w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Teken de versiering op de taart.

Transcriptie

1 j aargroep 6 a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs De helft met aardbeien. Een vierde deel met appels. Een achtste deel met kersen. De rest met bessen. blok w e r k b o e k Teken de versiering op de taart.

2 Les Overal getallen Hoeveel eieren? Reken uit en vul in. Waar ongeveer? Maak eerst vast. Vul daarna in D H T E D H T E D H T E D H T E aantal dagen eieren 5 5 aantal dagen eieren bruine eieren D H T E witte eieren D H T E 4 Geef eerst de kaartjes bij de kippen ieder een eigen kleur. Maak daarna de getallen in de juiste kleur Vul de getallenlijnen in Maak het juiste kaartje vast. vijfduizend zevenhonderddrie zevenenvijftighonderddrie

3 Les Handig rekenen Hoeveel eieren samen? 4 Splitsen. bruine eieren witte eieren. 5 9 week week week 7 week week 6 week week 4 9 week 5 week 4 9 week week 6 8 week 6 8 samen. samen 97 5 Hoeveel kuikens samen? Hoeveel kippen samen? Reken op drie manieren Hoeveel eieren zijn kapot? Samen 98 kippen. Hoeveel witte kippen? Reken op drie manieren. 96 over over

4 Les Samen en alleen Op de boerderij zijn 6 kippen. Er zijn 8 gele kippen, 7 grijze en witte kippen. Er zijn ook bruine kippen. De boer verkoopt de eieren. De eieren worden verpakt in dozen van tien eieren, van twaalf eieren, van zes eieren en van vier eieren. Hoeveel bruine kippen heeft eft de boer? 4 Hoeveel eieren samen? 45 dozen 4 dozen 6 dozen 8 dozen 9 Hoeveel emmers voer zijn er per dag nodig? Iedere kip eet beker voer per dag. Met emmer voer kun je bekers vullen samen Kijk bij opdracht 4. Hoeveel eieren blijven er over? Hoeveel zakken voer gebruikt de boer in dagen? De boer koopt kippenvoer in grote zakken. Met zak voer kan de boer 6 emmers vullen. 6 Niet alle dozen worden verkocht. Er zijn 4 dozen van tien eieren over, 9 dozen van twaalf eieren, dozen van zes eieren en 7 dozen van vier eieren Kijk bij opdracht 4 en 5. Hoeveel eieren zijn er verkocht?

5 Les 4 Meten met maten Hoe lang ben jij? Schrijf op. Ik ben meter en centimeter lang. Ik schrijf dit op als, m Plak hier jouw pasfoto. m Hoe lang? Schrijf op en maak vast. m Hoe lang is iedereen ongeveer? Vul in. Ik zit naast je: m m vaдr opa oma mœдr Lœs Pim opa vader oma, 8 m, 7 m, 88 m moeder Loes Pim, 66 m, 4 m, m 4 Hoe lang zijn de kinderen in jouw groep? Vul in. Kleur in de grafiek , m lengte langer dan,7 m, m van,6 m tot en met,69 m van,5 m tot en met,59 m van,4 m tot en met,49 m van, m tot en met,9 m kleiner dan, m aantal kinderen lengte in cm , m 4, m aantal kinderen 6 5 Eva 5 De man op de foto is.48 meter. Hoe lang zijn de vrouwen ongeveer? 4 Maak vast aan de meetlat. Hoe lang ben jij? Eva 8 m, m, 54 m ongeveer, 65 m 9

6 Les 5 Meten in de ruimte Jelle bezoekt het dorp Molengraaf. Waar zijn de foto s gemaakt? Schrijf de letters op de juiste plaats. Welke foto s maak jij? Teken. a e g b c d f h a b c a b c d Kijk bij opdracht. Jelle maakt drie foto s vanaf plaats. Waar staat hij? Jelle staat midden in de fontein e f g h

7 Les 6 Handig rekenen Hoeveel eieren gebruikt de bakker in,, 6 en weken? 4 Hoeveel eieren samen? Maak de sommen. Ik gebruik doos per week. 6 dozen. 6 5 = 4 weken = 9 weken = 54 6 weken weken = = 9 5 Hoeveel eieren samen? Maak de sommen. Hoeveel eieren gebruikt de bakker in,, 5 en weken? Ik gebruik doos per week. 6 dozen. 4 = 6 4 = 5 4 = 7 44 weken weken 5 weken = 44 x 4 = 4 = 5 4 = weken 4 6 Hoeveel eieren samen? Maak de sommen. Vul de tabellen in. Hoeveel samen? dozen. 5 = = 5 = 6 8 = 5 = 5 = = 6 = samen 648 samen = 6

8 Les 7 Handig rekenen Hoeveel eieren heeft elke kip gelegd? Maak de sommen. Hoeveel zakken zijn er nodig? Maak de sommen. eieren Er zijn kippen. Er zijn kippen. koeken 5 koeken Er zijn 4 kippen. Er zijn 8 kippen. koeken 6 koeken in een zak. koeken Hoeveel dozen zijn er nodig voor de eieren? Maak de sommen. 4 Hoeveel zakken zijn er nodig? Maak de sommen. broodjes 4 broodjes broodjes broodjes 4 broodjes

9 Les 8 Samen en alleen Een taart versieren Waar of niet waar? Streep door wat fout is. Mia bakt met haar moeder verschillende taarten. Elke taart gaat ze versieren met verschillende vruchten. Ze maakt daarvoor eerst een tekening om te zien hoe de taart versierd moet worden. Teken de versiering op de taarten. Een helft met druiven. Een helft met appels. Een kwart met druiven. De helft met aardbeien. Een vierde deel met appels. Een vierde deel met kersen. De helft met aardbei. Een kwart met appel. waar / niet waar Een vijfde deel met druiven. Een vijfde deel met aardbei. Een vijfde deel met appel. Een vijfde deel met kersen. Een vijfde deel met mandarijn. Op elk tiende deel een aardbei. waar / niet waar De helft met appel. Een tiende deel met kersen. Een tiende deel met druiven. Een tiende deel met aardbei. Een tiende deel met mandarijn. Een tiende deel met bessen. Een vijfde deel met druiven. Een vijfde deel met aardbeien. Een vijfde deel met appels. Een vijfde deel met kersen. Een vijfde deel met ananas. waar / niet waar 4 Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf. waar / niet waar Wij zijn met kinderen. Op elk tiende deel een aardbei. Ieder krijgt een derde deel Een deel van de taart is versierd. Hoe groot is het stuk? Wij zijn met 6 kinderen. Ieder krijgt een zesde deel de helft - een half stuk Wij zijn met 8 kinderen. een kwart - een vierde deel Ieder krijgt een achtste deel 5 Hoeveel krijgt ieder? een vijfde deel een tiende deel vier stukken of een halve taart twee stukken of een kwart taart een stuk of een achtste deel 6 7

10 Les 9 Meten met maten Verdeel de meter. cm meter cm meter = cm, m 4 Hoeveel is het? Teken munten. een halve euro een kwart euro m m cm in stukken cm de helft = 5 cm,5 cm m m een tiende euro een honderdste euro cm in 4 stukken cm een kwart = 5 cm,5 cm m m cm in stukken cm een tiende = cm, cm 5 Vul in. m m m = cm euro = c. cm in stukken cm een honderdste = cm, cm halve m 5 cm halve euro 5 c. m Zoek voorwerpen in de klas. Meet en schrijf. voorwerp lengte in m lengte in cm m een honderdste meter een tiende meter een kwart meter een halve meter kwart m kwart m cm cm cm cm cm cm cm cm cm cm 6 Hoeveel kost het lint? een tiende meter 5 cm 5 cm kwart euro kwart euro 5 c. 5 c. cm Ik koop een halve meter. c. c. c. c. c. c. c. c. c. c. Ik koop een kwart meter. een tiende euro c. Ik koop cm. een meter euro per meter 5 c. 5 c. c. Hoe lang is het touw? Mijn touw is een halve meter + een kwart meter + een tiende meter + een honderdste meter. m kost m kost m kost euro euro 5 euro halve m 5 c. 5 c. 5 c. kwart m 5 c. 5 c. 5 c. cm c. c. 5 c. 8 Het touw is 86 cm lang. cm c. c. 5 c. 9

11 Les Meten in de ruimte Waar zijn de gebouwen, het sportpark en het zwembad? Teken. Teken de gebouwen op de plattegrond. Hoe kun je ze vinden? Schrijf. kerk kerk camping school school politiebureau politiebureau supermarkt zwembad muziekschool sportpark bibliotheek De kerk ligt ongeveer in het midden van het dorp. De kerk ligt aan de Kerklaan, de Fazantenweg, de Roodborstlaan en de Nachtegaallaan. Camping De Vogel ligt midden boven op de kaart tussen het kanaal, de Randweg en de Valklaan. De school staat vlakbij de kerk. De school ligt aan de Fazantenweg en de Reigerstraat. Het politiebureau staat rechtsonder op de kaart. Het politiebureau staat vlakbij de rotonde van de Randweg en het Mussenpad. Het zwembad ligt aan de andere kant van het kanaal. Om bij het zwembad te komen rijd je over de Randweg het dorp uit. Je ziet het zwembad links liggen. Het sportpark ligt links op de kaart. Het sportpark ligt aan de Parklaan en de Tennisparkweg.

12 Les Handig rekenen Hoeveel koeken samen? Hoeveel samen en hoeveel over? Ik ga nog koeken bakken. D H T E 4 5 D H T E D H T E D H T E = = 665 D H T E Aanwijzing voor de leerkracht: volledig algoritme verkort algoritme volledig algoritme verkort algoritme Hoeveel koeken zijn er over? = Hoeveel koeken samen? 895 vanochtend 48 koeken verkocht. vanmiddag 96 koeken verkocht. nog koeken gebakken. D H T E D H T E D H T E = = = 9 + 9

13 Les Handig rekenen Hoeveel eieren? 4 Hoeveel eieren legt elke kip? 5 eieren Er zijn kippen. Er zijn 5 kippen. dozen. dozen. dozen. 5 Er zijn kippen. Er zijn 5 kippen. Hoeveel dozen? 5 8 eieren. 8 eieren. 8 eieren. 5 Hoeveel broodjes? 5 kratten. 5 kratten Hoeveel knikkers? 4 zakken. 8 zakken. 4 kratten. 4 kratten

14 Les Samen en alleen Hoeveel eieren heb je nodig? Hoeveel kost elke doos? De boer verkoopt de eieren in dozen. Er zijn dozen van tien eieren, van twaalf eieren, van zes eieren en van vier eieren. recept voor pannenkoeken: - pak meel - eieren - liter melk Klop alles goed door elkaar! pannenkoeken eieren pannenkoeken eieren 6 8 cent per ei,8,6,8,7 4 Hoeveel dozen van 6 eieren heb je nodig? eieren dozen eieren dozen cent per ei,,64,, cent per ei,4,88,44, Hoeveel dozen zijn er verkocht? De boer heeft grote eieren verkocht. Hij heeft 48, gekregen voor de dozen van tien eieren, 8,8 voor de dozen van twaalf eieren, 7, voor de dozen van zes eieren en 9,6 voor de dozen van vier eieren. 5 Hoeveel pannenkoeken kun je maken met 4 pakken meel? 7 6 Verdeel alle pannenkoeken van opdracht 5. Hoeveel kinderen kunnen, 4 en 5 pannenkoeken eten? pannenkoeken 4 kinderen 4 pannenkoeken 5 pannenkoeken 8 44 kinderen kinderen 6 5 7

15 Les 4 Meten met maten Hoeveel kost het? Schrijf op.,5,,6 5 Hoeveel uur van vandaag tot morgen? Vul in. vandaag datum: morgen datum: euro en 5 cent euro en cent euro en 6 cent 4 uur Leg met munten. Teken.,,, 6 Hoeveel minuten in een uur? 6 minuten Hoeveel krijg je terug? Eerst schatten, dan precies. 7 Hoe laat begint het programma? Teken en schrijf. Bakker Bas taarten 5,9 blikken speculaas 4,55 bonbons 9,6 4 zakken broodjes 5, tot ziens samen ongeveer samen precies je krijgt terug 87,6,64 Super de Super kaas 8, 6 servetten, 75 ananas, 5 dank u en tot ziens : 4:4 Studio Zapp : Meester Jonas 4:9 Vraag en antwoord 4:4 Joris op avontuur 5: Topsterren 6: Rekenspel 7: Schoolnieuws 7:5 7:5 Kindertijd 7:6 Koken met Elja 7: Duiken in de diepte 7:7 Dieren in de herfst 7:5 Speelplein 7:55 Buurthuis 8:5 Droomwereld Joris op avontuur 4:4 Meester Jonas : Koken met Elja 7:6 Droomwereld 8:5 4 Hoeveel heb je over? Wat kun je nog kopen? 8 Kijk bij opdracht 7. Kies twee programma s. Hoe laat beginnen ze? Teken en schrijf. 8 Kleding en schoenen rok 9, 95 T-shirt, schoenen 4, 5 Ik koop over,55 9

16 Les 5 Wizmix Het getallendoolhof Je speelt het spel met of 4 spelers. Je hebt voor elke speler een pion nodig. Het doel is om zo snel in het midden op het getal 4 te komen. Elke speler begint op vakje bij een startrondje. Je mag de pion steeds vakje opschuiven, horizontaal of verticaal. Je loopt telkens van naar, van naar, van naar 4, enzovoort. Je mag niet terug lopen. Om de beurt verplaatsen de spelers hun pion. Wie is het eerst in het midden? start start start start