. Ingevolge de irculaire 2009 geldt er dan geen termijn voor het uitvoeren van de sanering. In het Nationaal Milieubeleidsplan 3 (zoals gewijzigd in September 2003 en opgenomen in het onvenant Bodem d.d. april 2009) is als doelstelling opgenomen dat wordt gestreefd naar beheersing van de bodemverontreinigingsproblematiek in 2030, waarbij de bodem geschikt is voor het gebruik dat maatschappelijk gewenst is, verspreiding van verontreiniging en nieuwe verontreinigingen worden voorkomen en dat de veiligheid wordt gewaarborgd van mensen en ecosystemen die aan bodemverontreiniging zijn blootgesteld. Dit laatste houdt in dat de verontreiniging bekend en geregistreerd moet zijn (door middel van registratie bij het Kadaster), in combinatie met het waar nodig afkondigen, vastleggen en handhaven van gebruiksbeperkingen (passieve beheersing). 5. Besluit Gelet op het bovenstaande en de Wet bodembescherming besluiten wij als volgt: BESLUIT Ernst van het geval van verontreiniging De verontreiniging van de bodem op de locatie Piet Heinkade 92 te Vlissingen (kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie, nr gedeeltelijk) strekt zich uit onder een gedeelte van de naastgelegen weg (Gornelis Lampsinstraat, kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie, nr gedeeltelijk) en is een geval van ernstige verontreiniging. Spoedeisendheid van de sanering van het geval van ernstige verontreiniging De sanering van de verontreiniging is niet-spoedeisend. 6. Kadastrale registratie Deze beschikking wordt opgenomen in het openbare register van de Dienst voor het Kadaster op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb). Op grond van artikei 2 van de Regeling beperkingenregistratie Wbb vloeit uit onderhavige beschikking een publiekrechtelijke beperking voort voor percelen waarvan het vaste deel van de bodem geheel of gedeeltelijk ernstig is verontreinigd Op die percelen kan tevens een ernstige verontreiniging in het grondwater zijn ontstaan. Het betreft percelen die zich bevinden binnen de interventiewaarde contour in het vaste deel van de bodem.

4 De publiekrechtelijke beperking heeft betrekking op de volgende percelen: gemeente Vlissingen Vlissingen sectie nummer Wb of Wbd * Wbd Wbd * Wb betreft het gehele perceel; Wbd betreft een gedeelte van het perceel Bijgevoegd is een kadastrale kaart met daarop de interventiewaardecontour en de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak/zaken waarvoor de publiekrechtelijke beperking geldt. Het doel van de inschrijving in het openbare register is kenbaarheid van de publiekrechtelijke beperking. Voor betrokkene/belanghebbende is dit een signaal dat er in het verleden een beschikking op het perceel/percelen is genomen die te maken heeft met de toestand van de bodem. Bij het Kadaster en bij ons kan hierover nadere informatie worden opgevraagd. Aangezien het 1 geval van verontreiniging betreft zullen wij perceel 1969 ook aan laten tekenen bij het kadaster. 7. Rechtsbescherminq en inwerkinqtredinq. Beroep Belanghebbenden, die naar aanleiding van de ontwerpbeschikking een zienswijze naar voren hebben gebracht of belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet verweten kan worden dat zij geen zienswijzen hebben ingebracht, kunnen schriftelijk beroep instellen tegen dit besluit bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage. In het beroepschrift neemt u tenminste op uw naam, uw adres, de datum, tegen welk besluit u beroep instelt (zo mogelijk een kopie meezenden) en waarom. Het beroepschrift dient te worden ondertekend. U moet het beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. Overschrijding van de termijn kan er toe leiden dat met uw beroep geen rekening wordt gehouden. Als u overweegt beroep in te stellen, kunt u een informatiefolder aanvragen op het telefoonnummer U kunt de informatie ook downloaden via Wij wijzen u erop dat het beroep niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 36, lid 1 van de Wet op de Raad van State). U richt het verzoek aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd. Inwerkingtreding ingevolge artikel 20.3 van de Wet milieubeheer treedt dit besluit in werking nadat de termijn van zes weken voor het indienen van een beroepschrift is verlopen. Tenzij iemand een verzoek om schorsing of een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening heeft ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. In dat geval treedt dit besluit in werking, nadat de Voorzitter op dat verzoek heeft beslist. Gedeputeerde Staten, namens dezen, '/?- "V mevr. ing. I. Jansen, afdeling Milieuhygiene

5 Uiltreksel Kadaslrale Kaart Deze kaart fs noordgericht Perceelnummer 25 Hulsnummer Kadaslrale grens Voorlopige g rens - Bebouwlng Overige topografio Voor sen aeneluidend uiltreh.se), MIDDELBURG, 9 augustus 2010 D^bawaarder van het kadaster an da sperbare leflistars Schaal 1:500 Kadaslrale gemeente Sadie Perceel VLISS1NGEN 1742 K Aan cfit uiurekael kunnan g=sn betrouwbare malen wotden ontleend Oe Dienst voor hal kadaalar en da i Hiijandonisrsuhlon VODI, waarondor