gemeente Eindhoven Raadsbij lage Voorstel tot voortzetting van de gemeenschappelijke regeling Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Bestuursondersteuning Raadsbijlage nummer 256 Inboeknummer 99J Beslisdatum BTW 2 november 1999 Dossiernummer Raadsbij lage Voorstel tot voortzetting van de gemeenschappelijke regeling Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio Eindhoven e.o. tot en met Inleiding In 1994 hebben negen stedelijke gemeenten, Best, Eindhoven, Geldrop, Helmond, Mierlo, Nuenen c.a., Son en Breugel, Veldhoven, Waalre, besloten voor een periode van vijf jaar met elkaar een gemeenschappelijke regeling aan te gaan voor het oprichten ( en in werking houden) van een Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio Eindhoven e.o. Uw raad heeft conform besloten op 30 mei 1994; raadsbijlage nr. 126 van 24 mei De regeling voorziet in het storten van een jaarlijkse bijdrage in een fonds en is tussentijds ÃćâĆňâĂİ in zowel qua werkingsduur (verlenging met een jaar) als inhoudelijk (op het punt van de gemeentelijke bijdrageregling) gewijzigd. De regeling in de vorm van het Financieringsschap loopt op 31 december 1999 af. De oorspronkelijke en de tussentijds gewijzigde regeling liggen voor u ter inzage. 2 Probleemstelling De vraag ligt nu voor: of en zo ja voor welke termijn en op basis van welke (nieuwe) uitgangspunten dient de gemeenschappelijke regeling te worden voortgezet 7 Volgens de regeling kan voortzetting ervan alleen plaatsvinden bij een eensluidende besluiten van de raden van de deelnemende gemeenten, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Daartoe strekt het voorliggend voorstel. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Voortzetting van het Financieringsschap betekent dat er een regionaal fonds voor het stedelijk gebied is dat kan worden ingezet voor de (mede) financiering van projecten met een strategisch karakter - in casu projecten met een regionale uitstraling - in het gebied waarover de regeling zich uitstrekt. Het maatschappelijke effect is gelegen in het stimuleren van de economische ontwikkeling van en daarmee ook de werkgelegenheid in de regio; het als regio gezamenlijk bepaalde ambities waar maken/de regio promoten in plaats van als gemeente elkaar beconcurreren. Meetpunt van succes in de mate waarin aannemelijk kan worden gemaakt dat de realisering van regionale projecten bijdraagt aan een verhoging van het arbeidspo-

2 tentieel annex daling van de werkeloosheid in deze regio in vergelijking met landelijke ontwikkelingen ten aanzien van bedrijven en werkloosheid; dit is na te gaan in statistieken over werkeloosheidscijfers en/of bedrijfsontwikkelingen. 4 Wijze van aanpak/oplossingsrichting Het dagelijks bestuur van het Financieringsschap heeft bij brief van 6 oktober 1998 de deelnemende gemeenten benaderd met de vraag over de wenselijkheid van een verlenging van de regeling. De gemeenten, waaronder de gemeente Eindhoven, hebben hierop positief gereageerd. Er is tussen het schap en de deelnemende gemeenten overleg geweest over de wijze van voortzetting van de regeling en de nadere voorwaarden/uitgangspunten die daarbij zouden moeten gelden. Dit voorzover het onze gemeente betreft (mede) tegen de achtergrond van ons besluit van 3 augustus 1999 over een uitgangspuntennotitie van het Financieringsschap en verdeling van de bijdragen. De overlegrondes hebben geleid tot een voorstel voor een mogelijke gezamenlijke gedragslijn neergelegd in de notitie Voorzetting Financieringsschap. Het algemeen bestuur van het Financieringsschap (bestaande uit bestuurders van de aangesloten gemeenten) heeft in zijn vergadering van 27 augustus 1999 deze notitie besproken en op enkele onderdelen geamendeerd vastgesteld. In het volgende wordt ingegaan op de essentie van de notitie in bestuurlijke en financiele zin. De notitie ligt voor u ter inzage. Bestuurlijke aspecten. Een van de voorstellen (beslispunt 1: zie witte pagina 7) van de notitie is om de gemeenschappelijke regeling te verlengen, voorlopig t/m het jaar 2000 en vervolgens van jaar tot jaar te besluiten over voortzetting ervan. Dit omdat het nu ontbreekt aan een duidelijke bestuurlijke context waarin een aantal voor het schap/regiofonds belangrijke bestuurlijke en financiele ontwikkelingen moet worden geplaatst. Het gaat dan in dit verband om het proces van gemeentelijke herindeling annex de in SRE-verband plaatsvindende Nieuwe Koers-discussie over de vorm en het takenpakket van de eventuele toekomstige gemeentelijke samenwerking. De mogelijke opschaling van de huidige gemeenschappelijke regeling respectievelijk instelling van een breder opzet, zowel de gemeenten in het stedelijk als landelijk gebied betreffend, Regiofonds is onderdeel van die discussie. Daarnaast is er in financiele zin het feit dat in 1999 de Stimulus-regelingen 1 en 2 aflopen. Stimulus 3 is weliswaar in voorbereiding maar het betreffend programma is nog niet bekend, Een meer principiele discussie over het al dan niet voor een langere termijn voortzetten van het Financieringsschap lijkt daarom voor het moment minder zinvol, Door van jaar tot jaar over voortzetting te besluiten kan direct worden ingespeeld op de uitkomst van lopende processen en/of ontwikkelingen.

3 Inhoudelijke/financi ele aspecten. Ervan uitgaande dat er geen bestuurlijke noodzaak is voor een fundamentele discussie over de voortzetting van de gemeenschappelijke regeling als zodanig maar dat het wel een gezamenlijke wens van de deelnemende gemeenten is om (zij het van jaar tot jaar) er mee door te gaan, kunnen aanpassingen van de regeling beperkt blijven, Deze (operationele) aanpassingen zijn in een aantal concrete voorstellen/beslispunten geformuleerd in de notitie (witte pagina s 7/8). De beslispunten in de notitie die gaan over de verlenging van de regeling als zodanig alsmede wijziging van de onderscheidene (gemeentelijke) bijdragen, worden bij deze expliciet aan uw raad - en die van de andere deelnemende gemeenten ÃćâĆňâĂİ ter beslissing voorgelegd. De overige voorstellen/beslispunten van de notitie worden, met de bestuurlijke acceptatie van die notitie, geacht als operationeel kader te dienen voor het functioneren van het Financieringsschap t/rn Wij stellen u dan ook voor in die zin te besluiten. Omvang toe te kennen projecten. De huidige regeling heeft een totale inbreng van f 175 miljoen over de periode ofwel een totale jaarlijkse inbreng van ongeveer f 30 miljoen. Het is een algemene wens van de deelnemende gemeenten ÃćâĆňâĂİ zo blijkt uit het gevoerd overleg - om op jaarbasis een substantieel bedrag in te zetten voor regionale projecten. Concreet gaat de notitie uit van het huidige niveau van f 30 miljoen dat als richtbedrag kan worden beschouwd. Cri teria toekenning proj ecten. Om flexibeler met het stadsregiofonds te kunnen omgaan is de strikte eis van cofinanciering, dat wil zeggen toekenning van bijdragen aan projecten waarvoor bijdragen van anderen (EU, rijk) zijn toegekend, vervallen. Daarnaast moet het mogelijk zijn ÃćâĆňâĂİ conform gangbare praktijk - dat er bij de toekenning van bijdragen (conform artikel 11, lid 3 van de regeling) tenminste het aandeel van de gemeenten Eindhoven en Helmond in de voeding van het fonds aan in hun gemeente gesitueerde (eigen) projecten ten goede kan (blijven) komen. Uitgangspunt in deze is en blijft voortzetting van de momentele gedragslijn. Bijdrageregeling. Het totaal van de algemene bijdrage per jaar is tot en met 1999 gefixeerd op f 20 miljoen. Het totaal van de bijdrage per vierkante meter is tot op heden afhankelijke van het volume van grondverkopen en gerealiseerde kantooroppervlakte en staat dus niet vast.

4 Raadsbij lage nummer 256 De bijdrage uit grondverkopen voor 1998 bedraagt ruim f 11,7 miljoen. Conform de notitie wordt voorgesteld de verhouding algemene bijdrage - bijdrage per vierkante meter - aan te passen; beide onderdelen f 5 miljoen. De verdeling van de algemene bijdrage over de gemeenten wordt bepaald op 75% van de tot en met 1999 gefixeerde bijdrage. De bijdrage per vierkante meter wordt verhoogd met f 2,ÃćâĆňâĂİ per vierkante meter tot respectievelijk f 15,ÃćâĆňâĂİ (huidige regeling artikel 10, lid 2) en f 20,ÃćâĆňâĂİ per vierkant meter. De reden voor deze aanpassing is om meer recht te doen aan het uitgangspunt, dat de groeigemeenten een hogere bijdrage aan het fonds kunnen en dienen te leveren. Voor de gemeente Eindhoven betekent dit een bijdrage van f ,ÃćâĆňâĂİ. Omdat het aandeel, dat de gemeente Eindhoven bijdraagt in de voeding van het fonds, wordt ingezet voor Eindhovense projecten (zie ook rubriek financiele gevolgen en risico s van deze raadsbijlage) kan naar onze mening met de voorgestelde aanpassing van de regeling worden ingestemd. 5 Financiele gevolgen en risico s Over de toets van dit raadsvoorstel aan het Program van Samenwerking , de Stadsvisie 2010 annex het Stedelijk Ontwikkelingsprogramma 2003 en het Eindhoven Impulsprogramma kan worden gezegd, dat de beoordeling over het wel/niet sporen ervan met die documenten afhankelijk is van welke concrete projecten er uiteindelijk worden ingebracht en gehonoreerd. Omdat bij voortzetting van het Financieringsschap de strikte eis van cofinanciering zal vervallen (beslispunt 2 van de notitie ) is het voor Eindhoven mogelijk om projecten in te brengen die reeds in de (meerjaren)begroting staan vermeld. Een overzicht om welke projecten het zou kunnen gaan ligt ter inzage bij de bijlagen. Als deze projecten worden gefinancierd door het Financieringsschap vallen de reeds begrote bedragen vrij. Deze bedragen kunnen worden ingezet als dekkingsmiddel voor de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage aan het Financieringsschap. Op deze manier en omdat het aandeel dat de gemeente Eindhoven bijdraagt in de voeding van het fonds wordt ingezet voor Eindhovense projecten zal het een en ander budgettair neutraal verlopen. Daarnaast zal Eindhoven wellicht bovenop de eigen inbreng nog een bedrag toegekend krijgen van de bijdragen die de randgemeenten inbrengen. Hoe hoog dit bedrag zal zijn is nog niet bekend maar in de voorgaande jaren van de regeling is circa 80% van de inbreng van de randgemeenten aan projecten gelegen in de centrumgemeenten (Helmond en Eindhoven) toegekend. Dit zou betekenen 80% van circa f 8,3 miljoen is circa f 6,6 mijjoen. Verdeelsleutel Eindhoven-Helmond. Over een mogelijke verdeelsleutel van deze f 6,6 miljoen tussen de gemeenten Eindhoven en Helmond moet echter nog een definitief standpunt worden standpunt worden bepaald.

5 Wij vinden in dit verband een percentuele verdeling van 71s/o voor Eindhoven en 29 /o voor Helmond redelijk. Hierover het volgende. Deze verdeelsleutel is in onze optiek gebaseerd op een vergelijking tussen beide gemeenten qua aantal inwoners (71,9/o tegen 28,1 /o), de algemene bijdrage in 2000 (71,5/o tegen 28,5s/o), de algemene bijdrage plus de bijdrage per vierkante meter in 2000 (69,7s/e tegen 30,3/o) en de toekenningen in de periode (70,9 /o tegen 29,1e/s). Wij stellen ons voor dit als overlegvoorstel in te brengen. 6 Overige gevolgen van de aanpak De verlengde regeling ÃćâĆňâĂİ zodra de raden van de deelnemende gemeenten daartoe formeel hebben besloten ÃćâĆňâĂİ treedt in werking na goedkeuring van de respectievelijke besluiten van die gemeenten en het Financieringsschap door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Tenslotte brengen wij onder uw aandacht dat er vanuit het Financieringsschap initiatieven zullen worden ontplooid om het Regiofonds op korte termijn operationeel te doen zijn voor de gehele regio Zuidoost-Brabant. 7 Resultaten van overleg / inspraak Deze zijn - met uitzondering van het nog te voeren overleg over de verdeelsleutel als bedoeld onder punt 5 ÃćâĆňâĂİ verwerkt in de notitie Voortzetting Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio Eindhoven e.o. van het algemeen bestuur van het Financieringsschap d.d. 27 augustus 1999 c.q. in deze raadsbijlage, 8 Communicatie Het Financieringsschap communiceert met de deelnemende gemeenten. Om een eensluidend besluit over de voortzetting van de gemeenschappelijke regeling van de raden van de deelnemende gemeenten te bewerkstelligen heeft het Financieringsschap een model-preadvies geconcipieerd. Daarover zal verder op de in de deelnemende gemeenten gebruikelijke wijze worden gecommuniceerd. 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor middelen, milieu en sport hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar positief advies ligt voor u ter inzage Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, N. van der Spek, loco-burgemeester C. Tetteroo, secretaris

6 Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; overwegende dat de gemeente deelneemt aan de gemeenschappelijke regeling Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio Eindhoven e.o. waarvan de werkingsduur afloopt op 31 december 1999; overwegende voorts dat het wenselijk is de deelname aan deze regeling voort te zetten om zodoende te kunnen blijven beschikken over een stadsregionaal fonds; gelet op het besluit over voortzetting van de gemeenschappelijke regeling van het algemeen bestuur van het Financieringsschap van 27 augustus 1999; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 november nr. 256; gelet op het advies van de commissie voor middelen, milieu en sport; besluit: onder voorbehoud van gelijke besluitvorming door de bestuursorganen van de overige acht aan de gemeenschappelijke regeling Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio Eindhoven e.o. deelnemende gemeenten: 1 in te stemmen met het voortzetten van de gemeenschappelijke regeling tot en met 2000 en tevens de regeling te wijzen als volgt: 2 Artikel 10, lid 1 wordt vervangen door: De deelnemende gemeenten zijn gehouden tot een jaarlijkse storting van een gezamenlijk bedrag van f 15 miljoen in het fonds waarbij de bijdrage per gemeente als volgt bedraagt: gemeente Best ,ÃćâĆňâĂİ gemeente Eindhoven ,ÃćâĆňâĂİ gemeente Geldrop ,ÃćâĆňâĂİ gemeente Helmond f ,ÃćâĆňâĂİ gemeente Mierlo ,ÃćâĆňâĂİ gemeente Nuenen c.a ,ÃćâĆňâĂİ gemeente Son en Breugel ,ÃćâĆňâĂİ gemeente Veldhoven , gemeente Waalre f ,ÃćâĆňâĂİ 3 in artikel 10, lid 2, wordt afdracht f 13,ÃćâĆňâĂİ per m vervangen door afdracht f 15,ÃćâĆňâĂİ per m en afdracht f 18,ÃćâĆňâĂİ per m door afdracht f 20,ÃćâĆňâĂİ per m" 4 in artikel 10, lid 5 het jaar 1999 wordt vervangen door het jaar 2000; 5 in artikel 15, lid 1 per 1 januari 2000 wordt vervangen door per 1 januari 2001; 6 de onder 2 t/m 5 vermelde wijzigingen treden in werking met ingang van 1 januari 2000;

7 r p Raadsbij lage nummer de notitie Voortzetting Financieringsschap Strategische Projecten Stadsregio Eindhoven e.o., vastgesteld door het algemeen bestuur van het gelijknamige Financieringsschap op 27 augustus 1999, te aanvaarden als operationeel kader voor de werkingsduur van de gemeenschappelijke regeling. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 november R. Welschen, voorzitter C. Tetteroo, secretaris sba/ee def