Een afdruk maken met een plotmodel in MicroStation V8i

Transcriptie

1 Een afdruk maken met een plotmodel in MicroStation V8i Je kunt met MicroStation op verschillende manieren een afdruk maken. Deze omschrijving gaat alleen over het maken van een afdruk met behulp van plotmodels. Plotmodels worden in MicroStation termen SHEETMODELS genoemd; in AutoCAD termen PAPERSPACES of moderner LAYOUTS. Stappenplan Saved View aanmaken Maak eerst van het af te drukken gebied een Saved View. Klik in de toolbox PRIMARY TOOLS op de optie SAVED VIEWS. Het dialoogvenster SAVED VIEWS verschijnt. Kies in het dialoogvenster SAVED VIEWS op de optie CREATE SAVED VIEW. Hierna verschijnt het venster CREATE SAVED VIEW. Zet de METHODE op FROM 2-POINTS en VIEW TYPE op SAVED VIEW. Zet de optie CREATE DYNAMIC VIEW uit. Geef het af te drukken gebied eerst een naam en trek vervolgens een venster om het af te drukken gebied. Het Saved View wordt gegenereerd. Sheet model aanmaken 1. Maak een 2D sheetmodel aan. Activeer het MODELS dialoogvenster via het blauwe models icoon in de Primary toolbox of via FILE > MODELS 2. Klik in het dialoogvenster models op CREATE A NEW MODEL. Het dialoogvenster CREATE MODEL verschijnt. Je hoeft in dit dialoogvenster maar enkele instellingen te doen. Laat de rest van de instellingen op de standaard waarde staan! 3. Kies bij de optie TYPE voor SHEET en 2D en geef het sheetmodel bij de optie NAME de gewenste naam; 4. Wees er zeker van dat de optie ANNONATION SCALE op de waarde FULLSIZE 1:1 staat; 5. Zet de optie DISPLAY SHEET LAYOUT aan en kies bij de optie SIZE het gewenste papierformaat A4 t/m A0, deze papierformaten hebben de werkelijke papierformaat grootte; 6. Klik op OK. Pagina 1 van 6

2 Het sheetmodel wordt geopend met het papierformaat als Boundary zichtbaar. De linker onderhoek ligt op het coördinaat 0,0. Het is nu handig om eerst het plotkader met kaderhoofd te plaatsen. Dit is vaak een cel. Kader + kaderhoofd plaatsen 7. Klik op ELEMENT > CELLS of klik op het CELL icoon in de Primary toolbox; het dialoogvenster Cell Library verschijnt. 8. Klik, indien er geen bibliotheek is gekoppeld, in het dialoogvenster CELL LIBRARY op FILE > ATTACH FILE Pagina 2 van 6

3 9. Het dialoogvenster ATTACH CELL LIBRARY verschijnt waarmee je kunt browsen naar de kader cellbilbiotheek. 10. Dubbelklik op de juiste cell en plaats deze via de automatische snap op de rechter onderhoek. References koppelen De af te drukken tekening dient nu als reference gekoppeld te worden. De af te drukken tekening kan zijn: een bestaand model in dezelfde tekening; een model uit een andere tekening. Een bestaand model in dezelfde tekening 11. Activeer het dialoogvenster Saved View. 12. Sleep vanuit het Saved View dialoogvenster het zojuist aangemaakte Saved View in de tekening. 13. Het dialoogvenster REFERENCE ATTACHMENT SETTING FOR.verschijnt. Het veld ORIENTATION staat automatisch op TOP Pagina 3 van 6

4 14. Voer bij de optie SCALE de juiste schaal in en vink des gewenst de optie SYNCHRONIZE WITH SAVED VIEW aan. Dit heeft het volgende voordeel: als het Saved View wordt gewijzigd dan wordt deze wijzing ook doorgevoerd in het plotmodel. Klik vervolgens op OK. 15. Het Saved View hangt nu verschaalt aan de muisaanwijzer. Geef het Saved View een plek in het plotmodel. 16. Als de schaal niet goed is gekozen dan kan deze snel veranderd worden onder in het References dialoogvenster bij de SCALE optie. Pagina 4 van 6

5 17. Met het commando CLIP REFERENCE kan de reference afgeknipt worden langs de randen van het kader. Hiervoor is (bij sommige organisaties) een speciaal element in het kaderhoofd geplaatst: het zogenaamde CLIP ELEMENT. Je kunt natuurlijk ook zelf een (of meerdere) Clip Elementen in de tekening plaatsen. Zorg er dan wel voor dat dit een gesloten element is. 18. Met het commando MOVE REFERENCES kan de reference verplaatst worden. Let op! Als de optie MOVE BOUNDARY WITH REFERENCE aanstaat dan kun je de totale reference verplaatsen; staat deze optie uit dan kun je de reference onder het plotkader doorschuiven. Pagina 5 van 6

6 Plotmodel afdrukken Je kunt een plotmodel op verschillende manieren afdrukken. De onderstaande beschrijving kan afwijken van de methode die je nu gewent bent. Dit houdt niet in de dat momenteel door jou gebruikte methode verkeerd is. De onderstaande methode heeft mijn voorkeur en maakt gebruik van standaard MicroStation Print. Letop! Indien je gebruik hebt gemaakt van een oversized papier formaat dan moet je gebruik maken van IPLOT. 19. Activeer het printdialoogvenster via ELEMENT > PRINT 20. Selecteer via het icoon CONFIGURE WINDOWS PRINTER (het windows vlaggetje ) de juiste printer en kies het juiste papierformaat. 21. Omdat je via een Sheet Model een print maakt, wordt het printgebied automatisch ingesteld; de optie AREA staat op SHEET. 22. Via de optie CoLor kun je een kleuren print (TRUE COLOR) of een zwart/wit print (MONOCHROME) maken. 23. Als alles is ingesteld klik je op het PRINT icoon, waarmee de afdruk naar de printer wordt gestuurd. Pagina 6 van 6