MEER WAARDE UIT AFVAL. Gemeente Ede, november Meer waarde uit Afval van 11

Transcriptie

1 MEER WAARDE UIT AFVAL Gemeente Ede, november 2013 Meer waarde uit Afval van 11

2 1. Samenvatting Afval en duurzaamheid Het plan van aanpak Meer waarde uit Afval beschrijft een viertal inzamelvarianten met voor elke variant het verwachte effect op dienstverlening, kosten en spercentage. Binnen elke variant bestaan accentverschillen binnen de mix 'Dienstverlening Kosten Hergebruik'. De uiteindelijke kosten worden bepaald door de (aanpassingen van de) inzamelvoorzieningen, de feitelijke inzameling en de verwerkingsmogelijkheden/-kosten. Ook de economische situatie is van invloed; kwantiteit, samenstelling, vraag en aanbod zijn mede bepalend voor de algemene kosten houdelijk afval. Het is daarom niet mogelijk om per variant de exacte resultaten te berekenen. Uitgangspunt is, dat bij alle varianten de aanpassingen tenminste kostenneutraal worden uitgevoerd. De invloed van beprijzing van restafval leidt voor elke variant tot een verdere stijging van het spercentage (4 tot 6 %). Vooralsnog kiezen wij niet voor deze optie. Het college spreekt de voorkeur uit voor de variant, die enerzijds de meeste inspanning van burgers vraagt, maar anderzijds ook daadwerkelijk de potentie in zich heeft om meer afval als grondstof terug te laten keren in de kringloop. We verwachten, dat deze variant (D) het meest optimaal bijdraagt aan milieurendement en kostenreductie. Met dit plan van aanpak willen wij bijdragen aan een duurzame samenleving waarbij maatschappelijk verantwoord ondernemen vanzelfsprekend is. De samenleving staat voor de overgang naar een circulaire economie. Door regionale samenwerking, ook met waterschappen, liggen in de afval(water)keten duidelijke kansen om afval(water)stromen te benutten en in te zetten voor de productie van warmte en energie, die aan gemeentelijke netwerken geleverd kunnen worden. In de hoogbouw willen we nagaan of vergisten van het groente- en fruitafval mogelijk is door dit te verkleinen (gootsteen-hakselaar) en het mengsel via de riolering af te voeren naar een (kleinschalige) vergistingsinstallatie. Ook willen we bij hoogbouw kleinschalige voorzieningen voor onderzoeken. Door investeringen voor de verwerking van vast en vloeibaar afval slim te koppelen kan er efficiënter gewerkt worden aan afvalverwerking en terugwinning van grondstoffen. Een pilot en samenwerking met diverse partners zal de mogelijke meerwaarde moeten aantonen. 2 van 11

3 Inhoudsopgave 1.Samenvatting Inleiding Beoogd effect Argumenten voor aanpassingen van de afvalinzameling Uitgangspunten In 2020 tenminste 75% Hogere service voor waardevolle afvalstromen leidt tot betere Budgettair neutrale uitvoering Streven naar een duurzaam afvalbeleid Eerst bronscheiding dan nascheiding Streven / onderzoek naar een reductie afvalinzamelkosten Kanttekeningen Vier inzamelvarianten Toelichting op de inzamelvarianten Inzamelfrequenties per inzamelvariant Toelichting op de inzamelfrequenties Verwachte effecten per inzamelvariant Toelichting op de effecten per inzamelvariant Voorkeur College BIJLAGEN van 11

4 2. Inleiding In december 2012 hebben we de gemeenteraad geïnformeerd over ontwikkelingen binnen afvalbeheer. In april 2013 is de Koersnotitie Van afvalinzameling naar Grondstofsturing besproken in de raadscommissie BFO. Het College heeft nu het Plan van Aanpak Meer waarde uit Afval opgesteld. Het plan komt voort uit een inventarisatie en afweging van: de bespreking en opmerkingen in de raadscommissie gegevens uit de Koersnotitie het streven naar meerwaarde uit afval sorteeranalyses van het Edese restafval informatie uit de Benchmark Afvalinzameling 2012 van AgentschapNL/Rijkswaterstaat monitoringgegevens Afvalbeheer pilots bij andere gemeenten ontwikkelingen binnen het landelijk afvalbeleid (afval is grondstof) raadpleging klantenpanel gemeente Ede In het plan beschrijven we een viertal inzamelvarianten waarbij we per variant de voor- en nadelen benoemen. Tot slot onderbouwen we onze voorkeur voor een bepaalde variant. 3. Beoogd effect Met een andere wijze van inzameling en daaraan gekoppeld een beter scheidingsgedrag van de burger komen veel meer grondstoffen beschikbaar uit afval tegen lagere kosten. 4. Argumenten voor aanpassingen van de afvalinzameling - Het huidige inzamelsysteem heeft haar optimum bereikt. Al enige jaren achtereen zijn samenstelling en hoeveelheden van het restafval gelijk (zie Koersnotitie). Dat wil zeggen dat de gescheiden ingezamelde afvalstromen en de (her)bruikbare afvalsoorten in het restafval niet toe of af nemen. Een ingrijpender aanpak is dan ook nodig om de doelstellingen te halen. - Pilots in andere gemeenten hebben bewezen dat, naast het beprijzen van restafval, ook aanpassing van de inzamelsystematiek een positieve invloed heeft op de mate waarin het afval gescheiden wordt. (zie Koersnotitie) - Betere leidt automatisch tot meer hergebruik. En meer grondstoffen uit afval leiden tot lagere verwerkingskosten. Afval apart loont! Het mes snijdt hierbij aan twee kanten; Enerzijds leidt een betere tot lagere verwerkingskosten. Anderzijds levert het meer hergebruik van grondstoffen op. Wanneer (ook) betaald moet worden voor het aanbieden van restafval is dat een extra prikkel om het restafval zo min mogelijk te laten zijn, c.q. zoveel mogelijk afval te scheiden. Het College kiest vooralsnog niet voor deze (aanvullende) maatregel. 5. Uitgangspunten Uitgangspunten voor Meer waarde uit Afval zijn: 1. Streven naar een spercentage van tenminste 70% in Een goede inzamelservice voor waardevolle grondstoffen en een lagere service op restafval leidt tot een betere. 3. Tenminste budgettair neutrale uitvoering 4. Streven naar een duurzaam afvalbeleid met accent op: a. Zo hoogwaardig mogelijke inzet van grondstoffen uit afvalstromen die bijdragen aan circulaire systemen b. Een inzamelsysteem met zo gering mogelijke milieubelasting c. Inzet van social-return waar wanneer meerwaarde mogelijk en haalbaar is 5. Bronscheiding draagt (vooralsnog) meer bij aan meer hergebruik en een hoger scheidingspercentage dan nascheiding. 6. Streven / onderzoek naar een reductie van de afvalinzamelkosten met tenminste 10% vanaf 2015 (t.o.v. 2012) 5.1. In 2019 tenminste 70% Afhankelijk van de beleidskeuze(n) zal in meer of mindere mate het inzamelsysteem moeten worden aangepast wat doorwerkt in een meer of mindere mate van. Een dergelijk proces vergt enige 4 van 11

5 doorlooptijd variërend van 1 tot 2 jaar. Daarnaast zullen ook de bewoners moeten wennen aan het nieuwe inzamelen. Het zal daarom enige tijd duren voordat het beoogde effect in de praktijk bereikt wordt/is Hogere service voor waardevolle afvalstromen leidt tot betere In meerdere pilots bij gemeenten is bewezen, dat het verhogen van de inzamelservice voor waardevolle afvalstromen in combinatie met het verlagen van de service voor restafval positieve invloed heeft op een betere. Wanneer hieraan ook nog een financiële prikkel gekoppeld wordt, is een restafvalreductie haalbaar van meer dan 25% Budgettair neutrale uitvoering Afhankelijk van welke inzamelvariant wordt doorgevoerd, zal het verschil in milieuvoordeel en kostenreductie groter/kleiner uitwerken. Een hoger spercentage levert naast meer grondstoffen/hergebruik ook direct voordeel op aan verwerkingskosten. Dit voordeel kan, naar verwachting, de kosten voor extra voorzieningen voldoende compenseren. De verwachting is, dat inzamelvariant D leidt tot lagere totaalkosten voor houdelijk afval, wat een positief effect zal hebben op de hoogte van de afvalstoffenheffing Streven naar een duurzaam afvalbeleid Met als vertrekpunt een optimale mix van service, kosten en milieu (zie Koersnotitie) maken ook duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen deel uit van het Edese afvalbeheer. In de hoogbouw willen we nagaan of vergisten van het groente- en fruitafval mogelijk is door dit te verkleinen (gootsteenvermalers) en het residu via de riolering af te voeren naar een (kleinschalige) vergistingsinstallatie. Een pilot en samenwerking met diverse partners zal de mogelijke meerwaarde moeten aantonen. Daarnaast zoeken we naar aanvullende nieuwe inzamelmiddelen met een positief effect op bij appartementen en hoogbouw. Activiteiten die verband houden met het inzamelen, verwerken en opnieuw toepassen van materialen en grondstoffen uit houdelijk afval willen we zo veel mogelijk lokaal / regionaal organiseren en uitvoeren Eerst bronscheiding dan nascheiding Voor bewoners zou het integraal inzamelen van alle afval met scheiding achteraf wellicht het meest ideale inzamelsysteem zijn. Uit oogpunt van optimaal hergebruik is dit echter geen haalbare zaak. Het gevolg van integraal inzamelen en achteraf scheiden is een sterk afnemende kwaliteit van grondstoffen door onderlinge vervuiling. Denk bijvoorbeeld aan oud papier, textiel, GFT, melk- en sappakken. Een groot volume zal dan alsnog naar de afvalverbranding gaan waardoor een hoogwaardig hergebruik blokkeert Streven / onderzoek naar een reductie afvalinzamelkosten Het streven is om de kosten van de afvalinzameling te verlagen met tenminste 10%. Dit past binnen het huidige beeld van budgetbeperkingen binnen en buiten overheden. Het streven naar reductie van de inzamelkosten is ook inzet met het oog op verlaging van de afvalstoffenheffing op termijn. 6. Kanttekeningen 1. Gedragsverandering vraagt tijd. Er zal enige tijd nodig zijn voordat de effecten van het ingezette beleid omgezet zijn in tastbare resultaten. Naast fysieke aanpassingen van de inzamelvoorzieningen en routes zullen bewoners ook tijd nodig hebben om hun gedrag hierop aan te passen. Communicatie hierbij is van wezenlijk belang. 2. Kostenreductie op de afvalinzameling en vasthouden aan de milieudoelstellingen kunnen invloed hebben op het serviceniveau. Het streven naar reductie van inzamelkosten zal niet mogen leiden tot een zodanig (laag) serviceniveau, waardoor de sdoelstellingen niet meer gehaald kunnen worden. In de vernieuwde dienstverleningsovereenkomst met ACV sturen wij hierop. 3. Bij de berekeningen van de verwerkingskosten is geen rekening gehouden met marktontwikkelingen en aanpassingen van vergoedingen (o.a. Afvalfonds). 4. Communicatie. Afhankelijk van de keuze voor een bepaalde inzamelvariant zal een passend communicatieplan worden opgesteld. ACV is verantwoordelijk voor de communicatie naar betrokken bewoners m.b.t. de invoering van de noodzakelijke aanpassingen. De gemeente is verantwoordelijk voor de communicatie over de achtergronden / beleidskeuzen. In samenspraak tussen gemeente en ACV zal het communicatieplan worden voorbereid en uitgevoerd. 5 van 11

6 7. Vier inzamelvarianten Het college heeft vier varianten onderzocht, te weten: A. Handhaving huidige situatie + meer communicatie/controle/handhaving B. Idem, maar extra mini-container voor plastic in plaats van Plastic Heroes zak C. Twee compartimenten in één mini-container voor restafval/oud papier (duobak) D. Restafval brengen naar verzamelcontainer; gescheiden afvalstromen ophalen aan (omgekeerd inzamelen) In onderstaande matrix hebben we de varianten op een rij gezet. INZAMELVARIANTEN Pluspunten Minpunten A B C D Situatie 2013, maar met extra communicatie en controle/handhaving Geen ingrijpende veranderingen Gering effect op betere Tabel 1 Overzicht inzamelvarianten TOELICHTING OP DE INZAMELVARIANTEN Als A, maar met extra 240ltr. minicontainer voor plastic in plaats van zak Betere voorziening voor plastic Extra ruimtebeslag vanwege extra container Duobak rest OPK Minder ruimtebeslag door duo-bak. 1 bak minder aan de weg Geen extra prikkel om afval beter te scheiden. Dure inzameling vanwege geringe capaciteit container. Geen optie bij eventueel beprijzen. Buiten bebouwde kom: Rest 3-wekelijks halen aan Binnen bebouwde kom # : eenmalige keuze (per buurt-/wijkniveau): --restafval halen 3-wekelijks aan of -- restafval brengen naar verzamelcontainer in de buurt.(max. 300m. lopen) Betere door verlaging inzamelfrequentie restafval Vraagt enige inspanning om de hoeveelheid restafval te beperken, c.q. beter te gaan scheiden Inzamelvariant A gaat uit van de huidige situatie, waarbij extra communicatie wordt ingezet om het spercentage omhoog te krikken. Naast communicatie zal ook striktere handhaving worden ingezet op de kwaliteit/samenstelling van de afvalsoort en de wijze van aanbieden. Inzamelvariant B is vergelijkbaar met A; alleen wordt plastic verpakkingsafval niet meer met de zak, maar via een apart mini-container ingezameld. In Kernhem A komen aparte mini-containers voor plastic en GFT. Bij inzamelvariant C wordt de restafvalcontainer plastic container en komt er een nieuwe mini-container met twee compartimenten (duobak); één voor restafval en één voor oud papier. In Kernhem A komen aparte mini-containers voor plastic en GFT. Inzamelvariant D introduceert een 3-wekelijkse inzameling van het restafval in het buitengebied. Binnen de bebouwde kommen kan op buurt-/wijkniveau aan bewoners gevraagd worden welke inzamelvoorziening voor restafval hun voorkeur heeft. (de gemeente kan daarbij een voorkeur aangeven): of een 3-wekelijkse inzameling van restafval via de mini-container of restafval brengen naar een (ondergrondse) verzamelcontainer in de buurt (max. 300m). Wanneer de raad de bewoners een voorkeur wil laten uitspreken mandateert zij het College om dit verder uit te werken. Kortom afhankelijk van nog vast te leggen voorwaarden/criteria kan deze keuzemogelijkheid per wijk dus leiden tot een verschillend inzamelsysteem voor restafval. Overigens met uitzondering van Kernhem A waar het restafval wordt ingezameld via ondergrondse containers. Plastic en GFT worden dan overal bij laagbouwwoningen apart ingezameld. # Geldt niet voor alle buurten/wijken, zoals bijvoorbeeld Kernhem A waar ondergrondse containers voor restafval zijn. Omschakeling naar een haalsysteem zou hier tot enorme extra kosten leiden. 6 van 11

7 7.2. Inzamelfrequenties per inzamelvariant In onderstaand overzicht hebben we de inzamelfrequentie per variant en afvalsoort op rij gezet. Afvalstroom Voorziening A B C D Restafval Minicontainer 2-wekelijks aan 2-wekelijks aan - Halen 3-wekelijks aan (mogelijk binnen de woonkernen en in buitengebied) OF Brengen naar verzamelcontainer in de buurt (alleen binnen woonkernen mogelijk) Restafval/Oud Duo-bak n.v.t. n.v.t. 2-wekelijks aan n.v.t. papier GFT Minicontainer 2-wekelijks aan 2-wekelijks aan 2-wekelijks aan 3-wekelijks aan Oud papier Minicontainer 2-wekelijks aan 3-wekelijks aan n.v.t. 3-wekelijks aan Plastic Plastic Heroes 2-wekelijks aan n.v.t. n.v.t. n.v.t. verpakkingen Verpakkingen (plastic, blik, drankkartons) Zak Minicontainer n.v.t. 3-wekelijks aan Tabel 2 Overzicht inzamelfrequenties per afvalstroom per variant 3-wekelijks aan 3-wekelijks TOELICHTING OP DE INZAMELFREQUENTIES Bij inzamelvariant A blijft alles bij het oude. Restafval, GFT, Oud Papier 2 en plastic verpakkingsafval wordt om de week aan ingezameld. Inzamelvariant B gaat uit van 3-wekelijkse inzameling van oud papier en verpakkingsafval en 2-wekelijkse inzameling van GFT en restafval. Bij inzamelvariant C wordt de duobak (restafval / oud papier) tweewekelijks ingezameld, evenals het GFT. Verpakkingsafval wordt 3-wekelijks ingezameld. Inzamelvariant D gaat uit van een drie-wekelijkse inzameling van het restafval in het buitengebied met minicontainers. Binnen de bebouwde kommen kan, afhankelijk van de keuze, dit ook het geval zijn. Een min of meer gelijkwaardig alternatief, als het gaat om inzamelkosten en scheidingseffect, is het brengen van het restafval naar een ondergrondse container. Het voordeel voor bewoners is ruimtebesparing, omdat er geen 4e container bij nodig is en het restafval 24u. per dag kan worden aangeboden. Als nadeel wordt genoemd (panel), dat je nu met het afval steeds moet lopen. Op grond van pilots elders, zal het aantal keren naar verwachting sterk beperkt zijn door een betere. Aan wordt GFT, plastic verpakkingsafval en oud papier 3-wekelijks met een 240ltr. mini-container ingezameld. Bij de aanpassingen van de inzamelfrequenties is rekening gehouden met het huidige aanbiedpercentage van de bepaalde afvalsoort en de verschuiving van restafval naar andere afvalsoort vanwege betere scheiding. Mocht bij aanpassing van de inzamelfrequentie blijken dat een bepaald houden het volume van een bepaalde container te groot of klein is, dan kan deze op verzoek en binnen een nog te bepalen overgangs- /gewenningsperiode, gratis worden omgeruild voor een groter of kleiner exemplaar (bij restafval alleen naar kleinere container). Hoogbouw en appartementen Het blijft moeilijk om voor niet-grondgebonden woningen een inzamelsysteem te vinden dat bijdraagt aan betere. Bij de hoogbouw in Ede kunnen bewoners oud papier en karton apart inleveren via een container van de bewonerscommissie; plastic en glas kunnen gedeponeerd worden in verzamelcontainers bij de entree. Vanwege de kleinschaligheid bij portiekwoningen en appartementen is de mogelijkheid van aan/bij lastig en/of erg kostbaar om uit te voeren. Veel verenigingen van eigenaren en bewonerscommissies maken gebruik van de gemeentelijke oud-papiersubsidie. Ook kunnen bewoners 2 In buitengebied: huidige frequentie oud papier blijft (om de 4 weken). 7 van 11

8 gebruikmaken van de Plastic Heroes zakken. Bewoners van niet-grondgebonden woningen zijn echter niet gewend om afval op een bepaalde (aanbied)dag aan de weg te zetten. Van deze mogelijkheid wordt daarom nauwelijks gebruikgemaakt. De kwaliteit van het apart aangeboden GF(T) was vergelijkbaar met die van het restafval. Daarom zamelen we al meerdere jaren hier geen GF(T) meer apart in. Toch vinden wij het belangrijk, dat ook bij deze woningen GF duurzamer wordt ingezet. We willen daarom met externe partijen onderzoeken of GF door middel van een gootsteenvermaler via het riool kan worden afgevoerd naar een (kleinschalige) vergistingsinstallatie. Daarnaast willen we mogelijk kansrijke initiatieven uit de samenleving steunen en/of uitvoeren als pilot Verwachte effecten per inzamelvariant In onderstaande matrix geven we het verwachte effecten aan per variant op elk sturingselement: het spercentage (bij wel/niet prijsprikkel), het dienstverleningsniveau de inzamelkosten de verwerkingskosten INZAMELVARIANT Effect op percentage zonder diftar * Effect op percentage met diftar * Effect op dienstverlening * A B C D Situatie 2013 met extra communicatie en controle/handhaving tot 4% hogere Tot 8% hogere Als A, maar i.p.v. zak een 240ltr. minicontainer voor plastic tot 5% hogere Tot 10% hogere Duobak rest OPK 4% lagere Niet mogelijk Buiten bebouwde kom: Rest 4-wekelijks halen aan Binnen bebouwde kom: keuze?? --Halen 4-wekelijks aan (= duurder) of -- Brengen naar verzamelcontainer in de buurt. Tot 19% hogere Tot 25% hogere Gelijkblijvend Iets hoger Beperkt hoger Gelijkblijvend tot hoger/ voor restafval lager Effect op inzamelkosten * Geen Iets hoger Ten hoogste gelijkblijvend Effect op verwerkingskosten * Gering Beperkte reductie Tabel 3 Overzicht effecten per inzamelvariant * T.o.v. Referentiejaar 2012 (52%) Nadelig Afhankelijk van systeemkeuze restafvalhalen (goedkoper) of brengen (duurder) Aanzienlijke reductie TOELICHTING OP DE EFFECTEN PER INZAMELVARIANT Inzamelvariant A levert naar verwachting maximaal 4% extra op (max. 8% bij invoering diftar). In de praktijk en bij pilots blijkt dat communicatie het meeste effect heeft bij invoering van veranderingen en aanpassing van inzamelvoorzieningen. Wanneer geen veranderingen en/of aanpassingen worden doorgevoerd blijft het effect van communicatie beperkt en zal in combinatie met stringentere handhaving (intensievere controle op de inhoud van de container) dit onvoldoende leiden tot de gewenste verhoging van de. Inzamelvariant B levert een iets hogere dienstverlening op. De voorkeur van bewoners voor zak of container voor het plastic afval wordt vooral bepaald door de ruimte die men heeft voor een extra container. Vanuit afvalbeheer heeft integrale inzameling van verpakkingsafval (plastic, drankkartons, blik) zodra dit markttechnisch kan de voorkeur. Mogelijk in de nabije toekomst nog aangevuld met enkele andere 8 van 11

9 afvalsoorten, zoals kleine elektrische apparaten. Dit kan beter via een mini-container dan met een zak. Kostentechnisch heeft de mini-container ook de voorkeur; de jaarlijkse kosten voor aanschaf en verspreiding van de zakken zijn vergelijkbaar met de kapitaallasten voor de mini-containers. Inzamelvariant C levert naar verwachting een negatieve bijdrage aan. Het restafval en de andere afvalsoort worden met de duobak om de week ingezameld. Hierdoor ontstaat geen druk/noodzaak om het restafval beter te scheiden; er blijft nog (bijna) altijd voldoende ruimte voor restafval in de container. Het volume van de duobak is beperkt, waardoor afvalstromen, die minder frequent ingezameld kunnen worden nu noodgedwongen meeliften met de inzamelfrequentie van de restfractie. Er kan slechts voor de helft van de capaciteit worden ingezameld in vergelijking met monostromen. Het kostenvoordeel van gelijktijdige inzameling van twee afvalstromen vervalt grotendeels door de onvoordelige vullingsgraad van het inzamelvoertuig; wanneer een van de twee compartimenten in het inzamelvoertuig vol is, moet eerst gelost worden om weer verder te kunnen. Inzamelvariant D levert naar verwachting veruit de beste bijdrage aan de doelstelling voor een hogere. Het volume restafval wordt beperkt door restafval minder vaak in te zamelen of doordat, in geval van brengen, de burger het restafval verderop in een ondergrondse container moet deponeren. Hierdoor ervaart hij/zij enige druk / noodzaak om de hoeveelheid restafval te beperken. Beter scheiden wordt gehonoreerd; gescheiden afval wordt (frequent) aan opgehaald. Extra kosten vanwege bijvoorbeeld investeringen voor ondergrondse verzamelcontainers kunnen worden gecompenseerd door lagere verwerkingskosten. (zie tabel 6) De invloed van beprijzing van het aanbieden van restafval leidt voor elke variant tot een extra verhoging van het spercentage van 4 tot 6 %. Binnen elke variant bestaan accentverschillen binnen de mix 'Dienstverlening Kosten Hergebruik'. Het is daarom moeilijk aan te geven wat per variant de exacte resultaten zullen zijn. Uitgangspunt is, dat bij alle varianten de aanpassingen tenminste kostenneutraal worden uitgevoerd. Variant D levert naar verwachting het hoogste milieurendement en beste potentie voor kostenreductie. De uiteindelijke kosten worden bepaald door de (aanpassingen van de) inzamelvoorzieningen, de feitelijke inzameling en de verwerkingsmogelijkheden/-kosten. Ook de economische situatie is van invloed; kwantiteit, samenstelling, vraag en aanbod zijn mede bepalend voor de algemene kosten houdelijk afval Voorstel Het college stelt voor: invoering (gefaseerd) van inzamelvariant D met * in het buitengebied een 3-wekelijkse restafvalinzameling aan * binnen de bebouwde kommen het brengen van restafval naar een ondergrondse verzamelcontainer (max. loopafstand 300m.). introductie van minicontainer voor GFT (Kernhem A) en voor alle aansluitingen met mini-containers een container voor verpakkingsafval 1. Onderzoek en pilot uit te voeren naar betere mogelijkheden bij hoogbouw en appartementen. Onderzoek en zo mogelijk pilot bij hoogbouw voor afvoer en verwerking (kleinschalige vergisting) van GF via riolering de aanpassingen twee jaar na invoering te evalueren. 1 Met verpakkingsafval wordt in dit geval bedoeld: plastic, drankkartons en blik. Op grond van het huidige contract is integrale inzameling van deze verpakkingen nog niet toegestaan. Verwacht wordt dat marktomstandigheden dit over een paar jaar wel mogelijk maken. 9 van 11

10 8. BIJLAGEN Verwachtte ombuiging per inzamelvariant (tonnage / percentage) overig textiel Glas OPK GFT-mc Drankkartons Blik Plastic OPK duo restafval 0 nu 58% A 62% A-dif 66% B 63% B-dif 68% C 52% D 77% D-dif 81% Tabel 4 Overzicht van verwachte effecten per inzamelvariant op tonnages per afvalstroom Verwachte ombuigingen volume-aandeel per inzamelvariant 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% overig textiel Glas OPK GFT Drankkartons Blik Plastic 20% 10% 0% nu A A-dif B B-dif C D D-dif Tabel 5 Overzicht van verwachte effecten per inzamelvariant op volumes per afvalstroom 10 van 11

11 Onderlinge verhouding verwerkingskosten per variant nu A A-dif B B-dif C D D-dif Tabel 6 Overzicht van de verwachte effecten op de verwerkingskosten per variant Versie van 11