RaadsbijlageVoorstel tot het invoeren van Collectief Vraagafhanhelijh

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Stadsontwikkeling Raadsbijlage nummer 229 tnboeknummer Beslisdatum BTW 28 september 1999 Dossi ernummer RaadsbijlageVoorstel tot het invoeren van Collectief Vraagafhanhelijh Vervoer in Eindhoven 1 Inleiding In het Program van Samenwerking voor de periode is gesteld, dat aanvullend fijnmazig Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) noodzakelijk blijft en zal worden geboden. In de Voorjaarsnota en het Beleidsplan is voor het CW per jaar f ,ÃćâĆňâĂİ uitgetrokken. Dit betekent, dat als u op 28 oktober 1999 akkoord gaat met dit Beleidsplan en de Begroting 2000 dit bedrag in 2000 beschikbaar is voor een CVV-systeem. De uitgangspunten voor de nadere uitwerking van een CW in Eindhoven zijn door ons reeds eerder vastgesteld op 21 april 1998 (liggen voor u ter inzage). Belangrijke elementen daarin zijn: open deeltaxisysteem ten behoeve van zoveel mogelijk doelgroepen; systeemeisen; kosten gebruiker; vervoersvoorziening WVG; integratie De Witte Raaf; samenwerking SRE. 2 Probleemstelling Naar aanleiding van ons besluit van 21 april 1998 en ontwikkelingen bij het SRE is zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau overleg gevoerd met het SRE. Resultaat daarvan is dat nu voorligt een nader uitgewerkt vervoersconcept, waarbij echter nog een financieel knelpunt resteert (de kostprijs van een rit). Beslissingen zijn nu nodig ten aanzien van de voorgestelde CVV-systeemopzet, gebruikersdoelgroepen waarmee de gemeente Eindhoven wil participeren, de kostprijs, de vervolgprocedure en tijdsplanning. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Effect is dat door middel van een groeimodel een complete vervoersvoorziening wordt geboden voor gebruikersgroepen waarvoor nu of in de toekomst het openbaar vervoer niet bereikbaar is. In eerste instantie wordt gestart met een aantal gebruikersdoelgroepen. Na de startperiode vindt monitoring van het CVV-systeem plaats om de effecten te bepalen. Het meetpunt voor succes is het percentage

2 Raadabijlage nummer gebruikers binnen de beoogde doelgroepen, het gemiddeld aantal ritten per gebruiker en de tevredenheid van de gebruikers. 4 Wijze van aanpak I oplossingsrichting Regionale samenwerking. Tijdens een bestuurlijke bijeenkomst van 17 maart 1999 is door de SRE-gemeenten afgesproken dat gezamenlijk een regionaal CVV-systeem zal worden opgesteld dat op 1 januari 2000 zal starten. De grondgedachte achter de samenwerking is dat door schaalvergroting een voor de gebruikers en gemeenten goedkoper CVV-systeem kan worden opgesteld. In overleg met een ambtelijke werkgroep waarin Eindhoven participeert is een en ander nader uitgewerkt. Dit is beschreven in de CVV-notitie d.d. 20 april 1999 en een aangepaste CVV-notitie (deze liggen voor u ter inzage). In verband met de openbaarheid van dit bestuurlijke stuk en de komende aanbestedingsprocedure is hoofdstuk 6 betreffende de te verwachte kosten verwijderd. Belangrijke elementen. Het SRE draagt zorg voor de ontwikkeling van het openbaar vervoersbeleid en het daarbijbehorende openbaar vervoerssysteem. De ontwikkeling van een openbaar CVV-systeem voor de regio maakt hiervan onderdeel uit. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het zogenaamde doelgroepenvervoer. De grootste efficiency wordt bereikt wanneer alle opdrachtgevers in de regio samenwerken. Systeem-opzet. Om een SRE-breed CVV-systeem te coordineren is een beheersorganisatie nodig. Dit is noodzakelijk omdat veel partijen bij de exploitatie betrokken zijn. Enerzijds zijn er de opdrachtgevende partijen: 22 gemeenten (voor subsidiãńring van de verschillende doelgroepen), het SRE (voor subsidiering van het OV-deel) en eventueel anderen. Anderzijds zijn er de deelnemende vervoerders. Bovenal zijn er de klanten. Open systeem op commerciele basis. Uiteindelijk doel is een CVV-systeem toegankelijk voor iedereen tegen gedifferentieerde tarieven. Het op te zetten CVV-systeem wordt uitgevoerd door een marktpartij en functioneert in principe op commerciele basis. Het systeem is voor iedereen toegankelijk en derhalve open. Dit betekent dat iedere inwoner van de gemeente Eindhoven gebruik kan maken van het systeem. De reizigers worden vervoerd tegen de CVV-kostprijs, met als gevolg dat het vervoer kostendekkend kan worden uitgevoerd. De hoogte van deze prijs wordt mede bepaald aan de hand van de gereisde afstand. Deze afstand wordt bepaald met de reguliere openbaar vervoerzones, Subsidie doelgroepen. Vervoer aanbieden tegen de kostprijs heeft als nadeel, dat er weinig van het vervoer gebruik zal worden gemaakt, omdat het voor veel reizigers te duur is. Voor reizigers

3 Raadabijlage nummer die het wel kunnen betalen is hun auto (die zij dan ook kunnen betalen) waarschijnlijk een beter alternatief. Voor de niet-keuze reiziger is het systeem onaantrekkelijk door zijn hoge prijs. Dat betekent dat voor die mensen de prijs moet worden aangepast. Afhankelijk van de beleidskeuzen bestaat de mogelijkheid een deel van (of alle) reizigers te subsidieren. Dit kunnen WVG-gerechtigden zijn, ouderen, maar ook mensen die bijvoorbeeld minder draagkrachtig zijn. Met subsidieren wordt bedoeld dat een deel van de kostprijs door de gemeente wordt betaald, zodat de prijs voor een rit voor de reiziger omlaag kan. Dit stimuieert het gebruik van het systeem. Het gebruik van het vervoerssysteem wordt voor een aantal doelgroepen gesubsidieerd. Het vervoerssysteem wordt niet gesubsidieerd. Service-provider. Om de omvangrijke taak uit te laten voeren is het voorstel een service-provider of vervoersmakelaar in de hand te nemen. Een service-provider voorziet enerzijds in service naar de opdrachtgever en klant door middel van informatie en klachtenafhandeling en heeft anderzijds een coordinerende functie met betrekking tot onderaanbesteding en exploitatie van het vervoer. Een service-provider stuurt de ritplanning aan, voert marketingtaken en kwaliteitsmanagement uit en adviseert op het gebied van de te subsidieren doelgroepen. Onder service-provision valt daarmee in eerste instantie het aannemen van ritaanvragen van de klant, het indien mogelijk bundelen van deze aanvragen en het (laten) plannen van CVV-ritten. Dit verzorgt het zogenaamde Cali-center. Om deze taak naar behoren te kunnen uitvoeren is een goed contact met de reiziger van essentieel belang: een uitgebreid klant-informatie-systeem, alsmede een klachten- en servicepunt en mogelijk zelfs een klantenpanel. De service-provider zal individuele contracten afsluiten met iedere opdrachtgever afzonderlijk, Op deze manier kan worden voldaan aan de specifieke wensen van elke opdrachtgever en aan de specifieke voorwaarden voor bepaalde doelgroepen. Tevens worden aan de aanbiederskant individuele contracten afgesloten met de taxiondernemers. Daarnaast houdt service-provision in: het onderhouden van contacten met opdrachtgevers. Daarbij hoort ook het leveren van relevante managementinformatie en product- en marktontwikkeling. Kwaliteitselementen CVV-systeem. ln een eerder stadium hebben de verschillende belangengroeperingen reeds hun kwaliteitswensen kenbaar gemaakt. Deze zijn verwerkt in het B&W-besluit van 21 april 1998 en vervolgens verwerkt in de in de SRE-notitie verwoorde kwaliteitselementen voor het CVV-systeem (ligt voor u ter inzage). De kwaliteit van het systeem is van en hoog niveau aangezien doordeweeks van uur tot uur ingespeeld kan worden op specifiek gewenste kwaliteitseisen van onder andere de WVG-gerechtigden. Indien een WVG-gerechtigde recht heeft op

4 Raadsbijlage nummer een sociale dan wel medische begeleider is dit mogelijk. De begeleider betaald hetzelfde tarief als de WVG-gerechtigde (OV-tarief). Daarnaast bestaat op basis van indicatie de mogelijkheid tot individuele ritten en blindegeleide- en soho-honden (gratis). Binnen het systeem is het voor een WVG-gerechtigde onder andere mogelijk om familie te bezoeken en individueel of inet meerdere WVG-gerechtigden een uitje te hebben. Deze laatste optie is met name van belang bij instellingen waar meerdere WVG-gerechtigden (permanent) verblijven. De in de SRE-notitie beschreven kwaliteitselementen dienen door de provider te worden gegarandeerd. Het systeem beperkt zich niet uitsluitend tot reizen in de gemeente Eindhoven. In principe kan men binnen het gehele land reizen. Het CVV-systeem sluit voor de WVGgerechtigden aan op het landelijke TRAXX. De ouderen kunnen overal naar toe reizen, rekening houdend met een maximaal aantal te benutten strippen. Voor de SWgeindiceerden is op dit moment nog geen duidelijkheid omtrent het bereik. Groeimodel. Er zijn een drietal redenen aan te wijzen waarom is gekozen voor een groeimodel met een aantal gesubsidieerde gebruikersgroepen. Ten eerste is het CVV-systeem een nieuw product inet het nodige (onbekende) risico. Om deze risico s te beperken adviseert de begeleidingsgroep om stap voor stap het systeem uit te breiden (groeimodel) en derhalve in eerste instantie het aantal gesubsidieerde doelgroepen enigzins te beperken. Ten tweede heeft het SRE geen budget beschikbaar ten behoeve van het CVV. Op dit moment wordt geen geld vanuit onrendabele lijndiensten overgeheveld naar het budget voor het CVV-systeem (zie ontwikkelingen CVV-systeem voor de komende jaren; pag. 7). Tenslotte beperkt het gemeentelijke budget van f ,ÃćâĆňâĂİ per jaar het aantal mogelijkheden. Gebruikersgroepen/doelgroepen gemeente Eindhoven. Het voorstel is in eerste instantie met een drietal doelgroepen deel te nemen aan het CVV-systeem. Dit zijn de WVG-gerechtigden, de senioren met een inkornensgrens onder bijstandsniveau (+ f 1.580,ÃćâĆňâĂİ per maand) en de Ergonwerknemers (SWgeindiceerden). Deze doelgroepen zullen dan ook bij gebruik van het CVV-systeem financieel tegemoet worden gekomen door de gemeente Eindhoven uit de daarvoor beschikbare budgetten. Daarbij zal in ieder geval geen open-eind financiering plaatsvinden. Dit betekent een van te voren vastgesteld maximaal budget per deelnemer (eventueel uitgedrukt in strippen), Op termijn kunnen alsnog doelgroepen worden toegevoegd. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat geen concurrentie ontstaat voor het reguliere openbaar vervoer. Daarnaast heeft uitbreiding van het aantal doelgroepen uiteraard financiele consequenties.

5 Raadsbijlage nummer WVG-gerechtigden. Ten aanzien van deze doelgroep gelden de volgende kenmerken: indicaties om deel te nemen aan het CVV-systeem worden afgegeven door de gemeente; het meereizen van medische en/of sociale begeleiders is mogelijk op basis van een door de gemeente af te geven indicatie; speciale vervoersvoorwaarden voor WVG-ers op basis van een door de gemeente af te geven indicatie. Hierbij moet gedacht worden aan: vervoer voorin het voertuig; een bepaald type voertuig (bijvoorbeeld een rolstoelbusje). In totaal omvat deze doelgroep circa personen. ln de huidige situatie ontvangt een WVG-gerechtigde op basis van declaratie een onkostenvergoeding voor vervoer. Het maximale bedrag dat een individu te besteden heeft is f 1.800,ÃćâĆň. Dit bedrag is uitdrukkelijk bedoeld voor vervoerskosten. Aangezien in de praktijk het feitelijk gedrag (bijvoorbeeld aantal gereden kilometers met eigen auto) niet te controleren is, is het mogelijk dat dit bedrag wordt benut als verkapte inkomensondersteuning. Als dit bedrag volledig is gedeclareerd zijn de verdere vervoerskosten in dat jaar voor rekening van de WVG-gerechtigde. Op basis van de huidige taxikosten betekent dit een beperking in de mobiliteit. Binnen het CVV-systeem wordt de WVG-gerechtigde, vanwege de lagere kostprijs per taxirit, de mogelijkheid geboden om gedurende het gehele jaar onbeperkt gebruik te maken van de vervoersvoorziening tegen een geringe financiãńle bijdrage (OV-tarief). Dit betekent een vergroting van de mobiliteit. Voor alle duidelijkheid wordt het budget voor de vergoeding van de vervoerskosten Q f 1.800,ÃćâĆňâĂİ per persoon) overgeheveld naar het CW-budget. Dit betekent dat de WVG-gerechtigde de vervoerskosten niet meer kan declareren bij de gemeente Eindhoven, maar gebruik dient te maken van het CW-systeem. Indien een persoon dermate gehandicapt is dat hij/zij geen gebruik kan maken van het CW-systeem (bijvoorbeeld bepaalde vering vereist in auto), blijft de huidige kostenvergoeding bestaan. Het verstrekken van een WVG-vervoersvoorziening in de vorm van gebruik van het CVV is concreet opgenomen in de Verordening Voorzieningen Gehandicapten gemeente Eindhoven. Gedurende een periode van tenminste zes maanden dient een overgangsregeling gehanteerd te worden. De huidige Verordening Voorzieningen Gehandicapten zal hiertoe niet aangepast moeten worden, Senioren. De gemeente Eindhoven heeft als uitgangspunt om senioren (65+) met een (gezins)inkomensgrens niet uitgaande boven het bijstandsniveau (+ f 1.580,ÃćâĆňâĂİ per maand voor alleenstaanden; f 2.050,ÃćâĆňâĂİ per maand voor ouder en kind; f 2.140,ÃćâĆňâĂİ per maand voor echtpaar) de mogelijkheid te geven om naast het reguliere openbaar vervoer gebruik te maken van het CVV-systeem. In totaal omvat deze doelgroep circa 5.000

6 Raadabijlage nummer personen. Bij de verdere berekeningen wordt uitgegaan van een deelnemerspercentage van 20%o. Dit percentage is gebaseerd op ervaringcijfers van elders in Nederland. Ergonwerknemers. De gemeente Eindhoven is er zeer in geinteresseerd om de SW-geindiceerden, welke op dit moment vervoerd worden via de Ergonbedrijven, toe te voegen aan de gebruikersgroep voor het CVV-systeem. De Ergonbedrijven zijn graag bereid mee te werken om de SW-geindiceerden te laten vervoeren door het CW-systeem onder een tweetal voorwaarden. Ten eerste moet het aanbod van de vervoersvoorziening verbeteren ten opzichte van de huidige situatie en ten tweede dienen de kosten te worden beperkt. In totaal omvat deze doelgroep circa personen. Het beschikbare budget bedraagt jaarlijks tussen de f ,ÃćâĆňâĂİ en f ,ÃćâĆňâĂİ. Ten behoeve van de verdere invulling zal nader overleg met de Ergonbedrijven noodzakelijk zijn. Vervoersaanbod. De kostprijs van de rit (gerelateerd aan het beschikbare budget) bepaalt voor een deel de kwaliteit van het CVV-systeem. In de onderstaande tabel is weergegeven welke doelgroepen de gemeente Eindhoven binnen het CVV-systeem wil definieren met de daarbijbehorende eigen bijdrage voor de gebruiker en het maximaal aantal verstrekte OV-strippen per jaar voor de gebruiker. Boven dit maximum wordt de kostprijs per rit berekend aan de gebruiker. Er wordt gerekend met twee mogelijke ritprijzen. De hogere ritprijs is berekend door het SRE op basis van verstrekte gegevens van een provider. De lagere kostprijs is berekend door het Bureau Voorzieningen Gehandicapten van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de afdeling Verkeer van de dienst Stadsontwikkeling. De hoogte van deze lagere ritprijs is een inschatting op basis van het proefproject Stadstaxi Helmond. Binnen het SRE is nog discussie gaande of met een uniforme of met een gedifferentieerde kostprijs voor een rit moet worden gerekend. Voor een centrumgerneente met kortere reisafstanden en hogere combinatiegraad geniet een gedifferentieerde kostprijs verreweg de voorkeur. Teneinde een voor de Eindhovense gebruikers een zo laag mogelijke prijs en een zo groot mogelijk aantal ritten te realiseren dient vastgehouden te worden aan een kostprijs die wordt bepaald aan de hand van de gereisde afstand. Nadrukkelijk niet een prijs gebaseerd op een gemiddelde voor het gehele SRE-gebied. Derhalve is het essentieel dat ten behoeve van de aanbesteding in het bestek de voorwaarde moet worden opgenomen dat voor de afzonderlijke gemeenten een kostprijs per zone wordt aangeven. Uiteindelijk is pas na (Europese) aanbesteding de kostprijs van een rit bekend. Daarom een marge in de berekeningen.

7 Maximum aantal OV-strippen perjaar; (IJZIGERE RITPRIJS) Maximum aantal OV-strippen perjaar; (HOGERE RITPRIJS) Raadsbijlage nummer WVG-gerechtig- Senioren den Eigen bijdrage per OV-strip f 0,77 f 1,54 Onbeperkt 370 SW-gerechtigden Nader uit te werken Nader uit te werken Onbeperkt 200 Nader uit te werken Ter verduidelijking een voorbeeld: een deelnemer, die deelneemt aan de seniorenregeling en die wenst te reizen van het centrum naar de Achtse Barrier betaalt: 2 zones = 3 strippen = 3 x f 1,54 = f 4,62 enkele reis. Bij een lage ritprijs kan deze reis 370/3 = ca. 120 keer worden gemaakt ofwel 60 keer heen en terug. Gedurende de komende jaren kan de gemeente Eindhoven aan de hand van tussentijdse evaluaties in overleg besluiten om bijvoorbeeld het aantal te verstrekken strippen per jaar te verlagen of te verhogen. Dit omdat de berekeningen en het verwachte gebruik betrekking hebben op evaluatiecijfers en het werkelijke gebruik in de gemeente Eindhoven hiervan kan verschillen. Ontwikkelingen CVV-systeem voor komende jaren. Het SRE heeft als uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkeling op het gebied van openbaar vervoer en het CVV-systeem, dat het in de notitie beschreven CW-systeem op den duur zal worden uitgebreid met meerdere doelgroepen. Uiteindelijk zal er naast het reguliere openbaar vervoer (buslijndiensten) een daaraan complementair openbaar CVV-systeem ontstaan. Dit betekent dat waar onrendabele buslijnen worden geschrapt dit CW-systeem zal worden ingezet en dat de vrijgekomen gelden worden overgeheveld naar het budget voor het CVV-systeem. Daar waar regulier OV rijdt is het CVV-systeem aanvullend en niet concurrerend. Vervolg procedure. Opdat er zo spoedig mogelijk gestart kan worden met het CW-systeem zal de door de begeleidingsgroep opgestelde CVV-notitie in de gemeenten die willen participeren in het CVV-systeem behandeld worden. De gevraagde beslissingen voor de gemeenten zijn als volgt: instemmen met de invoering van een CVV-systeem uitgaande van de aangegeven opzet en kwaliteitskenmerken; gebruikers-doelgroepen van het CVV-systeem aanwijzen;

8 Raadabijlage nummer indien doelgroepen daartoe aanleiding geven, het benodigde krediet voteren; instemmen met het in gezamenlijkheid met de overige gemeenten en onder regie van het SRE starten van een Europese aanbestedingsprocedure. Tijdsplanning. Bij de start van het project was de streefdatum 1 januari De verkregen inzichten en informatie onder andere ten aanzien van de aanbestedingsprocedure van de afgelopen maanden, heeft de ambtelijke werkgroep de streefdatum ter discussie moeten stellen. De laatste tijdsplanning ziet er als volgt uit: september/oktober 1999: besluitvorming gemeenteraden en samenstellen bestek; november/december 1999: Europese aanbestedingsprocedure; januari 2000: beoordelen offertes aanbesteding; februari 2000: besluitvorming colleges van burgemeester en wethouders aanbesteding; contracteren provider; voorbereiding provider; start CW-systeem, 5 Financiele gevolgen en risico s. Toets aan politiek-bestuurlijke kaders De voorstellen onder nr(s)1, 2, 3 en 4 sporen met het Program van Samenwerking , punt 3.16a. ln de Voorjaarsnota en het Beleidsplan is voor het CW per jaar f ,ÃćâĆňâĂİ uitgetrokken. Dit betekent, dat als u akkoord gaat met dit Beleidsplan en de Begroting 2000 dit bedrag in 2000 beschikbaar is voor een CW-systeem. In boven doorgerekende scenario s (lage en hoge ritprijs) bedragen de gemeentelijke kosten voor het seniorenvervoer f ,ÃćâĆňâĂİ en f ,ÃćâĆňâĂİ. De andere doelgroepen worden bekostigd uit hun eigen budgetten. In het bestek zal als harde randvoorwaarde opgenomen moeten worden dat de gemeente Eindhoven voor het seniorenvervoer niet meer bijbetaalt dan f ,ÃćâĆňâĂİ per jaar. De hoogte van de definitieve kostprijs wordt duidelijk na de aanbesteding. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat deze kostprijs lager zal zijn dan de hoge ritprijs van het doorgerekende scenario. Mocht de kostprijs na de aanbesteding hoger uitvallen dan bestaat de mogelijkheid te besluiten om niet verder te gaan met het SRE CWsysteem en eventueel als gemeente Eindhoven te starten met een eigen CW-systeem (bijvoorbeeld Stadstaxi Eindhoven naar voorbeeld van Helmond). 6 Overige gevolgen van de aanpak Voorgestaan wordt een systeem, waarbij de service-provider werkt met plaatselijke taxibedrijven. Voertuigen en personeel worden daarmee geleverd door professionele bedrijven. De Witte Raaf kan niet in dit systeem worden geintegreerd omdat dit een

9 Raadabijlage nummer organisatie is met vrijwilligers. Daardoor zou oneigenlijke concurrentie ontstaan. Bovendien biedt De Witte Raaf een ander product voor weliswaar dezelfde doelgroep: senioren tot een bepaald inkomensniveau. Onder andere de beschikbaarheidsperiode loopt van uur tot uur. Bovendien wordt vaak hulp verleend door de bijrijder bij het openen van de huisdeur, dragen van boodschappen en dergelijke. Dit betekent dat De Witte Raaf als afzonderlijke vervoersorganisatie blijft bestaan en de jaarlijkse gemeentelijke subsidie aan De Witte Raaf wordt gehandhaafd. In de huidige situatie is het mogelijk dat een WVG-gerechtigde gebruik maakt van De Witte Raaf is vervolgens de kosten declareert bij de gemeente Eindhoven. In het CVVsysteem is declaratie niet meer mogelijk. 7 Resultaten van overleg /inspraak Op 21 januari, 26 april en 17 juni 1999 heeft overleg plaatsgevonden met de belangengroeperingen CVV. Vertegenwoordigd in de belangengroepering zijn o.a. PGE, OVO, SWOE, De Witte Raaf, Ergonbedrijven en Eckartdal. Op 21 januari zijn de systeemeisen en de aanpak via een service-provider besproken. Op 17 juni is besproken met welke doelgroepen de gemeente Eindhoven wil starten. Het verslag van deze laatste bijeenkomst ligt voor u ter inzage. 8 Communicatie Teneinde het CVV-systeem te laten slagen is een goed communicatieplan nodig. Dit valt uiteen in twee gedeelten: communicatie in de opstartfase en communicatie tijdens het functioneren. Dit laatste is een eerste verantwoordelijkheid van de serviceprovider. Voor de communicatie in de opstartfase moet gezamenlijk met het SRE een communicatieplan worden opgesteld. 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor grote stedenbeleid, volkshuisvesting en verkeer hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar positief advies ligt voor u ter inzage. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester C. Tetteroo, secretaris

10 r p Raadsbijlage nummer Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 september 1999, nr. 229; gelet op het advies van de commissie voor grote stedenbeleid, volshuisvesting en verkeer; besluit: 1 in te stemmen met de invoering van het in het voorstel beschreven Collectief Vraagafhankelijk Vervoer-systeem (CVV) uitgaande van de aangegeven opzet en kwaliteitskenmerken; 2 in te stemmen met de gebruikers-doelgroepen: WVG-gerechtigden, Senioren boven de 65 jaar met een (gezins)inkomen niet uitgaande boven het bijstandsniveau en SW-geindiceerden; 3 in te stemmen met het in gezamenlijkheid met de overige gemeenten starten van een Europese aanbestedingsprocedure. De coordinatie in deze procedure is in handen van het SRE. Op basis van het resultaat van de aanbesteding en de daaruit voortvloeiende kostprijs per zone per gemeente wordt een besluit genomen over de deelname; 4 in te stemmen met het opnemen van een kostprijs per zone voor de gemeente Eindhoven in het bestek voor de aanbesteding van het CVV-systeem. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 oktober R. Welschen, voorzitter H. Donkers, secretaris GX def