REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1

Transcriptie

1 REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1

2

3 nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1 Code /

4

5 GEMEENTE WATERLAND / REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1 INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING Aanleiding voor deze reactienota Leeswijzer 1 2. BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN 2 3. AMBTSHALVE AANPASSINGEN Verbeelding Regels 8

6

7 blz 1 1. INLEIDING Aanleiding voor deze reactienota Het ontwerpbestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1 heeft overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) met ingang van 17 januari 2014 gedurende 6 weken voor een ieder ter visie gelegen. Het plan kon digitaal worden geraadpleegd op de landelijke voorziening en op de gemeentelijke website. Daarnaast lag het plan ter inzage bij de afdeling Publiekszaken in het gemeentehuis aan de Pierebaan 3 te Monnickendam. Op grond van artikel 3.15 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden bij de gemeente schriftelijk of mondeling hun zienswijzen naar voren brengen. Er zijn vier schriftelijke zienswijzen ingediend. Mondelinge zienswijzen waren niet aan de orde. In een eerder stadium heeft het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) ter inzage gelegen voor inspraak. Op het SPvE zijn toentertijd geen inspraakreacties ingediend Leeswijzer In deze reactienota zijn alle zienswijzen samengevat en voorzien van het standpunt van Burgemeester & Wethouders. In hoofdstuk 2 zijn de vier zienswijzen samengevat en voorzien van een reactie. Per opmerking is aangegeven of deze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. Daarnaast wordt in hoofdstuk 3 beschreven welke ambtshalve aanpassingen in het bestemmingsplan worden voorgesteld. nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1 Rho adviseurs

8 blz BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Bij de beantwoording van de zienswijzen zal allereerst iedere zienswijze kort worden weergegeven. Vervolgens volgt de gemeentelijke reactie op de zienswijzen en tot slot wordt in een apart voorstel aangegeven in hoeverre de zienswijze aanleiding geeft tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 1. Indiener 1 Indiener is het eens met het negatieve advies van de ARO van 17 april Het advies is opgenomen als bijlage bij de zienswijze. Conclusie van het advies is dat de ARO ervan overtuigd is dat de vervanging van de huidige woning en loods kan leiden tot een kwaliteitsverbetering. Zij is echter van mening dat de uitwerking van het plan niet aansluit bij het dorps DNA, omdat het aantal van 7 woningen te groot is. Het advies van de ARO was opgenomen in de overlegreactie die de provincie Noord-Holland heeft ingediend op het voorontwerpbestemmingsplan. In de reactienota overleg en inspraak heeft het college van Burgemeester en Wethouders als volgt gereageerd op het advies van de ARO: De gemeente is het niet eens met het advies van de ARO. De gemeente vindt de stedenbouwkundige opzet wel passen in het Dorps DNA van Uitdam. Het DNA van de locatie wordt gekarakteriseerd als een kaveleiland ; een door sloten omgeven gebied gerelateerd aan het lint. Anders dan het lint in het zuidelijke deel van Uitdam, wordt het bebouwingbeeld op deze kaveleilanden bepaald door erven met een hogere bebouwingsdichtheid. De kaveleilanden worden ontsloten via één dam. Dit is de reden dat het model van een boerenerf in het Stedenbouwkundig programma van eisen naar voren is gekomen als de meest passende invulling voor deze locatie. De kaveleilanden ten zuiden van het plangebied kennen een vergelijkbare dichtheid als het beoogde bouwprogramma. Gedeputeerde Staten hebben geen zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan ingediend en hebben daardoor impliciet aangegeven in te stemmen met de gemeentelijke beantwoording van hun overlegreactie. Indiener wil benadrukken dat zij geen tegenstander is van bebouwing op de voorgenomen locatie. Zij is van mening dat de dichtheid te hoog is. Rho adviseurs nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1

9 blz 3 Voor de beantwoording van deze reactie wordt verwezen naar de eerste zienswijze. Aan deze beantwoording wordt toegevoegd dat intensivering van bestaand bebouwd gebied over het algemeen aansluit bij het beleid van provincie en gemeente. Om de ruimtelijke kwaliteit (openheid) van het landelijk gebied te ontzien, is er voor gekozen om het grootste deel van de woningbehoefte binnen bestaand bebouwd gebied te realiseren. Aangegeven wordt dat er geen onderzoek is gedaan naar draagvlak onder de bevolking en dat onterecht wordt gesuggereerd dat de omwonenden als geheel enthousiast zijn over het plan. 2. Indiener 2 Het klopt dat niet gericht is geïnventariseerd hoeveel voor- en tegenstanders het plan heeft. Gelet op het feit dat er geen reacties zijn ingediend op het Stedenbouwkundig Programma van Eisen en er slechts vier zienswijzen zijn ingediend, is het college van mening dat er in Uitdam voldoende draagvlak is om deze locatie te herontwikkelen. Over de invulling van het plan mag uiteraard een ieder zijn of haar zienswijze geven. De bebouwing vormt een inbreuk op de overwegende lintvormige bebouwing. De voorgenomen bebouwing zal de noordwestkant van het dorp een waterhoofd geven. Dit leidt tot de aantasting van het dorps-dna van het lintdorp. Bij de beantwoording van zienswijze 1 is al beschreven dat het noordelijk deel van Uitdam een andere stedenbouwkundige structuur kent dan de rest van het dorp. Met het bestemmingsplan wordt niet een andere bebouwingsdichtheid aangehouden dan de kaveleilanden direct ten zuiden van het plangebied. Het college is van mening dat daarmee sprake is van een passende invulling. nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1 Rho adviseurs

10 blz De bebouwing schept een precedent voor het bouwen van huizen op percelen met een bedrijfsbestemming. Op de langere termijn zal ook de verleiding ontstaan om ook de ruimte tussen deze percelen vol te bouwen. Dit past niet binnen het beleid voor de Rijksbufferzone. Het beleid voor de Rijksbufferzone is om de woningbehoefte zoveel mogelijk op te vangen binnen bestaand bebouwd gebied. Met dit plan wordt daar invulling aan gegeven. Dit plan schept daardoor geen precedent voor woningbouw in de Rijksbufferzone. Bovendien wordt bij elk plan een afzonderlijke afweging gemaakt ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit. Een alternatief voor het plan is de bouw van twee of maximaal drie woningen parallel aan de Zeedijk. Dit sluit beter aan bij het karakter van een lintdorp. Het college vindt de herontwikkeling van deze locatie wenselijk. Met de sloop van de bestaande bedrijfsbebouwing kan de ruimtelijke kwaliteit flink worden verbeterd. Voor de sloop van de bebouwing en de herinrichting van het perceel moeten kosten worden gemaakt en die kunnen met de bouw van drie woningen niet worden terugverdiend. Overigens presenteert het plan zich aan de zijde van de Zeedijk ook met drie woningen (in twee bouwvolumes). Op meerdere plekken in de gemeente is een sluipende verdichting aan de orde door de herontwikkeling van (agrarische) bedrijfspercelen. Als de gemeente deze tendens wil keren, mag alleen gebouwd worden ter vervanging van bestaande bouw en wel in dezelfde dichtheid. Het standpunt van de indiener strookt niet met het beleid dat de provincie en gemeente hebben ten aanzien van woningbouw. Het grootste deel Rho adviseurs nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1

11 blz 5 3. Indiener 3 daarvan moet worden gerealiseerd door intensivering en transformatie van bestaand bebouwd gebied. Dit gaat hoe dan ook gepaard met een hogere bebouwingsdichtheid. Ook omdat de gemiddelde oppervlakte van nieuwe woningen toeneemt. Verdichting kan op gespannen voet staan met de ruimtelijke kwaliteit, maar herontwikkeling van bedrijfspercelen biedt ook kansen om de ruimtelijke kwaliteit te vergroten. In de toelichting moet worden beschreven dat voor werkzaamheden binnen de dubbelbestemming Waterstaat - waterkering een watervergunning nodig is. Ter signalering is het waardevol om dit op te nemen in de toelichting van het bestemmingsplan. In de toelichting van het bestemmingsplan wordt beschreven dat voor werkzaamheden binnen de dubbelbestemming Waterstaat - waterkering een watervergunning nodig is. Verzocht wordt om in de planregels van de bestemming Waterstaat - waterkering op te nemen dat bij werkzaamheden advies moet worden ingewonnen bij de waterkeringbeheerder. Alle werkzaamheden op en rond de primaire waterkering worden op grond van de Keur al afgestemd met het Hoogheemraadschap. Het college acht het opnemen van een afstemmingsbepaling niet per sé nodig. Dit leidt tot dubbele regelgeving. Bovendien heeft het opnemen van de dubbelbestemming in dat kader een sterke signalerende functie. nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1 Rho adviseurs

12 blz Verzocht wordt om in de bestemming Verkeer de mogelijkheid op te nemen om water aan te leggen, aangezien deze bestemming grenst aan het oppervlaktewater. Omdat de exacte ligging van de dam nog enigszins kan veranderen, ligt het voor de hand om ook (oppervlakte)water mogelijk te maken binnen de bestemming Verkeer. Voorgesteld wordt om water op te nemen in de doeleindenomschrijving van de bestemming Verkeer. Bij de uitvoering van het plan moet rekening worden gehouden met dijkversterking. Hierbij wordt gedacht aan technische maatregelen als het versterken van de funderingspalen en/of -balken. Ook dient rekening gehouden te worden met de kans op beperking van de bereikbaarheid tijdens de dijkversterking. Deze zienswijze wordt ter kennisgeving aangenomen. Indiener vertrouwt erop dat haar opmerkingen worden meegenomen en ziet de reactienota graag tegemoet. 4. Indiener 4 Zodra de reactienota is vastgesteld door het college, wordt deze ter informatie aan de indiener toegezonden. Indieners vinden bebouwing op deze plek een goed idee, maar vinden de manier waarop niet passend bij het karakter van Uitdam. Op een beperkte hoeveelheid ruimte zijn teveel huizen gepland. Voor de beantwoording wordt verwezen naar zienswijze 1. Rho adviseurs nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1

13 blz 7 nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1 Rho adviseurs

14 blz AMBTSHALVE AANPASSINGEN Verbeelding Voorgesteld wordt de verbeelding van het bestemmingsplan op de volgende punten aan te passen: - De dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3 wordt toegevoegd zodat bij toekomstige bodemingrepen voldoende rekening wordt gehouden met mogelijk aanwezige waarden; - De dubbelbestemming Waarde - Aardkundig wordt toegevoegd zodat bij toekomstige bodemingrepen voldoende rekening wordt gehouden met mogelijk aanwezige waarden; - De terminologie van de aanduiding maximale bouwhoogte en maximale goothoogte is afgestemd op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012) Regels Naast de genoemde aanpassingen in hoofdstuk 2, wordt voorgesteld de regels op de volgende punten aan te vullen: - De dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3 wordt toegevoegd zodat bij toekomstige bodemingrepen voldoende rekening wordt gehouden met mogelijk aanwezige waarden; - De dubbelbestemming Waarde - Aardkundig wordt toegevoegd zodat bij toekomstige bodemingrepen voldoende rekening wordt gehouden met mogelijk aanwezige waarden; - Een aantal begrippen en de wijze van meten en de regels voor bijgebouwen (bijbehorende bouwwerken) in bestemming Wonen, is in overeenstemming gebracht met de regels uit bestemmingsplan Kernen Waterland 2013; - De begrippen pand en hoofdgebouw zijn geschrapt respectievelijk aangepast conform de meest recente versie van de SVBP In verband daarmee is ook de benaming van de aanduiding voor de maximale goot- en bouwhoogte in de bestemming Wonen aangepast; - Ook in het artikel Algemene afwijkingsregels zijn enkele aanpassingen doorgevoerd ter afstemming op Kernen Waterland 2013; - Tot slot is het artikel Overige regels geschrapt in verband met een wetswijziging aangaande de toepassing van de Bouwverordening Toelichting Aan de toelichting is een nadere toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking toegevoegd. Rho adviseurs nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1