werknemersverzekeringen

Transcriptie

1 Actualiteiten arbeidsrecht en mr. J.P.M. (Joop) van Zijl advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) fax (013) E mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet: Mogen wij ons even voorstellen? Ons kantoor is gespecialiseerd in de advisering en begeleiding van werkgevers bij de juridische en fiscale aspecten van personeelsvraagstukken: 1

2 Advocaten Binnen ons kantoor zijn elf advocaten werkzaam. Ondersteuning De advocaten van ons kantoor worden professioneel ondersteund door zes medewerksters op het secretariaat en op de financiële administratie. 2

3 Register casemanager(s) De cliënten van Kantoor Mr. van Zijl kunnen ook beschikken over de diensten van drie register casemanagers van Van Zijl Casemanagement. Deze register casemanagers brengen voor werkgevers de kosten van arbeidsongeschiktheid van werknemers in beeld en beperken die kosten tot een minimum. Arbeidsrecht abonnement Deelnemers aan het arbeidsrecht abonnement hebben recht op: Arbeidsrecht Actueel (15 x per jaar) tips en waarschuwingen per e mail kort telefonisch advies (10 xper jaar) handleidingen Arbeidsrecht in de dagelijkse praktijk inclusief model arbeidsovereenkomsten en model bepalingen Arbeidsongeschiktheid van werknemers 10% korting op uurtarieven kosten: 100 exclusief omzetbelasting per jaar 3

4 Programma 1. payrolling 2. ontslag op staande voet 3. transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid 4. vervroegde aanvraag IVA uitkering 5. loonsanctie bij te laat starten tweede spoortraject 7 1. Payrolling 1. uitzendovereenkomst 2. allocatiefunctie op arbeidsmarkt 3. uitspraak Hoge Raad 4. casus 5. conclusies 8 4

5 1.1 Uitzendovereenkomst 1. voorwaarden 2. voordelen 3. nadelen Voorwaarden uitzendovereenkomst artikel 7:690 B.W.: arbeidsovereenkomst werknemer wordt door de werkgever ter beschikking gesteld aan een derde om op basis van een overeenkomst van opdracht van de derde met de werkgever arbeid te verrichten onder leiding en toezicht van de derde terbeschikkingstelling geschiedt in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever 10 5

6 1.1.2 Voordelen uitzendovereenkomst artikel 7:691 lid 1 B.W.: ketenregeling (artikel 7:668a B.W.) is gedurende eerste 26 weken niet van toepassing artikel 7:668a B.W.: maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in maximaal 48 maanden artikel 13 lid 1 CAO uitzendkrachten (ABU): uitgebreid naar 78 weken (fase A) artikel 13 lid 1 CAO uitzendkrachten (NBBU): uitgebreid naar 78 weken (fase 1 en 2) Voordelen uitzendovereenkomst artikel 7:691 lid 2 B.W.: gedurende eerste 26 weken mogelijk om schriftelijk uitzendbeding overeen te komen beding dat de uitzendovereenkomst van rechtswege eindigt als de terbeschikkingstelling aan de derde op verzoek van die derde eindigt artikel 13 lid 1 CAO uitzendkrachten (ABU): uitgebreid naar 78 weken (fase A) artikel 13 lid 1 CAO uitzendkrachten (NBBU): uitgebreid naar 78 weken (fase 1 en 2) 12 6

7 1.1.2 Voordelen uitzendovereenkomst artikel 7:668a lid 5 B.W.: afwijking bij CAO van ketenregeling mogelijk tot maximaal 6 contracten in maximaal 48 maanden zonder dat voorwaarde geldt dat dit door intrinsieke aard van bedrijfsvoering wordt vereist artikel 13 lid 1 CAO uitzendkrachten (ABU): fase B: 6 contracten in 4 jaar artikel 13 lid 1 CAO uitzendkrachten (NBBU): fase 3: 6 contracten in 4 jaar Voordelen uitzendovereenkomst gevolg: bij uitzendovereenkomst 5 1/2 jaar flexibiliteit mogelijk 1 1/2 jaar ketenregeling niet van toepassing uitzendbeding mogelijk 4 jaar 6 contracten voor bepaalde tijd 14 7

8 1.1.3 Nadelen uitzendovereenkomst 1. verplichte aansluiting bij bedrijfspensioenfonds 2. sectorindeling Verplichte aansluiting bij bedrijfspensioenfonds Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds voor Personeelsdiensten van : verplichte aansluiting bij Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP): uitzendkrachten werkzaam voor een uitzendonderneming (50% loon aan uitzendkrachten) op basis van een uitzendovereenkomst 16 8

9 Sectorindeling artikel 96 Wet financiering sociale verzekeringen jo. artikel 5.1 Regeling Wfsv: indeling in sector uitzendbedrijven: uitzendwerkgever arbeidskrachten werkzaam op basis van uitzendovereenkomst met uitzendbeding of na eindigen uitzendbeding uitzendwerknemers tenminste 50% van loonsom indien 15 50% van loonsom indeling in sector uitzendbedrijven alleen voor wat betreft uitzendkrachten Sectorindeling sectorpremie 2017 gemiddeld: 1,36% uitzendbedrijven: gemiddeld 4,07% administratief of (para)medisch met uitzendbeding: 3,68% technisch of overig met uitzendbeding: 4,40% 18 9

10 1.2 Allocatiefunctie op arbeidsmarkt verschil uitzenden payrolling: uitzendbedrijven brengen vraag en aanbod op arbeidsmarkt bij elkaar (allocatiefunctie op arbeidsmarkt) payrollbedrijven nemen arbeidskrachten in dienst die de inlener zelf heeft geworven en geselecteerd (geen allocatiefunctie op arbeidsmarkt) Allocatiefunctie op arbeidsmarkt belang van allocatiefunctie: van belang voor kunnen genieten van arbeidsrechtelijke voordelen van uitzendovereenkomst? wetsgeschiedenis jurisprudentie 20 10

11 1.2 Allocatiefunctie op arbeidsmarkt wetsgeschiedenis: allocatiefunctie vereist Memorie van Toelichting wetsontwerp 25263, nr. 3, blz. 10 Nota naar aanleiding van het verslag wetsontwerp 25263, nr. 6, blz. 16 Nader rapport naar aanleiding van advies van Raad van State, wetsontwerp 25263, nr. B, blz. 12) Allocatiefunctie op arbeidsmarkt jurisprudentie: allocatiefunctie vereist kantonrechter Enschede , ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5108 gerechtshof Arnhem Leeuwarden , ECLI:NL:GHARL:2015:

12 1.2 Allocatiefunctie op arbeidsmarkt wetsgeschiedenis: allocatiefunctie niet vereist: Memorie van Toelichting wetsontwerp 25263, nr. 3, blz. 10: De voorgestelde regeling voor de uitzendovereenkomst heeft niet alleen betrekking op de thans in de praktijk voorkomende uitzendrelatie, maar omvat ook alle andere driehoeksarbeidsrelaties, waarbij de werknemer in de uitoefening van het bedrijf of beroep van de werkgever aan een derde ter beschikking wordt gesteld, om onder leiding en toezicht van die derde arbeid te verrichten. ( ) Allocatiefunctie op arbeidsmarkt jurisprudentie: allocatiefunctie vereist kantonrechter Amsterdam , ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ3883: CAO Uitzendkrachten van toepassing rechtbank Amsterdam , ECLI:NL:RBAMS:2010:BN0820: dispensatie door Minister van CAO voor Uitzendkrachten wegens eigen CAO gerechtshof Amsterdam , ECLI:NL:GHAMS:2014:4547: aansluiting bij STiPP 24 12

13 1.3 Uitspraak Hoge Raad Hoge Raad (Civiele Kamer), ECLI:NL:HR:2016:2356 betreffende verplichte aansluiting bij StiPP Hoge Raad (Belastingkamer), ECLI:NL:HR:2016:2496 betreffende sectorindeling Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2016:2757 betreffende arbeidsrechtelijke gevolgen Uitspraak Hoge Raad allocatiefunctie niet vereist eis niet gesteld in wet uit wetsgeschiedenis blijkt tegendeel niet maar: wetgever kan ingrijpen indien beslissing niet is zoals wetgever voor ogen heeft gestaan rechter kan regels zo uitleggen dat strijd met ratio regels wordt voorkomen rechter kan oordelen dat beroep op regels naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (artikel 6:248 lid 2 B.W.) 26 13

14 1.4 Casus 1 payrolling Mark heeft een loodgietersbedrijf waarin tien werknemers werkzaam zijn Mark heeft genoeg van alle verplichtingen en risico s die aan het werkgeverschap verbonden zijn en besluit om vanaf gebruik te maken van de diensten van het payrollbedrijf van Bernard vanaf ontvangen de werknemers een loonstrook van het payrollbedrijf van Bernard Welke risico s loopt Mark hierna nog? Casus 2 payrolling in het loodgietersbedrijf van Mark werkt Lodewijk, met wie Mark al het maximale aantal van drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd heeft bereikt Kan Mark nog op flexibele basis gebruik blijven maken van de diensten van Lodewijk door hem in dienst te laten treden van het payrollbedrijf van Bernard en door hem vervolgens van Bernard in te lenen? 28 14

15 1.4 Casus 3 payrolling Mark maakt voor zijn loodgietersbedrijf gebruik van de diensten van Lodewijk, een loodgieter die vanaf de aanvang van de arbeidsverhouding in dienst is genomen door het payrollbedrijf van Bernard en die steeds door Bernard aan Mark ter beschikking is gesteld Lodewijk is aldus inmiddels zes jaar bij Mark werkzaam Mark is niet (meer) tevreden over het functioneren van Lodewijk Wat kan/moet Mark doen om de arbeidsverhouding met Lodewijk te beëindigen? Casus 4 payrolling het loodgietersbedrijf van Mark maakt voor het inhuren van arbeidskrachten gebruik van de diensten van het payrollbedrijf van Bernard Bernard heeft bij het calculeren van de prijs die in rekening wordt gebracht voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten geen rekening gehouden met alle risico s en verplichtingen die op hem drukken en kan als gevolg daarvan niet aan zijn betalingsverplichtingen jegens de werknemers voldoen Loopt Mark nog risico om tot betaling te worden aangesproken? 30 15

16 1.5 Conclusies payrollbedrijven kunnen hun cliënten 5 1/2 jaar flexibiliteit bieden maar de kostprijs van payrollbedrijven is wel hoger geworden doordat: werknemers verplicht zijn aangesloten bij StiPP (pensioenpremie) payrollbedrijven ingedeeld zijn in de sector uitzendbedrijven (hogere sectorpremies) Conclusies het overhevelen van werknemers naar een payrollbedrijf vereist een informed consent van de werknemer nieuwe arbeidsovereenkomsten kunnen wel worden aangegaan met het payrollbedrijf indien die nieuwe arbeidsovereenkomsten bestaande werknemers betreffen is sprake van opvolgend werkgeverschap (artikel 7:668a lid 1 B.W.), waardoor het payrollbedrijf de plaats in de ketenregeling van de inlener overneemt CAO uitzendkrachten (artikel 17 lid 3 ABU; artikel 18 NBBU) maakt mogelijk dat wordt geteld alsof steeds sprake is geweest van een overeenkomst met de uitzendwerkgever 32 16

17 1.5 Conclusies ontslag van de werknemer door het payrollbedrijf is uitsluitend mogelijk als de inlener ook in staat zou zijn geweest om de werknemer te ontslaan als hij bij de inlener in dienst was (artikel Ontslagregeling) Conclusies de inlener loopt het risico om bij een inhoudelijke beoordeling van de arbeidsverhouding toch als werkgever te worden aangemerkt: Kantonrechter Enschede , ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5108 Kantonrechter Almelo , ECLI:NL:RBOVE:2013:CA1178 Kantonrechter Amsterdam , ECLI:NL:RBAMS:2013:6063 maar: oude jurisprudentie 34 17

18 1.5 Conclusies indien het payrollbedrijf niet aan zijn verplichtingen jegens de werknemer voldoet is de opdrachtgever hoofdelijk aansprakelijk (artikel 7:616a B.W. sinds de invoering van de Wet aanpak schijnconstructies) tenzij de werkgever aannemelijk maakt dat de niet betaling hem gelet op de omstandigheden van het geval niet kan worden verweten (artikel 7:616a lid 1 B.W.) disculpatie vereist bijvoorbeeld: keurmerk payrollbedrijf toepasselijkheid aanbestedingscode controle door inlener Ontslag op staande voet 1. casus 2. vereisten ontslag op staande voet 3. risico s ontslag op staande voet 4. voorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst vóór invoering WWZ 5. twijfel aan mogelijkheid voorwaardelijke ontbinding na invoering WWZ 6. prejudiciële uitspraak Hoge Raad 7. gevolgen voor de praktijk 36 18

19 2.1 Casus Lodewijk (55 jaar oud) is sinds 1995 werkzaam als verkoopmedewerker in de automaterialenhandel van Mark na afloop van een vrijdagmiddag borrel constateert Mark dat zich in de auto van Lodewijk twee blikken motorolie bevinden die afkomstig zijn uit het bedrijf van Lodewijk Mark heeft duidelijke en stringente regels ter voorkoming van derving die voorschrijven dat aankopen door personeel direct bij een andere medewerker moeten worden afgerekend Lodewijk verklaart dat hij is vergeten om af te rekenen Casus de regels van Mark ter voorkoming van derving bepalen dat overtreding van die regels consequenties kan hebben voor het voortbestaan van de arbeidsovereenkomst Zou Mark Lodewijk op staande voet kunnen ontslaan, als op deze casus het recht van toepassing is dat gold vóór de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid? Welke risico s loopt Mark daarbij? 38 19

20 2.2 Vereisten ontslag op staande voet artikel 7:677 lid 1 B.W.: dringende reden artikel 7:678 B.W.: daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer waardoor van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren onverwijlde mededeling aan wederpartij geen wijziging door Wet werk en zekerheid Risico s ontslag op staande voet dringende reden niet dringend genoeg zwaarste ontslagmiddel met meest ernstige gevolgen voor werknemer (geen loon, geen WW) HR , ECLI:NL:HR:2000:AA4436: persoonlijke gevolgen van ontslag voor werknemer moeten worden meegewogen ontslag onvoldoende voortvarend gegeven bewijs lange duur van procedure waarin rechtsgeldigheid van ontslag op staande voet moet worden vastgesteld 40 20

21 2.4 Voorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst vóór invoering WWZ HR , ECLI:NL:HR:1983:AG4670 (Nijman) HR , ECLI:NL:HR:1997:ZC2417 (De Bode/De Hollandsche IJssel) na ontslag op staande voet voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van arbeidsovereenkomst door kantonrechter mogelijk reden: kan geruime tijd duren voordat over de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet zekerheid is gekregen ontbindingsprocedure is gericht op een spoedige beslissing Twijfel aan mogelijkheid voorwaardelijke ontbinding na invoering WWZ na invoering per van Wet werk en zekerheid hoger beroep en cassatie tegen beschikking van kantonrechter tot ontbinding van arbeidsovereenkomst mogelijk geen spoedige beslissing mogelijk geen vernietiging van ontslag op staande voet meer door de werknemer maar door kantonrechter en veroordeling van de werkgever tot herstel van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:681 lid 1 onder a B.W. jo. artikel 7:682 lid 1 B.W.) zolang de arbeidsovereenkomst niet is hersteld, is er geen arbeidsovereenkomst die kan worden ontbonden 42 21

22 2.6 Prejudiciële uitspraak Hoge Raad artikel 392 e.v. Wetboek van burgerlijke rechtsvordering mogelijkheid van prejudiciële uitspraak indien behoefte bestaat aan beantwoording van een rechtsvraag die zich in veel zaken voordoet waarvan beantwoording nodig is om het geschil in die zaken te beslechten of beëindigen Prejudiciële uitspraak Hoge Raad voorwaardelijke ontbinding van een arbeidsovereenkomst na ontslag op staande voet blijft mogelijk uit tekst van de wet en wetsgeschiedenis blijkt dit niet maar: verzoek tot vernietiging van ontslag op staande voet en verzoek tot ontbinding van arbeidsovereenkomst zijn van elkaar te onderscheiden en kunnen naast elkaar worden gedaan wet sluit niet uit dat verzoek tot ontbinding van arbeidsovereenkomst onder een voorwaarde wordt gedaan 44 22

23 2.6 Prejudiciële uitspraak Hoge Raad verzoeken tot vernietiging van ontslag op staande voet en tot (voorwaardelijke) ontbinding arbeidsovereenkomst zoveel mogelijk gelijktijdig behandelen en beslissen Prejudiciële uitspraak Hoge Raad ongeacht: volgorde waarin verzoeken worden ingediend als verzoek tot ontbinding eerst wordt ingediend vindt behandeling pas plaats nadat: verzoek tot vernietiging ontslag op staande voet is ingediend; of vervaltermijn van twee maanden (artikel 7:7686a lid 4 B.W. jo. artikel 7:681 lid 1 B.W.) is verstreken omdat werknemer anders gedwongen zou worden nog sneller te procederen dan waartoe de vervaltermijn van twee maanden hem al verplicht 46 23

24 2.6 Prejudiciële uitspraak Hoge Raad vertraging van één van beide procedures bij onevenredige vertraging kan rechter zaken splitsen, mits goed gemotiveerd aanhangig zijn bij verschillende rechterlijke instanties artikel 285 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering: verwijzing naar rechter waar het eerst een verzoek is ingediend aan verzoeken dezelfde dan wel (ook) andere redenen ten grondslag zijn gelegd Prejudiciële uitspraak Hoge Raad bewijsrecht is in procedure tot ontbinding van arbeidsovereenkomst van overeenkomstige toepassing maar rechter kan het bewijsrecht buiten toepassing laten als op het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst eerder wordt beslist dan op het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet wetsgeschiedenis bevat tegenstrijdige aanwijzingen artikelen 284 lid 1 en 361 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering: bewijsrecht is in verzoekschriftprocedures van overeenkomstige toepassing tenzij aard van de zaak zich daartegen verzet 48 24

25 2.6 Prejudiciële uitspraak Hoge Raad uit systeem van de wet volgt dat gerechtshof vrij moet zijn om in hoger beroep de rechten en verplichtingen van partijen opnieuw vast te stellen onverenigbaar daarmee dat kantonrechter de ontbinding van de arbeidsovereenkomst zou uitspreken voor het geval waarin het gerechtshof in hoger beroep het ontslag op staande voet alsnog zou vernietigen voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van arbeidsovereenkomst nog steeds zinvol vanwege mogelijkheid tot beperking van gevolgen van oordeel dat ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was in de betreffende instantie Prejudiciële uitspraak Hoge Raad systeem van de wet : bij correctie door gerechtshof van oordeel van kantonrechter ten gunste van werknemer verzoek van werkgever tot ontbinding van arbeidsovereenkomst ten onrechte toegewezen verzoek van werknemer tot vernietiging van ontslag op staande voet ten onrechte afgewezen artikel 7:683 lid 3 en 4 B.W.: herstel arbeidsovereenkomst of billijke vergoeding gerechtshof bepaalt vanaf welk moment en onder welke voorwaarden 50 25

26 2.6 Prejudiciële uitspraak Hoge Raad bij correctie door gerechtshof van oordeel van kantonrechter ten gunste van werkgever verzoek van werkgever tot ontbinding van arbeidsovereenkomst ten onrechte afgewezen verzoek van werknemer tot vernietiging van ontslag op staande voet ten onrechte toegewezen artikel 7:683 lid 5 en lid 6 B.W. (Memorie van Toelichting, Kamerstukken Tweede Kamer , 33818, nummer 3, bladzijden 119 en 210): gerechtshof bepaalt op welk moment in de toekomst de arbeidsovereenkomst eindigt Gevolgen voor de praktijk voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst is nu wel mogelijk, maar is maar zeer ten dele effectief: hoger beroep en cassatie mogelijk, dus geen snelle zekerheid voldoen aan alle voorwaarden van één van de acht wettelijke ontslaggronden blijft noodzakelijk mogelijkheid van betaling: transitievergoeding indien gedrag werknemer niet ernstig verwijtbaar billijke vergoeding indien gedrag werkgever ernstig verwijtbaar 52 26

27 2.7 Gevolgen voor de praktijk verzoekschrift wordt mogelijk pas twee maanden na ontslag op staande voet in behandeling genomen beslissing in beginsel pas tegelijk met beslissing op verzoek tot vernietiging van ontslag op staande voet indien kantonrechter werknemer aanvankelijk in het gelijk heeft gesteld en gerechtshof dit in hoger beroep corrigeert, eindigt arbeidsovereenkomst niet met terugwerkende kracht maar met ingang van een datum in de toekomst Gevolgen voor de praktijk met betrekking tot de casus onder 2.1: Zou Mark Lodewijk op staande voet kunnen ontslaan, als op deze casus het recht van toepassing is dat geldt vanaf de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid? Welke risico s loopt Mark daarbij? 54 27

28 3. Transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid 1. casus 2. langdurige arbeidsongeschiktheid 3. transitievergoeding 4. knelpunt 5. toezegging Minister van SZW 6. wetsvoorstel 7. conclusie Casus transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid Lodewijk is 60 jaar oud en 35 jaar bij Mark in dienst Lodewijk is inmiddels twee jaar arbeidsongeschikt het UWV heeft Lodewijk volledig arbeidsongeschikt geacht en een IVA uitkering aan hem toegekend omdat het UWV van mening is dat de kans op herstel van Lodewijk gering is Kan Mark de arbeidsovereenkomst met Lodewijk beëindigen? Is Mark dan aan Lodewijk een transitievergoeding verschuldigd? 56 28

29 3.2 Langdurige arbeidsongeschiktheid art. 7:669 lid 3 onder b B.W.: opzegging arbeidsovereenkomst mogelijk met toestemming van werknemer (art. 7:670a lid 2 onder a B.W.) of van UWV (art. 7:671a lid 1 B.W.) voor toestemming UWV vereist: arbeidsongeschiktheid voor bedongen arbeid 104 weken van opzegverbod (art. 7:670 lid 1 en lid 11 B.W.) verstreken geen verwachting herstel binnen 26 weken geen passende arbeid in eigen onderneming Transitievergoeding transitievergoeding is verschuldigd (art. 7:673 lid 1 B.W.) indien: de arbeidsovereenkomst tenminste 24 maanden heeft geduurd de arbeidsovereenkomst door de werkgever is opgezegd of op verzoek van de werkgever is ontbonden de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt en op initiatief van de werkgever niet aansluitend is voortgezet 58 29

30 3.4 Knelpunt niet opzeggen van de arbeidsovereenkomst om niet de transitievergoeding verschuldigd te worden? Minister (antwoord van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 september 2015 op Kamervraag, Aanhangsel Handelingen Tweede Kamer , 3304) onfatsoenlijk, behalve indien in belang van re integratie bij ernstig verwijtbaar handelen werkgever transitievergoeding + billijke vergoeding verschuldigd Knelpunt niet opzeggen van de arbeidsovereenkomst is niet ernstig verwijtbaar kantonrechter Almere , ECLI:NL:RBMNE:2015:8495 kantonrechter Breda , ECLI:NL:RBZWB:2016:1637 kantonrechter Den Haag , ECLI:NL:RBDHA:2016:14103 kantonrechter Maastricht , ECLI:NL:RBLIM:2016:7608 gerechtshof Den Haag , ECLI:NL:GHDHA:2016:3036 kantonrechter Roermond , ECLI:NL:RBLIM:2016:

31 3.3 Toezegging Minister SZW brief van Minister aan Tweede Kamer van , Tweede Kamer , , nr. 17 betreffende oplossingen voor knelpunten op de arbeidsmarkt compensatie van werkgevers voor transitievergoeding vanuit Algemeen Werkloosheids Fonds (WW premie) indiening wetsvoorstel voorstel van wet houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid Wetsvoorstel artikel 7:673e lid 1 B.W.: UWV verstrekt vergoeding op verzoek van werkgever die transitievergoeding verschuldigd was of zou zijn geweest als arbeidsovereenkomst door opzegging of ontbinding zou zijn geëindigd indien de arbeidsovereenkomst: na het einde van het opzegverbod is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid van rechtswege is geëindigd en de werknemer bij het einde van de arbeidsovereenkomst arbeidsongeschikt was 62 31

32 3.4 Wetsvoorstel artikel 7:673e lid 1 B.W.: hoogte vergoeding gelijk aan verstrekte vergoeding, maar maximaal: het bedrag dat verschuldigd zou zijn op de dag waarop reguliere termijn loondoorbetaling tijdens ziekte eindigt het bedrag dat als loon tijdens ziekte is betaald ingangsdatum: terugwerkende kracht tot (artikel VI) Conclusie keuze voor werkgever bij langdurige arbeidsongeschiktheid (twee jaar): arbeidsovereenkomst beëindigen transitievergoeding betalen risico dat wetgeving niet (ongewijzigd) wordt ingevoerd transitievergoeding voorfinancieren arbeidsovereenkomst niet beëindigen risico herstel werknemer (re integratie) hoogte transitievergoeding stijgt verder zonder dat hogere deel wordt vergoed 64 32

33 4. Vervroegde aanvraag IVA uitkering 1. WIA uitkeringen 2. gevolgen WIA uitkeringen 3. vervroegde aanvraag IVA uitkering 4. knelpunt 5. toezegging Minister SZW WIA uitkeringen IVA uitkering artikel 47 WIA: volledig en duurzaam arbeidsongeschikt artikel 4 WIA: medisch stabiele of verslechterende situatie medische situatie met op lange termijn geringe kans op herstel WGA uitkering artikel 54 WIA: gedeeltelijk arbeidsongeschikt artikel 5 WIA: tenminste 35% arbeidsongeschikt niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt 66 33

34 4.2 Gevolgen WIA uitkeringen IVA uitkering 75% loon niet voor rekening van werkgever Gevolgen WIA uitkeringen WGA uitkering: loongerelateerde uitkering (70% loon) na afloop daarvan: loonaanvullingsuitkering (70% loon) volledig arbeidsongeschikt (80 100%) gedeeltelijk arbeidsongeschikt (35 80%) en voldoen aan inkomenseis artikel 60 lid 2 WIA vervolguitkering (70% minimumloon) gedeeltelijk arbeidsongeschikt (35 80%) en niet voldoen aan inkomenseis artikel 60 lid 2 WIA 68 34

35 4.2 Gevolgen WIA uitkeringen eerste tien jaar voor rekening van werkgever, naar keuze: twee jaar later verhoging premiecomponent WGA lasten gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (artikel 38 Wet financiering sociale verzekeringen jo. artikel 2.11 Besluit Wfsv) zelf uitkering betalen (artikel 82 e.v. Wfsv) Vervroegde aanvraag IVA uitkering artikel 23 lid 6 WIA: op aanvraag van verzekerde verkorte wachttijd WIA bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid wegens medisch stabiele of verslechterende situatie dus niet bij geringe kans op herstel minimaal 13 weken en maximaal 78 weken tien weken tevoren aanvragen artikel 7:629 lid 5 ZW: werkgever mag IVA uitkering verrekenen met loon tijdens ziekte 70 35

36 4.4 Knelpunt werknemer moet aanvraag indienen maar heeft daarbij geen belang als werkgever al tenminste 75% van loon doorbetaalt Toezegging Minister SZW brief van Minister SZW aan Tweede Kamer van , Tweede Kamer , , nummer 17 betreffende oplossingen voor knelpunten op de arbeidsmarkt werkgever krijgt de mogelijkheid om onder voorwaarden aanvraag in te dienen 72 36

37 4.5 Toezegging Minister SZW brief van Minister SZW aan Tweede Kamer van , Tweede Kamer , 29544, nummer 765 betreffende loondoorbetaling tijdens ziekte komt maar weinig voor (1% van toekenningen van IVAuitkeringen per jaar) meestal vraagt werknemer de uitkering toch wel aan ingewikkeld in verband met ingrijpende wijziging karakter werknemersverzekering presentatie maatregel bij aanbieding voor internetconsultatie van wetsvoorstel inzake tweede spoortraject Loonsanctie bij te laat starten tweede spoortraject 1. re integratieverplichtingen 2. loonsanctie 3. knelpunt 4. toezegging Minister SZW 74 37

38 5.1 Re integratieverplichtingen artikel 7:658a B.W.: eerste spoor: bevordering inschakeling in arbeid in bedrijf van werkgever tweede spoor: bevordering inschakeling in arbeid in bedrijf van andere werkgever beleidsregels beoordelingskader poortwachter (UWV): bij eerstejaars evaluatie tweede spoortraject starten als re integratie in eigen bedrijf nog geen resultaten heeft opgeleverd uitzondering: concreet perspectief hervatting in eigen bedrijf Loonsanctie artikel 65 WIA: UWV beoordeelt bij aanvraag WIA uitkering aan de hand van oreintegratieverslag of werkgever en verzekerde in redelijkheid hebben kunnen komen tot verrichte re integratie inspanningen artikel 29 lid 5 WIA: UWV verlengt periode loondoorbetalingsverplichting met 52 weken als werkgever zonder deugdelijke grond te weinig reintegratie inspanningen heeft verricht 76 38

39 5.3 Knelpunt tweede spoortrajecten zijn in meeste gevallen nauwelijks effectief brief van Minister SZW aan Tweede Kamer van , Tweede Kamer , 29544, nummer 765 betreffende loondoorbetaling tijdens ziekte: ruim een derde (?) worden vaak alleen ingezet om opleggen van loonsanctie door UWV te voorkomen Toezegging Minister SZW brief van Minister SZW aan Tweede Kamer van , Tweede Kamer , , nummer 17 betreffende oplossingen voor knelpunten op de arbeidsmarkt: geen loonsanctie meer wegens niet, te vroeg of te laat starten tweede spoortraject al dan niet starten van tweede spoortraject moet zaak worden tussen werkgever en werknemer op basis van advies van de bedrijfsarts 78 39

40 5.4 Toezegging Minister SZW brief van Minister SZW aan Tweede Kamer van , Tweede Kamer , 29544, nummer 765 betreffende loondoorbetaling tijdens ziekte kritiek van werkgevers: resultaat moeilijk gebrek aan grip kwaliteit schiet tekort beoordeling UWV niet transparant uitsluitend ter voorkoming van loonsanctie Toezegging Minister SZW loonsanctie in 15% van de gevallen in ongeveer 15% van de gevallen wegens gebreken tweede spoortraject afwijkende invulling vanwege verschil in prikkelwerking WGA eigenrisicodragers: twaalf jaar prikkel voldoende werkgevers die gedifferentieerde premie betalen prikkelwerking neemt af naarmate loondoorbetalingsperiode verstrijkt (?) 80 40

41 5.4 Toezegging Minister SZW maatregel: WGA eigenrisicodragers: afschaffing loonsanctie werkgevers die gedifferentieerde premie betalen na eerstejaars evaluatie: advies vragen aan UWV over inzet tweede spoortraject geen loonsanctie bij verloop re integratie conform advies Toezegging Minister SZW aanbieding concept wetsvoorstel voor internetconsultatie: artikel 65 lid 3 WIA: geen toetsing re integratie inspanningen WGA eigenrisicodrager artikel 32a lid 4 SUWI: nieuwe taak UWV: toetsing van na eerstejaars evaluatie door niet eigenrisicodrager in te dienen tussentijds plan betreffende voorgenomen re integratieinspanningen artikel 32a lid 5 SUWI: tussentijds oordeel re integratieinspanningen UWV na vier weken wettelijke regeling van gevolgen voor loonsanctie ontbreekt! 82 41

42 5.4 Toezegging Minister SZW concept Memorie van Toelichting: tussentijds plan moet bevatten: te verrichten re integratie activiteiten prognose arbeidsongeschiktheid tot einde wachttijd re integratiedoel bij wijziging re integratiedoel nieuw tussentijds plan bij positieve beoordeling alleen toetsing of activiteiten conform plan zijn uitgevoerd bij negatieve beoordeling toetsing re integratie activiteiten en opleggen loonsanctie op gebruikelijke wijze