Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 5 (pp )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 5 (pp )"

Transcriptie

1 Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg, E. Koes Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 Springen en spierrekken C. Riezebos F. Krijgsman A. Lagerberg E. Koes In deze rubriek wordt problematiek uit de dagelijkse praktijk aangedragen. Om het theoretisch kader rond deze problemen te verbreden en waar mogelijk te verdiepen doen wij een beroep op U. Aan het slot van de presentatie van het probleem worden U enkele vragen voorgelegd. Wij nodigen U uit Uw antwoorden dienaangaande aan ons mee te delen via het bijgevoegde antwoordformulier. Natuurlijk staat het U vrij, aanvullend kommentaar te leveren op het antwoordformulier. Het is niet noodzakelijk alle vragen te beantwoorden, ook gedeeltelijk ingevulde formulieren zijn van harte welkom. De verzamelde antwoorden worden in een volgende aflevering van deze rubriek gepubliceerd. Inleiding en Probleemstelling Rekkingsoefeningen zijn reeds geruime tijd bekend in het vakgebied van de fysiotherapeut en in de sport. Tot ongeveer halverwege de jaren '70 geschiedde dit rekken van spieren veelal verend. Als belangrijkste doelstellingen voor het rekken golden in die tijd vergroting van de lenigheid en ontspanning van spieren na (sport)-arbeid, terwijl de fysiotherapeut ze gebruikte in de behandeling van bijvoorbeeld spierblessures. Met name vanuit de neurofysiologie wees men op het grote bezwaar dat bij verend uitgevoerde oefeningen juist de aktiviteit van de te rekken spieren wordt verhoogd. In andere publicaties wees men op het grote gevaar van het ontstaan van myositis ossificans door het rekken van spieren (13). In de VS groeide in die tijd sterk het besef dat bewegen noodzakelijk was om gezond te blijven of het weer te worden. Met name het joggen werd zeer populair. Tegelijk met deze hernieuwde belangstelling voor aktieve sport werd ook het stretchen geïntroduceerd. Een van de eerste werken op dit terrein was het boek "stretching" (ned. De stretching methode) van Bob Anderson (2). In dit werk worden een aantal bezwaren tegen de tot dan toe uitgevoerde rekkingsoefeningen beschreven. Hij pleit voor een wijze van stretchen, die in vergelijking met wat men thans zoal op sportvelden of bij lantaarnpalen ziet gebeuren, zeer subtiel te noemen is. Toch hebben wij een aantal fundamentele bezwaren tegen het stretchen bij sport en tegen de motieven die gebruikt worden om het uit te voeren. In literatuur over stretching bij sport worden veelal de volgende motieven voor stretching genoemd: vermindering van spierspanning en ontspanning van het hele lichaam; verbetering van de coördinatie; verbetering van bewegingsmogelijkheden; voorkomen van blessures; het rekken bereidt de spieren voor op arbeid, de spieren krijgen een seintje dat ze zo meteen moeten gaan werken; bevordering van de bloedsomloop; het is prettig. Met name het voorkomen van blessures is een steeds terugkerend argument. Hierbij wordt dan veelal vermeld dat uit onderzoek gebleken zou zijn dat stretchen de kans op blessures vermindert. Echter, een zeer uitgebreide speurtocht in de literatuur heeft deze gedachte niet kunnen bevestigen (3). Vele artikelen over stretching bij sport suggereren in hun titel wel een blessure beperkend effect, maar het bewijs hiervoor wordt niet geleverd. Meestal wordt naar elkaar verwezen of wordt simpelweg aangenomen dat er sprake is van blessure preventie, aangezien dit "algemeen bekend" is. Niets wordt in degelijk vergelijkend onderzoek aangetoond. Over blessurepreventie door middel van rekken en stretchen valt nog het volgende op te merken. Reeds ca. tien jaar geleden werd melding gemaakt van de enorme hoeveelheid sportblessures in Nederland. In de afgelopen tien jaar heeft vrijwel elke sporter het rekken en strekken voor en na de sport uitgevoerd. Uit recente berichten in de pers blijkt dat het aantal sportblessures de laatste jaren weder-

3 om sterk is gestegen. Ook indien hierbij het steeds groeiend aantal sporters in ogenschouw wordt genomen blijkt niets van een vermindering van blessures door de toepassing van stretching. Deze zomer is de aktie "Blessures blijf ze de baas" gestart. In de publicaties van deze campagne wordt het rekken en strekken als een uitstekend middel tegen blessures aangeprezen. In dit artikel zullen wij de relatie tussen het rekken van de M. gastrocnemius en diens funktie bij de afzet bij springen en hardlopen theoretisch bezien. Basisbegrippen Allereerst zal worden ingegaan op het mechanisme van de spierlengteregulering die, zoals zal blijken, ten doel heeft een optimale overlap tussen actine- en myosinefilamenten te behouden. Hierover is reeds eerder in dit tijdschrift gepubliceerd (13). De afmetingen van de kleinste contractiele eenheid van een spier, de sarcomeer, zijn voor de meeste vertebraten gelijk (9). De lengte van het actinefilament en myosinefilament bedraagt respektievelijk 1 μm en 1.5 μm (1,9,12). Deze morfologische kenmerken hangen nauw samen met de funktionele relatie tussen de momentane lengte en de maximaal te ontwikkelen kracht bij die lengte. Het lengtespanningsdiagram van een sarcomeer, zoals weergegeven in figuur 1 toont deze samenhang (6,11,12). Figuur 1. Lengte-spanningsdiagram van een enkele sarcomeer. a = 33% verkort d = 0% verkort (rustlengte) b = 20% verkort e - 25% verlengd c - 5% verkort f = 55% verlengd g = 70% verlengd (komt onder normale omstandigheden nooit voor). De schematische weergave van de lengteverhoudingen en overlap binnen de sarcomeren (a t/m g) korrespondeert met de zelfde letters in het lengte-spanningsdiagram.

4 Bij een lengte van 2.25 μm (de rustlengte) bestaat er een maximale overlap tussen de actine- en myosinefilamenten, waardoor de grootst mogelijke kracht kan worden ontwikkeld. Naarmate de sarcomeer meer verkort vanuit de rustlengte neemt de mate van effectieve overlap af door het ontstaan van antiparallel regions (4). Dit zijn gebieden waarin de cross-bridges aan weerszijden van het midden van een myosinefilament elkaar tegenwerken door krachtlevering in tegengestelde richting (figuur 2). De maximaal te leveren kracht neemt hierdoor tijdens verkorten progressief af tot nul in de kortste positie van 1 μm. De sarcomeer is dan 33% verkort. Figuur 2. Bij maximale verkorting van de sarcomeer treden antiparallel regions op waardoor de te leveren kracht sterk vermindert. In geval van een progressieve verlenging van de sarcomeer blijkt de maximaal te leveren kracht eveneens af te nemen, wat direkt gerelateerd is aan de afname van de overlap tussen de actine- en myosinefilamenten. In de uiterst verlengde positie van 3.5 μm kan aktief nagenoeg geen kracht meer worden ontwikkeld door een minimale overlap. De sarcomeer is dan 55% verlengd vanuit zijn rustlengte (figuur 1, situatie f). Uit tal van in vivo onderzoeken naar het gedrag van spierweefsel wanneer dit wordt geïmmobiliseerd in verkorte of verlengde positie, blijkt dat steeds gestreefd wordt naar behoud van de rustlengte (5,14,17,19,20,21,22). Dit geschiedt door het veranderen van het aantal sarcomeren in serie. In een spier welke voortdurend in een verlengde positie verkeert, wordt een toename van het aantal sarcomeren in serie waargenomen, zodanig dat uiteindelijk weer een maximale overlap in de immobilisatiepositie bestaat. Omgekeerd treedt een afname van het aantal in serie geschakelde sarcomeren op in geval van immobilisatie in een verkorte positie. De mate van toe- en afname van het aantal sarcomeren is steeds precies die hoeveelheid welke nodig is om de rustlengte weer te verkrijgen. Na opheffen van de immobilisatie wordt binnen 4 weken weer het oorspronkelijke aantal sarcomeren waargenomen. Het is opmerkelijk dat de genoemde aanpassing door het variëren van het sarcomeeraantal in serie, zich ook voordoet bij geïmmobiliseerde, volledig gedenerveerde spieren (5). Ook gedraagt een spier, die zich als gevolg van elektrische stimulatie voortdurend in een verkorte positie bevindt, zich identiek aan die welke geïmmobiliseerd wordt in verkorte positie (22). Het spierweefsel blijkt dus, zelfs zonder enige invloed van het centrale zenuwstelsel een reaktief weefsel te zijn, dat zelf kan "waarnemen" in welke positie het zich bevindt. De aard van dit "waarnemings-mechanisme" is vooralsnog onbekend. In de praktijk betekent dit adaptatiemechanisme dat de rustlengte van een spier zal liggen bij de lengte of het traject waarin veelvuldig de meeste kracht moet worden ontwikkeld. Bij wielrenners bijvoorbeeld kan dit eenvoudig worden waargenomen. Karakteristiek voor deze sporters is de "rechtopstaande" stand met een uitgesproken lumbale lordose en flexie van heup- en kniegewrichten. Om in de fietshouding tot een maximale krachtontwikkeling te komen is een maximale overlap tussen de filamenten onontbeerlijk. Door afname van het aantal sarcomeren in serie wordt een nieuwe rustlengte gecreëerd in een verkorte positie van deze spier. De hierdoor ontstane "spierverkorting is dan ook niet "slecht" maar een schitterend voorbeeld van aanpassing aan de gevraagde funktie. Spierlengte-aanpassing en funktie Aan de hand van een eenvoudig model zal het principe worden verduidelijkt van het aanpassen van de spierlengten aan gevraagde funkties. In figuur 3a wordt de situatie getoond van iemand die voor het eerst van zijn leven gaat trainen op springen.

5 Figuur 3. a. Uitgangssituatie vóór een periode van sprongtraining. De spier wordt voorgesteld als een serieschakeling van 5 sarcomeren. b. In 45 plantairflexie zijn de sarcomeren sterk verkort en neemt geleverde kracht sterk af. c. Na adaptatie waarbij sarcomeren zijn verwijderd wordt in 45 plantairflexie de rustlengte opnieuw bereikt en is de geleverde kracht weer maximaal. We gaan er vanuit dat de rustlengte van de kuitspieren bij dit individu ligt bij een hoekstand van 90 in het enkelgewricht. Het spiermodel bestaat uit 5 sarcomeren. Bij het springen moet deze spier echter zijn maximale kracht leveren in een meer geplantairflecteerde positie van de voet, in ons voorbeeld 45 plantairflexie. Het blijkt dat de sarcomeren in deze stand van de voet in een sterk verkorte positie verkeren (figuur 3b) en dus aanzienlijk minder kracht kunnen opnemen; een weinig effektieve situatie. In figuur 3c zien we wat de spier hiertegen onderneemt na enige tijd trainen. Het aantal sarcomeren wordt verminderd, de spier "gooit sarcomeren weg". Als gevolg van deze adaptatie kunnen de resterende sarcomeren als het ware "uitschuiven" totdat ze hun rustlengte wederom innemen, doch nu in een plantairflexiestand van de voet. Figuur 4. a. Uitgangssituatie vóór een periode van sprongtraining. b. De niet-geadapteerde spier bij 30 dorsaalflexie in de enkel. De hierdoor veroorzaakte verlenging van de sarcomeren is relatief gering. c. Uitgangssituatie na een periode van sprongtraining. De spier is geadapteerd en de sarcomeren zijn in deze uitgangspositie al enigszins verlengd. d. De geadapteerde spier bij 30 dorsaalflexie in de enkel. De sarcomeren zijn zeer veel meer verlengd vergeleken met figuur b. De spanning in de spier is hier aanzienlijk hoger dan die in situatie b.

6 Laten we nu eens bezien wat het effekt van deze adaptatie is op de lenigheid. In figuur 4a wordt weer de uitgangspositie weergegeven. Indien vóór de trainingsperiode aan deze sporter zou worden gevraagd de enkel over 30 te dorsaalflecteren ontstaat de situatie als in figuur 4b. Er is enige verlenging van de sarcomeren. Wanneer we na de trainingsperiode, dus wanneer de spier volledig is aangepast, hetzelfde vragen ontstaat het beeld getoond in figuur 4c. In figuur 4c wordt dezelfde uitgangspositie ingenomen. Aangezien er nu echter slechts 3 sarcomeren zijn in plaats van 5, terwijl tevens de rustlengte van deze sarcomeren ligt in 45 plantairflexie, zijn ze in deze positie al verlengd. Bij het wederom maken van 30 dorsaalflaxie treedt een nog grotere sarcomeer verlenging op (figuur 4d). Het bindweefsel rond de sarcomeren staat dan ook onder grotere spanning in figuur 4d vergeleken met de spanning in figuur 4b (13). De sporter ervaart een veel grotere trekspanning in de kuit. Dit betekent dat na de training het springen is verbeterd, dankzij een verminderde lenigheid van de kuitspieren. Mechanisme van het springen In een voortreffelijk artikel (10) laten van Ingen Schenau en Bobbert het belang zien van de polyarticulaire M. gastrocnemius bij de explosieve afzet bij springen. In dit artikel wordt het mechanisme van het "transport van energie" besproken. Wij geven de essentie van hun zeer belangwekkende betoog hieronder weer. A. Van rotatie naar translatie Het belang van het bereiken van hoge hoeksnelheden in gewrichten tijdens de afzet is gelegen in de beperkingen die het omzetten van rotatiesnelheden tussen de bewegende elementen in het gewricht in translatiesnelheid van het lichaam, met zich meebrengt. Van Ingen Schenau beschrijft dit als volgt: "Het principe behelst het gegeven dat een rotatiesnelheid in een gewricht steeds minder effectief wordt omgezet in een translatiesnelheid tussen de uiteinden van de segmenten die in het gewricht samenkomen naarmate de hoek in het gewricht de gestrekte stand nadert". In figuur 5 wordt dit in een eenvoudig model bestaande uit twee elementen verduidelijkt. In de geschetste situatie wordt een bovenhandse worp uitgevoerd. Het vergroten van de horizontale translatiesnelheid van de bal dient plaats te vinden door rotatie van de onderarm ten opzichte van de hier gefixeerd veronderstelde bovenarm. Uit de figuur blijkt duidelijk dat de horizontale component van de snelheid van de onderarm het grootst is bij een hoek van 90. Naarmate het gewricht meer gestrekt wordt neemt de verticale komponent toe en de horizontale verder af. Indien een massa in horizontale richting versneld moet worden (zoals bij een strekworp) zal dit in dit model dan ook slechts mogelijk zijn tot 90. Vanaf dit moment heeft de te versnellen massa een hogere snelheid in horizontale richting dan het uiteinde van de onderarm. De strekking wordt voorbij 90 steeds minder effectief. Figuur 5. Geometrische beperking bij het omzetten van rotatienaar translatieversnelling (naar van Ingen Schenau en Bobbert). Verdere verklaring in de tekst.

7 Uiteraard is het in de praktijk mogelijk de hoeksnelheid niet, zoals hier, konstant te houden maar sterk te laten toenemen door de contractiesnelheid te vergroten. Dit kan het probleem echter slechts gedeeltelijk kompenseren aangezien de "geometrische beperking" ook hierbij onverminderd van kracht blijft. Daar komt nog bij dat de versnelling in het gewricht op tijd dient te worden afgeremd aangezien anders ernstige gewrichtsbeschadigingen te verwachten zijn. Dit maakt eveneens dat niet de voile bewegingsomvang in het gewricht kan worden gebruikt om het lichaam een translatieversnelling te geven. B. Energie transport Door het polyarticulaire verloop van de M. gastrocnemius is het echter mogelijk de kracht die de M. quadriceps levert bij de kniestrekking rechtstreeks te transporteren naar de enkel via de kuitspieren. In feite wordt de plantairflexie van de voet dus voor een deel verricht door de M. quadriceps femoris. In figuur 6 wordt een modelmatige voorstelling gegeven van dit mechanisme. Figuur 6. Energie transport van knie naar enkel. Bij het strekken van de knie wordt via de M. gastrocnemius een plantairflexie tot stand gebracht in het enkel gewricht (naar van Ingen Schenau en Bobbert). Weergegeven zijn het boven- en onderbeen, de voet en de M. gastrocnemius. Indien een strekking van de knie wordt uitgevoerd, zal dit, indien de M. gastrocnemius niet verlengt doch statisch contraheert, automatisch een plantairflexie van de voet tot gevolg hebben. Uit onderzoek van de afzet van schaatsers is gebleken dat de effectieve translatie-versnelling van het lichaam door strekking van de knie slechts tot ongeveer 130 mogelijk is, veroorzaakt door hetgeen hiervoor is besproken. Bij verticaal springen treedt een soortgelijk mechanisme op. Het is in verband hiermee gunstiger om de kracht die de extensoren voorbij de 130 nog leveren ten gunste te laten komen aan de plantairflexie van de voet, aangezien in het enkelgewricht nog wel een effectieve afzet mogelijk is. In deze overbrenging speelt de M. gastrocnemius een belangrijke rol, zoals reeds in figuur 6 werd getoond. Door de overdracht van energie van de kniestrekking naar de plantairflexie wordt deze energie beter benut aangezien in het enkelgewricht een grote hoeksnelheid gehaald kan worden in een, vanuit het geschetste geometrische principe bezien, gunstig traject. Tevens vindt hierdoor op het juiste moment een afremming plaats van de kniestrekking zodat hier niet met hoge snelheid plotseling een eindstand wordt bereikt. C. Modelvorming van het springen Om het voorgaande te verduidelijken wordt door van Ingen Schenau en Bobbert een zeer inzichtelijk model gebruikt, Jumping Jack genaamd. Dit model wordt weergegeven in figuur 7.

8 Figuur 7. Jumping Jack: model van het springen naar van Ingen Schenau en Bobbert. Verdere verklaring in de tekst. De werking is als volgt: De romp kan langs een verticale geleide-rail omhoog en omlaag bewegen; De veer rond de knie stelt de M. quadriceps voor en levert de energie voor het springen; Een in lengte instelbaar touwtje stelt de M. gastrocnemius voor en transporteert de strekkracht van de kniestrekkers naar de enkel. Wanneer de romp naar beneden wordt geduwd wordt de veer rond de knie uitgerekt. Wordt de romp daarna plotseling losgelaten dan springt het model omhoog. Figuur 8. Gedrag van het model getoond in figuur 7 bij verschillende lengten van de M. gastrocnemius (naar Ingen Schenau en Bobbert).

9 Door de lengte van het touwtje te veranderen, verandert de kniehoek waarbij dit strak komt te staan en dus kracht kan overdragen naar de voet. Uit de experimenten met dit model blijkt het volgende. Voor de hoogte die Jumping Jack kan bereiken is de lengte van het touwtje zeer belangrijk. In het model wordt de grootste hoogte bereikt bij een lengte van het touwtje welke overeenkomt met een kniehoek van 130. Zowel bij grotere als bij kleinere lengten neemt de spronghoogte af (figuur 8). De auteurs spreken bij deze optimale lengte van een "optimale timing". Na de voorgaande beschrijving doen deze onderzoekers een opvallende uitspraak: "...het bleek ons onmogelijk na te gaan waarom het model bij de gegeven timing (lees: bij de optimale lengte van het touwtje) het hoogste moest springen". Een mogelijke oplossing van dit probleem wordt hieronder door ons voorgesteld. Springen met een vierstangenstelsel Wanneer we nogmaals kijken naar de door van Ingen Schenau en Bobbert gebruikte modellen dan zien we dat hier sprake is van een mechanisme dat in de kinematica goed bekend is: het "vierstangenstelsel" of het "four-bar system". Dit mechanisme werd in 1876 al uitvoerig door Reuleaux beschreven in een voortreffelijk boek (15). Zowel in de biologie als in de funktionele anatomie is later veelvuldig van dergelijke mechanismen gebruik gemaakt om bewegingsproblemen te verduidelijken. Een zeer bekend voorbeeld hiervan is de voorstelling van de kruisbanden van de knie samen met tibia en femur als een gekruist vierstangenstelsel zoals bijvoorbeeld beschreven door Huson en Struben (7,8,16). Bij het springen is er eveneens sprake van een, niet-gekruist, vierstangenstelsel gevormd door tibia, femur, M. gastrocnemius en voet. Hierbij wordt aangenomen dat de M.gastrocnemius statisch contraheert. In figuur 9 wordt een eenvoudig zelf te vervaardigen vierstangenstelsel getoond. Figuur 9. Een zelf te vervaardigen vierstangenstelsel. Benodigdheden: - vier smalle repen karton; - vier splitpennen of punaises. Bij bewegen van het "femur" en vasthouden van de tibia leidt de strekking van de "knie" tot een gedwongen plantairflexie van de "enkel". Bij verschillende lengteverhoudingen verandert de verhouding van "kniehoek" en "enkelhoek". De bewegings-eigenschappen van dit mechanisme worden volledig bepaald door de afmetingen ervan. In figuur 10 worden drie verschillende met een computer gemaakte stangenstelsels getoond met verschillende lengten van de stang welke de M.gastrocnemius voorstelt. Het blijkt dat de lengte hiervan bepaalt hoe de verhouding is in hoeksnelheid van de knie en de enkel. In figuur 11 wordt getoond dat veranderingen in bijvoorbeeld de verhouding van de afstanden van de origo van de M.gastrocnemius tot de knie-as en die van de insertie tot de enkel-as eveneens grote verschillen in hoeksnelheidsverhoudingen tot gevolg hebben. Voor het springen is het gunstig wanneer een relatief kleine draaihoek in de knie een relatief grote hoekverandering in de enkel veroorzaakt. Dit wordt bereikt bij een voor ieder individu eigen specifieke lengte van de M. gastrocnemius, gegeven de lichaamsbouw (afstand origo-knieas, afstand insertieknieas en lengte van de tibia). Zowel de experimenten van van Ingen Schenau en Bobbert, als analyses van het hier besproken vierstangenstelsel, maken duidelijk dat de optimale lengte van de M. gastrocnemius zeer beslist niet die lengte is zoals bereikt wordt bij een maximaal gerekte positie, doch bij veel kortere lengten. Het bezit van een lange gastrocnemius zal dan ook zeer ten koste gaan van de effektiviteit van het springen. De sporter zal juist veel meer energie moeten leveren met de kuitspieren hetgeen de kans op blessures eerder vergroot dan verkleint.

10 Figuur 10. Vierstangenstelsels met verschillende lengten van de M. gastrocnemius. De hoekuitslag in de knie is in alle gevallen 30. Lengte M. gastrocnemius Hoekuitslag enkel a. 38 cm 19 b. 40 cm 15 c. 42 cm 8 De gunstigste verhouding voor het springen wordt hier gevonden bij de kortste spierlengte. Figuur 11. Vierstangenstelsel met verschillende verhoudingen van de afstanden: origo M. gastrocnemius tot knieas met insertie M. gastrocnemius tot enkelas. De hoekuitslag in de knie is in beide gevallen 30 Origo-knieas Insertie-enkelas Hoekuitslag enkel a b Er staan ons geen gegevens beschikbaar over de dimensies van Jumping Jack. Het is hier dan ook niet mogelijk uitvoerig in te gaan op allerlei geometrische verschillen en verschillen in "doorklapsituaties (waarbij het niet-gekruiste vierstangenstelsel doorklapt naar een gekruiste situatie) tussen Jumping Jack en de door ons, als voorbeeld, getoonde vierstangenstelsels. Evenmin zijn de hier gebruikte voorbeelden bedoeld om een uitvoerige analyse van het springen zelf te verrichten. Bedoeld is slechts

11 te wijzen op het grote belang van de afmetingen van dergelijke modellen. Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat de afmetingen van het model zeer bepalend zijn voor het spronggedrag. Uitspraken over precieze lengten en hoekstanden afgeleid uit Jumping Jack gelden dan ook uitsluitend voor dit model en niet voor een individuele sporter. De werkelijke waarde van deze benadering ligt dan ook in het verduidelijken van een principe. Van Ingen Schenau en Bobbert zijn daarin zeer goed geslaagd. Diskussie 1. Sarcomeer-adaptatie Door veelvuldig oefenen in bepaalde bewegingstrajecten passen spierlengten zich aan door toe- of afname van het aantal in serie geschakelde sarcomeren. Het resultaat van deze aanpassing is dat de rustlengte, dus de lengte waarin de spier maximaal kracht kan leveren exact wordt bereikt in de positie waarin deze funktie wordt gevraagd. Deze aanpassing is een van de redenen waarom oefening leidt tot prestatieverhoging. Het is ons volstrekt onduidelijk waarom deze aanpassing daarna bestreden moet worden met rekkingsoefeningen die het tegenovergestelde bedoelen te bereiken. Bij het springen blijken de geometrische verhoudingen van het hierboven besproken vierstangenstelsel bepalend te zijn voor de effektiviteit van de koppeling tussen hoeksnelheid van knie en enkel. Dit betekent dat voor ieder individu de optimale lengte van de M.gastrocnemius anders zal zijn. Tevens blijkt dat deze optimale lengte voor niemand zal liggen in de maximaal gerekte positie. Het is voor ons volkomen onbegrijpelijk dat toch gepropageerd wordt dat iedereen dezelfde rekoefeningen zou moeten doen. Goed onderbouwde argumentatie op theoretische of empirische basis waaruit blijkt dat spierrekken de kans op blessures vermindert is niet bekend. Toch wordt dit idee voortdurend uitgedragen. Wij begrijpen niet waarom zoveel reclame wordt gemaakt voor een zo diskutabele techniek als spierrekken. "Iedereen doet het, ook in Amerika", "het zet de spierspoelen op scherp", "het verhoogt de tonus van de sympathicus", "het voorkomt blessures", "het verbetert de prestatie", enzovoort, zijn uitspraken die niets bijdragen aan de diskussie zo lang niet duidelijk is aangetoond dat wat iedereen doet ook goed is, of steunt op een wetenschappelijke fundering. De hierboven geschetste problemen kunnen met behulp van Uw opmerkingen belangrijk worden verduidelijkt. Indien U mee wilt werken aan deze rubriek verzoeken wij U vriendelijk het hieronder staande antwoordenformulier voor 31 oktober aan ons toe te zenden. In een volgende aflevering van dit tijdschrift zullen de gebundelde resultaten worden gepubliceerd. Wij danken U bij voorbaat voor Uw medewerking. VRAGENLIJST: 01. Welk onderzoek, theoretisch of empirisch is U bekend waarin wordt aangetoond dat spierrekken een preventief effekt heeft op sportblessures. 02. Wat vindt U zelf een goede argumentatie om spieren wel te rekken? 03. Wat vindt U zelf een goede argumentatie om spieren niet te rekken? Ook indien U niet alle vragen heeft beantwoord, wordt U van harte uitgenodigd Uw antwoorden in te sturen aan: VERSUS antwoordnummer WB Den Haag (Een postzegel plakken is dus niet nodig). Wilt U uw antwoorden toelichten? Graag!

12 LITERATUUR 1. Alberts B. et. al. Molecular biology of the cell. Garland publ. inc. New York Anderson B. De stretching methode. Uitg. Luitingh-Laren W Arendsen R., Breshamer H. Is spierrekken zinvol? Scriptie School voor Manuele therapie Utrecht Astrand P., Rodahl K. Textbook of work physiology. Mc. Graw-Hill book comp. New York Goldspink G. et. al. Effect of denervation on the adaptation of sarcomere-number and muscle extensibility to the junctional length of muscle. Journal of Physiology 250 (1974), p Hoyle G. Muscles and their neural control. John Wiley 6 Sons. New York Huson A. Quelques consequences fonctionnelles du croisement des ligaments articulaires. Bull. Assoc. Anat. (Nancy) 60 (171):p dec Huson A. Biomechanische Probleme des Kniegelenkes. Orthopaede 1974 (3)p Huxley H. Molecular bans of contraction in cross-striated muscles. In: The structure and function of muscle by G.H. Bourne eds. Acad. Press. 1 (1972).p Ingen-Schenau van G.J. en Bobbert M.F. Intermusculaire cobrdinatie: de sequentie in timing van spieractivatie bij explosieve bewegingen. Geneeskunde en Sport 21 nr. 6, Keele C. en Neil E. Samson wright's applied kinesiology. Oxford University Press. 12, Owen R., Goodfellow J., Bullough P. Orthopaedics and traumatology. William Heinemann med. books ltd. London, Riezebos C. en Koes E. De spierverkorting. Stichting Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie Tabary J. et. al. Physiological and structural changes in the cat s soleus muscle due to immobilisation at different lengths by plaster casts. Journal of Physiology. 224(1972), p Reuleaux F. The kinematics of machinery. Dover Publications Inc Struben P.J. The tibial plateau. Journal of bone and Joint Surgery vol. 64-B(3), 1982.

13 17. Tardieu C. et al. Adaptation of connective tissue length to immobilisation m the lengthened and shortened positions in cat soleus muscle. Journal of Physiology, 78(1982) p Williams P., Goldspink G. Longitudinal growth of striated muscle fibres. J. Cell. Sci. 9(1971),p Williams P., Goldspink G. The effect of immobilisation on the longitudinal growth of striated muscle fibers. Journal of Anatomy, 116(1972)1,p Williams P., Goldspink G. Changes in sarcomere length and physiological properties in immobilized muscle. Journal of Anatomy, 127(1978) p Williams P., Goldspink G. Connective tissue changes in immobilized muscle. Journal of Anatomy, 138 (1984) 2 p Williams P.E. et. al. The importance of stretch and contractile activity in prevention of connective tissue accumulation in muscle. J. Anatomy 1988 (158) p

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 1 (pp. 43-52)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 1 (pp. 43-52) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, F. Krijgsman, E. Koes Titel: Verzamelde observaties: Springen en spierrekken Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 43-52 Deze online uitgave

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Lengtespanningstesten van polyarticulaire spieren Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 92-108 Deze online uitgave

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie

Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - hersteltrainer

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 1 (pp ) Auteur(s): Herre Faber Titel: Over de functie van het parallelle bindweefsel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-327 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp ) Auteur(s): G. van der Poel Titel: De kracht-snelheidsrelatie van een spier Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 258-265 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp )

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp ) Auteur(s): W. Schuëngel, E. Takens Titel: De sturende funktie van de menisci bij de slotrotatie Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 71-80 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 3 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, H. Faber Titel: Adaptatie van spierlengten bij jong en oud Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 147-181 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd trainer loopgroepen sinds 1997.

Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd trainer loopgroepen sinds 1997. De trainers Links: Henk van Roemburg Midden: Marjo de Groot Rechts: Henk Moerkens Loopt sinds 2006 bij Flevo Delta. Is gediplomeerd trainer sinds 2010. Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 6 (pp ) Auteur(s): S. Leseman, H. Faber Titel: De effekten van lenigheidstraining op gewrichten Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 301-314 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Preventietips voor sportblessures

Preventietips voor sportblessures .Stef Verheyden Kinesitherapie Preventietips voor sportblessures Groepspraktijk De Brug Waarom blessurepreventie? Sportbeoefening en sportblessures, jammer genoeg gaan ze al te vaak samen. Vroeg of laat

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): Paul van der Meer Titel: Dwars gestreept spierweefsel Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Paul van der Meer Titel: Dwars gestreept spierweefsel Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Paul van der Meer Titel: Dwars gestreept spierweefsel Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 88-108 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

SLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA

SLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA SLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - Trainer Haagatletiek en zelf actief hardloper - Auteur Hardlopen

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Lange, korte en optimale spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 255-271

Auteur(s): H. Faber Titel: Lange, korte en optimale spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 255-271 Auteur(s): H. Faber Titel: Lange, korte en optimale spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 255-271 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

STARTEN NA EEN BLESSURE: WANNEER, WAT, HOE? TJITTE KAMMINGA Datum 10-11-2012

STARTEN NA EEN BLESSURE: WANNEER, WAT, HOE? TJITTE KAMMINGA Datum 10-11-2012 STARTEN NA EEN BLESSURE: WANNEER, WAT, HOE? TJITTE KAMMINGA Datum 10-11-2012 TJITTE KAMMINGA DOCENT FYSIOTHERAPIE HS LEIDEN FYSIOTHERAPEUT/MANUEEL THERAPEUT EX- TRAINER HARDLOPER WWW.TJITTEKAMMINGA.NL

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Spiervezels voor het echte werk Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22

Auteur(s): H. Faber Titel: Spiervezels voor het echte werk Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22 Auteur(s): H. Faber Titel: Spiervezels voor het echte werk Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Oefeningen voor de knie

Oefeningen voor de knie Oefeningen voor de knie Spierkracht verbeterende oefeningen voor de knie: Het is belangrijk om een goede spierkracht te hebben, mede omdat de spieren helpen bij schokabsorptie. Door een goede spierkracht

Nadere informatie

De nieuwe warming-up!

De nieuwe warming-up! De nieuwe warming-up! Netwerkbijeenkomst Masseurs Netwerk Nederland TJITTE KAMMINGA TJITTE KAMMINGA - Fysiotherapeut / manueel therapeut, gespecialiseerd in (hard) loopblessures - Oud-docent fysiotherapie

Nadere informatie

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 218-229 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STRETCHEN

TRAININGSPLAN STRETCHEN TRAININGSPLAN STRETCHEN Stretchen is een noodzaak! Door te trainen veroorzaak je minuscuul kleine blessures in je spiervezels. Des te slechter je conditie, des te groter de blessures kunnen zijn. De blessures

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp ) Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

REKKEN EN STREKKEN IS VOOR DWAZEN EN GEKKEN! TJITTE KAMMINGA. Atletiekunie

REKKEN EN STREKKEN IS VOOR DWAZEN EN GEKKEN! TJITTE KAMMINGA. Atletiekunie REKKEN EN STREKKEN IS VOOR DWAZEN EN GEKKEN! TJITTE KAMMINGA 2 TJITTE KAMMINGA Fysiotherapeut/manueel therapeut Ex-hersteltrainer Haagatletiek Ex-docent fysiotherapie HS Leiden Auteur De nieuwe warming-up

Nadere informatie

Hielspoor, wat spoort er niet? Tjitte Kamminga

Hielspoor, wat spoort er niet? Tjitte Kamminga Hielspoor, wat spoort er niet? Tjitte Kamminga TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - Trainer Haagatletiek en zelf actief hardloper - Auteur Hardlopen zonder

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,3e jrg 1985, no. 5 (pp )

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,3e jrg 1985, no. 5 (pp ) Auteur(s): E. Koes, C. Riezebos Titel: Beperkt bewegen en adaptatie van spierweefsel Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 143-196 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 9e jrg 1991, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 9e jrg 1991, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Over de tonus van bindweefsel en de rol van (myo)fibroblasten Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 65-72 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken. Enkele tips : training en opwarming Trainingen : Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken. Geef nooit op. Het kan best even duren voor je conditie op peil is. Het belangrijkste

Nadere informatie

Chondropathie Patellae

Chondropathie Patellae Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl Chondropathie

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Short Hamstrings? Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Short Hamstrings? Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Short Hamstrings? Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 231-257 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,1e jrg 1983, no. 2 (pp )

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,1e jrg 1983, no. 2 (pp ) Auteur(s): K. Vente Titel: De keuze van de pulsduur bij langdurig toegepaste elektrostimulatie. Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 47-53 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen

Nadere informatie

Lenigheid en beweeglijkheid

Lenigheid en beweeglijkheid 2.3.2. Lenigheid en beweeglijkheid Deze vaardigheid is bedoeld om de verschillende spieren te trainen op lenigheid en de verschillende gewrichten te mobiliseren. Lenigheid en beweeglijkheid bestaat uit:

Nadere informatie

Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 302-312 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Presentatie blessure preventie. John Klerkx

Presentatie blessure preventie. John Klerkx Presentatie blessure preventie John Klerkx Programma 1. Doel van de presentatie. 2. De meest voorkomende blessures. 3. Preventie (voorkomen blessures). 4. Geslacht, leeftijd, lichaamsbouw/ gezondheid.

Nadere informatie

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Core training Door: Roeland Smits Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Voorbereiding krachttraining zwemmen: Core training: In eerste instantie zal er een grondige bases gelegd moeten worden waar

Nadere informatie

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom?

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Patellofemorale pijnklachten zijn klachten die waargenomen worden in en rond de knieschijf. Patella betekent knieschijf. Het komt op alle leeftijden voor, maar vooral

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 165 Neuromusculaire gevolgen van epimusculaire myofasciale krachttransmissie Ter vergroting van het begrip over de neurale aansturing van lichaamsbewegingen is gedetailleerde kennis

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 9e jrg 1991, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 9e jrg 1991, no. 2 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, F. Krijgsman, E. Koes Titel: De m. rectus femoris: lenigheid en kracht Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 301-314 Deze online uitgave

Nadere informatie

Blessurepreventie. Secundaire preventie heeft betrekking op het tijdig herkennen en behandelen van klachten of banale letsels om erger te voorkomen

Blessurepreventie. Secundaire preventie heeft betrekking op het tijdig herkennen en behandelen van klachten of banale letsels om erger te voorkomen Blessurepreventie Blessurepreventie bestaat uit drie luiken: Primaire preventie is gericht op het voorkomen van nieuwe letsels. Secundaire preventie heeft betrekking op het tijdig herkennen en behandelen

Nadere informatie

Core Stability - serie 1

Core Stability - serie 1 Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 1 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Afzetten: de rol van de getordeerde achillespees en van de m. tibialis anterior Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 18-40 Deze

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: De Tenenstand Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 59-64

Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: De Tenenstand Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 59-64 Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: De Tenenstand Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 59-64 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): A.Lagerberg, F.Krijgsman, E.Koes, C.Riezebos Titel: Isokinesis Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 24-48

Auteur(s): A.Lagerberg, F.Krijgsman, E.Koes, C.Riezebos Titel: Isokinesis Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 24-48 Auteur(s): A.Lagerberg, F.Krijgsman, E.Koes, C.Riezebos Titel: Isokinesis Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 24-48 48 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD!

SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD! SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD! TJITTE KAMMINGA 2 TJITTE KAMMINGA - Fysiotherapeut/manueel therapeut - Ex-hersteltrainer Haagatletiek - Ex-docent fysiotherapie HS Leiden - Auteur De nieuwe warming-up (2000)

Nadere informatie

TRAININGSPLAN PLYOMETRIE

TRAININGSPLAN PLYOMETRIE TRAININGSPLAN PLYOMETRIE Inleiding Plyometrischetraining word enerzijds geprezen vanwege haar effectiviteit om explosieve kracht te ontwikkelen. Tegelijkertijd is het nog steeds een relatief onbekende

Nadere informatie

stretching did not produce modification of torque angle curve and flexibility; its effects appear restricted to increases in stretch tolerance.

stretching did not produce modification of torque angle curve and flexibility; its effects appear restricted to increases in stretch tolerance. J. Halbertsma Short hamstrings & stretching: stretching : a study of muscle elasticity diss. (1999) (1999) J. Halbertsma et al. Sport Stretching: Effect on Passive Muscle Stiffness of Short Hamstrings

Nadere informatie

Trainen, meer dan alleen pijlen schieten! Handleiding voor de handboogschutter

Trainen, meer dan alleen pijlen schieten! Handleiding voor de handboogschutter Trainen, meer dan alleen pijlen schieten! Handleiding voor de handboogschutter Tekst: Aller, L. van Bruning, B. Smit, Y. Amsterdam, 1 juni 2007 Inhoud Trainingsdocument handboogsport... 1 Inhoud... 2 Inleiding...

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Schouder subluxatie bij de hemiplegische patiënt Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 72-81 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

10 minuten training 1 Total Body

10 minuten training 1 Total Body 10 minuten training 1 Total Body Met deze 10 Minuten training train je het hele lichaam. Alle spiergroepen komen aan bod. Waarom 10 minuten trainingen? Voor veel mensen is het nog steeds moeilijk om een

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5 Patella tendinopathie (ook wel jumper s knee of springersknie genoemd) is een veel voorkomende blessure in sporten waarin veel wordt gesprongen, zoals basketbal en volleybal. In top- en recreatieve basketballers

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: De countermovement Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: De countermovement Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: De countermovement Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 163-174 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

SPEERWERP TRAINING TECHNIEK, KRACHT, VERMOGEN EN BELASTBAARHEID. door: Ronald Vetter - Atletiekunie november 2017

SPEERWERP TRAINING TECHNIEK, KRACHT, VERMOGEN EN BELASTBAARHEID. door: Ronald Vetter - Atletiekunie november 2017 SPEERWERP TRAINING TECHNIEK, KRACHT, VERMOGEN EN BELASTBAARHEID door: Ronald Vetter - Atletiekunie november 2017 Andreas Hofmann 91.07 195/108 Lars Hamann 86.71 187/88 Thomas Röhler 93.90m 191/90 Johannes

Nadere informatie

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om uw kracht tijdens

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 6 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A Titel: Ganganalyse: de beperkingen van de visuele waarneming Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 312-322 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: Beweging, beperking en mobilisatie van het patellofemorale gewricht Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 340-361 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het cardio- en krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om zowel

Nadere informatie

1 Teenstand vanaf vlakke ondergrond. 2 Band training achillespees. 3 Teenstand op traptrede (gestrekte knie)

1 Teenstand vanaf vlakke ondergrond. 2 Band training achillespees. 3 Teenstand op traptrede (gestrekte knie) Pagina 1 van 5 Bij welke blessures werkt deze oefentherapie? Deze oefentherapie is effectief bij kuit, enkel, scheenbeen en fascia plantaris klachten. De fascia plantaris is de grote pees in de voetzool

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

De foamroll oefeningen

De foamroll oefeningen www.bodyrelease.nl De foamroll oefeningen Wat je vooraf moet weten De foamroll oefeningen die je uitvoert moeten voelen als een diepe massage en kunnen zowel direct op de huid als met kleding aan worden

Nadere informatie

Auteur(s): R. Driessen Titel: Objektief onderzoek: Utopie? Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. Driessen Titel: Objektief onderzoek: Utopie? Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. Driessen Titel: Objektief onderzoek: Utopie? Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 124-130 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Over de rol van spiereigenschappen in houdingscontrole en bewegingssturing Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 270-278 Deze online uitgave

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Sportgeneeskunde. Een lopers knie (Iliotibiale band syndroom)

Sportgeneeskunde. Een lopers knie (Iliotibiale band syndroom) Sportgeneeskunde Een lopers knie (Iliotibiale band syndroom) Algemeen Deze folder geeft u informatie over een lopers knie oftewel het iliotibiale band syndroom. De iliotibiale band is een lange peesplaat

Nadere informatie

Een acuut letsel is een blessure die plots op treed (bvb een enkel verzwikking, een spierscheur, )

Een acuut letsel is een blessure die plots op treed (bvb een enkel verzwikking, een spierscheur, ) Sporten is hoe dan ook gezond, maar brengt ook een verhoogd risico op bepaalde letsels met zich mee. Er zijn echter enkele aandachtspunten en preventie oefeningen die dit risico sterk kunnen verlagen.

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STABILITEIT

TRAININGSPLAN STABILITEIT TRAININGSPLAN STABILITEIT Stabiliteitstraining Om goed te kunnen bewegen en/of te kunnen sporten is een sterke romp noodzakelijk. In een rechtop staande houding moet de romp het lichaam te allen tijde

Nadere informatie

Ligamentair letsel kniegewricht

Ligamentair letsel kniegewricht Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl Ligamentair letsel

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Chondromalacie patellae Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Chondromalacie patellae Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Chondromalacie patellae Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 116-138 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

De nieuwe warming-up! TJITTE KAMMINGA

De nieuwe warming-up! TJITTE KAMMINGA De nieuwe warming-up! TJITTE KAMMINGA TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - Voorheen trainer Haagatletiek en actief hardloper - Blessurehersteltrainer

Nadere informatie

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126 Praktijk Loop ABC 17.1. Inleiding Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede bepalend voor de uiteindelijke prestatie (Een voetballer

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u)

Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Trainingsschema van: Klant Trainer: Jean-René Ruitenbeek MYOFASCIAL RELEASE - HIP - TRIGGERPOINT BALL ON LATERAL LINE HIP Looptijd schema: 7-2-2017-21-3-2017 Stap 1 MYOFASCIAL RELEASE - HIP - TRIGGERPOINT

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Groen: Je zweet een beetje. Je praat nog gemakkelijk. Lichte ontspanning Ontspannend, comfortabel. Laag niveau DOEL: gezondheid.

Groen: Je zweet een beetje. Je praat nog gemakkelijk. Lichte ontspanning Ontspannend, comfortabel. Laag niveau DOEL: gezondheid. Adres Sportcentrum Hemiksem Atletiekstraat 1 2620 Hemiksem Waarom gebruik maken van de Fit-o-meter? De omloop is voor iedereen toegankelijk en geschikt voor jong en oud, klein en groot,. Je kan het parcours

Nadere informatie

Evidence Based Blessurepreventie in de Sport

Evidence Based Blessurepreventie in de Sport Evidence Based Blessurepreventie in de Sport Maarten Barendrecht Sportfysiotherapeut, medische begeleiding Hellas docent MOS, MSPT bij Avans+ Nederlands Instituut voor Sportblessurepreventie Overzicht

Nadere informatie

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging De benadering Bij de benadering is het belangrijk dat er met zoveel mogelijk snelheid het keerpunt ingegaan wordt.

Nadere informatie

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER TRAININGSPLAN XCO-TRAINER HET PRINCIPE VAN XCO-TRAINING. Nieuw explosieve training met maximaal resultaat. Door actieve bewegingsvormen kan de mechanische belastbaarheid van spieren, het bindweefsel in

Nadere informatie

Core Stability - serie 2 (met Swiss Ball)

Core Stability - serie 2 (met Swiss Ball) Inleiding Met Core Stability training train je je rompspieren, zodat je die zo effectief mogelijk kunt gebruiken. Het gaat hierbij niet alleen om buik- en bilspieren, maar om je gehele romp. Je ontwikkelt

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes, C. Riezebos Titel: Lichaamsbouw en lenigheid Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes, C. Riezebos Titel: Lichaamsbouw en lenigheid Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes, C. Riezebos Titel: Lichaamsbouw en lenigheid Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 145-197 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie