SAWBTERF. MESRIOFPM. "SMMIBt V.^
|
|
- Augusta Smeets
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2 SAWBTERF MESRIOFPM. "SMMIBt V.^
3 AMMONIARMESTSTOFFEN SALPETERMESTSTOFFEN MESTSTOFFEN, DIE AMMONIAK EN SALPETER BEVATTEN Wat moet de landbouwer hiervan weten! Uitgegeven door het Stickstoff-Syndikat, Berlin December 1928
4 Nadruk verboden Vertalingsrecht voorbehouden
5 1. Inleiding. Door de uitbreiding der bevolking neemt de behoefte aan voedingsmiddelen toe. In de nieuwe cultuurlanden kan een grootere productie in den regel verkregen worden door uitbreiding van de bebouwde oppervlakte; in de oude cultuurlanden daarentegen kan hiervan nog slechts een beperkt gebruik gemaakt worden. Zij zijn er daarom op aangewezen de uitgeputte gronden van het beschikbare cultuurgebied door bemesting zoodanig met voedingsstoffen te verrijken, dat deze niet alleen in staat zijn om de oogsten te blijven leveren, die tot nu toe bereikt werden, maar bovendien belangrijk hoogere opbrengsten te geven. De in het landbouwbedrijf verkregen hoeveelheid mest is niet eens groot genoeg om de door de tot nu toe verkregen oogsten aan den bodem onttrokken voedingsstoffen volledig terug te geven. Het wordt daarom vroeg of laat noodzakelijk de meststoffen uit het bedrijf, nl. stalmest, gier, compost en ander afval, meer en meer met kunstmatig verkregen voedingsstoffen aan te vullen. Door de onderzoekingen van Liebig, Lawes en Gilbert werden in het midden der vorige eeuw de grondslagen der bemestingsleer gelegd. In den regel leidt slechts een bemesting met de drie voornaamste plantenvoedende stoffen, Stikstof, Fosforzuur en Kali, in een doelmatige verhouding toegediend, tot een bevredigend resultaat en nog alleen dan, indien voor een voldoend kalkgehalte van den bodem gezorgd wordt. Van alle plantenvoedende stoffen is de stikstof de belangrijkste. De bemesting met stikstof, die niet van het bedrijf afkomstig is, begon met het gebruik van Guano, dat behalve stikstof ook fosforzuur bevat. Naast de guano werd spoedig Chilisalpeter als stikstofmest gebruikt. In chilisalpeter komt de stikstof voor in den vorm van salpeterzure natrium. Tegen het eindevan de vorige eeuw gelukte hethet ammoniakgas, dat ontstaat bij de fabricatie van lichtgas en bij het vergassen van steenkolen, aan zwavelzuur te binden en werd de op deze wijze verkregen Zwavelzure Ammoniak als meststof gebruikt. Aan het einde van de vorige eeuw werden reeds belangrijke hoeveelheden van deze destijds nieuwe meststof naast chilisalpeter gebruikt. Birkeland en Eyde slaagden er in 1903 in de eerste synthetische stikstofmest, de Norgesalpeter, te fabriceeren, die de stikstof in den vorm van salpeterzure kalk bevat. Spoedig daarna werd door Frank en Caro een procédé gevonden om de stikstof uit de lucht aan calciumcarbide vast te leggen en als meststof te verwerken in den vorm van Kalkstikstof. In dit product komt de stikstof als cyaanamide voor. 3
6 Door het procédé Haber-Bosch, waarbij de stikstof primair aan waterstof gebonden wordt, nam de fabricatie der synthetische stikstofmeststoffen een buitengewone vlucht. De ammoniak, die hierbij gewonnen wordt, dient als uitgangspunt voor zwavelzuren ammoniak en talrijke andere meststoffen, waarin de stikstofgedeeltelijk als ammoniakstikstof, gedeeltelijk als salpeterstikstof, deels als amidestikstof voorkomt. 2. De ontwikkeling van het verbruik van anorganische stikstofmeststof f en. Het volgende overzicht geeft een beeld van de ontwikkeling van het wereldverbruik aan anorganische stikstofmeststoffen (zie afd. 1). Het stikstofverbruik steeg tot voor den oorlog met ongeveer 6 7% per jaar; gedurende den oorlog nam het verbruik in den landbouw af, omdat de stikstof grootendeels voor militaire doeleinden noodig was. De landbouwers hebben echter door het gebrek aan kunstmeststikstof tijdens en kort na den oorlog haar waarde zeer goed leeren kennen. Als gevolg hiervan had het stikstofverbruik in 1922 reeds een zoodanige hoogte bereikt, alsof de stijging van voor den oorlog niet onderbroken geweest ware. Van dit jaar af begint het verbruik nog veel sterker toe te nemen dan voor den oorlog het geval was. Ook voor het jaar 1928 kan men op een verdere stijging van het verbruik rekenen. Behalve in de toename der bevolking ligt de oorzaak van deze ontwikkeling zoowel in de vermeerderde behoeften als in het streven der volkeren om te vermijden, dat zij in een te groote mate van het buitenland afhankelijk worden. Een en ander leidt noodzakelijk tot stijging van het kunstmestverbruik in de dichtbevolkte streken en uitbreiding hiervan tot de dunbevolkte gebieden en die landen, waar tot nu toe niet of zwak gemest werd. Een dusdanige ontwikkeling zou echter economisch niet mogelijk zijn, wanneer niet het vermeerderde stikstofverbruik voor den individueelen landbouwer winst opleverde. Dat dit inderdaad het geval is en wel na den oorlog in sterkere mate dan voor den oorlog, moge blijken uit de volgende berekening, die op Duitsche toestanden gebaseerd is. Wanneer wij van de veronderstelling uitgaan, dat voldoende kali en fosforzuur gegeven wordt, of in den bodem aanwezig is en ook aan de andere voorwaarden voor het tot goede uitwerking komen der meststoffen voldaan is, dan kan men in het algemeen aannemen, dat met 1 Kg. stikstof ongeveer 20 Kg. graan verkregen wordt. Eén Kg. stikstof kostte in de eerste helft van 1914 in Duitschland in den vorm van Zwavelzuren Ammoniak ongeveer M Twintig Kg. graan had een waarde van M Nadat dus de kosten der stikstof in 4
7 Wereldverbruik van kunstmatige stikstofmeststoffer in 1000 ton*) zuivere stikstof l / '1300 / / X y / /- / y / J / A v A.*" ^ M23l24l25l Afb 1 *) Alle cijfers in deze brochure zijn gebaseerd op metrischetonnen (lton=1000kg.)
8 mindering gebracht zijn, is dus met een uitgave van M 1.32 een meeropbrengst van ongeveer M 2.30 verkregen. M. a. w.: voor den aankoop van 1 Kg. stikstof was slechts ongeveer 7 Kg. graan noodig, terwijl met 1 Kg. stikstof gemiddeld ongeveer 20 Kg. graan verkregen werd, zoodat er een overschot blijft van 13 Kg. graan. Wanneer men in plaats van graan, aardappelen of suikerbieten neemt, komt men tot overeenkomstige uitkomsten. Voor de laatste jaren is het teekenend, dat eenerzijds het grootste gedeelte der stikstofmeststoffen voortdurend goedkooper is geworden, terwijl anderzijds door vermindering van de waarde van het goud de prijzen der landbouwproducten veel hooger geworden zijn dan vóór den oorlog. Als gevolg hiervan kan men met een naar verhouding kleinere hoeveelheid landbouwproducten belangrijk grootere hoeveelheden kunstmeststikstof dan voor den oorlog aankoopen. Voor den oorlog was bijv. in Duitschland 170 Kg. rogge of 630 Kg. aardappelen noodig om 100 Kg. zwavelzuren ammoniak te kunnen koopen, terwijl hiervoor in September/October 1928 slechts ongeveer 85 Kg. rogge of 340 Kg. aardappelen noodig waren. 3. Het aandeel van de verschillende stikstof vormen in het verbruik. De ontwikkelingvan het verbruik der verschillende stikstofvormen is zeer interessant en van groot belang (zie afb.2 en 3). Het aandeel van den zwavelzuren ammoniak in het wereldverbruik steegvan34,87o in 1910tot39,27oinl913. Na den oorlog ishetgebruik in versterkte mate ten gunste van den zwavelzuren ammoniak gestegen. In 1927 werd het wereldverbruik aan stikstof voor niet minder dan 51,6 7o ammoniak gedekt (zie afb. 2). Voegt men hierbij de hoeveelheid ammoniak uit de meststoffen, die zoowel ammoniak als salpeter bevatten dan blijkt, (zie afb. 3) dat 58 "/o van het wereldstikstofverbruik door de ammoniak stikstof werd ingenomen. Tegenover deze sterke, duidelijk blijkende, toename van de ammoniakstikstofkan een even duidelijke vermindering van het aandeel, dat de stikstof in salpetervorm in het wereldstikstofverbruik had, geconstateerd worden. In 1900 werd ongeveer 66 "/o van het wereldverbruik door salpeterstikstof gedekt. Tot het uitbreken van den oorlog was dit percentage reeds tot 56,4 7o gedaald en in 1927 was het aandeel van voor den oorlog bijna gehalveerd en op 28.8 /o gekomen. Gedeeltelijk werd deze vermindering ook door het grooter verbruik van cyaanamidestikstof veroorzaakt. In 1907 dekte deze slechts 0,1 /o van het wereldverbruik, welk aandeel bij het uitbreken van den oorlog tot 4,4 7o en in 1927 tot 13,5 7» gestegen was. 6
9 Wereldverbruik van kunstmatige stikstofmeststoffen in 1000 ton zuivere stikstof Volgens soorten ^ ^ Ammoniakmeststoffen (incl. Ureum) Ammonsalpetermeststoffen en Salpetermeststoffen Kalkstikstof Totaal Atb.2
10 Wereldverbruik van kunstmatige stikstofmeststoffen in 1000 ton zuivere stikstof Volgens de stikstofvormen " Ammoniakstikstof (incl. Ureum) Salpeterstikstof jfsgerea-^ü^ Kalkstikstof Totaal Afb. 3 8
11 4. De oorzaken van het op den voorgrond treden der ammoniakhoudende meststoffen. Wanneer men zich afvraagt hoe het komt, dat deze verschuiving tusschen de ammoniak- en salpeterstikstof heeft plaats gehad, dan moet er in de eerste plaats op gewezen worden, dat de werking van de beide stikstofvormen in den bodem principieel verschillend is. Salpeterstikstof kan door de planten direct worden opgenomen. Daar zij echter in den grond niet wordt vastgelegd, maar geheel vrij in het bodemvocht opgelost blijft, spoelt zij bij een overmaat van water gemakkelijk uit. De ammoniakstikstof wordt door de gewassen slechts voor een deel direct opgenomen, terwijl de rest in den bodem wordt vastgelegd en langzamerhand omgezet wordt in salpeter, die dus geleidelijk ter beschikking van de gewassen komt. In het algemeen werkt de salpeter dus snel en kort, en de ammoniakstikstof geleidelijk en aanhoudend. De Intensiteit van deze werking hangt echter van de omstandigheden in de verschillende gebieden af. Wanneer men de oorzaken gaat onderzoeken, waardoor de verschuiving in het verbruik van de ammoniak- en salpeterstikstof heeft plaats gehad, moet men daarbij een scheiding maken tusschen twee groepen. De eene groep bestaat uit alle natuurlijke factoren, die het gebruik van de stikstof en haar werking op den oogst kunnen beïnvloeden. Hiertoe kunnen wij rekenen: grondsoort, klimaat, weersgesteldheid, met de daarmede samenhangende factoren als temperatuur, vochtigheidstoestand en zonneschijn, en verder de aard van de verbouwde gewassen en hun hooger opbrengstvermogen in verband met de meerdere of mindere mate van veredeling. De andere groep bestaat uit de economische factoren, waarin een belangrijke rol gespeeld wordt door den prijs per eenheid stikstof in de diverse stikstofmeststoffen, de meerdere opbrengst die zij geven, de waarde van de verkregen meeropbrengst en de verhouding tusschen kostprijs en meeropbrengst. Toen de fabricatie van zwavelzuren ammoniak sterk toenam, kon een voldoende afzet voor dit nieuwe product slechts gevonden worden. doordat de prijs ervan lager gesteld werd, dan dien van chilisalpeter. Na 1900 schommelde de prijsverhouding, in verband met plaats en tijd, meermalen, zooals uit de afbeelding 4 6 blijkt. Het is echter opvallend, dat de prijs van de stikstof in zwavelzuren ammoniak van 1910 tot 1913, dus in den tijd dat het verbruik van zwavelzuren ammoniak sterker steeg dan dat van chilisalpeter (zie afb. 2 en 3), betrekkelijk hoog was. In deze periode was de prijs van zwavelzuren ammoniak even hoog, soms zelfs hooger dan die van chilisalpeter. Na 9
12 T-^ _ oo co cx> co oo i C=l co H i ca s co - co * co «=> co co C=3 co co co CS _- CC3 co ES CJt 1= o 01 =) s s Ji 3 KI n ilisalpete Êl SI C3 ^ K- '' Zwav. Ammonii UI C3) C3 s S aië gseföigislsisis ^s l t<. _"r^i^r ' h > r cianijk 1 \ os' Prijzen f. o.b. Hamburg volgens pubh caties van de Chilisalpeterindustrie Duitsche prijzen af Bodium-Wanne Prijzenfranco elk stationinduitschlan< = Duitsche prijzen af Zabrze O/S Prijzen c. i. f. Hamburg volgens publi caties van de Chilisalpeterindustrie Prijzen boord / spoorvrij Hamburj volgens publicaties van het Rijksbureai voor Statistiek in Berlijn o CJl w 1 w cn 1- cn cn t -^Vr_. I^L i-i. M \ ^emiaaeide prijzen per Ng. zuiver in Duitschland in Pfennigen 1 CD a la 1^ la ^^ g j : 't éj \ pe é ^Ji* "!..''s «* * l'i m ca Esgg ësigga.a ssiësisg=y j s! Sssslas s.^,s. p ïs 3 ^ÈS Ir^ 1 Ti " t " u - 10
13 den oorlog is deze verhouding anders geworden (zie afb. 4 6). Terwijl de prijs van de stikstof in chilisalpeter in vrij Hamburg tusschen ongeveer 151,8 en 146,9 pfg. schommelde, en in 1928 tot 128 pfg. daalde, kostte de ammoniakstikstof nog slechts 110,8 tot 93,8 pfg. De kalkstikstof werd 8 10 pfg. lager dan de ammoniakstikstof genoteerd. De toename van het verbruik van zwavelzuren ammoniak is zonder twijfel gunstig beïnvloed door de prijsverandering ten voordeele van deze meststof. De prijsverandering is echter niet de oorzaak geweest van deze stijging, daar reeds voor den oorlog, zooals hierboven werd aangetoond, het ammoniakverbruik ten koste van het salpeterverbruik gestegen was bij een prijsverhouding, die voor den zwavelzuren ammoniak zeer ongunstig was. Indien de in de laatste jaren voor den oorlog bestaande prijsverhouding zich ook na den oorlog gehandhaafd had, zou derhalve de mate, waarin de ammoniakstikstof de salpeterstikstof heeft verdrongen, geringer geweest zijn, doch de verdringing zelf zou hierdoor niet zijn verhinderd. Dit leidt tot het vermoeden, dat, naast de invloeden, die het gevolg zijn van de prijsverhouding, nog andere krachten werkzaam zijn, die uit de natuurlijke omstandigheden voortvloeien. In welke mate dit inderdaad het geval is, blijkt het best, wanneer men afzonderlijke landen der wereld als voorbeeld neemt en hier nader onderzoekt, welk gedeelte van het totale verbruik door de respectievelijke stikstofvormen is gedekt. In het stikstof verbruik van Java en Madoera (afbeelding 7) werd in de laatste 17 jaar uitsluitend door ammoniakstikstof voorzien. Geen Afb. 7 12
14 enkele schommeling in de prijzen der verschillende stikstofvormen heeft hier iets kunnen veranderen. Het stikstofverbruik in Egypte (afbeelding 8) is van 1910 tot 1927 voor 91,87o tot 98,77o door salpeter gedekt, zonder, dat de prijsschommelingen hierin eenige wijziging konden brengen. Afb 8 Daar door de zeer bijzondere natuurlijke omstandigheden de voorkeur voor bepaalde stikstofvormen in deze landen niet is toe te schrijven aan economische factoren, maar uitsluitend aan de niet te veranderen eischen van klimaat, bodem en aard der gewassen, kan men met deze landen als voorbeeld het best de motieven aantoonen, die hierbij den doorslag hebben gegeven. Op Java wordt verreweg het grootste gedeelte van de stikstof gebruikt op suikerriet, bij welks verbouw bevloeiing wordt toegepast. Met een buitengewoon grooten regenval gaat een zeer hooge gemiddelde temperatuur gepaard. Onder dergelijke omstandigheden hebben alle scheikundige en biologische omzettingen intensiever plaats dan in meer gematigde en drogere gebieden. Daardoor wordt de ammoniak zeer snel in salpeter omgezet, zoodat de als ammoniak gegeven bemesting in betrekkelijk korten tijd als salpeter ter beschikking van het gewas komt. De door de nitrificatie gevormde salpeter zal in het algemeen niet veel grooter zijn dan de directe behoefte van het gewas, vooral, indien men de ammoniakbemesting geeft, wanneer het jonge, snel groeiende gewas, dat gretig stikstof opneemt, reeds talrijke wortels in den grond heeft gevormd. Indien men onder deze 13
15 5 -/ / " -/ tl. / / / / / SS en (13 i ' ^ / y /^ ' ( :Ï^ _ \ / ) ; k j 's s L- / ^> { 1 h 9 ; Jaarlijksche, gemiddelde prijzen per Kg. zuivere stikstof in Engeland in Pfennigen» g S g S S g S S g g g g S g S 5 g = =. Chilisalpeter - - co C3) CVI en = io os C3 3 CJl fc- ^ ia- 2 11
16 omstandigheden salpeterstikstof zou geven, dan zou kort na de bemesting de salpetervoorraad in den grond belangrijk grooter zijn, dan het gewas direct kan opnemen. Door de groote overmaat van w^ater (tropische regens en bevloeiing) ontstaat kans op uitspoeling van een groot gedeelte van de salpeter, die dus verloren zou gaan. Behalve de kans op uitspoeling is er nog een tweede reden, waarom men bij de genoemde omstandigheden van klimaat en cultuur geen salpeter mag gebruiken. Het komt hierbij nl. vaak voor, dat de meststoffen of op onder water staand land moeten worden uitgestrooid, of, dat spoedig na het uitstrooien van de stikstof een tropenregen de bemeste grond onder water zet of wel bevloeing noodzakelijk wordt. Deze omstandigheden zijn voor de ontwikkeling van de denitrificeerende bacteriën, die de salpeterstikstof in gasvormige stikstof omzetten, dikwijls zeer gunstig, waardoor de stikstof niet meer door het gewas kan worden opgenomen. Naast het gevaar voor uitspoeling bestaat dus voor de salpeterstikstof ook nog de kans op denitrificatie. De salpeterstikstof is dus ongeschikt voor alle streken, waar door sterken regenval of bevloeing de omstandigheden voor denitrificatie bijzonder gunstig zijn. Al deze omstandigheden hebben de ammoniakstikstof tot de meest gebruikte meststof voor alle culturen gemaakt, waarbij bevloeing plaats heeft, onverschillig of het bijv. gaat om suikerriet op Java, rijst in Japan of om bananen op de Canarische eilanden. In tegenstelling met Java is Egypte overwegend salpetergebruiker. De grootte van het Egyptische landbouwgebied wordt door het beschikbare Nijlwater binnen enge grenzen gehouden. Bij de sterke verdamping, die het gevolg is van de langdurige en sterke zonnebesiraling en de zeer droge winden, die uit de omliggende woestijnen komen, is de regenval voor den groei der gewassen onvoldoende. Egypte is dus een land, dat bij zeer droge lucht, hooge temperatuur en veel zonneschijn met een minimum aan water in den loop van een jaar in snelle volgorde meerdere oogsten moet leveren. Door de beperkte hoeveelheid water en den korten groeitijd der verschillende gewassen zijn de omstandigheden voor het gebruik van de snel werkende salpeterstikstof zeer gunstig, die hier ook niet kan worden uitgespoeld. De toestand in Japan is ongeveer gelijk aan die op Java. Ammoniak was steeds de overheerschende stikstofvorm. Bij een sterk toegenomen totaalverbruik is in de laatste 17 jaar het aandeel der ammoniakstikstof van 81,5 "/<> tot 90,17o gestegen, daarentegen het aandeel der salpeterstikstojf van 13,5*^/0 tot 6,1 "/o gedaald. Hier blijkt dus ook duidelijk, dat de ammoniakstikstof, die reeds het grootste deel van het verbruik inneemt, in den loop van den tijd steeds meer veld gewonnen heeft (zie afb. 9). 14
17 Afb 9 In Japan speelt de rijst als bevloeiingsgewas en ammoniakverbruiker een soortgelijke rol als het suikerriet op Java. Maar ook bij de droge cultuur is de ammoniakbemesting volstrekt overheerschend, omdat de beschikbare hoeveelheden vocht grooter zijn dan bijv. in Egypte, en omdat de temperatuur in verband met deze vochtigheid een snelle werking van de ammoniakstikstof tot gevolg heeft. Voor het gebruik van de ammoniakstikstof in Japan en op Java pleit verder nog de omstandigheid, dat de hoeveelheden stikstof, die hier per H. A worden gegeven, betrekkelijk groot zijn Met de hoeveelheid 15
18 stikstof, die per H. A. wordt toegediend, sti]gt het risico van het salpetergebruik. Hoe meer salpeterstikstof in één keer gebruikt wordt, hoe grooter de hoeveelheden zijn, die aan het gevaar van denitrificatie en uitspoeling blootgesteld worden. Daarbij komt nog, dat bij een zware salpeterbemesting groote hoeveelheden zeer gemakkelijk opneembare stikstof ter beschikking van het gewas komen; hierdoorzouden de overige plantenvoedende stoffen eenigszins in het minimum kunnen komen en een eenzijdige stikstofvoeding veroorzaakt kunnen worden. Dit nadeel zou tot op zekere hoogte slechts door vaak herhaalde salpeterbemestingen in kleine giften voorkomen kunnen worden. Het gebruik van salpeter zou hierdoor echter veel duurder worden. Uit de beschouwing van deze drie landen blijkt dus duidelijk, dat men bij voldoenden neerslag en vloeiwater, vochtige lucht en betrekkelijk hooge temperatuur tot het gebruik van de stikstof in ammoniakvorm gedwongen wordt, terwijl het gebruik van de stikstof in salpetervorm begunstigd wordt door een beperkte hoeveelheid vocht, korten groeitijd der gewassen en wel des te meer, naar mate de stikstofgiften per H. A. kleiner zijn. > Minder overzichtelijk zijn de omstandigheden in andere stikstofverbruikende landen en wel in het bijzonder in die landen van Europa met een gematigd klimaat en een ouden, hoogstaanden landbouw, zooals bijv.: België, Nederland, Duitschland, Denemarken, Frankrijk, Engeland. Hier komen voor het gebruik der stikstofvormen andere gezichtspunten naar voren In een gematigd klimaat en bij goed geregelde watervoorziening spelen in de eerste plaats de physiologische eigenschappen der gewassen een belangrijke rol. Volgens den tegenwoordigen stand van de wetenschap geldt bijv. de aardappel als een typisch ammoniakgewas en de suikerbiet als een typisch salpetergewas. Van het grootste deel der gewassen kan men echter op grond van hun physiologische eigenschappen zeggen, dat zij de ammoniak- en de salpeterstikstof evengoed verwerken. Bij deze gewassen geven daarom andere factoren den doorslag. De mate van intensiveering van den landbouw en vooral de intensiteit van de bemesting is van groot belang. Door iedere vooruitgang in deze richting wordt de mogelijkheid voor.bemesting met uitsluitend salpeter meer en meer beperkt, omdat, bij de toediening van groote hoeveelheden salpeter in één gift, de kans op uitspoeling en denitrificatie toeneemt, en omdat het in vergelijking met de herhaalde salpeterbemestingen voordeeliger is de gelijkmatiger en langdurig werkende ammoniakvorm te gebruiken, waarbij minder kans op verlies bestaat. 16
19 Bi] de gewassen, die niet speciaal de voorkeur aan ammoniak- of salpetefstikstof geven, speelt echter ook de prijs een belangrijke rol. Men zal ook daar, waar de duurdere salpeterstikstof beter werkt dan ammoniakstikstof, tot bemesting met ammoniakstikstof overgaan, wanneer de waarde van hetgeen minder opgebracht wordt grooter is dan het prijsverschil tusschen de bemestingen in de beide vormen. 17
20 Tegenover deze gezichtspunten verliest de eenzijdige beteekenis van klimatologische omstandigheden en waterverhoudingen,'zooals die voor Java, Japan en Egypte gelden, veel van haar belang. De invloed blijft wel is waar bestaan, maar wordt van minder beteekenis. Zooals blijkt uit een afzonderlijke beschouwing van de landen in Europa, waar de landbouw op een hoogen trap staat, heeft de ontwikkeling van de stikstofbemesting inderdaad volgens deze gezichtspunten plaats (zie afb. 10). De grafische voorstellingen toonen aan, dat de bemesting in deze landen veel intensiever geworden is en dat de ammoniakstikstof de salpeterstikstof in belangrijke mate heeft verdrongen en wel te sterker, naar mate het stikstofverbruik grooter werd. Uit al de waarnemingen in de onderzochte landen kan men de conclusie trekken, dat het uitsluitend gebruik van de salpeterstikstof vooral onder de volgende omstandigheden op zijn plaats is : In droge, warme streken met beperkte watervoorziening, In de Noordelijke streken van de gematigde zone met een korten groeitijd der gewassen, In een steeds kleiner wordend gebied, waar nog weinig stikstof gebruikt wordt, In streken met een gematigd klimaat en intensieven landbouw bij den verbouw van suiker- en voederbieten.*) Bij alle andere gewassen, indien een bijzonder snelle werking gewenscht is. In hoeverre de meststoffen, die zoowel ammoniak alsook salpeter bevatten, nu invloed hebben op de beperking van het gebruik van uitsluitend salpeter, welke bijzondere oorzaken den doorslag hebben gegeven en welke beteekenis zij in de toekomst nog zullen krijgen, zal in een volgend hoofdstuk worden besproken. Vooreerst zullen wij een andere kwestie bespreken, die in verband met het gebruik van ammoniak en salpeter sedert eenigen tijd een rol gespeeld heeft. *) Volgens een publicatie van het Inlichtingsbureau voor Chilisalpeter in den Haag was, volgens de onderzoekingen van den Heer Ir. O. J. Cleveringa, Rijkslandbouwconsulent voor Noord Gelderland, op grond met een goeden kalktoestand de opbrengst aan voederbieten bij gebruik van Zwavelzuren Ammoniak zelfs gelijk aan die bij gebruik van chilisalpeter. 18
21 5. De reactie van den grond. D e salpeterhoudende meststoffen hebben, zooals bekend, een physiologisch alcalische, de a m m o n i a k h o u d e n d e meststoffen een physiologisch zure leactie. D e reactie der meststoffen is echter slechts van belang, wanneer de grond een reactie vertoont, die r e m m e n d werkt op intensievere bebouwing en op de goede uitwerking der gebruikte meststoffen. W a n n e e r de grond van n a t u r e, of door ontkalking, zuur is, dan werken alle meststoffen op zulken grond onvoldoende, ook de salpetermeststoffen, al is onder deze omstandigheden de werking van de laatste iets beter dan die van de ammoniakmeststoffen. Op zulke gronden m o e t er door bekalking voor gezorgd worden, dat de bodem in een zoodanigen toestand gebracht wordt, dat de meststoffen tot volle uitwerking k u n n e n komen. Alleen op deze wijze is het mogelijk, dat alle maatregelen, die voor het verkrijgen van een goed gewas noodig zijn, voldoende resultaat k u n n e n hebben, onverschillig of het gaat om de toediening van kunstmatige voedingsstoffen, het tot uitwerking k o m e n van het grootere productievermogen van veredelde gewassen of intensievere werkwijze. D e m e e n i n g, dat op zure gronden alleen door het gebruik van physiologisch alcalische meststoffen, zonder toediening van kalk, een voldoend resultaat kan worden bereikt, is een principieele en schadeveroorzakende dwaling. D e hoeveelheden alcalische stoffen, die bij de gebruikelijke bemesting op deze wijze in den grond komen, k u n n e n nooit voldoende zijn o m op een zuren grond voldoende opbrengsten te verkrijgen. Met betrekking tot de reactie van den grond, die i n hoofdzaak afhangt van de hoeveelheid oplosbare kalk in den bodem, onderscheiden zich de physiologisch zure en de physiologisch alcalische meststoffen dus alleen door de hoeveelheid kalk, die gebruikt moet worden o m de beste reactie te verzekeren. Deze hoeveelheid kalk is bij physiologisch alcalische meststoffen kleiner dan bij physiologisch zure meststoffen. De verschillen i n de benoodigde hoeveelheden kalk zijn echter slechts gering in vergelijking m e t de totale hoeveelheden kalk, die in h e t algemeen gegeven moeten worden om een goeden kalktoestand te h a n d h a v e n. Evenals kalkgebrek de vruchtbaarheid van den grond vermindert, kan ook een teveel aan oplosbare kalk r e m m e n d werken op het resultaat der maatregelen, die voor het verkrijgen van een goed gewas noodig zijn en vooral op de uitwerking van de toegediende kunstmeststoffen. In dergelijke gevallen zal m e t physiologisch zure kunstmeststoffen spoediger een normalen kalktoestand worden verkregen. 19
22 Verbruik van kunstmatige stikstofmeststoffen in 1000 ton zuivere stikstof Ammoniakmeststoffen ",, Kalkstikstof... Ammonsalpetermeststoffen _ ^ Totaal. Salpetermeststoffen Wereld. verbruik Duitschland Vereenigde Staten Nederland 1300 m ' m Afb. 11
23 6, Meststoffen met ammoniak- en salpeterstikstof. Vóór den oorlog waren stikstofmeststoffen, die zoowel ammoniak als salpeterstikstof bevatten, in den landbouw niet bekend. Deze meststoffen zijn door de synthetische-stikstofindustrie op de markt gebracht. Een typisch voorbeeld van deze groep is de ammonsulfaatsalpeter (LeunasalpeterBASF), waarin de salpeter 7^ en de ammoniak V4 van het stikstofgehalte uitmaakt. Het gebruik van deze meststoffen is in de jaren van ton tot ton zuivere stikstof gestegen. De oorzaken van deze sterke toename zijn de volgende: In die landen, die door hun klimaat niet speciaal op slechts één stikstofvorm zijn aangewezen, zijn de gemiddelde weersomstandigheden over het algemeen zoodanig, dat het bij vele gewassen mogelijk is beide stikstofvormen te gebruiken. De weersgesteldheid in deze landen wisselt echter dikwijls. Regenrijke, aan zonneschijn arme jaren wisselen af met droge jaren met veel zonneschijn. In het eerste geval zal de werking van de ammoniakstikstof, in het tweede geval die van de salpeterstikstof worden bevorderd. Daar het weersverloop niet vooruit voorspeld kan worden, bestaat het gevaar, vooral wanneer betrekkelijk zwaar gemest wordt, dat in deze gebieden, bij gebruik van slechts één enkele stikstofvorm, het verloop van het weer niet voldoet aan de eischen van deze stikstofvorm, waardoor de stikstofbemesting niet tot volle uitwerking kan komen. Dit leidt tot de gevolgtrekking, dat, hoewel door het opvoeren der bemesting en als gevolg van de prijsverhouding tusschen ammoniak- en salpeterstikstof, het aandeel in het verbruik van delaatste steeds meer teruggaat, het gebruik van uitsluitend één stikstofvorm niet zonder bezwaar blijkt te zijn. Het in verband met de onzekerheid van het weersverloop bestaande risico kan worden verminderd door gelijktijdig ammoniak-en salpeterstikstof te gebruiken. Boven het afzonderlijk gebruik van ammoniakstikstof en salpeterstikstof moet hierbij de voorkeur gegeven worden aan het gebruik van één meststof, die gelijktijdig ammoniak- en salpeterstikstof bevat, daar het gebruik hiervan eenvoudiger en goedkooper is. Dat bij het gebruik van ammonsulfaatsalpeter de stikstof inderdaad zekerder werkt, blijkt uit de proeven, die met Leunasalpeter BASF genomen zijn. Deze hebben geleerd, dat juist in gebieden met een zeer veranderlijke weersgesteldheid, bij alle cultures, die noch een uitgesproken voorkeur voor ammoniak, zooals de aardappel, noch een uitgesproken voorkeur voor salpeter, zooals tot nu toe voor de suikerbiet werd aangenomen, vertoonen, de Leunasalpeter BAS F over het algemeen betere opbrengsten gaf dan de zuivere ammoniak of salpetermeststoffen. Daar het grootste gedeelte van de bebouwde oppervlakte 21
24 van de landen in Europa door de voornaamste graansoorten, tarwe, rogge, gerst, haver, alsmede door hoi- en weiland ingenomen wordt, is het niet te verwonderen, dat de Leunasalpeter BASF als stikstofmest steeds meer gevraagd werd en dat zijn aandeel in het totale stikstofverbruik veel sterker gestegen is dan van eenige andere stikstofmeststof. Bij proeven, die in 1925, 1926 en 1927 in Duitschland en de omliggende landen genomen zijn, is gebleken, dat bij alle gewassen, die in deze landen worden verbouwd, met uitzondering van suikerbieten, de Leunasalpeter BASF per Kg. stikstof minstens dezelfde en meestal een hoogere opbrengst gaf dan zuivere ammoniak- of zuivere salpeterstikstof. Bi] de bovengenoemde, toenemende beteekenis van de Leunasalpeter BAS F, die verband houdt metnatuurlijke omstandigheden,komt, zooals in den laatsten tijd werd vastgesteld, nog een feit, dat op economisch terrein ligt. Het is nl. ook bij de suiker- en voederbiet gebleken, dat het geldelijk resultaat van de bemesting met Leunasalpeter BASF, bij vroegtijdig gebruik, vaak grooter is dan bij een zuivere salpeterbemesting, daar bij ongeveer dezelfde werking, de stikstof in Leunasalpeter BASF betrekkelijk goedkooper is, dan in kalksalpeter en bovendien nog goedkooper dan in natronsalpeter. Ongeveer hetzelfde geldt voor de nieuwe meststof, Kalkammonsalpeter IG, waarin 50"/o der stikstof voorkomt in salpetervorm en 50 % in ammoniakvorm. Dit product zou geschikt kunnen zijn om de zuivere salpetervorm ook daar langzamerhand te vervangen, waar het salpetergehalte van de meststoffen, die zwavelzuren ammoniak als salpeter bevatten, te laag is om aan de gestelde eischen te voldoen. De hieruit voortvloeiende ontwikkeling van het stikstofverbruik, ten voordeele van die stikstofmeststoffen, die zoowel ammoniak- als salpetersfikstof bevatten, zal, vooral wanneer de tegenwoordige prijsverhouding voortduurt, het voor de zuivere salpeter overgebleven terrein hoe langer hoe meer beperken. Alleen, waar de zuivere salpetermeststoffen met zekerheid betere geldelijke uitkomsten zullen blijven geven dan de zuivere ammoniakmeststoffen of de ammoniak- en salpeterhoudende meststoffen, zullen zij hun terrein kunnen behouden. Dit zijn de gebieden met gebrek aan water, korten groeitijd, zwakke stikstofbemesting bij extensieven verbouw der gewassen. Behalve in de bovengenoemde gevallen kunnen de zuivere salpetermeststoffen in de gebieden, waar de zuivere ammoniakhoudende of de ammoniak- en salpeterhoudende meststoffen het meest aangewezen zijn, in beperkte hoeveelheid gebruikt worden, waar betrekkelijk laat gedurende den groei eenoverbemesting met stikstof noodig geacht wordt. Dit zal bijv. noodig blijken, wanneer een zeer snelle hulp der gewassen noodzakelijk gemaakt wordt door nachtvorst of ziekten, of wanneer 22
25 betrekkelijk laat in den groei blijkt, dat de gegeven stikstof bemesting te klein was. Bij onze onderzoekingen hebben wij ons beperkt tot de ammoniaken salpeterhoudende stikstofvormen en hun combinaties, die thans de belangrijkste zijn. Wij zijn niet nader ingegaan op de andere vormen, zooals bijv. de cyanamidevorm uit kalkstikstof of de amidevorm uit Ureum, omdat zij slechts in verwijderd verband staan met de nader toegelichte principieele vraagstukken. 7. Slotbeschouwing. Uit onze uiteenzetting is gebleken, dat er geen stikstofvorm is, die onder alle omstandigheden beter is, dan alle andere, een stelling, die reeds op de tweede internationale stikstofconferentie 1928 door de vertegenwoordigers van 15 landen aanvaard is. Veeleer heeft iedere stikstofvorm een meer of minder groot gebied, door natuurlijke omstandigheden bepaald, waarin hij elke andere vorm overtreft en door een andere groep niet kan worden vervangen. Naast die speciale gevallen, waarin een bepaalde vorm gebruikt moet worden, staan de ruime gebieden, waarin de natuurlijke omstandigheden een keuze toelaten. Bij de keuze van den stikstofvorm, of de meststof, waarin hij voorkomt wordt hier, behalve door het klimaat, de doorslag gegeven door de bestaande trap van ontwikkeling van den landbouw, de intensiteit der bemesting en de verhouding tusschen de prijzen der verschillende stikstof meststoffen. Het komt er nu op aan deze uitkomsten door het nemen van vele proeven in alle landen der wereld aan te vullen en meerdere gegevens te verzamelen, volgens welke aan iedere meststof in den landbouw een gebied toegewezen kan worden, waarin zij de beste resultaten geeft, in verband met haar samenstelling, aard van haar werking, geschiktheid om de opbrengst te verhoogen en aanschaffingskosten voor den landbouwer. 23
26
27
28 -T/ STICKSTOFF. SYNDIKAT HolIJ Nt
f'jêêk ar wmsi t door
f'jêêk ar wmsi t door Zwavelzure Ammoniak Zwavelzure Ammoniak wordt sedert het einde van de vorige eeuw in den landbouw als kunstmatige stikstofmeststof gebruikt. Het werd oorspronkelijk alleen als bijproduct
Nadere informatieQEME/TinC IN QE LAMDBDIMOEBIEDEH UITGAVE VAN HET LAND- EN TUINBOUWBUPEAU DBR I.G. FARBENINDUSTRIE A.G. AMSTERDAM. ^o;r^^!^^ S^Q.
QEME/TinC IN QE LAMDBDIMOEBIEDEH ^o;r^^!^^ S^Q O a GEBIEDEN Mhl': Tumbouwbedrijl Veenkolontaalbedrijl Rjvierklei met tjeintiiiji] beunji Weldcbeariif L-jUK Zeeklei met akkerbouw en ^em ZaniJbsJriji" [bedrijf
Nadere informatieTIEN VOORSCHRITTElSr DEN ZANDBOER.
* ^ TIEN VOORSCHRITTElSr DEN ZANDBOER. VOOR 9 ^ ^ 1. De kunstmeststoffen zijn in vergelijking met de prijzen van melk, vleesch, eieren en veevoeder zeer goedkoop. 2. De zandboer dient door grooter kunstmestgebruik
Nadere informatieDe Rivierkleistreken en Zuid-Llmburg.
^ S u c c e s v o l l e S t i k s t o f b e m e s t! ng voor De Rivierkleistreken en Zuid-Llmburg. lil De Gebieden met rivierklei en gemengd bedrijf. Deze gebieden zijn tezamen rond 235.000 H.A. groot
Nadere informatieOm optimaal te groeien heeft een plant verschillende voedingsstoffen nodig:
Om optimaal te groeien heeft een plant verschillende voedingsstoffen nodig: Stikstof, voor de bovengrondse plantdelen en de vorming van eiwit Fosfaat, voor de wortelontwikkeling Kali, voor de sapstroom
Nadere informatieZwaartevan degronden stikstofbehoefte van suikerbieten
^v^tffâv^^^ IR ',-A- GROOTENHUIS Zwaartevan degronden stikstofbehoefte van suikerbieten ^ it. c/ 3 r ' * * ' ^ " / ; ^3 %* 3 Uit onderzoekingen, verricht door Den Bakker en Ferrari in 1958 en 1959, bleek
Nadere informatieVERBETERDE WERKWIJZEN IN HET WEIDEBEDRIJF
lil t'!? I5 ^^ ^- VERBETERDE WERKWIJZEN IN HET WEIDEBEDRIJF tl; h LAND- EN TUINBOUWBUREAU DER I.G. FARBENINDUSTRIE AKTIENGESELLSCHAFT ROKIN 09/ AMSTERDAM-C. ' il! "^ ïiewwj-r^re*^* :F.. ^ u i I \V' '
Nadere informatieFractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven
Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt
Nadere informatieSamenstelling en eigenschappen
Samenstelling en eigenschappen Mest is onder te verdelen in kunstmest en natuurlijke mest. Natuurlijke mest is op zijn beurt weer onder te verdelen in mest van dierlijke herkomst en mest van plantaardige
Nadere informatieDuurzame landbouw door bodemschimmels
Duurzame landbouw door bodemschimmels Omdat er in natuurgebieden over het algemeen veel bodemschimmels leven, wordt vaak gedacht dat de aanwezigheid van schimmels in een akker of in grasland een kenmerk
Nadere informatieZure en alkalische meststoffen.
±_ ' \ h Landbcuwproc.s'ation»n Bodsmkund:- I-r-; tuut, SEPARAAT Zure en alkalische meststoffen. Prof. dr. O. DE VRIES, hoofddirecteur van het Rijl^landbouwproet.station te Groningen, schrijft ons het
Nadere informatieNIEUW. De stikstofstabilisatie voor een verhoogde efficiëntie van stikstof in drijfmest
NIEUW De stikstofstabilisatie voor een verhoogde efficiëntie van stikstof in drijfmest Organische meststoffen efficiënte benutting van stikstof Stikstofbemesting is een elementair onderdeel van de moderne
Nadere informatieen hare samenstelling RUKSLAMDBOUWFROEFSTATIOH GOES (ZEELAND)
peru-guamo en hare samenstelling RUKSLAMDBOUWFROEFSTATIOH GOES (ZEELAND) VoerkoniiB il De Peru-guano wordt gevonden op de kust van Peru en vorming via Cmno. op de eilanden voor de kust gelegen tusschen
Nadere informatieBEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)
- 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn
Nadere informatieChilisalpeter als meststof
Chilisalpeter als meststof door Prof. Ir. J. Hudig Chilisalpeter is de oüdste der kunstmeststoffen en heeft zijn rol op bewonderenswaardige wijze vervuld. Het isnog geen honderd jaar geleden, dat in centraal
Nadere informatieOVER HET WARMTETHEOREMA VANNERNST DOOR H. A. LORENTZ.
OVER HE WARMEHEOREMA VANNERNS DOOR H. A. LORENZ. De thermodynamische stelling die eenige jaren geleden door Nernst werd opgesteld, komt hierop neer dat de entropieën van twee gecondenseerde, b.v. vaste
Nadere informatieOrganisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar
17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume
Nadere informatieGebruik van vloeibare meststoffen, speciaal in de Verenigde Staten. initrwtvóbr SEPARAAT U^X 1 U O 3. BIBLIOTHEK BODEMVRUCHTBAARHEID GRONINGEN
631.816.3(492) [rv SEPARAAT U^X 1 U O 3. Gebruik van vloeibare meststoffen, speciaal in de Verenigde Staten TH. J. FERRARI Instituut voor Bodemvruchtbaarheid, Groningen BIBLIOTHEK initrwtvóbr BODEMVRUCHTBAARHEID
Nadere informatieNo. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG
No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN r / Q,\ ^«BANDOENG TRACTIE. WEERSTANDEN. Het moderne verkeer, het verkeer in mechanische tractie, over den gewonen weg,
Nadere informatieHandleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen
OP O Handleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen VERSIE AUGUSTUS 2018 TE VINDEN OP : WWW.PRECISIEBEMESTINGZUIDHOLLAND.NL DE JUISTE PLAATS: IN DE WORTELZONE DE JUISTE MESTSTOF:
Nadere informatieIs spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?
Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere
Nadere informatieApril 1990 Intern verslag nr 27
d? Bibliotheek Proefstation Naaldwijk f\ TAT'IOH VOOR TUINBOUW R GLAS T NAALDWIJK 1 S /27 n PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten
Nadere informatieDe toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter
De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter Water en kooldioxide zijn qua hoeveelheid de belangrijkste bouwstoffen voor planten. Van andere voedingsstoffen hebben ze minder nodig, al zijn die wel
Nadere informatieSpuiwater als meststof
ammoniak NH3 Spuiwater als meststof Greet Ghekiere Bart Ryckaert Met dank aan de inbreng van Sara Van Elsacker & Viooltje Lebuf - VCM zwavelzuur H2SO4 ammoniumsulfaat = spuiwater (NH4)2SO4 1 De samenstelling
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatieN-systemen in wintertarwe
N-systemen in wintertarwe Inleiding HLB BV en Proeftuin Zwaagdijk voerden het project N-systemen in wintertarwe uit in opdracht van Productschap Akkerbouw in de periode 2010-2012. Doelstelling van het
Nadere informatieVerandering in de frequentie van het gemengde huwelijk
Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling
Nadere informatieinbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat).
Mest verwerken Dierlijke mest is vaak vloeibaar en bevat onder andere ammoniak en ammoniumzouten. Men kan uit deze drijfmest ammoniumsulfaat maken dat als meststof kan dienen. Omdat de prijs van kunstmest
Nadere informatieDe teelt van Suikerbieten op zandgrond
De teelt van Suikerbieten op zandgrond door Ir. 0. J. CLEVERINGA, Rijkslandbouwconsulent te Zutphen. Gaarne geven wij gevolg aan de uitnoodiging van het Bestuur van het Bedrijfslaboratorium voor Grondonderzoek
Nadere informatieDE STIKSTOFBEMESTING OP ONZE ZANDGRONDEN
DE STIKSTOFBEMESTING OP ONZE ZANDGRONDEN ^ U J O I De Stikstofbemesting op onze Zandgronden. \ \ EST volledig met stikstof, kali, fosforzuur en zoo noodig kalk. Neemt proeven om na te gaan hoe hoog ge
Nadere informatieVruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke
Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw Gerjan Hilhorst WUR De Marke Kringlooplandbouw Kringlooplandbouw begint met het verminderen van de verliezen => sluiten van de kringloop => minder aanvoer
Nadere informatieAardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw
Aardappelen Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan 48-3001 Heverlee Tel 016/310922 Fax 016/224206
Nadere informatieDe uitwerking van een stikstofbemesting in den vorm van Zwavelzuren Ammoniak en Nitrophoska IG. op weiland
De uitwerking van een stikstofbemesting in den vorm van Zwaveluren Ammoniak en Nitrophoska IG op weiland bij den Heer C. Maas te Breukelen door Ir. C. A. G. Spaan UITGAVE VAN HET LAND- EN TUINBOUWBUREAU
Nadere informatieResultaten van het onderzoek väri 7t)ft T monsters van klei«en leemgronden uit NoordsGelderland
Resultaten van het onderzoek väri 7t)ft T monsters van klei«en leemgronden uit NoordsGelderland DOOR den Heer Ir. O. J. CLEVERINGA RIJKSLANDBOUWCONSULENT TE ZUTPHEN. VOORDRACHT GEHOUDEN OP DE 85E ALG.
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 14 december 2016
PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische
Nadere informatie1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen
Nadere informatieWintergranen : actueel hoge N-reserves
Wintergranen : actueel hoge N-reserves Jan Bries, Davy Vandervelpen, Bodemkundige Dienst van België Na de vorstperiode halfweg januari is op de Bodemkundige Dienst de staalnamecampagne voor de bepaling
Nadere informatieSpanningen en ecologische problemen binnen regio s 11
Geogenie p. 76-83 Atlas p.... Spanningen en ecologische problemen binnen regio s 5.. Amazoniië,, van werelldwiijjd bellang 1. De ecologie van het regenwoud Noteer met behulp van je atlas de jaarlijkse
Nadere informatieMarktontwikkelingen varkenssector
Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te
Nadere informatieONKRUIDBESTRIJDING DOOR POEDERKAINIET DOOR H. VISSER, OUD-LEERAAR AAN DE RIJKSLANDBOUWWINTERSCHOOL TE SCHAGEN.
\ V ONKRUIDBESTRIJDING DOOR POEDERKAINIET /^ f -^ DOOR H. VISSER, OUD-LEERAAR AAN DE RIJKSLANDBOUWWINTERSCHOOL TE SCHAGEN. ^ 1925 I @ S N.V. KUNSrMESTHANDEL v/h. HULSHOF ö Co. UTRECHT, MALIEBAAN 52. @
Nadere informatieBemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen
Behoefte gewas Verloop in seizoen Sporenelementen Invloed van ph Breedwerpig, fertigatie of controlled release meststoffen? Problemen in de praktijk Nieuw perceel: Grondanalyse voor bepaling P, K, Mg,
Nadere informatieBasiscursus Compostering
Basiscursus Compostering Uw aangeboden door : OVAT Gegeven door Vincent de Wolff Wat gaan we vanavond doen? Wat is composteren Hoe verloopt het proces Wat wel, wat niet in de compost Waarom is compost
Nadere informatieca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C.
Bibliotheek Proefstation Naaldwijk dciiuwijrv.. a hm/pap/csstikst 3 C ca«. 74 o^0 P GL^ t PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C. Sonneveld
Nadere informatieBemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar 1-2-2016.
Even Voorstellen Pascal Kleeven Akkerbouw/vollegrondgroentebedrijf Sinds1999 in dienst bij Vitelia-Agrocultuur Bemesting Wie teelt er maïs? Vragen Wie heeft er een mestmonster? Wie heeft er actuele grondmonsters?
Nadere informatieInhoudsopgave. 1. Onderscheidende product(ie) kenmerken van Bio-Trio 2
Inhoudsopgave Document: Pagina: 1. Onderscheidende product(ie) kenmerken van Bio-Trio 2 2. Bio Spring NSE 18-0-3(+2)+12 4 3. Bio Allround NSE 10-4-6(+3)+12 6 4. Bio Pre-Seed NSE 10-10-0(+HF)+12 8 5. Bio
Nadere informatieEffecten van zwavel, borium en mangaan bij de teelt van zetmeelaardappelen
Effecten van zwavel, borium en mangaan bij de teelt van zetmeelaardappelen Inleiding In opdracht van het Productschap Akkerbouw (PA) voerden HLB B.V., BLGG AgroXpertus en NMI een tweejarig onderzoeksproject
Nadere informatieGrondsoorten Zand, dalgrond, veen. Klei < 10% org. stof, rivierklei
3.4 Maïs: Kalium De adviesgift voor kalium is afhankelijk van de grondsoort, kalitoestand en de gewasbehoefte. De opbrengst reactie van maïs op een kaligift is beperkt terwijl de onttrekking groot is.
Nadere informatieGezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting
Gezondheidswinst door schonere lucht Nr. 2018/01 Gezondheidswinst door schonere lucht pagina 2 van 5 De lucht in Nederland is de afgelopen decennia een stuk schoner geworden en voldoet nu vrijwel overal
Nadere informatieTips voor het uitvoeren van bemestingsproeven
Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Inleiding De CBGV baseert haar adviezen bij voorkeur op zoveel mogelijk proefresultaten. Resultaten moeten daarbij
Nadere informatieHoofdstuk 3: Landbouw in Moesson-Azië. In Moesson-Azië bestuderen we de rijstteelt. Waarom wordt bijna uitsluitend in Moesson-Azië rijst geteeld?
Hoofdstuk 3: Landbouw in Moesson-Azië In Moesson-Azië bestuderen we de rijstteelt. Waarom wordt bijna uitsluitend in Moesson-Azië rijst geteeld? 3.1 Fysische Situering omstandigheden 1 B C D 2 4 5 E NKK
Nadere informatieNORBERT RAUCH RAUCH LANDMASCHINENFABRIK GMBH
NORBERT RAUCH RAUCH LANDMASCHINENFABRIK GMBH De rol van minerale en organische meststoffen in de komende 10 jaar vanuit het oogpunt van de kunstmeststrooier fabrikant 2 Norbert Rauch 20151208 Grond om
Nadere informatieHET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING
631.16 HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING Proefstation voor de Akker- en Weidebouw OVERDRUK UIT LANDBOUWVOORLICHTING 16. 6. 288-292. 'S-GRAVENHAGE, JUNI 1959 HET GEBRUIK
Nadere informatieMeer theorie over bodem & compost
Basiscursus Ecologische Moestuin Meer theorie over bodem & compost Inhoud van de presentatie 1. Waarom biologisch? 2. Waar een moestuin aanleggen? 3. Inleiding bodem 4. Bodem: Minerale bestanddelen 5.
Nadere informatieTOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.
TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk
Nadere informatieWAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN
WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN Masterplan Mineralenmanagement Meer met minder stikstof De vraagstukken rondom de voedselzekerheid voor een groeiende wereldbevolking en de afnemende
Nadere informatiemeststoffen voor meesterlijk grasland! groei door kennis
meststoffen voor meesterlijk grasland! groei door kennis Grasmaster De productie van ruwvoer op het eigen melkveehouderijbedrijf bepaalt in belangrijke mate het bedrijfsresultaat. Talloze onderzoeken bevestigen
Nadere informatieMest zo efficiënt mogelijk gebruiken
Mest zo efficiënt mogelijk gebruiken De winterperiode geeft de kans om stil te staan bij het optimale gebruik van de beschikbare mest in het voorjaar. Het is de moeite waard de mest te laten ontleden:
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 13 december 2017
PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 Inhaalbeweging voor de landbouwers in 2017 De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische
Nadere informatieWeersinvloeden op oogst Actualiteiten Ruwvoerteelten. Weersinvloeden op oogst Weersinvloeden op oogst Januari.
Actualiteiten Ruwvoerteelten Mei Juni 1 Juli Juli Oktober Oktober 2 Oktober Oktober Terugblik 2015 & Vooruit kijken op 2016 3 Wat is mijn droge stof opbrengst? 1 e snede 4.000 31% 2 e snede 3.000 23% 3
Nadere informatieKan een plant direct alle voedingszouten gebruiken die in dierlijke mest zit? Licht je antwoord toe.
Opdrachten Mestsoorten Puzzel Doel Je kunt: via een tabel verschillende mestsoorten met elkaar vergelijken; vormen van drollen bekijken en vaststellen van welke diersoort ze afkomstig zijn. Benodigheden
Nadere informatieOrganisch bemesten in de akkerbouw. 6 februari 2019 Beitem
Organisch bemesten in de akkerbouw 6 februari 2019 Beitem Agenda Dierlijke mest Effluent Dierlijke mest Voordelen Bevat alle nodige plantennutriënten (ook micronutriënten) Bron van organische stof, essentieel
Nadere informatieBEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)
BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen
Nadere informatiedegelijk boek lijn wordt aangegeven, Boekbeoordeeling. Volgens leerling eerst eenige chemie geleerd moet hebben, voor hij met dit
Boekbeoordeeling. Wilhelm Ostwald. Grondslagen der chemie. Een inleiding tot alle chemische leerboeken, vertaald door Dr. W. P. Jorissen, Groningen, J. B. Wolters 1908. Voor korten tijd is een vertaling
Nadere informatie1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire
Nadere informatieChecklist gedrag ph in Organische Substraten
Checklist gedrag ph in Organische Substraten Met deze checklist kan inzicht worden gekregen hoe de ph zich gedraagt in een organisch substraat in een teeltsituatie en waarom deze eventueel afwijkt van
Nadere informatieBegeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen
Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen Programma Mededelingen Eerste resultaten 2015 Teeltseizoen 2015 Opbrengsten Eerste resultaten uitspoelingsmetingen
Nadere informatieN-index: wat zeggen de cijfers?
Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking
Nadere informatier > ZZW B 67-6. Zandputten als spaarbekkens Waterhuishoudkundige aspecten \ J
r > ZZW B 67-6. Zandputten als spaarbekkens Waterhuishoudkundige aspecten \ J DIENST DER ZUIDERZEEIYERKEN Uaterloopkundige afd. nr. B 67-6 ZANDPUTTEN ALS SPAARBEKKENS \'laterhuishoudkundige ASPECTEN. De
Nadere informatieVooruitzichten granen en weersomstandigheden. Verkopen uit interventie
Datum: 26/05/2011 Onderwerp: Beheerscomité granen Voorzitter: Verslaggever: Entiteit: Afdeling: Aanwezigen: Europese Commissie : C5 Robin.thiers@lv.vlaanderen.be Departement Landbouw en Visserij Afdeling
Nadere informatieBIOSTIMULANT. Het begint bij de wortel
BIOSTIMULANT Het begint bij de wortel - Stimuleert de wortelgroei en -activiteit Verhoogt stresstolerantie onder ongunstige groeiomstandigheden Vergroot wortellengte en biomassa Verbetert opname van water
Nadere informatieOpdrachten. Organische bemesting opdrachten 1
Opdrachten Organische bemesting opdrachten 1 Inleiding Je weet dat je melk moet drinken om voldoende calcium binnen te krijgen voor de opbouw van je botten. Calcium is dus een belangrijk element voor de
Nadere informatieMaïsopbrengsten. Case study Verdien 395 per hectare met het bekalken van uw maïspercelen
Maïsopbrengsten Case study Verdien 395 per hectare met het bekalken van uw maïspercelen Het meeste onderzoek naar de effecten van bekalking op de maïsopbrengsten is gedateerd. De onderzoeken zijn gedaan
Nadere informatieEEN WAARSCHUWINGSDIENST VOOR HET OPTREDEN VAN DE AARDAPPELZIEKTE.
EEN WAARSCHUWINGSDIENST VOOR HET OPTREDEN VAN DE AARDAPPELZIEKTE. Een van de belangrijkste voorwaarden voor het slagen van bestrijdingsmaatregelen is, dat zij op bet juiste tijdstip worden toegepast. Er
Nadere informatieBeproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud
Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Nadere informatieFiguur 1: Totaal aantal deelnemers groen mbo
Onderwijscijfers groen mbo-onderwijs Het deelnemersaantal voor het groene mbo-onderwijs is nog altijd stijgend. Met 27.134 deelnemers maakt het groene mbo-onderwijs ruim 5% uit van het totale mbo-onderwijs
Nadere informatieHet weer en reumatoïde artritis. De rol van het microklimaat aan de huid.
Samenvatting Het weer en reumatoïde artritis. De rol van het microklimaat aan de huid. Als ik voor het eerst met iemand kennis maak en vertel dat ik reuma heb, dan hoor ik vaak O, dan is dit zeker goed
Nadere informatieMAGNESIUM Een gebrek aan voedingsstoffen tast eerst de wortels aan!
MAGNESIUM Een gebrek aan voedingsstoffen tast eerst de wortels aan! De competentie in Kalium en Magnesium Een gebrek aan voedingsstoffen tast eerst de wortels aan! 2 De voedingsstof magnesium (Mg) is een
Nadere informatieIS DE BEMESTINGSTOESTAND EEN MAAT VOOR HET PEIL VAN DE LANDBOUW IN EEN GEMEENTE?
BIBLIOTHEEK INSTITUUT VOOR 631.8 BODEMVRUCHTBAARHEID GRONINGEN No... /O 7.. ' IS DE BEMESTINGSTOESTAND EEN MAAT VOOR HET PEIL VAN DE LANDBOUW IN EEN GEMEENTE? TH. J. FERRARI Instituut voor Bodemvruchtbaarheid,
Nadere informatieGierst. http://www.waterwereld.nu/gierst.php
Gierst http://www.waterwereld.nu/gierst.php Gierst is een belangrijke graansoort in de arme delen van de wereld. Vooral boven en onder de Sahara wordt er veel gierst verbouwd. Gierst groeit op de armste
Nadere informatieEffluenten van de biologische mestverwerking
Effluenten van de biologische mestverwerking Bemestingswaarde Gebruik Economisch aspect Bemestingswaarde Samenstelling effluent: kg / 1000 l DS 13,0 Organische stof 3,1 Totale Stikstof 0,21 Ammoniakale
Nadere informatieStikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen?
Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Piet Ver Elst, Jan Bries, Bodemkundige Dienst van België De Bodemkundige Dienst van België voert jaarlijks een groot aantal analyses
Nadere informatie5 Voederbieten. November
5 Voederbieten 5-1 5.1 Voederbieten: Kalk De gewenste ph voor voederbieten is 6 of hoger. Deze ph is niet op alle gronden te realiseren (zeer hoge kalkgiften nodig). Bovendien is deze ph niet altijd geschikt
Nadere informatieir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011
ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 3
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1018 woorden 18 januari 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting H3 3.1 Ecosysteem: afgebakend gebied met
Nadere informatieTeelthandleiding wettelijke regels
Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,
Nadere informatie7 Bemesting. 7.1 Bemesting met organische mest. 7.2 Mineralenverlies. 7.3 Mineralenbalans per perceel
7 Bemesting De biologische landbouw is milieuvriendelijk omdat ze geen gebruik maakt van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. De bemesting wordt uitgevoerd met organische mest. Het probleem dat hierbij optreedt
Nadere informatieDE INVLOED VAN GESCHEURDE KUNSTWEIDEN OP DE OPBRENGSTEN EN DE ONDERWATERGEWICHTEN VAN VORAN-AARDAPPELEN OP ZANDGROND
DE INVLOED VAN GESCHEURDE KUNSTWEIDEN OP DE OPBRENGSTEN EN DE ONDERWATERGEWICHTEN VAN VORAN-AARDAPPELEN OP ZANDGROND 1. INLEIDING Ir. G.J. WISSELINK Landbouwproefstation en Bodemkundig Instituut TNO, Groningen
Nadere informatieRE-gras. Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting
Soil for life RE-gras Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting Een project van het Nutriënten Management Instituut NMI in opdracht van het Productschap
Nadere informatieGezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas. onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten
Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten Doel van project Door middel van beperkte eerste ervaringen in een project waarin boomkwekers
Nadere informatieProefresultaten zoete aardappel 2016
Proefresultaten zoete aardappel 2016 Zoete aardappel, een veelbelovend gewas In het najaar van 2016 werden in Proefcentrum Herent de eerste zoete aardappelen geoogst. Ondanks zijn naam is de zoete aardappel
Nadere informatieEnkele bij het grondonderzoek gebruikte begrippen en hun toepassing
RIJKSLANDBOUWPROEFSTATION TE GRONINGEN. Enkele bij het grondonderzoek gebruikte begrippen en hun toepassing door Dr. F. VAN DER PAAUW. 't Is heel begrijpelijk dat sommige begrippen, die bij het grondonderzoek
Nadere informatieBijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV
Bijeenkomst PN DA Jongenelen oktober 2013 Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV Waarom een grondanalyse? Inzicht krijgen in de beschikbare voeding voor de plant; Hoofdelementen; Sporenelementen; ph van de
Nadere informatieAmmoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf
Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Pilotveehouder Henk van Dijk Proeftuinadviseur Gerrit de Lange Countus Accountants Proeftuin Natura 2000 Overijssel wordt mede mogelijk gemaakt door: 8
Nadere informatieBodem en bemesting Basis voor plantgezondheid Wilma Windhorst, VHG docentendag
Bodem en bemesting Basis voor plantgezondheid Wilma Windhorst, VHG docentendag 5-10-2017 Groeifactoren Klimaat Gewasbesch. biologisch Plantversterkers Gewasbesch. chemisch Bemesting Plantmateriaal Klimaat
Nadere informatieEvenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant
Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Belangrijk om te weten: Algemeen: Fosfaat, kali, magnesium Op zand: ph en o.s. Op klei: % slib Bodemmonster Fosfaat laag: voldoende bemesten
Nadere informatieGroei en oogst. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2
Groei en oogst De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL cmyk 70 0 70 0 rgb 73 177 112 #48b170 Groei
Nadere informatiePLANTAGELANDBOUW IN LATIJNS-AMERIKA
PLANTAGELANDBOUW IN LATIJNS-AMERIKA 0 Lesschema 1 WAT IS PLANTAGELANDBOUW? 1.1 Bestudeer de afbeeldingen en satellietbeelden van plantages 1.2 Input, proces en output 2 WAAR DOET MEN AAN PLANTAGELANDBOUW?
Nadere informatieGROTE KALIBEHOEFTE IN DROGE EN GERINGE IN REGENRIJKE JAREN
i.>«-/,~7p / INSTITUUT VùCi 631.416.4 > ïïl- h l Û I.,.,,_,, Th,. r.,,. GRONI-NGEN GROTE KALIBEHOEFTE IN DROGE EN GERINGE IN REGENRIJKE JAREN F. VAN DER PAAUW Instituut voor Bodemvruchtbaarheid, Groningen
Nadere informatieTeelthandleiding. 4.8 kalkbemesting
Teelthandleiding 4.8 kalkbemesting 4.8 Kalkbemesting... 1 2 4.8 Kalkbemesting Versie: april 2016 Een goede ph (zuurgraad) van de bouwvoor is voor een goede groei van de biet belangrijk, vooral voor de
Nadere informatieDe bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel
De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel K.B. Zwart Nota 108 De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel K.B. Zwart Plant Research International B.V., Wageningen
Nadere informatie