DE CHLOORKANAALACTIVATOR LUBIPROSTONE ALS NIEUWE STRATEGIE VOOR CONSTIPATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE CHLOORKANAALACTIVATOR LUBIPROSTONE ALS NIEUWE STRATEGIE VOOR CONSTIPATIE"

Transcriptie

1 FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar DE CHLOORKANAALACTIVATOR LUBIPROSTONE ALS NIEUWE STRATEGIE VOOR CONSTIPATIE Tim DE GRAUWE Promotor: Prof. Dr. Romain LEFEBVRE Masterproef voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

2 De auteur en de promotor geven de toelating deze masterproef voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze masterproef. Dinsdag 7 april 2015 Tim De Grauwe Prof. Dr. Romain Lefebvre

3 Voorwoord Graag zou ik mijn promotor Prof. Dr. Romain Lefebvre willen bedanken voor zijn hulp bij het tot stand brengen van deze masterproef, in het bijzonder voor de duidelijke omschrijving van de opdracht en de verwachtingen, voor de achtergrondinformatie over het onderwerp, voor de hulp bij het opstarten van de scriptie, voor het snelle antwoorden op vragen, voor het gedetailleerd lezen en becommentariëren van voorlopige versies van deze masterproef en ten slotte voor de tijd die hij hieraan heeft gegeven.

4 Inhoudstafel 1. Abstract Inleiding Methodologie Resultaten Overzicht van de beschikbare behandelingsmogelijkheden Aanpassing van levensstijl en toiletgewoonten Medicamenteuze therapie Chirurgische technieken Re-educatie van de bekkenbodem Lubiprostone Werkingsmechanisme Effectiviteit Veiligheid Discussie en conclusies Werkingsmechanisme van lubiprostone Klinisch effect en bijwerkingenprofiel van lubiprostone Beschouwingen Conclusie Referenties Bijlagen Bijlage 1: Vertrouwelijkheid en overdracht van recht... 51

5 Lijst met gebruikte afkortingen - 5-HT: 5-hydroxytryptamine, serotonine. - ATP: adenosine trifosfaat. - camp: cyclisch adenosine monofosfaat. - cgmp: cyclisch guanosine monofosfaat. - CFTR: cystic fibrosis transmembrane conductance regulator. - ClC-2: chloride channel 2. - COX: cyclo-oxygenase. - DIDS: 4,4'-diisothiocyano-2,2'-stilbenedisulfonic acid. - DPC: diphenylcarboxylic acid. - DRA-kanaal: down-regulated in adenoma-kanaal. - EFS: electric field stimulation. - EP 1-4 -prostaglandinereceptor: prostaglandine E-receptor 1 tot 4. - GC-C: guanylaatcyclase C. - HEK-293-cellen: human embryonic kidney 293-cellen. - IBS: irritable bowel syndrome, prikkelbaar darmsyndroom (IBS-C: constipation; IBS-D: diarrhea; IBS-M: mixed; IBS-U: unsubtyped). - inos: induceerbaar NO-synthase. - mpki: myristoylated protein kinase inhibitor. - MPO: myeloperoxidase. - NBCe-1: electrogenic Na + /HCO - 3 -cotransporter 1. - NHE-3: Na + /H + -exchanger 3. - NKCC-1: Na + /K + /2Cl - -cotransporter 1. - NNT: number needed to treat. - NPPB: 5-nitro-2-2(-phenylpropylamino) benzoic acid. - PAS-kleuring: periodic acid-schiff kleuring. - PAT-1-kanaal: putative anion transporter 1-kanaal. - PEG: polyethyleenglycol. - PKA: proteïne kinase A. - RCT: randomized controlled trial. - SERT: serotonine transporter. - SPS: sodium picosulfaat.

6 - TNFα: tumor necrosis factor α. - VIP: vasoactief intestinaal peptide.

7 1. Abstract ACHTERGROND Constipatie is een vaak voorkomende aandoening met belangrijke persoonlijke en maatschappelijke gevolgen. Hoewel er reeds veel therapeutische mogelijkheden bestaan om constipatie aan te pakken, zijn de effectiviteit en de tevredenheid bij de patiënten over de behandeling laag. DOELSTELLING Deze scriptie heeft als doel eerst een overzicht te geven van de huidige therapeutische opties bij constipatie, om vervolgens een uitgebreide bespreking te maken van lubiprostone, een nieuw geneesmiddel voor de behandeling van constipatie, op vlak van werkingsmechanisme, effectiviteit, veiligheid en de plaats ervan binnen de behandeling van constipatie. METHODOLOGIE Deze scriptie is een literatuurstudie, waarbij de gebruikte publicaties werden bekomen via de databanken PubMed en Web of Science. RESULTATEN Het meest bestudeerde werkingsmechanisme van lubiprostone is stimulatie van de chloorsecretie in de darm, welke gepaard gaat met een verhoogde vochtsecretie. Verschillende chloorkanalen kunnen aan de basis liggen van deze verhoogde secretie: het meeste onderzoek is verricht omtrent ClC-2-kanalen (chloride channel 2) en CFTR-kanalen (cystic fibrosis transmembrane conductance regulator). In het geval van CFTRkanaalactivatie stimuleert lubiprostone primair EP 4 -prostaglandinereceptoren (prostaglandine E-receptor 4), waardoor een signaaltransductiecascade wordt geactiveerd die uiteindelijk de CFTR-kanalen activeert. Lubiprostone verhoogt significant het aantal defecaties en het aantal patiënten met een spontane defecatie op de eerste dag van de behandeling bij patiënten met chronische constipatie of prikkelbaar darmsyndroom met predominante constipatie (irritable bowel syndrome with constipation, IBS-C). Daarnaast geeft lubiprostone een verbetering van enkele subjectieve parameters zoals moeilijkheid van defecatie, stoelgangconsistentie, opgeblazen gevoel, buikpijn, abdominaal ongemak en beoordeling van de ernst van de constipatie en van 1

8 de effectiviteit van de therapie. Verder werd gezien dat de effectiviteit van lubiprostone stijgt met een toenemende dosis. Bijwerkingen komen significant vaker voor bij lubiprostone dan bij placebo en zijn voornamelijk van gastro-intestinale aard. De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn nausea en diarree; andere gastro-intestinale bijwerkingen zijn flatulentie, abdominale opzetting, buikpijn en braken. Daarnaast komen ook bijwerkingen voor van neurologische aard zoals hoofdpijn en duizeligheid. Deze bijwerkingen zijn doorgaans mild tot matig in intensiteit, maar kunnen in zeldzamere gevallen ook ernstig zijn. Daarnaast werden ook drie andere ernstige bijwerkingen gemeld die mogelijk te wijten waren aan het gebruik van lubiprostone: 1) een episode van niet-cardiale thoracale pijn, 2) een bilaterale klompvoet bij het kind van een patiënte die zwanger werd tijdens het gebruik van lubiprostone, maar o.w.v. haar zwangerschap uit de studie stapte en 3) het optreden van ischemische colitis. Er werden geen significante veranderingen waargenomen in laboratoriumanalyses, vitale parameters en klinisch onderzoek, net zomin als er sterfgevallen waren die toe te schrijven waren aan het gebruik van lubiprostone. CONCLUSIES Lubiprostone is een effectieve en voldoende veilige therapeutische optie voor de behandeling van constipatie. Het belangrijkste werkingsmechanisme is stimulatie van de chloorsecretie en daarmee ook de vochtsecretie in de darm. Er is echter nog aanvullend onderzoek nodig om de plaats van lubiprostone binnen het behandelingsschema van constipatie te bepalen en om meer specifieke informatie te krijgen over de te hanteren dosis en de effectiviteit en veiligheid van lubiprostone bij specifieke subgroepen binnen de bevolking. 2

9 2. Inleiding Constipatie is een aandoening die men kan omschrijven als een defecatieprobleem gekenmerkt door een moeilijke defecatie, weinig frequente defecaties of een combinatie van beiden. Constipatie kan onderverdeeld worden in primaire en secundaire constipatie, waarbij de primaire vorm verder kan opgesplitst worden in constipatie met normale transit, constipatie met trage transit en evacuatiestoornissen. (1,2,3) De meest frequente vorm van constipatie is constipatie met normale transit of functionele constipatie. Hierbij zijn symptomen aanwezig zoals harde stoelgang of moeilijke defecatie, maar is de transittijd van het colon normaal. De diagnose wordt gesteld op basis van de Rome III criteria: 25 % van de defecaties moeten gepaard gaan met minstens twee van volgende zes symptomen: overdreven moeten persen; harde of klonterige stoelgang; een gevoel van onvolledige evacuatie; een anorectaal obstructiegevoel; noodzaak tot manuele evacuatiemanoeuvres; minder dan drie defecaties per week. Verder is er zelden zachte stoelgang tenzij bij gebruik van laxativa en voldoet de patiënt niet aan de criteria voor prikkelbaar darmsyndroom met predominante constipatie (irritable bowel syndrome with constipation; IBS-C). De symptomen moeten aanwezig geweest zijn tijdens de voorbije drie maanden en minstens zes maanden geleden begonnen zijn. (1,2,3) Bij constipatie met trage transit is de transittijd van het colon verhoogd. Er zijn minder mass movements in de darmen en soms heeft de patiënt last van een opgeblazen gevoel of buikpijn. Deze vorm van constipatie zou een neuromusculaire aandoening zijn die verschillende oorzaken kan hebben, bijvoorbeeld een verminderd aantal cellen van Cajal of degeneratieve leiomyopathie. (3,4) Evacuatiestoornissen zijn een groep van zowel anatomische als functionele afwijkingen die leiden tot een bemoeilijkte evacuatie en daardoor tot constipatie. De meest voorkomende vorm is dyssynergie, waarbij de coördinatie van de bekkenbodemspieren tijdens de defecatie verstoord is. Voorbeelden van anatomische afwijkingen zijn rectocoele en rectale intussusceptie. (3,4) Wanneer constipatie het gevolg is van een andere aandoening of medicatie, spreekt men van secundaire constipatie. Verschillende soorten medicatie kunnen constipatie geven als bijwerking: antihypertensiva zoals clonidine en calciumantagonisten door een verminderde contractiliteit van de gladde spiercellen; anti-epileptica, antipsychotica en medicatie tegen de ziekte van Parkinson door hun anticholinerge en antidopaminerge effecten; antidepressiva, in 3

10 het bijzonder tricyclische antidepressiva; orale ijzersubstitutie; analgetica zoals opiaten en cannabinoïden; aluminium bevattende medicatie Naast medicatie kunnen ziekten die het zenuwstelsel aantasten aanleiding geven tot constipatie. Voorbeelden hiervan zijn diabetes mellitus, autonome neuropathie, de ziekte van Hirschsprung en multiple sclerose. (2,3,4,5) Constipatie kan ook voorkomen in het kader van IBS-C. Prikkelbaar darmsyndroom (IBS) is een functionele gastro-intestinale aandoening met als belangrijkste symptomen abdominale pijn of ongemak en een veranderd defecatiepatroon. IBS wordt verder onderverdeeld in vier groepen naargelang de manier waarop het defecatiepatroon is veranderd: 1) de vorm met predominante constipatie: IBS-C; 2) de vorm met predominantie van diarree: IBS-D (diarrhea); 3) de gemengde vorm: IBS-M (mixed); 4) de vorm waarbij het stoelgangpatroon onvoldoende afwijkend is om geclassificeerd te worden onder één van de vorige categorieën: IBS-U (unsubtyped). Het belangrijkste onderscheid tussen chronische constipatie en IBS-C is de terugkerende buikpijn of abdominaal ongemak. (1,6,7,8) Studies omtrent de prevalentie van constipatie komen tot sterk verschillende resultaten ten gevolge van verschillen in de methodologie en de gebruikte criteria. De prevalentie in Europa zou variëren tussen 5 % en 35 % met een gemiddelde van 17,1 % (9) en in Noord-Amerika tussen 1,9 % en 27,2 % met een gemiddelde van 14,8 % (10). Bepaalde risicofactoren geven een verhoogde kans op constipatie: vrouwelijk geslacht, lage socio-economische status en laag opleidingsniveau, psychologische factoren zoals angst en depressie, langdurig verblijf in zorgfaciliteiten, landelijk wonen, koud klimaat Ook ouderdom is een belangrijke risicofactor; de prevalentie bij bejaarden ligt duidelijk hoger dan deze bij jongere personen, met cijfers die variëren tussen 12,5 % en 31,9 % (10), maar die bij bepaalde subgroepen zelfs kunnen stijgen tot 81 % (9). De hogere prevalentie van constipatie bij ouderen is toe te schrijven aan leeftijdsgebonden factoren zoals een verminderde mobiliteit, meer medicatiegebruik, veranderde voedingsgewoonten en comorbiditeit, eerder dan dat het een fysiologisch gevolg van veroudering zou zijn. Constipatie is dus een aandoening die bij de gehele bevolking frequent voorkomt en waarvan de prevalentie nog verder wordt verhoogd door bepaalde risicofactoren, waarvan oudere leeftijd een zeer belangrijke is. (1,2,4,5,9,10,11,12) Bovendien heeft constipatie een belangrijke impact, zowel op de patiënt als op de maatschappij. Verschillende studies hebben aangetoond dat de levenskwaliteit kan dalen door 4

11 constipatie; er kunnen zowel lichamelijke als mentale problemen ontstaan en dit vooral bij oudere patiënten. Op economisch vlak brengt constipatie hoge kosten teweeg door onderzoek en behandeling en bovendien kan constipatie leiden tot een verlaagde productiviteit op het werk en meer absenteïsme. (2,4,10,12,13) Constipatie kan op verschillende manieren worden behandeld (zie verder). Bij de meeste patiënten wordt gestart met een conservatieve therapie die bestaat uit aanpassingen van de levensstijl en de toiletgewoonten. Wanneer hiermee onvoldoende resultaat wordt bekomen, kan worden overgeschakeld naar medicatie. Hier heeft men verschillende mogelijkheden ter beschikking: zwelmiddelen, stoelgangverzachters, osmotische laxativa, contactlaxativa, serotonerge agentia, prosecretoire agentia, µ-opioïd receptor antagonisten, probiotica en rectale laxatieven. Wanneer ook medicamenteuze therapie onvoldoende helpt of bij specifieke indicaties kan chirurgie aangewend worden. Bij dyssynergie wordt bij voorkeur behandeld met re-educatie van de bekkenbodem. (1,14,15) Ondanks de veelheid aan therapeutische mogelijkheden, is de effectiviteit en de tevredenheid bij de patiënten over hun behandeling laag. Dit kan verschillende oorzaken hebben: een slechte therapietrouw bij de patiënt, het niet efficiënt aanwenden van de behandelingsmogelijkheden door de arts of onvoldoende effectiviteit van de therapieën. (10,13) Daarom wordt nog steeds gezocht naar nieuwe, effectieve producten die gebruikt kunnen worden in de behandeling van constipatie. Eén van deze nieuwe producten is lubiprostone, een bicyclisch vetzuur afgeleid van prostaglandine E 1. (1,14,16) Momenteel wordt het in de Verenigde Staten gebruikt bij de behandeling van chronische idiopathische constipatie bij volwassenen en IBS-C bij volwassen vrouwen, maar dit is nog niet het geval in Europa. (5,6,15,16,17) Deze scriptie is een literatuurstudie over lubiprostone. Na een overzicht van de huidige therapeutische mogelijkheden bij constipatie, wordt uitgebreid ingegaan op lubiprostone met bespreking van het werkingsmechanisme, de effectiviteit, de veiligheid en de plaats van lubiprostone binnen de behandeling van constipatie. 5

12 3. Methodologie Voor het opzoeken van relevante literatuur werd gebruik gemaakt van de databanken PubMed en Web of Science. Deze databanken werden voor het laatst geraadpleegd op 15/03/2015. Er werd gebruik gemaakt van verschillende selectiecriteria voor de literatuur over lubiprostone en de literatuur over andere beschikbare behandelingsmogelijkheden. Voor beide gold als voorwaarde dat de patiënten gediagnosticeerd waren met chronische constipatie of IBS-C. Leeftijdsrestricties werden niet opgelegd. Voor informatie over het werkingsmechanisme van lubiprostone werden publicaties geselecteerd met fundamenteel onderzoek over dit werkingsmechanisme; dit betreft in vitro studies, studies bij proefdieren en studies bij gezonde vrijwilligers of patiënten. Voor informatie over de werkzaamheid en effectiviteit werden enkel randomized controlled trials (RCT s) geselecteerd met lubiprostone als experimentele interventie en placebo als controleinterventie, voor informatie over de veiligheid en bijwerkingen waren dat RCT s, prospectieve clinical trials zonder studiearm met placebo als controle-interventie en case reports. Er werd niet geselecteerd o.b.v. impactfactor of publicatiedatum (Tabel 1). Voor de andere behandelingsmogelijkheden werden artikels geïncludeerd met alle mogelijke behandelingen behalve lubiprostone als experimentele interventie en placebo als controleinterventie. Er werd gebruik gemaakt van RCT s, systematic reviews en reviews. Enkel artikels uit een tijdschrift met impactfactor hoger dan 1,5 werden gebruikt (Tabel 2). Tabel 1 Inclusiecriteria voor publicaties over lubiprostone - Patiënten: Gediagnosticeerd met chronische constipatie of IBS-C Geen leeftijdsrestricties - Interventies: Experimentele interventie: lubiprostone Controle-interventie: placebo of geen controle-interventie - Studies: i.v.m. werkingsmechanisme: fundamenteel onderzoek i.v.m. werkzaamheid en effectiviteit: RCT s i.v.m. bijwerkingen: RCT s, prospectieve clinical trials zonder placebo en case reports - Geen selectie o.b.v. impactfactor of publicatiedatum 6

13 Tabel 2 Inclusiecriteria voor publicaties over andere behandelingsmogelijkheden - Patiënten: Gediagnosticeerd met chronische constipatie of IBS-C Geen leeftijdsrestricties - Interventies: Experimentele interventie: alle therapeutische mogelijkheden bij chronische constipatie of IBS-C, behalve lubiprostone Controle-interventie: placebo - Studies: RCT s, systematic reviews en reviews - Impactfactor > 1,5 Volgende zoektermen werden gebruikt bij het opzoeken van literatuur: Voor lubiprostone: lubiprostone, Amitiza; constipation, chronic constipation, IBS, irritable bowel syndrome, IBS-C, irritable bowel syndrome with constipation, constipationpredominant irritable bowel syndrome; mechanism of action, effect, pathway, treatment efficacy, efficacy, effectiveness, patients, clinical trial, randomized controlled trial, safety, adverse effects. Voor andere behandelingsmogelijkheden: constipation, chronic constipation; IBS, irritable bowel syndrome, IBS-C, irritable bowel syndrome with constipation, constipationpredominant irritable bowel syndrome; treatment, new treatment options, management, guidelines; laxatives, bulk laxatives (= laxatives), liquid paraffin, osmotic laxatives, stimulant laxatives, prucalopride, velusetrag, linaclotide; treatment efficacy, efficacy, effectiveness, patients, randomized clinical trial, safety, adverse effects. Verdere selectie bij de artikels die werden gevonden met deze zoektermen gebeurde eerst op basis van inhoud door de titel en het abstract te lezen. Voor lubiprostone werd gezocht naar artikels over werkingsmechanisme, werkzaamheid, effectiviteit en veiligheid, voor de andere behandelingsmogelijkheden werd gezocht naar artikels over werkzaamheid, effectiviteit en veiligheid. Daarna werd gecontroleerd of alle selectiecriteria vervuld waren. Op deze manier werden 49 artikels geselecteerd: 30 artikels over lubiprostone (Figuur 1) en 19 artikels over andere behandelingsmogelijkheden bij constipatie of IBS-C. 7

14 Artikels die werden gevonden bij het opzoeken van literatuur (n = 305) Artikels die niet werden geselecteerd o.b.v. titel en abstract (n = 262) Artikels die werden geselecteerd voor verdere evaluatie (n = 43) Niet-geïncludeerde artikels (n = 13), reden: Werkingsmechanisme (n = 7) Geïncludeerde studies (n = 30) Werkingsmechanisme = 19 Werkzaamheid, effectiviteit en veiligheid = 11 Editorial als publicatietype = 1 Meeting abstract als publicatietype = 6 Werkzaamheid, effectiviteit en bijwerkingen (n = 6) Meeting abstract als publicatietype = 6 Figuur 1 Flowdiagram van de selectie van artikels over lubiprostone. 8

15 4. Resultaten 4.1. Overzicht van de beschikbare behandelingsmogelijkheden De behandeling van constipatie kan op verschillende manieren aangepakt worden. In de meeste gevallen wordt gestart met aanpassingen in de levensstijl en de toiletgewoonten. Wanneer deze conservatieve aanpak faalt, kan worden overgeschakeld op medicamenteuze therapie. Verschillende soorten medicatie worden aangewend bij de behandeling van constipatie. Wanneer ook met medicatie onvoldoende resultaat wordt bekomen of wanneer men te maken heeft met specifieke indicaties, kunnen chirurgische technieken aangewend worden ter behandeling van constipatie en de samengaande symptomen. In het geval men te maken heeft met dyssynerge defecatie, is re-educatie van de bekkenbodem de voorkeurstherapie. (1,14,15) Aanpassing van levensstijl en toiletgewoonten De behandeling van constipatie wordt vaak gestart met veranderingen in de levensstijl. Een toename van de fysieke activiteit en een verhoogde vocht- en vezelinname worden aangeraden, naast veranderingen in de toiletgewoonten. Hieronder verstaat men dat de patiënt zijn defecatie niet mag uitstellen en moet proberen om elke dag op het zelfde tijdstip te defeceren, bij voorkeur s ochtends na het opstaan of na een maaltijd omdat de motorische activiteit van het colon dan toeneemt via de gastrocolische reflex. Ook een schone, comfortabele toiletomgeving is van belang. (1,2,4,15) Wetenschappelijke evidentie voor deze aanpak is echter schaars. Wat betreft de toename van de fysieke activiteit zijn tot nog toe geen studies uitgevoerd die konden bewijzen dat fysieke activiteit aanleiding geeft tot een verbetering van constipatie. (1,2,4,15) Wel is aangetoond dat constipatie vaker voorkomt bij personen met een sedentaire levensstijl (4,15) en dat fysieke activiteit de transittijd kan versnellen (15). Anderzijds zou fysieke activiteit een verbetering geven van de levenskwaliteit bij patiënten met constipatie. (1) Ook in het geval van patiënten met IBS-C geeft deze aanpak geen verbetering van de stoelgangfrequentie, maar wel een verbeterde levenskwaliteit. (1) 9

16 Ook het positief effect van een verhoogde vochtinname op constipatie werd nog niet aangetoond d.m.v. RCT s, behalve voor gedehydrateerde patiënten. Wel werd aangetoond dat een verhoogde vochtinname bij gezonde personen enkel de mictiefrequentie verhoogde maar niet de stoelgangfrequentie. (2,4,15) Met betrekking tot veranderde stoelgangsgewoonten is eveneens onvoldoende wetenschappelijk bewijs voorhanden. (2,15) Voor een verhoogde vezelinname zijn wel positieve effecten aangetoond: meer vezels verkorten de transittijd, verhogen het gewicht van de stoelgang en geven een betere consistentie van de stoelgang door meer vochtretentie in de stoelgang, terwijl onvoldoende vezels aanleiding geven tot constipatie. (1,4) Dit geldt echter enkel voor patiënten zonder onderliggende motiliteitsstoornis; verhoogde vezelinname bij patiënten met evacuatiestoornissen of constipatie met trage transit geeft geen goede resultaten. (4) Het resultaat van een verhoogde vezelinname is grotendeels gebaseerd op studies met vezelsupplementen of zwelmiddelen, maar ook studies met meer vezelrijke voeding in het dieet zijn voorhanden. Ondanks het feit dat verschillende studies tot de conclusie kwamen dat een verhoogde vezelinname een positief effect heeft op constipatie, wordt de klinische relevantie van deze resultaten in vraag gesteld (zie verder bij zwelmiddelen) Medicamenteuze therapie Zwelmiddelen Zwelmiddelen bestaan uit vezels en leiden net zoals voedingsvezels tot een verhoogde vochtretentie in de stoelgang met daardoor een toename van het gewicht van de stoelgang, een betere consistentie van de stoelgang en een verkorting van de transittijd. Belangrijk is dat de patiënt voldoende water inneemt tijdens het gebruik van zwelmiddelen om het gewicht van de stoelgang te laten toenemen. Het effect van zwelmiddelen komt naar voor vanaf 12 tot 72 uur na de start van het gebruik. (1,15) Er bestaan twee types vezels: oplosbare vezels zoals zemelen en niet-oplosbare vezels zoals pectine. De oplosbare vezels worden volledig gefermenteerd in het colon, waarbij korte vetzuren en gassen ontstaan met als mogelijk gevolg een opgeblazen gevoel als bijwerking. De enige uitzondering hierop is psyllium, dat slechts gedeeltelijk wordt gefermenteerd. (15) Wetenschappelijke studies m.b.t. zwelmiddelen komen niet tot eenduidige resultaten. Hier wordt het voorbeeld van psyllium gegeven: enkele studies toonden een verkorting van de 10

17 transittijd, een toename van de stoelgangfrequentie, een verhoogd gewicht van de stoelgang en een betere stoelgangconsistentie aan onder psyllium (1,15); een andere studie concludeerde dat psyllium niet beter was dan placebo (15). Algemeen kan worden gesteld dat voor oplosbare vezels de meeste studies komen tot een positief resultaat op constipatie, maar dat de klinische relevantie in vraag wordt gesteld op basis van het design van de studies. (1,15,18) Voor niet-oplosbare vezels concluderen de meeste studies dat er geen significante effecten zijn op constipatie. (15,18) Ondanks de beperkte evidentie worden zwelmiddelen toch aanbevolen in de eerstelijnsbehandeling van constipatie. (1,15) Voor de behandeling van IBS-C wordt eveneens geconcludeerd dat oplosbare vezels wel effectief zijn en niet-oplosbare vezels niet. Vezels geven hier een verbetering van de stoelgangfrequentie, maar het is onduidelijk of er ook een verbetering is van andere symptomen zoals pijn. Omwille van bijwerkingen zoals een opgeblazen gevoel of pijn, wordt bij IBS-C aanbevolen om te starten met een lage dosis zwelmiddelen en deze daarna op te drijven, in het bijzonder bij patiënten met een dieet arm aan vezels en patiënten met een uitgesproken opgeblazen gevoel. (7) Stoelgangverzachters Stoelgangverzachters zijn geneesmiddelen die zorgen voor de vorming van een emulsie van faeces met lipiden en water en die zo de stoelgang verzachten. (1,15) De meest gebruikte geneesmiddelen uit deze klasse zijn docusaat en vloeibare paraffine. Docusaat is een anionisch detergent dat wateroplosbare en vetoplosbare bestanddelen mengt en zo de stoelgang verzacht. Het kan zowel oraal als rectaal toegediend worden. (15) Wetenschappelijke studies over docusaat komen tot tegenstrijdige resultaten: sommige studies tonen een significante verbetering aan bij constipatie, andere studies komen niet tot betere resultaten in vergelijking met placebo. (1,15) Vloeibare paraffine werkt door een verminderde absorptie van water en elektrolyten, wordt enkel oraal toegediend en begint te werken 6 tot 12 uur na toediening. Mogelijke bijwerkingen zijn lipoïd-pneumonie bij aspiratie en beschadiging van de mucosa met malabsorptie van vetoplosbare vitamines bij langdurig gebruik. Er werden nog geen RCT s uitgevoerd omtrent vloeibare paraffine. (15) 11

18 Osmotische laxativa Osmotische laxatieven bestaan uit slecht tot niet-absorbeerbare bestanddelen die een osmotische gradiënt creëren en zo water aantrekken in de darm. Verschillende types osmotische laxativa zijn 1) de niet-absorbeerbare suikers (o.a. lactulose), 2) polyethyleenglycol (PEG) of macrogol en 3) magnesiumhydroxide en magnesiumzouten. (1,2,15) Niet-oplosbare suikers en PEG zijn werkzaam na 24 tot 48 uur, magnesiumhydroxide en -zouten na 6 tot 8 uur. (15) Studies hebben aangetoond dat lactulose de stoelgangfrequentie doet stijgen. (1,15,18) Er wordt echter gesteld dat deze studies gebiased zouden kunnen zijn omwille van hun design. (15,18) Mogelijke bijwerkingen van lactulose zijn een opgeblazen gevoel, nausea en buikkrampen. (15) Ook voor PEG is door RCT s bewezen dat het de stoelgangfrequentie doet toenemen en de stoelgangconsistentie verbetert. Bovendien geeft het gebruik van PEG aanleiding tot minder constipatiegeassocieerde symptomen. (1,15,18) Bijwerkingen zoals buikkrampen, flatulentie of nausea kunnen voorkomen, maar zijn zeldzaam. (15) Studies omtrent magnesiumhydroxide en magnesiumzouten zijn schaars. Eén studie vergeleek magnesiumhydroxide met zwelmiddelen en toonde een hogere stoelgangfrequentie aan bij het gebruik van magnesiumhydroxide, maar de studie zou gebiased zijn. (15) Magnesiumbevattende preparaten worden daarom minder sterk aanbevolen in de behandeling van constipatie. (2,15) Bij patiënten met nierinsufficiëntie worden deze preparaten afgeraden wegens risico op hypermagnesemie. (1,15) Een meta-analyse uit 2010 analyseerde de werking van de verschillende osmotische laxatieven in vergelijking met placebo en concludeerde dat de osmotische laxativa significant beter zijn dan placebo met een number needed to treat (NNT) van 3. (11) Voor de behandeling van IBS-C hebben RCT s de effectiviteit van osmotische laxativa nog niet bewezen. Toch wordt hun gebruik aanbevolen voor de behandeling van de samengaande constipatie. Lactulose en sorbitol geven echter vaak aanleiding tot krampen of een opgeblazen gevoel bij IBS-patiënten. (7) 12

19 Contactlaxativa Contactlaxativa werken in op twee manieren: enerzijds stimuleren ze de motiliteit van het colon, anderzijds verhogen ze de secreties en verlagen ze de absorptie van water en elektrolyten. (15) De meest gebruikte contactlaxativa zijn senna, cascara, bisacodyl en sodium picosulfaat (SPS). De actieve bestanddelen van senna en cascara zijn anthraquinone glycosiden; bisacodyl en SPS zijn prodrugs die in de darmen worden omgezet tot hetzelfde actieve product, nl. bis-(p-hydroxyphenyl)-pyridyl-2-methaan. (1) Contactlaxativa hebben effect vanaf 6 tot 12 uur na de toediening. (15) Twee RCT s hebben aangetoond dat SPS en bisacodyl de defecatiefrequentie verhogen, de stoelgangconsistentie verbeteren en andere symptomen van constipatie doen afnemen, met een NNT van 3. (11,15) Naar senna en cascara is onvoldoende onderzoek verricht om hun effectiviteit te bewijzen. Mogelijke bijwerkingen van contactlaxativa zijn buikkrampen en diarree, bij sommige producten hepatotoxiciteit en bij anthraquinone derivaten melanosis van het colon. (7,15,18) Hun gebruik wordt afgeraden bij patiënten met verdenking op intestinale obstructie. (2) Contactlaxativa worden voornamelijk aanbevolen voor incidenteel gebruik. (1) Serotonerge prokinetische agentia Serotonine (5-hydroxytryptamine, 5-HT) speelt een belangrijke rol in de regulatie van de intestinale motiliteit, sensitiviteit en secretie. (6,15,16) In het gastro-intestinaal stelsel bindt serotonine voornamelijk op 5-HT3- en 5-HT4-receptoren. Binding op deze receptoren geeft excitatoire effecten, o.a. een verhoogde secretie en peristaltiek en werkt zo laxatie in de hand. (14,15) Serotoninereceptoren komen ook voor buiten het gastro-intestinaal stelsel en kunnen op die manier bijwerkingen veroorzaken, voornamelijk cardiale bijwerkingen. Om deze reden werden de 5-HT4-receptoragonisten cisapride en tegaserod van de markt gehaald: cisapride wegens de mogelijkheid van ernstige hartritmestoornissen en tegaserod wegens een verhoogd risico op cardiovasculaire events zoals angor pectoris, myocardinfarct of cerebrovasculaire accidenten. Enkel tegaserod mag nog gebruikt worden bij specifieke indicaties en onder strikte controle. (1,14,15) 13

20 De prokinetische effecten van serotonine komen voornamelijk tot stand door binding op de 5- HT4-receptoren. (1,15) Om bijwerkingen te vermijden moeten de serotonerge agentia zo selectief mogelijk zijn voor deze receptoren. Selectieve 5-HT4-receptoragonisten die in aanmerking komen zijn prucalopride, velusetrag en naronapride. Prucalopride is het best onderzochte serotonerge agens. Studies toonden aan dat prucalopride effectief is in de behandeling van constipatie (5,11,13,16,19) met een NNT van 6 (11). Het geeft een verbetering van defecatiefrequentie, stoelgangconsistentie en symptomen van constipatie. (5,13,15,19) De meest voorkomende bijwerkingen zijn hoofdpijn, nausea, diarree en buikpijn, meestal enkel optredend in de eerste 24 uur van de behandeling. Prucalopride geeft geen verhoogd risico op cardiovasculaire events. (1,5,11,13,19) Ook velusetrag en naronapride blijken effectief te zijn en een verbeterde defecatiefrequentie en stoelgangconsistentie te geven. De veiligheid lijkt ook goed te zijn, maar omwille van het geringer aantal studies in vergelijking met prucalopride kunnen hierover nog geen definitieve conclusies getrokken worden. (6,13,14,16) Prosecretoire agentia In de groep van prosecretoire agentia bevinden zich lubiprostone en linaclotide. Beide stoffen werken in door de intestinale chloorsecretie te verhogen, wat gevolgd wordt secretie van water in het lumen. (14,16) De literatuurstudie van lubiprostone vorm het doel van deze scriptie en de resultaten worden na deze sectie in extenso beschreven. Linaclotide is een guanylaatcyclase C(GC-C)-receptoragonist die de intestinale chloride- en watersecretie doet stijgen door een verhoogde productie van cyclisch guanosine monofosfaat (cgmp). (1,12,14) Binding van linaclotide activeert de GC-C-receptor; hierdoor wordt membranair guanylaatcyclase geactiveerd, wat op zijn beurt leidt tot een stijging van het intracellulaire cgmp, fosforylatie van een cgmp-dependent proteïne kinase II en fosforylatie en activatie van het cystic fibrosis transmembrane conductance regulator (CFTR)-kanaal. Dit resulteert in een verhoogde chloride- en watersecretie naar het lumen en zo een versnelling van de transit. (12,16) Linaclotide geeft ook een verhoogde chloorsecretie op kanaalonafhankelijke manieren, een verhoogde bicarbonaatsecretie en een verminderde natriumabsorptie. (1,6,14,16) 14

21 Dierenstudies toonden naast een versterkte motiliteit ook sensorische effecten aan: linaclotide zou een visceraal analgetisch effect hebben wat interessant zou zijn in de behandeling van IBS-C. Er is echter nog onvoldoende bewijs en kennis over dit effect en verder onderzoek is nodig. (4,12) Klinische studies naar effectiviteit toonden aan dat linaclotide zorgt voor een snellere transit, minder last van een opgeblazen gevoel, een betere stoelgangconsistentie, minder buikpijn en minder inspanning bij defecatie. (1,4,6,11,12,14) De meest voorkomende bijwerking is diarree. (4,11,12,15) Andere bijwerkingen die voorkwamen, zijn flatulentie, buikpijn en nausea, maar deze kwamen niet significant meer voor dan bij placebo. (12) µ-opioïd-receptorantagonisten Alvimopan en methylnaltrexone zijn µ-opioïd-receptorantagonisten die worden gebruikt voor de behandeling van opioïd-geïnduceerde constipatie. Ze kunnen niet door de bloedhersenbarrière waardoor ze enkel perifeer werken en het analgetisch effect van de opioïden niet verstoren. (2,4,5,6,15) Studies hebben hun effect bij de behandeling van opioïd-geïnduceerde constipatie aangetoond, waardoor ze worden aanbevolen voor deze indicatie. (2,4,5,6,15) Voor de behandeling van chronische idiopathische constipatie en IBS-C komen de meeste studies echter tot de conclusie dat alvimopan en methylnaltrexone geen effect hebben (2,15); enkele studies toonden wel een effect aan (6). Verder onderzoek is dus nodig om te bepalen of de µ- opioïd receptor antagonisten bruikbaar zijn in de behandeling van niet-opioïd-geïnduceerde constipatie. Een bijkomend voordeel van deze medicatie is dat ze ook effectief is tegen andere bijwerkingen ten gevolge van opioïden, zoals nausea en braken, urineretentie, pruritus en postoperatieve ileus. (4) Probiotica Probiotica zijn levende micro-organismen die een gezondheidsvoordeel geven voor de patiënt wanneer ze in voldoende hoge hoeveelheden worden toegediend. (20) De werking van 15

22 probiotica berust op verschillende mechanismen. Als eerste geven ze aanleiding tot een verandering van de intestinale microflora; studies hebben aangewezen dat de microflora van personen met chronische constipatie verschilt van deze van gezonde personen, waardoor deze verandering van de microflora kan bijdragen tot de behandeling van constipatie. Ten tweede verkorten probiotica de transittijd van het colon. Ten derde verlagen probiotica de intraluminale ph van het colon door productie van korte vetzuren; deze ph-daling stimuleert de peristaltiek van het colon en geeft op die manier ook een verkorting van de transittijd. (20) De hoofdconclusie van een systematic review uit 2010 (20) is dat er onvoldoende bewijs is geleverd door RCT s om het effect van probiotica volledig te staven. Studies toonden wel een verhoogde defecatiefrequentie en verbeterde stoelgangconsistentie aan, maar de klinische relevantie is onduidelijk omwille van het klein aantal patiënten in sommige studies en methodologische bezwaren. (20) Bij de behandeling van chronische constipatie wordt aanbevolen om probiotica enkel te gebruiken in combinatie met andere medicatie. (15) De veiligheid van probiotica is daarentegen wel zeer goed: in de studies die werden geïncludeerd in de systematic review van 2010 werden geen bijwerkingen vastgesteld. Er is echter wel bezorgdheid over de veiligheid bij hoog-risicopopulaties: bijwerkingen kwamen het vaakst voor bij patiënten met immuunsuppressie of bij patiënten met levensbedreigende ziekten op de intensieve zorgen. (20) Bij de behandeling van IBS worden probiotica voornamelijk voorgeschreven bij een opgeblazen gevoel, buikpijn en flatulentie. (6,15) Bijdragende mechanismen zijn hier verhoogde productie van anti-inflammatoire cytokines, veranderingen in het fermentatieproces en de gasproductie in de darmen, inactivatie van de galzuren en een verandering in de motiliteit. (6,7) Rectale laxativa Onder rectale laxatieven verstaat men zowel suppositoria als enemata. Beide vormen worden gewoonlijk enkel gebruikt voor de behandeling van acute constipatie of voor het ledigen van het rectum bij patiënten met fecale impactie of bij bedlegerige patiënten. (1,15) Suppositoria werken door de stoelgang zachter te maken en de darmmotiliteit te stimuleren. (1,15) Het werkingsmechanisme van enemata is niet volledig duidelijk; mogelijk zouden grote vloeistofvolumes mass movements in het colon stimuleren. (15) 16

23 Zoals eerder vermeld worden rectale laxativa voornamelijk gebruikt voor acute behandeling van constipatie. Er werden nog geen RCT s verricht die het chronisch gebruik van suppositoria of enemata bestudeerden. (15) Wel wordt aangenomen dat het gebruik van glycerine suppositoria op lange termijn veilig is. (1) Een belangrijke complicatie van enemata met fosfaat is het ontstaan van hyperfosfatemie: wanneer deze enemata te lang aanwezig blijven in het rectum, treedt absorptie op van de vloeistof en de daarin opgeloste stoffen. Het risico op hyperfosfatemie is dus niet afhankelijk van de dosis maar van de retentie van het product. (4,15) Zeepsopenemata kunnen aanleiding geven tot beschadiging van de rectale mucosa; leidingwaterenemata zijn het veiligst. (4) Chirurgische technieken Chirurgische technieken kunnen gebruikt worden bij constipatie die onvoldoende reageert op medische therapie, zowel in geval van constipatie met trage transit als van evacuatiestoornissen. (1,4,15) Bij constipatie met trage transit is de meest gebruikte methode een subtotale colectomie met ileorectale anastomose. (1,4) Segmentale colectomie geeft zeer vaak teleurstellende resultaten. (4) Studies toonden aan dat deze behandeling op korte termijn effectief was in het verlichten van de symptomen van constipatie, maar dat functionele resultaten op lange termijn slecht zijn. Bovendien geeft chirurgie vaak geen verbetering van buikpijn of een opgeblazen gevoel. (1) Mogelijke bijwerkingen zijn obstructie van de dunne darm, chronische diarree, fecale incontinentie en buikpijn. (4,15) In geval van evacuatiestoornissen is chirurgie geïndiceerd bij herstelbare anatomische afwijkingen, ernstige symptomen, symptomen die de levenskwaliteit negatief beïnvloeden en bij concomitante pathologie. (14,15) Belangrijk is dat dyssynerge defecatie eerst wordt uitgesloten aangezien chirurgie hierbij niet tot gunstige resultaten leidt. (4) Re-educatie van de bekkenbodem De belangrijkste indicatie voor re-educatietherapie is bekkenbodemdyssynergie die aanleiding geeft tot functioneel geobstrueerde defecatie. Het kan ook aangewend worden bij sommige 17

24 organische aandoeningen zoals rectocoele, recto-anale intussusceptie, prolaps van de rectale mucosa e.a. (15) Bij geïsoleerde constipatie met trage transit is deze aanpak niet effectief. (14) Er zijn verschillende vormen van bekkenbodemre-educatie mogelijk: elektrostimulatie, kinesitherapie, biofeedback, volumetrische rehabilitatie en combinaties hiervan. (15) Het uiteindelijk doel is om de dyssynergie tussen de abdominale, rectale en anale spieren te corrigeren en de rectale sensitiviteit te verbeteren. (1,4,14,15) Bij biofeedback wordt de patiënten aangeleerd hoe ze de abdominale spieren moeten gebruiken om de abdominale druk te verhogen en tegelijk de bekkenbodemspieren te relaxeren. De activiteit van de bekkenbodemspieren wordt geregistreerd d.m.v. elektromyografie of anale druksensoren en wordt omgezet in een visueel of auditief signaal. Op die manier krijgt de patiënt onmiddellijk feedback en wordt hij geconditioneerd om zijn spieren correct te contraheren of relaxeren. (4,14,15) Om de rectale sensitiviteit te verhogen kunnen zowel biofeedback als volumetrische rehabilitatie gebruikt worden. Bij volumetrische rehabilitatie wordt rectaal een opblaasbare ballon of een waterenema ingebracht met steeds afnemend volume en wordt tegelijk de spieractiviteit geregistreerd. Op die manier ontstaat bij de patiënt een rectaal volheidsgevoel en defecatiedrang. (4,15) Studies toonden aan dat biofeedback significant beter is dan placebo, schijnbiofeedback, laxatieven en diazepam (4,14) en dat de effecten aanhouden tot twee jaar na de therapie (14), met een NNT van 1,5 tot 2,5 (1). De resultaten bij kinderen en ouderen zijn echter minder goed dan bij volwassenen. (14) De manier waarop de feedback werd gegeven had geen invloed op het resultaat van de therapie. (14) Een belangrijk voordeel van bekkenbodemre-educatie is dat er geen bijwerkingen zijn. (15) Een nadeel van biofeedback is dat het concentratie en cognitieve verwerking vraagt en de patiënt fysiek en mentaal voldoende sterk moet zijn. Dit verklaart waarom de effectiviteit bij jonge kinderen en ouderen soms lager is en biofeedback niet altijd bruikbaar is in deze leeftijdsgroepen. (4,14) 18

25 4.2. Lubiprostone Werkingsmechanisme Over het werkingsmechanisme van lubiprostone is de afgelopen jaren veel kennis verworven, voornamelijk uit studies op weefsels en dieren. Het onderzoek is echter nog lang niet afgelopen dus men mag verwachten dat hierover in de komende jaren nog nieuwe studies zullen verschijnen. Hieronder volgt een synthese van het tot nu toe gevoerde onderzoek, waarvan een gedetailleerd overzicht met de belangrijkste bevindingen per publicatie wordt gegeven in tabel 3. Het meest bestudeerde effect van lubiprostone is een verhoging van de chloorsecretie in de darm, welke gepaard gaat met een verhoogde passieve natrium- en watersecretie, hetgeen zou bijdragen tot het effect bij constipatie. (21,22,23,24,25,26,27,28,29,30) Het mechanisme van chloorsecretie in de darm wordt weergegeven in figuur 2. De chloorsecretie wordt gemeten a.d.h.v. de I sc, een stroom die dient als maat voor het transepitheliaal chloortransport. Toediening van lubiprostone gaf aanleiding tot een significante stijging van deze stroom, m.a.w. een verhoogde chloorsecretie. (21,23,24,26,29,30) Verder werd aangetoond dat de I sc - stijging werd geïnhibeerd door een daling van de chloorconcentratie in de omringende oplossing, door blokkade van de basolaterale Na + /K + /2Cl - -cotransporter en kaliumkanalen en door toevoeging van de niet-specifieke chloorkanaalblokkers NPPB (5-nitro-2-2(- phenylpropylamino) benzoic acid), glibenclamide en DPC (diphenylcarboxylic acid). Ook deze bevindingen wijzen erop dat lubiprostone de chloorsecretie activeert. (23,24,26,29) Figuur 2 Model van chloortransport in de intestinale epitheelcel Cl - komt de cel binnen vanuit het bloed via de Na + /K + /2Cl - -cotransporter in het basolateraal membraan. In het apicaal membraan zijn zowel ClC-2- als CFTRkanalen aanwezig langs waar Cl - de cel opnieuw kan verlaten en zo in het darmlumen terechtkomt. Figuur overgenomen van Cuppoletti et al. (21). 19

26 Tabel 3 Overzicht van de belangrijkste bevindingen over het werkingsmechanisme van lubiprostone per publicatie Auteurs Cuppoletti J, Malinowska DH, Tewari KP, Li QJ, Sherry AM et al. (21) Camilleri M, Bharucha AE, Ueno R, Burton D, Thomforde GM et al. (31) Bassil AK, Borman RA, Jarvie EM, McArthur-Wilson RJ, Thangiah R et al. (32) Publicatiejaar Type cellen of weefsel Belangrijkste bevindingen 2004 T84-cellen (1) - Lubiprostone verhoogt de I (2) sc bij T84-cellen. - Lubiprostone verhoogt de I sc t.h.v. het apicale membraan maar heeft weinig effect t.h.v. het basolaterale membraan. - Lubiprostone heeft een eerste orde kinetiek. HEK-293-cellen (3) - Lubiprostone geeft een volledige activatie van ClC-2-kanalen. - De activiteit van lubiprostone wordt niet geïnhibeerd door mpki (4), dus is niet gemedieerd door PKA (5). - Lubiprostone heeft een eerste orde kinetiek. - Lubiprostone heeft geen effect op CFTR-kanalen Gezonde personen - Lubiprostone vertraagt de maaglediging, maar versnelt de transit in de dunne en (in vivo) dikke darm. - Lubiprostone verhoogt het maagvolume in nuchtere toestand, maar niet postprandiaal. - Lubiprostone verlaagt het volheidsgevoel na de maaltijd, maar heeft geen effect op andere postprandiale symptomen. - Bijwerkingen van lubiprostone zijn nausea, diarree, slappe stoelgang en abnormale 2008 Voormaagpreparaten van ratten Colonpreparaten van ratten Maagpreparaten van mensen Colonpreparaten van mensen darmgeluiden. - Lubiprostone induceert een concentratie-afhankelijke contractie van de longitudinale en circulaire spieren door activatie van EP 1 -receptoren. Deze contracties zijn meer uitgesproken t.h.v. de longitudinale dan t.h.v. de circulaire spieren. - Lubiprostone veroorzaakt contractie van de longitudinale spieren, mogelijk door activatie van EP 1 -receptoren. - Lubiprostone inhibeert EFS (6) -geïnduceerde contracties van de circulaire spieren, mogelijk door activatie van EP 4 -receptoren, via een neuronaal mechanisme. - Lubiprostone induceert een concentratie-afhankelijke contractie van de longitudinale spieren door activatie van EP 1 -receptoren. - Lubiprostone versterkt EFS-geïnduceerde contracties van de longitudinale spieren, mogelijk door stimulatie van EP 1 -, EP 3 - en EP 4 -receptoren. - Lubiprostone inhibeert EFS-geïnduceerde contracties van de circulaire spieren, mogelijk door activatie van EP 4 -receptoren, via een neuronaal mechanisme. 20

27 Bao HF, Liu L, Self J, Duke BJ, Ueno R et al. (22) Sweetser S, Busciglio IA, Camilleri M, Bharucha AE, Szarka LA et al. (33) Fei G, Wang YZ, Liu S, Hu HZ, Wang GD et al. (23) 2008 A6-epitheelcellen (7) - Lubiprostone verhoogt significant de amiloride-insensitieve transepitheliale stroom en spanning in A6-cellen. - Lubiprostone activeert zowel ClC-2- als CFTR-kanalen in A6-cellen. - Bij depolarisatie verlaagt de activiteit van ClC-2-kanalen en verhoogt de activiteit van CFTR-kanalen. - Bij ClC-2-kanalen is het uitwaarts chloortransport groter, bij CFTR-kanalen is het inwaarts chloortransport groter. - Voor de activatie van CFTR-kanalen zijn veel hogere dosissen lubiprostone nodig dan voor de activatie van ClC-2-kanalen. - Het ClC-2-kanaal is een dimeer waarbij beide onderdelen zorgen voor chloortransport en dit onafhankelijk van elkaar. - Zowel het ClC-2- als CFTR- kanaal hebben de grootste permeabiliteit voor Cl -. - Iodide (I - ) en thiocyanaat (SCN - ) zijn ClC-2-kanaal inhibitoren. HEK-293-cellen - Lubiprostone activeert ClC-2-kanalen Gezonde personen (in vivo) 2009 Ileus- en colon afkomstig van cavia s - Lubiprostone heeft geen invloed op de colontonus in nuchtere toestand of op de compliantie van het colon. - Lubiprostone verlaagt de colontonus in de eerste 30min postprandiaal significant, meer uitgesproken bij vrouwen dan bij mannen. - Lubiprostone heeft geen invloed op het aantal contracties in het colon en de amplitude ervan, zowel nuchter als postprandiaal. - Lubiprostone heeft geen significant effect op de pijngrens of op beoordeling van pijn of gassensatie. - Lubiprostone verhoogt de I sc op een concentratie-afhankelijke manier, zowel bij toediening aan de mucosale als aan de serosale zijde. - Het effect van lubiprostone wordt geïnhibeerd door een daling van de chloorconcentratie in de omringende oplossing, bumetanide, NPPB en glibenclamide. (8) - DIDS en CFTR(inh)-172 beïnvloeden het effect van lubiprostone niet. (9) - Het effect van lubiprostone wordt niet gemedieerd door stimulatie van submucosale secretomotore neuronen en vrijstelling van excitatoire neurotransmitters. - Lubiprostone werkt in op dezelfde kanalen als VIP (10), nl. ClC-2-kanalen. - Lubiprostone heeft geen invloed op de central pattern generator in het enterisch zenuwstelsel die zorgt voor repetitieve cycli van I sc -stijging, maar verhoogt wel de basale I sc waarop deze cycli worden gesuperponeerd. - Lubiprostone werkt niet via stimulatie van prostaglandinereceptoren. 21

28 Bijvelds MJ, Bot AG, Escher JC, De Jonge HR (24) Mizumori M, Akiba Y, Kaunitz JD (25) Ao M, Venkatasubramanian J, Boonkaewwan C, Ganesan N, Syed A et al. (26) 2009 T84-colonocyten - Lubiprostone induceert een dosisafhankelijke stijging van I sc bij T84-cellen. - Het effect van lubiprostone wordt geïnhibeerd door bumetanide. - Lubiprostone activeert het CFTR-kanaal en niet het ClC-2-kanaal. - De activiteit van lubiprostone is afhankelijk van PKA. - Het effect van lubiprostone wordt gemedieerd via EP 4 -prostaglandine receptoren. - Lubiprostone geeft een stijging van het intracellulaire camp. Intestinaal epitheel van wild-type muizen Intestinaal epitheel van muizen met mucoviscidose (11) Intestinaal epitheel van mucoviscidosepatiënten en een controlepopulatie 2009 Duodenum van ratten (in vivo) - Lubiprostone induceert een dosisafhankelijke stijging van I sc in muisileum. - Lubiprostone activeert het CFTR-kanaal en niet het ClC-2-kanaal. - Het effect van lubiprostone wordt gemedieerd via EP 4 -prostaglandine receptoren. - Lubiprostone induceert geen chloorsecretie in het ileum van muizen met mucoviscidose, dus lubiprostone activeert het CFTR-kanaal. - Carbachol (12) induceert een korte, transiënte respons van chloorsecretie die niet wordt geïnhibeerd door CdCl (13) 2. - Lubiprostone verhoogt de I sc bij de controlepopulatie. - Lubiprostone heeft geen effect bij mucoviscidosepatiënten, dus het activeert het CFTR-kanaal. - Het effect van lubiprostone wordt gemedieerd via EP 4 -prostaglandinereceptoren. - Lage concentraties lubiprostone verhogen de chloor- en watersecretie; hoge concentraties stimuleren de bicarbonaatsecretie op een dosisafhankelijke manier. - De chloorsecretie door lage concentraties lubiprostone zou CFTR-onafhankelijk zijn; de bicarbonaatsecretie door hoge concentraties lubiprostone zou wel deels afhankelijk zijn van het CFTR-kanaal. - De bicarbonaatsecretie door lubiprostone zou het gevolg zijn van rechtstreekse stimulatie van EP 4 -receptoren en niet van COX-stimulatie (14) T84-cellen - Lubiprostone stimuleert het chloortransport in T84-cellen. - Lubiprostone induceert een dosisafhankelijke stijging van de I sc, zowel bij toediening aan de apicale als aan de basolaterale zijde. - De activiteit van lubiprostone wordt geïnhibeerd door CFTR(inh)-172, maar niet door CdCl 2, wat erop wijst dat lubiprostone het CFTR-kanaal activeert en niet het ClC-2-kanaal. - De activiteit van lubiprostone wordt geïnhibeerd door bumetanide. - Hoge en lage concentraties lubiprostone stimuleren de chloorsecretie via dezelfde pathways. - Lubiprostone stimuleert de chloorsecretie door in te werken op de apicale chloorgeleiding. 22

Verkorte SKP - MOVICOL Vloeibaar Sinaasappelsmaak - Juni 2013

Verkorte SKP - MOVICOL Vloeibaar Sinaasappelsmaak - Juni 2013 Verkorte SKP - MOVICOL Vloeibaar Sinaasappelsmaak - Juni 2013 Naam van het geneesmiddel: MOVICOL Vloeibaar Sinaasappelsmaak, concentraat voor drank Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Elke 25

Nadere informatie

Obstipatie bij kinderen. Dr. Ilse Hoffman Kindergastro-enterologie U.Z. Gasthuisberg, Leuven

Obstipatie bij kinderen. Dr. Ilse Hoffman Kindergastro-enterologie U.Z. Gasthuisberg, Leuven Obstipatie bij kinderen Dr. Ilse Hoffman Kindergastro-enterologie U.Z. Gasthuisberg, Leuven Normaal stoelgangspatroon postnataal: 99% defaecatie binnen 48 uren borstvoeding volwassenen: 3x/dag tot 3x/week

Nadere informatie

Nieuwe ESPGHAN richtlijnen bij obstipatie

Nieuwe ESPGHAN richtlijnen bij obstipatie Nieuwe ESPGHAN richtlijnen bij obstipatie Dr. S. Vande Velde Dienst kindergastro-enterologie UZ Gent Prof Dr Van Winckel Prof Dr Van Biervliet Dr De Bruyne 1 Meisje 8 jaar oud Op spoed met mama, al 2 maand

Nadere informatie

Prikkelbare Darm Syndroom

Prikkelbare Darm Syndroom Prikkelbare Darm Syndroom Prikkelbare Darm Syndroom Te behandelen of behelpen? Synoniemen Prikkelbare darm syndroom Irritable bowel syndrome Spastische dikke darm Spastisch colon Definitie Chronische buikpijn

Nadere informatie

Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Obstipatie

Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Obstipatie Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Obstipatie 5-Folder Obstipatie.indd 1 15-07-2008 09:30:32 1. Hoe herkent u obstipatie? 1.1. Definities Obstipatie: Het weinig frequent (minder dan 3x p.w.) en

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Dulcolax bisacodyl 10 mg zetpillen (bisacodyl)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Dulcolax bisacodyl 10 mg zetpillen (bisacodyl) BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Dulcolax bisacodyl 10 mg zetpillen (bisacodyl) Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie Dit geneesmiddel kunt u zonder voorschrift krijgen.

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter 8

Samenvatting. Chapter 8 Samenvatting Chapter 8 154 Het dopaminerge systeem is betrokken bij de controle over een heel scala aan fysiologische functies, variërend van motorische activiteit tot de productie van hormonen en het

Nadere informatie

Macrogol en elektrolyten Naturel Tramedico, poeder voor drank 13,7 g

Macrogol en elektrolyten Naturel Tramedico, poeder voor drank 13,7 g pagina 1 van 6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrogol en elektrolyten Naturel 13,7 g 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk sachet Macrogol en elektrolyten Naturel Tramedico bevat de volgende

Nadere informatie

LACTULOSE KELA 500ML FLES

LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose Kela vloeistof voor oraal gebruik (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking Klasse Omschrijving MAAGDARMKANAAL EN STOFWISSELING LAXANTIA

Nadere informatie

Nutritionele preventie en management bij prikkelbare darm syndroom, constipatie en diverticulose

Nutritionele preventie en management bij prikkelbare darm syndroom, constipatie en diverticulose Nutritionele preventie en management bij prikkelbare darm syndroom, constipatie en diverticulose Stijn Vanden branden OLV Aalst Prikkelbare Darm Syndroom Definitie Pathofysiologie Dieetmaatregelen Restrictiedieet

Nadere informatie

Movolax SPC Nederlands 05/2013

Movolax SPC Nederlands 05/2013 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Movolax 13,7 g, poeder voor drank, zakje 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk zakje bevat de volgende actieve bestanddelen:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actief bestanddeel: Natriumdocusaat 0,12

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose 680 mg/ml drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml drank bevat 0,68 g lactulose. Voor de volledige lijst

Nadere informatie

Flavoxaat G04BD02, december 2018

Flavoxaat G04BD02, december 2018 Flavoxaat G04BD02, december 2018 Indicatie Urine-incontinentie, pollakisurie, nycturie, loze aandrang. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt flavoxaat door

Nadere informatie

MOVICOL MOVICOL (NORGINE) II F 3 b. Naam van het geneesmiddel: MOVICOL 13,8 g zakje poeder voor drank

MOVICOL MOVICOL (NORGINE) II F 3 b. Naam van het geneesmiddel: MOVICOL 13,8 g zakje poeder voor drank MOVICOL MOVICOL (NORGINE) II F 3 b Naam van het geneesmiddel: MOVICOL 13,8 g zakje poeder voor drank Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Elk zakje Movicol bevat de volgende werkzame bestanddelen.

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Dulcolax bisacodyl 10 mg zetpillen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Dulcolax bisacodyl 10 mg zetpillen DULCOLAX BISACODYL BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Dulcolax bisacodyl 10 mg zetpillen (bisacodyl) Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie Dit geneesmiddel kunt u zonder

Nadere informatie

BIJSLUITER (BPI van ) (Ref )

BIJSLUITER (BPI van ) (Ref ) BIJSLUITER (BPI 0074-04 van 18.09.2008) (Ref. 25.06.2009) 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Dulcolax bisacodyl 10 mg zetpillen (bisacodyl) Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door, want deze

Nadere informatie

Obstipatie en faecale incontinentie bij ouderen

Obstipatie en faecale incontinentie bij ouderen Obstipatie en faecale incontinentie bij ouderen when the going gets tough Judith Jonker Geriater Inhoud Obstipatie Definitie Prevalentie Typen Secundaire factoren Rode vlaggen Kliniek Behandelopties Fecale

Nadere informatie

Elk sachet Macrogol en elektrolyten Naturel InterGal bevat de volgende actieve bestanddelen:

Elk sachet Macrogol en elektrolyten Naturel InterGal bevat de volgende actieve bestanddelen: 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrogol en elektrolyten Naturel InterGal, poeder voor drank 13,7 g 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk sachet Macrogol en elektrolyten Naturel InterGal bevat

Nadere informatie

Geneeskundige Dagen Antwerpen 2014

Geneeskundige Dagen Antwerpen 2014 Geneeskundige Dagen Antwerpen 2014 Constipatie bij Ouderen: Het Gebruik van Laxativa in Woonzorgcentra Dr. Inge Bruynseels ASO geriatrie Overzicht Constipatie Inleiding/definitie Epidemiologie en risicofactoren

Nadere informatie

GLYCERINE Suppo's Kela

GLYCERINE Suppo's Kela GLYCERINE Suppo's Kela GLYCERINE Suppo's Kela NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glycerine suppo s kela volwassenen zetpillen. Glycerine suppo s kela baby en kinderen zetpillen. (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking

Nadere informatie

een bepaalde ziekte, zoals een darmontsteking, het prikkelbare darmsyndroom (IBS), diabetes of een kwaadaardige aandoening.

een bepaalde ziekte, zoals een darmontsteking, het prikkelbare darmsyndroom (IBS), diabetes of een kwaadaardige aandoening. Verstopping Regelmatig ontlasting hebben, is voor veel mensen een teken van goede gezondheid. De regelmaat verschilt van mens tot mens: de een heeft drie keer per dag ontlasting, de ander drie keer per

Nadere informatie

MACROGOL EN ELECTROLYTEN 13,7 G TEVA poeder voor drank. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 27 september 2013 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1

MACROGOL EN ELECTROLYTEN 13,7 G TEVA poeder voor drank. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 27 september 2013 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrogol en electrolyten 13,7 g Teva, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke sachet bevat de volgende werkzame stoffen:

Nadere informatie

Psychofarmaca bij d e de ouderen Waarom slikken zij? A D. D Hooghe Hooghe

Psychofarmaca bij d e de ouderen Waarom slikken zij? A D. D Hooghe Hooghe Psychofarmaca bij de ouderen Waarom slikken zij? A. D Hooghe Psychofarmaca Benzodiazepines en aanverwanten Antidepressiva Antipsychotica Antipsychotica Assessment of antipsychotic prescribing in Belgian

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Vloeibare paraffine 78,230 g per 100 g gel voor oraal gebruik.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Vloeibare paraffine 78,230 g per 100 g gel voor oraal gebruik. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL LANSOYL PARAFFINE 78,230 g/ 100 g gel voor oraal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actief bestanddeel: Vloeibare paraffine

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Transipeg 5,9 g, poeder voor drank. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dit product bevat per sachet van 6,9 gram.

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Macrogol Plus Electrolyten Chanelle 13,7 g, poeder voor drank in sachet

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Macrogol Plus Electrolyten Chanelle 13,7 g, poeder voor drank in sachet SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrogol Plus Electrolyten Chanelle 13,7 g, poeder voor drank in sachet 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk sachet bevat

Nadere informatie

Mijn kind heeft diarree

Mijn kind heeft diarree Mijn kind heeft diarree Beste ouders, Uw kind heeft diarree. In deze brochure vindt u een antwoord op de meeste vragen en ook praktische tips, opdat dit tijdelijk ongemak u geen onnodige hoofdbrekens zou

Nadere informatie

SAMEN ME VAT A T T I T N I G

SAMEN ME VAT A T T I T N I G SAMENVATTING 186 Inleiding Het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS) is een hormonaal systeem dat in belangrijke mate betrokken is bij de regulatie van bloeddruk en nierfunctie. Het RAAS is een

Nadere informatie

Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt

Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt Jona Houthuys promotor: Dr. Gert Poortmans Pijn bij de geriatrische patiënt Prevalentie Evaluatie van pijn Complicaties van pijn vertraagd herstel verminderde

Nadere informatie

Macrogol en electrolyten 13,7 g Teva, poeder voor drank

Macrogol en electrolyten 13,7 g Teva, poeder voor drank 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Macrogol en electrolyten 13,7 g Teva, Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank.

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Sorbitol 5 g per zakje. Voor de volledige

Nadere informatie

Chronische constipatie

Chronische constipatie Definitie Verschil in perceptie van patiënt arts Persen Harde stoelgang Niet kunnen gaan wanneer gewenst Infrequente defecatie Zéér veel verschillende definities unsatisfactory defecation characterized

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. PICOLAXINE 5mg tabletten. Natriumpicosulfaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. PICOLAXINE 5mg tabletten. Natriumpicosulfaat BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER PICOLAXINE 5mg tabletten Natriumpicosulfaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie in voor u.

Nadere informatie

Iedereen ervaart wel eens lichamelijke klachten. Soms is hiervoor een duidelijke oorzaak, zoals een beschadiging of een ontsteking, maar vaak is er ge

Iedereen ervaart wel eens lichamelijke klachten. Soms is hiervoor een duidelijke oorzaak, zoals een beschadiging of een ontsteking, maar vaak is er ge LEKENSAMENVATTING Iedereen ervaart wel eens lichamelijke klachten. Soms is hiervoor een duidelijke oorzaak, zoals een beschadiging of een ontsteking, maar vaak is er geen duidelijke medische verklaring

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrogol + Electrolytes EG 13,7 g poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk zakje bevat de volgende werkzame

Nadere informatie

Elk sachet Macrogol en elektrolyten Aurobindo 13,7 g bevat de volgende werkzame bestanddelen:

Elk sachet Macrogol en elektrolyten Aurobindo 13,7 g bevat de volgende werkzame bestanddelen: 1.3.1 Samenvatting van de productkenmerken Rev.nr. 1707 Pag. 1 van 6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrogol en elektrolyten Aurobindo 13,7 g, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose EG 10 g, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING : Lactulose 670 mg/ml Lactulose EG 10 g, poeder voor

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Laxido Natuur, poeder voor drank. 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk zakje bevat de volgende kwantitatieve samenstelling

Nadere informatie

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Laxeerstroop Teva. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Laxeerstroop Teva is een waterige oplossing van 667 mg lactulose per

Nadere informatie

De inhoud aan elektrolyt-ionen per sachet na oplossing in 125 ml water is gelijk aan:

De inhoud aan elektrolyt-ionen per sachet na oplossing in 125 ml water is gelijk aan: 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrogol en elektrolyten Mylan 13,8 g, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk sachet bevat de volgende bestanddelen van de werkzame stoffen: Macrogol

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Laxido Natuur, poeder voor drank. 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk zakje bevat de volgende kwantitatieve samenstelling

Nadere informatie

casus Nood aan duidelijke criteria voor het opstarten alsook stopzetten van sondevoeding

casus Nood aan duidelijke criteria voor het opstarten alsook stopzetten van sondevoeding Peg of Pech casus casus Bewoonster verblijft vanaf eind jaren tachtig in het WZC en er wordt dan beslist (heel terecht) om een PEG-sonde te plaatsen. Criteria zijn de levensverwachting, kwaliteit van leven

Nadere informatie

3 onderwerpen. Irritable bowel syndrome (PDS) vanuit het Patientenperspectief

3 onderwerpen. Irritable bowel syndrome (PDS) vanuit het Patientenperspectief 3 onderwerpen Irritable bowel syndrome (PDS) vanuit het Patientenperspectief 1 IBS in het kort 2 Kennis van IBS patienten over hun aandoening 3 Het patientenperspectief/vooroordelen Carla Flik Klinisch

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 13 ALGEMENE ASPECTEN DEEL II SECUNDAIRE HYPERTENSIE

Inhoud. Voorwoord 13 ALGEMENE ASPECTEN DEEL II SECUNDAIRE HYPERTENSIE Inhoud Voorwoord 13 DEEL I ALGEMENE ASPECTEN Hoofdstuk 1 Ambachtelijke en geautomatiseerde methoden van bloeddrukmeting 17 Inleiding 17 1 Conventionele sfygmomanometrie 18 2 Ambulante niet-invasieve automatische

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Samenvatting en conclusies

Hoofdstuk 8. Samenvatting en conclusies Hoofdstuk 8 Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Al vele decennia vormen opioïden de gouden standaard in behandeling van acute en chronische pijn, ondanks de grote hoeveelheid bijwerkingen

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team zaterdag, 11 december 2010 15:44 - Laatst aangepast vrijdag, 17 december 2010 13:16

Geschreven door Diernet Team zaterdag, 11 december 2010 15:44 - Laatst aangepast vrijdag, 17 december 2010 13:16 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Chronische diarree is een verandering in de frequentie, consistentie, of het volume van de stoelgang (ontlasting) voor meer

Nadere informatie

GRAINS DE VALS SENNA, 16 mg, omhulde tabletten Cassiae sennae L., vrucht, droog hydroalcoholisch (60 % V/V) extract [7-12:1]

GRAINS DE VALS SENNA, 16 mg, omhulde tabletten Cassiae sennae L., vrucht, droog hydroalcoholisch (60 % V/V) extract [7-12:1] BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GRAINS DE VALS SENNA, 16 mg, omhulde tabletten Cassiae sennae L., vrucht, droog hydroalcoholisch (60 % V/V) extract [7-12:1] Lees goed de hele bijsluiter voordat

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

MACROGOL EN ELECTROLYTEN 13,7 G TEVA poeder voor drank. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 24 september : Productinformatie Bladzijde : 1

MACROGOL EN ELECTROLYTEN 13,7 G TEVA poeder voor drank. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 24 september : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrogol en electrolyten 13,7 g Teva, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke sachet bevat de volgende werkzame stoffen:

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Elk sachet Macrogol Strides 13,72 g poeder voor drank bevat de volgende werkzame bestanddelen:

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Elk sachet Macrogol Strides 13,72 g poeder voor drank bevat de volgende werkzame bestanddelen: SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrovic 13,7 g poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk sachet Macrogol Strides 13,72 g poeder voor drank

Nadere informatie

1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Molaxole, poeder voor orale suspensie 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Molaxole, poeder voor orale suspensie 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Molaxole, poeder voor orale suspensie 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk sachet bevat de volgende werkzame bestanddelen: Macrogol 3350 13,125 g Natriumchloride

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 8 Chapter 8 74 Samenvatting Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. De belangrijkste doelen van dit proefschrift waren achtereenvolgens: het beschrijven

Nadere informatie

Bloeddrukregeling: hoger? lager?

Bloeddrukregeling: hoger? lager? www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Bloeddrukregeling: hoger? lager? Dr. L. Nestor Geriater www.hhzhlier.be 2 To fall or not to fall HYPERTENSIE BIJ BEJAARDEN: How to treat? That s the question! Bloeddrukregeling

Nadere informatie

nederlandse samenvatting

nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Hartfalen is een syndroom, waarbij de pompfunctie van het hart achteruitgaat en dat onder andere gepaard kan gaan met klachten van kortademigheid

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Elk zakje MOVICOL bevat de volgende werkzame bestanddelen:

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Elk zakje MOVICOL bevat de volgende werkzame bestanddelen: SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MOVICOL 13,8 g zakje, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk zakje MOVICOL bevat de volgende werkzame bestanddelen:

Nadere informatie

Buikpijn, obstipatie en fecale incontinentie bij kinderen

Buikpijn, obstipatie en fecale incontinentie bij kinderen Buikpijn, obstipatie en fecale incontinentie bij kinderen Congres Kinderverpleegkunde 2.0 laat je upgraden! Rita van den Tooren-de Groot Kinderarts HMC Haaglanden Medisch Centrum Den Haag 27 september

Nadere informatie

Nederlandse Samenva ing

Nederlandse Samenva ing Nederlandse Samenva ing Nederlandse Samenva ing De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn de meest voorkomende vormen van chronische ontstekingen van het maag-darm-kanaal. In het engels wordt deze groep

Nadere informatie

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Barnidipine C08CA12, december 2017 Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt barnidipine door

Nadere informatie

Laxantia bij opioïdgebruik 3

Laxantia bij opioïdgebruik 3 Laxantia bij opioïdgebruik 3 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Versienummer 2 Datum April 2013 Doel Het voorkomen

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Macrogol en elektrolyten Mylan 13,7 g met citroensmaak, poeder voor drank RVG september 2018

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Macrogol en elektrolyten Mylan 13,7 g met citroensmaak, poeder voor drank RVG september 2018 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Macrogol en elektrolyten Mylan 13,7 g met citroensmaak, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk sachet bevat de volgende bestanddelen: Macrogol

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Hulpstoffen met bekend effect: Movicolon Junior Chocolate bevat benzylalcohol 7,0 mg per sachet.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Hulpstoffen met bekend effect: Movicolon Junior Chocolate bevat benzylalcohol 7,0 mg per sachet. SPC: MOVICOLON Junior Chocolate 6,9 g Page 1 of 7 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MOVICOLON Junior Chocolate 6,9 g, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE

Nadere informatie

Sacrale neurostimulatie voor incontinentie. Week van de urologie Dr. M. Abasbassi

Sacrale neurostimulatie voor incontinentie. Week van de urologie Dr. M. Abasbassi Sacrale neurostimulatie voor incontinentie Week van de urologie Dr. M. Abasbassi 26-09-2018 SNS voor incontinentie Enkele feiten Diagnostiek Alternatieven Sacrale neurostimulatie Conclusie SNS voor incontinentie

Nadere informatie

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. blauw. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. blauw. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker blauw Toelatingsexamen arts 2 juli 2019 Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Figuur 1A: Synthese van cholesterol in levercel en andere lichaamscellen Legende:

Nadere informatie

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker geel Toelatingsexamen arts 2 juli 2019 Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Figuur 1A: Synthese van cholesterol in levercel en andere lichaamscellen Legende:

Nadere informatie

Gastro intestinale problemen.

Gastro intestinale problemen. DE BEHANDELING VAN COMPLEXE LICHAMELIJKE PROBLEMEN IN DE PALLIATIEVE EN TERMINALE FASE Gastro intestinale problemen. DR. P. VANDECANDELAERE MDL - ARTS (SUB) OBSTRUCTIE PERSISTERENDE HIK DR. P. VANDECANDELAERE

Nadere informatie

INHOUD. SHK nascholing Kindergeneeskunde 31 januari 2017

INHOUD. SHK nascholing Kindergeneeskunde 31 januari 2017 INHOUD 1. Defecatieproblemen/definitie obstipatie 2. Benadering patiënt met obstipatie 3. Rol van aanvullende diagnostiek; wie doet wat en wanneer 4. Behandelingsstappenplan 5. Multidisciplinaire behandeling;

Nadere informatie

Bijlage : relevante rubrieken van de bijsluiter die werden herwerkt (de veranderingen in de tekst zijn onderlijnd)

Bijlage : relevante rubrieken van de bijsluiter die werden herwerkt (de veranderingen in de tekst zijn onderlijnd) Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BIFITERAL siroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 ml Bifiteral siroop bevatten 66,7 g lactulose galactose lactose epilactose

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIbv pagina 1 van 6 Dulcodruppels SPC 1205 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Dulcodruppels, druppelvloeistof 7,5 mg/ml 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dulcodruppels,

Nadere informatie

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Norit 200, capsules 200 mg, hard 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De capsule bevat 200

Nadere informatie

Verstopping VRAAG OVER UW MEDICIJNEN! WWW.APOTHEEK.NL

Verstopping VRAAG OVER UW MEDICIJNEN! WWW.APOTHEEK.NL Verstopping WAT IS VERSTOPPING WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN VRIJ VERKRIJGBARE MEDICIJNEN VRAAG OVER UW MEDICIJNEN! WWW.APOTHEEK.NL VERSTOPPING

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4) Fosinopril C09AA09, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt fosinopril door Ephor als behandeling van hypertensie niet

Nadere informatie

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Is intra-articulair hyaluronzuur nuttig bij de behandeling van cuffscheuren in de schouder?

Is intra-articulair hyaluronzuur nuttig bij de behandeling van cuffscheuren in de schouder? Is intra-articulair hyaluronzuur nuttig bij de behandeling van cuffscheuren in de schouder? Dr. P. Verspeelt Fysische geneeskunde en Revalidatie 15 november 2014 Wat is hyaluronzuur? 2 suikermolecules

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Elk sachet (13,9 g) bevat de volgende actieve bestanddelen:

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Elk sachet (13,9 g) bevat de volgende actieve bestanddelen: SPC: MOVICOLON Chocolate 13,9 g Page 1 of 7 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MOVICOLON Chocolate 13,9 g, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

Fecale impactie: Een behandelingskuur voor fecale impactie met Laxido Sinaasappel duurt doorgaans maximaal 3 dagen.

Fecale impactie: Een behandelingskuur voor fecale impactie met Laxido Sinaasappel duurt doorgaans maximaal 3 dagen. Farmaceutisch bedrijf (TRAMEDICO) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Laxido Sinaasappel, poeder voor drank. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk zakje bevat de volgende kwantitatieve samenstelling

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MOVICOL Neutral 13,7 g zakje, poeder voor drank

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MOVICOL Neutral 13,7 g zakje, poeder voor drank SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 13,7 g zakje, poeder voor drank 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk zakje Movicol Neutral bevat de volgende werkzame bestanddelen:

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Macrogol en elektrolyten Naturel Tramedico, poeder voor drank 13,7 g

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Macrogol en elektrolyten Naturel Tramedico, poeder voor drank 13,7 g pagina 1 van 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Macrogol en elektrolyten Naturel 13,7 g macrogol 3350, natriumwaterstofcarbonaat, natriumchloride, kaliumchloride Lees de hele bijsluiter zorgvuldig

Nadere informatie

(NORGINE) Farmaceutisch bedrijf

(NORGINE) Farmaceutisch bedrijf Farmaceutisch bedrijf (NORGINE) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MOVICOL Neutral 13,7 g zakje, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk zakje MOVICOL Neutral bevat de volgende werkzame

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Engystol; Tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 tablet (301,5 mg) bevat: Vincetoxicum officinale D6 75 mg

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SPC: MOVICOLON 13,8 g Page 1 of 7 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MOVICOLON 13,8 g, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk sachet (13,81

Nadere informatie

Parkinson en voeding. Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten

Parkinson en voeding. Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten Parkinson en voeding Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten Wie ben ik? Diëtist Norschoten te Barneveld / Meander Medisch Centrum te Amersfoort Sinds 2012 aangesloten

Nadere informatie

IMPORTAL poeder voor oraal gebruik 10 g Lactitolum monohydricum

IMPORTAL poeder voor oraal gebruik 10 g Lactitolum monohydricum BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens dit geneesmiddel te gebruiken. Hij bevat belangrijke informatie in verband met uw behandeling. Als u verder nog vragen heeft of twijfelt, moet

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 9 Nederlandse Samenvatting F.S. de Man 1,2, N. Westerhof 1,2, A. Vonk-Noordegraaf 1 Departments of 1 Pulmonology and 2 Physiology, VU University Medical Center / Institute for Cardiovascular Research,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SPC: MOVICOLON Chocolate 13,9 g Page 1 of 8 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MOVICOLON Chocolate 13,9 g, poeder voor drank. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

Prikkelbare Darm Syndroom (PDS/IBS)

Prikkelbare Darm Syndroom (PDS/IBS) Prikkelbare Darm Syndroom (PDS/IBS) MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl U heeft van uw arts gehoord dat u een Prikkelbare Darm heeft. Een andere benaming voor Prikkelbare Darm Syndroom

Nadere informatie

Irritable bowel syndrome (PDS) vanuit het Patientenperspectief. 3 onderwerpen. 1 IBS in het kort. 2 Kennis van IBS patienten over hun aandoening

Irritable bowel syndrome (PDS) vanuit het Patientenperspectief. 3 onderwerpen. 1 IBS in het kort. 2 Kennis van IBS patienten over hun aandoening Irritable bowel syndrome (PDS) vanuit het Patientenperspectief Carla Flik Klinisch Psycholoog / Psychotherapeut St. Antonius Ziekenhuis 3 onderwerpen 1 IBS in het kort 2 Kennis van IBS patienten over hun

Nadere informatie

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Dulcolax bisacodyl 5 mg omhulde tabletten (bisacodyl)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Dulcolax bisacodyl 5 mg omhulde tabletten (bisacodyl) BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Dulcolax bisacodyl 5 mg omhulde tabletten (bisacodyl) Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie Dit geneesmiddel kunt u zonder voorschrift

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Molaxole, poeder voor drank. Macrogol 3350 Natriumchloride Natriumwaterstofcarbonaat Kaliumchloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Molaxole, poeder voor drank. Macrogol 3350 Natriumchloride Natriumwaterstofcarbonaat Kaliumchloride BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Molaxole, poeder voor drank Macrogol 3350 Natriumchloride Natriumwaterstofcarbonaat Kaliumchloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Orthostatische hypotensie

Orthostatische hypotensie Infobrochure Orthostatische hypotensie mensen zorgen voor mensen Inleiding Uzelf of uw familielid heeft orthostatische hypotensie. Orthostatische hypotensie is een plotselinge bloeddrukdaling die optreedt

Nadere informatie

Centrumlocatie. Vitamine A therapie bij retinitis pigmentosa

Centrumlocatie. Vitamine A therapie bij retinitis pigmentosa Centrumlocatie Normaal netvlies Netvlies bij retinitis pigmentosa Vitamine A therapie bij retinitis pigmentosa U heeft een afspraak op de polikliniek Oogheelkunde voor een Vitamine A therapie bij retinitis

Nadere informatie