Liquidatieplan Gemeenschappelijke Regeling Brandweer Noordoost Fryslân

Transcriptie

1 Liquidatieplan Gemeenschappelijke Regeling Brandweer Noordoost Fryslân november 2013 Projectgroep Opheffen GR Brandweer NOF

2 Liquidatieplan GR Brandweer NOF Op grond van artikel 17 van de Gemeenschappelijke regeling Brandweer Noordoost Fryslân (hierna GR Brandweer NOF) moet er een liquidatieplan worden vastgesteld door de colleges bij opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling. Het liquidatieplan is een inventarisatie van alle rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling en de manier waarop deze worden afgehandeld. De projectgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van GR Brandweer NOF (brandweercommandant, coördinerend secretaris/algemeen directeur portefeuille Veiligheid NOF en ambtelijke vertegenwoordiging van gemeente Achtkarspelen), vertegenwoordigers van GR Brandweer NWF en vertegenwoordiging van de Veiligheidsregio, hebben dit liquidatieplan gezamenlijk opgesteld. Het liquidatieplan bestaat uit de volgende onderdelen: - bestuurlijk-juridisch - personeel (financieel) - financieel (materieel) - huisvesting - archief Bestuurlijk juridisch traject Het opheffen van de GR Brandweer NOF vloeit voort uit de wettelijke verplichting van de herziene Wet Veiligheidsregio s om over te gaan tot regionalisering van de brandweer. De gemeentelijke brandweer moet dus worden opgeheven. Op 20 juni 2013 heeft het Districtscollege ingestemd voor de ambtelijke voorbereiding in samenspraak met Veiligheidsregio Fryslân voor het opheffen van de GR Brandweer NOF. De GR Brandweer NOF kan worden opgeheven als de colleges daartoe besluiten. Een besluit tot opheffing treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar volgend op dat waarin het besluit is genomen. Het besluit moet daarom uiterlijk 31 december 2013 worden genomen, zodat de regionalisering per 1 januari 2014 kan ingaan. Het districtscollege wordt belast met de liquidatie van de regeling. Het liquidatieplan wordt door de colleges vastgesteld, gehoord het districtscollege. De gemeenteraden moeten formeel toestemming verlenen tot opheffing van de GR Brandweer NOF. Dit op grond van artikel 1 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Het districtscollege blijft in functie voor de uitvoering van de liquidatie. Dit kan dus ook na 1 januari 2014 het geval zijn. De werkgroep zal samen met het districtscollege toezien op de uitvoering van het liquidatieplan. Gelet op de financiële stappen die gezet moeten worden, is de verwachting dat de afwikkeling in de eerste helft van 2014 afgerond kan worden. Personeel Elke afzonderlijke gemeente heeft met Veiligheidsregio Fryslân afspraken gemaakt over welk maatwerkpakket vanaf 1 januari 2014 zal worden afgenomen bij de regionale brandweer. Alle gemeenten binnen de GR Brandweer NOF, met uitzondering van de gemeente Achtkarspelen, dragen de gehele brandweerzorg over aan de Veiligheidsregio/Regionale Brandweer. Het met brandpreventie belaste personeel van de Brandweer NOF, waarvan 1,8 fte aanvankelijk over zou gaan naar de gemeente Achtkarspelen, krijgt voor 1 november a.s. alsnog een inpassingsbrief van Veiligheidsregio Fryslân. De medewerkers die het betreft hebben tot 8 november a.s. om deze plaatsing al dan niet te accepteren. Hierna kunnen

3 dus verschillende situaties ontstaan, waarbij mogelijke frictiekosten voor rekening van de gemeente Achtkarspelen komen. Dit kan variëren van het betalen van een opleiding benodigd voor een specifieke functie tot het betalen van inschalingsverschil. De frictiekosten worden afgebouwd. Hierover worden maatwerk afspraken gemaakt. Ook is het nog mogelijk dat plaatsing bij de Veiligheidsregio niet plaatsvindt, omdat een medewerker bijvoorbeeld alsnog voor plaatsing bij de gemeente Achtkarspelen kiest. Het dient dan om kandidaten te gaan die beschikken over de vereiste competenties. Verlof Er zijn afspraken gemaakt met Veiligheidsregio Fryslân over het meenemen van een maximaal uren verlof (maximaal 72 uren bij voltijds dienstverband). Deze afspraken staan in het afgesloten Sociaal Plan. FLO (functioneel leeftijdsontslag) Drie personeelsleden van de Brandweer NOF waarvan 1 gewezen lid vallen onder de werking van het FLO-overgangsrecht. Dit zijn de heren H. Geerts (inmiddels met FLO), H. van der Veen (per met FLO) en Ed Horst (per met FLO). Deze heren hebben en oefenen nog steeds de door de werkgever als bezwarend aangemerkte functie OvD (officier van dienst) uit. Voor officieren wordt een FLO leeftijd van 60 jaar gehanteerd. Op basis van het FLO-overgangsrecht is er voor deze personeelsleden vanaf 2006 (ingaan FLO-overgangsrecht t.g.v. afschaffing FLO) conform de afspraken in het CAO akkoord een inleg levensloop gedaan bij Loyalis (onderdeel van ABP). Deze "verzekering" maakt het mogelijk om na het ingaan van het FLO van de betrokkene 2 jaar lang 70% van het laatst genoten salaris uit te betalen om hierna zonder al te technisch te worden over te gaan in een ABP pre-pensionering. De kosten voor de regeling zijn de door formele werkgever van dit personeel (nu de VRF) op basis van artikel 1.8 van de Overeenkomst inzake de inzet van beroepsbrandweerpersoneel t.b.v. de Brandweer NOF in rekening gebracht bij de Brandweer NOF. De tekst van artikel 1.8 van deze overeenkomst luidt: 1.8 De regionale brandweer kan alle kosten, samenhangend met de indienstneming, het in dienst hebben en het uit dienst gaan van de medewerkers, genoemd in artikel 1.1 (inclusief kosten ondersteuning personeelsbeheer, automatisering en financiën en alle toekomstige aanspraken zoals FLO en/of gemeentelijke FPU) en de aanschaf en de exploitatie van het materieel, genoemd in artikel 1.6, in rekening stellen bij het brandweerdistrict. Ook bij het niet kunnen vervullen van de functies worden kosten in rekening gesteld, behoudens loonkosten indien sprake is van een vacature (vacatures). In het Sociaal Plan SN1B van de Veiligheidsregio zijn er ten aanzien van bezwarende functies en FLO-overgangsrecht passages opgenomen die er kort gezegd op neer komen dat de betreffende medewerkers hun aanspraken behouden. De GR Brandweer NOF stopt per en op grond van het voornoemde artikel 1.8 uit de overeenkomst komen de kosten van de personeelsleden die al met FLO zijn en per gaan (H. Geerts en H.van der Veen) voor rekening van de GR brandweer NOF en de nog in 2014 en 2015 te maken kosten voor het FLO-overgangsrecht van E. Horst voor rekening van de VRF. Financieel (materieel) De volgende stappen worden gevolgd voor de financiële afwikkeling in verband met de liquidatie van de regeling: 1. Advies districtscollege aan de Colleges tot opheffing gemeenschappelijke regeling. Het advies gaat vergezeld van een door de Colleges vast te stellen liquidatieplan. In de bijlage van voornoemd plan is opgenomen een inschatting van de financiële gevolgen van het opheffen van de regeling. Hiertoe zal op basis van de 8-maands cijfers een geprognosticeerde balans per en exploitatierekening 2013 worden opgesteld;

4 2. Besluit Colleges tot opheffing van de regeling per 1 januari 2014 (begin november 2013); 3. Instemming raden (november/december 2013) 4. Vaststelling definitieve balans per en exploitatierekening 2013 in het districtscollege (eind februari 2014); 5. Het afwikkelen van (nog openstaande) vorderingen en schulden. Het districtscollege is verantwoordelijk voor het liquideren van de gemeenschappelijke regeling (medio maart 2014); 6. Formeel besluit districtscollege over de afronding van de liquidatie van de regeling. Een dergelijk besluit kan worden genomen zodra de regeling leeg is. Dit betekent dat de gemeenschappelijke regeling geen vorderingen of schulden meer heeft (eind maart 2014); 7. Mededeling aan de Colleges over de afronding van de liquidatie van de regeling (eind maart 2014). Na vereffening van alle bezittingen en schulden luidt de eindbalans van de regeling als volgt. Balans per 31 maart 2014 Materiële vaste activa 0 Reserves 0 Vorderingen 0 Schulden 0 Rekening courant VRF 0 Totaal 0 Totaal 0 Dit betekent dat de gemeenschappelijke regeling leeg is en dat de liquidatie is afgerond. Verder moeten er nog een aantal praktische zaken worden afgerond, waaronder het inleveren van de kleine kas en de bankpas per 31 december Ook de volmacht voor de bankrekening moet worden ingeleverd op de financiële administratie van Veiligheidsregio Fryslân. Huisvesting De beroepsondersteuning van de Brandweer NOF is gehuisvest in een deel van de voormalige MAVO aan de Stationsweg 47 te Dokkum. Hiervoor is aanvankelijk in 2005 een huurovereenkomst gesloten die in 2010 is aangepast en eindigt op 1 januari Het college van B&W van Dongeradeel heeft op 3 september 2013 het besluit genomen tot verkoop van dit gebouw. Omdat de looptijd van de huurtermijn niet is verstreken heeft de gemeente een zekere inspanningsverplichting om te voorzien in herhuisvesting van het beroepspersoneel. De nieuwe brandweerorganisatie heeft er voor gekozen om het beroepspersoneel van de nieuwe afdeling Noordoost op twee standplaatsen te huisvesten, t.w. Drachten en Dokkum. In Dokkum zullen twee clusters met in totaal ca. 15 fte personeelsleden worden gehuisvest. In samenspraak met de VRF heeft de gemeente Dongeradeel besloten de kazerne aan de Rondweg- Noord te Dokkum zodanig te verbouwen dat deze clusters hier kunnen worden gehuisvest. Er zal met de nieuwe brandweerorganisatie hiertoe een huurovereenkomst worden afgesloten omdat de kazerne deel uitmaakt van het complex gemeentewerken en niet zal worden overgedragen aan de VRF. Het streven van de gemeente is om de nieuwe huisvesting zo spoedig mogelijk na in gebruik te kunnen nemen. In afwachting hiervan kan de huidige huisvesting door de beroepsondersteuning blijven worden gebruikt.

5 Archief Wat er bij de verschillende gemeenten aan stukken is gearchiveerd met betrekking tot de brandweer, blijft bij de betreffende gemeenten. Daarnaast beschikt Brandweer NOF over een eigen archief. In de gemeenschappelijke regeling is niet bepaald hoe met dit archief wordt omgegaan in geval van opheffing van de gemeenschappelijke regeling. Daarvoor dient dus in dit liquidatieplan een voorziening getroffen te worden. Daarvoor zijn verschillende opties denkbaar. In voorkeursvolgorde (wat de deelnemende gemeenten betreft): a. het archief van Brandweer NOF gaat mee over naar de Veiligheidsregio; b. het archief van Brandweer NOF wordt ondergebracht bij het Streekarchief in Dokkum; c. het archief van Brandweer NOF wordt ondergebracht bij de vestigingsgemeente van Brandweer NOF, te weten de gemeente Dongeradeel; d. het archief van Brandweer NOF wordt ondergebracht bij één van de andere deelnemende gemeenten. De gedachte achter voorkeursoptie a is dat het weliswaar om huidige gemeentelijke taken gaat (die -als verlengd lokaal bestuur- ondergebracht zijn bij Brandweer NOF), maar dat in dit specifieke geval per liquidatiedatum de betreffende taken op basis van landelijke wetgeving worden overgenomen door de Veiligheidsregio en niet teruggaan naar de gemeenten. Vanuit gemeentelijke optiek bezien is het niet onlogisch dat het archief van Brandweer NOF diezelfde weg volgt. Voor alle genoemde opties (a t/m d) is de instemming van de ontvangende partij vereist. Op het moment van afronding van dit liquidatieplan was daarover nog geen overeenstemming/ duidelijkheid. Gelet daarop wordt in dit liquidatieplan voorgesteld in te stemmen met de hiervoor genoemde voorkeursvolgorde voor het onderbrengen van het archief van Brandweer NOF. Na vaststelling van het liquidatieplan zal met inachtneming van deze voorkeursvolgorde er op worden ingezet het archief tijdig vóór 31 december 2013 onder te brengen bij één van de hiervoor als mogelijk ontvangende partijen genoemde instanties.