Levensloopbestendig wonen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Levensloopbestendig wonen"

Transcriptie

1 Australiëlaan AB Utrecht T: KvK nr E: info@atrive.nl I: Levensloopbestendig wonen Inventarisatiefase a Regiogemeenten Kop van Noord -Holland Anita Lahuis Fokke de Jong D a t u m 12 februari 2016 P r o j e c t n u m m e r

2 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 4 1 Inleiding Aanleiding Aanpak Scope onderzoek Opbouw rapport Uitleg begrippen 12 Deel 1 Onderzoeksresultaten 14 2 Behoefteontwikkeling Inleiding Kwantitatief Inwoners en woningen Senioren Prognose 75-plussers Prognose huishoudens met mobiliteitsbeperkingen Conclusie kwantitatieve behoefte Kwalitatieve aspecten: woonmilieus, woningtypen en thuistechnologie Woonmilieus Gewildheid wooncomplexen en woonmilieus (bewonersonderzoek) Gewildheid wooncomplexen en woonmilieus (visie organisaties) Behoefte thuistechnologie Conclusie kwalitatieve behoefte 26 3 Aanbod Inleiding Woonvormen Huidige en verwachte aanbod woningen Aanbod woonzorgvormen en ontwikkeling Ontwikkelingen per kern: intramurale plaatsen en verzorgd wonen Gevolgen extramuralisering Conclusies aanbod 30 4 Confrontatie behoefte en aanbod Vergelijking behoefte en voorraad, stand en ontwikkeling Scenario 1: Globale behoefte Scenario 2: Urgente behoefte Scenario 3: Actuele match vraag en aanbod Knelpunten Opgave is meer dan goede huisvesting Conclusies vraag en aanbod 38

3 5 Inzicht levensloopbestendig wonen per wijk Achtergrond Inhoud 42 Deel 2 Opplussen en toolbox 43 6 Opplussen Inleiding aanpak Krachtenveld Aanknopingspunten opplussen vanuit het veld Aanvliegroutes Mogelijke inhoud campagne 48 7 Toolbox Inleiding Opplussen Doorstroming Thuistechnologie Mantelzorgwoningen 61 Bijlage 1 Betrokken partijen 62 Bijlage 2 Methodische verantwoording 63 Bijlage 3 Begrippenkader onderzoek Levensloopbestendig Wonen regio Kop van Noord-Holland 67

4 Samenvatting en conclusies Aanleiding en vraagstelling De vier gemeenten in de Kop van Noord-Holland, Den Helder, Hollands Kroon, Schagen en Texel, hebben eind oktober 2015 overeenstemming bereikt over het Kwalitatief Woningbouwprogramma (KWK). Daarin is vastgelegd dat nadere afspraken over de kwaliteitsverbetering van de bestaande voorraad in het Regionaal Actieprogramma uitgewerkt en opgenomen worden. Vooruitlopend daarop hebben de vier gemeenten gezamenlijk het initiatief genomen om onderzoek uit te laten voeren naar de toegankelijkheid en beschikbaarheid van de gehele woningvoorraad voor mensen met beperkingen. De gemeenten hebben daarbij twee fasen voor ogen: een inventarisatiefase (a) en een vervolgfase (b) waarin beleid over levensloopbestendig wonen naar gemeente/kern geconcretiseerd wordt. Atrivé is gevraagd voor de inventarisatie (fase a), die bestaat uit de volgende vier onderdelen: Inventarisatie bestaande woningvoorraad naar geschiktheid per kern, zowel huur als koop Inventariseren van de plannen van zorgaanbieders voor het zorgvastgoed de komende jaren Inventariseren gewilde en niet-gewilde wooncomplexen en woonmilieus per kern 1 Opplusvarianten en een toolbox voor gemeenten om de voorraad te verbeteren. De inventarisaties dienden te leiden tot factsheets (cijfers en kaarten) per kern, waarop als het ware in één oogopslag helder wordt in hoeverre een kern geschikt is om lang zelfstandig te wonen. Want daarmee gaan de gemeenten aan de slag in de vervolgfase (b) met partners en particulieren, om bestaande en nieuwe plannen met elkaar te verbinden en wellicht zelfs van meer waarde te maken (1 + 1 = 3). De basis is een gezamenlijk en gedragen inzicht in de huidige en verwachte situatie in de kernen. Aanpak De inventarisatie is uitgevoerd in samenwerking met een begeleidingsgroep van de vier deelnemende gemeenten. Bovendien was er een belangrijke inbreng van betrokken organisaties (woningcorporaties, zorgorganisaties, huurdersorganisaties, Wmo-adviesraden, provincie). De volgende stappen zijn doorlopen: Bepalen begrippenkader (met begeleidingsgroep) Kwantitatief en kwalitatief onderzoek: o o Opgave woningvoorraad en plannen en digitale enquête (gemeenten, woningcorporaties, zorgaanbieders). Kwantitatieve bronnen zoals huishoudensprognoses (Primos), gegevens over de woningvoorraad (WOZ en WWS) en woningbehoefteonderzoek (WoON 2012). o Zes gesprekken kwalitatieve verdieping (zorgaanbieders) Opstellen opplusvarianten en toolbox 1 Het bleek voor organisaties niet goed mogelijk om inzicht te geven in de gewildheid (door ouderen) van wooncomplexen per kern. Wel kon Atrivé met behulp van woningbehoefteonderzoek WoON 2012 inzicht geven in de gewildheid per woonmilieu. 4

5 o Regionale bijeenkomst: dialoog met gemeenten, woningcorporaties, zorgaanbieders en huurdersorganisaties, Wmo-adviesraden en provincie, ten behoeve van opplusvarianten/aanvliegroutes en toolbox. Voorliggend rapport is in twee delen opgesplitst. Onderzoeksresultaat Deel 1 bevat de resultaten van het onderzoek, met inzicht in de belangrijkste opgaven: Aanpassingen in de bestaande voorraad Toevoegen levensloopbestendige woningen Doorstroming (benutting voorraad) Voorzet voor vervolg Deel 2 bevat de aanvliegroutes om op te plussen en de toolbox. Hierin is een aanpak voor aanpassing en benutting van de bestaande voorraad uitgewerkt. Vanuit de opgaven zijn bouwstenen voor de aanpak benoemd, met onderscheid naar mate van urgentie en omvang van doelgroepen. Dit geeft een handvat voor keuzes en prioriteitstelling. In deel 2 van het rapport is verder beschreven hoe, als verbindend element in de aanpak, een regionale bewustwordingscampagne kan worden georganiseerd. Deel 1: Onderzoek: de resultaten Op het schaalniveau van de Kop van Noord-Holland en de vier gemeenten is het beeld als volgt: Forse toename huishoudens met beperkingen, en behoefte geschikt wonen De vergrijzing in de Kop van Noord-Holland zet de komende jaren flink door. In 2015 is 12% van de huishoudens 75 jaar of ouder. In 2030 is het aandeel 75+-huishoudens toegenomen tot 22%. De sterke groei van het aandeel 75+-huishoudens werkt ook door in het aantal huishoudens met mobiliteitsbeperkingen. Het totaal groeit met ruim 30% tot huishoudens in In de gemeenten Schagen en Hollands Kroon groeit deze groep het snelst (+37%). Ook op Texel groeit het aantal huishoudens met mobiliteitsbeperkingen bovengemiddeld (+35%). Binnen de categorie met beperkingen neemt de groep die minimaal rollatorafhankelijk is (klasse B of C) relatief het snelst toe. Beperkingen en 75+: voorkeur woonomgeving met voorzieningen Er is een toenemende behoefte aan levensloopbestendige woningen (op basis van demografische ontwikkelingen, woningbehoefteonderzoek en visie organisaties) en ook aan verzorgd wonen (visie organisaties). Qua woonmilieu zien we dat senioren van 75 jaar en ouder, alsmede de groep mensen met ernstige beperkingen, zich oriënteren op een stedelijke omgeving met een behoorlijk voorzieningenniveau. Huishoudens met lichte en matige beperkingen hebben per saldo juist wel een voorkeur voor centrum dorps wonen. Dit ligt in lijn met het beeld dat betrokken organisaties van de woonvoorkeur van ouderen hebben. Zij zien een behoefte van ouderen aan wonen in centrumkernen met voldoende voorzieningen. Wel laat onderzoek zien dat het niet vanzelfsprekend is dat ouderen een voorkeur voor centrumkernen hebben. Vitale ouderen jonger dan 75 jaar wonen graag in kleinere kernen met een landelijk woonmilieu. De vertrouwdheid van jongere senioren met internettoepassingen biedt goede mogelijkheden voor de inzet van thuistechnologie en zorg op afstand bij mensen thuis. Het is nog moeilijk te voorspellen of een toenemende toepassing van thuistechnologie (met mogelijk minder af- 5

6 hankelijkheid van lokale voorzieningen en diensten) zal leiden tot een andere voorkeur voor woonmilieus (centrumkernen, stedelijk gebied), vanwege de nu nog beperkte inzet. De toepassing van thuistechnologie zal in toenemende mate ondersteunend zijn voor het langer zelfstandig thuis wonen. Aanzienlijk deel woningvoorraad is aanpasbaar (potentieel geschikt) Een aanzienlijk deel van de woningvoorraad in de Kop is geschikt, dan wel potentieel geschikt voor huishoudens met beperkingen. Het betreft in totaal woningen, waarvan het grootste gedeelte potentieel geschikte woningen betreft ( woningen). Hiervan bestaat meer dan 80% uit eengezinswoningen in het koopsegment: ongeveer woningen. Daarnaast bevat de woningvoorraad in de Kop ruim levensloopbestendige corporatiewoningen. Woningcorporaties bouwen t/m 2020 circa 450 levensloopbestendige woningen toe. Toename verzorgd wonen vangt effect scheiden en zorg op Het aandeel van de woningen in de categorie verzorgd wonen is relatief klein, met 900 woningen. Daarnaast is er een voorraad aan intramurale capaciteit van plaatsen. Verschillende organisaties zien toenemende risico s in de exploitatie van intramuraal zorgvastgoed. Plannen voor sloop, dan wel transformatie (naar zelfstandige woningen) resulteren vooralsnog in een afname van de capaciteit met ongeveer 150 plaatsen. Aangezien een aantal zorgorganisaties wel plannen heeft, maar dit nog niet heeft gekwantificeerd, zal de daadwerkelijke vermindering van intramurale capaciteit groter zijn. Een deel van de intramurale capaciteit zal worden getransformeerd tot verzorgd wonen. Ook is er sprake van nieuwbouwplannen voor deze woonzorg woningen, waarbij zowel zorgorganisaties als woningcorporaties betrokken zijn. Op basis van de plannen waarvan de aantallen bekend zijn neemt het aanbod verzorgd wonen toe van 900 woningen tot ruim woningen. Regionale opgave geschikt wonen: toevoeging en aanpassing woningen en bevordering doorstroming Urgente behoefte 2020 (huishoudens met matige tot ernstige mobiliteitsbeperkingen): Aanpassen ruim 100 potentieel geschikte appartementen (koop + particuliere huur) Upgrade van maximaal geschikte eengezins corporatiewoningen tot een hoger niveau van geschiktheid Toevoegen ruim 600 levensloopbestendige woningen. Totale behoefte 2020 (alle huishoudens met mobiliteitsbeperkingen, inclusief lichte beperkingen). Aanvullend op de urgente behoefte is dan nodig: Aanpassen circa potentieel geschikte eengezinswoningen (koop + klein deel particuliere huur) Realistische opgave is inzet op woningen die door 65+-huishoudens worden bewoond: aanpassen circa woningen. Aanvullend op de opgave voor toevoeging en aanpassing van woningen is er een nog onvervulde behoefte aan doorstroming: Urgent (matige tot ernstige mobiliteitsbeperkingen): huishoudens Totaal (alle mobiliteitsbeperkingen): huishoudens. Bij de geraamde toevoeging van levensloopbestendige woningen is verondersteld dat elke gemeente in de eigen behoefte voorziet. Indien de (urgente) behoefte regionaal wordt opgevangen, biedt voor de Kop van Noord Holland als geheel, de bestaande voorraad tot medio 6

7 2025 voldoende mogelijkheden om door middel van aanpassing van woningen en doorstroming in de behoefte aan geschikt wonen te voorzien. In dat geval is er tot 2020 geen extra toevoeging (bovenop bestaande plannen) door nieuwbouw van levensloopbestendige woningen nodig. Voor het aanpassen van de bestaande voorraad ligt de grootste opgave bij eigenaarbewoners. De vraag is welke ondersteuning en faciliteiten gemeenten en corporaties hierbij kunnen en willen bieden. Daarnaast zijn afspraken met corporaties gewenst over het op een hoger niveau brengen van hun geschikte eengezinswoningen. Ook aangaande de doorstroming geldt het beginsel van eigen verantwoordelijkheid, maar is de vraag in hoeverre het wenselijk en mogelijk is dat gemeenten en woningcorporaties de doorstroming naar een beter geschikte woning bevorderen. Verzorgd wonen Zorgorganisaties passen hun vastgoedstrategie aan op het scheiden van wonen en zorg. In de regio zijn er verschillende plannen voor vermindering van intramurale capaciteit en omzetting naar verzorgd wonen. Soms is er ook sprake van toevoeging van verzorgd wonen. Hier lijkt niet zozeer sprake te zijn van een kwantitatieve opgave maar met name ook van een kwalitatief vraagstuk: worden met transformatie van bestaande gebouwen wel woonzorgwoningen van voldoende kwaliteit gerealiseerd? En welke locaties zijn het meest geschikt? Behoefte versus aanbod per gemeente: bestaande voorraad niet overal toereikend Per gemeente zijn er wel aanzienlijke verschillen in de confrontatie van de behoefteontwikkeling met de bestaande voorraad, en in de opgaven. Onderstaand is per gemeente aangegeven welke toevoeging van levensloopbestendige woningen nodig is (bovenop de reeds bekende plannen) en wat de realistische opgave voor woningaanpassing in de particuliere voorraad is 2. Den Helder De cijfers vertonen een relatief gunstig beeld van de beschikbaarheid van (potentieel) geschikte woningen in Den Helder. Dit komt overeen met de visie van woningcorporaties en zorgorganisaties in Den Helder. Aandachtspunt is dat in de oudere wijken in Den Helder de mogelijkheden in de bestaande voorraad kleiner zijn dan de behoefte, terwijl deze qua voorzieningen juist gunstig liggen. Realistische aanpassingsopgave particuliere voorraad: woningen Toevoeging levensloopbestendig: 0 woningen Schagen In Schagen bevat de woningvoorraad voldoende geschikte woningen. Echter, met name in de kleinere kernen wonen relatief veel ouderen in ongeschikte woningen. Voor een levensloopbestendige woning zullen zij naar een grotere kern moeten verhuizen. Ouderen hebben ook een voorkeur voor grotere kernen met een voldoende voorzieningenaanbod (vooral ouderen met beperkingen), maar willen anderzijds ook graag in de huidige omgeving blijven wonen (vooral vitale ouderen). Het streekcentrum Schagen heeft het ruimste voorzieningenaanbod. Daarnaast bieden ook Warmenhuizen, Tuitjenhorn, Dirkshorn, Petten en Callantsoog een behoorlijk voorzieningenniveau, maar mist in deze kernen een intramuraal zorgaanbod. Ten slotte is ook t Zand qua voorzieningenaanbod geschikt voor ouderen maar betreft het wel een kleinere kern die in de categorie landelijk wonen valt. Realistische aanpassingsopgave particuliere voorraad: woningen Toevoeging levensloopbestendig: 0 woningen 2 Gebaseerd op aantal 65+ in potentieel geschikte woningen. 7

8 Texel Op Texel ligt er een belangrijke opgave, mede ook gezien de relatief sterke vergrijzing, en toename van de behoefte aan levensloopbestendige woningen tot Aanpassing van de bestaande voorraad volstaat niet om in de behoefte te voorzien. Den Burg (centrumkern met een volledig voorzieningenpakket) biedt het meest geschikte woonmilieu voor de realisatie van levensloopbestendige woningen en woonzorgwoningen. Realistische aanpassingsopgave particuliere voorraad: 480 woningen Toevoeging levensloopbestendig: 45 woningen Aandachtspunt: de behoefte (inclusief de huidige plannen voor 255 woningen) aan toevoeging van woningen overstijgt de woningbouwafspraken in het convenant KWK De afgesproken bandbreedte bedraagt 100 tot 150 woningen. Hollands Kroon In Hollands Kroon is in kwantitatieve zin de behoefte aan toevoeging van levensloopbestendige woningen het grootst. De bestaande voorraad volstaat niet om in de urgente behoefte (huishoudens met matige of ernstige beperkingen) te voorzien. Met name in kleinere kernen in deze gemeenten wonen bovendien weinig ouderen in (potentieel) geschikte woningen. Ook in deze gemeente speelt het dilemma dat ouderen (met beperkingen) het liefst in grotere kernen wonen met een voldoende voorzieningenaanbod, maar anderzijds ook graag in de huidige omgeving willen blijven wonen (met name vitale ouderen). Anna Paulowna, Nieuwe Niedorp/Winkel, Wieringerwerf en Hippolytushoef (centrumkernen met een volledig voorzieningenaanbod) bieden het meest geschikte woonmilieu voor de realisatie van levensloopbestendige woningen en woonzorgwoningen. Kernen met een centrumdorps woonmilieu en ook een behoorlijk voorzieningenniveau, maar zonder intramuraal aanbod zijn Breezand, Den Oever, Middenmeer en Slootdorp. Realistische aanpassingsopgave particuliere voorraad: woningen Toevoeging levensloopbestendig: 570 woningen Geschikte kernen Het beeld per gemeente resumerend zijn de volgende kernen (in het rapport aangeduid als centrumkernen) het meest geschikt voor ouderen met beperkingen: Gemeente Den Helder o Den Helder o Julianadorp Gemeente Schagen o Schagen Gemeente Texel o Den Burg Gemeente Hollands Kroon o Anna Paulowna o Nieuwe Niedorp/Winkel o o Wieringerwerf Hippolytushoef In de gemeenten waar behoefte is aan toevoeging van levensloopbestendige woningen liggen investeringen in deze kernen het meest voor de hand. Aanpassingen in de bestaande voorraad zijn ook in de overige, enigszins geschikte, kernen mogelijk en gewenst. Wanneer bij de levensloopgeschiktheid breder wordt gekeken dan alleen de woning hebben deze centrumkernen wel het meest te bieden. 8

9 Kansen en dilemma s De uitkomsten geven inzicht in wat er nodig is. Voordat de vertaalslag wordt gemaakt naar een aanpak staan we stil bij een aantal dilemma s: 1. In de algemene analyse kunnen specifieke doelgroepen onderbelicht raken. Bijvoorbeeld (licht) dementerenden die zelfstandig wonen. Hoe worden problemen gesignaleerd? Welke mate van zorg en toezicht is in de huidige woning mogelijk? Welke specifieke aanpassingen zijn in hun woning gewenst (thuistechnologie)? Wanneer is doorstroming gewenst naar verzorgd wonen? Afspraken tussen eerstelijns zorg, gemeente, thuiszorgaanbieder en eventueel corporatie zijn gewenst. 2. Toevoegen levensloopbestendig wonen: Er is een duidelijke behoefte op basis van objectieve kenmerken van huishoudens en op basis van woonwensen. Veelal blijkt echter dat de daadwerkelijke verhuurbaarheid/verkoopbaarheid van levensloopbestendige woningen tegenvalt, omdat daadwerkelijk gedrag afwijkt van objectieve behoefte en verhuiswensen (ouderen zijn meer honkvast). 3. Toevoegen levensloopbestendige woningen is een aanzienlijke investering voor de lange termijn, gericht op een doelgroep (urgente behoefte) die deels ook zorg nodig heeft. Het is verstandig om dit in centrumkernen te doen met ook in de toekomst een compleet voorzieningenpakket. Welke afstemming en (langetermijn)afspraken met zorgpartijen en gemeenten zijn noodzakelijk? 4. De aanpassing van de bestaande voorraad is grotendeels een verantwoordelijkheid van eigenaar-bewoners. In hoeverre is het voor hen lucratief om (preventief) te investeren in de levensloopbestendigheid van hun woning? Levert investeren in duurzaamheid niet meer op? Of is een geïntegreerde aanpak mogelijk? We spreken dan over dubbele duurzaamheid. 5. Ook voor corporaties zijn beide vormen van verduurzaming (geschikte woningen op een hoger niveau, woningen energiezuiniger) aan de orde en de vraag welke inzet te plegen met begrensde middelen. In hoeverre betreffen beide opgaven dezelfde woningen en dezelfde buurten? In welke mate is synergie mogelijk? Bij beide opgaven speelt ook de vraag in hoeverre de investering van de corporatie (deels) kan worden terugverdiend met huurverhoging (zittende huurder) of huurharmonisatie (nieuwe huurder). Deel 2: Opplussen en toolbox Aan Atrivé is gevraagd om een voorzet te geven voor een aanpak in het kader van levensloopbestendig wonen in de bestaande voorraad. Het deel van de opgave dat zich richt op de aanpassing van de bestaande voorraad. We nemen hierin ook de benutting van de bestaande voorraad mee (doorstroming). Naar gelang de omvang van de doelgroep en de mate van urgentie zijn verschillende accenten in de aanpak denkbaar. Bouwstenen op hoofdlijnen zijn: Urgente groepen: Breed: op hoger niveau brengen geschikte corporatiewoningen. Aandachtspunten: Synergie met duurzaamheidsaanpak Afstemmen investeringen zorgaanbieders en gemeente Focus op centrumkernen Waarborgen goede benutting met stimuleren doorstroming en verhuisstimulans voor huishoudens in ongeschikte woningen. Smal: specifieke bewustwordingscampagne dementerenden (regio breed): Aandachtspunten: In samenwerking met zorgaanbieders en huisartsen 9

10 Op maat aanbod thuistechnologie in samenwerking met regionale ondernemers. Minder urgente groepen: Breed: geschikt maken potentieel geschikte koop- en particuliere huurwoningen, voor mensen met lichte beperkingen en pro actieve aanpassingen voor vitale 65 plussers. Aandachtspunten: Efficiënte bewustwordingscampagne met gestandaardiseerde regionale basis Toespitsing op maat op kansrijke kernen/wijken met concentraties ouderen in potentieel geschikte woningen Bepalen welke communicatie regionaal en lokaal in te zetten, en door wie Combinatie met stimuleren duurzaamheidsmaatregelen/aanhaken bij eventueel lokale initiatiefgroepen. Aanbod oppluspakketten (light variant), meeliften met eventuele pakketten corporaties, samenwerking regionale ondernemers. Smal: huisvesting mantelzorgers. Aandachtspunten: Ontregelen: plaatsen (tijdelijke) mantelzorgwoningen voor mantelzorgers of mantelverzorgenden Aandachtsgroep bij bevorderen doorstroming. 10

11 1 Inleiding 1. 1 A a n l e i d i n g De vier gemeenten in de Kop van Noord-Holland, Den Helder, Hollands Kroon, Schagen en Texel, hebben in 2011 het Regionaal Actie Programma (RAP) Wonen vastgesteld. Als vervolg daarop hebben de vier gemeenten eind oktober 2015 overeenstemming bereikt over het Kwalitatief Woningbouwprogramma (KWK). Het gaat om het aantrekkelijk houden van de markt, het verbeteren van de bestaande voorraad, het voorkomen van overprogrammering, zorgen voor kwalitatief sterke nieuwbouw en sterke koppelingen met sociaal, welzijn en vitale voorzieningen. Over de kwaliteitsverbetering van de bestaande voorraad worden nadere afspraken in het Regionaal Actieprogramma gemaakt. Vooruitlopend daarop hebben de vier gemeenten gezamenlijk het initiatief genomen om onderzoek uit te laten voeren naar de toegankelijkheid en beschikbaarheid van de gehele woningvoorraad voor mensen met beperkingen. De gemeenten hebben daarbij twee fasen voor ogen: een inventarisatiefase (a) en een vervolgfase (b) waarin beleid over levensloopbestendig wonen naar gemeente/kern geconcretiseerd wordt. Atrivé is gevraagd voor de inventarisatie (fase a), die bestaat uit de volgende vier onderdelen: Inventarisatie bestaande woningvoorraad naar geschiktheid per kern, zowel huur als koop Inventariseren van de plannen van zorgaanbieders voor het zorgvastgoed de komende jaren Inventariseren gewilde en niet-gewilde wooncomplexen en woonmilieus per kern 3 Opplusvarianten en een toolbox voor gemeenten om de voorraad te verbeteren. De inventarisaties dienden te leiden tot factsheets (cijfers en kaarten) per kern, waarop als het ware in één oogopslag helder wordt in hoeverre een kern geschikt is om lang zelfstandig te wonen. Want daarmee gaan de gemeenten aan de slag in de vervolgfase (b) met partners en particulieren. Om bestaande en nieuwe plannen met elkaar te verbinden en wellicht zelfs van meer waarde te maken (1 + 1 = 3) op basis van een gezamenlijk en gedragen vertrekpunt van de huidige en verwachte situatie in de kernen A a n p a k De inventarisatie is uitgevoerd in samenwerking met een begeleidingsgroep van de vier deelnemende gemeenten. Bovendien was er een belangrijke inbreng van betrokken organisaties (woningcorporaties, zorgorganisaties, huurdersorganisaties, Wmo-adviesraden, provincie). De volgende stappen zijn doorlopen: Bepalen begrippenkader (met begeleidingsgroep) Kwantitatief en kwalitatief onderzoek: 3 Het bleek voor organisaties niet goed mogelijk om inzicht te geven in de gewildheid (door ouderen) van wooncomplexen per kern. Wel kon Atrivé met behulp van woningbehoefteonderzoek inzicht geven in de gewildheid per kern. 11

12 o o o o Opgave woningvoorraad en plannen en digitale enquête (gemeenten, woningcorporaties, zorgaanbieders). Kwantitatieve bronnen zoals huishoudensprognoses (Primos), gegevens over de woningvoorraad (WOZ en WWS) en woningbehoefteonderzoek (WoON 2012). Zes gesprekken kwalitatieve verdieping (zorgaanbieders) Regionale bijeenkomst: dialoog met gemeenten, woningcorporaties, zorgaanbieders en huurdersorganisaties, Wmo-adviesraden en provincie, ten behoeve van opplusvarianten en toolbox S c o p e o n d e r z o e k Het onderzoek richt zich primair op langer zelfstandig wonen en woonvormen die dat mogelijk maken: extramurale zelfstandige woonvormen voor senioren, mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of met een psychische stoornis O p b o u w r a p p o r t Het rapport is in twee delen gesplitst. In deel 1 zijn de onderzoeksresultaten opgenomen (vraag, aanbod en confrontatie van vraag en aanbod aan levensloopbestendig wonen). Deel 2 gaat in op mogelijke opplusvarianten/aanvliegroutes en bevat de toolbox met beschrijving van onderdelen van oppluscampagnes maar ook best practices op het gebied van doorstroming, thuistechnologie en mantelzorgwoningen. De factsheets per wijk of kern (44) zijn opgenomen in een separaat bestand. De bijlagen bevatten verder: De methoden van dataverzameling en analyse Het gehanteerde begrippenkader Een overzicht van benaderde organisaties U i t l e g b e g r i p p e n In het onderzoek zijn een vijftal woonvormen onderscheiden, die in de teksten als term veelvuldig worden gebruikt. Het rapport leest prettiger als de termen bekend zijn bij de lezer. In bijlage 3 is een uitgebreide beschrijving van de begrippen opgenomen: Levensloopbestendig wonen Wonen met begeleiding Verzorgd wonen Intramuraal verblijf Potentieel geschikte woningen Geschikt voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van enige fysieke handicaps of chronische ziekten van bewoners. Individueel of groepswonen in de wijk met af en toe begeleiding (in gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg). Woningen, meestal voor ouderen, die gebouwd zijn in de directe omgeving of als onderdeel van een woonzorgcomplex. De bewoners wonen zelfstandig maar kunnen gebruikmaken van de gemeenschappelijke voorzieningen van het zorgcomplex. Verblijf in een instelling gefinancierd vanuit de Wet langdurige zorg of Wmo (beschermd wonen). Eengezins- en meergezinswoningen in de particuliere huursector en koopsector die een grote kans maken om potentieel geschikt te zijn voor ouderen en mensen met functiebeperkingen. 12

13 De corporaties die werkzaam zijn in de Kop hanteren niet dezelfde definitie van levensloopbestendig wonen. In het onderzoek is de volgende definitie gehanteerd en -voor de corporaties die dit niet zelf aanleverden- door Atrivé toegepast op de WWS-bestanden 4. Eengezinswoning: o badkamer en toilet zijn aanwezig op de slaapverdieping zodat het traplopen tot een o minimum kan worden beperkt met hierbij bovendien ruime afmetingen slaapkamer (minimaal 10,2 m2) en badkamer (minimaal 4 m2) zodat er voldoende ruimte is voor het gebruik van een rollator. o Meergezinswoning: o bereikbaar zonder trappen van buiten af en waarbij alle zogenaamde 'primaire ruimtes' (keuken, sanitair, woonkamer en minimaal één slaapkamer) zich op dezelfde woonlaag bevinden met hierbij bovendien ruime afmetingen slaapkamer (minimaal 10,2 m2) en badkamer (minimaal 4 m2) zodat er voldoende ruimte is voor het gebruik van een rollator. 4 Woontij hanteert een definitie voor nultredenwoningen waarbij geen eisen worden gesteld aan de oppervlakte van de grootste slaapkamer en badkamer, terwijl Wooncompagnie en Vrijwaard aangeven dat levensloopbestendig wonen strengere eisen stelt aan de woning. Verandering van definitie leidt uiteraard tot andere conclusies (respectievelijk een geringer tekort en een groter tekort aan levensloopbestendig wonen). 13

14 Deel 1 Onderzoeksresultaten 14

15 2 Behoefteontwikkeling 2. 1 I n l e i d i n g Dit hoofdstuk geeft inzicht in de behoefte aan woonvormen voor senioren en mensen met een beperking in de Kop van Noord-Holland, zowel kwantitatief (aantallen per doelgroep en type woonvorm) als kwalitatief (gewilde woonmilieus en woningtypen en behoefte aan thuistechnologie) K w a n t i t a t i e f I n w o n e r s e n w o n i n g e n De vier samenwerkende gemeenten in de Kop van Noord Holland vormen samen een regio met circa inwoners, verdeeld over woningen. Figuur 1: Grootste kernen in regio Kop van Noord-Holland Bron: CBS, bewerking Atrivé In aantal inwoners en woningen is Texel een stuk kleiner dan de drie gemeenten op het vasteland van de Kop. In de regio zijn corporatiewoningen. De helft van de voorraad corporatiewoningen is in Den Helder te vinden. In de regio zijn een aantal regionaal opererende woningcorporaties actief: 15

16 Wooncompagnie: gemeenten Hollands Kroon en Schagen en buiten de regio gelegen gemeenten 5 Woningstichting Den Helder: gemeente Den Helder en beperkt in de gemeente Schagen Woontij: gemeenten Texel en Den Helder Woningbouwvereniging Anna Paulowna: gemeente Hollands Kroon (Anna Paulowna, Breezand en Van Ewijcksluis) Woningbouwvereniging Beter Wonen: gemeente Hollands Kroon (op Wieringen, in de dorpskernen Hippolytushoef, Den Oever en Westerland). Daarnaast hebben de landelijk werkzame corporaties Mooiland, Vestia en Woonzorg Nederland bezit in de regiogemeenten. Mooiland in Hollands Kroon, Woonzorg Nederland in Schagen en Den Helder en Vestia in Hollands Kroon en Den Helder (zie tabel 1). Inmiddels heeft Patrizia (geen toegelaten instelling) de woningen van Vestia in Den Helder overgenomen, waarmee het aantal actieve corporaties in Den Helder ultimo 2015 op 4 uitkomt. Tabel 1. Aantal inwoners en woningen per gemeente en regio aantal inwoners aantal woningen corporatie woningen ( ) actieve corporaties ( ) 6 Den Helder Hollands Kroon Schagen Texel Kop N-H Bron: CBS (2015), WWS-gegevens woningcorporaties (2015), WOZ-administratie (2015), Regiotool BZK (2014) S e n i o r e n In onderstaande drie kaarten is per kern het aandeel 55-64, en 75+-jarigen (hoofdbewoner) van het totaal aantal huishoudens aangegeven. 5 6 Opmeer, Medemblik, Hoorn, Schermer, Beemster, Zeevang, Purmerend, Edam-Volendam, Landsmeer, Waterland en Oostzaan. Den Helder: L1399-Ws Den Helder Den Helder, L1560-Stichting Woontij Texel, L1646-St Woonzorg Nederland Amsterdam, L1817-St Mooiland Wageningen, L1924-Vestia Groep Rotterdam, Hollands Kroon: L0478-Wooncompagnie Hoorn, L0794-Wbv Anna Paulowna, L1454-Wbv 'Beter Wonen' Wieringen, L1817-St Mooiland Wageningen, L1924-Vestia Groep Rotterdam, Schagen: L0063-Van Alkmaer voor Wonen Alkmaar, L0478-Wooncompagnie Hoorn, L1399-Ws Den Helder Den Helder, L1646-St Woonzorg Nederland Amsterdam, L1924-Vestia Groep Rotterdam, Texel: L1560-Stichting Woontij Texel. 16

17 Figuur 2: Aandeel jarigen in % van totaal aantal huishoudens per kern Bron: BasisRegistratie Personen gemeenten Het aandeel huishoudens van 55 t/m 64 jaar is het grootst in de kernen op Texel. Ook in de kernen in het zuidwesten van gemeente Hollands Kroon (Nieuwe Niedorp/Winkel e.a.) is het aandeel van deze leeftijdsklasse relatief groot. Figuur 3: Aandeel jarigen in % van totaal aantal huishoudens per kern Bron: BasisRegistratie Personen gemeenten 17

18 Huishoudens van 65 t/m 74 jaar komen relatief weinig voor in de Wieringermeer en zijn relatief sterk vertegenwoordigd op Texel. Figuur 4: Aandeel 75-plussers in % van totaal aantal huishoudens per kern Bron: BasisRegistratie Personen gemeenten Het aandeel huishoudens van 75 jaar of ouder is het grootst in een aantal wijken van Den Helder P r o g n o s e p l u s s e r s In onderstaande figuren is de prognose van het aantal 75-plussers weergegeven. Vanaf 75 jaar en ouder is de kans groter dat men fysieke beperkingen heeft en meer moeite krijgt met dagelijkse handelingen zoals boodschappen doen, wassen en aankleden (bron: CBS 7 ). Voor de prognose is uitgegaan van Primos Deze prognose is vergeleken met de nieuwe provinciale prognose van Het aandeel 75-plussers in Kop van Noord-Holland is vergelijkbaar met het gemiddelde in provincie Noord-Holland en Nederland. In de komende 25 jaar gaat deze situatie echter veranderen. De Kop vergrijst sterker, met name de gemeenten Texel en Schagen. In totaal telt de Kop bijna huishoudens in 2040 volgens de Primosprognose. De provinciale prognose gaat uit van meer, namelijk ruim inwoners van 75 jaar en ouder. Ook de totale huishoudensgroei is in de provinciale prognose iets hoger dan in Primos Het aandeel 75+ in de Kop is in beide prognoses gelijk. Dit geldt ook voor de vier gemeenten afzonderlijk. De verschillen in de prognoses manifesteren zich met name in Den Helder en Schagen, waar zowel het totaal aantal huishoudens als het aantal 75+-huishoudens volgens de provinciale cijfers een fractie sneller toeneemt dan in Primos Gezondheidsenquête

19 Aandeel 75+ huishoudens Aantal 75+ huishoudens Figuur 5: Prognose ontwikkeling aantal 75+-huishoudens per gemeente en regio Texel Schagen Hollands Kroon Den Helder Jaar Bron: Primos 2014 Figuur 6: Prognose ontwikkeling aandeel 75+-huishoudens per gemeente en regio 35% 30% 25% 20% Den Helder Hollands Kroon Schagen Texel Kop N-H Provincie NH Nederland 15% 10% Jaar Bron: Primos

20 P r o g n o s e h u i s h o u d e n s m e t m o b i l i t e i t s b e p e r k i n g e n Het aantal huishoudens met mobiliteitsbeperkingen groeit met ruim 30%, van huishoudens in 2015 tot huishoudens in Het aandeel huishoudens met beperkingen groeit het sterkst in Hollands Kroon en in Schagen, met 37% in de periode Binnen de categorie met beperkingen neemt de groep die minimaal rollatorafhankelijk is (klasse B of C) relatief het snelst toe. In 2030 betreft dit huishoudens (6.200 huishoudens in 2015), ofwel bijna de helft (46%) van het totaal aantal huishoudens met beperkingen (in 2015 nog 42%). Tabel 2: Prognose aantal huishoudens met mobiliteitsbeperkingen per gemeente Totaal A t/m C Indexcijfers ontwikkeling totaal A t/m C Den Helder % 108% 116% 121% Hollands Kroon % 112% 127% 137% Schagen % 114% 129% 137% Texel % 113% 127% 135% Kop van Noord-Holland % 111% 124% 131% Bron: Geriscoop, Primos2014 * Mobiliteitsklasse A: huishoudens die afhankelijk zijn van een wandelstok * Mobiliteitsklasse B: huishoudens die afhankelijk zijn van een rollator * Mobiliteitsklasse C: huishoudens die afhankelijk zijn van een rolstoel C o n c l u s i e k w a n t i t a t i e v e b e h o e f t e De vergrijzing in de Kop van Noord-Holland zet de komende jaren flink door. Het aandeel huishoudens met een hoofdbewoner van 75 jaar of ouder in de Kop komt in 2015 nog overeen met het landelijke gemiddelde (12%). In 2030 is dit echter relatief snel gestegen tot 22%, ten opzichte van een stijging tot 18% in Nederland. Dit hangt samen met de trend dat jongeren naar de steden trekken, waardoor steden juist verjongen. De provincie Noord- Holland als geheel blijft dan ook relatief jong, met slechts 16% huishoudens van 75 jaar en ouder in Er is een aanzienlijk contrast tussen de metropoolregio Amsterdam en omgeving en het noordelijke deel van de provincie. In totaal telt de Kop van Noord-Holland in huishoudens van 75 jaar en ouder. Op Texel zet de vergrijzing het sterkst door, met een aandeel 75+-huishoudens van 26% in Het relatief grote hedendaagse aandeel huishoudens 55 tot 65 jarigen op Texel draagt vanaf 2025 bij aan de groei van de 75+-huishoudens op het eiland. Ook in de gemeente Schagen zet de vergrijzing relatief sterk door (24% 75+ in 2030). De sterke groei van het aandeel 75+-huishoudens werkt ook door in het aantal huishoudens met mobiliteitsbeperkingen. Het totaal groeit met ruim 30% tot huishoudens in Binnen de categorie met beperkingen neemt de groep die minimaal rollatorafhankelijk is (klasse B of C) relatief het snelst toe. 20

21 2. 3 K w a l i t a t i e v e a s p e c t e n : w o o n m i l i e u s, w o n i n g t y p e n e n t h u i s t e c h n o l o g i e W o o n m i l i e u s Figuur 7: Woonmilieus Kop van Noord-Holland per gemeente Bron: ABF woonmilieutypologie, bewerking Atrivé Een gangbare woonmilieu-indeling is de woonmilieutypologie van ABF Research. In deze indeling vallen Den Helder en Julianadorp in de (groen) stedelijke woonmilieutypen. Verder zijn de grotere dorpen gekarakteriseerd als centrumdorps en vallen de kleinere kernen in de categorie landelijk wonen (figuur 7). Deze woonmilieu-indeling is vrij globaal. Hieruit is niet af te leiden welke voorzieningen in welke kern nu daadwerkelijk aanwezig zijn. Op basis van de factsheets voor de kernen zijn daarom enkele onderscheidende functionaliteiten in kaart gebracht, die voor senioren en andere mensen met mobiliteitsbeperkingen, dan wel een zorgvraag (kwetsbare doelgroepen), van belang zijn. Hiermee is een nadere differentiatie aangebracht binnen de typologie centrum dorps. Kernen waar minimaal een supermarkt, een huisarts en intramuraal vastgoed aanwezig zijn, kunnen ook worden beschouwd als woonkernen waar kwetsbare doelgroepen kunnen wonen. Deze worden hierna aangeduid als centrumkernen. Zie figuur 8. 21

22 Figuur 8: Verzorgingsniveau kernen Kop van Noord-Holland per gemeente Bron: Inventarisatie Atrivé G e w i l d h e i d w o o n c o m p l e x e n e n w o o n m i l i e u s ( b e- w o n e r s o n d e r z o e k ) Op basis van woningbehoefteonderzoek (WoON 2012) is geanalyseerd wat de woonvoorkeuren zijn van huishoudens naar leeftijd en van huishoudens naar mate van beperkingen. Daarbij is van verhuisgeneigde senioren gekeken welke woning/welk woonmilieu zij wensen en welke zij dan zouden verlaten bij verhuizing. Bedacht moet worden dat dit een relatief kleine groep is, en dat, met name in de groep huishoudens jaar, de gerapporteerde verhuisgeneigdheid veel groter is dan de daadwerkelijke verhuismobiliteit. Ook hebben de tabellen betrekking op de COROP-regio Kop van Noord-Holland, welke aanmerkelijk groter is dan de vier gemeenten in dit onderzoek. Rekening houdende met deze kanttekeningen zijn er wel enkele trends te zien. Tabel 3: Gewildheid nultredenwoningen (vraag minus potentieel vrijkomend aanbod) in de COROP-regio Kop van Noord-Holland naar leeftijd 8 Bron: WoON2012, bewerking Atrivé 8 De categorie nultredenwoning in WoON is vergelijkbaar met het begrip levensloopbestendige woning in dit onderzoek. 22

23 Tabel 3 laat zien wat de gewildheid is van nultredenwoningen per leeftijdsklasse. Zo zijn er bijvoorbeeld in de leeftijdsklasse 55 tot 65 jaar verhuisgeneigde huishoudens meer die van plan zijn naar een nultredenwoning te verhuizen, ten opzichte van de huishoudens in deze leeftijdscategorie die van plan zijn uit een nultredenwoning te vertrekken. Huishoudens van 75 jaar of ouder kiezen hier per saldo ook voor, maar de verhuisgeneigden onder hen zijn minder talrijk. Huishoudens jonger dan 55 jaar geven per saldo de voorkeur aan een niet-nultredenwoning, omdat ze voorkeur geven aan het wonen in een eengezinswoning. Tabel 4: Gewildheid nultredenwoningen (vraag minus potentieel vrijkomend aanbod) in de COROP-regio Kop van Noord-Holland naar mate van beperkingen Bron: WoON2012, bewerking Atrivé Indien we rekening houden met beperkingen dan overweegt met name de groep met matige of ernstige beperkingen per saldo een vertrek uit de ongeschikte niet-nultredenwoning (tabel 4). De groep zonder beperkingen oefent een vraag uit voor beide categorieën; starters vragen namelijk ook nultredenwoningen (appartementen). Tabel 5: Vraagoverschotten woonmilieus (vraag minus potentieel vrijkomend aanbod) in de COROP-regio Kop van Noord-Holland naar leeftijd Bron: WoON2012, bewerking Atrivé Tabel 5 laat per leeftijdsklasse de gewildheid van verschillende woonmilieus zien. Er zijn in de leeftijdsklasse tot 55 jaar verhuisgeneigde huishoudens meer die van plan zijn naar een centrum-dorps woonmilieu te verhuizen, ten opzichte van de huishoudens in deze leeftijdscategorie die van plan zijn uit dit woonmilieu te vertrekken. Ook het landelijke woonmilieu is relatief gewild onder de verhuisgeneigde huishoudens tot 55 jaar. Vanaf 55 jaar hebben huishoudens juist een voorkeur voor een meer stedelijk woonmilieu. Bij de 55+-huishoudens is er weinig interesse in centrum-dorps wonen, terwijl deze kernen doorgaans over voldoende voorzieningen voor ouderen beschikken. Hierbij moet bedacht worden dat de categorie centrum dorps een brede categorie is, waartoe bijvoorbeeld het meer verstedelijkte streekcentrum Schagen behoort, maar ook kleinere kernen zoals Callantsoog en Hippolytushoef. 23

24 Het is daarom goed denkbaar dat respondenten in de Kop van Noord-Holland Schagen meer met een stedelijk woonmilieu associëren. In de praktijk ervaart gemeente Schagen namelijk dat de kern Schagen voor 55+ een aantrekkelijke woonbestemming is. Tabel 6: Vraagoverschotten woonmilieus (vraag minus potentieel vrijkomend aanbod) in de COROP-regio Kop van Noord-Holland naar beperkingen Bron: WoON2012, bewerking Atrivé Het effect van beperkingen die huishoudens ervaren op de voorkeur naar woonmilieu is enigszins vergelijkbaar met het leeftijdseffect. Huishoudens zonder beperkingen hebben per saldo een voorkeur voor landelijk wonen (inclusief starters waarvan een deel in het eigen dorp een woning zoekt), terwijl huishoudens waarvan één of meer leden met ernstige beperkingen te maken hebben, de voorkeur geven aan een stedelijke omgeving (tabel 6). Opvallend is verder de grote populariteit van het centrum-dorps wonen voor huishoudens met lichte of matige beperkingen, alsmede de geringe populariteit van het landelijk wonen binnen deze groep. Wanneer we de uitkomsten van tabel 5 en 6 samen nemen ontstaat het volgende beeld: senioren in kleinere dorpen met een landelijk woonmilieu kiezen ervoor om in hun huidige dorp te blijven wonen, maar bij mobiliteitsbeperkingen geven zij de voorkeur aan grotere kernen met een centrumdorps woonmilieu G e w i l d h e i d w o o n c o m p l e x e n e n w o o n m i l i e u s ( v i s i e o r g a n i s a t i e s ) De corporaties signaleren de afgelopen vier jaar met name een toename van de vraag naar huisvesting onder mensen met een fysieke beperking (waaronder senioren), mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychische stoornis. Dit beeld wordt door de zorgorganisaties grotendeels herkend. De toename van de vraag van deze drie groepen komt volgens de corporaties met name door de extramuralisering: als gevolg van veranderende regelgeving ontstaat behoefte aan extramuraal kleinschalig wonen in de wijk. Zorgaanbieders vragen mogelijkheden tot huisvesting van deze drie doelgroepen. Dit zorgt volgens corporaties soms voor lokale concentraties van deze groepen, wat voor overlast kan zorgen. Gemeenten zien vooral een toename van de vraag naar huisvesting van mensen met dementie. Corporaties en gemeenten zien dat er een toenemende behoefte is naar betaalbare gelijkvloerse woningen; ouderen willen graag langer zelfstandig wonen, maar wel met woonlasten die betaalbaar zijn. Veel ouderen hebben een koopwoning, zouden deze volgens deze organisaties graag verkopen en betaalbaar gelijkvloers sociaal huren of kopen. In de directe nabij- 24

25 heid wenst men goede zorgvoorzieningen, goede infrastructuur, winkels, ontmoetingsplaatsen en maaltijdvoorzieningen. Een zorgpakket aan huis, mogelijkheid tot hulp in de tuin en bij huishoudelijk werk zijn tevens behoeften die leven. Woonmilieus De corporaties zien allen de meeste vraag naar wonen in een centrum-dorps woonmilieu 9. Huurders wonen graag/zijn op zoek naar woonplaatsen met relatief veel voorzieningen. Passend aanbod vereist inspanning van meerdere partijen. De volgende voorwaarden zijn belangrijk om goed in de vraag te voorzien: Gelijkvloers woningaanbod, ruime badkamer, drempelloos, nabij de winkels. Aanbieden van diensten door zorgaanbieders die wooncomfort bieden: zorg op maat ter plaatse, maaltijdvoorzieningen, activiteitenbegeleiding, fitness, ontmoetingsruimten. Gemeentelijke inspanning om het voorzieningenniveau in kernen op peil te houden: zorgen voor winkels, bibliotheek, ontmoetingsruimten, goede en veilige wegen/voetpaden et cetera. De zorgorganisaties zien een mix van vraag naar wonen in een groen-(klein)stedelijk woonmilieu, in een centrum-dorps woonmilieu en in een landelijk woonmilieu. Ook zij herkennen dat ouderen graag langer thuis en zelfstandig willen wonen. Volgens hen willen ouderen graag geclusterd wonen, in een eigen gelijkvloerse woning met keuken en sanitair die zij zelf in kunnen richten: bij voorkeur in de nabijheid van voorzieningen, met daarbij de mogelijkheid om diensten zoals revalidatie, behandeling, boodschappenservice, klussendienst, maaltijdservice en 24 uurszorg in te kunnen kopen. Een woning kan dan prima deel uitmaken van een cluster dat ook intramurale woningen bevat, wat tegemoet komt aan de wens van ouderen om in een veilige omgeving andere senioren te kunnen ontmoeten B e h o e f t e t h u i s t e c h n o l o g i e 10 Thuistechnologie (domotica) maakt het mogelijk om langer zelfstandig thuis te blijven wonen. Senioren hebben vooral behoefte aan technologie op het gebied van veiligheid en comfort 11. De behoefte neemt toe als men een lichamelijke beperking (zelf of hun partner) krijgt. Senioren met een zorgvraag en/of verminderde mobiliteit maken in toenemende mate gebruik van techniek die via thuiszorgaanbieders en thuiszorgwinkels wordt aangeboden: personenalarmering en zorg op afstand (beeldbellen/beeldzorg, medicatiebegeleiding op afstand, thuismeten van bloeddruk en hartslag, sleutelsysteem, lifestylemonitoring). Daarbij wordt steeds vaker een tablet ingezet. Door het toenemende gebruik van tablets en de gemakkelijkere aanschaf via internet, doe-het-zelfzaken, winkels voor huishoudelijke artikelen en installatiebedrijven neemt het gebruik van thuistechnologie toe. Over het algemeen gaat het daarbij vooral om stand alone-systemen of apparaten. Bij nieuwbouw (in de koopsector) of grote verbouwing van een woning wordt integratie van verschillende technische systemen in een woning (bijvoorbeeld verlichting, verwarming, beveiliging et cetera) tot één integraal domoticasysteem vaker een optie. Nieuwe ontwikkelin Het is aannemelijk dat de corporaties hiermee doelen op de kernen met een redelijk compleet verzorgingsniveau (zie figuur 8): supermarkt, huisarts en intramurale zorg aanwezig. Bronnen: Verkennend onderzoek bekendheid en behoefte thuistechnologie in Zwolle en Kampen, april 2012, Atrivé in opdracht van Netwerkstad Zwolle Kampen. Mature market monitor, Motivaction, juli Ervaringen Atrivé in diverse bewustwordingscampagnes langer thuis wonen in opdracht van gemeenten en regio s + trainingen Thuistechnologie onder andere in opdracht van kenniscentrum wonen en zorg Aedes Actiz. Voorbeelden: deurcommunicatie (videofoon/digitaal spiekoog), automatische verlichting, inbraak- en brandalarm, rook/koolmonoxidemelders, elektronisch slot. 25

26 gen zoals een zorgrobot of robotmaatje is echter nog een brug te ver. Men prefereert het menselijke, face to face-contact boven het digitale contact. Toch is een groot deel van de senioren nog onbekend met thuistechnologie, denkt dat thuistechnologie te duur of te technisch is, of geeft aan er nog niet aan toe te zijn. In de toolbox zijn voorbeelden opgenomen op welke manieren het gebruik van thuistechnologie gestimuleerd kan worden C o n c l u s i e k w a l i t a t i e v e b e h o e f t e Er is een groeiende behoefte aan levensloopbestendige woningen (op basis van demografische ontwikkelingen, woningbehoefteonderzoek en visie organisaties) en ook aan verzorgd wonen (visie organisaties). Qua woonmilieu zien we dat senioren van 75 jaar en ouder, alsmede de groep mensen met ernstige beperkingen, zich oriënteren op een stedelijke omgeving met een behoorlijk voorzieningenniveau. De jongere ouderen (55-75 jaar) hebben volgens bewonersonderzoek ook een lichte voorkeur voor stedelijke woonmilieus, terwijl huishoudens met lichte en matige beperkingen per saldo juist wel een voorkeur hebben voor centrum dorps wonen. De woonvoorkeur van de huishoudens met beperkingen is het meest relevant voor het levensloopbestendig wonen. Het onderzoeksresultaat van huishoudens met beperkingen ligt in lijn met het beeld dat betrokken organisaties van de woonvoorkeur van ouderen hebben. Zij zien juist wel een behoefte van ouderen aan wonen in centrumkernen met voldoende voorzieningen. Wel laat onderzoek zien dat het niet vanzelfsprekend is dat ouderen een voorkeur voor centrumkernen hebben. Vitale ouderen wonen graag in kleinere kernen met een landelijk woonmilieu. De vertrouwdheid van jongere senioren met internettoepassingen biedt goede mogelijkheden voor de inzet van thuistechnologie en zorg op afstand bij mensen thuis. Het is nog moeilijk te voorspellen of een toenemende toepassing van thuistechnologie zal leiden tot een andere voorkeur in woonmilieus (centrumkernen, stedelijk gebied), vanwege de (nog) beperkte inzet. De toepassing van thuistechnologie zal in toenemende mate ondersteunend zijn voor het langer zelfstandig thuis wonen. 26

27 3 Aanbod 3. 1 I n l e i d i n g Om het aanbod goed inzichtelijk te krijgen zijn woningcorporaties en zorgaanbieders benaderd om gegevens over hun bezit (woningen, zorgvastgoed) aan te leveren. Deze gegevens zijn door Atrivé aangevuld middels een inventarisatie van de overige woningvoorraad (koopwoningen en particuliere huur). Hierbij is ook geïnventariseerd welke veranderingen in het aanbod aan zelfstandige woningen de komende jaren te verwachten zijn. In de bijlagen staan de ingezette methoden beschreven, evenals de gehanteerde begrippen W o o n v o r m e n Wij onderscheiden de volgende woonvormen voor ouderen en mensen met een beperking (beknopte beschrijving; zie bijlage voor uitgebreidere beschrijving): Levensloopbestendig wonen Wonen met begeleiding Verzorgd wonen Intramuraal verblijf Potentieel geschikte woningen Geschikt voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van enige fysieke handicaps of chronische ziekten van bewoners. Individueel of groepswonen in de wijk met af en toe begeleiding (in gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg). Woningen, meestal voor ouderen, die gebouwd zijn in de directe omgeving of als onderdeel van een woonzorgcomplex. De bewoners wonen zelfstandig maar kunnen gebruikmaken van de gemeenschappelijke voorzieningen van het zorgcomplex. Verblijf in een instelling gefinancierd vanuit de Wet langdurige zorg of Wmo (beschermd wonen). Eengezins- en meergezinswoningen in de particuliere huursector en koopsector die een grote kans maken om potentieel geschikt te zijn voor ouderen en mensen met functiebeperkingen H u i d i g e e n v e r w a c h t e a a n b o d w o n i n g e n Tabel 7: Totale intra- en extramurale aanbod per gemeente en regio in 2015 Bron: Inventarisatie Atrivé, Doorzonscan en Schouw Een aanzienlijk deel van de woningvoorraad is geschikt, dan wel potentieel geschikt voor huishoudens met beperkingen. Het betreft in het totaal woningen, waarvan het grootste gedeelte potentieel geschikte eengezinswoningen betreft (koop EGW + particuliere huur EGW), in totaal ongeveer woningen. Daarnaast bevat de woningvoorraad in de 27

28 Kop ruim levensloopbestendige corporatiewoningen. Deze woningen zijn minimaal geschikt voor huishoudens met lichte beperkingen. Voor huishoudens met matige tot ernstige beperkingen kunnen nog wel aanpassingen nodig zijn. Het aandeel van de woningen in de categorie verzorgd wonen is relatief klein, met 900 woningen. Daarnaast is er een voorraad aan intramurale capaciteit van plaatsen. Tabel 8: Totale intra- en extramurale aanbod (inclusief plannen) per gemeente en regio in 2020 Bron: Inventarisatie Atrivé, Doorzonscan en Schouw De plannen van woningcorporaties en zorgorganisaties (waarvan de aantallen bekend zijn) resulteren in een afname van intramurale capaciteit met 150 plaatsen, tot plaatsen, en een toename van woonzorgwoningen (verzorgd wonen) met ruim 300 stuks, tot ruim woningen verzorgd wonen. Het aantal levensloopbestendige woningen in de sociale huur neemt in de periode t/m 2020 toe met circa 450 woningen 12. Dat is het minimale aantal, onder meer omdat er -nog niet kwantificeerbare- plannen zijn van Woningstichting Den Helder om bestaande woningen te verbeteren A a n b o d w o o n z o r g v o r m e n e n o n t w i k k e l i n g Tabel 9: Huidig aanbod, plannen en gevolgen plannen woonzorgvormen per gemeente Bron: Inventarisatie Atrivé, Doorzonscan en Schouw, bewerking Atrivé De kwantitatieve ontwikkeling in tabel 9 is een uitkomst van plannen van woningcorporaties en zorginstellingen, voor zover deze gekwantificeerd konden worden. De meest voorkomende vastgoedstrategische plannen van zorgaanbieders zijn slopen en (vervangende) nieuwbouw en sturen op het vergroten van de vastgoedportefeuille. Bij doorexploiteren is vaak transformatie naar zwaardere zorg (van verzorging naar verpleging) aan 12 Bij plannen zijn de opgegeven nieuwbouw woningen van de corporaties opgenomen die bij aanvang niet levensloopbestendig zijn. Naar verwachting zijn die wel potentieel geschikt (19 in Schagen en 76 in Hollands Kroon). 28

29 Volgnummer Gemeente Kern aanbod intramuraal 2015 aanbod intramuraal plannen ontwikkeling intramuraal verblijf aanbod verzorgd wonen 2015 aanbod verzorgd wonen plannen ontwikkeling verzorgd wonen de orde. In veel gevallen wordt hierbij herlocalisatie overwogen. Hierbij is spreiding of deconcentratie een mogelijkheid (dichter bij de burger) O n t w i k k e l i n g e n p e r k e r n : i n t r a m u r a l e p l a a t s e n e n v e r z o r g d w o n e n Tabel 10: Ontwikkelingen per kern 11 Den Helder Stad binnen de Linie-Oost Den Helder Stad binnen de Linie-West Den Helder Nieuw Den Helder-West Den Helder Nieuw Den Helder-Oost Den Helder De Schooten Den Helder Het Koegras/Duinzoom Den Helder Julianadorp Hollands Kroon Anna-Paulowna Hollands Kroon Breezand Hollands Kroon Wieringerwaard Hollands Kroon Buitengebied Anna-Paulown Hollands Kroon Wieringerwerf * 0 26 Hollands Kroon Middenmeer Hollands Kroon Slootdorp Hollands Kroon Kreileroord Hollands Kroon Buitengebied Wieringermee Hollands Kroon Hippolytushoef * Hollands Kroon Den Oever * Hollands Kroon Buitengebied Wieringen Hollands Kroon Winkel/Nieuwe-Niedorp Hollands Kroon Lutjewinkel Hollands Kroon 't Veld Hollands Kroon Barsingerhorn Hollands Kroon Kolhorn Hollands Kroon Buitengebied Niedorp Schagen Waarland Schagen Schagen Schagen St Maarten Schagen St Maartensbrug/St Maarten Schagen Dirkshorn Schagen Tuitjenhorn Schagen Warmenhuizen Schagen Schagerbrug Schagen Burgerbrug/Burgervlotbrug Schagen Petten Schagen 't Zand Schagen Oudesluis Schagen Callantsoog Texel Den Burg/De Waal * 0 42 Texel Oudeschild Texel Oosterend Texel De Cocksdorp Texel De Koog Texel Den Hoorn Totaal Bron: Opgave corporaties, zorgorganisaties 29

30 Per kern zijn de ontwikkelingen voor de intramurale capaciteit en voor verzorgd wonen inzichtelijk gemaakt, voor zover de aantallen bekend zijn. Overige plannen (die wel in de enquête of de interviews zijn genoemd maar zonder aantal) zijn met een * aangeduid. In de tabel is de logische beweging zichtbaar als gevolg van het scheiden van wonen en zorg: een omzetting van intramurale plaatsen naar verzorgd wonen, dan wel sloop intramurale capaciteit en nieuwbouw van verzorgd wonen. In Den Helder is verreweg de meeste intramurale capaciteit beschikbaar, met de grootste concentratie in Julianadorp ( s Heerenloo). Daarnaast heeft Schagen relatief veel intramurale capaciteit. De overige intramurale plaatsen zijn vrijwel altijd gesitueerd in centrumdorpse woonmilieus die kunnen worden gekarakteriseerd als centrumkernen met voldoende voorzieningen. Uitzonderingen zijn de intramurale capaciteit in Den Hoorn en De Koog in de gemeente Texel, alsmede in Wieringerwaard in de gemeente Hollands Kroon (geen huisarts), en in t Zand in de gemeente Schagen (landelijk woonmilieu). De meeste dynamiek is zichtbaar in Den Helder, met zowel transformatie (bijvoorbeeld in de wijk De Schooten) als nieuwbouw van verzorgd wonen in de stad binnen de Linie. In Hollands Kroon verdwijnt de intramurale capaciteit in Den Oever. In Anna Paulowna en Warmenhuizen is daarentegen sprake van uitbreiding van intramurale capaciteit. Deze bestaat uit kleinschalig verblijf voor de groeiende groep mensen met dementie: een voorbeeld van deconcentratie van intramurale capaciteit. Op Texel is in Den Burg op termijn (na 2020) sprake van een aanzienlijke transformatie van intramurale capaciteit naar verzorgd wonen (aantal onbekend) en vernieuwing van het intramurale verblijf (modern huisvestingsconcept voor mensen met dementie). Ook krijgt de gemeente verzoeken voor nieuwe initiatieven die graag in een groene omgeving een kleinschalige woonvorm willen realiseren G e v o l g e n e x t r a m u r a l i s e r i n g Woningbouwvereniging Anna Paulowna, Woningstichting Den Helder en Woontij 13 hebben aangegeven zorgvastgoed in eigendom te hebben. Aan hen is de vraag gesteld welke gevolgen zij verwachten van de extramuralisering in de komende vijf jaar op het zorgvastgoed. Woningbouwvereniging Anna Paulowna ziet als mogelijke negatieve effecten: huuropzeggingen, scherpere contractonderhandelingen en moeizame verhuur (leegstand). Ze verwachten dat deze dilemma s gaan leiden tot nauwere banden met de hurende zorgorganisaties. Woningstichting Den Helder verwacht ook te maken te gaan krijgen met huuropzeggingen dan wel scherpere contractonderhandelingen met zorgaanbieders. Daarnaast ziet de woningstichting het als kans om beter met de zorgorganisaties samen te werken en de buurtopbouw te versterken. Woontij ziet als gevolg van het overheidsbeleid in de komende vijf jaar kansen om goedkopere woningen beter te verhuren. Een te beperkt aanbod voor de doelgroepen die voorheen intramuraal verbleven is volgens Woontij een risico dat het huidige overheidsbeleid met zich meebrengt C o n c l u s i e s a a n b o d Woningcorporaties gaan het aantal levensloopbestendige woningen met minimaal circa 450 woningen uitbreiden. 13 Woningbouwvereniging Beter Wonen heeft geen zorgvastgoed en Wooncompagnie heeft geen kwalitatieve input op de gevolgen van de extramuralisering gegeven. 30

31 Verschillende organisaties zien toenemende risico s in de exploitatie van intramuraal zorgvastgoed. Plannen voor sloop, dan wel transformatie (naar zelfstandige woningen) resulteren vooralsnog in een afname van de capaciteit met ongeveer 150 plaatsen. Aangezien een aantal zorgorganisaties wel plannen heeft, maar dit nog niet heeft gekwantificeerd, zal de daadwerkelijke vermindering van intramurale capaciteit groter zijn. Een deel van de intramurale capaciteit zal worden getransformeerd tot verzorgd wonen. Ook is er sprake van nieuwbouwplannen voor deze woonzorg woningen, waarbij zowel zorgorganisaties als woningcorporaties betrokken zijn. Op basis van de plannen waarvan de aantallen bekend zijn, neemt het aanbod verzorgd wonen toe van 900 woningen tot ruim woningen. 31

32 4 Confrontatie behoefte en aanbod In dit hoofdstuk geven wij drie scenario s om de verhouding tussen vraag en aanbod aan te geven: 1) Globale behoefte: totale behoefte van mensen met een beperking (licht, matig, zwaar) versus het totale (potentiële) aanbod 2) Urgente behoefte: hierbij vergelijken wij de behoefte van mensen met een matige en zware beperking versus het voor hen geschikt (te maken) aanbod 3) Actuele behoefte: deze variant houdt rekening met het feit dat een deel van de huishoudens met een beperking niet in een passende woning woont en andersom, dat niet elke passende woning door de doelgroep wordt bewoond V e r g e l i j k i n g b e h o e f t e e n v o o r r a a d, s t a n d e n o n t w i k- k e l i n g S c e n a r i o 1 : G l o b a l e b e h o e f t e Als eerste wordt een globaal inzicht gegeven in de verhouding tussen vraag en aanbod, door de behoefte, uitgedrukt in huishoudens met beperkingen, te vergelijken met het totale toekomstige aanbod aan levensloopbestendige woningen, verzorgd wonen en potentieel geschikte woningen (zie het extramurale aanbod in tabel 7, paragraaf 3.3). De globale vergelijking van behoefte en aanbod bestaat uit de volgende bouwstenen (zie bijlage voor definities): Behoefte 2015 Huishoudens met beperkingen 2015: Klasse A (licht) Klasse B (matig) Klasse C (ernstig) 2020, 2025, 2030 Huishoudens met beperkingen 2020, 2025, 2030: Klasse A (licht) Klasse B (matig) Klasse C (ernstig) Aanbod Verzorgd wonen Levensloopbestendige woningen Potentieel geschikte meergezinswoningen Potentieel geschikte eengezinswoningen Verzorgd wonen + plannen Levensloopbestendige woningen + plannen Potentieel geschikte meergezinswoningen Potentieel geschikte eengezinswoningen Figuur 9 en tabel 11 geven inzicht in de vergelijking. 32

33 Figuur 9: Match vraag en aanbod variant 1 (globaal): tekorten en overschotten Bron: Inventarisatie Atrivé, Doorzonscan, Schouw en Geriscoop Tabel 11: Match vraag en aanbod variant 1 (globaal): tekorten en overschotten, absoluut en relatief (in % van totale woningvoorraad) Bron: Inventarisatie Atrivé, Doorzonscan, Schouw en Geriscoop In 2015 zijn er in de Kop, alsmede in elke afzonderlijke gemeente, voldoende passende woningen beschikbaar om in de woningbehoefte van huishoudens met fysieke beperkingen te voorzien. Met de toename van de vraag neemt in elke gemeente de marge aan passende woningen af. Op Texel is vanaf 2025 sprake van een toenemend tekort aan passende woningen S c e n a r i o 2 : U r g e n t e b e h o e f t e In scenario 2 is de groep huishoudens uitgelicht met matige tot ernstige beperkingen (minimaal rollatorafhankelijk, klasse B en C); zie tabel hieronder. Deze behoefte is vergeleken met de beschikbare voorraad die in hun behoefte kan voorzien. Hierin is de voorraad potentieel geschikte eengezinswoningen buiten beschouwing gelaten. Deze zijn wel geschikt te maken voor huishoudens met lichte mobiliteitsbeperkingen, maar de kans dat deze (tegen beperkte kosten) ook voor huishoudens met matige of ernstige beperkingen geschikt te maken zijn is lastig in te schatten, met name omdat de oppervlaktematen van sanitair en slaapkamer, alsmede de mogelijkheden om een traplift te installeren, niet bekend zijn. De hierop gebaseerde vergelijking geeft inzicht in de urgente behoefte, versus het daarbij passende aanbod en bestaat uit de volgende bouwstenen: 33

34 Behoefte 2015 Huishoudens met beperkingen 2015: Klasse B (matig) Klasse C (ernstig) 2020, 2025, 2030 Huishoudens met beperkingen 2020, 2025, 2030: Klasse B (matig) Klasse C (ernstig) Aanbod Verzorgd wonen Levensloopbestendige woningen Potentieel geschikte meergezinswoningen Verzorgd wonen + plannen Levensloopbestendige woningen + plannen Potentieel geschikte meergezinswoningen Tabel 12: Confrontatie urgente behoefte (rollator + rolstoel) versus aanbod (variant 2) Bron: Inventarisatie Atrivé, Doorzonscan, Schouw en Geriscoop Uitgaande van de urgente behoefte is er in 2015 voor de Kop als geheel voldoende passend aanbod, maar is er in Hollands Kroon en Texel al sprake van een tekort (tabel 12). In de toekomst neemt in beide gemeenten de behoefte gestaag toe. In Hollands Kroon neemt het aanbod nauwelijks toe. Op Texel wel met 255 woningen, waardoor het tekort in 2020 beperkt is, maar in de jaren daarna verder toeneemt. In 2030 is er sprake van een tekort van enkele honderden passende woningen in de Kop. Het grootste tekort in absolute zin manifesteert zich in Hollands Kroon, maar ook op Texel is sprake van een gestaag oplopend tekort. In Den Helder, en in mindere mate ook in Schagen, blijft in 2030 sprake van voldoende passend aanbod aan levensloopbestendige woningen S c e n a r i o 3 : A c t u e l e m a t c h v r a a g e n a a n b o d Bij de vergelijking van vraag en aanbod moeten we ons realiseren dat niet ieder huishouden dat tot de doelgroep behoort in een passende woning woont en, andersom, dat niet elke passende woning door de doelgroep wordt bewoond. Zo worden veel (nultreden-)galerijflats door jongere huishoudens bewoond. Hetzelfde geldt voor ruime eengezinswoningen die recent gebouwd zijn (potentieel geschikte woningen). We kunnen deze match niet exact maken, omdat de locatie van huishoudens met beperkingen niet bekend is. De locatie van 65+-huishoudens is echter wel bekend. Daarom is voor deze groep geanalyseerd in hoeverre zij passend wonen (verzorgd, levensloopbestendig, potentieel geschikt). 34

35 aantal adressen met 65- plussers aantal geschikte en potentieel geschikte woonvormen aantal geschikte woonvormen aantal potentieel geschikte woonvormen aantal 65-plussers in geschikte en potentieel geschikte woonvormen aantal 65-plussers in geschikte woonvormen aantal 65-plussers in potentieel geschikte woonvormen % 65-plussers in geschikte en potentieel geschikte woonvormen % 65-plussers in geschikte woonvormen % 65-plussers in potentieel geschikte woonvormen Tabel 13: Aantal en aandeel 65+-huishoudens in geschikte en potentieel geschikte woonvormen per gemeente in 2015 Den Helder % 12% 26% Hollands Kroon % 9% 18% Schagen % 12% 26% Texel % 6% 21% Kop van Noord-Holland % 11% 24% Bron: Inventarisatie Atrivé, Doorzonscan, Schouw en BasisregistratiePersonen gemeenten Uit de vergelijking (tabel 13) blijkt dat in de Kop 11% van de 65+-huishoudens in een levensloopbestendige woning, dan wel een verzorgde woonvorm, woont. Daarnaast woont 24% in een potentieel geschikte woning. Hierin zijn aanpassingen nodig indien huishoudens met beperkingen te maken krijgen. De grootste groep van de 65+-huishoudens (66%) woont in woningen die ongeschikt zijn, en bovendien niet aanpasbaar. Minimaal de helft van deze huishoudens heeft te maken met mobiliteitsbeperkingen 14. Om hieraan tegemoet te komen is het verhuizen naar een geschikte woning de enige mogelijkheid. Aangezien huishoudens in (potentieel) geschikte woningen wonen en minimaal huishoudens met mobiliteitsbeperkingen kampen, bedraagt de actuele verhuisopgave à huishoudens. Op basis van de woonvoorkeur komt de verhuisopgave voor 65+ lager uit dan op basis van objectieve kenmerken. Hierin speelt de lage verhuisgeneigdheid van ouderen een rol. Per saldo hebben huishoudens een voorkeur voor een nultredenwoning (tabel 3). Van de huishoudens met beperkingen hebben er ongeveer per saldo behoefte aan een nultredenwoning. Tot deze groep behoren huishoudens met matige of ernstige beperkingen. Op basis van daadwerkelijk waargenomen verhuismobiliteit zal de daadwerkelijke marktvraag substantieel lager uitkomen. Veel huishoudens zullen zich proberen te behelpen in hun ongeschikte woning. Deze mismatch is het grootst in Hollands Kroon en Texel, waar bijna driekwart van de 65+huishoudens in een woning woont die ongeschikt is voor huishoudens met beperkingen. 14 Er zijn bijna huishoudens in de Kop en ongeveer huishoudens met een mobiliteitsbeperking. Hoewel hier ook jongere huishoudens in zijn meegerekend gaat het hierbij voornamelijk om ouderen. Dat minimaal de helft van de 65+-huishoudens (11.500) met een mobiliteitsbeperking kampt, is dus een voorzichtige raming. 35

36 Code Kern aantal adressen met 65-plussers aantal geschikte en potentieel geschikte woonvormen aantal geschikte woonvormen aantal potentieel geschikte woonvormen aantal 65-plussers in geschikte en potentieel geschikte woonvormen aantal 65-plussers in geschikte woonvormen aantal 65-plussers in potentieel geschikte woonvormen % 65-plussers in geschikte en potentieel geschikte woonvormen % 65-plussers in geschikte woonvormen % 65-plussers in potentieel geschikte woonvormen Tabel 14: Aantal en aandeel 65+-huishoudens in geschikte en potentieel geschikte woonvormen per kern 101 Stad binnen de Linie-Oost % 8% 20% 102 Stad binnen de Linie-West % 9% 10% 103 Nieuw Den Helder-West % 8% 15% 104 Nieuw Den Helder-Oost % 21% 28% 105 De Schooten % 12% 30% 106 Het Koegras/Duinzoom % 24% 23% 107 Julianadorp % 7% 48% 201 Anna-Paulowna % 15% 20% 202 Breezand % 5% 20% 203 Wieringerwaard % 13% 10% 204 Buitengebied Anna-Paulowna % 0% 25% 205 Wieringerwerf % 9% 21% 206 Middenmeer % 14% 23% 207 Slootdorp % 20% 18% 208 Kreileroord % 2% 7% 209 Buitengebied Wieringermeer % 0% 1% 210 Hippolytushoef % 10% 12% 211 Den Oever % 0% 10% 212 Buitengebied Wieringen % 0% 17% 213 Winkel/Nieuwe-Niedorp % 14% 24% 214 Lutjewinkel % 4% 18% 215 't Veld % 2% 19% 216 Barsingerhorn % 0% 20% 217 Kolhorn % 4% 9% 218 Buitengebied Niedorp % 0% 22% 301 Waarland % 10% 25% 302 Schagen % 16% 30% 303 St Maarten % 5% 28% 304 St Maartensbrug/St Maartensvlo % 0% 8% 305 Dirkshorn % 16% 22% 306 Tuitjenhorn % 20% 23% 307 Warmenhuizen % 7% 35% 308 Schagerbrug % 3% 22% 309 Burgerbrug/Burgervlotbrug % 0% 8% 310 Petten % 5% 23% 311 't Zand % 12% 14% 312 Oudesluis % 1% 9% 313 Callantsoog % 8% 23% 401 Den Burg/De Waal % 11% 20% 402 Oudeschild % 0% 18% 403 Oosterend % 1% 18% 404 De Cocksdorp % 0% 21% 405 De Koog % 0% 35% 406 Den Hoorn % 3% 19% Bron: Inventarisatie Atrivé, Doorzonscan, Schouw en BasisregistratiePersonen gemeenten Een overzicht van de match tussen vraag en aanbod op kernniveau (tabel 14) laat zien dat over het algemeen in de grotere kernen een hoger aandeel 65-plussers een (potentieel) geschikte woning bewoont. Dit geldt voor Julianadorp, een aantal wijken in Den Helder, Schagen, Tuitjenhorn en Warmenhuizen (40% of meer woont geschikt of potentieel geschikt). Winkel/Nieuwe Niedorp zit hier dicht tegenaan. In de kleinste kernen woont slechts rond de 10% van de 65+-huishoudens in een geschikte of potentieel geschikte woning. 36

37 4. 2 K n e l p u n t e n In de enquête zijn vragen gesteld over eventuele knelpunten in vraag en aanbod van huisvesting voor senioren en zorgdoelgroepen en de opgaven. Hieronder geven wij een weergave van de uitkomsten. Vraag en aanbod In Den Helder sluiten vraag en aanbod voor senioren goed op elkaar aan. Ook zijn er geen knelpunten bij het huisvesten van andere zorgdoelgroepen. Om een volgende kwaliteitsslag op gang te brengen bij het langer thuis wonen, is volgens Woningstichting Den Helder verdere afstemming tussen de betrokken partijen nodig. Op Texel zijn de huidige seniorencomplexen enigszins verouderd, waardoor ze niet meer passen bij de (meer op comfort gerichte) vraag van senioren. Het aanbod naar voor senioren geschikte woningen dient vergroot te worden. Daarnaast is er een tekort aan woonvormen voor andere zorgdoelgroepen. Dit betekent dat deze doelgroepen hun sociale netwerk achter zich laten en naar de vaste wal verhuizen. Hollands Kroon geeft aan dat senioren graag in een aangepaste woning nabij voorzieningen willen wonen. Vaak gaat het daarbij om senioren die vanuit een eengezinswoning in de koop naar een levensloopbestendige huurwoning willen verhuizen. Stagnatie op de koopmarkt zorgt voor uitstel van deze doorstroming. Kleine corporatiewoningen die minder toegankelijk zijn en verder van winkelvoorzieningen liggen, zijn steeds moeizamer te verhuren. De gemeente Schagen signaleert dat senioren willen verhuizen naar een levensloopbestendige woning, maar dat deze niet altijd in de directe woonomgeving waar zij nu wonen, beschikbaar is. Enkele zorgorganisaties geven aan dat in de hele regio appartementen in voormalige verzorgingshuizen moeilijk te verhuren zijn. Dit komt doordat de vereiste huur en servicekosten relatief hoog liggen vergeleken met de geboden kwaliteit. Gemeenten en woningcorporaties signaleren de volgende belemmeringen voor senioren om te verhuizen: - De nieuwe woning heeft een (fors) hogere huurprijs dan de woning die zij verlaten na verhuizing; zij maken dan een hoge huursprong. - Lange wachttijden voor geschikte huurwoningen. - Beschikbaarheid van passende (levensloopbestendige) woningen, door inkomen huurder en/of locatie woning O p g a v e i s m e e r d a n g o e d e h u i s v e s t i n g Om langer thuis zelfstandig thuis wonen voor senioren en andere zorgdoelgroepen mogelijk te maken, geven corporaties, zorgorganisaties en gemeenten aan dat (naast inzicht in de veranderopgave) het volgende gewenst is: - Coördinatie op het aanbod van alle partijen om te komen tot een passend en gedifferentieerd aanbod. - Aandacht voor toegankelijkheid en betaalbaarheid. - Bewustwording bij de doelgroep over woningaanpassingen, domotica en zorgaanbod. - Aandacht voor het blijven wonen in kleine kernen (behoud van het voorzieningenniveau, vervoer, bereikbaarheid, ontmoetingsruimten voor gezamenlijke activiteiten, zorg op afroep, welzijn, klussendienst, ondersteuning van mantelzorgers en sociale netwerken). 37

38 De volgende opgaven zijn een synthese van de opgaven die door de gemeenten, woningcorporaties en zorgorganisaties worden gezien als het meest belangrijk op het terrein van wonen-welzijn-zorg: - Bestaande woningvoorraad geschikter maken - Passende woningen realiseren (levensloopbestendige woningen) - Betaalbaarheid van wonen en diensten - Lokale samenwerking en afstemming professionals - Voorlichting over mogelijkheden zorgverlening - Bewustwording en verwachtingenmanagement voor de doelgroep - Leefbaarheid en veiligheid van kleine kernen - Goede verbinding tussen wonen, welzijn en zorg realiseren - Nieuwe initiatieven stimuleren en begeleiden - De lijn van formele zorg naar informele zorg verder uitwerken - Opvang blijven bieden voor kwetsbare groepen en waar nodig doelgroepen samenvoegen - Verzorgingshuizen herontwikkelen en transformeren - Toekomstbestendig maken van voorzieningen voor bewoners met zware zorgvraag C o n c l u s i e s v r a a g e n a a n b o d Voor de Kop van Noord-Holland als geheel ligt er een opgave om het aanbod aan levensloopbestendige woningen te vergroten door aanpassing, toevoeging of doorstroming. Er zijn drie scenario s doorgerekend tot Uitgangspunt hierin is dat elke gemeente de eigen behoefte aan levensloopbestendige woningen opvangt. De opgaven komen er anders uit te zien indien gemeenten afspraken maken over opvang van een deel van elkaars behoefte. Scenario 1 laat zien dat de opgave globaal gesproken voor de Kop als geheel kan worden opgevangen met aanpassingen in de bestaande voorraad. Om voor alle huishoudens met mobiliteitsbeperkingen over voldoende woningen te kunnen beschikken dienen woningen (voornamelijk koop en een klein deel particuliere huur) tot 2020 aangepast te worden. In alle gemeenten volstaat aanpassing in de bestaande voorraad om aan de opgave te voldoen (zie tabel 15) In de vergelijking is meegenomen dat de voorraad verzorgd wonen tot 2020 met circa 300 woningen toeneemt en het aantal levensloopbestendige woningen met 450 en het aantal potentieel geschikte woningen met 95 woningen (tabel 8). 38

39 Tabel 15: Opgave aanpassen en toevoegen woningen tot 2020 (scenario 1) In scenario 2 is preciezer naar de urgente behoefte gekeken. Potentieel geschikte eengezinswoningen (EGW) volstaan niet voor huishoudens met matige tot ernstige beperkingen. Met een beperkte voorraad aan potentieel geschikte appartementen (MGW) kan in de Kop slechts voor een klein deel door middel van woningaanpassing in deze behoefte worden voorzien. In Schagen en Den Helder volstaat de bestaande voorraad, met daarbij wel de kanttekening dat binnen een deel van de geschikte voorraad van woningcorporaties (de geschikte eengezinswoningen) nog wel aanpassingen nodig zijn om in de urgente behoefte te kunnen voorzien. Naast aanpassingen in de bestaande voorraad is in Hollands Kroon en Texel toevoeging van levensloopbestendige woningen nodig. Regionaal is de opgave: aanpassing van (slechts) 110 woningen en toevoeging van 615 levensloopbestendige woningen (zie tabel 16). Tabel 16: Opgave aanpassen en toevoegen woningen tot 2020 (scenario 2) In scenario 3 valt de aanpassingsopgave lager uit omdat een deel van de potentieel aanpasbare woningen niet door de doelgroep wordt bewoond. Er is daarnaast echter ook sprake van een verhuisopgave. 39

40 Aangezien van de potentieel geschikte woningen er door 65+-huishoudens worden bewoond zou dit beschouwd kunnen worden als de aanpassingsopgave. Deze is inclusief de potentieel geschikte woningen die door ouderen (65+) zonder beperkingen worden bewoond, maar waar preventieve aanpassing wel zinvol is. Er is in dit scenario bovendien sprake van een objectieve verhuisopgave voor enkele duizenden huishoudens met beperkingen die nu in ongeschikte woningen wonen die niet aanpasbaar zijn. De potentiële behoefte op basis van bewonersonderzoek bedraagt tot woningen. De scenario s laten zien dat de opgave sterk samenhangt met de breedte van de doelgroep en de gehanteerde veronderstellingen: Ten behoeve van het totale aantal geraamde huishoudens met mobiliteitsbeperkingen in 2020 is er een opplusopgave in de particuliere voorraad van ongeveer woningen. De potentieel geschikte woningen zijn zeker geschikt te maken voor huishoudens met lichte beperkingen. Het ligt voor de hand om hierin als eerste in te zetten op de potentieel geschikte voorraad die door 65+-huishoudens wordt bewoond: ongeveer woningen (tabel 13). Deze woningen zijn te beschouwen als het directe aanpassingspotentieel. De realisatieopgave ligt voor het overgrote deel bij eigenaar-bewoners. Wanneer we ingaan op de behoefte van huishoudens met matige tot ernstige beperkingen zijn de mogelijkheden in de bestaande voorraad beperkt. Alleen van de potentieel geschikte appartementen in de particuliere sector is het aannemelijk dat deze voor deze groep geschikt te maken zijn. Voor deze urgente behoefte zijn met name woningcorporaties aan zet. Om hierin te voorzien zijn tot 2020 circa 615 meer levensloopbestendige woningen nodig dan al aanwezig en gepland zijn, en is voor een deel van de geschikte corporatiewoningen een upgrade nodig. Dit betreft de circa geschikte eengezinswoningen van corporaties. Vaak zal in deze woningen een installatie van een traplift of aanpassing van het sanitair nodig zijn. Bij toevoeging van meer levensloopbestendige woningen daalt overigens de aanpassingsopgave, uitgaande van een gelijkblijvende totale behoefte van huishoudens met beperkingen. Ten slotte ligt er een opgave om de doorstroming te bevorderen van huishoudens met beperkingen in ongeschikte woningen. Het ligt voor de hand om een stimulans als eerste te richten op huishoudens met beperkingen die hebben aangegeven naar een geschikte woning te willen verhuizen: huishoudens met beperkingen, waarvan met matige tot ernstige beperkingen. Indien een deel van de potentieel geschikte eengezinswoningen in de particuliere voorraad, in tegenstelling tot de gehanteerde veronderstelling, wel geschikt te maken is voor huishoudens met matige of ernstige beperkingen (door realisatie traplift of toevoeging slaapvertrek en badkamer op begane grond), dan is er minder toevoeging van woningen nodig. Evenzo geldt dat een aanzienlijk deel van de huishoudens met lichte beperkingen nog geen behoefte heeft aan aanpassingen, of kan volstaan met kleine ingrepen in hun woning. Opgave levensloopbestendig wonen Zorgorganisaties passen hun vastgoedstrategie aan als gevolg van het scheiden van wonen en zorg. In de regio zijn er verschillende plannen voor vermindering van intramurale capaciteit en omzetting naar verzorgd wonen. Soms is er ook sprake van toevoeging van verzorgd wonen. Hier lijkt niet zozeer sprake te zijn van een kwantitatieve opgave maar met name ook van een kwalitatief vraagstuk: worden met transformatie van bestaande gebouwen wel woonzorgwoningen van voldoende kwaliteit gerealiseerd? En welke locaties zijn het meest geschikt? 40

41 Opgaven per gemeente De opgaven per gemeente zijn af te leiden uit tabel 16 (toevoegen woningen), tabel 15 (aan te passen potentieel geschikte woningen) en tabel 13 (65-plussers in potentieel geschikte woningen). Uitgesplitst naar gemeente laten de cijfers een relatief gunstig beeld zien voor de beschikbaarheid van (potentieel) geschikte woningen in Den Helder. Dit komt overeen met de visie van woningcorporaties en zorgorganisaties in Den Helder. In Schagen bevat de voorraad per saldo voldoende geschikte woningen. Met name in de kleinere kernen wonen echter relatief veel ouderen in ongeschikte woningen. Voor een levensloopbestendige woning zullen zij naar een grotere kern moeten verhuizen. Ouderen hebben ook een voorkeur voor grotere kernen met een voldoende voorzieningenaanbod, maar willen anderzijds ook graag in de huidige omgeving blijven wonen. Het streekcentrum Schagen heeft het ruimste voorzieningenaanbod. Daarnaast bieden ook Warmenhuizen, Tuitjenhorn, Dirkshorn, Petten en Callantsoog een behoorlijk voorzieningenniveau, maar mist in deze kernen een intramuraal zorgaanbod. Ten slotte is ook t Zand qua voorzieningenaanbod geschikt voor ouderen maar betreft het wel een kleinere kern die in de categorie landelijk wonen valt. Op Texel ligt er een belangrijke opgave, mede ook gezien de relatief sterke vergrijzing, door een toename van de behoefte aan geschikte woningen tot Door toevoeging van ruim 250 levensloopbestendige woningen wordt een tekort even ingelopen, maar over ruim vijf jaar ontstaat een tekort. Aanpassing van de bestaande voorraad volstaat dan niet om in de behoefte te voorzien (variant 1 en 2). Den Burg (centrumkern met een volledig voorzieningenaanbod) biedt het meest geschikte woonmilieu voor de realisatie van levensloopbestendige woningen en woonzorgwoningen. In Hollands Kroon is in kwantitatieve zin de behoefte aan toevoeging van levensloopbestendige woningen het grootst. De bestaande voorraad volstaat niet om in de urgente behoefte te voorzien (variant 2). Met name in kleinere kernen in deze gemeenten wonen weinig senioren in (potentieel) geschikte woningen (variant 3). Ook in deze gemeente speelt het dilemma dat ouderen het liefst in grotere kernen wonen met een voldoende voorzieningenaanbod, maar anderzijds ook graag in de huidige omgeving willen blijven wonen. Anna Paulowna, Nieuwe Niedorp/Winkel, Wieringerwerf en Hippolytushoef (centrumkernen met een volledig voorzieningenpakket) bieden het meest geschikte woonmilieu voor de realisatie van levensloopbestendige woningen en woonzorgwoningen. Kernen met een centrumdorps woonmilieu en ook een behoorlijk voorzieningenniveau, maar zonder intramuraal aanbod, zijn Breezand, Den Oever 16, Middenmeer en Slootdorp. 16 Intramurale capaciteit wordt hier afgebouwd. 41

42 5 Inzicht levensloopbestendig wonen per wijk 5. 1 A c h t e r g r o nd De inventarisaties hebben geleid tot veel informatie op wijk/kernniveau die inzichtelijk weergeven is in 44 factsheets. Voor elke kern is een factsheet opgesteld met cijfers, grafieken en een kaart, waarop als het ware in één oogopslag helder wordt in hoeverre een kern geschikt is om lang zelfstandig te wonen. Met een inventarisatie onder corporaties en zorgpartijen naar de geschikte woningen en wooneenheden, zijn op adresniveau gegevens over de woningen verzameld. Van de organisaties die niet (volledig) hebben meegewerkt aan deze inventarisatie heeft Atrivé een inschatting gemaakt van het aanbod door middel van websearch, analyse van bestaande documenten en informatie uit interviews. Naast het aanbod zijn ook de plannen tot 2020 waar mogelijk op adresniveau verzameld. Helaas waren nog niet van alle plannen de aantallen bekend. Deze plannen hebben we daarom niet mee kunnen nemen in de confrontatie van vraag en aanbod I n h o u d In de factsheets is de volgende informatie te vinden: Prognose van het aandeel huishoudens van 75 jaar en ouder per kern, vergeleken met het aandeel in de betreffende gemeente en de regio. Raming van het aantal huishoudens met mobiliteitsbeperkingen per kern op basis van de Gersicoop. Aanbod (en plannen) van geschikte woonvormen per kern op basis van de inventarisatie, aangevuld met het aantal potentieel geschikte woningen op basis van de Doorzonscan. Absoluut tekort/overschot aan levensloopbestendig en verzorgd wonen, waarbij het aanbod aan deze woonvormen geconfronteerd is met het aantal huishoudens met beperkingen. Relatief tekort/overschot aan levensloopbestendig en verzorgd wonen, waarbij de tekorten/overschotten zijn gerelateerd aan het totaal aantal woningen in de betreffende kern. De tekorten/overschotten zijn zowel gepresenteerd exclusief en inclusief de potentieel geschikte woningen. Een kaart met daarop ingetekend het aanbod aan geschikte woonvormen, enkele voorzieningen en concentraties van 65-plussers in geschikte en ongeschikte woonvormen. De aan/afwezigheid van dagopvang en dagbesteding per kern. De factsheets zijn gebundeld in een aparte rapportage. 42

43 Deel 2 Opplussen en toolbox 43

44 6 Opplussen 6. 1 I n l e i d i n g a a n p a k Aan Atrivé is gevraagd om een voorzet te geven voor een aanpak in het kader van levensloopbestendig wonen in de bestaande voorraad, in de vorm van varianten/aanvliegroutes voor het opplussen van woningen. Het accent in die vraagstelling ligt op opplussen, maar daarnaast is ook het bevorderen van doorstroming een levensloopbestendige maatregel op de woningmarkt evenals (nieuwe) woonvormen die het mogelijk maken om langer zelfredzaam te wonen. Kortom, beleidsmaatregelen om de opgaven in de bestaande voorraad het hoofd te bieden. We zijn ervan uitgegaan dat de opgave voor nieuwbouw van levensloopbestendige woningen een plek zal krijgen in het algemene woonbeleid. De aanvliegroutes om aan de gang te gaan met opplussen geven een overzicht van de mogelijkheden en zijn daarmee een voorzet voor een uitvoeringsprogramma. In hoofdstuk 7 zijn hiervoor de bouwstenen opgenomen in de toolbox. Met de toolbox wordt de inventarisatie heel concreet op uitvoeringsniveau, terwijl een aantal hiervoor noodzakelijke stappen niet tot de inventarisatie (opdracht Atrivé) behoorde. Het gaat dan onder meer om de toedeling van taken en verantwoordelijkheden aan de betrokken partijen, inzicht in de benodigde investeringen en beschikbare middelen en ten slotte, afspraken wie welke inzet pleegt en welke prioriteiten daarin worden gesteld. De toolbox dient in deze fase derhalve als inspiratiebron en geeft een doorkijk in de mogelijkheden K r a c h t e n v e l d Voorafgaand aan het formuleren van een mogelijke aanpak is inzicht van belang welke rol partijen spelen, hoe ze hun rol zelf zien, en welke strategieën al zijn voorgenomen, naast de bouw- en transformatieplannen die al eerder zijn beschreven. In het onderzoek (enquête) hebben wij de volgende indeling gehanteerd voor het indelen van rollen: 44

45 Korte samenvatting van deze treden: Loslaten: Wanneer de gemeente een taak helemaal loslaat, heeft ze inhoudelijk noch in het proces enige bemoeienis. Faciliteren: De gemeente kiest een faciliterende rol als het initiatief van elders komt en zij er belang in ziet om dat mogelijk te maken. Stimuleren: Een trede hoger heeft de gemeente wel de wens dat bepaald beleid of een interventie van de grond komt, maar de realisatie daarvan laat ze over aan anderen. Ze zoekt slechts naar mogelijkheden om die anderen in beweging te krijgen. Regisseren: Wanneer de gemeente kiest voor regisseren, betekent dat óók andere partijen een rol hebben maar dat de overheid er belang aan hecht wel de regie te hebben, dat wil zeggen bij zaken waarin de gemeente geen of deels formele bevoegdheden heeft toch hecht aan sturing op een bepaald resultaat in samenwerking met andere (wel bevoegde) partijen. Reguleren: Bovenaan de trap staat het zwaarste instrument dat de gemeente kan inzetten, namelijk regulering door wet- en regelgeving. Als consequentie van dit middel kan de gemeente regels ook handhaven en overtreding daarvan sanctioneren. Rol gemeente: faciliteren De regiogemeenten willen het proces van langer zelfstandig wonen vooral regisseren 17 en faciliteren 18. Met name een regulerende rol vinden ze minder van toepassing. Corporaties zien voor de gemeente vooral een faciliterende rol. Ook denken ze dat het goed zou zijn als de gemeente in inhoud en proces beperkt bemoeienis zou hebben. Zorgorganisaties herkennen zich tevens vooral in een faciliterende rol voor de gemeente, maar zien ook een stimulerende gemeentelijke rol. In de bijeenkomst met allerlei organisaties is de rolverdeling rondom Opplussen concreet gemaakt: - Burger: eigen verantwoordelijkheid en initiatief om woning aan te passen - Overheid/gemeente: bewustwording, informeren, verbinden, campagne uitvoeren, vergunningverlening - Zorgaanbieder: bewustwording, valpreventie, ergotherapie/fysiotherapie, zorgtechnologie en diensten langer thuis wonen - Corporatie: bewustwording, uitvoeren van woningaanpassingen, betaalbaar houden van aangepaste woningen - Sociaal wijkteam: bewustwording - Zorgverzekeraar/zorgkantoor: financiële bijdrage in kader van preventie - Huurdersvereniging: bewustwording Activiteiten gemeente Alle gemeenten maken lokale afspraken met de corporaties over het woningaanbod. De gemeenten Den Helder en Schagen pakken de regierol om samenwerking op het vlak van wonen-welzijn-zorg te stimuleren. De gemeenten Den Helder en Hollands Kroon werken aan bewustwording van senioren over zelf kleine woningaanpassingen doen, zodat de woningen van senioren geschikter worden om langer zelfstandig te wonen Regisseren: visie formuleren, prioriteiten stellen, richting geven. Faciliteren: verbinden van organisaties, verstrekken van informatie, wegnemen belemmerende regelgeving. 45

46 Activiteiten corporaties Alle corporaties willen zich in de komende vier jaar richten op nieuwbouw van geschikte woningen voor mensen met een fysieke beperking (waaronder senioren). Tevens willen drie van de vier corporaties de samenwerking met zorginstellingen en gemeente verstevigen en verankeren. Woningbouwvereniging Anna Paulowna en Woningstichting Den Helder willen specifiek energie gaan zetten op het opplussen van bestaande woningen. Activiteiten zorgorganisaties De zorgorganisaties willen, om mensen langer zelfstandig te kunnen laten wonen, vooral de volgende drie activiteiten ondernemen: Een ontmoetingsfunctie bieden Domotica inzetten (breder dan alleen personenalarmering) Samenwerken met andere zorg- en welzijnsaanbieders. Naast deze drie activiteiten geeft de helft van de zorgorganisaties aan dat ze eenzaamheid willen aanpakken (eventueel door inzet huismeesters). De Omring is van plan Wonen met een plus-concept te ontwikkelen om mensen in geclusterde woonvormen/seniorencomplexen langer zelfstandig te kunnen laten wonen. Maartenhuis is van plan dienstwoningen nabij zorgwoningen te realiseren A a n k n o p i n g s p u n t e n o p p l u s s e n v a n u i t h e t v e l d Uit het onderzoek blijkt dat er in de Kop van Noord-Holland een voorraad is van ongeveer potentieel geschikte woningen. Hiervan worden er ongeveer bewoond door 65+-huishoudens (tabel 13). Van de potentieel geschikte woningen bestaat meer dan 80% uit eengezinswoningen in het koopsegment. In dit segment is -gezien de omvang- de grootste slag te maken bij het geschikter maken van woningen om langer thuis te wonen, oftewel op te plussen. In de koopsector gebeurt -voor zover bekend bij de betrokken organisatiesnog weinig zichtbaar aan woningaanpassingen. De vier gemeenten in regio Kop van Noord Holland overwegen om het opplussen van woningen te stimuleren. Tijdens de bijeenkomst met organisaties op het terrein van wonenwelzijn-zorg is hiervoor input geleverd: - Accent op bewustwording: informeren over mogelijkheden om een woning aan te passen - Koppeling met verduurzaming van de woningvoorraad (energetische maatregelen) en afstemming zoeken met dergelijke initiatieven in de regio - Ook informatie over thuistechnologie/domotica - Kleine (en grote) aanpassingen - Aanpassingen in kader van langer thuis wonen meenemen bij renovatie of bij mutatie van huurwoningen (keuzemenu voor huurders met diverse mogelijkheden om comfortabeler en veiliger te wonen) - Eigenaar bewoners laten meeliften in keuzemenu voor huurders - Huisbezoeken aanbieden - Blijverslening aanbieden Een belangrijk aandachtspunt is de financiering van de woningaanpassingen. Moet de burger zelf betalen? Ook voor een mantelzorger, vrijwillige of professionele zorgverlener is een aangepaste woning belangrijk om adequate ondersteuning en zorg te verlenen. Tijdens de bijeenkomst werd door meerdere deelnemers benadrukt dat het niet alleen gaat om het levensloopbestendig maken van woningen, maar ook om een goede toegankelijkheid 46

47 Omvang doelgroep van de woonomgeving, het faciliteren van een ontmoetingsfunctie, het leveren van diensten en zorg en -vaak nog het belangrijkste- het ondersteunen van het behouden of vergroten van het sociale netwerk van een kwetsbare burger en het ondersteunen van een mantelzorger en informele zorgverlener A a n v l i e g r o u t e s Op basis van deze uitkomsten en ervaringen van Atrivé in talrijke gemeenten en regio s met bewustwordingscampagnes langer thuis wonen komen wij tot een tweetal aanvliegroutes. Bij beide aanvliegroutes zijn de plus- en aandachtspunten aangeven ( plusje en lampje ). Route 1: doelgroepgericht Bij de doelgroepgerichte variant is de bewustwording gericht op die doelgroepen die de gemeente wil bereiken. Daarop wordt de communicatie gericht en wordt -indien nodig- op maat informatie aangereikt. Ter illustratie: niet alle woningaanpassingen zijn geschikt voor mensen met dementie (bijvoorbeeld automatische verlichting). Voor deze doelgroep is een aparte checklist met woningaanpassingen wenselijk (en beschikbaar). Een ander voorbeeld: voor huurders in een renovatie- of duurzaamheidsproject is een op maat lijst met woningaanpassingen (inclusief prijzen) voor het aanbrengen van woningaanpassingen specifiek in hun woning adequaat. Alleen doelgroepen benaderen voor wie de oppluscampagne beoogd is (efficiënt) Op maat informatie voor de betreffende doelgroep (al dan niet in aanvulling op de algemene informatie) Gebruik van de juiste kanalen om specifieke doelgroepen te bereiken Effect van campagne kan door een kleine omvang van een doelgroep beperkt zijn. In de volgende figuur zijn doelgroepen onderscheiden naar omvang van de doelgroep en de mate van noodzaak om hen bewust te maken van de mogelijkheden van opplussen. Dit kan houvast bieden bij de keuze voor één of meerdere doelgroepen. Noodzaak tot opplussen Urgent Latent aanwezig Grote groep Mensen met matige en ernstige beperkingen Mensen met lichte beperkingen / 65-plussers (preventief) Kleine groep Bewoners renovatieproject, thuiswonende mensen met dementie Mantelzorgers 47

WONEN EN ZORG REGIO LEKSTROOM

WONEN EN ZORG REGIO LEKSTROOM WONEN EN ZORG REGIO LEKSTROOM Inzicht in vraag van zorgdoelgroepen en mensen met een mobiliteitsbeperking in gemeenten Houten, Lopik, Nieuwegein, IJsselstein en Vianen Samenvatting en conclusies 21 november

Nadere informatie

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN 14 december 2017 Publieksversie Joost Wegstapel Dave Havermans Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK: 17106411 Aanleiding van

Nadere informatie

FACTSHEET 'INVESTEREN IN LEVENSLOOPBESTENDIG WONEN'

FACTSHEET 'INVESTEREN IN LEVENSLOOPBESTENDIG WONEN' FACTSHEET 'INVESTEREN IN LEVENSLOOPBESTENDIG WONEN' Gemeente: 1 Kern: 1 Woonmilieu: centrum-stedelijk volgnummer: 11 11 4% 3 3% 2 2% Prognose aandeel 75 jaar e.o. Stad binnen de Linie-Oost Den Helder vergrijsd

Nadere informatie

Kernenfoto s West Betuwe. West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 24 september 2018

Kernenfoto s West Betuwe. West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 24 september 2018 Kernenfoto s West Betuwe West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 4 september 018 Kernenfoto Een foto van de kern: stand van zaken huidige woningvoorraad, toekomstige (fysieke) ontwikkelingen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Waarom het Piramidemodel? Aanpak Voorbeeld Dronten Op de kaart zetten Tot slot

Inhoudsopgave. Waarom het Piramidemodel? Aanpak Voorbeeld Dronten Op de kaart zetten Tot slot Piramidemodel Conferentie Scheiden van wonen en zorg in een vergrijzende samenleving 12 juni 2012 TU Delft Roland Goetgeluk ABF Research Delft Eric Schellekens Advies 12035-WON Inhoudsopgave Waarom het

Nadere informatie

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma.

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma. Aan Gemeente Montfoort Kopie aan Van GroenWest Onderwerp Woningbouwprogramma Voorvliet Noord fase 2 Datum 27 november 2017 Pagina 1/5 Inleiding De gemeente Montfoort en GroenWest willen graag sociale woningbouw

Nadere informatie

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht Stec Groep aan Gemeente Maastricht Desiree Uitzetter 18 november 2014 U vroeg ons: Actuele inzichten voor herijking stedelijke programmering Nieuwe regionale

Nadere informatie

DE TOEKOMST VAN WONEN EN ZORG VOOR OUDEREN. De opgave voor passende woonvormen in beeld

DE TOEKOMST VAN WONEN EN ZORG VOOR OUDEREN. De opgave voor passende woonvormen in beeld DE TOEKOMST VAN WONEN EN ZORG VOOR OUDEREN Groei van aantal (kwetsbare) ouderen Ouderen wonen vaker zelfstandig en ook vaker alleen. Het aantal eenzame ouderen stijgt en de zorgvraag neemt toe. Zorgvraag

Nadere informatie

Bijlage 5. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting

Bijlage 5. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting Bijlage 5. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting 4.1 Analyse Meer mensen met vraag naar zorg en ondersteuning De komende jaren zal de groep mensen met beperkingen als gevolg van ouderdom toenemen. Dit heeft

Nadere informatie

Wonen, Zorg en Maatschappelijk Vastgoed. Gerard Koster VNG

Wonen, Zorg en Maatschappelijk Vastgoed. Gerard Koster VNG Wonen, Zorg en Maatschappelijk Vastgoed Gerard Koster VNG Opbouw presentatie 1. Ontwikkelingen 2. Opgaven regionaal/lokaal 3. Samenwerking 4. Voorbeelden 5. Vragen aan u 1. Ontwikkelingen Extramuralisering:

Nadere informatie

B i j l a g e 1 : T o e l i c h t i n g n u t e n n o o d - z a a k v a n e e n k l e i n s c h a l i g w o o n - z o r g c o m p l e x

B i j l a g e 1 : T o e l i c h t i n g n u t e n n o o d - z a a k v a n e e n k l e i n s c h a l i g w o o n - z o r g c o m p l e x B i j l a g e 1 : T o e l i c h t i n g n u t e n n o o d - z a a k v a n e e n k l e i n s c h a l i g w o o n - z o r g c o m p l e x Toelichting bij nut en noodzaak van het realiseren van een kleinschalig

Nadere informatie

Vraag en aanbod Noord Veluwe Classificatie Staatssteun Betaalbaarheid

Vraag en aanbod Noord Veluwe Classificatie Staatssteun Betaalbaarheid Vraag en aanbod Noord Veluwe Classificatie Staatssteun Betaalbaarheid Bestuurlijke overeenkomst WZW Doel: gemeenten krijgen inzicht in Ontwikkeling van de vraag wonen met zorg - deelgebieden - doelgroepen

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving Haagse Beemden Zuid Oost woongebied 3

Gebiedsbeschrijving Haagse Beemden Zuid Oost woongebied 3 Gebiedsbeschrijving Haagse Beemden Zuid Oost woongebied 3 1. Inleiding De gebiedsbeschrijving Haagse Beemden Zuid Oost is als doel om betrokkenen in de woongebieden eenduidige informatie te bieden over

Nadere informatie

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018 ONDERWERP Prestatieafspraken 2019 SAMENVATTING Gemeente, de Heemsteedse woningcorporaties Elan Wonen en Pre Wonen en hun huurdersorganisaties Bewonersraad Elan Wonen en Bewonerskern Pre streven een gemeenschappelijk

Nadere informatie

Factsheet wonen Harderwijk

Factsheet wonen Harderwijk Factsheet wonen Harderwijk Mei 2015 Domein Ruimte INHOUDSOPGAVE 1. Woningbehoefte 2 2. Woningvoorraad 4 3. Aandachtsgroepen 5 4. Woonlasten 7 5. Wonen en zorg 9 6. Leefbaarheid 11 7. Gerealiseerde verhuizingen

Nadere informatie

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma 5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma Het regionale woningbouwprogramma moet actueel blijven. Dynamiek is ook nodig omdat nu niet te voorspellen is wat er over een aantal jaar nodig

Nadere informatie

Lichte toename jaar en kinderen 0-14

Lichte toename jaar en kinderen 0-14 Tabel 1 Bevolking naar leeftijd 1.1.2013 leeftijd Sliedrecht 2010 Sliedrecht 2013 % 0-14 4424 4526 18,6 15-24 2937 2951 12,1 25-44 6369 6330 26,0 45-64 6174 6137 25,2 65-74 2162 2368 9,7 75 jaar e.o. 1987

Nadere informatie

Schouwen-Duiveland Levensloopbestendig? Eric Schellekens 26 mei

Schouwen-Duiveland Levensloopbestendig? Eric Schellekens 26 mei Schouwen-Duiveland Levensloopbestendig? Eric Schellekens 26 mei 2016 06-23169709 Inleiding Trends in de woningmarkt (m.n. voor senioren) Trends in de zorg Trends onder ouderen Levensloopbestendigheid??

Nadere informatie

Mijn mening over harmelen.nl

Mijn mening over harmelen.nl Mijn mening over harmelen.nl Woonvisie Beleid in opdracht van Gemeenteraad Democratisch besluit Breed draagvlak Handvat voor alle partijen Geeft een inventarisatie over het huidige woning voorraad Uitvoeringskader

Nadere informatie

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide Volgens de laatste Provinciale Prognose (2011) bedraagt de woningbouw behoefte in Valkenswaard een netto toevoeging van 1.230 woningen

Nadere informatie

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Grondgebied/RO Wethouder Schoon Ter behandeling in de vergadering van: de commissie grondgebied d.d. 31 oktober 2017 de Raad d.d. 21 november 2017 Onderwerp: Woonvisie

Nadere informatie

Toepassing treden 1 en 2 ladder duurzame verstedelijking voor Oosterdalfsen

Toepassing treden 1 en 2 ladder duurzame verstedelijking voor Oosterdalfsen Australiëlaan 5 3526 AB Utrecht T: 030 693 60 00 KvK nr. 31042832 E: info@atrive.nl I: www.atrive.nl Toepassing treden 1 en 2 ladder duurzame verstedelijking voor Oosterdalfsen drs. Fokke de Jong drs.

Nadere informatie

Gevolgen scheiden van wonen en zorg Goeree-Overflakkee 2013-2025

Gevolgen scheiden van wonen en zorg Goeree-Overflakkee 2013-2025 Gevolgen scheiden van wonen en zorg Goeree-Overflakkee 213-225 Inleiding Als we nu al weten hoeveel ouderen in 225 in een verzorgingshuis wonen, is het mogelijk om hierop te anticiperen. Voor beleidsmakers

Nadere informatie

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling

Nadere informatie

Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen

Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen Frenkel Beerens Adviseur wonen 7 maart 2018 Inhoud Woningmarkt (5 min) Woonvisie (10 min) Onderzoek locaties sociale huur (5 min) WONINGMARKT Economische

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving Bavel woongebied 14

Gebiedsbeschrijving Bavel woongebied 14 Gebiedsbeschrijving Bavel woongebied 14 1. Inleiding De gebiedsbeschrijving Bavel is opgesteld met als doel om betrokkenen in de woongebieden eenduidige informatie te bieden over de diverse woonvormen,

Nadere informatie

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015 Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel

Nadere informatie

Uitvoeringsagenda bij de Woonvisie Brielle

Uitvoeringsagenda bij de Woonvisie Brielle DATUM 4 oktober 2017 PROJECTNUMMER 501.102/ OPDRACHTEVER emeente Brielle Uitvoeringsagenda bij de Woonvisie Brielle 2017-2022 Inleiding In de Woonvisie Brielle 2017-2022 geven wij als gemeente Brielle

Nadere informatie

Gemeente Nuth Bevolkingsopbouw en toekomstige ontwikkeling Bevolkingssamenstelling 2016 (gemeente en kernen) 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% < 20 jaar 20-35 jaar 35-55 jaar 55-75 jaar > 75 jaar Gemeente

Nadere informatie

Woonvisie gemeente Drimmelen

Woonvisie gemeente Drimmelen Woonvisie gemeente Drimmelen Deel 2 informatieverstrekking 15 sept. 2011 Opzet bijeenkomst Korte beschrijving vorige informatieronde Nieuwe informatie over gedane onderzoeken: Onderzoek senioren Onderzoek

Nadere informatie

Onderzoek kleine kernen

Onderzoek kleine kernen Gemeente Kampen Onderzoek kleine kernen 1 maart 2012 Projectnr. 166.106/G Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. Henk Nouws, Claasje Reijers. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. Henk Nouws, Claasje Reijers. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2013 SA M ENVATTING voor Provincie Gelderland auteur Henk Nouws, Claasje Reijers Ruimte voor zorg bv Research en advies in wonen en zorg Postbus 2038, 3800 CA AMERSFOORT

Nadere informatie

Informatie Woonvisie Sliedrecht

Informatie Woonvisie Sliedrecht Informatie Woonvisie Sliedrecht In 2008 heeft de gemeente Sliedrecht de Woonvisie uitgebracht: Wonen in Sliedrecht 2007-2015, doorkijk tot 2025. Deze factsheet geeft een overzicht van de geactualiseerde

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving Haagse Beemden Noord West woongebied 2

Gebiedsbeschrijving Haagse Beemden Noord West woongebied 2 Gebiedsbeschrijving Haagse Beemden Noord West woongebied 2 1. Inleiding De gebiedsbeschrijving Haagse Beemden Noord West (NW) is opgesteld met als doel om betrokkenen in de woongebieden eenduidige informatie

Nadere informatie

Seniorenwoningen in Alphen aan den Rijn

Seniorenwoningen in Alphen aan den Rijn Seniorenwoningen in Alphen aan den Rijn Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Juni 2010 Seniorenwoningen in Alphen aan den Rijn In Alphen aan den Rijn zijn meerdere onderzoeken gedaan naar senioren en hun

Nadere informatie

absoluut % van totaal % van 55+ < % - Huishoudens

absoluut % van totaal % van 55+ < % - Huishoudens Wijk: Binnenstad Kaart Demografie absoluut % van totaal % van 55+ < 55 175 56% - Huishoudens 55-6 245 8% 18% alleenstaand: 375 6-65 26 8% 19% paar: 46 65-7 285 9% 21% gezin: 7 7-75 275 9% % 75-8 16 5%

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017 Fact sheet Wonen in Purmerend 0 Purmerend in het kort Purmerend telt.000 huishoudens in 0. Er wonen veel gezinnen ( stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. Ook

Nadere informatie

Door Samen kan ik thuis blijven wonen

Door Samen kan ik thuis blijven wonen Door Samen kan ik thuis blijven wonen Wij zijn er voor u Wij zijn Thuiszorg Samen. We willen u graag helpen om op een prettige manier thuis te blijven wonen. Daar gaat het ons om. Dat úw leven, in uw

Nadere informatie

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015 THEMABIJEENKOMST WONEN 29 juni 2015 1. Opzet van de bijeenkomst Na een korte introductie van de voorzitter (wethouder Wolff) houdt woningcorporatie ZO Wonen een korte presentatie op hun visie en functie

Nadere informatie

Het Piramidemodel. Dronten - rapport vraagzijde Door ABF Research. Piramidemodel. De vraag naar toegankelijke woningen in Dronten

Het Piramidemodel. Dronten - rapport vraagzijde Door ABF Research. Piramidemodel. De vraag naar toegankelijke woningen in Dronten Het Piramidemodel Dronten - rapport vraagzijde Door ABF Research Piramidemodel De vraag naar toegankelijke woningen in Dronten 2 Het Piramidemodel INHOUDSOPGAVE 1. Resultaten Piramidemodel voor Dronten...

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving Princenhage/ Heuvel woongebied 9

Gebiedsbeschrijving Princenhage/ Heuvel woongebied 9 Gebiedsbeschrijving Princenhage/ Heuvel woongebied 9 1. Inleiding De gebiedsbeschrijving Princenhage/Heuvel is opgesteld met als doel om betrokkenen in de woongebieden eenduidige informatie te bieden over

Nadere informatie

Tijd voor keuzes in Noord-Holland Noord

Tijd voor keuzes in Noord-Holland Noord Tijd voor keuzes in Noord-Holland Noord Samen kiezen voor een sterke woningmarkt Martin Hoiting/Rob Ravestein 14 oktober 2013 verandering in denken: één woningportefeuille welke woningen hebben we nodig

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma gemeente Brummen Kenmerk INT

Uitvoeringsprogramma gemeente Brummen Kenmerk INT Uitvoeringsprogramma 2016-2025 gemeente Brummen Kenmerk INT16.2900 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Uitvoering per pijler 1 Pijler 1. Betaalbaarheid en beschikbaarheid 2 Pijler 2. Wonen, zorg en vergrijzing 5 Pijler

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt 69.000 huishoudens in 07. Er wonen veel gezinnen (9 stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. De leeftijdssamenstelling

Nadere informatie

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt platform woningcorporaties noord-holland noord Voorwoord Op 15 december 2011 is door ruim 20 corporaties uit de subregio s Noordkop, West-Friesland,

Nadere informatie

Senioren en mensen met beperkingen op de woningmarkt

Senioren en mensen met beperkingen op de woningmarkt Senioren en mensen met beperkingen op de woningmarkt Themapublicatie mede op basis van het WoON 2015 WoON-congres 7 april 2016 Johan van Iersel RIGO Research en Advies Aanleiding en context Een nieuw WoON-bestand

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Diemen in het kort Er wonen 14.000 huishoudens in Diemen. Diemen telt relatief veel alleenwonenden: 41%, vergeleken met 31% in Amstel- Meerlanden en 39% in de Metropoolregio

Nadere informatie

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie. notitie Wonen in Molenwaard april 2012 Inleiding De woningmarkt is de laatste jaren sterk aan veranderingen onderhevig. De economische situatie heeft grote gevolgen gehad voor de woningmarkt, evenals nieuwe

Nadere informatie

Inspiratiebijeenkomst

Inspiratiebijeenkomst 25 september 2018 Inspiratiebijeenkomst Netwerksamenwerking wonen welzijn zorg voor en met ouderen Lilja Perdijk, gemeente Leiden Langer zelfstandig wonen Stadsniveau Analyse wooncoach Wijkniveau Profburgwijk:

Nadere informatie

Ouderen in Venray Ontwikkeling en woonvoorkeuren

Ouderen in Venray Ontwikkeling en woonvoorkeuren Ouderen in Venray Ontwikkeling en woonvoorkeuren Juni 2017 1. Inleiding Vraagstelling De Renschdael Groep is voornemens het St Annaterrein in Venray te herontwikkelen. Gedacht wordt aan een programma bestaande

Nadere informatie

Woonwensen van 55-plussers in Pijnacker-Nootdorp; een samenvatting

Woonwensen van 55-plussers in Pijnacker-Nootdorp; een samenvatting Woonwensen van 55-plussers in Pijnacker-Nootdorp; een samenvatting 1 2 Inhoud 1. Aanleiding 5 2. Wonen en leven in Pijnacker-Nootdorp 6 3. Waar en hoe wonen de 55-plussers? Tevredenheid met woning en woonomgeving

Nadere informatie

Levensloopbestendige wijk

Levensloopbestendige wijk Levensloopbestendige wijk Waar de woon- & zorgontwikkelingen met elkaar in verband worden gebracht Dag van stad en regio 2 december 2015 Even voorstellen Ludan Schmid XpertiseWonenZorg Vof tussen XpertiseWonen

Nadere informatie

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf Onderzoek woningbehoefte Waarland 2015 25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf 1 Inleiding 1.1 Inleiding De gemeente Schagen wil haar toekomstig woningbouwprogramma inrichten

Nadere informatie

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011 Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011 Status Informerend Voorstel Kennis te nemen van de bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Nadere informatie

ONTWIKKELKADER GELSTER BESTEET

ONTWIKKELKADER GELSTER BESTEET ONTWIKKELKADER 22 januari 2019 INHOUD 1. Inleiding 2. Kwantitatieve analyse 3. Kwalitatieve analyse 4. Ontwikkelkader 2 1 Inleiding 3 INLEIDING Inleiding In mei 2018 startten een vertegenwoordiging van

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort In wonen 4. huishoudens. is alleenwonend, stel zonder kinderen en stel met kinderen. Vergeleken met de MRA (6) en de regio () heeft relatief veel stellen zonder kinderen.

Nadere informatie

Gevolgen extramuralisering voor de woningvoorraad. Stadsregio Arnhem-Nijmegen 26 maart 2014

Gevolgen extramuralisering voor de woningvoorraad. Stadsregio Arnhem-Nijmegen 26 maart 2014 Gevolgen extramuralisering voor de woningvoorraad Stadsregio Arnhem-Nijmegen 26 maart 2014 Inhoud Resume uitgangspunten extramuralisering Effecten voor de Stadsregio Ontwikkelingen vraagkant Ontwikkelingen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

Bewonerspanel Woonvormen

Bewonerspanel Woonvormen Interne Bedrijven, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Woonvormen Extra ruimte is belangrijkste wens voor toekomstige woning Bijna de helft van de

Nadere informatie

Naar een woonvisie voor Waterland

Naar een woonvisie voor Waterland Naar een woonvisie voor Waterland Informatieavond Raad 29 oktober 2015 de ruyterkade 112 1011ab amsterdam www.rigo.nl OPZET 1. Welkom en opening door de wethouder 2. Naar een woonvisie voor Waterland 3.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Uithoorn in het kort Er wonen 13.000 huishoudens in Uithoorn. Stellen met kinderen vormen de grootste groep, en hun aandeel ligt met 32% hoger dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Beemster 2017

Fact sheet Wonen in Beemster 2017 Fact sheet Wonen in Beemster 07 Beemster in het kort Er wonen.800 huishoudens in Beemster. In Beemster wonen iets meer gezinnen met kinderen dan gemiddeld, namelijk van de huishoudens is een stel met kinderen.

Nadere informatie

PFM PFM Wonen 2016

PFM PFM Wonen 2016 PFM 2016 PFM Wonen 2016 Actualisering PFM Wonen Oss Verkenning, raadspodium Oss, maart 2017 PFM 2016 Wat is PFM? Ontwikkelingen 2010-2016 Woonwensonderzoek 2015 Eerste contouren Pfm 2016 PFM 2016 Wat is

Nadere informatie

Regionale Agenda Wonen. Resultaten verdiepingsbijeenkomst Marktpartijen 5 juni 2018

Regionale Agenda Wonen. Resultaten verdiepingsbijeenkomst Marktpartijen 5 juni 2018 Regionale Agenda Wonen Resultaten verdiepingsbijeenkomst Marktpartijen 5 juni 2018 Algemeen Sommige gemeenten bouwen niet alleen voor eigen behoefte, maar ook voor bovenregionale behoefte. Hoe gaan gemeenten

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Ouder-Amstel in het kort Er wonen 5.900 huishoudens in Ouder- Amstel. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (32%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

WOONVISIE VELSEN 2040

WOONVISIE VELSEN 2040 WOONVISIE VELSEN 2040 28 Februari vond een bijeenkomst plaats met raadsleden en inwoners over de nieuwe Woonvisie. Het eerste deel bestond uit een informatiemarkt, waarbij uitleg en achtergronden gegeven

Nadere informatie

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost In deze notitie wordt het woningbouwprogramma dat met het bestemmingsplan De Groendijck- Oost, Driebruggen kan worden gerealiseerd, onderbouwd.

Nadere informatie

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel Eindverslag April 2015 1. Inleiding In april 2014 hebben gemeente Uden, gemeente Veghel en wooncorporatie Area een woonwensenonderzoek uitgevoerd. Om

Nadere informatie

Regionale detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland. Ondernemers 22 maart 2017

Regionale detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland. Ondernemers 22 maart 2017 Regionale detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland Ondernemers 22 maart 2017 Opzet werksessie 9.15 Kennismaking 9.30 Introductie en presentatie analyse 9.50 Werksessie Groep 1: hoofdwinkelgebieden Groep

Nadere informatie

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 RAPPORTAGE WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008 2009 Uitgevoerd in opdracht van Parkstad Limburg Door: Datum: Ikwileenanderewoning.nl, 13 09 2009 Woonplein

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

Fact sheet Wonen in Weesp 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen ruim 8.00 huishoudens in. De huishoudenssamenstelling wijkt nauwelijks af van die van Gooi en Vechtstreek. In is het aandeel alleenwonenden net wat hoger dan

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving Centrum/Belcrum woongebied 7

Gebiedsbeschrijving Centrum/Belcrum woongebied 7 Gebiedsbeschrijving Centrum/Belcrum woongebied 7 1. Inleiding De gebiedsbeschrijving Centrum/Prinsenbeek is opgesteld met als doel om betrokkenen in de woongebieden eenduidige informatie te bieden over

Nadere informatie

Woonvisie gemeente Beuningen, Duurzaam, zorgzaam en vitaal wonen Samenvatting

Woonvisie gemeente Beuningen, Duurzaam, zorgzaam en vitaal wonen Samenvatting 1 Woonvisie gemeente Beuningen, 2018-2023 Duurzaam, zorgzaam en vitaal wonen Samenvatting Voorblad voor pers/bewoners Waarom een woonvisie? De woningmarkt trekt aan, mensen willen weer verhuizen, maar

Nadere informatie

Doelgroepen TREND A variant

Doelgroepen TREND A variant Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016 Woonvisie Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016 Aanleiding Verschuiving van de volkshuisvestelijke opgave Sociale huur: Woningwet 2015 redelijke bijdrage Langer zelfstandig wonen Lokaal beleid 2

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013 Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013 Programma 1. Waarom deze avond? 2. Presentatie proces ontwikkeling regionaal woningbouwprogramma stadsregio Jan Provoost, projectleider

Nadere informatie

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Woonvisie Regio Eindhoven Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Actieprogramma 2013 1 Inleiding Op 28 juni 2012 heeft de Regioraad de Regionale Woonvisie 2012-2015 vastgesteld.

Nadere informatie

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 1. Inleiding Bij de vaststelling van de beleidsnota Volkshuisvesting 2005 2010 door de gemeenteraad op 14 april 2005 zijn een aantal conclusies getrokken die kenmerkend

Nadere informatie

Prioriteiten volkshuisvesting

Prioriteiten volkshuisvesting Prioriteiten volkshuisvesting Programma Inleiding: Sinisa Boksic (BZK) Toelichting 4 prioriteiten: Annelies Dassen (BZK) Uitkomsten startmeting prioriteiten: Hanjo Lagas (Atrivé) Prioriteiten in lokaal

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek IJsselstein. 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt

Woningmarktonderzoek IJsselstein. 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt Woningmarktonderzoek IJsselstein 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt de r u y t e r k a d e 1 1 2 C 1 0 1 1 a b a m s t e r d a m w w w. r i g o. n l Opbouw 1. Algemeen beeld woningmarkt

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Heemskerk in het kort Er wonen 17.300 huishoudens in Heemskerk. Heemskerk telt relatief veel stellen zonder kinderen, 31% van de huishoudens is een stel zonder kinderen.

Nadere informatie

samenvatting WOONZORGVISIE GEERTRUIDENBERG Woonzorgvisie Geertruidenberg 4 maart 2015 Pagina 1

samenvatting WOONZORGVISIE GEERTRUIDENBERG Woonzorgvisie Geertruidenberg 4 maart 2015 Pagina 1 samenvatting WOONZORGVISIE GEERTRUIDENBERG Woonzorgvisie Geertruidenberg 4 maart 2015 Pagina 1 Inleiding In de gemeente Geertruidenberg staan al geruime tijd woonzorgcomplexen op de nominatie om herontwikkeld

Nadere informatie

*Z DA7* nummer : 71 onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Verordening blijverslening gemeente Heemskerk 2018.

*Z DA7* nummer : 71 onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Verordening blijverslening gemeente Heemskerk 2018. *Z0288114DA7* nummer : 71 onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Verordening blijverslening gemeente Heemskerk 2018 Aan de raad, Inleiding In samenwerking met de Nederlandse gemeenten heeft de

Nadere informatie

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 Kaartje concentraties 75+ 1 team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Inleiding Op 23 maart 2015 startte het Woondebat met een open bijeenkomst. Doel

Nadere informatie

Vergelijking van de sociale huurwoning voorraad met de particuliere huurwoning voorraad

Vergelijking van de sociale huurwoning voorraad met de particuliere huurwoning voorraad Vergelijking van de sociale huurwoning voorraad met de particuliere huurwoning voorraad Inleiding Op 1 oktober 2012 is een meting van de nultredenwoningen binnen de sociale huurwoning voorraad, die in

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Haarlemmermeer in het kort Er wonen ruim 61.000 huishoudens in Haarlemmermeer. Haarlemmermeer telt relatief veel gezinnen met kinderen: 35%, tegenover 32% in Amstelland-Meerlanden

Nadere informatie

Gemeentelijk beleid wonen en zorg

Gemeentelijk beleid wonen en zorg Informatieblad 2. Wonen en zorg April 2015 Gemeentelijk beleid wonen en zorg Gemeentelijk beleid over wonen en zorg wordt vormgegeven in de woonvisie van een gemeente. Concrete afspraken over doelstellingen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017 Fact sheet Wonen in Gooise Meren 0 Gooise Meren in het kort In Gooise Meren wonen 6.000 huishoudens. De meeste () zijn alleenwonend, in Gooi en Vechtstreek is dat, in de is dat. De grootste groep is tussen

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beantwoording motie positie starters op de woningmarkt (M2-3/5-3-2-12) Geachte leden,

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beantwoording motie positie starters op de woningmarkt (M2-3/5-3-2-12) Geachte leden, Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-104 2012 HK Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon J.J. Kluit BEL Doorkiesnummer

Nadere informatie

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010)

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010) Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010) Vanuit de VNG komen diverse krimp en vergrijzingcijfers. In de woonvisie Wonen in een

Nadere informatie

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen Basisinspanning Een evenwichtige bevolkingsopbouw, die in 2025 gegroeid is naar minimaal 25.000 inwoners. Voor iedere (toekomstige) inwoner moet een woning beschikbaar zijn die past in zijn/haar leefsituatie.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Landsmeer 2017

Fact sheet Wonen in Landsmeer 2017 Fact sheet Wonen in Landsmeer 0 Landsmeer in het kort Er wonen.00 huishoudens in Landsmeer. Hier wonen iets meer gezinnen met kinderen (33) dan gemiddeld ( regio en 6 MRA) en ook meer stellen zonder kinderen

Nadere informatie

Woningcorporaties: oplosser of veroorzaker van zorg- en veiligheidsproblemen? Sander Koomen (Aedes) Simone van Raak (Zayaz)

Woningcorporaties: oplosser of veroorzaker van zorg- en veiligheidsproblemen? Sander Koomen (Aedes) Simone van Raak (Zayaz) Woningcorporaties: oplosser of veroorzaker van zorg- en veiligheidsproblemen? Sander Koomen (Aedes) Simone van Raak (Zayaz) Agenda De sector Taak en rol corporaties Zorg en veiligheid > actuele vraagstukken

Nadere informatie

Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties

Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties Bijlage 2 Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties 1 De thema s en de prestatieafspraken op hoofdlijnen 1.1 Thema Betaalbaarheid

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Oostzaan 2017

Fact sheet Wonen in Oostzaan 2017 Fact sheet Wonen in Oostzaan Oostzaan in het kort Oostzaan telt ongeveer 000 huishoudens in. Er wonen veel stellen met kinderen ( versus gemiddeld in de ) en stellen zonder kinderen ( versus gemiddeld).

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. Vier op de tien huishoudens (0)is een alleenwonende, gelijk aan het gemiddelde in de MRA. Bijna de helft van de huishoudens in is tussen

Nadere informatie

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 11 december 2018

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 11 december 2018 Wonen in Súdwest-Fryslân Presentatie woningbehoefteonderzoek 11 december 2018 Vanavond Opening Toelichting op het woningbehoefteonderzoek Pauze Gesprek over wonen in Súdwest-Fryslân Afsluiting Einde: 21.30

Nadere informatie

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal De grijze golf Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot 23 In deze factsheet rapporteren we over de uitkomsten van de bevolkings- en huishoudensprognose en de gevolgen ervan voor de Drechtsteden. De

Nadere informatie

WoonOnderzoek2012 & Grote WoonTest Haaglanden

WoonOnderzoek2012 & Grote WoonTest Haaglanden WoonOnderzoek2012 & Grote WoonTest Haaglanden Opvallend(st)e uitkomsten en gebruik Toelichting na AB Haaglanden 27-11-2013 WoON12 & GWT Haaglanden Opbouw bijeenkomst: Inleiding en samenvatting uitkomsten

Nadere informatie