WATERSCHAPSBLAD 2013, NUMMER 40 BIJL.: - Agendapunt: 2

Transcriptie

1 AB WATERSCHAPSBLAD 2013, NUMMER 40 BIJL.: - Agendapunt: 2 NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR, GEHOUDEN OP DINSDAG 1 OKTOBER 2013 IN DE GELEENBEEKZAAL VAN HET WATERSCHAPSHUIS TE SITTARD Aanwezig: mevrouw E.H.M. Vanderheijden-Knops en de heren H.H.F. Lambie, J.H.J. van der Linden en H.W.M. Salden, allen vertegenwoordiger van de fractie Overig Ongebouwd; de heren L.H. Dohmen en G.J.H.M. Wagemans, beiden vertegenwoordiger van de fractie Bedrijven; de heren A.P. Resoort en A.A. Veder, beiden vertegenwoordiger van de fractie Natuurterreinen; de dames A.M.C. Nusteling, F.M.M.U. Wijnen-Kivit en J.S.E. Van Wersch, alsmede de heren T.J.G.M. Hanssen, H.M.G. Hartmann, C.H.J.M. Lebens, E.A. Sabel, R.L.M. Sleijpen, G.J.O.W. Vanhommerig en P.J.A.M. Wolters, allen vertegenwoordiger van de fractie Waterbelang; mevrouw J.C.L. Aelen en de heer W.L. Uitterhoeve, beiden vertegenwoordiger van de fractie Water Natuurlijk; mevrouw I.F.M. Roebroek-Keulers en de heer P.L.J.M. Limpens, beiden vertegenwoordiger van de fractie VVD; voorzitter : de heer J.J. Schrijen secretaris/directeur : de heer J.M.G. In den Kleef adjunct-directeur : mevrouw M.H.M.G. Leenders-Stassen Afwezig: de heren M.A.T.M. Bouts, M.H.A.M. Belgers en K. Adema 1 Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent om uur de vergadering en heet allen van harte welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van de heren Bouts en Belgers. De voorzitter deelt vervolgens mee dat in verband met een aanvulling op het voorstel, agendapunt 6 een bespreekpunt wordt. Deze aanvulling betreft de expliciete instemming met deelname van het WBL aan de LGR Samenwerking in de afvalwaterketen Maas en Mergelland. Met inachtneming van deze wijziging wordt de agenda vastgesteld /7

2 2 Notulen van de openbare vergadering van 25 juni 2013 Naar aanleiding van het genotuleerde op pagina 3 merkt de heer Hanssen op dat de zin de discrepantie tussen de begrote en de gerealiseerde kosten voor de waterprojecten dit jaar netjes binnen de marge is gebleven, waarvoor de complimenten vanuit de fractie Waterbelang. Helaas heeft de zuivering de afgelopen jaren een te grote plus opgeleverd. Dat is natuurlijk beter dan een min, maar daar wordt nog aan gewerkt verkeerd kan worden opgevat. Afgesproken wordt dat het laatste deel van de zin maar daar wordt nog aan gewerkt wordt geschrapt. Met inachtneming van deze wijziging, worden de notulen vastgesteld. 3 Lijst van ingekomen stukken, meldingen integriteit en mededelingen Mevrouw Aelen deelt mee dat de fracties Natuurterreinen en Water Natuurlijk de opvatting van Wetterskip Fryslân steunen. Mevrouw Nusteling merkt op dat de NWB leningen verstrekt aan de waterschappen, waarop de waterschappen belastingen moeten heffen om de leningen terug te betalen. De NWB is rentmeester van dit geld, geen eigenaar. In dit kader ondersteunt de fractie Waterbelang eveneens het voorstel van Wetterskip Fryslân. De voorzitter deelt mee dat leningen die door de NWB worden verstrekt, maar voor een beperkt deel naar de waterschappen gaan. Het overgrote deel van de leningen gaat naar woningbouwcoöperaties en ziekenhuizen. Het werk van de NWB is in feite vreemd kapitaal aantrekken en de waterschappen zijn traditioneel de aandeelhouders. Daarnaast heeft de staat een aantal aandelen. Naar aanleiding van het bezwaarschrift van de heer Faarts inzake de waterschapsbelasting 2013 vraagt mevrouw Wijnen waarom op het aanslagbiljet niet de exacte eigendomsoppervlakte staat vermeld. Spreekster is van mening dat dit het kernpunt van het bezwaarschrift is. De voorzitter antwoordt dat op het eigendom van de heer Faarts een hoogspanningsmast staat. Het betreft 30 m 2 waarop een erfdienstbaarheid is gevestigd. Als tegemoetkoming voor de belastingbetaler staan deze meters niet vermeld op het aanslagbiljet. Voor de heer Faarts is dit een principiële kwestie. De voorzitter constateert dat het algemeen bestuur de opvatting van het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân ondersteunt. Conform het voorgestelde wordt besloten de overige ingekomen stukken en de mededelingen voor kennisgeving aan te nemen. 4 Verlenging contract Ernst & Young accountants voor de accountantscontrole van het dienstjaar 2014 Conform het voorgestelde wordt besloten in te stemmen het lichten van de optie tot verlenging van het contract met Ernst & Young accountants, voor 1 keer met 1 jaar voor het dienstjaar 2014 onder dezelfde condities als de bestaande overeenkomst /7

3 5 Samenwerkingsverband met de gemeente Valkenburg aan de Geul op het terrein van waterketenbeheer Conform het voorgestelde wordt besloten in te stemmen met samenwerking tussen het Waterschapsbedrijf Limburg en de gemeente Valkenburg aan de Geul op het gebied van de rioleringszorg conform de bijgevoegde Lichte Gemeenschappelijke Regeling en de daarop gebaseerde uitvoeringsovereenkomst. 6 Lichte Gemeenschappelijke Regeling (LGR) Samenwerking afvalwaterketen Maas en Mergelland De voorzitter licht toe dat het voorstel is aangepast. Aan het algemeen bestuur wordt niet alleen gevraagd in te stemmen met de het aangaan van de LGR, maar ook met deelname van het WBL aan deze LGR. Conform het voorgestelde wordt besloten in te stemmen met 1. het aangaan van een Lichte Gemeenschappelijke Regeling (LGR) Samenwerking Maas en Mergelland; 2. in te stemmen met deelname van Waterschapsbedrijf Limburg aan deze LGR 7 Toetreding gemeenten Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen, Brunssum, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal (LiBel-gemeenten) tot de BsGW De heer Uitterhoeve spreekt namens de fracties Natuurterreinen en Water Natuurlijk zijn tevredenheid uit over het voorliggende voorstel. Er is sprake van een goed onderhandelingsresultaat met aanmerkelijke voordelen voor onze eigen begroting. Spreker heeft de volgende opmerkingen bij het voorliggende voorstel: - de zorg over het verenigen van de aanslagen van gemeenten en waterschap op één biljet. De fracties zijn het ermee eens dat dit efficiënt is. Echter, de herkenbaarheid van het waterschap verdwijnt. Dat moeten we ons goed realiseren in de communicatiestrategie naar de burgers toe. Feitelijk is er sprake van kwaliteitsverlies ten opzichte van de oude situatie. Daar tegenover staan de financiële voordelen. Die zijn ook belangrijk. De afweging is om dit te doen met het verzoek om zorg in de uitwerking van de communicatiestrategie; er moet zorgvuldig gekeken worden hoe één kwijtscheldingsprocedure voor zowel gemeenten als waterschappen kan worden gerealiseerd; er bestaat verschil in het aantal betalingstermijnen bij gemeenten en waterschap. Voor welke betalingstermijn wordt gekozen? Ook hiervoor wordt extra zorg en aandacht gevraagd. Mevrouw Nusteling merkt namens de fractie Waterbelang op dat het beperken van kosten een verlies van eigenheid veroorzaakt. Een ander punt is de leesbaarheid van het aanslagbiljet. Spreekster verzoekt om extra aandacht hiervoor, zodat alle belastingbetalers begrijpen wat er op het formulier staat. In dit verband wordt gevraagd om ook te kijken naar mogelijkheden om het aanslagbiljet leesbaar te houden voor mensen met dyslexie. De heer Wagemans zegt dat de wijze waarop deze schaalvergroting tot stand is gebracht bewondering en respect verdient. De voordelen zijn aanzienlijk en die komen uiteindelijk toch bij de burger terecht. De nadelen zijn al genoemd. In welke mate kan en wil het waterschap dan nog herkenbaar zijn? De essentie is dat deze manier van werken efficiënter is en dus voor de burger goedkoper wordt /7

4 In het voorliggende waterschapsblad staat op pagina 2 vermeld De tijdelijke kosten in de integratie van de organisaties en de desintegratiekosten van de gemeentelijke belastingdiensten voor de huidige deelnemers bedragen in totaal Spreker vraagt of de huidige participanten deze 6,8 miljoen euro dragen om het geheel te integreren en elders los te maken? De heer Salden merkt op dat de fractie Overig Ongebouwd kan instemmen met het voorliggende voorstel. De financiële voordelen wegen zwaar. Spreker vraagt wel om een en ander na één jaar te evalueren. De heer Lebens constateert dat er in zijn algemeenheid tevredenheid binnen het algemeen bestuur bestaat over het voorliggende voorstel en beantwoordt achtereenvolgens de gestelde vragen. Op het aanslagbiljet komen de logo s van respectievelijk de gemeente en het waterschap te staan, met onder de betreffende logo s de aanslagregels voor de te innen belastingen. Zodra het aanslagbiljet qua opmaak definitief is, zal dit ter kennisneming aan de commissies worden voorgelegd. Er zal nog een uitvoerig communicatietraject worden afgelegd omtrent de invoering van het gecombineerde biljet. Het uniformeren van de kwijtscheldingsprocedures is recentelijk door de BsGW opgepakt. Er bestaat nog een verschil in het aantal betalingstermijnen tussen gemeenten en waterschappen. Ook hieraan wordt door de BsGW gewerkt. De leesbaarheid van de aanslag (dyslexie) zal door de heer Lebens worden besproken binnen de BsGW. Het schaalvoordeel van toetreding van de LiBel-gemeenten is becijferd op structureel ca. 7 à 8 miljoen euro per jaar. In de aanloopfase zijn er echter projectkosten die zowel door de nieuwe (LiBel-gemeenten) als door de zittende deelnemers gedragen worden. Deze projectkosten (communicatie, risico, desintegratiekosten) zijn becijferd op ca. 20 miljoen, welk bedrag in 4 jaar wordt gebudgetteerd. Deze kosten worden grotendeels gelijkelijk verdeeld over de deelnemers. Na één jaar zal een en ander worden geëvalueerd. Voor wat betreft het aspect herkenbaarheid vraagt de heer Limpens of je het als waterschap moet willen: herkenbaarheid op een aanslagbiljet. Zo ja, gaat het niet te ver om geld voor een dergelijk communicatietraject uit te trekken? Spreker is van mening dat de herkenbaarheid moet zitten in de kernactiviteiten van het waterschap. Wat doet een waterschap, waar staan we voor? 2 e TERMIJN De heer Uitterhoeve deelt mee tevreden te zijn met de reactie van de heer Lebens op zijn opmerkingen over de herkenbaarheid van het waterschap op één gemeenschappelijk aanslagbiljet. Op het gezamenlijk aanslagbiljet blijft de aanslag voor het waterschap herkenbaar als zijnde de aanslag van het waterschap. Bij andere waterschappen in Nederland gebeurt dit vaak anders. Daar wordt een aanslagbiljet verzonden zonder eigen identiteit van de belastingheffende overheden. Spreker vindt dit een ongunstige situatie. De gang van zaken bij de BsGW acht hij veel beter. Mevrouw Nusteling merkt naar aanleiding van de opmerking van de heer Limpens op dat het voor de fractie Waterbelang het niet acceptabel is als het waterschap niet herkenbaar zou zijn op het aanslagbiljet /7

5 De heer Lebens antwoordt dat het waterschap op het aanslagbiljet herkenbaar wordt voor de burger. Er is een duidelijke scheiding tussen de aanslag van de gemeente en die van het waterschap. Spreker stelt vast dat het de wens van de meeste fracties is om de herkenbaarheid van het waterschap op de aanslag tot uitdrukking te brengen. Conform het voorgestelde wordt vervolgens besloten: 1. in te stemmen met het verzoek van de gemeenten Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen, Brunssum, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal (LiBelgemeenten) tot toetreding van de BsGW, onder voorbehoud van de ontvangst van het formele verzoek van deze gemeenten conform de tussen de BsGW en de gemeenten gemaakte afspraken; 2. in te stemmen met het vanaf 1 januari 2014 opleggen van waterschapsheffingen en gemeentelijke aanslagen op één biljet. 8 Stimulering aanpak overstorten De heer Salden merkt op dat de fractie Overig Ongebouwd het voorliggende voorstel ondersteunt. Mevrouw Nusteling merkt op dat het prettig is om te constateren dat een aantal gemeenten wel in staat is om te voldoen aan de basisinspanning. Anderzijds is het jammer dat er nog steeds gemeenten zijn die te weinig actie ondernemen. De fractie Waterbelang ziet het als een taak van de gemeenten om te voldoen aan de basisinspanning. De fractie wil de voorgestelde nieuwe aanpak voor een jaar steunen en wacht af wat het resultaat van deze pilot is. Na een jaar kan bekeken worden of deze aanpak daadwerkelijk tot verbetering heeft geleid. De heer Resoort merkt op dat ook de fracties Natuurterreinen en Water Natuurlijk kunnen instemmen met het voorstel. Het is jammer dat de oude regelingen weinig gebruikt zijn door de gemeenten. Het is goed dat het stroomgebied van de Rode Beek nu wordt uitgekozen als pilot. Zeker omdat daar ook KRW-aspecten een grote rol spelen. Misschien is het denkbaar dat er nog een stroomgebied van een andere beek in aanmerking komt voor een vergelijkbare pilot? Reagerend op de opmerkingen van mevrouw Nusteling deelt de heer Resoort mee dat het in zijn ogen niet zo kan zijn dat het waterschap over een jaar zegt: we stoppen ermee. Er wordt een pilot opgestart en als gemeenten besluiten om mee te doen, dan zal het waterschap moeten voldoen aan de daaruit voortvloeiende financiële verplichtingen. De heer Hanssen zegt dat de heer Resoort de strekking van de opmerking van mevrouw Nusteling verkeerd interpreteert. Zij heeft slechts willen aangeven dat het een gemeentelijke taak is om te voldoen aan de basisinspanning en dat het in dat licht bezien de vraag is in hoeverre het de taak van het waterschap is om gemeenten hierin te faciliteren. Vandaar de opmerking om afhankelijk van het resultaat van de thans voorgestelde pilot over een jaar te bezien hoe verder te gaan. De voorzitter deelt mee datgene wat rondom de KRW wordt gedaan, eigenlijk bovenop de basisinspanning komt. Dat is essentieel. Vanuit de gemeenten kan worden gezegd, waarom moet dit nog bovenop de basisinspanning? Vooral kleine gemeenten met veel kwetsbare beken kunnen zo voor grote kosten komen te staan. Daarvoor heeft het waterschap deze stimuleringsregeling in het leven geroepen. Het waterschap neemt zo de regie en legt hier geld aan bij in de hoop dat er resultaat wordt geboekt /7

6 Voor de gemeenten betekent dit een verlichting van de financiële lasten. Er moet gevolgd worden of deze aanpak daadwerkelijk tot resultaten leidt. De heer Dohmen licht toe dat de basisinspanning inderdaad bij de gemeenten blijft. Het gaat om dat stukje extra. Er wordt overleg gepleegd met meerdere gemeenten waar knelpunten zijn. Indien de pilot van de Rode Beek succesvol verloopt, kan worden bekeken of in een ander stroomgebied dezelfde aanpak wordt gevolgd. 2 e TERMIJN De heer Resoort kan zich vinden in de antwoorden van het DB. Spreker wijst erop dat er meerdere keren in het algemeen bestuur gesproken is over de dreigende financiële consequenties van een fusie. In dat licht moet bij dergelijke projecten niet gekeken worden met primair de knip op de portemonnee. De heer Wagemans vraagt of het waterschap nog iets kan doen aan de integraliteit van waterproblematieken. Want dit is nu aan de overstorten gekoppeld. Indien een gemeente meerdere watervraagstukken heeft en er is een stadsvisie c.q. regiovisie, zou er door het waterschap een extra eenmalige bijdrage geleverd kunnen worden. De voorzitter deelt mee dat in het kader van de waterplannen met gemeenten wordt gekeken naar de mogelijkheden om gebiedsgericht met een aantal gemeenten tegelijkertijd één integraal waterplan te maken met als doel allemaal te voldoen aan de basisinspanning en de waterkwaliteit. Conform het voorgestelde wordt besloten: 1. in te stemmen met een projectmatige aanpak waarbij de vermelde gemeenten actief worden benaderd voor het terugdringen van rioolwateroverstorten op enkele kwetsbare watersystemen; 2. in te stemmen met het starten van overleg met de gemeenten Brunssum, Onderbanken en Schinnen over het pilotproject in het stroomgebied van de Rode Beek. 9 Rondvraag en sluiting Naar aanleiding van een krantenartikel van 1 oktober 2013 waarin wordt gesproken over gezamenlijk inkopen door gemeenten in Limburg en de provincie waarbij financieel voordeel wordt behaald, vraagt de heer Salden om een toelichting. Wellicht is dit iets voor het waterschap. De voorzitter antwoordt dat bijvoorbeeld bij raamcontracten wordt nagedacht over de vraag of we dat willen. Het waterschap moet ook specialisten kunnen uitnodigen en wil dan niet gebonden zijn aan één ingenieursbureau binnen een raamcontract. Er wordt natuurlijk wel op gelet dat de prijzen van de verschillende ingenieursbureaus binnen de kaders vallen. De secretaris/directeur voegt hieraan toe dat het waterschap zich steeds moet afvragen of samen inkopen iets oplevert en of men dat moet willen. Vaak is het werk daar te specialistisch voor. De heer Veder vraagt naar aanleiding van een onlangs ontvangen bericht of de provincie van plan is in de toekomst de reserves van WRO in te zetten voor een verlaging van de tarieven na een fusie met Waterschap Peel en Maasvallei /7

7 De voorzitter antwoordt dat er na een fusie een grote pot komt en dat er uiteindelijk één tarief wordt vastgesteld. Als deze pot wordt ingezet, kom dat ten goede aan alle belastingbetalers van één waterschap. De heer Sleijpen heeft twee mededelingen. 1. De stand van zaken met betrekking tot het HWH 2.0. Er is inmiddels een voorstel ontvangen vanuit de werkgroep. Dit voorstel komt aan de orde in de DB-vergadering van 10 oktober De besluitvorming in het algemeen bestuur van HWH is voorzien op 11 november Er is voor die datum geen officiële AB-vergadering meer ingepland. Er is wel een themabijeenkomst voorzien op 22 oktober Het kan zijn dat aan die themabijeenkomst een openbare vergadering wordt gekoppeld waarin besluitvorming over de richting van HWH 2.0 aan de orde zal worden gesteld. 2. In het kader van het Landsbanki-dossier speelt op dit moment een uitspraak van de Hoge Raad in IJsland met betrekking tot wisselkoersen. Deze uitspraak is anders uitgevallen dan verwacht, maar dat betekent niet meteen dat er problemen zijn met onze claim. Daarnaast speel de discussie over het zogenaamde financieel instrument. Dat was een obligatie die betaald moet worden door Landsbanki. Landsbanki geeft aan dat zij onvoldoende buitenlandse valuta heeft om binnen de termijn die hiervoor staat dit uit te keren. Men wil de termijn verlengen. Na de volgende DBvergadering wordt er een update verstuurd aan het algemeen bestuur met betrekking tot deze kwestie. Tenslotte deelt de heer Sleijpen nog mee dat waarschijnlijk vandaag, 1 oktober 2013, weer 5% van de vordering is ontvangen door het waterschap. Niets meer aan de orde zijnde, dankt de voorzitter de aanwezigen voor hun inbreng en sluit hij om uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De secretaris/directeur, De voorzitter, ing. J.M.G. In den Kleef dr. J.J. Schrijen /7

8 Lijst van openstaande vragen en acties uit het algemeen bestuur DATUM VERGADERING VRAAG/ACTIE UIT HET ALGEMEEN BESTUUR RICHTDATUM AFHANDELING STAND VAN ZAKEN Niet voorhanden