Origami Meetkunde. Peter Lombaers en Jan-Willem Tel 26 mei 2011
|
|
- Erna Beckers
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Origami Meetkunde Peter Lombaers en Jan-Willem Tel 26 mei 2011 Samenvatting In dit dictaat beschouwen we een manier om hoeken en afstanden te construeren: origami. We vergelijken het met het construeren met passer en liniaal en onderzoeken welke getallen te construeren zijn. Verder beschouwen we enkele elementaire constructies. Tot slot laten we een algemene manier zien om derdegraadsvergelijkingen op te lossen. 1
2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Euclidisch vs. Origami Euclidische Meetkunde Origami Meetkunde Euclidische Operaties Verkrijgen uit Origami Origami Operaties Verkrijgen uit de Euclidische Construeerbare Getallen Lichamen Irrationale construeerbare getallen Enkele constructies Driedeling van de hoek Raaklijn aan 2 Parabolen 10 6 Conclusie 11 7 Opgaven 11 8 Bronnen 11 2
3 1 Inleiding Bij de oude Grieken was al bekend dat het mogelijk is met passer en liniaal allerlei constructies te maken van hoeken en lengtes. Op deze manier was het bijvoorbeeld mogelijk lengtes en hoeken in tweeën te delen, regelmatige n-hoeken te construeren en getallen op te tellen. De constructie was echter beperkt. Ook bij de Grieken waren problemen te bekend die niet opgelost konden worden. Volgens de Griekse mythologie gaf de God Apollo de Atheners in 430 voor Christus de opdracht de inhoud van zijn kubusvormige altaar te verdubbelen. Zij konden dit probleem echter niet oplossen met passer en liniaal. De lengtes van het altaar moesten met 3 2 worden vermenigvuldigd en deze lengte konden ze niet construeren. Later is zelfs sluitend bewezen dat dit onmogelijk is. Er is nog een andere manier om constructies te maken in de tweedimensionale ruimte: origami, het vouwen van papier. Origami is in Japan ontwikkeld, met name als kunstvorm. Het blijkt echter ook mogelijk om door papier te vouwen wiskundige constructies te maken van hoeken en getallen. Sterker nog, met origami is meer mogelijk dan met passer en liniaal. Zo is het getal 3 2 met origami wel te construeren. Ook is het, in tegenstelling tot met passer en liniaal, mogelijk om een hoek in drieën te delen. In dit dictaat gaan we kijken wat allemaal mogelijk is met origami. We bekijken welke getallen (lengtes) te contrueren zijn en laten een paar eenvoudige origamiconstructies zien die met passer en liniaal niet mogelijk zijn. 2 Euclidisch vs. Origami Om ons onderzoek naar origami meetkunde te beginnen, gaan we de origami meetkunde vergelijken met de Euclidische meetkunde. Dit doen we door passer-liniaal constructies te vergelijken met constructies door middel van vouwen. Gegeven een aantal beginpunten, welke punten, lijnen en cirkels kun je dan nog meer construeren? Hiervoor moeten we eerst definiëren welke operaties er zijn toegestaan. Wat we zullen zien is dat terwijl bij de passer en liniaal constructies de cirkel belangrijk is, daarentegen bij origamiconstructies de parabool belangrijk is. Dit is natuurlijk wel verassend omdat we alleen rechte lijnen kunnen vouwen. Het volgende is ook nog van belang: Als er een punt gegeven is, en we vouwen vervolgens het blaadje dubbel, dan komt het punt dus ergens anders bovenop terecht. We beschouwen dat punt waar het beginpunt bovenop ligt dan ook als geconstrueerd. Je kan dit ook zien alsof het beginpunt is gespiegeld in de vouwlijn. Eerst zullen we het Euclidische geval bekijken. 2.1 Euclidische Meetkunde Als zekere beginpunten gegeven worden, zijn er twee operaties die met passer en liniaal kunnen worden uitgevoerd. We kunnen namelijk een lijn trekken en een cirkel maken. Dit vertaalt zich in de volgende twee axioma s: (E1) Gegeven twee punten P en Q met P Q, kan men de lijn P Q door P en Q construeren. (E2) Gegeven een punt M en een lijnsegment met lengte r 0, kan men de cirkel C = {M; r} construeren met middelpunt M en straal r. Hierdoor hebben we dus een verzameling van lijnen en cirkels gekregen, en de snijpunten van de lijnen en cirkels zijn nieuwe punten die we geconstrueerd hebben. Deze snijpunten zijn in de volgende drie axioma s weergegeven: (E3) Gegeven twee lijnen l 1 en l 2 die niet parallel zijn, kan men het punt van intersectie P = l 1 l 2 construeren. (E4) Gegeven een cirkel c = {M; r} en een lijn l, zodat de afstand tussen l en M kleiner dan of gelijk aan r is, kan men de punten (of het punt) van intersectie construeren. 3
4 (E5) Gegeven twee cirkels c 1 = {M 1 ; r 1 } en c 2 = {M 2 ; r 2 } zodat één van de volgende voorwaarden geldt: - Het middelpunt van een van de cirkels ligt niet in de andere cirkel en d(m 1, M 2 ) r 1 + r 2 - Het middelpunt van een van de cirkels ligt wel in de andere cirkel en d(m 1, M 2 ) r 1 r 2 Dan kan men de punten van intersectie van de twee cirkels vinden. Nu kunnen we (E1) en (E2) weer toepassen op de zo verkregen punten, en door deze operaties te blijven herhalen krijgen de verzameling van punten die je uit de beginpunten, -lijnen of -cirkels kan construeren. We noemen een constructie probleem oplosbaar met passer en liniaal als de gevraagde punten in deze verzameling zitten. 2.2 Origami Meetkunde In origami krijgen we figuren door een blaadje te vouwen. Dit zijn altijd rechte lijnen, omdat kromme lijnen niet goed uit te voeren zijn. Belangrijk is ook om op te merken dat we hier niet gaan vouwen met een vouwblaadje, maar met het hele vlak R 2. Dit is dus een blaadje met oneindige afmetingen. Nu zullen we weer de toegestane operaties definiëren. De eerste geeft aan hoe we uit lijnen een geconstrueerd punt verkrijgen: (O1) Gegeven twee lijnen l 1 en l 2 die niet parallel zijn, kan men het punt van intersectie P = l 1 l 2 construeren. Alle volgende axioma s geven aan hoe we uit lijnen en punten nieuwe lijnen kunnen construeren: (O2) Gegeven twee parallelle lijnen l 1 en l 2, kan men lijn m parallel aan l 1 en l 2 vinden die gelijke afstand heeft tot beide lijnen. (O3) Gegeven twee snijdende lijnen, kan men bisectrices van de hoeken construeren. (O4) Gegeven twee punten P en Q met P Q, kan men de lijn P Q door P en Q construeren. (O5) Gegeven twee punten P en Q met P Q, kan men de lijn die loodrecht op de lijn P Q staat en die gelijke afstand heeft tot P en Q construeren. (O6) Gegeven een lijn l en een punt P, kan men de lijn loodrecht op l door P vouwen. (O2) en (O3) zorgen ervoor dat we twee lijnen op altijd op elkaar kunt vouwen. (O4) zegt dat we de lijn door twee punten kunnen vouwen en (O5) dat we twee punten op elkaar kunnen vouwen. Wat handig is om op te merken is dat we door (O3) eigenlijk een lijnstuk kunnen roteren. Zoals in de inleiding al was opgemerkt kunnen we ook een lijnstuk spiegelen. Samen betekent dit dat we een lijnstuk naar een willekeurig plaats in het vlak kunnen verplaatsen, omdat een translatie altijd een combinatie is van rotaties en reflecties. Nu komen we aan bij de operatie die de parabolen introduceert: (O7) Gegeven een lijn l en de punten P en Q, kan men P op l vouwen zodat de vouwlijn door Q gaat. Het is niet meteen duidelijk wat dit met parabolen te maken heeft, maar probeer het volgende maar eens uit. Neem een vierkant blaadje, zet een punt P middenonder op het blaadje en noem de onderste rand van het blaadje l. Begin vervolgens allerlei vouwen te maken zodat P op l terechtkomt. Als het goed is zie je nu een parabool op je blaadje verschijnen. Wat er gebeurt is dat je dat raaklijnen aan een parabool met brandpunt P en richtlijn l aan het vouwen bent. Wat (O7) ons dus eigenlijk laat doen is de raaklijn aan een parabool vouwen die door een gegeven punt Q gaat. We kunnen echter nog meer met origami dan de bovenstaande 7 operaties. Het blijkt namelijk dat (O7) een specifiek geval is van een andere, algemenere operatie: (O7*) Gegeven twee lijnen l 1 en l 2 en twee punten P 1 en P 2, kan men de vouw maken die P 1 op l 1 legt en P 2 op l 2. 4
5 Figuur 1: links: illustratie van O7, rechts: illustratie van O7* Deze operatie laat ons dus de raaklijn aan twee parabolen vouwen. Dit is tevens de operatie die origamimeetkunde daadwerkelijk verschillend van Euclidische meetkunde maakt. We zullen zien dat de operaties (E1)-(E5) eigenlijk gelijkwaardig zijn aan (O1)-(O7). Operatie (O7*) kan echter niet in het algemeen vervangen worden door Euclidische operaties. 2.3 Euclidische Operaties Verkrijgen uit Origami In dit deel zullen we laten zien dat we de operaties (E1)-(E5) kunnen vervangen door (O1)-(O7). Het is duidelijk dat (E1) gelijk is aan (O4) en dat (E3) gelijk is aan (O1). Dan blijven (E2), (E4) en (E5) dus nog over. Voor (E2) kunnen we helaas geen echte cirkel construeren met de origami operaties, omdat we alleen rechte lijnen kunnen construeren. Toch kunnen we een cirkel als volledig bekend beschouwen als we het middelpunt M en de straal r weten. Dit komt omdat we wel willekeurig veel punten op de cirkel kunnen vinden, en ook raaklijnen aan de cirkel in een gegeven punt. Dit doen we door de volgende stappen: a) Gegeven een middelpunt M en een straal r = AB, kunnen we met (O5) het punt A op M leggen. Hierdoor komt B op een ander punt B te liggen, en dan is MB = r. b) Gegeven een lijn l die door M gaat, kunnen we door (O3) het lijnstuk MB zo roteren dat hij op lijn l terechtkomt. Hierbij komt B op een ander punt P terecht dat op de cirkel ligt, en op l. c) Door l op zichzelf te vouwen, zodat de vouwlijn door P gaat, krijgen we de raaklijn aan de cirkel in het punt P. Dit kan met behulp van (O6). (E4) kunnen we doen met behulp van (O7). Stel we hebben het middelpunt M, een straal r = MB en een lijn l, zodat de afstand van l tot M kleiner dan of gelijk aan r is. Dan kunnen we met (O7) de vouw maken die B op l plaatst, terwijl de vouwlijn door M gaat. Hierdoor komt B op een punt B op l te liggen, en dat is één van de snijpunten van de lijn en de cirkel. Het andere snijpunt vinden we nu door met (O6) de lijn door M te vouwen die loodrecht op l staat. B komt hierdoor op het tweede snijpunt terecht (of als l een raaklijn is, gaat de vouwlijn precies door B ). We kunnen niet op een directe manier de snijpunten van twee cirkels vinden. Wel kunnen we de lijn vinden die de twee snijpunten moet verbinden, en dan kunnen we de situatie van (E5) oplossen met behulp van (E4). Stel er zijn twee cirkels c 1 = {M 1 ; b} en c 2 = {M 2 ; r 2 } gegeven, waarbij d(m 1, M 2 ) = a. Dan kunnen we een assenstelsel introduceren met oorsprong in M 2 en zodat M 1 op de x-as ligt. Dit betekent dat c 2 wordt gegeven door de vergelijking x 2 + y 2 = c 2 en c 1 wordt gegeven door (x a) 2 + y 2 = b 2. De lijn die door de snijpunten van de cirkels gaat wordt dat gegeven door de vergelijking x 2 + y 2 c 2 = x 2 2xa + a 2 + y 2 b 2 dus door x = a2 b 2 +c 2 2a. Omdat de afstanden a, b en c bekend zijn kunnen we ook de afstand a2 b 2 +c 2 2a constueren. Deze kunnen 5
6 Figuur 2: De snijpunten van twee cirkels we daarna uitzetten op de x-as en vervolgens construeren we de lijn die loodrecht op de x-as staat en door dit punt gaat. Als laatste moeten we dan nog (E4) toepassen om de snijpunten te vinden. Dat we a 2 b 2 +c 2 2a inderdaad kunnen vinden, kunnen we in een aantal stappen laten zien. De algemene manies is ook te vinden in het stuk over construeerbare getallen. a) Omdat a en c bekend zijn, kunnen we de rechthoekige driehoek construeren met zijdes a en c. De hypothenusa heeft dan lengte a 2 + c 2. b) Omdat b en a 2 + c 2 bekend zijn, kunnen we de rechthoekige driehoek construeren met zijde b en met hypothenusa a 2 + c 2. De overgebleven zijde heeft dan lengte a 2 b 2 + c 2. c) We zetten op de x-as de punten A en B uit zodat OA = 1 en OB = a 2 b 2 + c 2. Vervolgens maken we een driehoek OAC zodat OC = a 2 b 2 + c 2. Daarna maken we de driehoek OBD zodat OB hij gelijkvormig is met OAC. Dan geldt er: OA = OD OC en dus OD = a2 b 2 + c 2. d) We zetten op de x-as de punten A en B uit zodat OA = 2a en OB = 1. Vervolgens maken we een driehoek OAC zodat OC = a 2 b 2 + c 2. Daarna maken we de driehoek OBD zodat hij gelijkvormig is met OAC. Dan geldt er: OB OA = OD OC en dus OD = a2 b 2 +c 2 2a. We kunnen dit alles samenvatten in de volgende stelling: Stelling Elke constructie die met passer en liniaal kan worden gedaan, kan ook worden gedaan met origami constructies. In het specifiek kunnen alle operaties (E1)-(E5) vervangen worden door (O1)-(O7). 2.4 Origami Operaties Verkrijgen uit de Euclidische Nu gaan we het omgekeerde doen als in het vorige deel. We gaan de origami operaties (O1)-(O7) vervangen door de operaties (E1)-(E5). Nog steeds is (O1) hetzelfde als (E3) en (O4) hetzelfde als (E1). Van de operaties (O2), (O3), (O5) en (O6) is het zeer bekend dat ze zijn uit te voeren met passer en liniaal, daarom zullen we ze hier niet herhalen. (O7) zullen we wel hier uitwerken, omdat de eigenschappen van parabolen in een later deel nog belangrijk zullen worden. Zoals we al hebben opgemerkt is (O7) equivalent aan het vinden van een raaklijn van een parabool die door een gegeven punt P gaat. Als er een punt F en een lijn l gegeven worden, kunnen we de parabool met brandpunt F en richtlijn l construeren. Dat zijn de dus alle punten T zodat d(t, F ) = d(t, l). Verder heeft de parabool een as a die loodrecht op l staat en F bevat. Stel nu dat we een punt T op de parabool weten, dan is er dus een punt G op de lijn l zodat d(t, G) = d(t, l) = d(t, F ). We kunnen dan ook een punt X op a vinden zodat XF T G een ruit vormt. De diagonaal T X is dan de raaklijn aan de parabool in het punt T. Nu we deze eigenschap weten kunnen we ook de raaklijn aan de parabool vinden, die door een gegeven punt P gaat. Stel dat T het nog onbekende raakpunt van de raaklijn aan de parabool is. Dan ligt de lijn P T dus op de diagonaal van een zekere ruit met hoekpunten G, F en X waarvan X en G ook nog 6
7 Figuur 3: De raaklijn aan een parabool construeren onbekend zijn. Maar dan staat de lijn GF loodrecht op P T en dus geldt dat d(p, G) = d(p, F ). Met een passer kunnen we dan de twee punten G en G op l vinden, zodat de lijnen P G en P G raaklijnen aan de parabool zijn. Dit betekent de operaties (O1)-(O7) vervangen kunnen worden door (E1)-(E5) en dus hebben we de volgende stelling bewezen: Stelling De operaties (O1)-(O7) zijn equivalent aan de operaties die met passer en liniaal kunnen worden gedaan. 3 Construeerbare Getallen We gaan in deze sectie kijken welke getallen we met origami kunnen construeren. We gaan uit van een assenstelsel waarin alleen de punten (0,0) en (0,1) bekend zijn. Als twee willekeurige punten bekend zijn, kiezen we ons assenstelsel dus zo dat deze punten samenvallen met (0,0) en (0,1). De punten die we nu kunnen construeren met behulp van de axioma s uit de vorige paragraaf noemen we de construeerbare punten. De verzameling van al deze punten noemen we A 0. Definitie De construeerbare getallen zijn alle getallen die de afstand zijn tussen twee construeerbare punten. De verzameling construeerbare getallen noemen we F 0. F 0 = {x R a, b A 0, x = a b } (1) Stelling Zij x F 0, l een lijn in R 2 en c een punt op l. Nu kunnen we twee punten d 1, d 2 op l vinden zodat c d 1 = c d 2 = x Bewijs. x F 0, dus a, b A 0, x = a b. Vouw de lijn tussen a en c en noem de spiegeling van b in deze lijn e. Nu zijn er twee lijnen door a die e op l spiegelen. De spiegelingen e in deze lijnen zijn d 1 en d 2. Deze stelling maakt het mogelijk elk getal op de x-as of de y-as af te beelden, door te stellen dat c = (0, 0) en voor l de bewuste as te nemen. Stelling zij x, y F 0. Nu volgt 1. x + y F 0 2. x y F 0 3. x y F 0 4. xy F 0. Bewijs. Twee lengtes x, y F 0 kunnen afgebeeld worden op twee assen, als punten (x,0) en (0,y), of achter elkaar op dezelfde as, als het punt (x+y,0). 1. en 2. zijn hiermee dus triviaal. Voor 3. vouwen we de lijn tussen (y,0) en (0,x) en construeren de lijn parallel aan deze lijn, door het punt (0,1). Het snijpunt van deze lijn en de y-as is het punt x y 7
8 Om twee getallen x en y te vermenigvuldigen construeren we eerst het getal 1 y en delen we x door 1 y op de eerder beschreven manier. Uit bovenstaande stelling volgt dat F 0 een lichaam is. 3.1 Lichamen Definitie Een groep (G, ) is een verzameling met daarop een binaire operatie met de volgende eigenschappen. 1. De operatie is associatief, dus x (y z) = (x y) z x, y, z G 2. Er is een neutraal element e G met de eigenschap dat e x = x e = x x G 3. Elk element x G heeft een inverse x 1 zodat x x 1 = x 1 x = e Sommige groepen zijn Abels, dit wil zeggen dat voor elke twee elementen x en y in de groep geldt dat x y = y x. Definitie Een ring (R,, ) is een abelse groep met behalve de groepsoperatie nog een operatie, die distributief is met de eerste. Dit wil zeggen: x (y z) = (x y) (x z) x, y, z R. Deze extra operatie moet ook een neutraal element hebben. Definitie Een lichaam is een ring waarbij ook voor de operatie geldt dat elk element een inverse heeft, behalve het neutrale element van de eerste operatie. Voorbeelden van lichamen zijn de (Q, +, ) en (R, +, ). De gehele getallen vormen geen lichaam, aangezien de inversen van getallen groter dan 1 niet geheel zijn. Uit stelling volgt dat de construeerbare getallen een lichaam vormen. Aangezien 0 en 1 per definitie in F 0 zitten, volgt dat alle rationale getallen in F 0 bevat zijn. Er zijn er zelfs nog meer. 3.2 Irrationale construeerbare getallen Stelling Zij x F 0. Nu geldt 1 + x 2 F 0. Bewijs. De afstand tussen de punten (x,0) en (0,1) is 1 + x 2 volgens de stelling van Pythagoras. Het lichaam van construeerbare getallen is dus groter dan Q. Het is echter wel kleiner dan R. Alle construeerbare getallen zijn namelijk algebraïsch. We zullen hier verder niet op in gaan, maar nog wel een gevolg noemen. De Grieken hadden nog een onopgelost probleem: de kwadratuur van een cirkel. Het idee is, dat bij een gegeven cirkel een vierkant wordt geconstrueerd met dezelfde oppervlakte. Dit blijkt niet alleen met passer en liniaal onmogelijk, maar ook met origami. Het is hiervoor namelijk nodig het trancedente getal π te construeren. 4 Enkele constructies In deze paragraaf laten we twee constructies zien die onmogelijk zijn met passer en liniaal, maar wel mogelijk met origami We gaan uit van het eenheidsvierkant. Eerst construeren we de lijnen y = 1 3 en y = 2 3. Nu vouwen we zo, dat het punt (1, 1 3 ) op de lijn y = 2 3 komt en het punt (1, 0) op de y-as. Noem het punt waar (1, 0) op terecht komt B en definieer p = B (0, 1) en q = B (0, 0). Nu geldt p q = 3 2. Bewijs. In dit bewijs worden lengtes tussen twee punten A en B als AB genoteerd. We definiëren hoekpunten A, B, C, D, E en F als in het plaatje. Er geldt DBC BEF, dus BF BE = DC BD. Zij x = AB en y = CD. Met BD = 1 y en BE = 1 3 levert dit BF = 1 y 3 1 y, dus x = BF = y 3 1 y. 8
9 Figuur 4: Een constructie van 3 2 Verder levert de stelling van Pythagoras nog een uitdrukking voor x. Er geldt namelijk BC 2 = BD 2 CD 2 = (1 y) 2 y 2 = 1 2y, dus: x = 1 1 2y 1 x = 1 2y 1 2x + x 2 = 1 2y y = x 1 2 x2 Dit invullen in de eerste formule levert: 3x = 1 + x 1 2 x2 1 x x2 = 1 1 x x2 3x 3 6x 2 + 6x 2 = 0 2x 3 + 6x 2 6x + 2 = x 3 2(1 x) 3 = x 3 x 1 x = p q = Driedeling van de hoek Deze constructie geven we zonder bewijs, dit wordt overgelaten aan de lezer.// We gaan uit van een hoek Z 90. We noemen het hoekpunt A en plaatsen het in de oorsprong, zodat een van de assen samenvalt met de x-as, de andere lijn noemen we l. We trekken nu twee lijnen k 1 en k 2 parallel aan de x-as, en noemen de snijpunten met de y-as respectievelijk B en C. We doen dit zo, dat B A = C B (zie figuur 4.2). Nu vouwen we zo, dat A op k 1 terecht komt en C op l. We markeren het punt waar B door deze vouw op terecht komt en noemen dit B. Nu trekken we de lijn door de oorsprong en B. De hoek die deze lijn met l maakt is gelijk aan 1 3 α. 9
10 Figuur 5: Driedeling van de hoek Figuur 6: Constructies met 2 parabolen 5 Raaklijn aan 2 Parabolen In dit deel zullen we de operatie (O7*) nader gaan bekijken. Dit is precies de operatie die ervoor zorgt dat je met origami meer kan dan met passer en liniaal. Zoals we al hadden opgemerkt laat (O7*) ons een raaklijn aan twee parabolen vouwen. In het algemeen is het vinden van een raaklijn aan twee parabolen gelijk aan het oplossen van een derdegraadsvergelijking. Daarom zullen we in dit deel laten zien hoe je met behulp van (O7*) een derdegraadsvergelijking kunt oplossen. We kijken naar de parabolen p 1 : (y n) 2 = 2a(x m) en p 2 : x 2 = 2by. We nemen aan dat de raaklijn aan deze twee parabolen (of in ieder geval één van de raaklijnen) gegeven wordt door de vergelijking t : y = cx + d. Het raakpunt van t aan p 1 noemen we P 1 = (x 1, y 1 ) en het raakpunt van t aan p 2 noemen P 2 = (x 2, y 2 ). Deze gegevens kunnen we combineren in de volgende vergelijking: (y n) 2 = 2a(x m) (y n)(y 1 n) = a(x m) + a(x 1 m) y = a(x m) (y 1 n) + a(x 1 m) + n (y 1 n) y = a y 1 n x + ax 1 2am + n y 1 n En dit betekent dus dat c = a ax1 2am y 1 n en d = y 1 n + n. Deze vergelijkingen uitwerken naar y 1 en x 1 geeft 10
11 dat y 1 = a c + n en x 1 = d n c + 2m. Dan krijgen we het volgende: (y 1 n) 2 = 2a(x 1 m) a 2 c 2 = 2a( d n + m) c a = 2c(d n) + 2c 2 m Als we hetzelfde doen met p 2 en P 2 dan krijgen we de vergelijking y = x2 b x y 2 waarbij dus c = x2 b en d = y 2. Dit oplossen naar x 2 en y 2 en invullen in (x 2 ) 2 = 2b(y 2 ) geeft dat d = bc2 2. Als laatste stap moeten we dan d invullen in de vergelijking voor a. We krijgen dan het volgende: 2c( bc2 2 n) + 2c2 m = a bc 3 2mc 2 + 2nc + a = 0 c 3 2m b c2 + 2n n c + a b = 0 Het blijkt dus dat de helling c van de raaklijn aan de twee parabolen een oplossing is voor de derdegraadsvergelijking c 3 2m b c2 + 2n n c + a b = 0. Dit principe kunnen we gebruiken om met behulp van (O7*) de vergelijking x 3 + px 2 + qx + r op te lossen. We stellen daarvoor namelijk dat b = 1, en dat geeft p = 2m, q = 2n en r = a. We nemen vervolgens het brandpunt F 1 = ( p 2 + r 2, q 2 ) en de richtlijn l 1 : x = p 2 r 2 en dat geeft ons de parabool p 1 : (y n) 2 = 2a(x m). Het brandpunt F 2 = (0, 1 2 ) en de richtlijn l 2 : y = 1 2 geven ons de parabool p 2 : x 2 = 2by. Nu kunnen we door met (O7*) tegelijkertijd het punt F 1 op l 1 leggen en F 2 op l 2 en dat geeft dan de raaklijn aan de parabolen p 1 en p 2. De helling c van deze raaklijn is dan precies de oplossing van de derdegraadsvergelijking. Wat we nu nog opmerken is dat twee van de problemen van de oude Grieken nu slechts nog specifieke gevallen zijn van het bovenstaande probleem. Voor de verdubbeling van de kubus moeten we namelijk de vergelijking x 3 = 2 oplossen. Ook de driedeling van de hoek is op deze manier op te lossen, door middel van de formule cos 3α = 4 cos 3 α 3 cos α. 6 Conclusie Het blijkt dat origami een sterkere manier is om te construeren dan met passer en liniaal. Alles wat met passer en liniaal mogelijk is, is ook mogelijk met origami, en origami kan zelfs meer. Zo kan met origami een hoek in drieën worden gedeeld en kunnen oplossingen van derdegraads vergelijkingen geconstrueerd worden. De getallen die met origami geconstrueerd kunnen worden, blijken een lichaam te vormen, dat groter is dan dat van de rationale getallen. 7 Opgaven Opgave 1. Construeer een hoek van 20. Opgave 2. Construeer het getal 3 5 Opgave 3. (bonus) Bewijs de constructie van de hoekdriedeling die in paragraaf 4 gegeven wordt. 8 Bronnen [1] Alperin, R.C., A Mathematical Theory of Origami Constructions and Numbers. New York Journal of Mathematics, Vol 6., p [2] Auckly, D. and Cleveland, J., Totally Real Origami and Impossible Paper Folding. American Mathematical Monthly, Vol 103, p [3] Geretschlager, R., Euclidean Constructions and the Geometry of Origami. Mathematics Magazine, Vol. 68, p
héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = =
héöéäëåéçéå~äëãééíâìåçáöééä~~íëéåãéí`~äêá hçéåpíìäéåë De algemene vergelijking van een kegelsnede is van de vorm : 2 2 ax by 2cxy 2dx 2ey f 0 met a, b, c, d, e, f + + + + +. Indien je vijf punten van een
Nadere informatieEuclidische meetkunde: passer en liniaal vs. vouwen Wat is er allemaal (on)mogelijk?
Euclidische meetkunde: passer en liniaal vs. vouwen Wat is er allemaal (on)mogelijk? 28-6-2014 Universiteit Utrecht Jeroen Nagtegaal (0441872) 2 INHOUDSOPGAVE 0. INLEIDING... 4 HOE MOET JE DIT BOEKJE LEZEN?...
Nadere informatieWiskundig valt er veel in de plooi
Wiskundig valt er veel in de plooi Philippe Cara Vrije Universiteit Brussel pcara@vub.ac.be Leuven, 13 mei 2009 1 / 54 ORIGAMI! ORIGAMI = kunst van het papiervouwen China, 1ste of 2de eeuw Japan 6de eeuw,
Nadere informatieDe Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten
januari 2008 De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten Inleiding Eén van de bekendste meetkundige plaatsen is de middelloodlijn van een lijnstuk. Deze lijn bestaat uit alle punten die gelijke afstand
Nadere informatieOpgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5
2 Vergelijkingen Verkennen Meetkunde Vergelijkingen Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. Uitleg Meetkunde Vergelijkingen Uitleg Opgave Bestudeer de Uitleg, pagina. Laat zien dat ook
Nadere informatie3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies.
3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3.1. Inleiding Het derde college betreft drie onderwerpen (hoeken, bogen en inversies), die in concrete meetkundige situaties vaak optreden. Dit hoofdstuk is bedoeld
Nadere informatieWiskundig vouwen. Philippe Cara. Vrije Universiteit Brussel. Nationale Wiskunde Dagen. Noordwijkerhout, 28 januari / 61
Wiskundig vouwen Philippe Cara Vrije Universiteit Brussel pcara@vub.ac.be Nationale Wiskunde Dagen Noordwijkerhout, 28 januari 2011 1 / 61 ORIGAMI! ORIGAMI = kunst van het papiervouwen China, 1ste of 2de
Nadere informatie14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:
14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64
Nadere informatieDe arbelos. 1 Definitie
De arbelos 1 Definitie De arbelos is een meetkundige figuur die bestaat uit drie aan elkaar rakende halve cirkels. De raakpunten liggen op een lijn. In onderstaande tekening is de arbelos de paarse figuur.
Nadere informatieWiskunde van het vouwen
Wiskunde van het vouwen Britney Gallivan We nemen aan: De dikte van papier is 0. Draakkromme Uitvouwen tot hoeken van 90 graden geeft de Draakkromme. Origami Origami is de kunst van het papiervouwen. De
Nadere informatieDe constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.
Cabri-werkblad Raaklijnen Raaklijnen aan een cirkel Definitie Een raaklijn aan een cirkel is een rechte lijn die precies één punt (het raakpunt) met de cirkel gemeenschappelijk heeft. Stelling De raaklijn
Nadere informatieHoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales
Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales - 127 1. Projectie op een rechte (boek pag 175) x en y zijn twee... rechten. We trekken door het punt A een evenwijdige rechte met de rechte y en noemen het
Nadere informatieMeetkundige constructies Leerlingmateriaal
Meetkundige constructies Leerlingmateriaal Nynke Koopmans Roeland Hiele Historical Aspects of Classroom Mathematics Universiteit Utrecht, juni 2013 Inleiding Inleiding Een meetkundige constructie is een
Nadere informatieMascheroni constructies
Mascheroni constructies Merijn IJperlaan Sjoerd Job Postmus 3 April 2009 Samenvatting Het construeren met passer en rechte is een sport die al bij de Grieken bekend was. Met een aantal simpele regels konden
Nadere informatieGriekenland DE DRIEDELING VAN EEN HOEK
Griekenland Zoals Berlinghoff schrijft, was de Griekse wiskunde sterk op de meetkunde gericht. We zullen daarom vooral naar de meetkunde kijken. Eerst zullen we twee van de drie klassieke problemen (Berlinghoff
Nadere informatieHoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen
Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen Les 0 (Extra) Aant. Voorkennis: Hoeken en afstanden Theorie A: Sinus, Cosinus en tangens O RHZ tan A = A RHZ O RHZ sin A = SZ A RHZ cos A = SZ Afspraak: Graden afronden
Nadere informatie1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg
1 Middelpunten Verkennen Middelpunten Inleiding Verkennen Probeer vanuit drie gegeven punten (niet op één lijn) die op een cirkel moeten liggen het middelpunt van die cirkel te construeren. Je kunt hem
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.
1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1998-1999: Eerste ronde De eerste ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt: per goed antwoord krijgt de deelnemer 5 punten, een blanco antwoord
Nadere informatieE = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²
E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² De boom en het stokje staan loodrecht op de grond in het park. De boom is 3 en het stokje 1. Hoe lang is de schaduw van het stokje
Nadere informatieHoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras
Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Benamingen afspraken ( boek pag 53) - 49 We spreken van een rechthoekige driehoek als... We zeggen dat in de rechthoekige ABC de grootte van de hoek A 90 o is We
Nadere informatie11.1 De parabool [1]
11.1 De parabool [1] Algemeen: Het punt F heet het brandpunt van de parabool. De lijn l heet de richtlijn van de parabool. De afstand van F tot l heet de parameter van de parabool. Defintie van een parabool:
Nadere informatieDriehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)
Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies
Nadere informatieInversie. Hector Mommaerts
Inversie Hector Mommaerts 2 Hoofdstuk 1 Definities en constructies 1.1 Definitie We weten hoe we een punt moeten spiegelen rond een rechte. We gaan nu kijken hoe we een punt spiegelen rond een cirkel.
Nadere informatieOver de construeerbaarheid van gehele hoeken
Over de construeerbaarheid van gehele hoeken Dick Klingens maart 00. Inleiding In de getallentheorie worden algebraïsche getallen gedefinieerd via rationale veeltermen f van de n-de graad in één onbekende:
Nadere informatieDefinitie van raaklijn aan cirkel: Stelling van raaklijn aan cirkel:
13.0 Voorkennis Op de cirkel liggen alle punten met een Gelijke afstand tot het middelpunt van de cirkel. Voor een punt p op de cirkel geldt d(p, M) = r Definitie van raaklijn aan cirkel: Een raaklijn
Nadere informatieVlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk
Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en
Nadere informatie10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.
10.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0, b) y = -4x + 8 kan
Nadere informatieGebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel.
Raaklijnen Verkennen Raaklijnen Inleiding Verkennen Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel. Uitleg Raaklijnen Uitleg Opgave 1 Bekijk de Uitleg. a) Wat is de vergelijking
Nadere informatie4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden
4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In
Nadere informatie8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3
8.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 2x y 3 3 3x 2 y 6 2 Het vermenigvuldigen van de vergelijkingen zorgt ervoor dat in de volgende stap de x-en tegen elkaar
Nadere informatie4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden
4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In
Nadere informatieWat verstaan we onder elementaire meetkunde?
Wat verstaan we onder elementaire meetkunde? Er zijn veel boeken met de titel 'Elementaire Meetkunde'. Niet alle auteurs verstaan hieronder hetzelfde. Dit boek behandelt in de eerste 1 hoofdstukken de
Nadere informatie1 Analytische meetkunde
Domein Meetkunde havo B 1 Analytische meetkunde Inhoud 1.1. Coördinaten in het vlak 1.2. Vergelijkingen van lijnen 1.3. Vergelijkingen van cirkels 1.4. Snijden 1.5. Overzicht In opdracht van: Commissie
Nadere informatieDan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ²
1 Herhaling 1.1 Het vlak, punten, afstand, midden Opdracht: Teken in het vlak de punten: A ( 1, 2) B(3,6) C( 5,7) Bepaal de coördinaat van het midden van (lijnstuk) [A B]: M [B C ]: N Bepaal de afstand
Nadere informatie9.1 Vergelijkingen van lijnen[1]
9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0,
Nadere informatie1 Analytische meetkunde
Domein Meetkunde havo B Analytische meetkunde Inhoud.. Coördinaten in het vlak.. Vergelijkingen van lijnen.3. Vergelijkingen van cirkels.4. Snijden.5. Overzicht In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde
Nadere informatieAnalytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde
Analytische Meetkunde Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde . VECTOREN EN RECHTEN.. Vectoren... Het vectorbegrip De verzameling punten van het vlak noteren we door π. Kies in het vlak π een vast
Nadere informatieWiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen
Wiskunde oefentoets hoofdstuk 0: Meetkundige berekeningen Iedere antwoord dient gemotiveerd te worden, anders worden er geen punten toegekend. Gebruik van grafische rekenmachine is toegestaan. Succes!
Nadere informatieSpelen met passer en liniaal - werkboek
Spelen met passer en liniaal - werkboek Basisconstructie 1: het midden van een lijnstuk (de middelloodlijn) Gegeven: lijnstuk AB. Gevraagd: het midden van lijnstuk AB. Instructie Teken (A, r) en (B, r)
Nadere informatieKegelsneden. Figuur 1 Figuur 2 PYTHAGORAS FEBRUARI 2015
Kegelsneden Aflevering 1 Ellipsen, parabolen en hyperbolen zijn mooie figuren die in de natuur voorkomen. Denk maar aan een steen die door de lucht vliegt, of een komeet die om de zon beweegt. In de techniek
Nadere informatieNiet-euclidische meetkunde
Keuzeonderdeel Wiskunde D Hans van Ballegooij Maaslandcollege, Oss Dictaat Versie: 20 februari 2013 Hans van Ballegooij Maaslandcollege Oss Inhoudsopgave 1 De elementen van Euclides 1 2 Niet-euclidische
Nadere informatieuuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur
4 Van D naar 3D Verkennen Van D naar 3D Inleiding Verkennen Bekijk de applet. Met de rechter muisknop kun je het assenstelsel om de oorsprong draaien en de fig van alle kanten bekijken. Beantwoord nu de
Nadere informatieDriehoeken. Enkele speciale topics. Arne Smeets. Trainingsweekend Februari 2008
Driehoeken Enkele speciale topics Arne Smeets Trainingsweekend Februari 2008 Trilineaire en barycentrische coördinaten Definitie van trilineaire coördinaten Beschouw (in het vlak) een driehoek ABC en een
Nadere informatie2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]
2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] Hiernaast staat de cirkel met middelpunt M en straal 2½ cm In het kort: (M, 2½ cm) Op de zwarte cirkel liggen alle punten P met PM = 2½ cm In het rode binnengebied liggen
Nadere informatieOefeningen analytische meetkunde
Oefeningen analytische meetkunde ) orte herhaling. Zij gegeven twee vectoren P en Q. Bewijs dat de loodrechte projectie P' van P op Q gegeven wordt door: PQQ P'. Q. De cirkel c y 4y wordt gespiegeld om
Nadere informatieOpgave 1: bewijs zelf op algebraïsche wijze dat de lengte van DE gelijk is aan de helft van de lengte van BC.
Opgave 1: bewijs zelf op algebraïsche wijze dat de lengte van DE gelijk is aan de helft van de lengte van BC. Antwoord: de lengteverhouding vertaalt als: (x 3 x 1 ) + (x 4 x ) = (u 5 u 3 ) + (u 6 u 4 )
Nadere informatieRakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde
Rakende cirkels Keuzeopdracht voor wiskunde Verrijkende opdracht over construeren en redeneren in figuren Voorkennis: meetkunde: cirkels, raaklijn, loodrecht stand; sinus: waarden voor bekende hoeken als
Nadere informatieParagraaf 10.1 : Vectoren en lijnen
Hoofdstuk 10 Meetkunde met Vectoren (V5 Wis B) Pagina 1 van 13 Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen Les 1 : Vectoren tekenen Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. b Je kunt vectoren
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni uur
Wiskunde B Profi (oude stijl) Eamen VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 3.30 6.30 uur 20 0 Voor dit eamen zijn maimaal 78 punten te behalen; het eamen bestaat uit 4 vragen.
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.
Vlaamse Wiskunde Olympiade 995 996 : Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 30 punten
Nadere informatieVlakke Meetkunde. Les 1 Congruentie en gelijkvormig
Vlakke Meetkunde Les 1 Congruentie en gelijkvormig (Deze les sluit aan bij het paragraaf 1 van Vlakke Meetkunde van de Wageningse Methode. Vlakke Meetkunde kun je downloaden vanaf de site van de Open Universiteit.
Nadere informatieUitwerkingen toets 12 juni 2010
Uitwerkingen toets 12 juni 2010 Opgave 1. Bekijk rijen a 1, a 2, a 3,... van positieve gehele getallen. Bepaal de kleinst mogelijke waarde van a 2010 als gegeven is: (i) a n < a n+1 voor alle n 1, (ii)
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 15 september dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 15 september 2017 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating)
Nadere informatieWerkblad Cabri Jr. Constructie van bijzondere vierhoeken
Werkblad Cabri Jr. Constructie van bijzondere vierhoeken Doel Het construeren van bijzondere vierhoeken: parallellogram, ruit, vierkant. Constructies 1. Parallellogram (eerste constructie) We herhalen
Nadere informatieParagraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken
Hoofdstuk 8 Meetkunde met coördinaten (V5 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken Les 1 Lijnen Definities Je kunt een lijn op verschillende manieren bepalen / opschrijven : (1) RC - manier
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Vlak en kegel bladzijde a Als P ( x,, ) de projectie van P op het Ox-vlak is, dan is driehoek OP P een gelijkbenige rechthoekige driehoek met OP P = Dan is OP = x + en is PP = z Met de stelling van Pthagoras
Nadere informatieDe bouw van kathedralen
De bouw van kathedralen Van ongeveer 1050 tot 1400 was er een explosie in de bouw van kathedralen. De kathedraal van Amiëns is gebouwd van 1220 tot 1280. Men heeft er dus 60 jaar over gedaan. Niet verwonderlijk
Nadere informatie16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i
16.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i Voorbeeld 2: Los op in 4x 2 + 12x + 15 = 0 4x 2 + 12x + 9 + 6 = 0 (2x + 3) 2 + 6 = 0 (2x + 3) 2 = -6 (2x + 3) 2 = 6i 2 2x + 3 =
Nadere informatieHoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren
Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren 141 Eventjes herhalen : Wat is een homothetie? h (o,k) : Een homothetie met centrum o en factor k Het beeld van een punt Z door de homothetie met centrum O en factor
Nadere informatie3 Hoeken en afstanden
Domein Meetkunde havo B 3 Hoeken en afstanden Inhoud 3.1 Cirkels en hun middelpunt 3.2 Snijden en raken 3.3 Raaklijnen en hoeken 3.4 Afstanden berekenen 3.5 Overzicht In opdracht van: Commissie Toekomst
Nadere informatieUITWERKINGEN VOOR HET VWO B2
UITWERKINGEN VOOR HET VWO HOODTUK 7 : RKLIJNEN KERN CIRKEL EN RKLIJNEN ) Teken M en M. De raaklijnen in staat loodrecht op M. Voor de raaklijn in geldt hetzelfde. M ) Gebruik of de stelling van de omtrekshoek
Nadere informatie9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden
9.0 Voorkennis [1] Definitie middelloodlijn: De middelloodlijn van een lijnstuk is de lijn door het midden van dat lijnstuk die loodrecht op dat lijnstuk staat. Definitie bissectrice: De bissectrice van
Nadere informatie1 Introductie. 2 Oppervlakteformules
Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus ook weergegeven met XY. Verder zullen we de volgende notatie
Nadere informatieConstructies met passer en liniaal, origami en meccano
Constructies met passer en liniaal, origami en meccano Luuk Hoevenaars, Hogeschool Utrecht luuk.hoevenaars@hu.nl Hand- out voor de Nederlandse Wiskunde Dagen 201 De module in vogelvlucht De module gaat
Nadere informatie1 Het midden van een lijnstuk
Inleiding Deze basisconstructies worden aan de leerlingen gegeven in de vorm van werkbladen voor zelfstandig werken. Met behulp van een beginschets van de gegevens en de constructiebeschrijving maken de
Nadere informatieOpen het programma Geogebra. Het beginscherm verschijnt. Klik voordat je verder gaat met je muis ergens in het
Practicum I Opgave 1 Tekenen van een driehoek In de opgave gaan we op twee verschillende manieren een driehoek tekenen. We doen dit door gebruik te maken van de werkbalk (macrovenster) en van het invoerveld.
Nadere informatieUitgewerkte oefeningen
Uitgewerkte oefeningen Algebra Oefening 1 Gegeven is de ongelijkheid: 4 x. Welke waarden voor x voldoen aan deze ongelijkheid? A) x B) x [ ] 4 C) x, [ ] D) x, Oplossing We werken de ongelijkheid uit: 4
Nadere informatieBewijs. Zie figuur 2. Zijn U en V de projecties van P en Q op r, dan geldt: PU = PR (in driehoek RQV met PU // QV) QV QR
Cabri-vraag VRAAG Hoe teken je een kegelsnede waarvan een punt P, een brandpunt F en de bij F behorende richtlijn r gegeven zijn? ANTWOORD Zoals bekend kan je met Cabri een kegelsnede tekenen (we spreken
Nadere informatieEllips-constructies met Cabri
Ellips-constructies met Cabri 0. Inleiding De meest gebruikte definitie van de ellips luidt: Een ellips is de verzameling van punten () waarvoor de som van de afstanden tot twee vaste punten (F 1 en F,
Nadere informatieLijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen
Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden
Nadere informatie12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]
12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] Stelling van de constante hoek: Voor de punten C en D op dezelfde cirkelboog AB geldt: ACB = ADB. Omgekeerde stelling van de constante hoek: Als punt D aan dezelfde
Nadere informatieSTELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie
STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie Euclides van Alexandrië (ca. 265-200 v.chr.) Thales van Milete (ca. 624 v.chr. - 547 v.chr.) INHOUDSOPGAVE Algemene begrippen..blz. 1-3 - Stelling en bewijs
Nadere informatieAntwoordmodel - Vlakke figuren
Antwoordmodel - Vlakke figuren Vraag 1 Verbind de termen met de juiste definities. Middelloodlijn Gaat door het midden van een lijnstuk en staat er loodrecht op. Bissectrice Deelt een hoek middendoor.
Nadere informatie2004 Gemeenschappelijke proef Algebra - Analyse - Meetkunde - Driehoeksmeting 14 vragen - 2:30 uur Reeks 1 Notatie: tan x is de tangens van de hoek x, cot x is de cotangens van de hoek x Vraag 1 In een
Nadere informatiePascal en de negenpuntskegelsnede
Pascal en de negenpuntskegelsnede De zijden van driehoek ABC hierboven vatten we op als lijnen en niet als lijnstukken. De middens van de lijnstukken AB, BC en CA zijn D, E en F. De middens van de lijnstukken
Nadere informatieVlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.
Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande hoeken,
Nadere informatieParagraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken
Hoofdstuk 7 Lijnen en cirkels (V5 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken Les 1 Lijnen Definities Je kunt een lijn op verschillende manieren bepalen / opschrijven : (1) RC - manier y =
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 2008-2009: tweede ronde
Vlaamse Wiskunde Olmpiade 008-009: tweede ronde Wat is het voorschrift van deze tweedegraadsfunctie? (0, ) (, ) 0 (A) f() = ( + ) (B) f() = ( + ) + (C) f() = ( ) + (D) f() = ( ) (E) f() = ( ) + In volgend
Nadere informatie2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax
00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten
Nadere informatiePassermeetkunde een bewijs van de stelling van Mohr-Mascheroni. Mascheroni DICK KLINGENS. aaaaa
- 1 Passermeetkunde een bewijs van de stelling van Mohr-Mascheroni Mascheroni DICK KLINGENS 1. Probleemstelling Stelling. Iedere constructie in het euclidische vlak die met passer en liniaal mogelijk is,
Nadere informatieWiskunde voor relativiteitstheorie
Wiskunde voor relativiteitstheorie HOVO Utrecht Les 1: Goniometrie en vectoren Dr. Harm van der Lek vdlek@vdlek.nl Natuurkunde hobbyist Overzicht colleges 1. College 1 1. Goniometrie 2. Vectoren 2. College
Nadere informatieMeetkundige Ongelijkheden Groep 2
Meetkundige Ongelijkheden Groep Trainingsweek Juni 009 1 Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus
Nadere informatieAnalytische Meetkunde
Analytische Meetkunde Meetkunde met Geogebra en vergelijkingen van lijnen 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Meetkunde met Geogebra... 6 Stelling van Thales...... 7 3 Achtergrondinformatie Auteurs
Nadere informatieProefToelatingstoets Wiskunde B
Uitwerking ProefToelatingstoets Wiskunde B Hulpmiddelen :tentamenpapier,kladpapier, een eenvoudige rekenmachine (dus geen grafische of programmeerbare rekenmachine) De te bepalen punten per opgave staan
Nadere informatieHoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen.
Hoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen. Jakob Steiner (Utzenstorf (kanton Bern), 18 maart 1796 - Bern, 1 april 1863) was een Zwitsers wiskundige. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste
Nadere informatieVoorbereidende sessie toelatingsexamen
1/7 Voorbereidende sessie toelatingsexamen Wiskunde 2 - Algebra en meetkunde Dr. Koen De Naeghel 1 KU Leuven Kulak, woensdag 25 april 2018 1 Presentatie en opgeloste oefeningen zijn digitaal beschikbaar
Nadere informatie8.1 Rekenen met complexe getallen [1]
8.1 Rekenen met complexe getallen [1] Natuurlijke getallen: Dit zijn alle positieve gehele getallen en nul. 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,... Het symbool voor de natuurlijke getallen is Gehele getallen: Dit zijn
Nadere informatie1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde
Junior Wiskunde Olympiade 008-009: tweede ronde ( 7) = (A) 7 (B) 7 (C) 7 of + 7 (D) 7 (E) onbepaald Beschouw de rij opeenvolgende natuurlijke getallen beginnend met en eindigend met Wat is het middelste
Nadere informatieWISKUNDE-ESTAFETTE 2011 Uitwerkingen
WISKUNDE-ESTAFETTE 2011 Uitwerkingen 1 C D O A O B Omdat driehoek ACD gelijkbenig is, is CAD = ACD en daarmee zien we dat 2 CAD+ ADC = 180. Maar we weten ook dat 180 = ADC + ADB. Dus ADB = 2 CAD. Driehoek
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Eindexamen havo wiskunde B pilot 0-II Beoordelingsmodel Windenergie maximumscore Als de 60 000 gigawattuur windenergie 0% van het totaal is, dan is de voorspelde totale energiebehoefte maximaal Het totaal
Nadere informatieWISKUNDE-ESTAFETTE KUN 2002 Uitwerkingen
WISKUNDE-ESTAFETTE KUN 00 Uitwerkingen 1 Omdat de totale waarde van het geld in je zak niet zou veranderen als elke van de vijfthalermunten drie thaler minder waard zou worden en elke van de eenthalermunten
Nadere informatieCabri-werkblad. Apollonius-cirkels
Cabri-werkblad Apollonius-cirkels 1. Doel We zullen in dit werkblad kennismaken met de zogenoemde Apollonius-cirkels [1] van een driehoek. Daarvoor moeten ook enkele eigenschappen van (binnen- en buiten)bissectrices
Nadere informatieParagraaf 14.1 : Vergelijkingen in de meetkunde
Hoofdstuk 14 Meetkunde Toepassen (V6 Wis B) Pagina 1 van 1 Paragraaf 14.1 : Vergelijkingen in de meetkunde Les 1 : Vergelijkingen maken bij meetkundige figuren Herhaling (1) Bijzondere rechthoekige driehoeken
Nadere informatieOpgave 3 - Uitwerking
Mathrace 2014 Opgave 3 - Uitwerking Teken de rode hulplijntjes, en noem de lengte van dit lijntje y. Noem verder de lengte van een zijde van de gelijkzijdige driehoek x. Door de hoek van 45 graden in de
Nadere informatieSamenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde
Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde Getal & Ruimte editie 11 Goniometrie in rechthoekige driehoeken Stap 1: Zoek de rechthoekige driehoeken Figuur 1: Ga na dat in dit voorbeeld alleen ADC en DBC
Nadere informatieVlaamse Wiskunde Olympiade 2007-2008: tweede ronde
Vlaamse Wiskunde lmpiade 2007-2008: tweede ronde 1 Jef mit cola met whisk in de verhouding 1 : In whisk zit 40% alcohol Wat is het alcoholpercentage van de mi? () 1, (B) 20 (C) 25 () 0 (E) 5 2 ver jaar
Nadere informatieWISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden
WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden 1 V 1 8 en 12 V 2 7 en 11 V 3 6 en 10 V 4 5 en 9 2 5040 opstellingen 3 De zijde is 37 4 α = 100 5 10, 2 liter 6 De volgorde is 2, 5, 3, 4, 1 7 30 euro 8 De straal
Nadere informatieOpgave 1 - Uitwerking
Opgave 1 - Uitwerking Om dit probleem op te lossen moeten we een zogenaamd stelsel van vergelijkingen oplossen. We zetten eerst even de tips van de begeleider onder elkaar: 1. De zak snoep weegt precies
Nadere informatieEfficientie in de ruimte - leerlingmateriaal
Junior College Utrecht Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal Versie 2 September 2012 Een project (ruimte-)meetkunde voor vwo-leerlingen Geschreven voor het Koningin Wilhelmina College Culemborg
Nadere informatieP is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).
Inhoud 1. Sinus-functie 1 2. Cosinus-functie 3 3. Tangens-functie 5 4. Eigenschappen 4.1. Verband tussen goniometrische verhoudingen en goniometrische functies 8 4.2. Enkele eigenschappen van de sinus-functie
Nadere informatie