Nota inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan 5 e herziening bestemmingsplan Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, lichtmasten WVV

Transcriptie

1 Nota inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan 5 e herziening bestemmingsplan Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, lichtmasten WVV Collegebesluit: 27 juli 2010

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding pag Lijst van ingekomen reacties pag Beantwoording ingekomen reacties pag. 5 2

3 1. Inleiding Van 15 april tot en met 26 mei 2010 heeft het voorontwerp bestemmingsplan 5 e herziening bestemmingsplan Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, lichtmasten WVV ter inzage gelegen. Tijdens de inzageperiode is door vijf partijen een inspraakreactie ingediend en is door drie instanties gereageerd in het kader van het vooroverleg. Een overzicht van de ingediende reacties vindt u in het volgende hoofdstuk. In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de beantwoording van alle reacties. 3

4 2. Lijst van ingekomen reacties De volgende personen hebben een inspraakreactie ingediend tegen het voorontwerpbestemmingsplan 5 e herziening bestemmingsplan Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, lichtmasten WVV : Indiener Adres Woonplaats 1 Mw. K.M. Brand Rijzendeweg 46 Woensdrecht 2 A.J. Dragt, H. Dragt-Keller en J. van Kerkhof Rijzendeweg 52 Woensdrecht 3 R.J.C.M. Herbers Rijzendeweg 14 Woensdrecht 4 Namiro Pannenhoef 25 Ossendrecht 5 Stichting De Brabantse Wal Pannenhoef 25 Ossendrecht De volgende instanties hebben gereageerd in het kader van het vooroverleg ex artikel van het Besluit ruimtelijke ordening: Indiener Adres Woonplaats 6 Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520 Breda 7 VROM-inspectie Postbus 850 Eindhoven 8 Provincie Noord-Brabant Postbus s-hertogenbosch 4

5 3. Beantwoording reacties 1. Mw. K.M. Brand, Rijzendeweg 46, 4634 TZ Woensdrecht 1. Indiener is van mening dat nooit toegestaan had mogen worden dat een voetbalveld omsloten wordt door een woonwijk. 2. Indiener is van mening dat WVV nooit om kunstgrasvelden c.q. meer verlichting gevraagd heeft, maar uitsluitend om uitbreiding van haar trainingsvelden. 3. Indiener stelt dat de gemeente besloten heeft om een duur kunstgrasveld ter plaatse aan te leggen in plaats van een nieuw veld aan de westzijde van Woensdrecht, waardoor de omwonenden gedurende de zomer 6 weken lang overlast hebben gehad door de aanleg van het veld. 4. Door het kunstgrasveld hebben de omwonenden, door meer en intensiever trainen, meer overlast gekregen, onder andere door elke avond trainingen op de velden, regelmatig luide muziek op het terras, diverse andere activiteiten zoals gebruik door peuterspeelzalen, tentenkampen en voetbaltoernooien en door het wekelijkse onderhoud. 5. Indiener heeft last van lichtoverlast van 5 mega grote lichtmasten rond het veld. 6. Indiener wijst er verder op dat het veld aansluit op alle achtertuinen in de buurt en is van mening dat niemand dat prettig vindt. 7. Indiener is van mening dat de gemeente onterecht vindt dat het woongenot ter plaatse toeneemt door jaarlijkse verhoging van de WOZ-belasting. 1. De sportfunctie op de gronden in het bestemmingsplan is in het vigerende plan toegestaan en reeds aanwezig en tevens als zodanig in gebruik. Voorliggend bestemmingsplan brengt hierin geen verandering. Het al dan niet toestaan van de sportfunctie op de locatie is in voorliggend plan niet relevant. 2. De vereniging WVV heeft gevraagd om mogelijkheden om zo effectief mogelijk gebruik te kunnen maken van hun accommodatie. Het inrichten van het sportpark met kunstgrasvelden zorgt ervoor dat het sportpark intensiever en effectiever gebruikt kan worden dan met natuurlijke velden. In de wintermaanden, wanneer het vroeg donker is, is voor het effectief gebruik van de sportvelden veldverlichting nodig. Voorliggend plan voorziet in gerichtere en efficiëntere verlichting van de sportvelden dan de huidige situatie. 3. Een bestemmingsplan regelt het toegestane gebruik en de bouwvoorschriften op een locatie en niet het materiaalgebruik. In het kader van voorliggend bestemmingsplan is de betreffende opmerking dan ook niet relevant. 4. In de huidige situatie zijn ook reeds lichtmasten toegestaan, al mogen deze nog niet zo hoog zijn als de gewenste masten. Het gebruik van de velden zal dan ook niet anders worden door voorliggende bestemmingsplanherziening. De voorziene masten zullen door hun ontwerp wel minder lichthinder voor de omgeving met zich meebrengen. Dit is ook reeds aangetoond in een vergelijkbare situatie bij voetbalvereniging METO. 5. Voorliggend plan voorziet in de mogelijkheden van het oprichten van betere lichtmasten voor veldverlichting die minder lichthinder voor de omgeving met zich meebrengen. De bestaande lichthinder zal dus door voorliggend plan afnemen. 6. Het gebruik van de betreffende gronden is reeds aanwezig en voorliggend plan voorziet niet in een verandering daarvan. Dat de sportvelden aansluiten op de achterzijde van bestaande woningen is bekend, maar zal door voorliggend plan niet wijzigen in welke vorm dan ook. 7. De WOZ-belasting wordt gebaseerd op een WOZ-waarde van een pand c.q. perceel bij de verkoop. Door waardestijgingen op de woningmarkt zijn de laatste jaren de prijzen van woningen gestegen en dus ook de WOZ-waarde en bijbehorende belasting. U kunt bij tegen de bepaling van de WOZ-waarde van uw woning bezwaar indienen, maar dit is niet geregeld in een bestemmingsplan en voorliggende procedure. 5

6 2. A.J. Dragt, H. Dragt-Keller en J. van Kerkhof, Rijzendeweg 52, 4634 TZ Woensdrecht 1. Indiener verwijst in haar inspraakreactie naar hun schrijven van 3 september 2009 en daarop volgende correspondentie, alsmede hun onderhoud met de toenmalige wethouder op 12 januari Uit het schrijven van 3 september 2009 blijkt dat indiener bezwaar heeft tegen de lichtmasten. Inhoudelijk is indiener van mening dat door de gemeente te gemakkelijk geconcludeerd is dat de inwoners rond het sportpark geen problemen hebben met de plannen en de uitvoering daarvan. Bovendien zal door het late tijdstip waarop de trainingen stoppen ook het clubgebouw 2 uur langer open mogen zijn en pas om 23:00 sluiten. Dat brengt weer een extra, latere mogelijkheid van geluidsoverlast met zich mee. 1. In het plan is middels een lichtonderzoek aangetoond dat de lichtmasten nauwelijks hinder opleveren voor de omwonenden. Momenteel zijn ook reeds lagere lichtmasten toegestaan, de velden zijn door de gewenste masten niet langer bruikbaar dan in de huidige situatie. Tevens regelt een bestemmingsplan niet het openingstijdstip van een voorziening, maar slechts het mogelijke gebruik van een gebouw. Voorliggend plan is dan ook niet van invloed op de openingstijden van het reeds bestaande clubgebouw. 3. R.J.C.M. Herbers, Rijzendeweg 14, 4634 TX Woensdrecht 1. Indiener geeft aan dat de huidige 6 lichtmasten een irritante verstoring geven van zicht en licht op de Brabantse Wal gezien vanuit de polder. 2. Indiener vindt de in het voorliggend plan toegestane 8 masten van maximaal 20 meter hoogte onaanvaardbaar. 3. Indiener is van mening dat het meest in het oog springende deel van de Brabantse Wal na de windmolen, de UMTS mast en de illegaal staande lichtmasten nu definitief wordt aangetast. 4. Indiener geeft aan dat het voorliggende bestemmingsplan het mogelijk maakt om masten en andere zaken die niet tot gebouwen behoren opgericht kunnen worden zonder dat het bestemmingsplan dit in de weg staat. 5. Indiener is van mening dat het de wal steeds verder verrommelt omdat er steeds weer toestemming gegeven wordt voor nieuwe activiteiten, die na deze wijziging niet meer te stoppen zijn. 6. Indiener is van mening dat de gemeente hoogverraad aan de eigen uitgangspunten betreffende de Brabantse Wal. 1. Voorliggend plan voorziet in het oprichten van lichtmasten die specifiek ontworpen zijn voor de verlichting van sportvelden en daarbij de omgeving zoveel mogelijk te ontzien. Met de gewenste nieuwe masten zal de situatie voor de omgeving verbeteren en minder hinder ontstaan in de omgeving. 2. Voorafgaand aan de besluitvorming met betrekking tot het plan heeft een afweging van alle 3. Het voorliggende plan voorziet niet in een verdergaande aantasting van aanzicht van het gebied dan in de huidige situatie ter plaatse aanwezig is. Over mogelijke andere bebouwing in de omgeving buiten het plangebied doet het voorliggend plan geen uitspraken. 4. Een bestemmingsplan is bedoeld om bepaalde bebouwing en gebruik van gronden mogelijk te maken binnen de kaders van dat plan. Voorliggend plan voorziet onder meer in de mogelijkheid voor bouwwerken geen gebouwen zijnde tot een maximale hoogte van 20 meter ter plaatse. Bebouwing buiten de normen van het plan wordt hiermee niet mogelijk gemaakt. 5. Voor andere mogelijke bebouwing buiten de reeds geldende wettelijke kaders zoals bestemmingsplannen zullen afzonderlijke ruimtelijke procedures gevolgd moeten worden. 6

7 6. Voorafgaand aan de besluitvorming met betrekking tot het plan heeft een afweging van alle 4. Namiro, Pannenhoef 25, 4641 ST Ossendrecht 1. Indiener geeft aan dat de huidige 6 lichtmasten een irritante verstoring geven van zicht en licht op de Brabantse Wal gezien vanuit de polder. 2. Indiener vindt de in het voorliggend plan toegestane 8 masten van maximaal 20 meter hoogte onaanvaardbaar. 3. Indiener is van mening dat het meest in het oog springende deel van de Brabantse Wal na de windmolen, de UMTS mast en de illegaal staande lichtmasten nu definitief wordt aangetast. 4. Indiener geeft aan dat het voorliggende bestemmingsplan het mogelijk maakt om masten en andere zaken die niet tot gebouwen behoren opgericht kunnen worden zonder dat het bestemmingsplan dit in de weg staat. Hierdoor verrommelt de wal steeds verder omdat er steeds weer toestemming gegeven wordt voor nieuwe activiteiten, die na deze wijziging niet meer te stoppen zijn vanwege de precedentwerking. 5. Indiener is van mening dat er geen goede afweging gemaakt is, aspecten zoals landschap en het gebruik daarvoor. Donkerte is een groot goed, een inbreuk hierop moet zowel voor mens en dier worden beoordeeld. 6. Indiener is van mening dat de lampen desastreus zijn voor diverse diersoorten, door zowel de hoogte als massaliteit. Door de masten wordt het niet meer donker op de planlocatie en de wijde omgeving en raakt de aanwezige fauna haar dag- en nachtritme kwijt. 7. Indiener is van mening dat een vergunning volgens de Flora- en faunawet benodigd is. Dit zal voor het plan nagegaan moeten worden inclusief een inventarisatie van beschermde diersoorten en effecten van het plan daarop. Door de grote verstoring door licht die zal ontstaan is tevens een vergunning voor de natuurbeschermingswet nodig. 8. Indiener geeft aan dat het plangebied op zeer korte afstand van Natura 2000 gebied gelegen is en het plan daarom ook getoetst moet worden aan Natura 2000 wetgeving. Tevens zal het plan getoetst moeten worden aan de nabij gelegen Ecologische hoofdstructuur. Voorts ligt het gebied in de RNLE, waarvan de bepalingen geen lichtmasten van 20 meter hoogte toelaten. Bovendien vraagt indiener zich af of dergelijke bouwsels toegestaan zijn in een Provinciaal Landschap. 9. Indiener geeft aan dat het voorliggend plan voor de gemeente onaanvaardbaar zou moeten zijn en de gemeente hiermee verraad pleegt aan de eigen uitgangspunten betreffende de Brabantse Wal. 1. Voorliggend plan voorziet in het oprichten van lichtmasten die specifiek ontworpen zijn voor de verlichting van sportvelden en daarbij de omgeving zoveel mogelijk te ontzien. Met de gewenste nieuwe masten zal de situatie voor de omgeving verbeteren en minder hinder ontstaan in de omgeving. 2. Voorafgaand aan de besluitvorming met betrekking tot het plan heeft een afweging van alle 3. Het voorliggende plan voorziet niet in een verdergaande aantasting van aanzicht van het gebied dan in de huidige situatie ter plaatse aanwezig is. Over mogelijke andere bebouwing in de omgeving buiten het plangebied doet het voorliggend plan geen uitspraken. 4. Een bestemmingsplan is bedoeld om bepaalde bebouwing en gebruik van gronden mogelijk te maken binnen de kaders van dat plan. Voorliggend plan voorziet onder meer in de mogelijkheid voor bouwwerken geen gebouwen zijnde tot een maximale hoogte van 20 meter ter plaatse. Bebouwing buiten de normen van het plan wordt hiermee niet mogelijk gemaakt. Voor andere mogelijke bebouwing buiten de reeds geldende wettelijke kaders zoals bestemmingsplannen zullen afzonderlijke ruimtelijke procedures gevolgd moeten worden. 7

8 5. Voorafgaand aan de besluitvorming met betrekking tot het plan heeft een afweging van alle 6. De aanwezige diersoorten hebben zich ter plaatse gevestigd met de aanwezigheid van lichtmasten aldaar. De gewenste lichtmasten betreffen geen geheel nieuwe situatie, maar een vervangingssituatie, waarmee verbetering voor de omgeving nagestreefd wordt. Daarnaast zullen de lichtmasten niet de gehele nacht in gebruik zijn, maar slechts in de avonden gedurende het reguliere gebruik van de sportvelden. 7. In de huidige toestand zijn ter plaatse reeds lichtmasten in gebruik. Door de gewenste masten wordt de lichtuitstraling naar de omgeving verminderd en de overlast beperkt. De hinder voor de omgeving, en daarmee ook de aanwezige natuurwaarden, neemt dan ook af. Aangezien de situatie voor de flora en fauna verbetert ter plaatse is een vergunning conform de flora- en faunawet niet noodzakelijk. Wat betreft de natuurbeschermingswet was het gebruik van de sportvelden met lichtmasten reeds aanwezig voor , en aldus bestaand gebruik voor de Nb-wetgeving. Het vernieuwen van de lichtmasten en de situatie ter plaatse verbeteren is daarom dan ook niet Nb-wetverplicht. 8. De bescherming van waarden voor Natura 2000 gebieden is geregeld middels de Nb-wet. Voor het antwoord hierop wordt dan ook verwezen naar punt 7 van deze inspraakreactie. Het betreffende gebied is, zoals vrijwel de gehele gemeente Woensdrecht, gelegen in de RNLE. Binnen de RNLE zijn echter ook dorpskernen opgenomen, waarbinnen het plangebied ook valt. Verder wordt voor regelingen betreffende RNLE-gebieden verwezen naar het beschermingsregime van zoneringen als de GHS en AHS. De RNLE-regels richten zich op het beperken van verstedelijking en/of intensieve verstening. Aangezien het plangebied gelegen is binnen een bestaande dorpskern bestaan er geen beperkingen vanuit de RNLE-gebieden tegen voorliggend plan. Tevens bevat het voorliggende plan geen beperkingen ten opzichte van een Provinciaal Landschap. 9. Voorafgaand aan de besluitvorming met betrekking tot het plan heeft een afweging van alle 5. Stichting De Brabantse Wal, Pannenhoef 25, 4641 ST Ossendrecht 1. Indieners geven aan de inspraakreactie van Namiro en Benegora d.d. 1 mei 2010 betreffende de voorliggende planherziening te ondersteunen. Indiener wenst gezien te worden als mede deelnemer aan de zienswijze die door Namiro, mede namens Benegora, ingediend is. 1. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. De genoemde zienswijze is opgenomen als zienswijze 4, voor reactie op die ingediende zienswijze wordt dan ook naar die zienswijze verwezen. 8

9 6. Waterschap Brabantse Delta, Postbus 5520, 4801 DZ Breda 1. Indiener geeft aan geen zinswijze tegen het betreffend plan te hebben. 1. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. 7. VROM-inspectie, Postbus 850, 5600 AW Eindhoven 1. Indiener geeft aan dat de vliegbasis Woensdrecht werkt met een Instrument Landing System (ILS) voor het vliegverkeer. Voor het goede functioneren van het ILS dient het zogenaamde verstoringsgebied rondom de start- en landingsbaan vrij van obstakels blijven. Hiervoor dienen de maximum toelaatbare hoogtes te worden opgenomen in het plan. Tevens dient de ILS-zone op de plankaart opgenomen te worden. 2. Indiener geeft aan in artikel 6 opgenomen is dat zend-, ontvang- en/of sirenemasten tot 40 meter middels ontheffing toegestaan is. Aangezien betreffend gebied gelegen is in het oplopend gebied van het ILS met een zonder meer toelaatbare bouwhoogte van 30 to 40 meter boven NAP. Artikel 6 dient hierop aangepast te worden. 3. De mogelijkheid tot het oprichten van lichtmasten tot maximaal 20 meter, zoals opgenomen in artikel 3 van het plan, is reeds getoetst en toelaatbaar geacht. 1. De ILS-zone zal op de verbeelding van het plan opgenomen worden en de regels zullen hiertoe aangevuld worden. 2. Middels de onder 1 genoemde aanduiding wordt de bescherming van de ILS-zone gewaarborgd. 3. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. 8. Provincie Noord-Brabant, Postbus 90151, 5200 MC s-hertogenbosch 1. Indiener geeft aan geen provinciale belangen te herkennen in voorliggend plan en derhalve geen opmerkingen te hebben; 1. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. 9