Bijlage 2: diepte analyse van het classifier gebruik voor auto, mens en vogel
|
|
- Thijs Hugo Eilander
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bijlage 2: diepte analyse van het classifier gebruik voor auto, mens en vogel 1
2 Inhoud Bijlage 2: diepte analyse van het classifiergebruik voor auto, mens en vogel Case study AUTO Gebruikte handvormen voor de referent AUTO Welke handvorm in welke context? Case study MENS Gebruikte handvormen voor de referenten MENS/MENSEN/MAN/VROUW/MENEER Welke handvorm in welke context? Gebruikte handvormen voor de referenten KIND/KINDEREN/ MEISJE Welke handvorm in welke context? Gebruikte handvormen voor de referent SOLDAAT Welke handvorm in welke context? Case study VOGEL Gebruikte handvormen voor de referent VOGEL Welke handvorm in welke context?
3 1. Case study AUTO 1.1 Gebruikte handvormen voor de referent AUTO West-Vlaanderen A. handvormen voor één referent De meest gebruikte handvorm om naar de referent AUTO te verwijzen is de B-handvorm, waarbij we zeven varianten onderscheiden. Deze zeven varianten kunnen op hun beurt opnieuw ingedeeld worden in twee categorieën: A. B-handvormen met gestrekte handpalm: B1 B2 B3 B. B-handvormen met gebogen handpalm: B4 B5 B6 B9 Daarnaast komt ook deze C-handvorm voor: C3 Van de J-handvormen komen er 2 variaties voor om te refereren aan AUTO: 3
4 J4 J5 Ook worden de handvormen A2, H2 en L2 (deze laatste twee kunnen beschouwd worden als varianten van de J2 handvorm en van elkaar) gebruikt. B. handvormen voor meerdere referenten Er worden twee varianten van de F-handvorm en één variant van de E-handvorm gebruikt om te verwijzen naar meerdere auto s: F2, F3, E2 Oost-Vlaanderen A. handvormen voor één referent Ook bij de Oost-Vlaamse informanten is de B-handvorm de meest gebruikte handvorm. Er zijn vijf gebruikte varianten, die opnieuw in dezelfde categorieën kunnen opgedeeld worden. A. B-handvormen met gestrekte handpalm: B1 B2 B. B-handvormen met gebogen handpalm: B4 B5 B7 Daarnaast komen ook twee C-handvormen voor, namelijk: 4
5 C1 C8 Verder vinden we ook de handvorm A2 terug. B. handvormen voor meerdere referenten Net zoals in de data voor de regio West-Vlaanderen worden twee varianten van de F-handvorm gebruikt om te verwijzen naar meerdere auto s; F2 F3 Limburg A. handvormen voor één referent De informant uit Limburg gebruikt twee verschillende handvormen om te verwijzen naar AUTO; B1 C3 B. handvorm voor meerdere referenten Eveneens werd het gebruik van de F2-handvorm vastgesteld om te verwijzen naar de aanwezigheid van meerdere auto s; F2 BESLUIT Op basis van de geanalyseerde data kunnen we stellen dat er voor een enkelvoudige referent AUTO (één auto) handvormen gebruikt worden uit vier categorieën: de A-handvormen, B-handvormen, C- 5
6 handvormen en de H/J/L-handvormen. Hierbij is de meest gebruikte handvorm de B-handvorm met acht mogelijke varianten. Deze kunnen opgesplitst worden in een groep gestrekte handpalm (B1, B2, B3) en een categorie gebogen handpalm (B4, B5, B6, B7 en B9). Daarnaast komen er ook enkele C-handvormen voor: C1, C3 en C8, waarbij de C1 en C3 varianten zijn van elkaar. Ook uit de groep van J-handvormen worden drie varianten gebruikt: J2, J4 en J5. De gebruikte handvormen H2 en L2 kunnen beschouwd worden als varianten van de J2-handvorm en van elkaar. Verder werd ook het gebruik van de A2 handvorm genoteerd. Om te verwijzen naar meervoudige referenten (meer dan één auto) werden in totaal drie handvormen gebruikt uit twee categorieën; de F-handvormen (F2 en F3) en E-handvormen (E2) Welke handvorm in welke context? A. handvormen voor één referent B1 handvorm Als de handpalm naar beneden is gericht, verwijst deze handvorm naar de volledige vorm van een auto als breed en langwerpig. De oriëntatie is in één geval verticaal, met de handpalm naar het lichaam gericht, waardoor er meer nadruk ligt op de lengte en hoogte van de auto en minder op de breedte. De handvorm wordt in de volgende contexten gebruikt: 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt: o vooruit rijden o achteruit rijden 2. Weergave van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o auto s die naast elkaar staan o auto s die tegenover elkaar staan o auto s die achter elkaar staan o auto s die verspreid staan in de ruimte 3. Weergave van het traject dat de auto aflegt en van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o twee auto s die naast elkaar rijden o meerdere auto s die door elkaar rijden B2 handvorm Als de handpalm naar beneden is gericht, verwijst deze handvorm naar de volledige vorm van een auto als breed en langwerpig. De oriëntatie is in één geval verticaal, met de handpalm naar het 6
7 lichaam gericht, waardoor er meer nadruk ligt op de lengte en hoogte van de auto en minder op de breedte. De handvorm komt in volgende situaties voor: 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt: o vooruit rijden o achteruit rijden 2. Weergave van het traject dat de auto aflegt en van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o achter elkaar aan rijden o naast elkaar rijden o door elkaar rijden o auto die andere auto ontwijkt 3. Lokalisatie van een stilstaande auto 4. Weergave van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o auto s die naast elkaar staan o auto s die verspreid staan in de ruimte o twee auto s staan in T-vorm tegenover elkaar opgesteld B3 handvorm Als de handpalm naar beneden is gericht, verwijst deze handvorm naar de volledige vorm van een auto als breed en langwerpig. De oriëntatie is in één geval verticaal, met de handpalm naar het lichaam gericht, waardoor er meer nadruk ligt op de lengte en hoogte van de auto en minder op de breedte. Ook hier de volgende contexten: 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt: o vooruit rijden o achteruit rijden 2. Weergave van het traject dat de auto aflegt en van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o één auto staat stil, andere auto rijdt voorbij o één auto staat stil, andere auto rijdt achteruit 3. Lokalisatie van een stilstaande auto 4. Weergave van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o auto s die naast elkaar staan o auto s die naast elkaar en door elkaar staan 5. Weergave van het traject dat de auto aflegt en de beweging die de auto maakt: o aanrijdende / aankomende auto die een (snelle) draaibeweging maakt B4 handvorm 7
8 Deze handvorm legt de nadruk op een specifiek deel van de auto, namelijk de neus. De handpalm is in de meeste gevallen naar beneden gericht, maar kan ook verticaal zijn en/of naar het lichaam gericht. Dat hangt af van de positie van de auto. De handvorm wordt gehanteerd in volgende gevallen: 1. Weergave van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o auto s die met de neus recht tegenover elkaar staan o auto s die verspreid staan in de ruimte B5 handvorm In de onderzoeksdata kwam het gebruik van de B5 handvorm om te refereren aan een auto enkel voor tijdens de reproductie van de tekenfilm en niet in de data uitgelokt aan de hand van foto s. Net zoals de andere B-handvormen met een gebogen handpalm, legt deze handvorm de nadruk op een deel van de auto, de neus. De oriëntatie varieert naargelang de positie van de auto. De handvorm werd geselecteerd in de volgende contexten: 1. Weergave van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o auto s die met de neus recht tegenover elkaar staan 2. Weergave van het traject dat de auto aflegt en van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o door elkaar rijden 3. Weergave van het traject dat de auto aflegt en de beweging die de auto maakt: o aanrijdende auto die een (snelle) draaibeweging maakt o aanrijdende auto die een (snelle) ontwijkende beweging maakt B6 handvorm Ook hier varieert de oriëntatie naargelang de positie van de auto. 1. Weergave van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o auto s die met de neus recht tegenover elkaar staan o auto s staan naast elkaar met neuzen in tegenovergestelde richting 2. Weergave van het traject dat de auto aflegt en de beweging die de auto maakt: o aanrijdende auto die een indraaiende beweging maakt B7 handvorm Net zoals bij de handvormen B5 en B6 varieert ook hier de oriëntatie naargelang de positie van de auto. 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt: o aanrijdende auto 8
9 2. Weergave van het traject dat de auto aflegt en de beweging die de auto maakt: o aanrijdende auto die een (snelle) draaibeweging maakt B9 handvorm Bij deze handvorm is er geen variatie vastgesteld in de oriëntatie, maar was de handpalm naar beneden gericht. 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt: o aanrijdende auto C1 handvorm De C1 handvorm is beter bekend onder de naam 1-handvorm en wordt vooral gebruikt voor objecten die smal en langwerpig zijn. Het is een generische classifier voor bijvoorbeeld MAN, BALPEN, POTLOOD, In de data werd deze handvorm echter ook door één gebaarder consequent gebruikt om te verwijzen naar een auto. Dit gebeurde in de volgende voorbeelden: 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt en van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o vooruit rijden, één auto aan elke kant o (snel) vooruit rijden waarbij één auto stilstaat o achteruit rijden waarbij één auto stilstaat C3 handvorm Deze handvorm is een fonologische variatie van de C1-handvorm (cf. supra). Twee gebaarders gebruiken deze handvorm om in de reproductie van de tekenfilm te verwijzen naar een auto: 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt: o vooruit rijden (handpalm is naar beneden gericht) 2. Weergave van het traject dat de auto aflegt en van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden: o vooruit rijden, één auto aan elke kant o vooruit rijden in een boog, één auto aan elke kant C8 handvorm 9
10 De handvorm verwijst hier naar de breedte van de auto en wordt door één Oost-Vlaamse gebaarder toegepast in de reproductie van de video: 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt: o vooruit rijden in een boog H2 handvorm Hier verwijst de handvorm naar de breedte van de auto. De oriëntatie van de handpalm is naar beneden gericht. Het wordt door één West-Vlaamse gebaarder in de reproductie van de video in twee situaties toegepast: 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt: o auto rijdt vooruit in een boog 2. Lokalisatie van een stilstaande auto J5 handvorm J4 handvorm De handvorm legt hier de nadruk op een specifiek deel van de auto, namelijk de neus. Het wordt door één West-Vlaamse gebaarder toegepast. In deze context verandert de handpalm van oriëntatie; de handpalmen zijn eerst naar elkaar gericht en draaien weg van het lichaam. Het gaat hier om: 1. Referentie naar de vorm van (een deel van) de auto: o vorm van de neus van de auto (tweehandige constructie) L2 handvorm Hier verwijst de handvorm naar de breedte van de auto. De oriëntatie van de handpalm is naar beneden gericht en wordt door één West-Vlaamse gebaarder in één context toegepast bij de reproductie van het filmpje: 1. Weergave van het traject dat de auto aflegt: o auto rijdt rond in een cirkelvormige beweging A2 handvorm De handvorm verwijst hier niet naar de vorm van de auto maar wel naar de verhouding tussen twee referenten. Ze wordt dan ook gebruikt in tweehandige constructies. Twee gebaarders (West- 10
11 Vlaanderen en Oost-Vlaanderen) gebruiken deze handvorm, met de handpalmen naar elkaar gericht, in de productie van de video in de volgende situaties: 1. Weergave van het traject dat de auto s afleggen en van de manier waarop de objecten zich tegenover elkaar verhouden: o auto s rijden vooruit in een cirkelvormige beweging aan elke kant, samen vertrekkend vanuit één punt 2. Weergave van de manier waarop de objecten zich tegenover elkaar verhouden: o auto s rijden naast elkaar op een competitieve manier B. handvormen voor meerdere referenten F2 handvorm Deze handvorm is beter bekend als de 5-handvorm. In de referenties naar auto wordt ze gerealiseerd als een tweehandige constructie en verwijst ze naar meerdere auto s. Ze wordt door meerdere gebaarders toegepast en de handpalm is steeds naar beneden georiënteerd. Het gaat dan steeds om de manier waarop meerdere auto s een traject afleggen: 1. Weergave van het traject dat de auto s afleggen: o vooruit rijden o door elkaar rijden o zijwaarts rijden F3 handvorm De handvorm verwijst ook hier naar een groep van auto s en wordt door twee gebaarders (West- Vlaanderen en Oost-Vlaanderen) toegepast in de reproductie van de tekenfilm. In de meeste gevallen verandert de handpalm van oriëntatie wanneer wordt weergegeven dat de auto s achter elkaar in een cirkelvormige beweging rijden. Deze collectieve classifier wordt in de volgende gevallen gebruikt: 1. Weergave van het traject dat de auto s afleggen en van de manier waarop objecten zich tegenover elkaar verhouden o meerdere auto s rijden achter elkaar vooruit in een cirkelvormige beweging 2. Weergave van het traject dat de auto s afleggen o meerdere auto s rijden achter elkaar aan elke kant vooruit in een cirkelvormige beweging 11
12 E2 handvorm De handvorm verwijst naar een groep auto s (meer dan drie) en wordt door één West-Vlaamse gebaarder gebruikt in één context waarbij de handpalm van oriëntatie verandert: 1. Weergave van het traject dat de auto s afleggen: o auto s rijden vooruit in een cirkelvormige beweging 12
13 2. Case study MENS 2.1. Gebruikte handvormen voor de referenten MENS/MENSEN/MAN/VROUW/MENEER West-Vlaanderen A. handvormen voor één referent In de data komen er drie handvormen voor om naar de enkelvoudige referent (één) MENS/MAN/MENEER te verwijzen: C3 D3 E3 B. handvorm voor meerdere referenten Om aan te geven dat er meerdere referenten aanwezig zijn (MENSEN) werd één handvorm gebruikt: F2 Oost-Vlaanderen A. handvormen voor één referent In deze regio komen er twee handvormen voor om te verwijzen naar de aanwezigheid van één referent MAN/VROUW: C3 E3 13
14 B. handvorm voor meerdere referenten Om te verwijzen naar de aanwezigheid van meerdere mensen wordt de volgende handvorm gebruikt: F2 Limburg A. handvormen voor één referent De informant uit Limburg gebruikt één handvorm om te verwijzen naar de enkelvoudige referent MAN: E3 B. handvormen voor meerdere referenten Om aan te geven dat er meerdere personen in het spel zijn worden volgende handvormen genoteerd: F2 F3 BESLUIT Op basis van de geanalyseerde data kunnen we vaststellen dat om te verwijzen naar een enkelvoudige referent MENS/MAN/MENEER/VROUW er drie verschillende handvormen gebruikt kunnen worden uit drie verschillende groepen: de C-handvorm (C3), D-handvorm (D3) en de E- handvorm (E3). De meest gebruikte handvorm in de drie regio s is de E3 handvorm. Om aan te geven dat er meerdere referenten zijn, worden twee handvormen gebruikt uit de categorie van de F-handvormen (F2 en F3), waarvan de F2 handvorm meest voorkomt. in de drie regio s het 14
15 2.2. Welke handvorm in welke context? A. handvormen voor één referent C3 handvorm Deze handvorm kan zowel naar een specifiek lichaamsdeel van een mens verwijzen (been) als naar de volledige vorm van een mensenlichaam als smal en langwerpig. Drie gebaarders gebruiken deze handvorm (West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen) in de productie van de fotoreeks. De oriëntatie van de handpalm kan zowel weg van het lichaam, naar het lichaam of verticaal gericht zijn. De handvorm wordt in de volgende gevallen gebruikt: 1. Weergave van de manier waarop de referenten zich tegenover elkaar verhouden: o twee personen staan naast elkaar (tweehandig gebaar) 2. Weergave van de beweging: o een man wandelt (tweehandig gebaar met vingeroriëntatie naar beneden gericht) 3. Weergave van het traject: een man wandelt (zigzaggend) door het park (éénhandig gebaar met vingertoppen naar boven gericht) D3 handvorm Deze handvorm verwijst specifiek naar een lichaamsdeel van de referent (de benen) en wordt door twee West-Vlaamse gebaarders toegepast in de productie van de fotoreeks. De oriëntatie van de handpalm is in beide gevallen naar beneden gericht: 1. Weergave van de beweging: o iemand is aan het wandelen 2. Lokalisatie van een persoon o gelijkenis met het werkwoordgebaar STAAN De bespreking van deze handvorm kan men nalezen in het onderzoeksrapport sectie 6.1. werkwoordgebaren versus classifiers (p.31 32). E3 handvorm De handvorm verwijst ook hier specifiek naar de benen van een mens. Het wordt door vier gebaarders (West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg) gebruikt. De handpalm kan naar beneden of naar het lichaam gericht zijn en wordt in volgend voorbeeld gebruikt: 15
16 1. Weergave van de beweging: o iemand is aan het wandelen B. handvormen voor meerdere referenten F2 handvorm De handvorm verwijst hier telkens naar meerdere personen of een groep mensen. De oriëntatie van de handpalm kan zowel naar beneden als naar het lichaam gericht zijn. De handvorm wordt in alle regio s toegepast in de productie van de fotoreeks, in volgende context: 1. Lokalisatie van meerdere personen: o er lopen veel mensen op straat o er lopen veel mensen op straat, in beide richtingen F3 handvorm Hier geeft de handvorm het exacte cijfer weer van het aantal mensen waarnaar de gebaarder verwijst. Het exact aantal referenten (vier) wordt in de handvorm geïncorporeerd. Eén gebaarder (Limburg) gebruikt deze handvorm met de handpalm naar het lichaam georiënteerd: 1. Lokalisatie van een exact aantal referenten: o er staan vier mensen naast elkaar (vingeroriëntatie: naar beneden gericht) 2.3. Gebruikte handvormen voor de referenten KIND/KINDEREN/ MEISJE West-Vlaanderen A. handvormen voor één referent Twee handvormen werden in de data gevonden om naar de referent KIND/MEISJE te verwijzen: D3 E3 B. handvormen voor meerdere referenten Voor de referent KINDEREN werden de volgende handvormen gebruikt: E3 16
17 F3 Oost-Vlaanderen A. handvormen voor één referent In die regio komen er eveneens twee handvormen voor voor de referent MEISJE: C1 D3 B. handvorm voor meerdere referenten Ook hier werd één handvorm geselecteerd voor de referent KINDEREN: F3 Limburg Door een technische fout zijn er geen data voor deze regio voorhanden. BESLUIT Op basis van de geanalyseerde data kunnen we vaststellen dat om te verwijzen naar de enkelvoudige referent KIND/MEISJE er in totaal drie verschillende handvormen gebruikt kunnen worden. Deze komen uit de volgende categorieën: de C-handvorm (C1), D-handvorm (D3), en E-handvorm (E3). De meest gebruikte handvorm is de D3 handvorm. Voor wat betreft de handvormen die verwijzen naar meerdere referenten (KINDEREN), stellen we vast dat zowel de handvorm E3 als F3 geselecteerd wordt. Afhankelijk van de oriëntatie kan de E3 handvorm verwijzen naar een enkelvoudige referent (handpalm is naar het lichaam gericht en de vingertoppen naar beneden) of naar een meervoudige referenten (met name twee) waarbij de handpalm van het lichaam weg is gericht en de vingertoppen opwaarts. De F3 meest gebruikte om te verwijzen naar meerdere referenten. handvorm is de 17
18 2.4. Welke handvorm in welke context? A. handvormen voor één referent C1 handvorm Deze handvorm wordt gebruikt om te verwijzen naar de vorm van het lichaam als lang en smal. De handpalm is weg van het lichaam georiënteerd en wordt door één Oost-Vlaamse gebaarder geproduceerd in de fotoreeks voor de: 1. Weergave van het traject dat de referenten afleggen en de manier waarop referenten zich tegenover elkaar verhouden: o twee kinderen lopen naast elkaar, de ene loopt wat voor op de andere D3 handvorm Deze handvorm verwijst naar een specifiek lichaamsdeel, namelijk de benen en wordt door twee gebaarders (West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen) gebruikt in de productie van de fotoreeks. De oriëntatie van de handpalm is naar het lichaam gericht. De handvorm wordt in de volgende contexten gebruikt: 1. Weergave van de manier waarop de referenten zich tegenover elkaar verhouden: o een groep kinderen staat in twee rijen achter elkaar opgesteld waarbij de achterste rij boven de eerste uitkomt (ze staan op stoelen) 2. Weergave van de beweging: o meerdere kinderen zijn aan het wandelen E3 handvorm Indien de handpalm naar het lichaam gericht is, verwijst deze handvorm naar een specifiek lichaamsdeel, namelijk de benen. Deze handvorm wordt door één West-Vlaamse gebaarder toegepast: 1. Weergave van de manier waarop de referenten zich tegenover elkaar verhouden: o een groep kinderen staat in twee rijen achter elkaar opgesteld waarbij de achterste rij boven de eerste uitkomt (ze staan op stoelen) 18
19 B. handvormen voor meerdere referenten E3 handvorm Als de E3 handvorm een oriëntatie kent met de handpalm weg van het lichaam, geeft deze het exact aantal referenten weer (namelijk twee). Het wordt door één West-Vlaamse gebaarder toegepast: 1. Weergave van de beweging van een exact aantal referenten: o twee kinderen zijn aan het wandelen F3 handvorm De handvorm verwijst in dit geval naar meerdere referenten (kinderen) en de oriëntatie van de handpalm is naar beneden gericht. Het wordt door twee gebaarders (West-Vlaanderen en Oost- Vlaanderen) toegepast: 1. Weergave van de manier waarop de referenten zich tegenover elkaar verhouden: o een groep kinderen staat in rijen opgesteld Noot: De West-Vlaamse gebaarder kiest voor een opgaande beweging, terwijl de Oost-Vlaamse gebaarder dit neerwaarts gebaart (vingeroriëntatie: naar boven gericht) Gebruikte handvormen voor de referent SOLDAAT West-Vlaanderen A. handvormen voor één referent Om te verwijzen naar één soldaat (enkelvoudige referent), werden volgende handvormen geselecteerd; D3 E2 E7 19
20 I14 B. handvormen voor meerdere referenten De handvormen die het meest gebruikt worden om naar meerdere soldaten te verwijzen, zijn de F- handvormen, waarvan er twee varianten werden onderscheiden: F2 F3 Daarnaast komt ook de volgende handvorm voor: B2 Oost-Vlaanderen A. handvormen voor één referent Om te verwijzen naar één soldaat (enkelvoudige referent), werden volgende handvormen geselecteerd; C3 H1 B. handvormen voor meerdere referenten De handvormen die het meest gebruikt worden om naar meerdere soldaten te verwijzen, zijn eveneens de F-handvormen, waarvan er twee varianten werden onderscheiden: F2 F3 Limburg Door een technische fout zijn er geen data voor deze regio voorhanden. 20
21 BESLUIT Op basis van de geanalyseerde data kunnen we vaststellen dat er om te verwijzen naar de enkelvoudige SOLDAAT in totaal zes verschillende handvormen gebruikt kunnen worden uit de volgende categorieën: de E-handvorm (E2 en E7), C-handvorm (C3), D-handvorm (D3), H-handvorm (H1) en I-handvorm (I14). Om aan te geven dat er meerdere soldaten aanwezig zijn werden handvormen geselecteerd uit twee categorieën: de B-handvormen (B2) en de F-handvormen (F2 en F3) Welke handvorm in welke context? A. handvormen voor één referent C3 handvorm Deze handvorm verwijst hier naar een referent in zijn geheel (soldaat) en wordt door één Oost- Vlaamse gebaarder gebruikt. De oriëntatie van de handpalm kan naar elkaar gericht of weg van het lichaam gericht zijn en staat voor: 1. Weergave van de manier waarop referenten zich tegenover elkaar verhouden: o drie soldaten staan naast elkaar, telkens met een paar meter tussen (van handpalmen naar elkaar gericht naar handpalm weg van lichaam) D3 handvorm De handvorm komt voor in een tweehandige constructie en verwijst naar een specifiek lichaamsdeel, namelijk de benen. De oriëntatie van de handpalm is naar beneden gericht. Eén gebaarder uit West- Vlaanderen past dit toe voor: 1. Weergave van de beweging: o een soldaat stapt mee in een groep E2 handvorm De handvorm verwijst naar de benen van de soldaten. De handpalm is naar beneden georiënteerd en wordt door één West-Vlaamse gebaarder toegepast in de volgende context: 1. Weergave van de beweging: o een soldaat stapt mee in een groep 21
22 E7 handvorm De handvorm verwijst ook hier specifiek naar de benen. De handpalm is weg van het lichaam georiënteerd en wordt door één West-Vlaamse gebaarder gebruikt voor de: 1. Weergave van het traject dat de referent aflegt: o een soldaat wandelt een heuvel op H1 handvorm Ook hier verwijst de handvorm naar een referent in zijn geheel. Het wordt door één gebaarder uit Oost-Vlaanderen gebruikt met de handpalm weg van het lichaam georiënteerd en dit in de volgende context: 1. Lokalisatie van een soldaat: o portret van een soldaat I14 handvorm De handvorm, met de handpalm naar beneden georiënteerd, verwijst specifiek naar de voeten. Het wordt door één West-Vlaamse gebaarder in een tweehandige constructie toegepast: 1. Weergave van de beweging: o een soldaat is in groep aan het stappen B. handvormen voor meerdere referenten B2 handvorm De handvorm verwijst hier naar meerdere referenten (een groep soldaten). De handvorm wordt gebruikt in een tweehandige constructie waarbij de handpalm naar beneden is gericht en wordt door één West-Vlaamse gebaarder toegepast in de volgende context: 1. Weergave van de beweging: o een groep soldaten is aan het stappen 22
23 F2 handvorm De F2-handvorm die in een tweehandige constructie voorkomt - verwijst naar meerdere soldaten en wordt door drie gebaarders (West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen) toegepast. De handpalm is in beide gevallen naar beneden georiënteerd. Ze wordt geselecteerd voor de volgende contexten: 1. Weergave van de beweging: o een groep soldaten is aan het stappen 2. Lokalisatie van een groep soldaten: o soldaten staan in lange rijen achter elkaar F3 handvorm Deze handvorm verwijst eveneens naar een groep referenten (soldaten). De oriëntatie van de handpalm kan zowel naar het lichaam, verticaal of naar beneden gericht zijn. Het wordt door meerdere gebaarders in West- en Oost-Vlaanderen gebruikt voor: 1. Lokalisatie van een groep soldaten: o soldaten staan in lange rijen achter elkaar (handpalm naar lichaam gericht vingers naar boven gericht) o soldaten staan in lange rijen achter elkaar (handpalm verticaal) 2. Weergave van het traject dat de referenten afleggen: o soldaten zijn aan het stappen (handpalm naar beneden gericht) 23
24 3. Case study VOGEL 3.1. Gebruikte handvormen voor de referent VOGEL A. handvormen voor één referent West-Vlaanderen De handvormen die het meest gebruikt worden om naar de referent VOGEL te verwijzen, zijn de C- handvormen, met zes mogelijke varianten: C1 C1 C3 C9 C18 C20 Er komt ook één variant van de F-handvormen voor: F9 Daarnaast komen ook drie varianten van de A-handvormen voor, namelijk: 24
25 A1 A3 A16 Er werden ook drie D-handvormen onderscheiden: D3 D7 D9 Verder vinden we ook drie varianten van de E-handvormen terug: E3 E9 E13 Daarnaast komen er ook twee G-handvormen voor: G1 G4 25
26 Ook H-handvormen kunnen verwijzen naar VOGEL. Er werden in de data drie varianten gebruikt: H2 H4 H6 Ook worden twee varianten van de I-handvorm gebruikt: I4 I14 Tenslotte vinden we de handvorm K18 terug alsook een nieuwe 1 variant op K18: K18 Fig. 1 variant op K18: K18 B. handvormen voor meerdere referenten Om te verwijzen naar meerdere vogels, worden vooral varianten uit de F-handvormen geselecteerd: 1 Wanneer de uitgelokte data handvormen bevat die niet terug te vinden zijn in de HamNoSys tabel, dan werden ze aangeduid als nieuw. Van deze handvormen zijn foto s gemaakt en is er nagegaan of het gaat over specifieke handvormen voor VGT of varianten van bestaande handvormen. 26
27 F1 F2 F3 F13 F16 Verder wordt ook één variant van de B-handvorm gebruikt: B2 Oost-Vlaanderen A. handvormen voor één referent Voor de Oost-Vlaamse informanten is de meest gebruikte handvorm om te verwijzen naar een vogel de E-handvorm met zes varianten: E2 E3 E7 E8 E9 27
28 E12 Daarnaast komen er ook drie varianten van de C-handvormen voor: C1 C4 C8 Verder vinden we ook één variant van de F-handvormen terug: F9 Ook G-handvormen kunnen verwijzen naar VOGEL. Er werden in de data vier varianten gebruikt: G1 G4 G14 Ook worden twee varianten van de D-handvormen gebruikt om te verwijzen naar de referent: D3 D6 28
29 Verder vinden we ook de handvorm A3, de H5-handvorm en twee nieuwe handvormen die respectievelijk varianten zijn op K18 en E9 : K18 (zie fig. 1, p.26) en E9 : Fig. 2 variant op E9: E9 B. handvorm voor meerdere referenten Er werd in de data voor de regio Oost-Vlaanderen één handvorm gebruikt om te verwijzen naar meerdere vogels: F3 Limburg A. handvormen voor één referent De meest gebruikte handvorm is de C-handvorm met vier varianten: C1 C1 C3 C9 29
30 Daarnaast komen er twee varianten van de B-handvormen voor: B9 B10 Ook vinden we drie varianten van de G-handvormen terug: G4 G5 G17 Drie varianten van de H-handvormen wordt gebruikt om te verwijzen naar de referent: H2 H4 H6 Ten slotte worden ook de volgende handvormen gebruikt: F11 E9 30
31 een nieuwe variant op H2 en/of G5 : Fig. 3 variant op H2 en/of G5 B. handvormen voor meerdere referenten Om te verwijzen naar meerdere vogels werden de volgende vier handvormen gebruikt: B2 F2 J2 BESLUIT Op basis van de geanalyseerde data stellen we vast dat voor de enkelvoudige referent VOGEL er in totaal éénenveertig handvormen uit elf verschillende categorieën gebruikt kunnen worden: de A- handvormen, B-handvormen, C-handvormen, D-handvormen, E-handvormen, F-handvormen, G- handvormen, H-handvormen en de I/J/K-handvormen. De meest gebruikte handvormen zijn de C- handvormen met acht varianten. Daarnaast komt ook de E-handvorm frequent voor met eveneens acht varianten. Verder komen er ook G-handvormen voor (vijf varianten), Bij de B-handvormen werden twee varianten geregistreerd. Onder de D-handvormen komen vier varianten voor. Dit is ook het geval voor de H-handvormen. Van de A-handvormen komen drie varianten voor en bij de I- handvormen twee. Ten slotte worden uit de overige groepen nog de volgende handvormen gebruikt: J2, K18, en de in de uitgelokte data vastgestelde nieuwe varianten E9, H2/G5 en K18 (zie fig. 2 p. 29, fig. 3 p. 31 en fig. 1 p. 26). 31
32 Om te verwijzen aan meerdere vogels worden in totaal zeven handvormen geselecteerd uit drie categorieën: de B-handvormen (B2) en de F-handvormen met vijf varianten (F1, F2, F3, F13 en F16) en de J-handvorm (J2) Welke handvorm in welke context? A. handvormen voor één referent A1 handvorm Deze handvorm verwijst naar de vogel als entiteit en wordt door één gebaarder (West-Vlaanderen) toegepast met de handpalmen naar elkaar gericht tijdens de reproductie van de tekenfilm. Dit gebeurde in de volgende context: 1. Weergave van de actie van een groep vogels (tweehandige constructie): o de vogels botsen al spelend tegen elkaar Voor de bespreking van deze handvorm zie p. 31 van het onderzoeksrapport, sectie 6.1 werkwoordgebaren versus classifiers. A3 handvorm Deze handvorm verwijst naar een specifiek lichaamsdeel van de vogel (teen/poot). De handpalm is ofwel naar beneden gericht ofwel naar het lichaam gericht en wordt door één gebaarder (West- Vlaanderen) toegepast tijdens de reproductie van de tekenfilm in de volgende contexten: 1. Lokalisatie van de vogel: o de vogel zit met tenen vastgeklemd rond de draad 2. Weergave van de actie van een vogel (transitie van de handvorm E12 naar A3): o De vogel klemt de tenen vast rond de draad A16 handvorm De handvorm verwijst ook hier naar een specifiek lichaamsdeel, namelijk de tenen en wordt door één gebaarder (West-Vlaanderen) met de handpalm naar beneden gebruikt tijdens de reproductie van de tekenfilm om ernaar te verwijzen: 1. Lokalisatie van de vogel: o vogel zit met tenen vastgeklemd rond de draad 32
Classifiers in de Vlaamse Gebarentaal
Classifiers in de Vlaamse Gebarentaal Case study van handvormen voor auto, mens en vogel. Onderzoeksrapport 2014 Vlaams GebarentaalCentrum vzw Isabelle Heyerick Eveline Huys Mieke Van Herreweghe Myriam
Nadere informatieSchouder oefeningen (Deel 2)
Schouder oefeningen (Deel 2) Schouder naar achter trekken Uitgangshouding: Ellebogen geplooid op 90. U houdt de oefenband met beide handen vast voor uw lichaam. Vervolgens trekt u de oefenband naar achter
Nadere informatie小洪拳 XiaoHongQuan - kleine golvende vuistvorm
小洪拳 XiaoHongQuan - kleine golvende vuistvorm De beschrijving hieronder is algemeen en kan afwijken van de manier waarop die in de verschillende scholen geleerd wordt. Opening Je staat recht de voeten zijn
Nadere informatieEvenwichtsoefeningen Radboud universitair medisch centrum
Evenwichtsoefeningen Deze folder van het Radboudumc geeft informatie over evenwichtsoefeningen binnen en buitenshuis. Met evenwichtsoefeningen bedoelen we bewegingspatronen van het hoofd, de nek en het
Nadere informatieReeksbeschrijving Bondsreeks
Reeksbeschrijving Bondsreeks Gemaakt door: Nele Dierckx, Nele Goossens, Laura Dieltjens, Roselyne Hellemans, Julie Lens, Geertje Van Hove en Faye Caluwé van KLJ Antwerpen Werkjaar: 2017-2018 1. Muziek
Nadere informatieHET UITDRUKKEN VAN EXISTENTIE IN VLAAMSE GEBARENTAAL
HET UITDRUKKEN VAN EXISTENTIE IN VLAAMSE GEBARENTAAL Onderzoeksrapport maart 2011 Danny De Weerdt University of Jyväskylä & Vlaams GebarentaalCentrum INLEIDING Het thema van dit onderzoeksrapport is het
Nadere informatieZomerfit Pagina 1 van 5
Zomerfit Pagina 1 van 5 1. Brug in ruglig met calf raises Neem plaats in ruglig met de kniëen gebogen, waarbij de voeten plat op de mat staan. Til het bekken op tot een brugpositie en ga op de tenen staan.
Nadere informatieMeervoud in Vlaamse Gebarentaal Onderzoeksrapport 2011
Meervoud in Vlaamse Gebarentaal Onderzoeksrapport 2011 Vlaams GebarentaalCentrum vzw Isabelle Heyerick Mieke Van Braeckevelt Jorn Rijckaert Danny De Weerdt Mieke Van Herreweghe Myriam Vermeerbergen 0 Dank
Nadere informatieGeen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!
Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan
Nadere informatieOvergangsexamen van A naar B April 2012
m te slagen moet de hond minstens 50% behalen op elke oefening, en 70% in het totaal. Je hebt recht op 2 herkansingen, doch niet op één en dezelfde oefening. Er wordt NIET met de lange lijn gewerkt. Honden
Nadere informatieBIJLAGE ( 2.3c van de spelregels) Scheidsrechtersgebaren. c Het nemen van de vrije worp Als deel 1
c Het nemen van de vrije worp 3.11 Strafworp BIJLAGE ( 2.3c van de spelregels) Scheidsrechtersgebaren, behorende bij de spelregels zaal- en veldkorfbal Scheidsrechtersgebaren a Het toekennen van een strafworp
Nadere informatieOnderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt.
ZEILBOOTDIPLOMA 1. Van zwemmen naar voortbewegende technieken a.25 m rugcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. b.25 m borstcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. 2. Stuwen a.stuwen
Nadere informatieBEWEGING HAVO. Raaklijnmethode Hokjesmethode
BEWEGING HAVO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan op natuurkundeuitgelegd.nl/uitwerkingen
Nadere informatieOvergangsexamen van B naar C April 2012
Om te slagen moet de hond minstens 50% behalen op elke oefening, en 70% in het totaal. Je hebt recht op 2 herkansingen, doch niet op één en dezelfde oefening. Er wordt NIET met de lange lijn gewerkt. Honden
Nadere informatieTechniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap.
Borstcrawl techniek Pieter van den Hoogenband Bon: zwemtrainer.nl, bewerkt door Mark Eligh op 15-3-2013 Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap. Algemeen geldt voor een goede zwemtechniek dat die
Nadere informatieDe 11+ Een compleet warming-up programma
De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste
Nadere informatieStabiliteitstraining lage rug
Nr Oefening Beschrijving 1 Zet de lage rug in een neutrale stand, trek de navel in. 2 Zet de lage rug in een neutrale gebogen op, zonder rug te bewegen. 3 Zet de lage rug in een neutrale gestrekt op, zonder
Nadere informatieReeksbeschrijving: Parendans
Reeksbeschrijving: Parendans Gemaakt door: KLJ Oost-Vlaanderen Werkjaar: 2013-2014 1. Muziek Titel:Jailhouse Rock Uitvoerder:Elvis Presley CD: the essential Elvis Presley Duur: 2:37 2. Structuur Begin
Nadere informatieReeksbeschrijving: Kringdans
Reeksbeschrijving: Kringdans Gemaakt door: KLJ Antwerpen Werkjaar: 2013-2014 1. Muziek Titel: Solayoh Uitvoerder: Alyona Lanskaya CD: Duur: 3:01 2. Structuur Intro A B C A B C D C C 3. Gebruikte afkortingen
Nadere informatieSpelend leren. Kleuters spelen toch alleen maar?
Spelend leren Kleuters spelen toch alleen maar? Wat gaan we doen Spelenderwijs leren Spel en cognitieve ontwikkeling de appel Vragen stellen Zelf aan de slag met spelmateriaal! Spelenderwijs leren Kinderen
Nadere informatieTrainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening
Datum : 07-02-2016 (Evaluatie training) Teamfunctie : Aanvallen Doelstelling technisch : Passen en meenemen in combinatie met 1 tegen 1 actie frontaal Doelstelling inzichtelijk : Fase 1, 2 en 3 Bewegingsscholing
Nadere informatieReeksbeschrijving Parendans
Reeksbeschrijving Parendans Werkjaar 2015-2016 1. Muziek Uitvoerder: Touch of Joy Titel: Let s go Crazy CD: The greatest hits Duur: 3:39 2. Structuur Intro A deel Refrein Tussenstuk A deel B deel Refrein
Nadere informatieOefeningen en adviezen na een totale heupoperatie
Oefeningen en adviezen na een totale heupoperatie FYSIOTHERAPIE Voelt beter Uw heupgewricht is vervangen door een kunstheup (heupprothese). Een mogelijke complicatie is het uit de kom schieten van de
Nadere informatieOefenprogramma revalidatie
Oefenprogramma revalidatie Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! Schouder en arm oefeningen:
Nadere informatieExamenprogramma Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3
Examenprogramma Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3 Inleiding Het belangrijkste doel van de Zwemvaardigheidsdiploma s is een oriëntatie te zijn op de actuele sporten recreatiecultuur in, op en aan het water.
Nadere informatieOefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis
Het is belangrijk om de oefeningen die u in het ziekenhuis hebt gedaan thuis dagelijks voort te zetten. Dit om de gewrichten en spieren in een goede conditie te houden. Probeer op een vast tijdstip te
Nadere informatieCardioschema (50 minuten)
Cardioschema (0 minuten) Programma Programma minuten» niveau Fiets minuten» niveau à minuten» minuten niveau» minuten niveau» minuten niveau Crosstrainer 0 minuten» minuten wandelen» lopen minuten aan
Nadere informatievoorste voet. Houdt de knie van het voorste been licht gebogen
Naam: Runner s step Video: https://youtu.be/e5mt4ndjvyu heupbreedte staan (startpositie). Stap uit met 1 been ongeveer 30 centimeter naar voren. Wikkel de voet hierbij af, van de hiel naar de voorvoet.
Nadere informatieinhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.
Vleugels inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6. Snelle vleugels 9 7. Geboren zonder vleugels 10 8. Zaden
Nadere informatie2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest
2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen
Nadere informatieEducatieve Verkeerstuin
Educatieve Verkeerstuin AFSTANDEN INSCHATTEN DE PRAKTIJK Op straat kunnen allerlei dingen in de weg staan. Als je er goed op reageert, voorkom je botsingen. Bij deze oefening komt de leerling een aantal
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 17
jaar: 1989 nummer: 17 De snelheidscomponent van een deeltje voldoet aan : v x = a x t, waarin a x constant is en negatief. De plaats van het deeltje wordt voorgesteld door x. Aangenomen wordt dat x= 0
Nadere informatieEVENWICHTSSTOORNISSEN OVERWINNEN
EVENWICHTSSTOORNISSEN OVERWINNEN OEFENINGEN - Patiëntinformatie - Inleiding U heeft van uw behandelende arts deze brochure meegekregen om zelfstandig onderhoudsoefeningen voor het evenwichtsorgaan uit
Nadere informatieBik. Bikkelen voor bikkels
Bik Bikkelen voor bikkels Het Bikkelspel Het bikkelspel wordt gespeeld met de enkelbotten van het schaap dit zijn de bikkels. Doordat het bikkelen al eeuwen oud is, komt het in veel verschillende culturen
Nadere informatieBACKHAND Ben Vanhoudt Herfst 2005
Meest voorkomende fouten en hun relatie met het contactpunt: BACKHAND Ben Vanhoudt Herfst 2005 Bedoeling Geen volledige opsomming van alle mogelijke fouten Alleen veel voorkomende fouten en hun verbetering
Nadere informatieFit-o-meter initiatielessen Sportdienst Brecht Kim Van Hofstraeten - Jef Van Dyck
initiatielessen 2011 Sportdienst Brecht Kim Van Hofstraeten - Jef Van Dyck Algemene uitleg: Als je voor de eerste keer gaat sporten moet je er altijd opletten dat je je niet overbelast. Dus doe het in
Nadere informatieZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING
Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om uw kracht tijdens
Nadere informatieBondsreeks Werkjaar Gemaakt door KLJ Limburg Werkjaar
Bondsreeks 2016 Werkjaar 2015-2016 Gemaakt door KLJ Limburg Werkjaar 2015-2016 1. Muziek Titel: It s like that Uitvoerder: Run-DMC & Jason Nevins CD: The best of Run-DMC Duur: 4:10 2. Structuur Intro strofe
Nadere informatieOnderzoek naar het hulpwerkwoord OP
Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Inleiding In 2010 is het Nederlandse Gebarencentrum een onderzoek gestart naar hulpwerkwoorden (auxilaries) binnen de Nederlandse Gebarentaal (NGT). In de Nederlandse
Nadere informatieVEILIG WERKEN MET DE HEFTRUCK
VEILIG WERKEN MET DE HEFTRU Op de foto's staat een heftruck - maar de methode van veilig werken geldt ook voor een zijlader en reachtruck. Een heftruck, zijlader of reachtruck is in beginsel een gevaarlijke
Nadere informatiePeer Brouwers, Het begin
Het begin Je gewicht is gelijk verdeeld. Aan de polsen komen de armen omhoog tot op schouderhoogte. Breng eerst je ellebogen naar je toe. Zak dan door je knieën en duw iets naar beneden. Gewicht op links
Nadere informatieOefenprogramma revalidatie rechterzijde
Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids
Nadere informatieOefeningen bij schouderklachten
Oefeningen bij schouderklachten Uw behandelend arts heeft u geadviseerd oefeningen te doen om uw schouderklachten te helpen verminderen. Het is, in eerste instantie, niet nodig om de oefeningen onder begeleiding
Nadere informatieOefeningen voor reumapatiënten
Oefeningen voor reumapatiënten afdeling fysiotherapie U bent bekend met reuma en heeft oefeningen gekregen voor uw ontstoken gewrichten. In deze folder staan deze oefeningen beschreven. Doel van de oefeningen
Nadere informatieAlgemene regels bij het testen
Niveau-eisen Eenwielerdiploma s Bij Stichting Eenwieleren Nederland volgen we de internationale niveau-eisen voor eenwielerdiploma s, zoals ze zijn vastgelegd door de IUF (International Unicycling Federation).
Nadere informatieoktober 2012 vanaf 9 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Smoezen
oktober 2012 vanaf 9 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Smoezen Smoezen 1 Zou je helpen met de afwas? Roep je: Nee, dat zal niet gaan! Ik moet op mijn kamer blijven tot mijn huiswerk is gedaan.
Nadere informatieUw heupgewricht is vervangen vangen door een kunstheup (heupprothese
Fysiotherapie na een heupoperatie Uw heupgewricht is vervangen vangen door een kunstheup (heupprothese prothese). Een mogelijke complicatie is het uit de kom schieten van de heupprothese. Dit wordt ook
Nadere informatiePosities van de voeten
Posities van de voeten 1 e positie: De hielen aan elkaar, de voeten naar buiten gedraaid, gelijk aan de schouderlijn. De voeten staan met de hele voetzolen op de grond. 2 e positie: De voeten naar buiten
Nadere informatieFietsvaardigheden Volwassenen
Fietsvaardigheden Volwassenen Mogelijke oefeningen/spelletjes voor volwassenen stuurvaardigheid hindernissenparcours wedstrijdje slowbiking rekening houden met andere weggebruikers voetgangers ontwijken
Nadere informatieCalcimatics start steeds met een opwarming. Zo is de overgang dan niet-bewegen naar actief worden niet te bruusk en voorkom je letsels.
CALCIMATICS 1. De opwarming Calcimatics start steeds met een opwarming. Zo is de overgang dan niet-bewegen naar actief worden niet te bruusk en voorkom je letsels. Als een vogel in de lucht - Houding:
Nadere informatieDE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 )
DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 ) Algemeen Als klanten met lang haar geen massieve snit hebben, is het meer dan waarschijnlijk dat zij lagen in het haar hebben en meestal toenemende lagen.
Nadere informatieOefenprogramma revalidatie linkerzijde
Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids
Nadere informatie11. Inademen (In). 2. Uitademen ЮЩ. pinken tegen bиik (yinjyang), Ьеnеn plooien.
~ :1 1t 1. Inademen (In). * Rechtop staan, 2 voeten samen, L.arrn voorwaarts opheffen, dиim neerwaarts gericht, handpalm naar bиiten (ИР buiten). * R.hand neernt L.dиim vast. 2. Uitademen ЮЩ. * Beide arrnen
Nadere informatieProcare 11: 1. Rotory torso staand mobiliserend
Procare 11: 1. Rotory torso staand mobiliserend Zet je voeten op heup breedte uit elkaar en strek de armen horizontal. Draai met de romp zo ver mogelijk naar links en vervolgens naar rechts. Met je hoofd
Nadere informatieAuto. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; focus op de leerkracht.
Groep: 1/2 Thema: Auto, Verkeer Inhoud: Een lied over 4 verschillende auto s, met veel herhaling. Tellen van geluiden, met geluid/beweging reageren op visuele beelden, spelen met instrumenten, verzinnen
Nadere informatieSWIMMING TEAM TIENEN VZW
Technische lijn en objectieven :TT 1&2 JT B&C Technische lijn en objectieven : Talententeam 1 Vlinderslag Ligging : Hoofd : Ademhaling: / Wedstrijd: / begin: golvend met zwemvliezen streven: golvend zonder
Nadere informatieWarming-Up/Techniekoefeningen
Legenda: Warming-Up/Techniekoefeningen Oefening 1: Door elkaar dribbelen en zo vaak mogelijk de bal raken Niet botsen, over de bal kijken en vrije ruimtes zoeken stimuleren Naar zijkant dribbelen en afkappen
Nadere informatieOefenstof voor aquamove:
Oefenstof voor aquamove: De oefenstof wordt opgedeeld in vijf verschillende onderdelen nl.: loopoefeningen, oefeningen in het ondiepe gedeelte, oefeningen in het diepe gedeelte, partneroefeningen en spelvormen.
Nadere informatieVAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Nadere informatiePreventie rugklachten
Preventie rugklachten Bijlage 3 Stretchoefeningen (11) Stretching voer je gedurende één à twee minuten uit tussen behandelingen in. Een rekkend gevoel in de spieren wijst op goede efficiëntie van de oefening.
Nadere informatieKangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd
Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd Aan alle Wallaroes en hun leerkrachten: veel succes en, nog belangrijker, veel plezier! reken denk puzzel Kangoeroe.org Vlaamse Wiskunde Olympiade
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatie-
Een strategisch spel voor 2 spelers - vanaf 8 jaar. Duurtijd: ca. 30 minuten. 1 houten spelbord (dit spel maakt geen gebruik van de rode stippen op het spelbord) 14 lichte pionnen 14 donkere pionnen De
Nadere informatieMobiliserende oefeningen voor thuis
Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van
Nadere informatieRomp Hieronder volgen verschillende oefeningen ter versterking van de romp.
Gegevens te vinden op http://www.voorkomblessures.nl Romp Hieronder volgen verschillende oefeningen ter versterking van de romp. Oefening: Crunches Crunches versterken van de buikspieren voor het vergroten
Nadere informatieBIJLAGE DEEL 4 KIJKWIJZER ORANJE
BIJLAGE DEEL 4 KIJKWIJZER ORANJE Het doel van de kijkwijzer is de oefenstof te ondersteunen door middel van een visuele voorstelling. Dit moet de trainer helpen een juist beeld te vormen van de accenten
Nadere informatieHiervoor zet ik me in! in klas
Hiervoor zet ik me in! in klas Ik ben voorzichtig met de spullen van een ander. Ik kom altijd op tijd op school. In de klas praat ik zachtjes met andere leerlingen. Ik behandel anderen zoals ik zelf behandeld
Nadere informatieVoer de oefeningen voor het bovenlichaam (pagina 3) uit, gevolgd door de oefeningen voor de buikspieren en zet er een motiverend muziekje bij op.
Zond Zater Vrijd Dond Woe Di Ma Zon Zat Vrij Don Woe Woe Di Ma Superfit Week 1 Vandaag: 30 minuten Cardio Vasculaire (CV) training. Probeer dit eens: 4 minuten power walking (lekker stevig doorstappen
Nadere informatieBasisoefeningen. Shaolin Kung Fu Instituut Shizi Hou
Basisoefeningen Nu de standen bekend zijn, moeten de overgangen van de één naar de andere stand getraind worden. Hiervoor zijn 8 basisoefeningen bedacht die bijna elke overgang omvangt. Bij sommige oefeningen
Nadere informatieStart (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken
Training Start (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken Gooi- en vangoefeningen (ca. 5 minuten) Kinderen verdelen in 2 groepjes
Nadere informatieSportcentrum Gulden Kamer Mapico oriëntatie Handleiding bij de oefeningen
Sportcentrum Gulden Kamer Mapico oriëntatie Handleiding bij de oefeningen pag. 1 Wat is Mapico oriëntatieloop? Over gans het sportpark Gulden Kamer werden in totaal op een relatief discrete plaats 288
Nadere informatieBijzondere verrichtingen
Bijzondere verrichtingen Zelfstandig bijzondere manoeuvres uitvoeren dmv gebruik aangeleerde bijzondere verrichtingen: omkeeropdracht d.m.v: bocht achteruit via parkeervak 3x steken halve draai parkeeropdracht:
Nadere informatieYin Yoga.indd 52 24-11-14 10:43
Yin Yoga.indd 51 2 24-11-14 10:43 Yin Yoga.indd 52 24-11-14 10:43 Yin Yoga-praktijk Er is bewust voor een afwijkende benaming van de hierna volgende oefeningen gekozen dan de oorspronkelijke benamingen
Nadere informatieOpbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.
Schouder stabiliseren Het schoudergewricht is voor de stabiliteit tijdens bewegen gebaat bij een goede controle en een goede spierkracht van de dieper gelegen spieren. Deze spieren centreren de kop van
Nadere informatieCursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42
Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie Het Slotervaartziekenhuis, een opmerkelijk en ambitieus ziekenhuis in Amsterdam. In een informele en vertrouwde omgeving werken wij aan innovatieve medische
Nadere informatieALGEMENE TIPS RUIMTELIJKE BEGRIPPEN. (Begrippen die iets vertellen over de plaats en richting)
ALGEMENE TIPS * Meespelen met uw kind en zoveel mogelijk benoemen wat hij/zij doet. * Aanzet geven tijdens het meespelen: we gaan een brug bouwen, kan onze auto onder de brug, het vliegtuig vliegt over
Nadere informatieSpeciale verrichtingen bij het CBR
Speciale verrichtingen bij het CBR 1. Hellingproef 2. Stopopdracht 3. Keren d.m.v 3 keer steken 4. Keren d.m.v een halve draai 5. Keren d.m.v een bocht achteruit 6. Parkeren in file vooruit (rechts) 7.
Nadere informatieGHOBES: GLOBALE HOUDINGS EN BEWEGINGSCREENING
GHOBES: GLOBALE HOUDINGS EN BEWEGINGSCREENING Bedrijf: Opdrachtgever: Onderzoeker: Werkpost/ functie: Datum: Observatie van tot 1. Globale analyse RUG NEK SCHOUDERS ELLEBOOG/ POLS/ GLOBAAL 2. Extra checklisten
Nadere informatieYogales maart 2019!! Bewust staan
Yogales maart 2019 Bewust staan Ga staan met je voeten heupbreedte, voorvoeten licht naar binnen, voel hoe de hiel van je voet contact maakt met de grond, voel de buitenkanten van de voet op de grond voel
Nadere informatie6Helpen bij het gebruik van
Thema 6Helpen bij het gebruik van hulpmiddelen bij verplaatsen 6.1 Inleiding Als zorghulp zul je te maken krijgen met cliënten die lopen met een kruk of twee krukken, een looprek of een rollater. Die hulpmiddelen
Nadere informatieMeldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012
Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari
Nadere informatieCock van Dijk Voetbaltechniek
Cock van Dijk Voetbaltechniek De DVD begint met een introductie door Cock van Dijk zelf. Het laat zien in de opbouw van het voetbaltechniekproces. Van de F-jes tot de A-tjes. Hoe van: niet vaardig naar
Nadere informatieBeweegpakket VAL-net. oefeningen voor patiënten
Beweegpakket VAL-net oefeningen voor patiënten INLEIDING 3 OEFENINGEN 4 MEER INFORMATIE 32 2 Beste kinesitherapeut, Inleiding Dit Beweegpakket VAL-net bestaat uit een selectie van oefeningen die u kunt
Nadere informatieG e b r u i k s a a n w i j z i n g v o o r h e t W a v e b o a r d V a n S t r e e t S u r f i n g
G e b r u i k s a a n w i j z i n g v o o r h e t W a v e b o a r d V a n S t r e e t S u r f i n g I n h o u d s o p g a v e 1. I n t r o d u c t i e B l z. 2 2. D e f i n i t i e s B l z. 2-3 2.1 StreetSurfing
Nadere informatieModule: Sport- Spelontwerp. Academiejaar: Opleiding: PBA Sport en Bewegen. Lector: J. Swimberghe MULTIMOVE
Academiejaar: 2017 2018 Opleiding: PBA Sport en Bewegen Module: Sport- Spelontwerp Lector: J. Swimberghe MULTIMOVE Wandelen: Wandelen is een vaardigheid die gekenmerkt wordt door een periode van dubbele
Nadere informatieTrainerscongres 2014
Trainerscongres 2014 Inhoud Inhoud 2 Enkele tips om topspin aan te leren 3 Enkele tips om flip en kort leggen aan te leren 6 Willems Jo Sporttechnisch coördinator VTTL Pagina 2 Enkele tips om topspin aan
Nadere informatieElement A (senioren element team nr. 1) 2.5
BIJLAGE X GROEPEN Senior Elementen voor limieten 2017-2021 (De elementen dienen uitgevoerd te worden zoals omschreven in Bijlage IV Beschrijving Figuren punt 1 t/m 10) Groep 1 Element A (senioren element
Nadere informatieLeerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) - versie mei 2016. Naam leerling. Motoriek Grote motoriek. Grote motoriek-stap 1
Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) - versie mei 2016 Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-stap 1 Naam leerling SPRINGEN: Springt met twee voeten tegelijk op van de vloer -20--20 GOOIEN
Nadere informatienovember 2013 vanaf 7 jaar Er is een boot tekst: Judith Nieken muziek: Axel Holsbergen
november 2013 vanaf 7 jaar Er is een boot tekst: Judith Nieken muziek: Axel Holsbergen Er is een boot Refrein: Er is een boot, zó groot, dat je haast niet kunt geloven wat je ziet. Er is een boot, zó groot:
Nadere informatieDe vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).
In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.
Nadere informatieReeksbeschrijving: Parendans
Reeksbeschrijving: Parendans Gemaakt door: dansmonitoren van KLJ Oost-Vlaanderen Werkjaar: 2016-2017 1. Muziek Titel: Fireball Uitvoerder: Pitbull ft. John Ryan CD: Fireball - Single Duur: 3 55 2. Structuur
Nadere informatieHANDIG ALS EEN HOND DREIGT
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT
Nadere informatieFiche voorbereiden van activiteiten
Fiche voor voorbereiden van activiteiten Omschrijving van de activiteit: Schrijfdans: de speelgoedtrein (8 peuters) Ervaringssituatie: O zelfstandig spelen O ontmoeten O explorerend beleven X ontwikkelingondersteunend
Nadere informatieOnderzoeksrapport: Woordvolgorde in de Vlaamse Gebarentaal. Inleiding: inhoud van dit onderzoeksrapport. 1. Woordvolgorde: wat, waarom en hoe?
Onderzoeksrapport: Woordvolgorde in de Vlaamse Gebarentaal Myriam Vermeerbergen Lessius/K.U.Leuven Vlaams GebarentaalCentrum Inleiding: inhoud van dit onderzoeksrapport Het thema van dit onderzoeksrapport
Nadere informatieFlappy Bat. Om te beginnen ga je naar en remix je het spel.
Flappy Bat Een spelletje in Scratch maken is toch wel het leukst en daarom gaan we aan de hand van deze handleiding een soort Flappy Bird maken. We gebruiken als hoofdpersoon echter geen vogel maar een
Nadere informatieNOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2
NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2019 N 2 Deze notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop
Nadere informatieZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING
Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het cardio- en krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om zowel
Nadere informatieStatische stretching
Statische stretching We hebben een aantal statische stretchoefeningen op een rijtje gezet, gesorteerd op welke spieren je stretcht: 1. arm- en schouderspieren 2. onderarmen 3. borstspieren 4. schouders,
Nadere informatieBodyBow Gebruikersgids
BodyBow Gebruikersgids De BodyBow wordt gebruikt voor drie doeleindes: * mobiliteit van wervelkolom, armen en benen te verhogen * kracht van wervelkolom, armen en benen te verhogen * stabiliteit van wervelkolom
Nadere informatieLeren schrijven 4/5 JAAR. Van puntjes tot lijn. Lijnen en versiering. Van lijn tot letter. Om thuis te doen
K E O B F IJ R H C S MIJN Leren schrijven 4/5 JAAR Van puntjes tot lijn Lijnen en versiering Van lijn tot letter Om thuis te doen 2 Van school tot thuis Van school tot thuis Beste ouders, Leren schrijven
Nadere informatie