NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

Transcriptie

1 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 5 e vergadering 13 februari 2014, avond Openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op maandag 13 februari 2014 te uur. Voorzitter: de heer mr. J.H.C. van Zanen, burgemeester. Aanwezig zijn de leden: Van Asperen, Baş, Beerlage, De Boer, Bos, Bottse, Bouazani, Buunk, Van Corler, Dibi, Dijk, Eggermont, Fokke, Flipse, Geldof, Van Gemert, Gilissen, Haage, Hakbijl, Hamid, Ikkersheim, Işik, Kleuver, Koopmans, Kroes, Kuijper, Mos, Mulder, Oldenborg, Paardekooper, Post, Roodenburg, Rottier, Rijpma, Van Schie, Schipper, Smid, Verschuure, Vink, De Vries, Van Waveren, Wijmenga, Wijntuin en Zwanenberg. Afwezig is het lid: Rollingswier. Tevens zijn aanwezig de wethouders: Everhardt, Isabella, Kreijkamp, Lintmeijer, De Rijk en Spigt. Griffier: de heer drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening van de vergadering door de voorzitter. De VOORZITTER: Dames en heren! Hartelijk welkom allemaal, ook de mensen op de publieke tribune en de mensen die thuis meekijken of -luisteren. Wij zullen dadelijk doorgaan met de gewone agenda. Wij beginnen dan met de bijdrage van het college door wethouder Everhardt. Voor wij daaraan toekomen, vraag ik uw aandacht voor het afscheid van de heer Watze de Boer, de voorzitter van de Rekenkamer. Volgens mij is er iets met de verwarmingsinstallatie aan de hand. Dat is niet zomaar te verhelpen. De ramen kunnen niet open. Het is even niet anders. Er wordt aan gewerkt, maar ik vrees dat het warm blijft. Afscheid van de voorzitter van de Rekenkamer, de heer mr. W.R. de Boer. De VOORZITTER: Dames en heren! Het afscheid van de heer Watze de Boer is aanstaande. Sinds 1 januari 2005 is hij voorzitter van onze Rekenkamer. Daaraan voorafgaand, vanaf 26 juni 2001, was hij voorzitter van de rekenkamercommissie. De Utrechtse gemeenteraad had in 2001 behoefte aan een serieuze beleidsevaluatie. Dat heeft de huidige gemeenteraad overigens nog steeds. Is het beleid van de raad en het college wel effectief? Zijn de uitgaven aan het beleid verantwoord? In de loop der jaren heeft de rekenkamercommissie bestaande uit raadsleden zich ontwikkeld tot een rekenkamer met een onafhankelijk bestuur en een klein, maar professioneel stafbureau met een stroom van gemiddeld drie à vier vervolgonderzoeken en rekenkamerbrieven per jaar. Met al die producten heeft de Rekenkamer waardering geoogst. Namens de raad spreekt de nestor, de heer Oldenborg, u dadelijk toe. Morgen, tijdens de ontvangst ter gelegenheid van uw afscheid, zal ik nog een paar dingen zeggen, misschien nog vriendelijker dan nu. Voor dit moment zou ik het willen laten bij een dankbetuiging, ook persoonlijk, aan uw adres. Het is werkelijk mooi om te zien hoe de Rekenkamer zich heeft ontwikkeld tot het instituut dat het nu is. Voordat ik het woord geef aan de nestor dank ik u voor uw inzet voor de stad en bestuur en voor de dienst die u onze lokale democratie met uw inzet hebt bewezen. Dat uw hart ligt bij het rekenkamerwerk blijkt uit uw nieuwe functie: voorzitter van de rekenkamer van nota bene Den Haag. Dat lijkt mij een uitdagende functie waarmee ik u veel succes wens. De heer OLDENBORG (SLU): Voorzitter! Beste Watze! Dames en heren. "Idee 59. Neem een raad aan. Deze: dat ge geen raad aanneemt."

2 Avondvergadering van 13 februari Het jaarverslag 2009 van onze Rekenkamer begon met een citaat van Eduard Douwes Dekker, oftewel Multatuli, die wij kennen als schrijver van een aantal beroemde boeken. Wij zouden uren kunnen discussiëren over de waarde van dit idee. Het is een paradoxale uitspraak zoals Multatuli die wel vaker deed. Over die uitspaak zouden wij een interessante discussie kunnen voeren, maar dat doen wij vandaag maar niet. Wij kunnen ons afvragen of het toeval is dat dit citaat in het jaarverslag van de Rekenkamer is terechtgekomen. Ik denk niet dat het toeval is. Er zijn nogal wat overeenkomsten tussen Watze de Boer en Eduard Douwes Dekker. Eduard Douwes Dekker begon als kommies bij de Algemeene Rekenkamer in Batavia. Dat is al een frappante overeenkomst met de functie van Watze de Boer. De bekendste roman van Eduard Douwes Dekker, "Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy" uit 1860 gaat voor een deel over de handel in koffie. Ook dat is iets wat jou, Watze, niet onbekend is, gezien jouw betrokkenheid bij de koffiehandel met Rusland. Dat is een van de dingen die jij in je leven hebt uitgevoerd, in dit geval zelfs heel letterlijk. Jij hebt een uitgebreid curriculum vitae waarin onderzoek en financiën een steeds terugkerend thema zijn. Jij bent ooit begonnen als politie-inspecteur bij de gemeentepolitie in Den Haag. Dat is een plek waar jij ongetwijfeld jouw drang hebt kunnen botvieren om het naadje van de kous te willen weten. Dat is een van de eigenschappen die jij onmiskenbaar bezit en die jou bij uitstek geschikt hebben gemaakt voor jouw rol bij de Utrechtse Rekenkamer en de manier waarop jij die hebt ingevuld. Het gebeurt nogal eens dat een voorzitter wordt ingehuurd om de boel bij elkaar te houden en om een aantal zaken naar buiten toe te regelen. Dat was jou echter een te beperkte rol. Dat is heel duidelijk, want eerst bij de rekenkamercommissie, als enige onafhankelijke lid en daarna als voorzitter van de Rekenkamer heb jij jezelf altijd erg aangetrokken gevoeld tot het feitelijke onderzoek ten behoeve van het rekenkamerwerk. Jij hebt jezelf daarmee steeds actief bemoeid. Ik heb van jouw medewerkers begrepen dat zij dat buitengewoon hebben gewaardeerd en dat zij geen andere voorzitter zouden willen hebben gehad omdat zij het heel erg waardeerden dat zij met jou konden sparren over de manier waarop het onderzoek ging. Daarbij speelt ongetwijfeld mee dat jij heel veel weet. Ik heb al gezegd dat jij een uitgebreid curriculum vitae hebt. Dat vele weten is er niet per ongeluk, want dat komt omdat jij altijd overal opduikt waar informatie te vergaren valt en waar iets te doen is. Wij zien jou altijd aandachtig luisterend achter in de zaal, bij openingen en recepties en in de kroeg aan de overkant. Jij bent het ultieme voorbeeld van een netwerker. Jij haalt jouw informatie overal vandaan. Natuurlijk schreef jij de raad elk jaar braaf een briefje met de vraag of wij nog wat onderzocht wilden hebben, maar je wist allang wat de meesten van ons bezighield, want dat had jij allang gehoord. Met die kennis wist jij een aantal onderwerpen aan te pakken dat niet alleen lokaal, maar ook nationaal zeer tot de verbeelding heeft gesproken. Ik noem bijvoorbeeld de aanpak van grote projecten, de manier waarop wij worstelen met het Stationsgebied, de informatievoorziening daaromtrent en de financiële stromen ervan. Jullie hebben dat in kaart gebracht en jullie hebben daar een model voor gemaakt dat ook in andere grote steden wordt gebruikt. Omdat alle grote steden hetzelfde probleem hebben - ik hoef alleen de Noord-Zuidlijn maar te noemen en ook in Den Haag heeft men het een en ander te verhapstukken gehad - was dat een teken van het feit dat jij niet alleen lokaal bezig was, maar ook verder keek. Dat blijkt ook uit het feit dat jij voorzitter was van de samenwerking met de andere G4-steden. Jullie hebben gezamenlijk het onderzoek naar luchtkwaliteit gedaan waaraan de raad en anderen buitengewoon veel hebben gehad. Dat jij verder kijkt dan alleen de rekening van Utrecht blijkt uit het feit dat jij een van de initiatiefnemers bent van de landelijke club van lokale rekenkamers. Bij de manier waarop jij hebt gewerkt, heb jij de raad en de colleges steeds een spiegel voorgehouden. Jij hebt ons doordrongen van de noodzaak om onze taak als gekozen controleur van het overheidshandelen ten volle waar te maken. Laatst heb jij dat benadrukt in een interview in het AD/UN. Toen heb jij ook jouw zorgen uitgesproken, maar ik was tegelijkertijd heel blij toen ik las dat jij vindt dat de financiën in Utrecht best aardig in orde zijn. Jij zei in Den Haag nog wel wat te doen te hebben. Wij mogen dus best een beetje trots zijn. Als het bij ons redelijk in orde is, dan heb jij jouw steentje daaraan bijgedragen. Dat blijkt zo te zijn. Ik heb erover nagedacht, maar volgens mij is het maar zelden gebeurd dat de aanbevelingen uit jullie rapporten en brieven niet volledig door de raad zijn overgenomen. Ongetwijfeld zullen wij er wel eens iets bij hebben bedacht, maar ik kon daarvan geen voorbeelden vinden. Dat betekent dat de Rekenkamer haar werk goed heeft gedaan en dat het college ermee aan de slag kon.

3 Avondvergadering van 13 februari Als men dwarslag, had de Rekenkamer altijd weer een prachtig nawoord waar ons nog eens werd verteld er goed op te letten. Dat werkte met name goed in de "wordt gevolgd"-rapporten. Dat bleek een zeer doeltreffende manier te zijn om het oude gezegde "zij dronken een glas, zij deden een plas en alles bleef zoals het was" onderuit te halen. De vele kritische noten in de rapporten vormen het bewijs van de stelling dat geleerde lessen vaak snel wegzakken. Als men kennis niet onderhoudt, raakt men die kwijt. Dat betekent voor de raad dat die als een bok op de haverkist moet zitten. De raad moet constant blijven bekijken hoe het met de gemaakte afspraken gaat. De Rekenkamer heeft ons daarmee op een geweldige manier geholpen. Velen van ons - ik denk daarbij ook aan vroegere dierbare collega's waarmee jij regelmatig in discussie was, zoals Nicole en Salomé - hebben de afgelopen jaren contact met jou gehad en jou gebruikt als praatpaal. Soms hebben wij jou gebruikt om een proefballonnetje op te laten. Tegelijkertijd deed jij hetzelfde bij ons. Dat was heel waardevol. Als ik terugkijk naar mijn verhaal, naar idee 59, over het aannemen van raad, dan denk ik eigenlijk dat idee 46 van Multatuli veel beter bij jou past. Idee 46 luidt: "Ik geef wenken, geen regels." Dat is precies wat de Rekenkamer al die jaren heeft gedaan. Jij gaf tips en ideeën. Jij realiseerde je dat als het om de regels ging wij het zelf moesten doen. Jij wilde af en toe best eens even helpen om de regels te formuleren, maar jij gaf de wenk en wij stelden de regels. Ik weet zeker dat wij jouw witte haardos zullen missen als er iets te vieren is, maar vooral zullen wij jouw deskundigheid, jouw collegialiteit en jouw oprechte belangstelling missen voor het werk van de raad en jouw inzicht in het belang van de raad. Met jouw terugkeer als oppersnuffelaar naar Den Haag is de cirkel mooi rond, want jij bent daar ook als snuffelaar begonnen. Namens alle collega's wil ik jou danken voor alles wat jij voor ons hebt gedaan. Ik wens jou heel veel succes in Den Haag en geluk en gezondheid in jouw verdere leven. Ik maak mij sterk dat wij jou in een of ander netwerk nog eens zullen tegenkomen. Ik houd het voor vandaag bij een hand. Ik zal morgen afscheid van jou nemen. (Applaus.) De heer DE BOER (voorzitter Rekenkamer): Voorzitter! Het is vandaag voor mij een gedenkwaardige dag. Na meer dan 12½ jaar neem ik afscheid van deze raad. Dat is voorwaar geen sinecure. De voorzitter en de nestor hebben mooie woorden gesproken. Het zijn woorden die niet alleen aan mij zijn gericht - ik was maar de voorzitter van de Rekenkamer - maar aan de rekenkamer in haar geheel. Men krijgt niet vaak de kans om de raad toe te spreken buiten het presenteren van een rekenkamerrapport om. Ik had het voornemen om de gehele stapel nog eens met u door te nemen. Ik wilde de kleine 200 aanbevelingen nog eens toetsen om uw kennis te bekijken om te zien waar wij staan. De griffier heeft echter gezegd dat ik mijn redevoering luchtig moest houden. De voorzitter van de Rekenkamer luistert natuurlijk naar de griffier. De redevoering mag ook niet te lang duren, want de raad heeft belangrijke zaken op de agenda staan. Na 12½ jaar kijkt iemand wel even om. In 1997 is door de raad met een zeer grote mate van voorzienigheid een rekenkamercommissie in het leven geroepen, een van de eerste in Nederland en ver voordat het voor gemeenten wettelijk verplicht werd om een rekenkamer te hebben. In 2001 was de overgang naar een gemengde commissie, bestaande uit drie externe leden en vier raadsleden. Daarvan mocht ik de voorzitter zijn. In 2005 besloot de raad ten gevolge van evaluaties dat in de rekenkamercommissie raadsleden geen zitting meer hoefden te hebben. Men zou het met externen kunnen doen. Men heeft echter een open sollicitatie uitgeschreven. Ik heb toen besloten om weer te solliciteren, maar alleen naar de functie van voorzitter. Ik mocht dat toen weer worden. Nu zijn wij aangeland in 2014, voor mij dik 12½ jaar later. De Rekenkamer doet bevindingen, trekt conclusies en doet aanbevelingen. Ik heb in deze periode drie raden, drie burgemeesters, drie colleges, drie gemeentesecretarissen, één griffier en één voorzitter van de Rekenkamer geobserveerd. Ik trek daaruit geen conclusies. Ik laat dat graag over aan de raad. Het zijn van die dingen die men ziet. In weinig raadsleden zullen dat nog weten - was het eerste jaar dat Utrecht niet langer viel onder de artikel 12 procedure. Sinds 1988 had de gemeente Utrecht zich in die procedure bevonden. Het is een procedure waarbij het Rijk min of meer alle bevoegdheden van de gemeente overneemt. Ik heb wel eens gezegd dat alle leuke dingen dan worden geschrapt. Het is opvallend dat 1997 het jaar is waarin de rekenkamercommissie van start ging en dat ze nog steeds bestaat. In al die 17 jaar is de gemeente niet opnieuw in de artikel 12 procedure terechtgekomen. Ook dat is een bevinding waarvan ik de conclusies graag aan de raad overlaat. De Rekenkamer heeft ook prijzen mogen ontvangen. De nestor memoreerde het feit dat er een Nederlandse vereniging van rekenkamers is. Utrecht is zes keer genomineerd geweest voor het beste rekenkamerrapport en heeft drie keer de prijs gewonnen.

4 Avondvergadering van 13 februari Ik kan mij herinneren dat wij bij de eerste keer van het college een bloemetje kregen. Daarna niet meer. Ik weet niet wat daarvan de reden is geweest. Ook bij de Nederlandse vereniging van rekenkamers stak dat. Die is toen even opgehouden met het geven van prijzen om zich te herbezinnen. Vervolgens heeft ze de spelregels aangepast en sindsdien hebben wij de prijs niet meer gewonnen. Men ziet hetzelfde bij indicatoren en collegedoelen. Als die niet worden gehaald, wordt tussentijds wat aangepast en dan komt het toch weer goed. Uiteindelijk gaat het om het nut en de noodzaak van de Rekenkamer. De rekenkamer is in eerste instantie de trouwe helper van de raad. Ik heb altijd al gezegd dat het niet om onze aanbevelingen gaat, maar om de besluiten die de raad neemt naar aanleiding van de aanbevelingen. Het gaat er niet om dat wij door het college of de organisatie niet serieus worden genomen, het is veel erger als de raad niet serieus wordt genomen. Ik wil dat nog even illustreren aan de hand van een voorbeeld. Wij hebben ooit een onderzoek gedaan genaamd "Gaten in het geheugen". Daarvoor hebben wij overigens de prijs voor de beste titel van een rekenkamerrapport gekregen. Het was een onderzoek naar een saai onderwerp: het archiefbeleid. Het ging over de parkeergarage Lepelenburg. Een aantal raadsleden zal zich dat herinneren. Naar aanleiding van het onderzoek in 2004 stelde het college, mede door het besluit van de raad, op onze aanbevelingen EUR 1 miljoen extra ter beschikking om de zaak in orde te krijgen. De nestor zei het al. Wij hebben de onhebbelijkheid om na een paar jaar nog eens te bekijken hoe het ermee voorstaat. Dat hebben wij in 2007 gedaan. Wij hebben ook bekeken hoe het met de EUR 1 miljoen was gesteld. Van de EUR 1 miljoen was inmiddels EUR ,00 gebruikt. Daarmee is op zichzelf niets mis. Daarvoor was het geld bestemd. Wij constateerden echter dat het geld vooral was besteed aan plannen, analyses en pilots. Van uitvoering en verbetering van het archief is nog niet zo veel gebleken. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de rekenkamer twee jaar geleden bezoek van de archiefinspecteur heeft gekregen. Ik moet bekennen dat het ook bij ons niet helemaal op orde was. Inmiddels wordt daaraan echter hard gewerkt. Wellicht dat van de EUR 1 miljoen nog iets over is om ons daarbij te helpen. Ik herinner mij Lepelenburg ook in een ander verband. Toen het rapport net was gepubliceerd was ik onderweg en werd gebeld door de Rekenkamer. Men vroeg mij of ik RTV-Utrecht wilde bellen want men wilde mij interviewen, wat ik deed. RTV-Utrecht vroeg mij of ik naar Park Lepelenburg wilde komen, want men wilde mij bij de muziektent over het genoemde onderzoek interviewen. Ik wist echter helemaal niet waar dat was. Ik heb dat niet gezegd, omdat het raar is om een onderzoek naar Park Lepelenburg te hebben gedaan zonder te weten waar het ligt. Ik heb de Rekenkamer gebeld. Daarna heb ik het park gevonden. Ik had echter een déjà vu. De nestor memoreerde het feit dat ik ben begonnen als inspecteur bij de gemeentepolitie van Den Haag. Dat is dertig jaar geleden. Omdat ik jurist was, heb ik niet op de Politieacademie gezeten. Daarom moest ik eerst een paar maanden surveilleren op straat. Daarbij hoorde het bewaken van ambassades: buiten in een gepantserd hokje zitten. Na één of twee uur wordt men afgelost. Ik reed in een mooie, witte Mercedes van de politie. Ik werd opgeroepen om naar de Engelse ambassade te gaan. Ik wist echter niet waar die was. Als ik dat via de mobilofoon zou vragen, zou ik worden uitgelachen. Daarom ben ik naar een tramhalte gegaan en heb iemand de weg gevraagd. Ons werk gaat uiteindelijk om het uitvoeren. Ik wilde dat aangeven met het onderzoek naar het archiefbeleid. Wij doen in Den Haag navolgingsonderzoeken. Onlangs hebben wij in Utrecht een navolgingsonderzoek over het raadsonderzoek naar subsidieverstrekking gedaan. In het verleden is op de Rekenkamer kritiek geuit vanwege de omvang van de rapporten. De raad had er last van dat die vele pagina's en aanbevelingen bevatten. Wie schetst echter mijn verbazing? De raad doet een eigen onderzoek. Er komt een rapport van maar liefst 130 pagina's en 24 aanbevelingen. Toen ik dat zag, dacht ik dat her en der nog wel wat te leren valt. Wij hebben de doorwerking bekeken. Die laat zich goed aanzien. Het college heeft die goed opgepakt. Het onderzoek bevat een lastig stuk waarvoor meer tijd nodig is. Ruimhartig als de Rekenkamer is, heeft ze besloten om ervoor te zorgen dat de doorwerking tot een goed einde komt. De projectleider van het onderzoek, de heer Joop van der Zee, zal voor anderhalf jaar bij MO worden gedetacheerd. Hij kan dan helpen bij het in kaart brengen van de effecten van de subsidie. Zo ver reikt de arm van de Rekenkamer inmiddels. Het werk van de Rekenkamer moet niet door de Rekenkamer zelf worden beoordeeld. Dat moet men vooral anderen laten doen. Ik kreeg vandaag een bericht van een oud-wethouder. Ik zal geen namen noemen, maar een deel van de inhoud voorlezen: "Voor mij waren jullie rapporten en opstelling altijd een kritische, maar nuttige aanvulling op het werk dat ik aan de raad leverde. Jullie hebben een stevig rapport over jeugd en veiligheid geschreven. Daar mocht ik richting raad op reageren. Het werd een mooi debat met uiteindelijk naar mijn idee nuttige vervolgstappen. Mooi vond ik ook dat jij met je team het ook zei als zaken goed gingen.

5 Avondvergadering van 13 februari Zo herinner ik mij een rapport over het uitzetten van gelden. Er waren een paar kleine aanbevelingen met de overall teneur dat het in Utrecht goed geregeld was zonder onverantwoorde risico's. De raad vond dat, herinner ik mij, lastig. Die was gewend aan scherpere aanbevelingen. Maar in een constructieve sfeer werd uiteindelijk ook in de raad bevestigd dat op dit punt Utrecht de zaken behoorlijk op orde had." Ik denk dat dit de essentie van het rekenkamerwerk is. Het gaat niet alleen om overal te wijzen op dingen die misgaan. Men heeft er ook veel aan als de Rekenkamer de raad informeert over dingen die goed gaan. Gelukkig gaan veel dingen goed. Er komt veel op de raad af. De raad vergadert vandaag uitgebreid. Ik heb daarover ook in de krant iets gezegd: over het controlegat en de hulp van de Rekenkamer die nog belangrijker wordt. Dat zou moeten leiden tot het versterken van het budget van de Rekenkamer. Zo vrij ben ik in de krant geweest en zo vrij ben ik ook nu, nu ik toch wegga. Ik heb wat vergelijkingen getrokken. In 1997, bij het ontstaan van de rekenkamercommissie, beschikte die over een budget van f ,00. Ik heb de inflatiecijfers van het CBS bekeken. In 2014 is dat EUR ,00. Het budget van de Rekenkamer is EUR ,00. In zeventien jaar zijn wij relatief vooruit gegaan, maar niet overdreven veel. Als wij de uitkeringen uit het gemeentefonds bekijken - daarin moet het Rijk het geld storten in het kader van de drie decentralisaties; die zijn nog niet voor 100% zeker - zal het al gauw meer dan EUR 200 miljoen zijn. Dat is een vergroting van bijna 50%. Daar zou ruimte kunnen zijn voor de steunende functie van de Rekenkamer. De complexiteit van het werk neemt steeds toe. De Rekenkamer moet haar nut en noodzaak blijven bewijzen en moet vernieuwen. Ze moet meer aansluiten op de actualiteit. Ik gaf het voorbeeld van mijn collega in Rotterdam. Hij schreef in het kader van de financiering van het Feyenoordstadion kort voor de raadsbehandeling een aardige brief, neutraal, zonder oordeel, over hoe hij had berekend hoe die in elkaar stak. Het beleid wordt complexer en omvangrijker. Daarbij kan de raad alle hulp gebruiken. Het gaat niet alleen om geld. Die indruk wil ik niet wekken. Daarom is de naam "Rekenkamer" soms een beetje misleidend. Ter gelegenheid van mijn afscheid kreeg ik een bericht van iemand uit het veld. Hij schreef: "Wat ik in jou bewonder, is de noodzakelijke afstand om zaken te bekijken. Ik stoor mij nogal eens aan het kortetermijnpolitieke gehijg om te scoren. Denk na. Zet lange lijnen uit. Weet wat je wil bereiken. Geef organisaties de financiële ruimte om doelen te kunnen realiseren. Zorg voor helderheid over het verloop en neem daarin alles mee. Niet alleen de centen, maar ook, en vooral, de mensen. Er wacht u een zware taak in het kader van de zorg voor de kwetsbaren. Die taken worden alsmaar groter en omvattender." Sinds 1 november jl. heb ik in Den Haag mogen rondkijken. Ik zie grote verschillen met Utrecht. Ik heb inmiddels een aantal fracties in Den Haag gezegd dat Utrecht veel dualer is. In Den Haag is het college de baas. De raad bepaald niet. Dat komt enerzijds door de samenstelling van het college, maar vooral ook door de versnippering van de raad. Wat de Haagse gemeenteraad van de Utrechtse kan leren - los van het feit dat de raad in Utrecht dualer is en zoals het hoort de baas is - zijn de omgangsvormen. Ik heb in Den Haag vol verbazing een aantal vergaderingen bijgewoond. Als men zó met elkaar omgaat, moet men niet verbaasd zijn dat op 19 maart a.s. weinig mensen stemmen. Dat is triest. Utrecht wordt in de G4 wel eens als te lief beschouwd, maar ik zou zeggen: Utrecht, blijf zoals u bent. Utrecht heeft de beste en de meest effectieve gemeenteraad. Het raadslidmaatschap is een roeping. Hetzelfde geldt voor het voorzitterschap van de Rekenkamer. Ik heb het werk altijd met grote voldoening gedaan. Ik vond het een eer om de raad bij het werk behulpzaam te zijn. Ik wil dankzeggen voor de goede samenwerking die de Rekenkamer heeft ondervonden zowel met het college - ook de voorgaande colleges - als met de organisatie. Alleen op zo'n goede basis kan de Rekenkamer haar werk doen. Ik wens u alle sterkte toe bij het uitoefenen van uw belangrijke taak. Ik wil mijn verhaal luchtig eindigen. Ik hoor vaak zeggen: "Rekenkamer, blijf weg uit de politiek." Ik hoor ook vaak zeggen: "Er wordt zo gereageerd, maar dat is politiek." De verkiezingen staan voor de deur. Politici worden gekozen en herkozen, maar wat is politiek? Er zijn meer mensen die met die vraag worstelen. Ik las een verhaaltje over een jongen. Hij vraagt aan zijn vader: "Pap, wat is eigenlijk politiek?" Vader zegt: "Dat is heel eenvoudig. Ik breng het geld thuis, dus ik ben het kapitalisme. Jouw moeder beheert het geld, dus zij is de regering. Opa ziet erop toe dat alles ordentelijk verloopt, dus hij is de overheid. Het dienstmeisje is de arbeidersklasse. Wij hebben alleen één doel voor ogen: jouw welzijn. Daarom ben jij het volk. Jouw kleine broertje dat nog in de luiers loopt, is de toekomst." De zoon denkt na en vraagt of hij daarover een nachtje mag slapen. Hij wordt 's nachts wakker omdat zijn broertje in zijn luier heeft gepoept en vreselijk schreeuwt.

6 Avondvergadering van 13 februari Omdat hij niet weet wat hij moet doen, gaat hij naar de slaapkamer van zijn ouders. Daar ligt alleen zijn moeder. Die slaapt zo vast dat hij haar niet wakker krijgt. Daarom gaat hij naar de kamer van het dienstmeisje toe. Hij ziet dat zijn vader bij haar in bed ligt en met vreemde dingen bezig is. Hij ziet dat opa onopvallend door het raam naar binnen kijkt. Ze zijn allemaal zo druk bezig dat niemand merkt dat hij bij het bed staat. Daarom besluit hij onverrichter zake weer te gaan slapen. De volgende ochtend vraagt zijn vader hem of hij in zijn eigen bewoordingen kan vertellen wat politiek is. "Ja", zegt de zoon, "het kapitalisme misbruikt de arbeidersklasse, terwijl de overheid toekijkt en de regering slaapt. Het volk wordt volkomen genegeerd en de toekomst ligt in de stront." (Applaus.) (De heer Oldenborg overhandigt daarop de heer De Boer een kunstwerk en een bos bloemen.) De voorzitter schorst hierna de vergadering. Na heropening van de vergadering stelt de voorzitter aan de orde de voortzetting van de behandeling van: 1. Voorstel inzake het Uitvoeringsplan Meedoen naar Vermogen 1e fase (Jaargang 2014, nr. 9). Wethouder EVERHARDT (wethouder): Mijnheer de voorzitter! De CDA-fractie sprak over een avontuur. De SLU-fractie sprak over kwaliteit en hoe wij die zullen waarmaken. Dat is de context waarin wij dit onderwerp moeten zien. De staatssecretaris maakt tijdens de rit nogal eens veranderingen. De persoonlijke verzorging komt uiteindelijk niet naar de gemeente toe. Wij verkeren nog midden in een wetgevingstraject. De wettelijke en financiële kaders moeten nog worden vastgesteld. Wij weten één ding zeker: op 1 januari 2015 moeten wij er klaar voor zijn. Dat is een bijzondere context. Men moet zich realiseren dat in Nederland een heel goed gezondheidsen welzijnssysteem is. Op de OESO-lijst staan wij op de tweede plaats. Men kan zich afvragen wat de reden is om het systeem op de schop te gooien. Wij hebben veel waardering voor de professionals die in onze stad elke dag druk bezig zijn met het welzijn en de gezondheid van de inwoners. Toch moeten er veranderingen komen. Dat heeft financiële consequenties. De betaalbaarheid van de welzijns- en gezondheidszorg in de toekomst is een groot vraagstuk. Het kabinet moet daarvoor de verantwoordelijkheid op zich nemen. Men neemt aan dat bij een decentralisatie richting gemeenten het mogelijk moet zijn om met behoud van kwaliteit de kosten te drukken en om misschien de eerste plek op de OESO-lijst waar te maken. Dat is een enorme uitdaging, ook voor onze stad. Wij hebben veel dank voor de waardering van de verschillende fracties voor het voorstel, zeker voor de ChristenUnie-fractie die ook de ambtelijke steun een compliment heeft gemaakt. De ambtenaren hebben keihard gewerkt om op korte termijn ervoor te zorgen dat wij op 1 januari 2015 klaarstaan. Wij hebben daarbij ook een uitvoeringsplan tweede fase nodig. In mijn beantwoording zal ik daaraan refereren. Dat heeft de raad zelf ook gedaan. Er moeten nog veel zaken worden geregeld. De GroenLinks-fractie noemde de prestatie-indicator Kwaliteit. Dat punt nemen wij mee in de uitvoeringsnota tweede fase. Het PGB is een belangrijk vraagstuk. In de commissievergadering is daarover uitgebreid gesproken. Wij zijn het met elkaar eens dat het wettelijke kader nog moet worden vastgesteld. Als de mogelijkheden worden gecreëerd, zullen wij die ook in Utrecht benutten. Hulp bij de huishouding. In de commissievergadering heeft wethouder Spigt daarover de beantwoording op zich genomen. Ik zal de vragen beantwoorden, maar misschien zal wethouder Spigt mij daarbij af en toe helpen. De GroenLinks-fractie heeft gevraagd of de nadere uitvoering van de maatwerkvoorziening kan worden bekeken. Wij zullen die in de uitvoeringsnota tweede fase meenemen. Over hoe de raad zal worden geïnformeerd, is motie 17 ingediend. Ik kom daarop dadelijk terug. De PvdA-fractie noemde cultuursensitiviteit. Andere fracties noemen dat "maatwerk". Wij zullen de cultuursensitiviteit in het systeem verankeren. Wij zijn daarmee druk bezig. Dat staat in de aanvullende brief en ook in het voorstel. Dit punt komt ook in de uitvoeringsnota tweede fase aan de orde. Wij hebben dit punt in de ontwikkelopgave neergezet als specifieke opdracht in een van de zes experimenten waarmee wij bezig zijn.

7 Avondvergadering van 13 februari De keuzevrijheid en de flexibiliteit van het systeem. Het voorbeeld werd genoemd van iemand die door een ander buurtteam wordt geholpen dan haar broer en dat dit handiger moet kunnen. Wij zullen daarmee in de uitvoering rekening houden. Wij komen daarop in het uitvoeringsplan tweede fase terug. De PvdA-fractie heeft amendement 9 ingediend. Ik zal daarop dadelijk ingaan. De PvdA-fractie heeft over hulp in de huishouding aangegeven dat buurtcollectieven ook de ruimte en het minimumloon moeten krijgen. Het college heeft dat goed gehoord. Wij zullen ons dat ter harte nemen als de uitvraag aan de orde is. De raad wordt daarover op dat moment geïnformeerd. De VVD-fractie heeft motie 18 over nieuwe toetreders ingediend. Ik zal daarop dadelijk terugkomen. De CDA-fractie heeft gevraagd of wij gebruikmaken van het netwerk Informele zorg. Wij zullen dat zeker gaan doen. In de commissievergadering hebben wij aangegeven dat wij bij het buurtteam in Kanaleneiland de verbinding hebben gemaakt met een heel mooi initiatief dat in Hoograven over ouderen is genomen. De gespecialiseerde zorg en de vrijwillige inzet zijn daar bij elkaar gevoegd. Ook mantelzorg speelt daar een belangrijke rol. De SP-fractie heeft het begrip "mantelzorg" benadrukt. Wij zullen dat zeker in de uitvoeringsnota tweede fase verankeren. De CDA-fractie zei dat bij het recht op zorg het inkomen niet bepalend mag zijn. De wet is daarbij leidend. Er is natuurlijk een resultaatsverplichting. Die staat nu al in de wet. Ik ga ervan uit dat die erin blijft staan. De resultaatsverplichting is onafhankelijk van het inkomen van de betrokkene. Zo steekt de Wmo in elkaar. Ik heb geen enkele informatie dat dit anders zal worden. Gevraagd werd om twee verschillende aanbieders, één voor het team Jeugd en de andere voor het team Sociaal. Wij zullen daarvoor zorgen. Ook werd gevraagd of aan het einde van de volgende coalitieperiode een evaluatie kan plaatsvinden. Dat lijkt ons zeer verstandig. Wij zullen op dat moment een evaluatie ter tafel brengen. Misschien loopt de financiering dan nog een paar maanden door, maar uit de evaluatie kunnen dan al conclusies worden getrokken. Men heeft gevraagd hoe het budget flexibel kan worden gehouden. In de commissievergadering heb ik een bedrag van EUR 16 miljoen genoemd. Dat is echter niet het totale budget. Er zit nog een budget omheen. Wij moeten afwachten hoeveel Den Haag ons zal toerekenen, maar daarin is natuurlijk ruimte. In de buurtteamopgave zelf - wethouder Spigt heeft daarover vragen beantwoord - is een innovatietaakstelling opgenomen. Kwaliteit en toekomstbestendigheid zullen daarbij een belangrijke rol spelen. Daaromheen is een ruim budget, maar hoe groot dat is, weten wij niet. De CDA-fractie heeft motie 19 ingediend. Ik zal daarop dadelijk terugkomen. De D66-fractie heeft gevraagd of de buurtteams aan de achterkant goed functioneren. Wethouder Spigt heeft daarover al het een en ander gezegd. Ik heb dezelfde aansturing voor ogen als hij. Wie weet kan dat in de nieuwe coalitie bestuurlijk in één hand terechtkomen. Het punt is in elk geval geborgd. Mevrouw Baş vroeg ook naar de vraag achter de vraag. De aanname is 20% maatwerk en 80% collectiviteit. Het valt mij op dat in een ander dossier, de cannabisteelt, een minister 20% - 80% heel hard als uitgangspunt neemt. Ik noem het een aanname, want wij kunnen de percentages niet hardmaken, net zo min als de minister in dat andere dossier. De vraag achter de vraag kan in ieder geval op een goede manier worden opgevangen. Er kan eventueel een verschuiving van de percentages plaatsvinden, maar dan moeten wij wel bekijken hoe dat financieel zal uitpakken. De vraag over het privacyprotocol is verwoord in motie 20. Ik kom daarop dadelijk terug. De SP-fractie heeft terecht de ouderen centraal gesteld. Ik verwijs naar de ontwikkelopgave in Kanaleneiland. Wij zullen hierover in de uitvoeringsnota tweede fase een aparte paragraaf opnemen. Wij zullen het vraagstuk Ouderen centraal aan de orde stellen. Bij de experimenten komen wij tegen dat dit een heel belangrijk vraagstuk is. Het maatwerk heeft sowieso een signalerende taakstelling. De collectiviteit is in de kern vanzelfsprekend het schoonmaakwerk. Wij gaan nog steeds uit van logisch menselijk handelen en van een "niet pluis"-gevoel dat deze mensen kunnen hebben. Dat moet direct in het buurtteam een plek krijgen. Dat is echter geen signalerende taak die wordt uitgevraagd. Ik kan dit niet mooier maken dan het is. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Volgens mij kan dat wel mooier worden gemaakt dan het is, want wij beginnen er net mee. Wij kunnen alles eisen. Zou het niet goed zijn als wij twee vliegen in een klap slaan? Als een collectief schoonmaakbedrijf een signalerende taak krijgt - men krijgt niet de opdracht om een kwartier lang signaleren, maar men moet erop letten dat men signaleert - dan scheelt dat aardig wat keukentafelgesprekken.

8 Avondvergadering van 13 februari Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Ik begrijp de redenering van mevrouw Van Gemert. Ik heb aangegeven dat zowel in het "niet pluis"-gevoel als in het menselijke handelen - als iemand vaak bij mensen thuiskomt om schoon te maken - de signalerende taak is verdisconteerd. Het zal echter niet zo'n harde uitvraag zijn als bij het maatwerk. Ik denk dat wij elkaar daar in de details best zullen kunnen vinden. De ChristenUnie-fractie maakte het punt van de keuzevrijheid duidelijk. De ChristenUnie-fractie heeft op die vraag meteen het antwoord gegeven. Wij zullen dat punt goed moeten aanpakken. In de uitvoeringsnota tweede fase komen wij daarop zeker terug. De heer WIJMENGA (ChristenUnie): Voorzitter! Een van mijn problemen is dat het vaag is waar wel en waar geen keuzevrijheid is. Dat zou ik in de uitvoeringsnota tweede fase graag meer expliciet aangegeven willen zien. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Dat is precies het antwoord dat ik wilde geven. Wij zijn het daarover eens. Het is genotuleerd. De ambtelijke steun knoopt dat in de oren. Amendement 9 is hetzelfde als amendement 8, maar heeft een andere titel. Wethouder Spigt heeft gezegd eraan te zullen werken. Het college gaat ook akkoord met amendement 9. Motie 17 is niet alleen belangrijk voor de Wmo-verstrekkingen, maar hetzelfde geldt voor het gehele systeem. Ik wil motie 17 derhalve iets breder oppakken. Als men mij toestaat om motie 17 op een bredere manier invulling te geven, dan zal de raad ook in de andere zaken inzicht krijgen. Met die interpretatie kan ik motie 17 overnemen. Motie 18 gaat over de nieuwe toetreders. Wethouder Spigt heeft die al overgenomen. Met gevoel voor de Utrechtse situatie in combinatie met een open blik kunnen wij motie 18 overnemen. Motie 19 gaat over het afleggen van huisbezoeken aan ouderen. In de uitvoeringsnota tweede fase willen wij een aparte paragraaf aan ouderen besteden. Wij willen ook bekijken hoe het buurtteam en ouderen op een goede manier aan elkaar kunnen worden gekoppeld. In motie 19 wordt heel dwingend één middel voorgeschreven: eenmaal per jaar zelf op bezoek gaan. Of alle ouderen daarop zitten te wachten, is nog maar de vraag. Kan daarin niet wat flexibiliteit worden gegeven? Wij hebben ook wijkverpleegkundigen rondlopen die door de zorgverzekeraar worden gefinancierd. Is het niet zinvoller om de suggestie die motie 19 doet om het contact dat het buurtteam met de ouderen in de buurt heeft mee te nemen in de uitvoeringsnota tweede fase zodat wij daaraan handen en voeten kunnen geven in plaats van het dwingende karakter van motie 19 te volgen? De heer SMID (CDA): Voorzitter! Of het buurtteam zelf ervoor zorgt dat de samenwerkingspartners bij de ouderen op bezoek gaan, vind ik niet zo'n probleem, maar na de discussies die wij hebben gevoerd over de keukentafelgesprekken wil ik wel iets vastleggen waaraan wij het college en de werkwijze kunnen toetsen. Als wij niets vastleggen, ben ik bang dat de ouderen nog steeds geen bezoek krijgen. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Wij zullen in de uitvoeringsnota tweede fase de raad een voorstel doen over hoe wij het contact tussen het buurtteam en de ouderen in de buurt precies zullen vormgeven. Op die manier wil ik deze opdracht meenemen. Ik vind motie 19 een beetje ruiken naar een afvinklijst waarmee wij het goed hebben gedaan als wij bij iedereen op bezoek zijn geweest. Dat is niet de systematiek die wij willen neerzetten. Ik denk ook niet dat de motie dat beoogt. Wij kunnen bij de presentatie van de uitvoeringsnota tweede fase daarover de diepte ingaan. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Ik ben niet de hoofdindiener van motie 19, maar ik vind die wél belangrijk. Het gevaarlijke punt is dat de wethouder vraagt hoe hij motie 19 mag interpreteren. Dat is exact de discussie die wij de afgelopen drie jaar in de raad hebben gevoerd toen wij de vinger achter de keukentafelgesprekken probeerden te krijgen. Wat mij betreft, kan er geen sprake zijn van een vrije interpretatie. Het aantal bezoeken kan worden vastgezet op één keer per jaar. Als aan het einde van dat jaar het niet is gelukt om iedereen te bezoeken, dan kan de wethouder de raad dat komen uitleggen. Misschien had ik dit met de andere meeondertekenaars moeten overleggen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 19 voorlopig wordt gehandhaafd. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Het is aan de raad of de jaarlijkse bezoeken dwingend worden voorgeschreven. Ik zou dat jammer vinden, terwijl ik het met de intentie van motie 19 eens ben.

9 Avondvergadering van 13 februari Ik ben ervan overtuigd dat wij de raad in de uitvoeringsnota tweede fase echt een goed voorstel zullen doen. Ik zou het zonde vinden als het buurtteam verplicht is om één keer per jaar bij alle ouderen op bezoek te gaan, terwijl een wijkverpleegkundige iemand al elke maand bezoekt. Dat is de kern van wat ik betoog. Ik wil graag dat het aantal huisbezoeken flexibel is. De heer IKKERSHEIM (VVD): Voorzitter! Ik wil de wethouder bijvallen en de collega's in de raad aanspreken. Wij moeten dat echt niet doen. Als wij dit pad opgaan, gaan wij helemaal contrair aan de gedachte van meer zelfstandigheid en mensen langer thuis laten wonen de buurtteams eens per jaar verplichten om tachtigjarigen te bezoeken. Laten wij dat met maatwerk doen. Het moet niet zo zijn dat de gemeenteraad van Utrecht uitmaakt wie het buurtteam ongevraagd op bezoek krijgt. Men moet alvorens men motie 19 in stemming brengt even nadenken. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Motie 20 behelst het privacyprotocol. Wethouder Spigt heeft een soortgelijke motie gekregen. Wij zorgen ervoor dat er een privacyprotocol is. Mocht voor een van beide teams sprake zijn van een verbijzondering vanwege een specifiek werkveld dan kan het protocol worden aangevuld. Er zijn zowel een kern als twee subversies vanwege specifieke wettelijke eisen. Die zouden bij Jeugd van toepassing kunnen zijn. De voorzitter schorst hierna de vergadering. Na heropening van de vergadering verleent de voorzitter het woord aan de heer Smid. De heer SMID (CDA): Voorzitter! Wij hebben motie 19 in overleg met de meeondertekenaars gewijzigd. De PvdA-fractie heeft een suggestie gedaan waarvoor wij zeer dankbaar zijn. De CDA-fractie zal de gewijzigde motie 19 steunen. "Motie 19 (gewijzigd) Huisbezoeken afleggen aan ouderen De gemeenteraad bijeen op 13 februari 2013 Constaterende dat - De nota Meedoen naar Vermogen aan de Raad is voorgelegd, - Daarin ook de positie van ouderen in Utrecht aan de orde is, - De problematiek van oudere Utrechters niet altijd in beeld komt bij hulpverleners en overheden. Overwegende dat - Is aangetoond dat ouderen niet altijd de weg weten te vinden naar hulpverleners en instanties, - Is gebleken dat ouderen ook nog niet de weg weten naar de buurtteams en de informatieloketten van U Centraal, - De problematiek van eenzaamheid en sociaal isolement met name bij ouderen in Utrecht pregnant is, - Er eerder in de gemeenteraad regelmatig is gesproken over z.g. keukentafelgesprekken die zouden plaatsvinden met oudere inwoners, - Buurtteams een rol moeten vervullen in het signaleren van de problematieken van ouderen. Spreekt uit dat - Buurtteams in hun werkprogramma opnemen minimaal 1 maal per jaar bezoek af te (doen) leggen aan alle ouderen (vanaf 80 jaar) in de buurten waar zij werken, - Op deze manier de problematiek en de zorgwensen van ouderen in beeld komt, en ook jaarlijks in beeld blijft en gevolgd wordt. En in de totale rapportage van de buurtteams een (vaste) plek krijgt." De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 19 is gewijzigd. De heer IKKERSHEIM (VVD): Voorzitter! Volgens mij blijft de strekking van motie 19 na de wijziging hetzelfde. Kan de heer Smid uitleggen wat aan de strekking van motie 19 is veranderd? De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Smid heeft geen spreektijd meer, maar mevrouw Van Gemert wil de vraag van de heer Ikkersheim graag beantwoorden.

10 Avondvergadering van 13 februari Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Ik vind het altijd superfijn om de VVD-fractie allerlei dingen uit te leggen. Het verschil tussen de oude motie 19 en de nieuwe motie 19 is dat in de oude motie het buurtteam één keer per jaar bij iemand van boven de 80 jaar een keukentafelgesprek voert, maar in de nieuwe motie hoeft dat niet meer per se een hoogopgeleide buurtteammedewerker te zijn. Motie 19 wordt bij het buurtteam weggetrokken. De heer IKKERSHEIM (VVD): Voorzitter! Ik krijg altijd graag uitleg van de SP-fractie. Ik kan van haar veel leren. De SP-fractie en de andere medeondertekenaars van motie 19 zullen ervoor zorgen dat elke 80-plusser één keer per jaar ongevraagd bezoek krijgt. Ik zou zelf met dat bezoek niet blij zijn. De VOORZITTER: U hebt nog even de tijd om aan het idee te wennen. Wij gaan nu stemmen. Op dit moment zijn 42 raadsleden aanwezig. Mevrouw Haage en de heren Rollingswier en Van Waveren zijn afwezig. De heer Van Waveren zal tegen uur komen. De heer POST (PvdA): Voorzitter! Ook mevrouw Haage zal waarschijnlijk nog komen. Aan de orde is de stemming over amendement 9 (Duidelijkheid nu ook bij Meedoen naar Vermogen). Amendement 9 wordt bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de aanwezige leden van de fracties van ChristenUnie, CDA en GroenLinks ertegen hebben gestemd. Aan de orde is de stemming over het geamendeerde voorstel. Het geamendeerde voorstel wordt bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over motie 17 (Maak de uitwerking van de veranderingen inzichtelijk voor de raad). Mevrouw HAMID (GroenLinks): Voorzitter! De wethouder heeft motie 17 overgenomen. Wij trekken motie 17 in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 17 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over motie 18 (Laat de mogelijkheid van nieuwe toetreders voor buurtteams Sociaal open). De heer IKKERSHEIM (VVD): Voorzitter! Wij trekken motie 18 in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 18 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over de gewijzigde motie 19 (Huisbezoeken afleggen aan ouderen). De gewijzigde motie 19 wordt bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van SLU en VVD ertegen hebben gestemd. Aan de orde is de stemming over motie 20 (Privacy eenduidig geregeld). De VOORZITTER: Dames en heren! Motie 20 is door het college overgenomen, maar mevrouw Baş heeft aangegeven motie 20 toch in stemming te willen brengen. De heer IKKERSHEIM (VVD): Voorzitter! Wij zijn tegen motie 20, niet omdat wij tegen privacy zijn, maar wel om die op lokaal niveau te regelen. Wij zijn bang dat gemeenten allerlei eigen privacyprotocollen zullen opstellen. Omdat zorg gemeenteoverstijgend kan zijn, kan de cliënt dan slechter af zijn omdat zich allerlei afstemmingsproblemen kunnen voordoen. Volgens mij ziet motie 20 er aardig uit, maar is ze dat in de praktijk niet. Hierna wordt motie 20 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de VVD-fractie hebben tegengestemd.

11 Avondvergadering van 13 februari Actuele motie. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Van Schie is de volgende motie ingediend. "Motie 10 Onderzoek ruimtelijke inpassing bushaltes Vredenburg De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op donderdag 13 februari 2014 Constaterende dat: - De raad op 30 mei 2013 raadsbesluit heeft vastgesteld met het volgende beslispunt: - na afweging van voor- en nadelen tussen de twee varianten voor de inrichting van het Vredenburg, te besluiten tot een derde variant met: - vier bushaltes aan het Vredenburg voor de stadsbussen: twee aan de zijde van het woon-winkelgebouw De Vredenburg en twee aan de zijde van het Infocentrum Stationsgebied, met een éénrichting fietspad aan de noordzijde en een tweerichtingen fietspad aan de zuidzijde en - vier bushaltes in de Sint Jacobsstraat voor de stadsbussen, die in noordelijke richting afslaan. - Het college sindsdien het ontwerp heeft aangepast om een betere doorstroming mogelijk te maken, binnen de kaders van de beslispunten, doch afwijkend van de visualisaties Overwegende dat: - De voorgestelde inrichting het niet mogelijk maakt alle bussen die vanuit de regio komen te laten stoppen aan de noordzijde omdat de bushalte onvoldoende lengte heeft; - De voorgestelde inrichting het niet mogelijk maakt alle bussen die vanuit het centraal station komen en die doorrijden naar de Neude te laten stoppen aan de zuidzijde omdat de bushalte onvoldoende lengte heeft; - Het Bestuur Regio Utrecht heeft aangegeven dat 65m1 bushalte voldoende ruimte biedt om alle bussen die niet doorrijden naar de Sint Jacobsstraat te laten stoppen aan het Vredenburg; - Op een schaalkaart bezien het met een lekenoog wel degelijk mogelijk lijkt om een dergelijke inpassing te realiseren; - De uitvoering nog niet is begonnen zodat kleine aanpassingen nog mogelijk zouden moeten zijn; - Vertraging in de uitvoering niet gewenst is; - Reizigers, winkeliers aan het Vredenburg, het BRU, marktkooplieden en bewoners van Wijk C aandringen op een goede inpassing waarbij zoveel mogelijk bussen hun deur open doen als ze over het Vredenburg komen; - Conclusies van het onderzoek niets zeggen over financiële of politieke haalbaarheid en wenselijkheid van de inpassing. Besluit 1. Een vertegenwoordiging van de raad een onafhankelijk ter zake deskundig bureau opdracht te geven een studie te laten uitvoeren naar de mogelijkheid om de haltestrook van de bussen zó in te passen dat volgens de richtlijnen van het BRU alle - of in elk geval zo veel mogelijk - bussen kunnen halteren aan het Vredenburg, zonder de doorstroming van de afslaande bussen naar de St. Jacobsstraat te beperken; 2. Daarbij als kader de beslispunten van het raadsvoorstel te hanteren; 3. Daarbij tevens de overwegingen vanuit perspectief van de reiziger en de consequenties voor de dienstregeling en financiën in kaart te brengen; 4. Daartoe het Bestuur Regio Utrecht en Q-Buzz als concessieverlener en uitvoerder van het openbaar vervoer te consulteren; 5. Deze second opinion tot een maximum van 3.000,-- te betalen uit het raadsbudget. En gaat over tot de orde van de dag." De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Als liberaal ben ik een groot liefhebber van Monopoly. Ik heb de straten van Utrecht even meegenomen. Favoriet is nog altijd Vredenburg, net vóór Vrij Parkeren, wat de favoriete plek van de gehele VVD-fractie is. Alle gekheid op een stokje. Bouwen op het Vredenburg is natuurlijk hartstikke goed. Het is niet voor niets dat Vredenburg in het Monopolyspel is opgenomen.

12 Avondvergadering van 13 februari Het is al sinds jaar en dag in Utrecht een beeldbepalende straat. Wij willen graag zeker weten dat als de bussen daar straks niet kunnen stoppen dat niet is omdat wij daarvoor hebben gekozen. Het punt is al vaker aan de orde geweest. Ik verzoek deze keer niet het college, maar de raad om te zoeken naar mogelijkheden om meer bussen aan het Vredenburg te laten stoppen in plaats van ze door te laten rijden en bezoekers van het Muziekpaleis en andere prachtige plekken laten staan. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Mijnheer de voorzitter! In de overwegingen van motie 10 staat dat kleine aanpassingen mogelijk zijn. Ik wil echter aangeven dat kleine aanpassingen grote consequenties kunnen hebben. Als de raad overgaat tot de opdracht van motie 10 moet daarin inzicht worden gegeven. Er is al gestart met de uitvoering. De kabels en leidingen zijn verlegd. De bomen zijn vrijgemaakt. De riolering aan de zuidzijde is uitgevoerd. Langs Tivoli-Vredenburg zal rood asfalt komen. Kortom, wij zijn volop met de uitvoering bezig. De raad moet daarmee rekening houden als men nog aanpassingen wil aanbrengen. Wij hadden plannen om de bushaltes te laten terugkomen. Het BRU wilde dat niet. In de commissievergadering is daarover uitvoerig gedebatteerd. Er is een besluit genomen voor een bepaalde uitvoering: er komen twee fietspaden aan de ene kant en één aan de andere kant. De bushalte komt gedeeltelijk terug. De heer VAN CORLER (GroenLinks): Voorzitter! Ik ben blij dat de raad niet over elke bushalte zoveel spreekt als over deze. Als er fracties zijn die behoefte hebben aan een second opinion dan geef ik daarvoor graag de ruimte. Voor de GroenLinks-fractie is de voorwaarde daarvoor dat bij de uitvoering geen of alleen minimale vertraging optreedt. Als men met dit onderzoekje aan de slag gaat, moeten de gevolgen voor de exploitatie van het OV ook worden meegenomen. Wij steunen motie 10 omdat wij ruimte willen geven aan een second opinion als daaraan behoefte is. De heer OLDENBORG (SLU): Voorzitter! Het onderzoek kan buitengewoon nuttig zijn. Er is eerst besluitvorming geweest. Vervolgens is het college iets heel anders gaan doen. Voor de Utrechters is het heel belangrijk dat er een eenduidige uitspraak is of de bushalte er kan komen of niet. Als die er kan komen, moet dat op een andere manier gebeuren dan nu door het college wordt voorgesteld. De heer BEERLAGE (PvdA): Voorzitter! Vorig jaar voor de zomer heeft de raad overhaast een besluit moeten nemen omdat zogenaamd vóór de sinterklaasinkopen de inrichting klaar zou zijn. Dat bleek toch anders te zijn. Wij hebben de schetsen gezien. Op basis daarvan lijkt het ons goed om definitief duidelijkheid te krijgen wat wel en wat niet mogelijk is. Daarom hebben wij motie 10 meeondertekend. De heer WIJMENGA (ChristenUnie): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de stemverklaring van de PvdAfractie. De vorige keer dat ik een second opinion toestond, pakte het plan van de wethouder heel anders uit. Hierna wordt de motie bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over motie 76/2013 (Modernisering rotondes). De VOORZITTER: Dames en heren! Om uw herinnering op te frissen, delen wij motie 76 uit 2013 nog even uit. De motie is ondertekend door de heer Geldof. "Motie 76/2013 Modernisering rotondes De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 14 november 2013 ter bespreking van de programmabegroting 2014 Constaterende: - Dat de gemeenteraad op 3 oktober 2013 het raadsvoorstel Gezonde Lucht voor Utrecht: Uitvoeringsprogramma (exclusief milieuzone personenvoertuigen), kenmerk heeft vastgesteld; - Dat hiermee een budget van 5,9 miljoen euro is bestemd ten behoeve van het pakket personenvoertuigen;