Onderwerp: Financieel beleid GR Presikhaaf Bedrijven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwerp: Financieel beleid GR Presikhaaf Bedrijven"

Transcriptie

1 Ing. 29 februari 2016 PS PS 25 mei 2016 Arnhem, 29 februari 2016 Aan: het College van GS Provincie Gelderland Postbus GX Arnhem CC: Provinciale Staten Gelderland, t.a.v. de commissie Algemeen Bestuur en Financiën de Raad van de gemeente Arnhem de Wethouder W&I van de gemeente Arnhem, mw. W.P. van Burgsteden de Raad van de gemeente Zevenaar, t.a.v. de commissie Middelen de Auditcommissie van de gemeente Arnhem het Algemeen Bestuur van Presikhaaf Bedrijven, t.a.v. dr. M.A.R. Leisink Onderwerp: Financieel beleid GR Presikhaaf Bedrijven Uw kenmerk: Geacht College, Gelet op uw toezichthoudende rol op financiën van gemeenschappelijke regelingen wil ik uw aandacht vragen voor de gang van zaken bij Presikhaaf Bedrijven. In december 2015 heeft de gemeenteraad van Zevenaar een amendement aangenomen op initiatief van het CDA Zevenaar waarin om aandacht wordt gevraagd voor het correct handhaven en uitvoeren van de termijnen van de P&C-cyclus. Vandaag debatteert de Arnhemse gemeenteraad op verzoek van GroenLinks, PvdA en Zuid Centraal over de ontstane situatie rondom Presikhaaf Bedrijven. Het is maar de vraag of de P&C-cyclus nu wel gehandhaafd wordt. De Arnhemse PSP 92 vraagt uw College om het toezicht te verscherpen. Presikhaaf Bedrijven helpt kwetsbare Gelderlanders. Zij verdienen niet de dupe te worden van bestuurlijke beslommeringen. Met vriendelijke groeten, namens de PSP 92 Arnhem, Ramon Barends Bijlagen: 2. Secretariaat PSP 92 Arnhem Mierlostraat DW ARNHEM

2 *IN * IN RAADSVOORSTEL Datum raadsvergadering: 16 december 2015 Onderwerp Conceptbegroting 2016 Presikhaaf Bedrijven Voorstelnummer IN Samenvatting Het Algemeen Bestuur van Presikhaaf Bedrijven heeft met de brief van 29 oktober 2015 de conceptbegroting 2016 aangeboden aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. In de begeleidende brief vraagt het bestuur om het gevoelen van de raad voor 16 december kenbaar te maken. Definitieve vaststelling van de begroting vindt plaats in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 16 december Behandeling van de conceptbegroting 2016 van Presikhaaf Bedrijven in Zevenaar staat gepland voor de raadsvergadering van eveneens 16 december Dit betekent dat het gevoelen op basis van de uitkomsten van de behandeling in de vergadering van de commissie Samenleving van 1 december 2015 kenbaar kan worden gemaakt richting Presikhaaf. Dit onder het voorbehoud dat de raad het definitieve gevoelen nog uitspreekt. Raadsvoorstel Inleiding In het tweede kwartaal van 2015 hebben de Raden van de deelnemende gemeenten ingestemd met het rapport Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet. De kern van deze beleidsnotitie, die onder de naam BReSDO-rapport, door het leven gaat, is de verdeling van de uitvoering van taken onder de Participatiewet over gemeenten, het Werkgeversservicepunt (WSP) en Presikhaaf Bedrijven. Het BReSDO-rapport geeft aan dat de belangrijkste taken voor Presikhaaf Bedrijven bestaan uit het werkgeverschap voor mensen met een SW-arbeidscontract en het bieden van beschut werk aan SWers die een loonwaarde kunnen realiseren tussen 25% en 40%. De overige taken gaan over naar gemeenten en het WSP. Dit betekent dat de huidige organisatie van Presikhaaf Bedrijven vereenvoudigd wordt waardoor de kosten lager worden en er voor de genoemde doelgroep een doelmatige uitvoeringsstructuur ontstaat voor onze arbeidsmarktregio. Het BReSDo-rapport moet voor Presikhaaf Bedrijven leiden tot: - Herstructureren van Presikhaaf Bedrijven; - Reduceren van de overhead; - Privatisering Dienstverleningsonderdelen; - Isoleren van de vastgoed problematiek; - Verbeteren governance en transparantie. Aangezien op dit moment onvoldoende uitgangspunten zijn te formuleren over de jaren na 2016 is nu geen meerjarenraming opgesteld. Weergave gevoelen: Wij stellen uw raad voor het volgende gevoelen uit te spreken over de conceptbegroting 2016: 1) In te stemmen met de conceptbegroting 2016 en de daarin geschetste ontwikkelingen en het weergegeven financiële beeld; 2) Op basis van de in de risicoparagraaf opgenomen risico s aangeven dat u behoefte heeft aan een nadere gekwantificeerde invulling van deze paragraaf en dat u verwacht die terug te vinden in het bedrijfsplan dat naar verwachting op 16 december in het Algemeen Bestuur van Presikhaaf Bedrijven zal worden vastgesteld; 3) Kennis te nemen van het ontbreken van een meerjarenperspectief omdat daarvoor onvoldoende uitgangspunten zijn vastgesteld voor de jaren na 2016; Onderwerp Conceptbegroting 2016 Presikhaaf Bedrijven Voorstelnummer IN Pagina 1 van 4

3 4) Uw gevoelen te uiten op de wijze zoals dat is opgenomen in de bijgevoegde conceptbrief waarbij u zorgen uit over de omvang van de risico s en de mogelijke impact daarvan en aandacht vragen voor een zorgvuldige aanpak van de doelgroep die het hier betreft. Waarom naar de raad De raad is bevoegd om het gevoelen van de gemeente kenbaar te maken op grond van artikel 29 van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorziening Midden Gelderland. Doelstelling en beoogd meetbaar effect Verschaffen van inzicht aan uw raad in de financiële en inhoudelijke ontwikkelingen en vooruitzichten bij Presikhaaf Bedrijven teneinde deze te kunnen toetsen aan de relevante gemeentelijke uitgangspunten en daar desgewenst richting bestuur van Presikhaaf op te reageren. De raad geeft in het gevoelen zijn reactie op de aangeboden conceptbegroting. Argumenten en alternatieven Argumenten behorend bij het gevoelen (punten 1 t/m 4): 1.1 De conceptbegroting sluit goed aan bij de in het BReSDO--rapport vastgelegde kaders en te bereiken doelstellingen. In de raadsvergadering van 27 mei 2015 heeft u net als de andere deelnemende gemeenten het door bureau Berenschot opgestelde BReSDO-rapport vastgesteld. Daarmee heeft u gekozen voor een modulaire afbouw van de gemeenschappelijke regeling Presikhaaf Bedrijven en gelijktijdig een modulaire opbouw van het Werkgevers Servicepunt (WSP) in de regio Midden Gelderland. In het rapport waren ook financiële doorrekeningen opgenomen voor de jaren 2016 en verder als de voorgestelde maatregelen zouden worden doorgevoerd. De nu aangeboden conceptbegroting sluit voor het jaar 2016 inhoudelijk en financieel goed aan bij het rapport. 1.2 Doordat de begroting aansluit bij de doelstellingen en kaders zoals die in het BReSDO-rapport zijn vastgelegd is de opgave die er ligt voor zowel Presikhaaf Bedrijven als het Werkgeversservicepunt helder. Met deze begroting is goed inzichtelijk welke effecten van welke maatregel te bereiken zijn. Door de begroting te splitsen in overzichtelijke modules ontstaat er zicht op de effecten van elke maatregel. In combinatie met hetgeen in de risico-paragraaf is opgenomen is wel te verwachten dat maatregelen niet volledig of later zullen worden doorgevoerd. Daardoor zullen er ook verschillen gaan ontstaan in de effecten voor Door nu wel een begroting vast te stellen die geheel aansluit bij het BReSDO-rapport blijft in beeld wat we oorspronkelijk wilden bereiken. 2.1 De risico s zijn goed omschreven in paragraaf 3 van de conceptbegroting en mogelijke tegenmaatregelen zijn al beschrijvend in beeld gebracht. Inhoudelijk is er al aandacht geweest voor het beschrijven van de risico s en ook mogelijke maatregelen om ze te voorkomen en te verkleinen. Door de tijdsdruk waaronder deze begroting tot stand is gekomen is het kwantificeren van de risico s nog niet gelukt. Zoals beschreven komt dat in het bedrijfsplan aan de orde waar momenteel hard aan gewerkt wordt. 2.2 In het nog op te stellen bedrijfsplan zullen de risico s, de tegenmaatregelen en mogelijke scenario s om het transitieproces goed te controleren in beeld worden gebracht. Het is de bedoeling dat in dit bedrijfsplan waarin ook de verbinding wordt gelegd met het Werkgevers servicepunt en de gemeenten (die ook een module gaan overnemen van Presikhaaf Bedrijven) zicht wordt gegeven op de wijze waarop het transitietraject wordt ingericht. 3.1 Door de vele veranderingen die moeten gaan plaatsvinden en de manier waarop ze op elkaar in kunnen werken is het niet mogelijk een in financiële zin realistisch en waardevol meerjarenperspectief te schetsen. Door de complexiteit van het proces en de omvang van de veranderingen die we willen bereiken en de onzekerheden zoals die zijn weergegeven bij de risico s is er weinig helderheid te geven over de jaren na Er is dan ook in deze begroting geen meerjarenperspectief opgenomen. Wel blijven de lange termijn doelstellingen zoals die in het BReSDO-rapport waren opgenomen onverkort geldig. Onderwerp Conceptbegroting 2016 Presikhaaf Bedrijven Voorstelnummer IN Pagina 2 van 4

4 3.2 De ingezette koers is er nadrukkelijk op gericht om op de lange termijn een veel beter financieel en sociaal perspectief te realiseren. De koers die wordt ingezet en het splitsen van de begroting in modules geeft zicht en grip op het transitieproces. De doelen die we op termijn willen bereiken blijven zo in beeld. Mogelijk zal er soms sprake zijn van een lager tempo of beperktere doelgroep waarvoor de maatregel gaat gelden als dat gegeven de omstandigheden beter blijkt. 4.1 Het Algemeen Bestuur heeft de raad gevraagd het gevoelen weer te geven. Zoals u bekend is wordt aan de raden van deelnemende gemeenten gevraagd om zowel over de begroting als over de jaarrekening maar ook over belangrijke beleidsdocumenten het gevoelen te uitten. Bij dit voorstel treft u daarvoor een concepttekst aan. Kanttekeningen: 1.1 De aard en omvang van de beschreven risico s in paragraaf 3 van de conceptbegroting geven in combinatie met een ambitieuze planning aanleiding tot grote zorgen. Daar staat echter tegenover dat de risico s wel in beeld zijn en dat het bedrijfsplan dat thans wordt opgesteld uitvoerig aandacht zal schenken aan de risico s. Hoe ze voorkomen kunnen worden dan wel maximaal beperkt. Het bestuur van Presikhaaf Bedrijven heeft er bewust voor gekozen de geschetste risico s niet te vertalen naar het begrotingsbeeld ook omdat er dan minder zicht zou zijn op de te bereiken doelstellingen (zie argument vermeld onder 1.2 ). 1.2 Voor beheersing van de risico s is het nog op te stellen bedrijfsplan als aanvulling op de begroting noodzakelijk. Het is de bedoeling dat het bedrijfsplan op 16 december 2015 behandeld gaat worden in het Algemeen Bestuur van Presikhaaf Bedrijven. Op pagina 3 van de conceptbegroting treft u beknopt aan wat er in dat plan aan de orde gaat komen. 2.1 De risico s zijn op dit moment nog niet gekwantificeerd in die zin dat ingeschat is wat de omvang ervan is en de kans dat het risico zich daadwerkelijk gaat voordoen. We gaan er zonder meer vanuit dat dit in het bedrijfsplan goed inzichtelijk zal worden gemaakt. We zullen u als raad actief informeren over de voortgang en de inhoud van het plan. 3.1 Doordat een meerjarenperspectief ontbreekt, kunnen we ook onze eigen meerjarenramingen op dit onderdeel (de participatiewet) niet goed inschatten. Daar is inderdaad sprake van maar momenteel weinig aan te doen. Omdat er in het BReSDO-rapport wel lange termijndoelen en resultaten zijn gesteld kunnen we vooralsnog daar op aansluiten. Door op basis van voortschrijdend inzicht dan bij te stellen is er voldoende perspectief te schetsen voor de jaren na Hoe gaan we dat bereiken en is evaluatie nodig? De raad dient geïnformeerd te worden over de werkzaamheden (gang van zaken) bij Presikhaaf Bedrijven. Communicatie Communicatie vindt via de gemeenschappelijke regeling plaats. Over de begroting 2016 van Presikhaaf Bedrijven en alle ontwikkelingen worden - voorafgaand aan de besluiten van gemeenteraden over deze begroting - een tweetal raadsinformatiebijeenkomsten gehouden op 17 en 19 november Kosten, baten en dekking In grote lijnen en dan met name wat betreft het exploitatietekort sluit de thans voorliggende conceptbegroting van Presikhaaf Bedrijven nauw aan bij de cijfers zoals die waren opgenomen in het door Berenschot opgestelde BReSDO-rapport. Op een beperkt aantal punten zijn er verschillen deels door voortschrijdend inzicht, deels door nadere invulling van de voorgestelde maatregelen en deels door actualisatie van de huidige aantallen Wsw-ers. Op basis van de nu voorliggende begroting zal de gemeente Zevenaar een bedrag van in het geraamde exploitatietekort van bijdragen (Zevenaar deelt voor 6,84% in het resultaat). Op basis van het BReSDO-rapport bedroeg de bijdrage voor Zevenaar ; een nadeel dus van Daarnaast blijken de incidentele lasten over 2016 lager uit te vallen. Dit heeft tot gevolg dat de dekking (aanwending van claim binnen de algemene reserve van Zevenaar) voor de incidentele tekorten Onderwerp Conceptbegroting 2016 Presikhaaf Bedrijven Voorstelnummer IN Pagina 3 van 4

5 lager is waardoor een extra nadeel ontstaat van In onderstaand financieel overzicht zijn de afwijkingen opgenomen t.o.v. de raming in de begroting van Zevenaar voor het jaar primitieve gewijzigde omschrijving resultaat PHB raming 2016 raming 2016 verschil - subsidieresultaat / verloningsresultaat operationeel resultaat overig resultaat (incidentele baten/lasten) Exploitatieresultaat (nadeel) PHB aandeel Zevenaar n.a.v. gewijzigde concept begroting 2016 bijdrage aandeel Zevenaar in het tekort dekking uit claim algemene reserve restant tekort (dekking algemene middelen) De effecten als gevolg van de wijzigingen in de (concept) begroting 2016 van Presikhaaf Bedrijven worden verwerkt in de 1 e Voortgangsrapportage Nadrukkelijke kanttekening die het college hierbij wil plaatsen is dat er in deze begroting sprake is van grote risico s zowel qua omvang als qua waarschijnlijkheid dat ze gaan optreden. Daarnaast is te verwachten dat extra frictiekosten en implementatiekosten voort zullen gaan komen uit het bedrijfsplan van Presikhaaf Bedrijven dat op 16 december zal worden vastgesteld. We verwachten dan ook dat we nog met tegenvallers zullen worden geconfronteerd op weg naar een op langere termijn beter financieel en sociaal perspectief voor uitvoering van de Participatiewet. Burgemeester en wethouders van Zevenaar, De secretaris, De burgemeester, Mw. mr. S.E.G. Wiersma Drs. J.A. de Ruiter Portefeuillehouder S.H. Bijl Datum b&w 10 NOVEMBER 2015 Nummer b&w-advies IN Behandelend ambtenaar/afdeling E.J. BREMAN / ONTWIKKELING Telefoon Behandeling in raadscommissie Samenleving Onderwerp Conceptbegroting 2016 Presikhaaf Bedrijven Voorstelnummer IN Pagina 4 van 4

6 AMENDEMENT Raadsvergadering: 16 december 2015 Onderwerp: Conceptbegroting 2016 Presikhaaf Bedrijven Raadsvoorstelnummer: IN Toelichting Tijdens de begrotingsbehandeling van Presikhaaf bedrijven vorig jaar november, heeft de raad van Zevenaar in grote meerderheid aangegeven het zeer onwenselijk te vinden dat de vergader- en besluitvormingscyclus van Presikhaaf Bedrijven geen rekening houdt met die van de deelnemende gemeenteraden. Hierdoor staat onze raad feitelijk op grote afstand en vindt besluitvorming in deze gemeenschappelijke regeling plaats voordat onze raad zich formeel kan uitspreken. Mede daarom is toen een motie aangenomen waarin het college werd opgedragen zich hard te maken om dit in de toekomst te voorkomen. Tijdens de commissiebehandeling van deze maand is gebleken dat aan deze motie door de portefeuillehouder geen invulling is gegeven. Daarom wenst de raad dit nu per amendement te regelen. Voorgesteld wordt: Het raadsbesluit als volgt te amenderen: Onderdeel II toe te voegen Draagt het college op om er zorg voor te dragen dat de begrotingen van Presikhaaf Bedrijven jaarlijks eerder, dat wil zeggen voor behandeling van begrotingen in algemeen bestuur Presikhaaf Bedrijven aan de raad worden voorgelegd Ondertekening, Zevenaar, 15 december 2015 De fractie van het CDA, namens deze, J. de Nooij Fractievoorzitter

7 Agenda voor de Politieke Maandag van 29 februari 2016 Stadhuis, Raadzaal Datum: maandag 29 februari 2016 Aanvang: 20:15 2. Vaststellen van de agenda en spreektijdverdeling. 2.a. Stemming over het interpellatieverzoek van de fracties van GroenLinks,PvdA en Zuid Centraal over de ontstane situatie bij Presikhaaf Bedrijven. Interpellatieverzoek van de fracties van GroenLinks, PvdA en Zuid Centraal over ontstane situatie Presikhaaf Bedrijven (pdf) Bijlage - Bresdorapport (pdf) Bijlage - Aangenomen motie van de fracties van de PvdA en Zuid Centraal "SW werknemersperspectief centraal" (15M62) (pdf) Bijlage - Aangenomen motie van de fractie van de SP "Niemand achter geraniums" (15M60) (pdf) Bijlage - Aangenomen motie van de fracties van GroenLinks, PvdA, Arnhemse Ouderen Partij en Zuid Centraal "Basis voor werk" (15M63) (pdf) Bijlage - Concept Programmaplan (pdf) Bijlage - Conceptbrief gemeente Arnhem inzake Gevoelen gemeente Arnhem conceptbegroting 2016 Presikhaaf Bedrijven (pdf) Raadsbesluit van 26 mei 2015 (pdf) Verslag AB - 8 juli 2015 (pdf) Verslag AB - 30 september 2015 (pdf) Verslag AB - 28 oktober 2015 (pdf) Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen (pdf) Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma (pdf) Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" (pdf) Bijlage - Brief "Besluiten van het Dagelijks Bestuur d.d ", d.d (pdf) Bijlage - Mail van aan AB inzake Presikhaaf Bedrijven, toezending documenten BReSDO in Perspectief Sociale Firma (pdf) Brief - Wethouder Van Burgsteden: Toezending nadere informatie (pdf) Brief d.d aan Dagelijks Bestuur Presikhaaf Bedrijven (pdf) 1

8 Interpellatieverzoek van de fracties van GroenLinks, PvdA en Zuid Centraal over... Interpellatieverzoek Ontstane situatie Presikhaaf Bedrijven GroenLinks, PvdA en Zuid Centraal 21 februari 2016 Afgelopen 29 januari werd bekend dat de interim-directeur van Presikhaaf Bedrijven is weggestuurd als gevolg van een verstoorde werkrelatie. Op dat zelfde moment trad mevrouw Van Burgsteden terug als voorzitter van het Dagelijks Bestuur. De functie van voorzitter wordt tijdelijk ingevuld door meneer Leisink. Op maandag 15 februari vond over deze situatie een bespreking plaats tijdens de Politieke Maandag. Tijdens deze bespreking stelden mevrouw Van Burgsteden en de heer Leisink onder meer dat het niet gelukt is de directie van Presikhaaf Bedrijven en het bestuur op één lijn te krijgen, dat er geen geformaliseerde informatie over een alternatief plan is aangeboden aan het Dagelijks Bestuur van Presikhaaf Bedrijven en dat er onvoldoende inzicht is in wat er onder leiding van de voormalige interim-directeur gebeurd is. De afgelopen dagen kwam er meer informatie naar buiten. Uit die informatie blijkt duidelijk dat er wél een alternatief plan aangeboden is aan het Dagelijks Bestuur door de directie van Presikhaaf Bedrijven, een plan dat ook gedeeld is met het Algemeen Bestuur, de Ondernemingsraad, vakbonden en gemeenteambtenaren. Uit een brief van zes leden van het Algemeen Bestuur blijkt daarnaast dat de (werk)verhoudingen binnen en rond het bestuur niet op orde zijn. Ook zij zijn kennelijk niet goed meegenomen in de recente ontwikkelingen. De gang van zaken roept veel vragen bij de fracties van GroenLinks, PvdA en Zuid Centraal over de politieke, bestuurlijke en inhoudelijke oorzaken en gevolgen van deze onrust, en de handelswijze van Arnhemse leden van het Algemeen Bestuur. Wij willen kunnen inschatten welke gevolgen dit alles heeft voor de toekomst van de medewerkers van Presikhaaf Bedrijven. Met dit interpellatieverzoek willen wij de Arnhemse leden van het Algemeen Bestuur van Presikhaaf Bedrijven verantwoording laten afleggen over de gevaren koers, waarbij wij mevrouw Van Burgsteden en de heer Leisink tevens als wethouder ter verantwoording roepen. Daarbij hebben we de volgende vragen: 1. Leden van de Arnhemse gemeenteraad vroegen tijdens de Politieke Maandag van 15 februari 2016 expliciet om informatie over onder meer de uitvoerbaarheid van het Bresdo-rapport en over een alternatief in de vorm van uitvoering via een sociale firma. Waarom is niet aangegeven dat deze informatie bestaat, terwijl dit wel het geval is? Waarom hebben mevrouw Van Burgsteden en de heer Leisink deze informatie niet gedeeld, terwijl zij een informatieplicht hebben richting de gemeenteraad? 2. Uit de brief van afgelopen 29 januari van het Algemeen Bestuur van Presikhaaf Bedrijven aan het Dagelijks Bestuur blijkt veel verschil van inzicht over de koers en aansturing van Presikhaaf Bedrijven en lijken de (werk)verhoudingen binnen het Algemeen Bestuur gespannen te zijn. Hoe is de samenwerking binnen het bestuur van Presikhaaf Bedrijven gezien de gespannen verhoudingen? 2

9 Interpellatieverzoek van de fracties van GroenLinks, PvdA en Zuid Centraal over... Wat is de rol daarin van de door de Arnhemse gemeenteraad aangewezen leden van het Algemeen Bestuur, ook onderling? 3. Welke stappen worden door (de Arnhemse leden van) het Algemeen Bestuur gezet om de formele structuur en de samenwerking rond Presikhaaf Bedrijven op korte termijn te verbeteren, en het vertrouwen in de aansturing te herstellen? 4. De ontstane situatie heeft waarschijnlijk gevolgen voor de inhoudelijke koers van Presikhaaf Bedrijven. Welke gevolgen van de onrust voor de inhoud zijn te verwachten? Op welke manier worden de gemeenteraad, medewerkers en andere betrokkenen meegenomen in het inhoudelijke vervolg? In hoeverre wordt aan de directie van Presikhaaf Bedrijven ruimte gegeven om alternatieve koersen uit te werken? We verzoeken de gemeenteraad toestemming te geven voor een interpellatiedebat. Namens de fracties van GroenLinks, PvdA en Zuid Centraal, Mark Coenders, Karin Lasthuizen en Guus van der Laak 3

10 Bijlage - Bresdorapport Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Bresdo Martin Heekelaar Luddo Oh Maarten Adelmeijer Sander Wiersema 27 maart

11 Bijlage - Bresdorapport Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Bresdo Inhoud Pagina Managementsamenvatting 1 Participatiewet 1 Presikhaaf Bedrijven 1 Mogelijke toekomstvarianten 1 Weging 2 Modulair opbouwen 2 Gefaseerde aanpak 3 Voorwaarden voor succesvol resultaat 3 1. Inleiding Aanleiding Achtergrond Vraagstelling Aanpak en verantwoording Leeswijzer 8 2. Participatiewet Doelstelling Aantallen Garantiebanen Budgetten Keuzes Midden Gelderland Beschut werk in Midden Gelderland Uitvoering Presikhaaf bedrijven Huidige situatie en financiële noodzaak Benchmark AMT en BW Toegevoegde waarde en indicatieve verdiencapaciteit Conclusies

12 Bijlage - Bresdorapport 4. Toekomstvarianten Inleiding Hoofdvarianten Afwegingskader en gekozen alternatief Modulair opbouwen Taken behorend bij loonwaarde > 40% Taken behorend bij loonwaarde < 40% Verdeling WSW zittend bestand en reguliere formatie over de nieuwe onderdelen Overige taken Financiële effecten Aanpak vervolgstappen Inleiding Strategiefase: contouren van de regionale samenwerking Participatiewet Planfase: bedrijfsplan (mei 2015 september 2015) Ontwerpfase (Oktober 2015 december 2015) Implementatiefase (januari 2016 juni 2016) Privatisering dienstverleningsonderdelen Voorwaarden voor succesvol resultaat 37 Bijlage 1: Raming klantaantallen per gemeente 40 Bijlage 2: Raming re-integratiebudgetten per gemeente 43 Bijlage 3: Vastgoed 46 Bijlage 4: Uittreden 48 Bijlage 5. Juridische samenwerkingsvormen 50 Bijlage 6: Lijst van betrokkenen bij het onderzoek

13 Bijlage - Bresdorapport Managementsamenvatting Participatiewet Op 1 januari 2015 is de Participatiewet ingevoerd, waarin de WWB, de WSW en de Wajong zijn samengevoegd. Gemeenten krijgen een belangrijke taak om mensen met een arbeidsbeperking zoveel mogelijk aan de slag te helpen. Deze groep wordt steeds groter. In de regio Midden Gelderland gaat het uiteindelijk, naar verwachting, om ruim personen. De rol van het SW-bedrijf is mede door het verdwijnen van de WSW, de forse bezuinigingen en wens om de betrokkenen zoveel mogelijk bij reguliere werknemers aan de slag te krijgen, niet meer vanzelfsprekend. Tegelijkertijd staan de financiële resultaten van Presikhaaf Bedrijven (PHB) al langere tijd onder druk. Het Bresdo heeft daarom aan Berenschot gevraagd om onderzoek te doen naar de toekomst van PHB en de regionale samenwerking op de Participatiewet. Presikhaaf Bedrijven Wij hebben eerst onderzoek gedaan naar de huidige situatie van PHB. Uit deze analyse komen de volgende bevindingen: De exploitatie is negatief. Deze loopt op tot 12 mln in De financiële noodzaak is groot om maatregelen te nemen. PHB is er nog onvoldoende in geslaagd om SW medewerkers van binnen naar buiten te brengen. De toegevoegde waarde per medewerker is laag. Het lukt nog onvoldoende om het verbeterpotentieel te realiseren. De gemeenten lopen aan tegen een complexe governance en zijn op zoek naar efficiënte oplossingen voor de huidige aansturing. Mogelijke toekomstvarianten Voor de toekomst van PHB zijn drie routes onderzocht: Geleidelijk afbouwen, waarbij PHB verantwoordelijk blijft voor het zittend bestand WSW. Direct stoppen, waarbij het zittend bestand terug gaat naar de gemeenten die dan zelf verantwoordelijk worden om de mensen te plaatsen. Middenvariant: afbouwen in

14 Bijlage - Bresdorapport Weging Geleidelijk afbouwen wordt als onwenselijk gezien vanwege de hoge kosten. Direct stoppen is onaantrekkelijk, omdat een grote groep (2500 fte) WSW-ers niet meer terecht kan bij PHB en gemeenten onvoldoende mogelijkheden hebben om hen zelf een plek te geven. Gemeenten hebben de voorkeur voor de middenvariant. Deze biedt voordelen, omdat de bestaande infrastructuur van PHB wordt verbonden met de nieuwe taken in het kader van de Participatiewet. Bovendien is deze financieel het meest aantrekkelijk. Wij hebben deze variant verder uitgewerkt. Modulair opbouwen We maken onderscheid tussen de groep mensen met een arbeidsbeperking met een loonwaarde van meer dan 40% en de groep met een loonwaarde van minder dan 40%. De gemeenten in Midden Gelderland plaatsen de groep met een loonwaarde van meer dan 40% onder de doelgroep van de Participatiewet. De groep met een loonwaarde van minder dan 40% behoort tot de doelgroep zorg en welzijn. De taken voor de nieuwe doelgroepen (de mensen die een beroep doen op de Participatiewet en die voorheen in de Wajong of de WSW zouden zijn gestroomd) worden gebundeld met de taken van PHB die met name zijn bedoeld voor de groepen met een hogere loonwaarde. De betrokken reguliere medewerkers bij PHB gaan over naar het Werkgevers Service Punt (WSP). Het gaat concreet om individuele detacheringen en begeleid werken. De activiteiten in het groen en de schoonmaak van PHB (dienstverlening) worden zoveel mogelijk geprivatiseerd. Deze taken worden ook voor de doelgroep ingezet. Het regionaal WSP wordt verantwoordelijk voor deze groep en voor de regie op de geprivatiseerde dienstverleningsonderdelen van PHB. Het WSP krijgt de opdracht om 200 extra mensen met een WSW-indicatie die nu werkzaam zijn bij de interne PHB-organisatie, te plaatsen bij reguliere werkgevers. Het is echter belangrijk om een degelijke juridische structuur onder het WSP nieuwe stijl te leggen. Dit is een harde voorwaarde om deze taken ten aanzien van de nieuwe doelgroep en het zittend bestand uit te kunnen voeren. De huidige structuur onder het WSP is onvoldoende. PHB wordt afgebouwd voor de groepen met een loonwaarde van minder dan 40%. Deze organisatie PHB-oud richt zich op zo eenvoudig mogelijke werkzaamheden. Er worden op korte termijn 300 mensen met een loonwaarde van minder dan 25% teruggeplaatst bij de gemeenten. De gemeenten zoeken zelf naar een oplossing. De GR-gemeenten gaan na op welke wijze de bestaande infrastructuur van PHB nuttig kan worden ingezet voor de doelgroep met een beperkte loonwaarde en op welke wijze deze kan worden ingepast in de uitvoeringsstructuur van zorg en welzijn. De middenweg is zowel financieel als inhoudelijk het meest aantrekkelijk. Deze variant biedt het waarborgen dat de bestaande infrastructuur van PHB voor zover nuttig en zinvol, behouden blijft voor nieuwe doelgroepen en dat hoge frictie- en transitiekosten worden voorkomen. Daarnaast kunnen bezuinigingen worden doorgevoerd: de overhead bij PHB, de vervoerskosten en de huisvestingskosten kunnen omlaag. Deze maatregelen leiden op termijn tot een totale besparing van 7,5 mio per jaar

15 Bijlage - Bresdorapport Gefaseerde aanpak Voor de uitwerking en implementatie van de variant modulair opbouwen adviseren wij een gefaseerde aanpak (volgens het zogenoemde Ruitmodel). Na de strategische fase, waarin wij ons nu bevinden, volgen de planfase (opstellen bedrijfsplan: mei september 2015), de ontwerpfase (uitwerkingsplannen: oktober december 2015) en de implementatiefase (januari juni 2016). In de planfase worden de keuzes die in deze fase zijn gemaakt verder uitgewerkt en geconcretiseerd. Het advies is om de planfase programmatisch aan te pakken, onder centrale gemeentelijke regie. In het programma worden de volgende deelprogramma s voorgesteld: Herstructureren van PHB-oud, waaronder de huidige governance Reduceren van de overhead Privatisering Dienstverleningsonderdelen Isoleren van de vastgoed problematiek Verbeteren governance en transparantie. Verder vormgeven van het WSP Vormgegeven van taken die overgaan Plaatsen van de medewerkers Inregelen van de contracten Onderzoek naar de juridische entiteit. Verder uitwerken gemeenten: perspectief beschut werken en nieuwe doelgroepen Verplaatsen van 300 WSW-ers naar gemeenten met een relatief lage loonwaarde. Randvoorwaarde is dat een volwaardig alternatief is voor de huidige werkzaamheden. Uitwerken nieuw perspectief beschut werken/ arbeidsmatige dagbesteding. Voorwaarden voor succesvol resultaat Voorwaarden om de plannen en de besparingen te realiseren: 1. Welslagen van het plan is volledig afhankelijk van het commitment en de daadkracht van de gemeenten. 2. Gemeenten moeten beter met elkaar samenwerking. 3. Commitment bij de directie van PHB, een strakke, no nonsense aansturing en draagvlak bij de medewerkers. Bij de start van de planfase moet worden nagegaan of PHB hiervoor voldoende is toegerust. 4. Breed draagvlak (politiek, bestuurlijk, doelgroep en reguliere medewerkers) voor de transitie is cruciaal

16 Bijlage - Bresdorapport 5. Snel doorpakken en vasthouden aan het ingezette plan (koersvast). Voortgang monitoren volgens vaste mijlpalen. 6. Het WSP nieuwe stijl slaagt alleen als er een goede juridische organisatievorm en governance aan ten grondslag ligt. Gemeenten moeten met open vizier op zoek gaan naar de meest gewenste vorm. 7. WSP nieuwe stijl moet er in slagen om 200 extra WSW-ers te plaatsen bij reguliere werkgevers. 8. Gemeenten/sociale diensten moeten vanuit de nieuwe doelgroepen in de Participatiewet voldoende mensen (met een arbeidsbeperking) aanreiken bij het WSP-nieuwe-stijl en de daarmee samenhangende begeleidingskosten betalen (vanuit het re-integratiebudget). 9. De individuele gemeenten in de GR PHB moeten in staat en bereid zijn om op korte termijn 300 WSW-ers met een beperkte loonwaarde op te nemen en een participatietraject aan te bieden in het kader van de zorg/wmo. 10. Bij de verdere afbouw van onderdelen van PHB-oud moeten gemeenten eveneens bereid en in staat zijn om WSW-ers op te nemen en zelf een plek te geven. 11. Er moet een extra inspanning gepleegd worden door PHB om met name de overheadkosten, de huisvestingskosten en de vervoerskosten omlaag te krijgen. 12. Het absorptievermogen van de arbeidsmarkt en werkgevers in de regio moet voldoende zijn om de gewenste aantallen mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te krijgen bij reguliere werkgevers. 13. Gemeenten moeten in voldoende mate mensen met een arbeidsbeperking een baan aanbieden cq werk gunnen aan bedrijven met mensen met een arbeidsbeperking in dienst. 14. Het risico bij het niet realiseren van de aansluiting individueel detacheren en begeleid werken bij het WSP is verlies van plaatsingen bij werkgevers en daarmee tot verlies aan detacheer inkomsten

17 Bijlage - Bresdorapport 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 1 januari jongstleden is de Participatiewet ingevoerd. De Wet werk en bijstand (WWB), Wet sociale werkvoorziening (WSW) en Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) zijn in de Participatiewet samengevoegd. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en moeten keuzes maken over de toekomstige uitvoeringsinfrastructuur. De huidige structuur waarbij de sociale dienst verantwoordelijk is voor de uitvoering van de WWB en het SW-bedrijf voor de uitvoering van WSW is geen vanzelfsprekendheid meer. De invoering van de Participatiewet en de keuzes die de aan de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorziening Midden Gelderland deelnemende gemeenten maken, hebben consequenties voor de toekomst van het SW-bedrijf Presikhaaf Bedrijven (PHB). Vandaar het belang om mogelijke toekomstscenario s voor PHB te verkennen. 1.2 Achtergrond In de rol van gemeenten als bestuurder van PHB zijn de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet om het SW-bedrijf te moderniseren. Sinds 2011 is PHB veranderd van een bedrijf dat zelf een groot scala aan bedrijfsactiviteiten exploiteert als middel om mensen uit de SW-doelgroep werk te bieden, naar een dienstverlener die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op zo regulier mogelijke arbeidsplaatsen bij reguliere werkgevers plaatst. Deze beweging is versneld met het transitieplan Stip op de Horizon (2012). De koersverandering was nodig om sociale redenen, waarbij werken in een reguliere omgeving de voorkeur geniet boven werken binnen de bedrijfsonderdelen van PHB. Daarnaast was de koersverandering nodig om financiële redenen. De exploitatie van PHB was verslechterd door het economische klimaat en door de lagere rijksvergoeding. De beweging van binnen naar buiten leidt via lagere kosten tot een verbeterde exploitatie. De veranderde koers heeft niet geleid tot het gewenste resultaat. Met name de combinatie van (i) grote veranderingen in de omgeving waarin de transitie plaatsvindt (een schraler economisch klimaat, veranderende sociaal-maatschappelijke voorzieningen, oplopende werkloosheid en bezuinigingen (in het sociale domein)) en (ii) kenmerken van PHB (de relatief kostbare eigen bedrijfsactiviteiten en de relatief lage verdiencapaciteit van het medewerkersbestand) maken dat het financiële perspectief zorgelijk blijft. Het gegeven dat er verschillende beelden bij de betrokken gemeenten zijn over de toekomst van PHB en dat dit regionale aansturing van het bedrijf bemoeilijkt versterkt dit. In het licht daarvan heeft de Bestuurlijke Regiegroep Sociaal Domein/bestuurlijk kwartet participatie (Bresdo/ BK Participatie) een inventarisatie laten uitvoeren over hoe de gemeenten uit de arbeidsmarktregio Midden Gelderland (Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar) en daarnaast ook Neder- Betuwe (die ook participeert in de gemeenschappelijke regeling) denken over (i) de kaders, wensen en mogelijkheden ten aanzien van de uitvoering van de diverse functies en activiteiten binnen de

18 Bijlage - Bresdorapport Participatiewet (en relevante relaties met verwante domeinen), (ii) het voorgenomen schaalniveau en de gewenste flexibiliteit van de inkoop en uitvoering, (iii) de mogelijke, toekomstige rol voor PHB die men voorziet en (iv) de mogelijke juridische vorm hiervoor. De uitkomst van deze inventarisatie was dat de grootste gemene deler van gemeenten in de Arbeidsmarktregio Midden Gelderland en Neder-Betuwe de volgende is: Alle gemeenten staan voor de werknemers (de doelgroep WSW-oud) die per 1 januari 2015 bij PHB werkzaam zijn, in de wetenschap dat: rechten en plichten van de doelgroep worden nagekomen. veranderingen pas worden doorgevoerd als het volwaardige alternatieven zijn. het altijd meer zal kosten dan het op kan brengen. Gemeenten willen andere taken en doelgroepen die vanuit de decentralisaties op hen afkomen niet op voorhand collectief bij PHB onderbrengen, vanuit de volgende motieven: behoefte aan maatwerk en keuzevrijheid. beleidsruimte in verband met lokale (on)mogelijkheden. terugdringen van het ondernemersrisico van PHB. Verder realiseren de gemeenten in de regio zich dat de collectieve keuze voor het uitsluitend onderbrengen van de doelgroep WSW-oud bij PHB op termijn (lees 5 tot 10 jaar) onvoldoende toekomst biedt voor het huidige PHB. 1.3 Vraagstelling De gemeenten in de regio Midden Gelderland hebben via het Bresdo aan Berenschot de opdracht gegeven om onderzoek te doen naar PHB. Gevraagd is om na te gaan wat de gevolgen op termijn zijn van de krimpende doelgroep WSW-oud (met ca. 5% per jaar) voor PHB in zijn huidige omvang. In het onderzoek dient specifiek aandacht te zijn voor de financiële, organisatorische, juridische en beleidsmatige consequenties voor alle belanghebbenden. Doel van het onderzoek is te bepalen welke regelknoppen er zijn te identificeren waarmee de maatschappelijke, organisatorische en financiële effecten van het veranderproces kunnen worden beïnvloed. Tevens willen de gemeenten inzicht hebben in de maatschappelijke, organisatorische en financiële effecten van het variëren in verandertempo: Huidig beleid voortzetten, geleidelijk afbouwen (natuurlijk verloop) Op korte termijn afbouwen (snelle afbouw) Een middenweg 1.4 Aanpak en verantwoording Om te komen tot dit rapport is een aantal stappen doorlopen. De eerste stap was een kick-off bijeenkomst met leden van het Bresdo en Berenschot om de uitgangspunten van het onderzoek

19 Bijlage - Bresdorapport gezamenlijk vast te stellen. Vervolgens is een vragenlijst gestuurd naar de gemeenten om te inventariseren welke alternatieven zij zagen en in hoeverre zij mogelijkheden zagen voor de taken die bij PHB belegd zijn. Tegelijkertijd is een foto gemaakt van de organisatorische en financiële situatie van PHB. Hiertoe zijn uitvoerig financiële en kwantitatieve analyses gemaakt. Deze analyses zijn aangevuld met uitkomsten uit interviewrondes met het management en directie van PHB. Deze analyses hebben geleid tot de foto van de huidige situatie van PHB. Om mogelijke alternatieven op te halen en te toetsen is een interviewronde gehouden met experts in het veld, zoals directeuren van andere SW-bedrijven, private partijen die werken met SW-ers, sociale ondernemers en zorginstellingen. Hierin is besproken wat best practices zijn voor SWbedrijven in huidige marktomstandigheden, wat mogelijke alternatieven voor taken van PHB zijn en hoe deze alternatieven gerealiseerd kunnen worden. Een lijst van deelnemers aan de interviews is bijgevoegd. Er zijn twee bestuurlijke rondes geweest waarin is gesproken met wethouders van de gemeenten. De eerste ronde had een verkennend karakter. Hierin is, met behulp van de eerder uitgestuurde vragenlijst, verkend hoe gemeenten tegen PHB aankijken en wat zij als mogelijke alternatieven zien in de uitvoering van taken die bij PHB belegd zijn en de (nieuwe) taken in het kader van de Participatiewet. De tweede bestuurlijke ronde had een meer verdiepend karakter. Voor deze ronde was de analyse van PHB afgerond en was het doel om te bezien in hoeverre er sprake was van de voorkeuren van bestuurders voor bepaalde varianten. Een lijst van deelnemers aan de gesprekken in de bestuurlijke rondes is bijgevoegd. Er zijn twee presentaties gegeven aan gemeenteraden om hen te informeren over het onderzoek. Hierin zijn de analyse van PHB en de alternatieven aan bod gekomen. Ook zijn er drie expertmeetings gehouden waar gezamenlijk met externe experts, gemeente ambtenaren en PHB-medewerkers mogelijke oplossingsrichtingen getoetst en nader uitgewerkt werden. De eerste workshop ging in op individueel detacheren en begeleid werken. De tweede had beschut werken als onderwerp en de derde workshop ging nader in op groen en dienstverlening. Een lijst van deelnemers aan de expertmeetings is bijgevoegd. Gedurende de hele looptijd van het project is regelmatig afstemming geweest met de begeleidingscommissie (voor leden zie bijlage). Daarnaast zijn er meerdere bijeenkomsten geweest met het Bresdo en het bestuurlijk kwartet om hen op de hoogte te houden over de voortgang en tussentijdse uitkomsten van het project. Ook is er regelmatig afstemming geweest met de directie van PHB om hen te informeren over het onderzoek. De informatie in dit document is samengesteld door Berenschot op basis van door PHB en gemeenten verstrekte gegevens, waaronder jaarrekeningen en uitgebreide bedrijfsinformatie. PHB en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de ter beschikking gestelde gegevens. Berenschot heeft de verstrekte informatie niet zelfstandig gecontroleerd en is niet aansprakelijk voor eventueel onjuiste, onvolledige of voor nadien te verstrekken informatie. De resultaatprognoses hebben als basis historische jaaroverzichten en actuele resultaat- en

20 Bijlage - Bresdorapport omzetoverzichten in 2014, die door PHB zijn verstrekt. Realisatie blijft uiteraard afhankelijk van de externe omstandigheden en het realiseren van de eigen doelstellingen door PHB. Berenschot heeft hier geen invloed op. 1.5 Leeswijzer Hierna gaan wij eerst dieper in op de Participatiewet. We onderzoeken wat de gevolgen van deze wet zijn voor de regio Midden Gelderland, in termen van aantallen, budgetten en uitgaven. We gaan na welke keuzes in Midden Gelderland gemaakt zijn. Vervolgens onderzoeken wij Presikhaaf Bedrijven. We verkennen de financiële situatie en de prestaties. Ook doen we onderzoek naar het zittend bestand en de wijze waarop de WSW-ers bij PHB aan de slag zijn. In hoofdstuk 4 onderzoeken we de mogelijke toekomstvarianten. We verkennen de hoofdvarianten: geleidelijk afbouwen, direct stoppen en de middenvariant. We geven een weging van de verschillende varianten. Vervolgens werken we de middenvariant verder uit. In hoofdstuk 5 bespreken we het vervolgproces. Aan de hand van het Ruitmodel beschrijven we een gefaseerde aanpak voor de wijze waarop kan worden toegewerkt naar een nieuwe uitvoeringsstructuur. Op het eind van dit hoofdstuk bespreken we de voorwaarden om de gewenste koers tot een succes te maken

21 Bijlage - Bresdorapport 2. Participatiewet Hierna gaan wij eerst dieper in op de Participatiewet. We onderzoeken wat de gevolgen van deze wet zijn voor de regio Midden Gelderland, in termen van aantallen, budgetten en uitgaven. We gaan na welke keuzes in Midden Gelderland gemaakt zijn. 2.1 Doelstelling De doelstelling van de Participatiewet is om iedereen die daar niet toe in staat is te ondersteunen met middelen van bestaan en/of te helpen om aan het werk te komen. Zo worden mensen in staat gesteld hun eigen inkomen te verdienen. Werk biedt bovendien kansen op zelfontplooiing, geeft mensen eigenwaarde en zorgt voor sociale contacten. Met de Participatiewet komt er één regeling voor iedereen die volledig of gedeeltelijk in staat is om te werken. Gemeenten voeren de wet uit. De toegang tot de WSW wordt geblokkeerd. De Wajong is alleen nog toegankelijk voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Mensen met arbeidsvermogen die voorheen in de WSW of de Wajong zouden zijn gestroomd, vallen vanaf 2015 onder de Participatiewet. Mensen die op al in de WSW of Wajong zaten, kunnen aanspraak blijven maken op deze regelingen. 2.2 Aantallen In onderstaande figuur zien we de in de regio Midden Gelderland verwachte ontwikkeling van de gemeentelijke doelgroep Participatiewet, verbijzonderd naar de verschillende (sub)doelgroepen. Figuur: ontwikkeling van de doelgroep van de Participatiewet;

22 Bijlage - Bresdorapport De samenstelling van de doelgroep ziet er als volgt uit: De Participatiewet bestaat in de eerste plaats uit de bestaande WWB-ers. We gaan er van uit dat het huidige aantal van WWB-ers jaarlijks constant blijft (groene vlak; zie voor de aantallen ook de bijlage). Daar bovenop zijn gemeenten via de Participatiewet verantwoordelijk voor het zittend bestand WSW (gele vlak). Dat zijn nu WSW-ers. Dat aantal gaat omlaag (er is geen nieuwe instroom meer) en daalt tot uiteindelijk nul Het verdwijnen van de WSW betekent niet dat er geen mensen meer zijn met een arbeidsbeperking. Het ministerie van SZW gaat er van uit dat de vrijvallende plekken worden opgevuld met mensen vanuit de nieuwe doelgroep, zodat jaarlijks mensen aan de slag blijven. Daarnaast worden gemeenten verantwoordelijk voor de mensen die voorheen in aanmerking kwamen voor Wajong. Deze groep wordt steeds groter, tot uiteindelijk 4402 personen in de regio in SZW gaat ervan uit dat deze mensen, bovenop het aantal dat via de WSW is gerealiseerd, door gemeenten ondersteund bij reguliere werkgevers aan de slag gaan. 2.3 Garantiebanen Landelijk hebben werkgevers garantiebanen toegezegd voor mensen met een arbeidshandicap. Vertaald naar de regio Midden Gelderland gaat het om 3384 garantiebanen 1. Gegeven het verwachte aantal mensen met een arbeidsbeperking in de regio, zal het voor Midden Gelderland een forse opgave zijn om al deze mensen aan de slag te krijgen bij reguliere werkgevers. 2.4 Budgetten Voor het uitvoeren van de participatiewet ontvangen gemeenten verschillende budgetten. De Participatiewet hanteert hetzelfde systeem als de WWB: een inkomensdeel voor het betalen van uitkeringen en loonkostensubsidies en een re-integratiebudget voor re-integratie en ondersteuning. De uitvoeringskosten voor het vaststellen en het beheer van uitkeringen zijn opgenomen in het gemeentefonds. Gemeenten ontvangen geld voor de re-integratie in het re-integratiebudget. Hiervan betalen gemeenten zaken als begeleiding, plaatsing en werkgeversbenadering. De opbouw van het totaal van de budgetten van de gemeenten in Midden Gelderland is weergegeven in de onderstaande grafiek. We zien dat het budget is opgebouwd uit de voormalige re-integratiemiddelen in de WWB, de voormalige WSW-budgetten en extra re-integratiegeld dat gemeenten ontvangen voor de nieuwe doelgroepen (de mensen die voorheen in de WSW of de Wajong zouden zijn gestroomd). 1 Landelijk zijn er garantiebanen in Dat aantal loopt op tot in In de landelijke Werkkamer is afgesproken dat Midden-Gelderland in 2016 beschikt over 555 banen. Vertaalt naar 2025, moet Midden Gelderland rekening houden met garantiebanen

23 Bijlage - Bresdorapport Voor het betalen van uitkeringen en loonkostensubsidies ontvangen gemeenten het budget inkomensdeel. Het budget gaat jaarlijks omhoog met geld voor loonkostensubsidies en uitkeringen voor de nieuwe doelgroepen. Grafiek: ontwikkeling re-integratiebudget (linker figuur) en ontwikkeling inkomensdeel (rechterfiguur) In de onderstaande afbeelding staan de bedragen (indicatief) die jaarlijks landelijk door SZW per persoon beschikbaar worden gesteld 23. Grafiek: re-integratiebudget per hoofd (linker figuur) en inkomensdeel per hoofd (rechterfiguur) Bij het Participatiebudget zien we dat de bedragen aan begeleiding per doelgroep uiteenlopen van voor de huidige WWB-populatie tot een variatie van 1.100, en voor de nieuwe doelgroepen. Het bedrag van per vml Wajonger is laag. De vraag is of daarmee de doelgroep aan het werk geholpen kan worden. Een bedrag van gemiddeld ligt meer voor de hand. 2 De gemiddelde bedragen kunnen jaarlijks verschillen. In de grafieken zijn de bedragen in de structurele situatie opgenomen. De bedragen kunnen als vuistregel worden gehanteerd. 3 Het bedrag in het inkomensdeel voor voormalig WWB is in de regio relatief laag. Landelijk gemiddeld is euro (toevallig aan het gemiddelde bedrag voor de nieuwe doelgroep beschut). Het lage bedrag in de regio wordt verklaard met name door het relatief lage inkomensdeel dat Arnhem in 2015 ontvang van de rijksoverheid

24 Bijlage - Bresdorapport In het inkomensdeel zit voor de voormalige WWB-ers en voor de nieuwe doelgroep beschut gemiddeld Voor de nieuwe doelgroepen en de voormalig Wajongers die bij de gemeenten terecht komen wordt gemiddeld opgenomen. Deze bedragen corresponderen met loonwaarden van gemiddeld 40% (tussen 30% en 50%) respectievelijk 60% (tussen de 50% en 70%) 4. Met andere woorden, landelijk zullen gemeenten gemiddeld voor deze groepen loonwaarden van deze orde van grote moeten realiseren en maximaal de daarbij behorende loonkostensubsidies moeten betalen om financieel uit te komen met het inkomensdeel. De bedragen per WSW-er zijn niet in de grafiek opgenomen, omdat deze per jaar verschillend zijn. SZW gaat uit van een daling van het budget per WSW-er van 500 per jaar. Dat leidt tot een bedrag van per WSW-er in 2015 tot circa structureel vanaf Box: beschikbare budget per WSW-er de komende jaren onzeker Er is een bepaalde mate van onzekerheid over het gemiddelde bedrag dat per WSW-er beschikbaar is. Het bedrag per WSW-er is afhankelijk van de ontwikkeling van het landelijk aantal WSW-ers. Macro staat het budget vast. De daling tot doet zich voor bij een jaarlijkse afname van het aantal WSW-ers met 5%. Als de afname sneller gaat, gaat het gemiddelde budget omhoog. Bij een tragere daling gaat het gemiddelde budget omlaag. Ons inziens is een daling van 5% per jaar reëel. PHB hanteert in de begroting ook een afnemende rijksvergoeding tot per jaar. 2.5 Keuzes Midden Gelderland De gemeenten in Midden Gelderland hanteren als doel voor de Participatiewet om iedereen met arbeidsvermogen naar werk toe te leiden, bij voorkeur regulier werk. De mensen en het naar vermogen verantwoordelijkheid nemen voor de eigen ontwikkeling en perspectief, staan daarbij 4 In de berekeningen van het ministerie van SZW realiseren de voormalig WWB-ers geen loonwaarde. Dat neemt niet weg dat gemeenten worden aangemoedigd om voor zover sprake is van beperkte loonwaarde, deze groep ook bij reguliere werkgevers aan de slag te krijgen

25 Bijlage - Bresdorapport centraal. De gemeenten in Midden Gelderland hanteren de volgende doelgroepindeling. Per doelgroep worden specifieke beleidsmaatregelen genomen. Loonwaarde Doelstelling % Mensen naar regulier, betaald werk krijgen % Naar betaald werk met ondersteuning of naar regulier betaald werk. 0-40% Mensen naar het niveau van sociale contacten buitenshuis, deelname aan georganiseerde activiteiten en/of onbetaald werk krijgen. Ondersteuning Mensen worden gestimuleerd om zoveel mogelijk op eigen kracht aan het werk te komen. Eventueel kan directe bemiddeling naar werk worden ingezet. Er vindt bemiddelings- en plaatsingsondersteuning plaats. Daarbij kunnen begeleiding; jobcoaching en loonkostensubsidies worden ingezet. De garantiebanen zijn flankerend. Gemeenten bieden dagbesteding aan en stimuleren deelname aan vrijwilligerswerk. Doel is om de uitgaven ten laste van het inkomensdeel zo laag mogelijk te houden. Dat betekent zo min mogelijk mensen in de uitkering en een zo laag mogelijke gemiddelde uitkering. Mensen gaan alleen vanuit de uitkering met een loonkostensubsidie aan de slag, als de kosten van de loonkostensubsidie lager zijn dan de kosten van de uitkering. Deze beleidslijn vraagt om een strakke controle en handhaving. Gemeenten zijn streng aan de poort. Uitgangspunt is dat mensen zelf op zoek gaan naar werk. Instroom wordt zoveel mogelijk voorkomen. Zo min mogelijk mensen in de bijstand leidt ertoe dat er ruimte ontstaat voor mensen die ondersteuning echt nodig hebben. De nadruk van het nieuwe beleid onder de Participatiewet richt zich op de groep met een loonwaarde van 40% tot 80%. Mogelijke instrumenten zijn loonkostensubsidie, jobcoaching, no-risk polis en aanpassing van werkplek. De doelgroep met een loonwaarde van minder dan 40% behoort feitelijk tot de doelgroep zorg en welzijn. 2.6 Beschut werk in Midden Gelderland Gemeenten hebben de mogelijkheid om onder de Participatiewet nieuwe beschutte banen te introduceren. Mensen krijgen dan een dienstbetrekking van de gemeente. Het gaat om mensen met een beperkte loonwaarde (vaak onder de 40%) die niet in staat zijn om te werken in een reguliere omgeving. De gemeenten in de regio hebben vastgesteld dat het gaat om een relatief dure faciliteit, waarbij zij risico s lopen omdat ze voor langere tijd verplichtingen aangaan (mensen krijgen een dienstbetrekking). Toepassing van het instrument beschut werk leidt ertoe, mede vanwege de forse bezuinigingen op de re-integratiebudgetten, dat middelen voor andere doelgroepen worden verdrongen. De gemeenten vinden dat ongewenst. Voorts volstaan de bestaande en nieuwe instrumenten om de betreffende groep aan het maatschappelijk verkeer te laten deelnemen. Het gaat om instrumenten die zich richten op ondersteuning bij onbetaalde activiteiten, zoals vrijwilligerswerk, maatschappelijke activering en arbeidsmatige dagbesteding (waarbij ook de wijkteams een belangrijke rol hebben)

26 Bijlage - Bresdorapport 2.7 Uitvoering Het re-integratieproces voor de Participatiewet is opgenomen in het onderstaande schema. Dit schema laat zien dat er eerst een intake- en diagnosefase plaatsvindt. Daarna vinden verschillende vormen van dienstverlening plaats. Mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt worden vooral gestimuleerd om zelf een baan te zoeken en aan de slag te gaan. De groepen met een beperkte loonwaarde ontvangen ondersteuning. De doelgroep beschut en de doelgroep waarvoor werk niet aan de orde is (welzijn en zorg) worden op andere manieren gestimuleerd om maatschappelijk te participeren. Aan de andere kant hebben de gemeenten een werkgeversbenadering om ervoor te zorgen dat werk en vacatures beschikbaar zijn voor de doelgroep. Gemeenten organiseren de uitvoering op verschillende manieren: lokaal of regionaal, werk en inkomen geïntegreerd of gesplitst, verschillende re-integratietaken geïntegreerd of gesplitst, arbeidsmatige dagbesteding gecombineerd met andere re-integratietaken of gesplitst etc. Er is niet één beste manier. Belangrijk is dat het systeem logisch in elkaar zit, de verantwoordelijkheden helder zijn en dat de verschillende onderdelen goed op elkaar aansluiten. Midden Gelderland hanteert de volgende uitgangspunten voor de uitvoeringsstructuur Participatiewet: Sociale dienst en WSP: gemeenten in Midden Gelderland houden de traditionele WWB-taken vooralsnog bij de sociale diensten. Zij kiezen voor een regionale werkgeversbenadering in het gezamenlijke Werkgevers Service Punt (WSP), naast de eigen lokale of subregionale werkgeversbenadering. Lingewaard doet vooralsnog niet mee aan het regionaal WSP. Werkbedrijf: gemeenten hebben conform de Participatiewet op het niveau van de arbeidsmarktregio een werkbedrijf opgezet, waarin gemeenten, UWV, werkgevers en werknemers afspraken maken over de banen die beschikbaar moeten worden gesteld voor mensen met een beperking. Ook worden afspraken gemaakt over een eenduidige regionale

27 Bijlage - Bresdorapport aanpak voor bedrijven en mensen met een handicap. Voorts is de samenwerking in het Werkbedrijf gericht op het aan de slag helpen van mensen met een uitkering in het algemeen. De regionale samenwerking is belangrijk, zodat werkgevers niet met alle gemeenten afzonderlijk afspraken hoeven te maken. PHB: de grootste veranderingen treden op voor PHB. De bestaande doelgroep WSW wordt steeds kleiner, waardoor PHB steeds minder werk heeft. Gezien de financiële situatie en omdat PHB er onvoldoende in is geslaagd om de organisatie om te bouwen tot een arbeidsontwikkelbedrijf, hebben de gemeenten ervoor gekozen om geen nieuwe taken bij PHB onder te brengen. Dat betekent de facto dat de organisatie wordt afgebouwd. Dat leidt tot twee belangrijke vragen: 1. Op welke wijze wordt PHB afgebouwd: snelle afbouw, langzame afbouw of middenweg? 2. Op welke wijze gaat de regio Midden Gelderland de nieuwe Participatiewet-taken uitvoeren? In het hoofdstuk hierna zoomen we nader in op PHB. In hoofdstuk 4 werken we de verschillende mogelijke toekomstvarianten uit

28 Bijlage - Bresdorapport 3. Presikhaaf bedrijven Hierna doen wij onderzoek naar Presikhaaf Bedrijven. We verkennen de financiële situatie en de prestaties. Ook doen we onderzoek naar het zittend bestand en de wijze waarop de WSW-ers bij PHB aan de slag zijn. Tot slot formuleren wij onze conclusies. 3.1 Huidige situatie en financiële noodzaak Het resultaat van PHB staat al enige jaren onder druk. Daarnaast is per 1 januari 2015 de Participatiewet ingevoerd, waardoor de positie van PHB verandert. In totaal is er bij PHB SW fte en 191 fte regulier personeel werkzaam (staf). PHB maakt al enige jaren verlies, met name door slechte marktomstandigheden en verlagingen van de rijkssubsidie. Het bedrijf heeft geen eigen vermogen meer om op terug te vallen. Het negatieve eigen vermogen moet jaarlijks worden aangevuld. Negatieve resultaten worden direct omgeslagen over de deelnemende gemeenten. PHB heeft grote afboekingen moeten plegen vanwege vastgoed (investeringen begin van deze eeuw). Er zijn circa mio aan afboekingen en frictiekosten in de afgelopen jaren genomen. De huidige meerjarenbegroting laat geen verbeteringen zien. Het jaarlijks verlies loopt op van 10 mio in 2014 naar 12 mio in Zowel subsidieresultaat, operationeel resultaat als mede exploitatieresultaat zijn negatief. x Exploitatieresultaat (budget 2015) Exploitatieresultaat (budget 2014) Exploitatieresultaat (budget 2013) Exploitatieresultaat (stip op horizon) Exploitatieresultaat (budget 2012) Verschil budget budget 2014 werkelijk 2011 werkelijk 2012 werkelijk 2013 werk 2014 Begr 2015 Begr 2016 Begr 2017 Begr

29 Bijlage - Bresdorapport Het exploitatieresultaat is in ,6 mio slechter dan de oorspronkelijke begroting 2014, met name door andere keuzen van gemeenten (wegvallen 3 mio re-integratie) en mede daardoor een slechter operationeel resultaat. De investeringen uit eerdere jaren blijken onvoldoende in resultaatsverbetering te hebben geresulteerd. Knelpunt zijn de sterk terugvallende opbrengsten, door het afstoten van eigen activiteiten (in lijn met de beweging van binnen naar buiten) en onvoldoende nieuwe activiteiten die daarvoor in de plaats zijn gekomen. PHB maakt de afweging om werk met lage opbrengsten te accepteren om SW-ers aan het werk te houden. Volgens PHB kunnen opbrengsten maar beperkt verhoogd worden omdat klanten geen hogere prijzen accepteren. In 2012 heeft PHB een herstructureringsplan ontwikkeld (Stip op de Horizon), maar dat heeft nog niet tot het gewenste resultaat geleid. De beweging van "binnen" naar "buiten is in gang gezet maar dit is nog onvoldoende gerealiseerd. De eerste stappen naar omslag van productiebedrijf naar meer detachering en minder ondernemersrisico zijn doorgevoerd, maar het huidige kostenniveau is nog onvoldoende daarop aangepast. Het kost de nodige tijd het huidige kostenniveau aan te passen. De huidige vaste kosten zijn nog te hoog door onder andere vastgoed gebaseerd op de oude situatie. PHB is bezig met het afstoten van panden. De doelen van Stip op Horizon waren: Plaatsing van mensen bij reguliere werkgevers. Participatie verhogen door realiseren en verhogen van loonwaarde van mensen. Realiseren van schadelastbeperking voor deelnemende gemeenten. Ontwikkeling van de doelgroep is gericht op ontwikkeling door middel van werk. Verminderen eigen ondernemingsrisico. De gemeenten willen minder ondernemingsrisico, zodat de begrotingen voorspelbaarder zijn en waardoor de realisatie ten opzichte van de begroting minder verrassingen bevat. De kwantitatieve doelstellingen in het aantal mensen naar buiten plaatsen en verbetering van het operationeel resultaat zijn niet bereikt. De bedrijfsopbrengsten zijn sterk gedaald en worden jaarlijks te hoog ingeschat

30 Bijlage - Bresdorapport Uiteindelijk is er weinig toekomstperspectief voor de huidige activiteiten: Huidige PMC s zijn op exploitatieresultaat allen verliesgevend (BW, AMT, bedrijven) in Exploitatieresultaat is structureel negatief, subsidieresultaat niet beïnvloedbaar. Circa de helft van de SW-ers heeft een lagere loonwaarde dan 50% (trede 2 participatieladder). Huidige activa omvangrijk, veel vastgoed. PHB is bezig dit af te stoten. Structureel blijvende reorganisatielasten door continue afbouw van de organisatie, mede afhankelijk van beleid en keuzes gemeenten en Rijk. Tot slot is er bij de gemeenten onvrede over de complexe aansturing van PHB. PHB is een groot en complex bedrijf. Het gaat om grote financiële belangen. Het blijkt in de praktijk lastig te zijn om het bedrijf aan te sturen, zeker in een sterk veranderende omgeving. Elf gemeenten zijn eigenaar. Er zijn twee bestuurslagen (Algemeen bestuur (AB) en Dagelijks bestuur (DB)). In het AB zijn zowel colleges van B&W als gemeenteraden vertegenwoordigd. De in de GR deelnemende gemeenten vragen zich af of er een efficiëntere en effectievere governance mogelijk is. 3.2 Benchmark In de onderstaande tabel wordt PHB vergeleken met de benchmarkcijfers van Cedris. mio Benchmark gemiddelde Cedris PHB 2013 Subsidieresultaat -4,5-4,6 Toegevoegde waarde 25,1 19,7 Kosten bedrijfsvoering 24,6 21,4 Operationeel resultaat +0,5-1,7 Intern werkzaam 40% 57% Begeleid werken 6% 3% Omzet eigen gemeenten 40% 21% per arbeidsjaar ( ) Benchmark gemiddelde Cedris PHB 2013 Toegevoegde waarde Kosten bedrijfsvoering Saldo operationeel resultaat Diepgaande analyse en een benchmark met andere SW organisaties geeft aan dat PHB te weinig toegevoegde waarde behaald voor de huidige SW bezetting. PHB is een groot SW-bedrijf waarbij relatief veel mensen nog intern werkzaam zijn. Het huidige kostenniveau, vastgoed en de reguliere formatie past niet bij een organisatie die zich volledig richt op detachering. De bedrijfskosten zijn lager dan gemiddeld, maar daar staat een lagere toegevoegde waarde tegenover. Dat leidt tot een laag operationeel resultaat. Er zitten bij PHB relatief veel WSW-ers intern (hoewel het aantal in de afgelopen jaren omlaag is gebracht). Het subsidieresultaat is vergelijkbaar met andere gemeenten. Dat betekent dat PHB geen overmatig hoge dan wel lage salarissen betaalt aan SW-ers. Voorts lijkt de benchmark erop te wijzen dat gemeenten in Midden Gelderland gezamenlijk in vergelijking met andere gemeenten relatief weinig inkopen bij PHB

31 Bijlage - Bresdorapport De benchmark is gebaseerd op de eigen opgaven van SW-bedrijven. Daarin is niet meegenomen werk verricht door SW-medewerkers van PHB die zijn ingehuurd door aannemers die voor de gemeente werken. Dat kan tot een iets hoger bedrag leiden. Op basis van de huidige administratie van PHB is niet eenduidig te verbijzonderen naar individuele gemeenten. We hebben PHB ook vergeleken met andere gemeenten in de regio. Het beeld van de vergelijking met de landelijke benchmark wordt bevestigd. PHB is een relatief groot bedrijf, waar veel WSW-ers werkzaam zijn. PHB kent in verhouding een zware indirecte staf en veel professionals die zich met mensontwikkeling bezig houden. 3.3 AMT en BW PHB is opgedeeld in een onderdeel Arbeidsmarkttoeleiding (AMT) en Beschermd werken (BW). AMT richt zich op de bovenkant van de SW. BW richt zich op de lagere loonwaarden. Het werk is vaak vergelijkbaar met arbeidsmatige dagbesteding. De toedeling van de onderdelen van PHB aan AMT en aan BW staan in de onderstaande tabel. Tevens is zichtbaar hoe de mensen met verschillende loonwaarden over de bedrijfsonderdelen zijn verdeeld. FTE Indicatieve verdiencapaciteit FTE per cluster Cluster 0-25% 26-50% 51-75% % totaal AMT AMT interne bedrijfsvoering D&A, flexteam Industrie Groen en grijs Dienstverlening Totaal AMT BW BW interne bedrijfsvoering inzet management verpakken montage groenproductie buitenprojecten Totaal BSW Bedrijven Schoolmeubelen Tuincentrum Centraal HR & interne bedrijfsvoering Totaal Exclusief begeleid werken (61 fte) De verwachting zou zijn dat bij AMT relatief veel mensen met een hoge loonwaarde zitten en bij BW veel mensen met een lage loonwaarde. Dat blijkt maar zeer ten dele het geval. Zowel bij AMT als bij BW zitten veel mensen met een beperkte loonwaarde (<50%). Bij AMT zitten relatief iets meer mensen met een loonwaarde tussen de 50% en 75%. Voorts stellen we vast (niet zichtbaar in de tabel) dat het operationeel resultaat bij AMT per fte SW laag is in vergelijking met normen voor de werkgebieden individueel detacheren en werken op locatie

32 Bijlage - Bresdorapport Bij BW ligt het operationeel resultaat per fte SW rond het gemiddelde van het operationeel resultaat bij vergelijkbare werksoorten in andere SW-bedrijven. Gekozen is voor lagere opbrengsten en relatief lage kosten en bezetting voor begeleiding. 3.4 Toegevoegde waarde en indicatieve verdiencapaciteit Er is bij PHB eigenlijk te weinig werk voor de huidige bezetting. Er wordt minder geproduceerd (toegevoegde waarde) dan gegeven de productiecapaciteit van mensen (de indicatieve verdiencapaciteit) mogelijk zou zijn. De indicatieve verdiencapaciteit geeft het maximum aan als aan alle voorwaarden wordt voldoen, namelijk dat mensen maximaal ontwikkeld zijn en dat zij werkzaam zijn op een werkplek die passend is bij hun mogelijkheden waarvoor het tarief de economische waarde die het voor de werkgever heeft representeert. Bij AMT is de toegevoegde waarde 68% van de indicatieve verdiencapaciteit. Bij BW is dat percentage 36%. Oorzaak: er is onvoldoende passend werk beschikbaar. Gevolg: veel mensen draaien geen productie (stille arbeidsreserve) dan wel een lagere productie dan de indicatieve verdiencapaciteit. De doelstelling is om de gerealiseerde indicatieve verdiencapaciteit te verhogen van 50% nu naar 80% in Deze doelstelling is gekoppeld aan gerichte ontwikkeling per medewerker. Dit is in 2014 gestart. 3.5 Conclusies De financiële noodzaak om maatregelen te nemen is groot en duidelijk. Er werken veel mensen met een WSW-indicatie intern (hoewel het aantal in de afgelopen jaren omlaag is gebracht). De feitelijke toegevoegde waarde per medewerker is laag. Er is verbeterpotentieel aanwezig, maar dat is niet gerealiseerd. Gemeenten lopen aan tegen een complexe governance en onvoldoende transparantie bij PHB. Ze zijn op zoek naar efficiënte oplossingen voor de huidige aansturing. Een andere aanpak en werkwijze moet worden uitgewerkt

33 Bijlage - Bresdorapport 4. Toekomstvarianten Hierna doen wij onderzoek naar de mogelijke toekomstvarianten voor de uitvoering van de Participatiewet. We verkennen de hoofdvarianten: geleidelijk afbouwen, direct stoppen en de middenvariant. We geven een weging van de verschillende varianten. Vervolgens werken we de middenvariant verder uit. 4.1 Inleiding De keuzes van toekomstvarianten PHB dienen bezien te worden in het bredere kader van de ontwikkelingen in het sociaal domein. PHB voert de SW uit. Die taak bestaat in de toekomst niet meer als zodanig. Tegelijkertijd blijven de groepen die tot op heden werken in de SW bestaan en komen in andere velden terecht. Globaal is het volgende beeld te schetsen. De bovenkant van de groep mensen die nu in de SW werkt, is vaak individueel gedetacheerd of in dienst bij werkgevers via de constructie van begeleid werken. De bovenkant zal in de toekomst bestaan uit mensen met een arbeidsbeperking, die met loonkostensubsidie en een begeleidingsvergoeding in dienst komen van reguliere werkgevers. De Baanafspraak is een instrument voor deze groep. Matchen en begeleiden van deze nieuwe groepen is een taak die vaak bij sociale diensten ligt of bij het WSP. Verbinding tussen PHB deta en begeleid werken met sociale diensten en WSP is belangrijk, om te zorgen dat instrumenten, expertise, relaties met en banen bij werkgevers behouden blijven. De groep beschut heeft een lage toegevoegde waarde. Begeleiding en huisvesting zijn duurder dan de opbrengst uit werk, nog los van kosten voor salarissen vs rijkssubsidie. Zorginstellingen concentreren zich steeds meer op het begeleiden van mensen. De transitie van AWBZ naar WMO zorgt ervoor dat gemeenten verantwoordelijk zijn geworden voor activering en arbeidsmatige dagbesteding. Tenslotte hebben welzijnsorganisaties een taak in activering en activiteit in de wijk. Dat betekent dat historisch vanuit verschillende ontwikkelingen infrastructuur is ontstaan voor een groep die grotendeels overlapt. Verbinding tussen de verschillende terreinen is nodig voor een efficiënte uitvoering en om te waarborgen dat mensen de voorziening krijgen die ze nodig hebben. Het middendeel, dienstverlening zoals groen, schoonmaak en post betreft onderdelen waarmee geld wordt verdiend. Deze onderdelen zullen door de uitstroom van SW-ers moeten zoeken naar een wijze om de continuïteit van de business te waarborgen. Aansluiting met een commerciële partij die ook werkt met andere krachten kan hierin uitkomst bieden. 4.2 Hoofdvarianten In hoofdstuk 2 gaven wij een onderbouwing van de keuze van Midden Gelderland om PHB in zijn huidige vorm af te bouwen. Deze routes zijn getoetst aan de volgende randvoorwaarden: Gemeenten willen een passende oplossing voor WSW-oud. Gemeenten willen niet langdurig meer worden geconfronteerd met negatieve resultaten

34 Bijlage - Bresdorapport De nieuwe structuur leidt tot een efficiënte en effectieve uitvoering van taken. De nieuwe structuur moet aansluiten bij de Participatiewet. De nieuwe structuur moet passen binnen het strategische beleid van gemeenten (o.a. aansluiting op WMO, geen ondernemersrisico). De nieuwe structuur moet efficiënt en transparant worden aangestuurd (governance). Er is een gelijke verdeling over de gemeenten van lusten en lasten als gevolg van de veranderorganisatie. Eventueel Free-riders gedrag wordt voorkomen. Wij hebben drie routes en daarmee feitelijk de toekomstige regionale uitvoeringsstructuur van de Participatiewet onderzocht: Geleidelijk afbouwen PHB houdt zich bezig met zittend bestand WSW. Deze groep wordt geleidelijk kleiner, omdat er alleen nog mensen uitstromen en niet meer instromen. De sociale diensten houden zich bezig met de voormalige WWB-taken. De Sociale diensten e/o het WSP voeren de nieuwe taken uit in het kader van de Particpatiewet Direct stoppen PHB wordt in 2015 geliquideerd. Gemeenten nemen de vrijkomende WSW-ers op. WSW-ers gaan aan de slag via sociale diensten of gaan participeren via de gemeentelijke zorg- en welzijnsvoorzieningen. Gemeenten zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. Sociale diensten houden zich bezig met de voormalige WWB-taken. Sociale diensten e/o WSP houden zich bezig met de nieuwe doelgroepen Middenvariant: modulair opbouwen De bestaande infrastructuur van PHB die daarvoor geschikt is, wordt zoveel mogelijk ingezet voor de nieuwe taken in het kader van de Participatiewet. Het gaat om begeleid werken en detacheringen van mensen met een arbeidsbeperking en een loonwaarde van meer dan 40%. Deze taken worden gebundeld met de werkgeversbenadering in het regionaal WSP. Deze taken krijgen een tweedelijns functie in de uitvoeringsstructuur. De onderdelen van PHB die zich vooral richten op groepen met een loonwaarde van minder dan 40% worden afgebouwd. Nader onderzocht wordt of deze infrastructuur ingezet kan (blijven) worden voor de toekomstige groepen in de sfeer van zorg en welzijn. De sociale diensten blijven zich bezig houden de traditionele WWB-taken. De sociale diensten hebben een eerstelijns functie. Mensen die via het WSP aan de slag gaan, worden aangereikt via de sociale dienst

35 Bijlage - Bresdorapport 4.3 Afwegingskader en gekozen alternatief Er is onvoldoende bestuurlijk draagvlak voor doorgaan met het huidig beleid. Dit leidt tot langdurig negatief resultaat en is financieel onaantrekkelijk. Dit is tevens niet in lijn met het gekozen strategische beleid van de gemeenten. Direct stoppen is sociaal niet wenselijk omdat dan alle SW-medewerkers terugvloeien naar de gemeenten en de gemeenten zelf een oplossing dienen te creëren voor de SW-medewerkers. Modulaire opbouwen / afbouwen in 2020 is het meest aantrekkelijk. De middenweg is financieel het meest aantrekkelijk en sluit aan bij het strategisch beleid en wensen van de gemeenten. Belangrijk is dat daarbij de randvoorwaarden worden ingevuld waardoor de activiteiten ook bij de ontvangende partij kunnen worden ingevuld. Huidig / Afbouwen 2040 Modulair opbouwen / Afbouwen 2020 Direct Afbouwen 2016 acties Going concern Loonwaarde > 40% naar WSP, gemeente, private partijen Verkopen, sluiten, SW naar gemeenten en bouwen infrastructuur op Strategisch Beleid gemeenten: Aansluiting nieuwe doelgroep Aansluiting WMO Ondernemingsrisico Geen Beperkt Langdurige risico In lijn met beleid >40% naar WGS < 40% afbouwen en waar mogelijk lokaal verbinden WMO Minder risico SW naar huis Mogelijk herplaatsen WMO Geen Financieel operationeel resul Operationeel resultaat Exploitatieresultaat Frictiekosten NCW 80 mio - 3 mio tot mio tot mio p. j + 16 mio NCW 6 mio + 3,6 mio in k 4,5 mio NCW 50 mio 0-10 mio in mio Toegevoegde waarde Beperkte mogelijkheden + 2 mio - 10 mio Personeel Werkgelegenheid SW Werkgelegenheid regulier + +/- (op lange termijn) + +/ (direct ontslag) Sociaal wenselijk Huidige populatie Nieuwe doelgroep Geen effect Haalbaarheid Complexiteit Juridisch haalbaar Niet complex Juridisch haalbaar Politiek verdient dit niet de voorkeur Plaatsingsprocedure Complex + draagvlak bij gemeente Geen draagvlak Juridisch complex Onwenselijke sociaal Politiek haalbaar

36 Bijlage - Bresdorapport 4.4 Modulair opbouwen De gemeenten in de GR PHB hebben aangegeven dat modulair opbouwen het meeste perspectief biedt. Deze variant wordt in dit hoofdstuk uitgewerkt. Uitgangspunt van modulair opbouwen is dat de bestaande infrastructuur van PHB naast WSW-oud gebundeld wordt met de nieuwe taken in het kader van de Participatiewet. Op deze wijze wordt een optimale inzet van de beschikbare middelen gerealiseerd. Doel is dat de SW- medewerkers geplaatst worden waar ze het best tot hun recht komen. Taken behorende bij de doelgroep: Loonwaarde > 40% Huidige activiteiten bij PHB Detacheren en begeleid werken Dienstverlening (groen, schoonmaak) Toekomstige positionering van de uitvoering Aantal WSW-oud Structurele omvang doelgroep WSP 350 WSW-ers Blijft constant of neemt toe Privaat, onder regie van WSP ± 300 fte WSW-oud Blijft constant of neemt toe Loonwaarde < 40% Intern werk en groepsdetacheringen Bij PHB laten en/of Naar gemeenten en combineren met WMO (gefaseerd) 1500 fte TC en SM. Neemt af Uit de gesprekken tijdens de bestuurlijke rondes en in het Bresdo blijkt dat de gemeenten het er over eens zijn dat er een gezamenlijke regionale werkgeversbenadering dient te zijn voor de regio waarin de mensen met een arbeidsbeperking en die niet in staat zijn zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen (loonwaarde > 40%), aan het werk worden geholpen. Het gaat om WSW-oud en om de nieuwe doelgroepen. Dat kan via detachering of begeleid werken. Maar ook de onderdelen dienstverlening (o.a. groen en schoonmaak) zijn voor deze groep beschikbaar. Deze onderdelen worden geprivatiseerd, maar de doelgroep wordt via het WSP naar deze werksoorten toegeleid. Uit zowel de interviews als de expertmeeting individueel detacheren en begeleid werken komt naar voren dat een voorwaarde voor deze nieuwe rol en taken van het WSP is dat er een adequate juridische structuur en governance aan het WSP ten grondslag komen te liggen. WSP is een tweedelijns voorziening. Werkzoekenden komen bij het WSP via de sociale dienst. WSP en sociale dienst werken in de praktijk intensief samen en hebben deels vergelijkbare taken zoals diagnose & advies. Gemeenten/sociale diensten hebben een lokale/subregionale werkgeversbenadering. Op dat niveau kunnen mensen door hun sociale dienst ook aan het werk geholpen worden. In de praktijk werken sociale diensten en WSP veelvuldig samen. Taken die met name gericht zijn op mensen met een loonwaarde van minder dan 40%, het gaat dan vooral om intern werk en groepsdetacheringen, blijven bij (of via) PHB (PHB-oud) aan de slag. Het gaat alleen om WSW-oud. Deze groep wordt steeds kleiner. Het is denkbaar dat de infrastructuur van PHB in de toekomst ingezet gaat worden voor arbeidsmatige dagbesteding in de sfeer van de zorg en de WMO

37 Bijlage - Bresdorapport De uitvoeringsstructuur van de Participatiewet in de regio Midden Gelderland ziet er als volgt uit: In de paragrafen hierna werken we deze uitvoeringsstructuur verder uit. 4.5 Taken behorend bij loonwaarde > 40% (Individueel) detacheren en begeleid werken Het WSP wordt in de regio verantwoordelijk voor het uitvoeren van de taken individuele dienstverlening, begeleid werken en groepsdetacheringen die dicht tegen de reguliere arbeidsmarkt aanzitten (bv PostNL), zowel voor WSW-oud als voor de nieuwe doelgroepen. De omvang van het WSP blijft beperkt. Taken worden onder regie van het WSP zoveel mogelijk uitbesteed. De dienstverlening aan de doelgroep en aan werkgevers, waarover afspraken worden gemaakt in het Werkbedrijf, wordt op deze manier zoveel mogelijk geconcentreerd en eenduidig aangeboden. Dat is in lijn met de Participatiewet en de afspraken die hierover op landelijk niveau tussen sociale partners en de VNG zijn gemaakt. De voornaamste taken van het WSP zijn: Plaatsen van mensen op de arbeidsmarkt, waaronder mensen met beperkte loonwaarde. Dit is een tweedelijns voorziening. Werkzoekenden komen bij het WSP via de sociale dienst. Werkgeversbenadering/acquisitie/accountmanagement/contractbeheer. Begeleiden van mensen met een arbeidshandicap en beperkte loonwaarde. Diagnose en advies voor de doelgroep >40% loonwaarde. De PHB-onderdelen Individueel & begeleid werk worden bij het WSP geplaatst (Detacheren industrie & logistiek, Detacheren Dienstverlening, Post, Post & logistiek). De huidige reguliere medewerkers en middelen van PHB die thans voor individueel detacheren en begeleid werken worden ingezet, gaan over naar het WSP. Door het verbinden van de nieuwe taken en de taken voor WSW-oud, wordt de beschikbare infrastructuur van PHB ingezet en wordt de werklast constant gehouden. Dat voorkomt frictiekosten. Het overhevelen van de infrastructuur wordt genoemd als belangrijk aandachtspunt in de expertmeeting terzake. Immers, het is efficiënt om bestaande infrastructuur van PHB (in de vorm van bijv. ervaren consulenten, plaatsen bij werkgevers en werkgeverscontacten) te benutten in plaats van deze volledig opnieuw op te bouwen

38 Bijlage - Bresdorapport De overheveling van taken die horen bij de doelgroepen met loonwaarde >40% naar het WSP heeft een aantal voordelen: De werklast blijft constant of neemt toe. Immers, via het WSP zullen ook nieuwe doelgroepen geplaatst worden. Een krimpende werklast zou frictiekosten met zich mee nemen. PHB wordt kleiner, waardoor de centrale overhead bij PHB omlaag kan. De nieuwe doelgroepen en WSW-oud worden via deze aanpak op dezelfde wijze behandeld (geconcentreerde werkgeversbenadering). WSP wordt verantwoordelijk voor 350 WSW-ers. Daarnaast zal het WSP de opdracht krijgen nog 200 fte extra die nu intern werken met een relatief hoge loonwaarde te plaatsen via groeps- en individuele detachering. De WSW medewerkers blijven in de GR en behouden hun SW indicatie. In totaal wordt het WSP dan verantwoordelijk voor 550 fte WSW-oud. Daarnaast krijgt WSP de verantwoordelijkheid voor de nieuwe doelgroepen. Gemeenten gaan met elkaar de verplichting aan om nieuwe doelgroepen aan te reiken bij het WSP, om het aantal jaarlijks op tenminste 550 fte te houden. De groepen worden geselecteerd door de sociale dienst en bij het WSP aangereikt. Het WSP heeft een tweedelijns functie. Het is nu niet goed in te schatten hoe de doelgroep zich ontwikkelt en hoeveel banen en garantiebanen er effectief beschikbaar komen. Het is derhalve raadzaam om het plaatsen en begeleiden van de (nieuwe) doelgroep in pilots vorm te geven. Dit werd onderschreven in de expertmeeting omdat het werken met pilots de mogelijkheid geeft om werkenderwijs de meest gepaste methode te selecteren. Later kan definitief richting worden gegeven aan dit beleidsterrein. Ook de relatie tussen de taken van de sociale dienst en het WSP moet worden onderzocht. Er zijn meerdere voorbeelden waar taken met betrekking tot individueel detacheren en begeleid werken tot tevredenheid van betrokkenen nauw verbonden zijn met de sociale dienst (bijv. Amsterdam, Drechtsteden, Rotterdam en Groningen). Een belangrijke voorwaarde is dat de juridische vorm en de governance van het WSP goed geregeld zijn en dat het WSP rechtspersoonlijkheid heeft. Dat is bij het huidige WSP nog niet het geval. Dat is onder andere van belang omdat mensen in dienst genomen moeten kunnen worden en omdat er opdrachten verstrekt moeten worden aan externe partijen, zoals voor de jobcoaches. De volgende juridische vormen zijn aan de orde: de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam (GROL) en de GR centrumconstructie. De mogelijkheid van een bedrijfsvoeringsorganisatie (nieuwe vorm sinds ) ligt niet in de rede, omdat die vooral bedoeld is voor beleidsarme taken. Andere vormen liggen volgens ons ook niet voor de hand (voor een uitleg van de verschillende juridische vormen, verwijzen wij naar de bijlage). Vertrekpunt is dat de regio dit gezamenlijk oppakt. In het laatste hoofdstuk zijn de voorwaarden voor succes genoemd. Voor zover de regio hier niet in slaagt geeft een aantal gemeenten aan de betreffende taken voor het zittend bestand WSW en de nieuwe doelgroepen zelf (Lingewaard) of op subregionaal niveau te gaan uitvoeren (RSD De Liemers). Aandachtspunt is wel dat de lusten en lasten gelijk verdeeld blijven worden. Dat betekent bijvoorbeeld dat de betrokken reguliere medewerkers niet volledig naar WSP gaan, maar deels naar de betreffende sociale diensten

39 Bijlage - Bresdorapport Doelstelling is om de nieuwe taken in het WSP op 1 januari 2017 operationeel te laten zijn. Na een aanloopperiode waarin de processen geïntegreerd worden in het WSP zijn de resultaten in 2017 volledig geëffectueerd Groen en dienstverlening In de sfeer van de dienstverlening (groen, schoonmaak) zit een aantal taken die geschikt zijn voor mensen met een beperkte loonwaarde. Gemeenten hebben in vragenlijsten en interviewrondes aangegeven deze onderdelen van PHB te willen privatiseren om doelmatigheidsredenen en om uitvoeringstaken op afstand te zetten (past bij de regierol van gemeenten). Privatisering leidt tot verplaatsing van het ondernemersrisico. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor het subsidieresultaat. De onderdelen die naar private partijen gaan betreffen groen en schoonmaak/facility. De contractvoorwaarden dienen marktconform te zijn. In totaliteit worden er op deze manier ongeveer 350 fte naar private partijen overgedragen. Wanneer deze onderdelen overgedragen zijn aan een private partij komt de regie te liggen bij WSP. De meest voorkomende vormen zijn een joint venture (JV) of een volledige overdracht. Ons blijkt uit interviews dat in het verleden veelal voor een joint venture gekozen werd om de gemeente een grotere mate van controle te geven en om risico s te delen. Inmiddels is de overnamemarkt voor groen en schoonmaak verder ontwikkeld (m.b.t. tarieven, overgaan van regulier personeel etc.) zodat volledige overname door private partijen steeds meer voorkomt. Voorwaarde van overdracht aan een private partij is dat deze meer werk uit de markt haalt of tegen aantrekkelijke tarieven de begeleiding kan uitvoeren. Interne werkzaamheden zoals horeca, catering, portiers en receptie blijven binnen PHB werkzaam, maar worden verder afgebouwd. Het is van belang dat de overnemende partij op een duurzame wijze SW-ers aan het werk houdt en een baangarantie biedt. Om dit te borgen is het van belang dat de overnemende partij ervaring heeft in de groen-sector en met schoonmaak/facility. Bovendien worden hierover afspraken gemaakt met de overnemende partij. Tegelijkertijd is te verwachten dat de overnemende partijen ook voorwaarden stellen aan de gemeenten voor zij de SW-ers overneemt. Zo willen private partijen meestal een garantie op werk van gemeenten voor zij de SW-ers daadwerkelijk overnemen. Dat bleek ook uit de expertmeeting groen en dienstverlening. Het werk moet voldoen aan de aanbestedingsregels en de bestek eisen. Gemeenten kunnen dat bijvoorbeeld realiseren door in het bestek een splitsing aan te brengen tussen eenvoudig werk (geschikt voor SW-personeel) en complex werk (minder geschikt voor SW personeel), waardoor er meer kans is dat SW-medewerkers daadwerkelijk geplaatst worden. De SW-medewerkers bij de geprivatiseerde onderdelen blijven formeel in dienst van de GR en worden gedetacheerd bij de private ondernemers (zie hierna over payrolling). Wanneer SW-ers overgaan naar een private partij betaalt deze de loonwaarde van de SW-er en ontvangt zij van/via het WSP een begeleidingsvergoeding. Voor de begeleidingsvergoeding kan gedacht worden aan bedragen rond de

40 Bijlage - Bresdorapport Regulier personeel van PHB en ondersteunende systemen volgen het SW-personeel en gaan mee naar de overnemende partij. Naar schatting gaan er ongeveer 25 fte naar de private partij voor aansturing van groen en dienstverlening. Gemeenten of groepen van gemeenten (op subregionaal niveau) kunnen ook optreden als overnemende partij. Met name De Liemers heeft aangegeven mogelijk interesse te hebben om een eigen groenbedrijf op te zetten. Voorwaarde is dat het over gaat tegen minimaal dezelfde voorwaarden als bij privatisering. 4.6 Taken behorend bij loonwaarde < 40% Beschut werk Mensen met een beperkte loonwaarde (< 40% loonwaarde) zijn veelal intern werkzaam bij het onderdeel Beschermd Werken (BW) van PHB. BW blijft bij PHB. Het gaat om de volgende onderdelen van PHB: Beschut werk met de clusters verpakken, montage en buitenprojecten. Groepsdetacheringen met mensen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Interne werkzaamheden die niet snel naar buiten geplaatst kunnen worden zoals horeca, catering, interne receptie/portiers, repro en overhead. Een groep mensen (circa 200 fte) met de hoogste loonwaarden wordt uitgelicht uit BW en overgeheveld naar het WSP, die deze groep via detacheringen of begeleid werken naar buiten plaatst. De WSW medewerkers met de laagste loonwaarden (< 25%, circa 300 fte) gaan in 2017 terug naar de gemeenten, die voor deze groepen een plek via zorg en welzijn kunnen realiseren. Er zijn vaak kosteneffectievere opties dan werken in de SW. Er zijn bijvoorbeeld verschillende plekken in het land waar welzijnsorganisaties er in slagen een groot deel van de begeleiding van activiteiten uit te laten voeren door vrijwilligers. Bijvoorbeeld Portes in Utrecht, waar professionals vrijwilligers begeleiden en vrijwilligers begeleiden mensen die activiteiten komen doen. De WSW medewerkers houden hun SW-indicatie. Ook kan overwogen worden om een herindicatie aan te vragen. De financiële gevolgen hiervan zijn niet berekend. Schoolmeubelen en Intratuin staan al in de verkoop en worden zo mogelijk afgestoten. De kwekerij wordt zo mogelijk ook verkocht. De kwekerij heeft in 2014 een negatieve dekkingsbijdrage van 755 k. PHB is bezig met het onderzoeken van de verkoop, de exacte gevolgen zijn nog onduidelijk. De rest van BW wordt zo veel als mogelijk tot 2020 in jaarlijks min of meer gelijke stappen slim afgebouwd (= in een beheersbaar proces en met demping frictiekosten). De WSW-medewerkers die vrijkomen gaan terug naar de gemeenten. De individuele gemeenten zijn zelf verantwoordelijk om voor de betrokken WSW-ers een plek te zoeken in de sfeer van zorg en welzijn

41 Bijlage - Bresdorapport De onderdelen die overblijven bij PHB worden vereenvoudigd en strak aangestuurd. Doordat onderdelen afgestoten worden kan er bespaard worden op ondersteunend personeel en de overhead. De bestaande infrastructuur Beschut Werk van PHB is mogelijk nuttig en doelmatig in het kader van zorg en welzijn (arbeidsmatige dagbesteding). Er zit grote overlap tussen de groep beschut werk en mensen die gebruik maken van arbeidsmatige dagbesteding via de WMO of activering via een welzijns- of zorginstelling. In individuele gevallen is het mogelijk dat een zorginstelling mensen van het SW-bedrijf overneemt, bijv. wanneer een individu een groot beslag legt op capaciteit bij het SWbedrijf. Met name zorginstellingen Siza en RIBW Arnhem zijn geïnteresseerd in samenwerking met PHB, omdat dat mooie werkmogelijkheden geeft voor mensen, waarbij Siza en RIBW zich willen concentreren op begeleiding en waarbij PHB zich zou moeten richten op het organiseren van werk. Daarbij willen ze dat doen met gesloten beurzen. Samenwerking tussen SW-bedrijven en zorg- of welzijnsinstellingen gebeurt door de verschillende budgettaire kaders vaak met gesloten beurzen. Twee voorbeelden van samenwerking tussen SWbedrijven en zorg- of welzijnsinstellingen zijn: Intos (Zuid-Limburg): doelgroepen in beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding voeren hetzelfde werk uit maar mensen in arbeidsmatige dagbesteding hanteren een lager tempo en worden begeleid door mensen met een zorgachtergrond. SWA (Alphen aan de Rijn): een specifieke groep zorg-jongeren die niet genoeg in arbeidsmatige dagbesteding past wordt uitgedaagd met werk in het SW-bedrijf, begeleid door mensen met een zorgachtergrond. De gemeenten in de GR PHB zullen met elkaar nagaan of en zo ja op welke wijze de infrastructuur van PHB nuttig kan worden ingezet voor het zittend bestand en nieuwe doelgroepen zorg en welzijn (<40% LW). PHB blijft in de bestaande GR. Gemeenten hebben evenwel aangegeven de huidige governance en werkwijze tegen het licht te willen houden en waar mogelijk efficiencyverbeteringen te willen doorvoeren. 4.7 Verdeling WSW zittend bestand en reguliere formatie over de nieuwe onderdelen Direct na de transitie in 2017 ziet de nieuwe verdeling van de SW fte ziet er als volgt uit: FTE SW nieuw naar IVC 0-25% 26-50% 51-75% % totaal PHB-oud WSP Groen / grijs / dienstverlening Naar gemeenten Op afstand (SM, IT, Kw) Totaal

42 Bijlage - Bresdorapport Voor de reguliere medewerkers is de verdeling als volgt in de business case doorgerekend: PHB/intern Privaat/dienstverlening/schoolmeubelen/tuincentrum WSP Boventallig Totaal 61 fte 61 fte 24 fte 45 fte 191 fte De exacte verdeling van de reguliere formatie is afhankelijk van de uiteindelijke keuzes en dient te voldoen aan de reguliere HR plaatsingsprocedures van PHB. 4.8 Overige taken Payroll organisatie Het voltallige huidige SW-personeel blijft tijdens en na de transitie in dienst van de GR. Zij ontvangen hun salaris van de GR, ook als de betrokken onderdelen elders (WSP of geprivatiseerde dienstverleningsonderdelen) zijn geplaatst. De arbeidscontracten van SW-ers blijven een verantwoordelijkheid (en daarmee risico) voor de gemeenten. De GR ontvangt daarvoor de vergoedingen van de gemeenten. Hiertoe wordt de huidige pay-roll faciliteit bij PHB gecontinueerd. Voorts kan de pay-roll faciliteit worden ingezet voor de nieuwe doelgroepen die via een detachering bij reguliere werkgevers aan de slag gaan. Afhankelijk van marktconformiteit kan deze dienst ook verder worden uitbesteed aan een externe commerciële partij Onroerend goed beheer Overwogen kan worden om het vastgoed te separeren van de exploitatie van PHB. Nu lopen de belangen en de risico s door het SW-bedrijf wat uiteindelijk de besluitvorming vertroebelt en waardoor mogelijk niet de juiste keuzes worden gemaakt. Door het vastgoed te isoleren kunnen zowel ten aanzien van het sociaal beleid als ten aanzien van het onroerend goed beheer een zuivere afweging worden gemaakt. De directeur van PHB kan zich dan bezig houden met het verder afbouwen van de organisatie zonder te worden belemmerd door het vastgoed. Ten aanzien van het vastgoed wordt telkens op het meest geschikte moment de meest economische keuze gemaakt. De schulden en het vastgoed zouden kunnen worden geïsoleerd in een aparte entiteit zodat PHB vrij is van schulden uit het verleden. Vrijspelen van vastgoed leidt tot mogelijke daling van de huisvestingskosten met 1,3 mio. Voordeel hiervan voor de gemeenten is dat de resultatenrekening van PHB niet vervuild is met kosten van beslissingen uit het verleden, waardoor zuiverder besluitvorming kan plaatsvinden. Dit kan door het vastgoed af te splitsen in een vastgoed BV. Aandachtspunten zijn de waarde die gehanteerd moet worden voor de panden die overgedragen worden naar de vastgoed BV, in hoeverre een marktconforme huur gerekend kan worden van de vastgoed BV aan PHB en hoe wordt omgegaan met leegstand (gaan Kwekerij / Driepoortenweg mee naar vastgoed BV). Daarnaast zal de schuldenlast moeten worden afgebouwd die aan dit vastgoed gekoppeld is. Vervolgens kan overwogen worden het vastgoed te verkopen aan een projectontwikkelaar of vastgoed bedrijf. De consequenties dienen nader te worden uitgewerkt

43 Bijlage - Bresdorapport In ieder geval moet duidelijk zijn dat de deelnemende gemeenten gezamenlijk de lasten dragen. Dit kan door een Vastgoed BV apart onder de GR te positioneren. Belangrijk is dat hierbij de juiste vastgoed expertise wordt aangehaakt om het vastgoed zonder grote financiële consequenties slim af te bouwen. 4.9 Financiële effecten De totale kosten van de variant modulair opbouwen (Netto Contante Waarde) bedraagt - 6 mio ( per SW). Dit is aanmerkelijk beter dan de frictiekosten bij volledig stoppen of de variant waarbij de organisatie langzaam wordt afgebouwd. De financiële effecten voor de gemeentebegrotingen zijn weergegeven in de volgende tabel ten opzichte van de meerjarenbegroting Tabel: Geconsolideerd effect voor de gemeentebegrotingen 5 k Minder personeelskosten bij PHB Overhead PHB op normniveau Reductie begeleiding BW (agv 300 fte nr gemeente) WSW-ers extra aan de slag Huisvestingskosten Vervoerskosten Frictiekosten Verschuiving WSW-ers naar gemeenten pm pm pm pm pm 9. Totale besparing Toelichting: 1. Per saldo leidt de overheveling van taken van PHB naar WSP tot besparingen van in totaal 1 mio. Dat bedrag is het saldo van de netto kostenverlaging bij PHB en de extra kosten bij WSP: De kosten bij PHB gaan omlaag met 2,4 mio. De belangrijkste redenen zijn personeelskosten 1,8 mio en overige bedrijfskosten 600 k. De WSP-organisatie wordt uitgebreid met mensen, systemen en middelen. De middelen worden overgeheveld van PHB. Per saldo gaat het om 1,4 mio euro. De posten zijn: personeelskosten 800 k, overige bedrijfskosten 600 k. 2. De overhead bij PHB kan omlaag. We hanteren een algemeen gehanteerde norm voor bedrijven zoals PHB. Deze norm is 15% van de totale formatie in Door toepassing van deze norm gaat de overhead in twee jaar structureel met 22 fte omlaag. 5 Een min wijst op een afdrachtsverlaging (van gemeenten aan GR). Een plus wijst op een afdrachtsverhoging

44 Bijlage - Bresdorapport 3. Door het terugplaatsen van 300 fte WSW-ers naar de gemeenten gaat de benodigde begeleiding bij beschermd werken met circa 11 fte omlaag. We hanteren de norm 1 op 25. Voor de boventallige fte s zijn in de berekeningen frictiekosten opgenomen. De exacte hoogte van de frictiekosten is afhankelijk van het mogelijk herplaatsen van de begeleiders bij de gemeenten. Er is in de berekeningen geen rekening gehouden met de eigen lokale kosten voor de begeleiding door de gemeenten zelf. 4. Het WSP krijgt als opdracht om 200 fte WSW-ers met een hoge loonwaarde die intern zitten, te plaatsen bij reguliere werkgevers. Uitgaand van een netto opbrengst van euro per persoon, leidt dat tot een extra opbrengst van 2 mio per jaar. 5. De huisvestingskosten gaan taakstellend met 1 mio omlaag. Er zijn verschillende mogelijkheden om de huisvestingskosten te verlagen: door verlaging huidige huisvestingskosten AMT door uitplaatsing, 300 fte verschuiving naar gemeenten, wegvallen schoolmeubelen, op afstand zetten volledige huisvesting in vastgoed BV, verminderen huisvestingskosten/verkopen vastgoed bij de kwekerij, mogelijk gedeeltelijk afstoten van Driepoortenweg. 6. De vervoerskosten gaan omlaag omdat meer mensen met een WSW-indicatie dan nu aan de slag gaan cq een voorziening krijgen dicht bij huis. Vervoerskosten dalen omdat de uitvoering dichter op de woonplaats gaat plaatsvinden (o.a. ten aanzien van de doelgroep met IVC <25%) en als gevolg van het vervallen van maatvervoer. 7. Wij verwachten in totaal frictiekosten van 4,2 mio, als gevolg van personeelsreductie, huisvesting en boekwaarde verlies. Wij gaan ervan uit dat gemeenten 45 fte regulier personeel herplaatsen bij WSP en private partijen. Wij hanteren een bedrag aan afvloeiingskosten van 65 k tot 135 k per fte. Dat is lager dan het bedrag waar PHB van uitgaat ( 200 k per fte), omdat de ervaring leert dat deze kosten beperkt gehouden kunnen worden door slim herplaatsen, outsourcen e.d. 8. De transitie impliceert dat WSW-ers verschuiven van PHB naar gemeenten. In 2015/2016 gaan volgens het plan 300 WSW-ers met een beperkte loonwaarde terug naar de gemeenten. De gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het ondersteunen van deze mensen. Bij de verdere afbouw van PHB gaan de vrijkomende WSW-ers eveneens naar de gemeenten. Ook voor deze groepen worden de gemeenten zelf verantwoordelijk. Gemeenten zullen hiervoor kosten maken. Deze kosten zijn niet ingeschat, omdat ze volledig afhankelijk zijn van de individuele gemeentelijke keuzen. De kosten staan daarom op pm. 9. Totaal: het modulair opbouwen leidt voor gemeenten per saldo tot een besparing die oploopt tot 7,5 mio/jr vanaf Tevens vinden verschuivingen plaats tussen PHB en het WSP, die geen effect hebben voor de gemeentebegrotingen: Diagnose & Advies, WWB vallen bij PHB weg zowel in omzet als in kosten. Deze taken worden voor de nieuwe doelgroep uitgevoerd door het WSP, waardoor het personeel zonder frictiekosten over kan gaan

45 Bijlage - Bresdorapport De formatie van groen en dienstverlening gaat over naar de overnemende partijen. De boventallige functies kunnen mogelijk wel herplaatst worden bij het WSP. Dit is afhankelijk van de vormgeving van het WSP. Het WSP krijgt de dekkingsbijdrage (positief resultaat voor aftrek vaste kosten: 3,4 mio) mee van begeleid werken, dienstverlening en groen Het een en ander leidt voor de gehele combinatie (WSP en PHB) tot de volgende meerjarenbegroting. De exacte verdeling tussen PHB, WSP en onderdelen op afstand dient tijdens de vervolgfase nader te worden uitgewerkt. Het exploitatieresultaat verslechtert in 2019 en 2020 en het subsidieresultaat loopt op door de afbouw van de SW bijdrage. Dit kan niet worden beïnvloed. x Subsidieresultaat Som der bedrijfsopbrengsten Salariskosten regulier personeel Overige personeelskosten Afschrijvingen Financiële baten en lasten Overige bedrijfskosten Totaal lasten Operationeel resultaat Overig resultaat Exploitatieresultaat Aantal SW werknemers in fte incl BW Aantal reguliere werknemers in fte Mutatie regulier fte

46 Bijlage - Bresdorapport 5. Aanpak vervolgstappen In dit hoofdstuk bespreken we het vervolgproces. Aan de hand van het Ruitmodel beschrijven we een gefaseerde aanpak voor de wijze waarop kan worden toegewerkt naar een nieuwe uitvoeringsstructuur. Op het eind van dit hoofdstuk bespreken we de voorwaarden om de gewenste koers tot een succes te maken. 5.1 Inleiding Onze ervaring leert dat het samenwerkingsproces opgeknipt moet worden in een aantal fases. Dat om er voor te zorgen dat de juiste dingen op het juiste moment worden gedaan en om steeds bestuurlijk commitment te hebben. De verleiding is soms groot om bij de start van het proces al gedetailleerd in te gaan op de vormgeving, terwijl er bijvoorbeeld nog geen keuze is gemaakt welke taken er precies worden samengevoegd. Tegelijkertijd moet de informatie die in een bepaalde fase naar boven komt, voldoende zijn om besluitvorming op te laten plaatsvinden. Wij maken daarom een onderscheid tussen de strategiefase, de planfase, de ontwerpfase en de implementatiefase. De eerste drie fasen worden steeds afgerond met een document waarmee de gemeenten moeten instemmen alvorens met de volgende fase wordt begonnen. Wij onderscheiden de verschillende fases vooral om er voor te zorgen dat zaken in de juiste volgorde gebeuren en bestuurlijk kunnen worden afgetikt, om te voorkomen dat steeds opnieuw discussies ontstaan en er loops in het proces ontstaan. 5.2 Strategiefase: contouren van de regionale samenwerking Participatiewet De regio Midden Gelderland bevindt zich voor wat betreft de uitvoeringsorganisatie Participatiebudget thans in de strategiefase. Op basis van voorliggend document wordt aan u gevraagd zich uit te spreken over de vorm, de richting en de kaders van de toekomstige samenwerkingsverband. Met het uitbrengen van voorliggend rapport start het traject van bestuurlijke besluitvorming om te komen tot een nieuw samenwerkingsarrangement door de colleges van B&W van de gemeenten

47 Bijlage - Bresdorapport Breed draagvlak (politiek, bestuurlijk, doelgroep en reguliere medewerkers) voor de transitie is cruciaal. Het is van belang voor het vervolgproces de ondernemingsraad van PHB volledig te informeren en goed met hen te overleggen. De te nemen beslissing is een bestuurlijke kwestie waarover de medezeggenschap bij PHB wordt geïnformeerd door de directie van PHB. Ook andere belangrijke stakeholders zoals vakbonden en de cliëntenraad WSW moeten in het proces worden meegenomen, evenals de werkgevers die arbeidsplekken en werk beschikbaar moeten stellen voor de doelgroep. Zorgvuldige communicatie met de organisatie en afstemming met de ondernemingsraad is van essentieel belang. Tegelijkertijd is breed draagvlak een succesfactor voor verdere implementatie. Om te bewaken dat er eenduidige besluiten worden genomen zal voorliggend rapport kunnen dienen als een gezamenlijk en eensluidend voorstel (besluitvormingsdocument) aan de colleges van B&W. Als de bevoegde organen (het college, waar nodig bevestigd door gemeenteraden) positief besluiten over de inhoud van de business case, gaat de volgende fase in. 5.3 Planfase: bedrijfsplan (mei 2015 september 2015) In de volgende planfase wordt het besluit verder geconcretiseerd in een bedrijfsplan. Het gaat om de verdere uitwerking van de bestuurlijk juridische vorm en de organisatorische, personele en financiële consequenties voor de latende (PHB) en de ontvangende organisatie (WSP nieuwe stijl, uitvoering door gemeenten zelf). Gemeenten gaan aan de slag met een stevige transformatie. Dat is een forse opgave voor de PHB-organisatie. Beoordeeld zal moeten worden of de organisatie voldoende is toegerust en of de sleutelfuncties voldoende sterk zijn bezet. Wij adviseren om direct met de planfase te beginnen als de colleges met de businesscase hebben ingestemd. De planfase zou programmatisch moeten worden aangepakt, onder centrale gemeentelijke regie. Het programma bevat verschillende projecten: Herstructureren van PHB-oud Overhead Vastgoed Privatisering Dienstverleningsonderdelen (groen, schoonmaak e.d.) Governance Verder vormgeven van het WSP Vormgegeven van taken die overgaan Plaatsing van de medewerkers Inregelen van de contracten Juridische vormgeving

48 Bijlage - Bresdorapport Opdracht richting gemeenten 300 WSW-ers naar gemeenten Nieuw perspectief beschut werken/ arbeidsmatige dagbesteding Het bedrijfsplan bestaat uit: een programmaplan en drie projectplannen. Het opstellen van deze plannen vindt plaats in de periode mei t/m augustus. De volgende aspecten komen in elk geval aan de orde: de verdere uitwerking van de juridische structuren, de organisatie(hoofd)structuur, ICT, een dienstverleningsconcept, de verhouding tussen de verschillende organisaties (WSP, Werkbedrijf, PHB-oud, sociale diensten), de kostenverdeelsleutels, de nader uitgewerkte begroting van transitiekosten, eigendomsvraagstukken, personele invulling, arbeidsrechtelijke consequenties, sociaal plan en huisvesting. 5.4 Ontwerpfase (Oktober 2015 december 2015) In de ontwerpfase worden de plannen uitgewerkt tot op het detailniveau dat nodig is om te kunnen gaan implementeren. Belangrijke aspecten daarbij zijn: de concrete inrichting van de organisatieonderdelen (organisatie- en formatierapport, functieboek), concrete invulling en herdefiniëring van de ondersteunende functies, het formuleren van prestatie-indicatoren, een uitgewerkte ontwerpbegroting en een openingsbalans, de inrichting van de huisvesting et cetera. Het resultaat van de ontwerpfase is een implementatieplan met uitgewerkte deelplannen. 5.5 Implementatiefase (januari 2016 juni 2016) Na instemming met het Plan van aanpak van het bedrijfsplan volgt de implementatiefase. In de implementatiefase staat de werving en selectieprocedure van het eerstelijns management respectievelijk de (her)plaatsingsprocedure van de medewerkers centraal. Verder zal veel aandacht nodig zijn voor het inregelen van de ICT-infrastructuur, het (eventuele) converteren van bestanden en het tot stand brengen van de interfaces met de moederorganisaties. De inrichting van de huisvesting wordt voorbereid. Verder moet worden gedacht aan het opstellen van de rechtspositionele uitvoeringsregels, de werkprocessen, de AO/ IC en de P&C-cyclus van de verschillende organisaties. De eventuele verhuizingen moeten worden voorbereid en uitgevoerd. Ten slotte worden de werkprocessen ingeregeld en de betreffende taken van de huidige organisaties daadwerkelijk samengevoegd. De uitkomst is dat de organisaties (WSP nieuwe stijl en PHB-oud) op 1 juli 2016 en waar mogelijk eerder, de facto zijn ingericht. Dat is nodig om de ingeboekte besparingen tijdig te realiseren. Hiermee bedoelen we dat de voorbereidingen dan zodanig ver gevorderd zijn, dat op dat moment daadwerkelijk gestart zou kunnen worden onder aansturing van het verantwoordelijk management en bestuur. De praktijk zal zijn dat de nieuwe organisaties per 1 januari 2017 daadwerkelijk operationeel zijn

49 Bijlage - Bresdorapport 5.6 Privatisering dienstverleningsonderdelen De privatisering van de dienstverleningsonderdelen volgt een wat afwijkend proces. Wij adviseren om een privatiseringsteam op te zetten met vertegenwoordigers van gemeenten en PHB, dat zich bezighoudt met alle (mogelijke) vervreemdingen (dienstverleningsonderdelen, kwekerij etc). Om de onderdelen groen en dienstverlening over te kunnen dragen aan private partijen zullen de volgende stappen doorlopen worden: Bepalen welke onderdelen naar private partijen overgedragen worden en wat hiervan de business case is. Onderdeel daarvan zijn de kaders die de gemeenten stellen, op basis waarvan een deal kan worden gemaakt. Voorwaarden zouden kunnen liggen in de hoogte van de incidentele kosten, het effect op het exploitatieresultaat, de financiële risico s en de gevolgen voor de doelgroep. Dit is een onderdeel van de planfase (bedrijfsplan) zoals hiervoor beschreven. Voor het zoeken van overnamepartners, kunnen de volgende stappen worden gezet. Deze fase start parallel aan de ontwerpfase (september 2015). Opzetten informatie memorandum. Een marktconsultatie om de interesse van de markt in de beschikbare onderdelen te peilen. Gesprekken met potentiële geïnteresseerden. Uitwerken van pakket van voorwaarden voor vervreemding/aanbesteding. Onderhandeling en waardebepaling. Tekenen intentieovereenkomst. Boeken onderzoek/due diligence. Tekenen overeenkomst en overdracht. Ontvlechting uit de organisatie PHB en start implementatie. Deze momenten laten zich lastig sturen. Streven is dat de privatisering uiterlijk in 2016 volledig is gerealiseerd. 5.7 Voorwaarden voor succesvol resultaat Het is een stevige opgave voor de gemeenten in Midden Gelderland en voor PHB om de nieuwe uitvoeringsstructuur en de organisatieveranderingen te realiseren. Realisatie van de plannen is nodig om de besparingen te realiseren. Er zijn verschillende risico s. Om deze te voorkomen, moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan: 1. De gemeenten zijn nu aan zet. Welslagen van het plan is volledig afhankelijk van het commitment en de daadkracht van de gemeenten. Gemeenten moeten hierin gezamenlijk optrekken en aangehaakt blijven

50 Bijlage - Bresdorapport 2. Samenwerking is geven en nemen. Het gaat vooral om de wil om samen wat te bereiken. Onderling vertrouwen (tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en de uitvoeringsorganisatie) is noodzakelijk. Wij vinden dat thans een zorgpunt in de regio. Hier moet aan worden gewerkt. Individuele gemeenten moeten hun commitment laten zien in woord en daad en zij moeten elkaar hierop aanspreken. 3. Commitment bij de directie van PHB, een strakke, no nonsense aansturing en draagvlak bij de medewerkers. Bij de start van de planfase moet worden nagegaan of PHB hiervoor voldoende is toegerust. 4. Breed draagvlak (politiek, bestuurlijk, doelgroep en reguliere medewerkers) voor de transitie is cruciaal. 5. Snel doorpakken en vasthouden aan het ingezette plan (koersvast). Voortgang monitoren volgens vaste mijlpalen. 6. Het WSP nieuwe stijl slaagt alleen als er een goede juridische organisatievorm en governance aan ten grondslag ligt. Een GROL of een gemeenschappelijke regeling Centrumconstructie liggen het meest voor de hand. Gemeenten moeten met een open vizier op zoek gaan naar de meest aantrekkelijke en gewenste vorm: dus geen blokkades vooraf. 7. WSP nieuwe stijl moet er in slagen om 200 extra WSW-ers te plaatsen bij reguliere werkgevers, naast eventuele extra taakstellingen die het WSP krijgt opgedragen in het kader van de nieuwe taken en doelgroepen. 8. Gemeenten/sociale diensten moeten vanuit de nieuwe doelgroepen in de Participatiewet voldoende mensen (met een arbeidsbeperking) aanreiken bij het WSP-nieuwe-stijl en de daarmee samenhangende begeleidingskosten betalen (vanuit het re-integratiebudget). Dat om de werklast van WSP nieuwe stijl op peil te houden. Tegelijkertijd moet dit bij mensen met een uitkering leiden tot besparingen (besparingen op het inkomensdeel). 9. De individuele gemeenten in de GR PHB moeten in staat en bereid zijn om op korte termijn 300 WSW-ers met een beperkte loonwaarde op te nemen en een participatietraject aan te bieden in het kader van de zorg/wmo. 10. Bij de verdere afbouw van onderdelen van PHB-oud moeten gemeenten eveneens bereid en in staat zijn om WSW-ers op te nemen en zelf een plek te geven. 11. Er moet een extra inspanning gepleegd worden door PHB om met name de overheadkosten, de huisvestingskosten en de vervoerskosten omlaag te krijgen. 12. Het absorptievermogen van de arbeidsmarkt en werkgevers in de regio moet voldoende zijn om de gewenste aantallen mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te krijgen bij reguliere werkgevers. Of dit zo is zal blijken in de uitvoering. Het aantal beschikbare garantiebanen ten opzichte van het aantal mensen met een arbeidsbeperking is lager dan in andere regio s, waardoor het naar verwachting gemiddeld lastiger zal zijn om alle mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te krijgen

51 Bijlage - Bresdorapport 13. Gemeenten moeten in voldoende mate mensen met een arbeidsbeperking aan het werk helpen cq werk gunnen aan bedrijven met mensen met een arbeidsbeperking in dienst. 14. Het risico bij het niet realiseren van de aansluiting individueel detacheren en begeleid werken bij het WSP is verlies van plaatsingen bij werkgevers en leidt daarmee tot verlies aan detacheer inkomsten

52 Bijlage - Bresdorapport Bijlage 1: Raming klantaantallen per gemeente 67 ARNHEM struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal DOESBURG struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal DUIVEN struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal LINGEWAARD struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal Op basis van cijfers CBS. Afwijkingen kunnen optreden als gevolg van het feit dat het CBS afrondt op 5- tallen. 7 Aantallen zittend bestand WSW hebben betrekking op het aantal WSW-ers dat in de betreffende gemeente woont. Dus niet (alleen) op het aantal WSW-ers dat bij PHB werkt

53 Bijlage - Bresdorapport NEDER-BETUWE struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal OVERBETUWE struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal RHEDEN struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal RIJNWAARDEN struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal ROZENDAAL struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal

54 Bijlage - Bresdorapport WESTERVOORT struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal ZEVENAAR struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal REGIOTOTAAL struct Aantal WWB WSW zitt bestand nwe doelgr regulier nwe doelgr beschut nwe doelgr vml Waj Totaal

55 Bijlage - Bresdorapport Bijlage 2: Raming re-integratiebudgetten per gemeente 8 Bedragen x 1.000,-) Arnhem struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Doesburg struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Duiven struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Lingewaard struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Ramingen zijn gemaakt door Berenschot, op basis van budget-informatie2015 en onderzoek SEO naar afbouw WSW (september 2014)

56 Bijlage - Bresdorapport Neder-Betuwe Struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Overbetuwe struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Rheden struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Rijnwaarden struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Rozendaal struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal

57 Bijlage - Bresdorapport Westervoort struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Zevenaar struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal Regiototaal struct WWB WSW Begeleiding Wajong Totaal

58 Bijlage - Bresdorapport Bijlage 3: Vastgoed Het Bresdo wil nader inzicht hebben in de mogelijkheden om het vastgoed te separeren van de exploitatie van PHB. Nu lopen de belangen en de risico s door het SW-bedrijf wat uiteindelijk de besluitvorming vertroebelt en waardoor mogelijk niet de juiste keuzes worden gemaakt. Door het vastgoed te isoleren kunnen de beslissingen worden genomen met de juiste expertise en betrokkenen. De directeur van PHB bedrijf kan zich dan bezig houden met het verder afbouwen van de organisatie zonder te worden belemmerd door beslissingen rondom het vastgoed. De huidige vastgoedkosten drukken zwaar op de exploitatie van PHB. De taxatie en waarde van het vastgoed is een onzekere factor. Er zijn gedurende periode reeds voorzieningen getroffen voor 13 miljoen voor de kwekerij en schoolmeubelen, maar mogelijk zijn deze nog niet voldoende. De Driepoorterweg en Intratuin staan gewaardeerd tegen boekwaarde, de overige panden tegen marktwaarde (taxatiewaarde). Waardedaling bij deze panden leidt op dit moment direct tot afwaardering boekwaarde en dus tot verrassingen. Op een gedeelte van het vastgoed wordt niet meer op afgeschreven. De huidige huisvestingskosten zijn circa 4 miljoen per jaar. De boekwaarde is circa 16 miljoen (begroting 2015). De afschrijvingen en rente zijn maar een beperkt deel van de huisvestingskosten ( 1,3 miljoen). Wij zien de volgende risico s en kosten: Risico s Bruningweg zijn afhankelijk van de deal bij Schoolmeubelen (risico is dat bestaande boekwaarde van circa 6,4 mio niet mee wordt verkocht). Daling van taxatiewaarde leidt direct tot verlies. Mogelijk afboeking Schoolmeubelen overige materiële vaste activa (circa 3,5 mio, afhankelijk van prijsonderhandelingen bij mogelijke verkoop). Hoge kosten van Kwekerij die niet rendabel is (opbrengst mogelijk lager dan de huidige boekwaarde van circa 3 mio). Daling van taxatiewaarde leidt direct tot verlies. Activa Driepoortenweg (boekwaarde: 4 mio), afhankelijk van prijs bij mogelijke verkoop dient hier een afboeking op genomen te worden. De huidige bieding leidt tot een boekwinst. Intratuin (boekwaarde: 2 mio), afhankelijk van prijs bij mogelijke verkoop dient hier een afboeking op genomen te worden. De schulden en het vastgoed zouden kunnen worden geïsoleerd in een aparte entiteit zodat PHB vrij is van schulden uit het verleden. Vrijspelen van vastgoed leidt tot mogelijk daling van de huisvestingskosten met 1,3 mio. Voordeel hiervan voor de gemeenten is dat de resultatenrekening van PHB niet vervuild is met kosten van beslissingen uit het verleden. Dit kan door het vastgoed af te splitsen in een vastgoed BV. Aandachtspunten zijn de waarde die gehanteerd moet worden voor de panden die overgedragen worden naar de vastgoed BV, in

59 Bijlage - Bresdorapport hoeverre een marktconforme huur gerekend kan worden van de vastgoed BV aan PHB en hoe wordt omgegaan met leegstand (gaan Kwekerij / Driepoortenweg mee naar vastgoed BV). Daarnaast zal de schuldenlast moeten worden afgebouwd die aan dit vastgoed gekoppeld is. Vervolgens kan overwogen worden het vastgoed te verkopen aan een projectontwikkelaar of vastgoed bedrijf. De consequenties dienen nader te worden uitgewerkt. In ieder geval moet duidelijk zijn dat de deelnemende gemeenten gezamenlijk de lasten dragen. Dit kan door een Vastgoed BV apart onder de GR te positioneren. Belangrijk is dat hierbij de juiste vastgoed expertise wordt aangehaakt om het vastgoed zonder grote financiële consequenties slim af te bouwen

60 Bijlage - Bresdorapport Bijlage 4: Uittreden Gemeenten kunnen overwegen om uit te treden uit de GR. In de GR voorwaarden is bepaald dat de uittredende gemeente een afkoopsom betaalt. De hoogte van de som is niet gedefinieerd en is een onderhandelingsproces. Het aantal stemmen wordt bepaald naar het aantal inwoners van de betrokken gemeente Het jaarlijks exploitatietekort/overschot wordt per omgeslagen naar rato van het aantal mandagen, gedurende welke inwoners van de gemeente werkzaam zijn geweest. Bij uittreding stelt het Algemeen Bestuur de verplichting van de uittredende gemeente vast. Als uitgangspunt geldt dat de kosten die rechtstreeks het gevolg zijn van uittreding in rekening worden gebracht. Partieel uitstappen is volgens de GR niet geregeld en dient te worden voorkomen. Ontmantelen en uittreden kan de kosten voor PHB als totaal verlagen, met name als dit interne medewerkers zijn met een lage loonwaarde. Aandachtspunt is dat individuele medewerkers een arbeidsovereenkomst hebben met PHB. Deze kan niet zonder meer worden opgezegd. Als de uittredende gemeente de betreffende WSW-ers herplaatst, helpt dat de overall afbouw van PHB. De achterblijvende gemeenten dienen in voldoende mate te worden gecompenseerd om de frictiekosten te betalen. De frictiekosten worden verlaagd als de uittredende gemeente regulier personeel meeneemt. Free-riders gedrag moet worden voorkomen. Wanneer een gemeente uit de GR treedt zijn er twee opties: De SW-ers gaan terug naar de gemeente. De SW-ers blijven zitten in het SW-bedrijf. Hieronder worden beide situaties beknopt beschreven. Daarna wordt de relevante jurisprudentie aangestipt. De SW-ers gaan terug naar de gemeente In het eerst geval betalen gemeenten hun aandeel van de frictiekosten die het gevolg zijn van hun beslissing om uit te treden. Dit voorkomt dat de blijvende gemeenten benadeeld worden door de beslissing van de uittredende gemeente. Het Algemeen Bestuur stelt de verplichting van de uittredende gemeente vast. Deze frictiekosten bevat o.a. kosten voor o.a. afbouwen van vaste kosten en sociaal plan kosten voor regulier personeel. Van deze kosten dienen de NCW bepaald te worden. Het subsidieresultaat valt terug bij de gemeente. Een indicatie van de genoemde frictiekosten zijn de sluitingskosten voor PHB. De frictie kosten kunnen worden verlaagd als regulier personeel mee gaat met uittredende partij. Daarnaast zullen mogelijk opbrengsten wegvallen van de desbetreffende gemeente bij PHB. De huidige frictiekosten bij stoppen van PHB in 2016 bedragen circa 20 k per fte SW

61 Bijlage - Bresdorapport De SW-ers blijven zitten in het SW-bedrijf In het tweede geval betaalt de gemeente een som aan de GR om het toekomstige negatieve operationeel resultaat voor hun SW-populatie af te dekken. Ook dient de gemeente het subsidieresultaat voor haar SW-medewerkers te betalen aan de GR. Een indicatie voor het te betalen bedrag is het bedrag dat gemeenten betalen per SW-er bij going concern voor PHB. Uit het nul scenario blijkt een NCW van 27 k per fte SW operationeel + 6 k voor de mogelijke afwaardering van boekwaarde. Jurisprudentie Op basis jurisprudentie is ook een bedrag af te leiden. Bij Montferland is na diverse rechtszaken per fte SW betaald. Hier zijn 22 SW-ers uit de GR naar WEDEO gegaan. Bij Barendrecht en Ridderkerk is per fte SW betaald. Hierbij bleven de medewerkers zitten in de GR. Ook is hier afgesproken dat de gemeenten het omzetniveau richting het SW-bedrijf twee jaar vasthielden, daarna bleef 50% van het niveau gehandhaafd

62 Bijlage - Bresdorapport Bijlage 5. Juridische samenwerkingsvormen 9 Zonder samenwerking: gemeentelijke dienst Wanneer niet gekozen wordt voor een intergemeentelijk samenwerkingsverband, kan gekozen worden uit een van de volgende besturingsmodellen voor WSW-uitvoering: Uitvoering opdragen aan tak van dienst. Hier bestaat het voordeel van korte lijnen tussen beleid en uitvoering. Ook kan de uitvoeringsstructuur eenvoudig en snel worden veranderd wanneer dat nodig mocht zijn. Uitvoering opdragen aan verzelfstandigd eigen werkbedrijf (bijvoorbeeld een bv of stichting). Het voordeel van deze uitvoering is dat een eigen bv of stichting de exploitatierisico s beter kan beheersen. Ook kan de uitvoering van activiteiten beter op marktconforme condities plaatsvinden en zijn afspraken met (vooral kleinere) werkgevers in een voor hen herkenbare vorm vast te leggen. Uitvoering opdragen aan jointventurebedrijf. Een jointventure biedt de mogelijkheid om de uitvoering van de WSW-taken samen met een private onderneming of maatschappelijke instelling in te richten en de risico s onderling te verdelen. Zo kunnen netwerken van zowel gemeente als samenwerkingspartners geactiveerd worden in de uitrol van interventies richting arbeidsmarkt en andere werkgevers. Op de keuze van een samenwerkingspartner in de jointventure is vaak het aanbestedingsrecht van toepassing. Uitvoering opdragen aan particulier bedrijf (met of zonder winstoogmerk). Een betere beheersing van de kosten en kwaliteit kan worden bereikt wanneer wordt uitbesteed. Dit kan wanneer WSW-taken of resultaten goed zijn te definiëren en middelen of instrumenten via een contract aan de uitvoerder beschikbaar kunnen worden gesteld. Op de opdrachtverlening is het aanbestedingsrecht van toepassing. Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam (GROL) (WSW-opdrachtgever en WSW-uitvoerder) De Wgr biedt de mogelijkheid aan samenwerkende gemeenten om een zelfstandig rechtspersoon op te richten met dezelfde juridische instrument als een gemeente. Voor een gemeente is het van belang dat de samenwerking beschikt over een eigen rechtspersoonlijkheid, zodat eigen personeel kan worden aangenomen, overeenkomsten gesloten kunnen worden met private partijen en zodat de hieruit voortvloeiende risico s beheersbaar verdeeld kunnen worden. Bijzonder aan deze regeling is dat de rechtspersoon naast privaatrechtelijke ook over publieke bevoegdheden kan beschikken. De verhouding tussen bestuur (algemeen bestuur (AB) en dagelijks bestuur (DB)) van de GR en 9 We spreken in deze bijlage telkens over een SW-bedrijf. Maar in de plaats van het SW-bedrijf kan ook het WSP gelezen worden of elke andere organisatie die gezamenlijk wordt opgezet

63 Bijlage - Bresdorapport directie van het SW-bedrijf lijkt op de relatie tussen college en een directeur van dienst binnen een gemeente. Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam en vennootschap In deze regeling is een vennootschap opgericht om de sociale werkvoorzieningstaken uit te voeren. Belangrijkste motieven hierbij zijn dat: een scheiding tussen beleid (AB/DB) en uitvoering (directie/raad van commissarissen) ontstaat. voor gemeenten de exploitatierisico s van WSW-bedrijven wordt beperkt. er doelmatiger gewerkt kan worden. In dit samenwerkingsverband kunnen de verantwoordelijkheden vanuit de rol van opdrachtgever en financier van het WSW-bedrijf goed gescheiden worden en specifiek bij behaalde partijen worden neergelegd. Publieke vennootschap In deze samenwerkingsvorm zijn gemeenten opdrachtgever en aandeelhouder. Er zal minder behoefte zijn aan een GR als bestuurlijk samenwerkingsplatform wanneer er: geen (gebundelde) publieke bevoegdheden nodig zijn voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening door een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie. vanuit de gemeenten gewerkt kan worden met een gemeenschappelijke opdrachtverstrekking aan de vennootschap

64 Bijlage - Bresdorapport Het kan ook dat gemeenten liever zelfstandig het beleid, de opdracht en de subsidievoorwaarden willen bepalen in relatie tot het WSW-bedrijf. In dit geval kan de samenwerking tussen gemeenten ook beperkt worden tot het gezamenlijk in stand houden van een uitvoeringsorganisatie in vennootschapsvorm. Het vennootschapsbestuur zal dan gedwongen worden meer op eigen kracht samenwerkingsafspraken met reguliere werkgevers en samenwerkingspartners te maken. Samenwerking via niet-gemeentelijke vennootschap In deze samenwerking zijn gemeenten gezamenlijk opdrachtgever. Wanneer voldoende draagvlak aanwezig is bij maatschappelijke organisaties en/of private werkgevers, kan de uitvoering van de WSW worden opgedragen aan een (private) vennootschap zonder dat gemeenten aandeelhouder zijn. Op deze manier kunnen de (private) eigenaren van de vennootschap het maatschappelijke imago van de onderneming of instelling versterken. Besturing vanuit de gemeenten vindt volledig plaats vanuit de rol als opdrachtgever voor WSW-taakstellingen en het gunnen van werkopdrachten. Vaak zal bij deze vorm op de opdrachten het aanbestedingsrecht van toepassing zijn. Centrumconstructie Gemeenschappelijke Regeling Deze regeling wordt ook wel de lichtere vorm van de Wgr genoemd. In deze centrumgemeenteregeling worden de relevante bevoegdheden door de deelnemende gemeenten overgedragen aan de centrumgemeente. Wanneer een gemeente al beschikt over een doelmatige uitvoeringsstructuur biedt de regeling voordelen. Het belangrijkste voordeel is dat een gemeenschappelijke tak van dienst vaak eenvoudig en goedkoop zijn diensten en activiteiten kan uitbreiden naar een groter werkgebied. De centrumgemeente richt een tak van dienst in die onder leiding van het bestuur van de centrumgemeente uitvoering geeft aan de samenwerkingstaken

65 Bijlage - Bresdorapport Centrumconstructie dienstverleningsovereenkomst Naast een centrumgemeente als gemeentelijke regeling (vorenstaande) kan er ook gekozen worden voor een afspraak op basis van een onderlinge (privaatrechtelijke) dienstverleningsovereenkomst. Deze vorm is geschikt wanneer voor de activiteiten van de WSW-uitvoering geen publieke bevoegdheden nodig zijn van het bestuursorgaan vanuit de gemeente waar de samenwerkingstaken zullen worden uitgevoerd. Wel moeten er afspraken worden gemaakt over het uit te voeren beleid en de te verdelen kosten. Op opdrachten die door middel van een dienstverleningsovereenkomst worden gegund is vaak wel het aanbestedingsrecht van toepassing. Gemeenschappelijke regeling bedrijfsvoeringsorganisatie Deze bedrijfsvoeringsorganisatie is een nieuwe vorm van de GR. De regeling heeft net als een GROL eigen rechtpersoonlijkheid en, om de bestuurlijk drukte te beperken, alleen een dagelijks bestuur. Deze rechtsvorm is speciaal opgericht voor de Shared Service Centra (SSC). Een SSC is met name een uitvoeringsorganisatie waardoor deze beleidsneutraal is. Om deze reden is een gelaagd bestuur niet per se nodig Memorie van Toelichting bij wijziging van Wet gemeenschappelijke regeling, dossiernummer 33597, nr. 3, hoofdstuk

66 Bijlage - Bresdorapport Bijlage 6: Lijst van betrokkenen bij het onderzoek Leden begeleidingscommissie: Marcel Moes, gemeenten Rheden en Doesburg Roland Kluskens, gemeente Arnhem Francine Thijssen, gemeente Overbetuwe Lex de Hilster, gemeente Duiven Ruud Vos, gemeente Lingewaard Bestuurlijke ronde Johan Sluiter, gemeente Lingewaard Ben Ross, gemeente Overbetuwe Hans Sluiter, gemeente Westervoort Henk Kok, Arnhem Ine van Burgsteden, Arnhem Peter Bollen, Doesburg Ineke Knuiman, Duiven Vincent Neerbos, Neder-Betuwe Tjebbe Vugts, Rheden Belinda Elfrink, Rijnwaarden Anton Logemann, Rozendaal Arthur Boone, Westervoort Stef Bijl, Zevenaar Martijn Leisink, Arnhem Lex de Hilster, gemeente Duiven Bart Koolse, RSD de Liemers (ambtelijke ondersteuning)

67 Bijlage - Bresdorapport Deelnemers workshops Individueel detacheren en begeleid werken Gerrie van Sunder, Felua groep Dennis Janssen, gemeente Arnhem Wilfred Hekkers, RSD De Liemers Monique Bruin, gemeente Lingewaard Maryse Toonen, gemeente Lingewaard Martin Plant, PHB Peter Offringa, PHB Liselot Roeling, Overbetuwe Beschut werken Ron van der Linden, gemeente Arnhem Lex de Hilster, gemeente Duiven Theo Duijker, Enspiratie Rob Huntink, Driestroom Mariken van Woerkum, Driestroom Philip Backx, Siza Bas Bodzinga, Philadelphia Martin Mul, Delta Loes Cevaal, Agens Renate Steins, Werkmeester Martin Plant, PHB Groen en dienstverlening Jacco van der Kaa, gemeente Arnhem Rogier Manenschijn, gemeente Duiven Koen Beenen, PHB Annemarie Guldie-Goulmy, PHB Peter Offringa, PHB

68 Bijlage - Bresdorapport Interviews experts Niel Cortenraad, Vebego (telefonisch) Peter Hobbelen, De Meewerkers Frank Verheul, Goed Werkt (telefonisch) Corrie van Randwijk en Bas Bodzinga, Philadelphia Richard de Winter, WOZL Stef Schuijt, gemeente Arnhem Rob Wieten, Siza Henk van Eijk, Magis 010 Barbara Vasko, WSP Midden-Gelderland Rogier Schweitzer, Randstad Drechtsteden Erwin Jansen, Dolmans Gerrie van Sunder, Felua Groep Wietse Kooistra, Plein Zutphen

69 Bijlage - Aangenomen motie van de fracties van de PvdA en Zuid Centraal "SW... 63

70 Bijlage - Aangenomen motie van de fracties van de PvdA en Zuid Centraal "SW... Voor Tegen 066 AndeweJt emoerman Loor e Vroome enhoek K3-üven amersveld ga Arnhem anders ander Laak 36 Motie "SW werknemersperspectief centraal" (15M62) 1 rt 11 a SP. usters. Elfrink GROENLINKS ~ 11 a K arssenbera Ji/1ontfrooy Koom ChristenUnie Bal Totaal 37 an Beers e Groot ' 64

71 Bijlage - Aangenomen motie van de fractie van de SP "Niemand achter... 65

72 Bijlage - Aangenomen motie van de fractie van de SP "Niemand achter... Voor Tegen 066 AndeweJt emoerman Loor e Vroome enhoek K3-üven amersveld ga Arnhem ander Zee anders ander Laak 34 Motie "Niemand achter de geraniums" (15M60) 3 rt 11 a SP. usters. Elfrink GROENLINKS ~ 11 a K arssenbera Ji/1ontfrooy Koom ChristenUnie Bal Totaal 37 an Beers e Groot ' 66

73 Bijlage - Aangenomen motie van de fracties van GroenLinks, PvdA, Arnhemse... 67

74 Bijlage - Aangenomen motie van de fracties van GroenLinks, PvdA, Arnhemse... Voor Tegen 066 Andewe:!! Kernoerman Loor Ele Vroome Wenhoek K3-üven amersveld ga Arnhem anders ander Laak 27 Motie "Basis voor werk" (15M63) 10 D 11 7l SP. usters. Elfrink GROENLINKS Karssenberg. Montfrooy Koom ChristenUnie Bal Totaal 37 an Beers e Groot D 11 J ' 68

75 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM 1 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

76 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: INHOUDSOPGAVE 2 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN... 1 UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM AANLEIDING EN DOEL RESULTATEN/ BESLUITEN Geleidelijk afbouwen & modulair opbouwen Resultaten i.r.t. regionale besluitvorming Resultaten i.r.t. lokale besluitvorming RESULTATEN/ MAATREGELEN AANPAK Gefaseerde aanpak Planfase: bedrijfsplan (mei september 2015) Ontwerpfase: implementatieplan (oktober december 2015) Implementatiefase (januari juni 2016) ORGANISATIE Organisatie van de wat-vraag Organisatie van de hoe-vraag Organisatiestructuur PLANNING EN MONITORING CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM 7 FINANCIEN RISICO'S COMMUNICATIE Communicatiedoelen Doelgroepen Communicatieboodschap Communicatiestrategie Communicatiemiddelen Communicatieplanning BIJLAGE Uitgangspunten Uitvoeringsplan Participatie Participatiewet en arbeidsontwikkeling Werkgeversbenadering Werknemersbenadering Rollen en verantwoordelijkheden versie

77 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: AANLEIDING EN DOEL 3 PAGINA In april 2015 werd het in opdracht van de Bestuurlijke Regiegroep Sociaal Domein (Bresdo) opgestelde adviesrapport over de regionale samenwerking rondom de Participatiewet en de toekomst van Presikhaaf Bedrijven (PHB) gepresenteerd en beschikbaar gesteld aan de gemeenten van de arbeidsmarktregio Midden Gelderland. Op basis van dit rapport hebben de colleges van Burgemeester en Wethouders en raden van de betrokken gemeenten in de maanden mei en juni besloten om, in lijn met het advies, de strategische koers van de sociale werkvoorziening PHB bij te stellen en de taakverdeling van andere belangrijke organisaties binnen de uitvoeringsstructuur van de Participatiewet te wijzigen. Doel van het voorliggende Programmaplan Uitvoeringsstructuur Participatie Arnhem is de gekozen variant 'geleidelijk afbouwen & modulair opbouwen' te implementeren vanuit het Arnhemse perspectief. Daarbij plaatsen we de ingrepen in het perspectief van de totale richting van de veranderopgave Werk! uit het programma Stad op de Kaart. Zo maximaal mogelijk toebewegen naar (zo regulier mogelijk) werk en inkomenszelfstandigheid met een zo effectief en efficiënt mogelijke uitvoeringsstructuur staat hierbij voorop. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

78 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: RESULTATEN/ BESLUITEN 4 PAGINA 2.1 Geleidelijk afbouwen & modulair opbouwen Bestuurders van gemeenten in de arbeidsmarktregio Midden Gelderland willen dat mensen die aangewezen zijn op de Participatiewet zoveel mogelijk actief zijn, liefst op zo regulier mogelijke arbeidsplaatsen bij reguliere werkgevers. De bestuurders willen dat de ondersteuning voor de doelgroep van de Participatiewet transparant, effectief en efficiënt georganiseerd is, dat werkgevers één aanspreekpunt hebben waarmee zij zaken kunnen doen en dat er voldoende flexibiliteit en ruimte blijft om in te spelen op lokale kansen. De nieuwe aanpak vereist dat de taken, die voortvloeien uit de Participatiewet, anders over belangrijke uitvoeringsorganisaties worden verdeeld en dat menskracht, expertise en netwerken van professionals slim worden gebundeld. Grotere doelgroep, minder budget Met de per 1 januari jl. ingevoerde Participatiewet staan de gemeenten in de arbeidsmarktregio Midden Gelderland voor een grote uitdaging. Ruim mensen in onze regio rekenen in de toekomst op ondersteuning van gemeenten bij de begeleiding en toeleiding naar werk of andere vormen van participeren in de samenleving. Tegelijkertijd worden de budgetten, die gemeenten van het Rijk ontvangen voor de ondersteuningstaken gehalveerd. Om meer te doen met minder, moet de uitvoering van de Participatiewet kosten besparen en waarde creëren. Meerwaarde van arbeidsontwikkeling Dat kan door de meerwaarde van arbeidsontwikkeling voor gemeenten, voor werkgevers en voor de doelgroep centraal te stellen in de aanpak. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Gemeenten streven er naar dat zo weinig mogelijk burgers voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van en uitkering; dat mensen met een beperking (en een uitkering) zo regulier mogelijk deelnemen op de arbeidsmarkt en daarvoor een reële loonwaarde krijgen; en dat mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt structuur wordt geboden in de vorm van zinvolle dagactiviteiten zodat de negatieve effecten (en kosten) van het ontbreken van een dergelijke structuur worden geminimaliseerd. Voor werkgevers is een flexibele personeelsvoorziening in economisch spannende tijden de kern van de waarde die zij nastreven. Werkgevers zijn bereid om reguliere werkplekken beschikbaar te stellen voor (de arbeidsontwikkeling van) de doelgroep van de Participatiewet als zij worden ontzorgt. Als zij op maat, versie

79 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: eenvoudig en zakelijk afspraken kunnen maken over het aanleveren van personeel, personeelsrisico's, begeleiding en expertise. Mensen uit de doelgroep hebben behoefte aan maatwerk. Voor mensen met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt vraagt duurzame arbeidsparticipatie om gericht investeren in hun kansen en begeleiding op de werkplek. Mensen waarvoor de afstand tot de reguliere arbeidsmarkt te groot is, vragen steun bij vrijwilligerswerk of vormen van (arbeidsmatige) dagbesteding in hun wijk of buurt. Dit maatwerk is te organiseren als de nieuwe normen en waarden binnen het sociaal domein op het terrein van eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid ook de basis zijn voor de aanpak van arbeidsontwikkeling. Een actieve rol van de betrokkene zelf (en hun netwerk) in het vinden en behouden van een passende werkplek is essentieel. Andere taakverdeling Op basis van het uitgevoerde onderzoek stellen de bestuurders vast dat, gegeven de visies en ambities die de diverse gemeenten in onze regio hebben bij de uitvoering van de Participatiewet en de uitgangssituatie van PHB, de uitvoeringstaken anders moeten worden verdeeld. Inzet is de bestaande infrastructuur van PHB zoveel mogelijk te bundelen met de nieuwe taken die in het kader van de Participatiewet worden uitgevoerd door de gemeentelijke sociale diensten en het regionale Werksgeversservicepunt (WSP). Door PHB geleidelijk af te bouwen en het WSP modulair op te bouwen worden de beschikbare middelen optimaal ingezet en frictiekosten van de veranderingen geminimaliseerd. Binnen de brede doelgroep van de Participatiewet zijn op basis van loonwaarde (en trede op de participatieladder) subgroepen te onderscheiden. Mensen met een loonwaarde van meer dan 40% zijn (al dan niet met een voorziening) in staat te werken bij reguliere werkgevers. Mensen met een loonwaarde van minder dan 40% zijn veelal aangewezen op een beschutte werkomgeving. Binnen deze groep is er nog een subcategorie met een loonwaarde van minder dan 25%. Deze mensen zijn aangewezen op (arbeidsmatige) dagbesteding. 5 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Door per subgroep de taken, menskracht, expertise en netwerken slim te bundelen is er één aanspreekpunt voor werkgevers te organiseren en is er, op basis van de specifieke arbeidsontwikkelingsarrangementen voor de diverse subgroepen, een goede basis voor maatwerk voor kandidaat werknemers. versie

80 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: Het WSP richt zich op de doelgroep van de Participatiewet met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt en zal in lijn met het advies ook de SW-medewerkers met een vergelijkbare loonwaarde (> 40%), die nu veelal op detacheringsbasis vanuit PHB bij reguliere werkgevers werken, ondersteunen (ca. 550 fte SW). De reguliere medewerkers van PHB, die momenteel verantwoordelijk zijn voor deze SWgroep gaan over naar het WSP. Op deze manier wordt het WSP voor werkgevers hét aanspreekpunt (met menskracht, expertise en netwerken) waarmee zij afspraken kunnen maken over hun personeels- en ondersteuningsbehoeften. De eigen bedrijfsactiviteiten van PHB worden verder geprivatiseerd. Dienstverleningsonderdelen als Groen en Schoonmaak worden overgedragen aan private partijen. Met de partijen worden afspraken gemaakt over de detachering van SW-medewerkers en het overnemen van het betrokken reguliere begeleidingspersoneel van PHB. De detacheringen worden via het versterkte WSP georganiseerd (ca. 330 fte SW groen/ schoonmaak; ca. 440 fte SW schoolmeubelen/ tuincentrum e.d.). Het compactere PHB concentreert zich op het organiseren van werk voor de groep SW-ers, die niet in staat is om bij reguliere werkgevers aan de slag te gaan (ca. 840 fte SW). Onderzocht wordt of er kansen zijn om de werklast van het nieuwe PHB een continue basis te geven door verbindingen aan te gaan met de opgaven die voorvloeien uit de decentralisatie van de zorg. Een eerste belangrijke stap is de opgave van gemeenten om de groep SW-medewerkers met de laagste loonwaarde (< 25%) passende activiteiten aan te bieden in hun buurt of wijk (ca. 310 fte SW). Onderstaand schema geeft inzicht in de transitie die voortkomt uit de beoogde herverdeling van taken: 6 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Direct na de transitie in 2017 ziet de nieuwe verdeling van de SW fte naar indicatieve verdiencapaciteit (IVC) er als volgt uit: FTE SW nieuw naar IVC 0-25% 26-50% 56-75% % Totaal PHB-oud WSP Groen/ grijs/ dienstverlening Naar gemeenten Schoolmeubelen, Intratuin e.d Totaal Voor de reguliere medewerkers is de volgende beweging voorzien: PHB/ intern Privaat/ dienstverlening/ schoolmeubelen/ tuincentrum/ e.d. WSP Boventallig 61 fte 61 fte 24 fte 45 fte versie

81 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: Totaal 191 fte 7 PAGINA Verbetering financieel resultaat Bestuurders verwachten met deze bewegingen de kosten van de ondersteuning voor SW-medewerkers beter te kunnen beheersen, waardoor er investeringsruimte ontstaat om de nieuwe aanpak voor de brede doelgroep van de Participatiewet te borgen. Op basis van de begroting 2015 koerst PHB in meerjarig perspectief op een structureel tekort van ca. 12 mio per jaar. Door de diverse interventies wordt het structurele tekort verlaagd naar ca. 7 mio per jaar. Onderstaande tabel geeft inzicht in de interventies: X Reductie personeelkosten PHB Reductie overhead PHB (naar normniveau) Reductie begeleiding Beschermd Werken fte SW-ers extra aan de slag Reductie huisvestingskosten PHB Reductie vervoerskosten PHB Frictiekosten Totale besparing Wanneer het bovenstaande besparingseffect wordt doorgerekend in een gecombineerde begroting voor PHB en het WSP dan geeft dit het onderstaande meerjarenbeeld. Hoewel er ook in de nieuwe situatie een exploitatietekort blijft bestaan, gaat het hier om een aanzienlijk kleiner tekort dan het geraamde structurele tekort van mio volgens de begroting van 2015 van PHB. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM X Subsidieresultaat Som der bedrijfsopbrengsten Salariskosten regulier personeel Overige personeelskosten Afschrijvingen Financiele baten en lasten Overige bedrijfskosten Totale lasten Operationeel resultaat Overig resultaat Exploitatieresultaat Aantal SW-medewerkers in fte incl BW Aantal reguliuere werknemers in fte Mutatie regulier fte Betekenis voor De beoogde herverdeling van uitvoeringstaken van de Participatiewet heeft met name gevolgen voor SWmedewerkers, reguliere medewerkers en partners van PHB. De bestuurders van gemeenten in de arbeidsmarktregio Midden Gelderland stellen echter nadrukkelijk dat de rechten en plichten van SWmedewerkers worden gerespecteerd (zij blijven in dienst van de gemeenschappelijke regeling), dat versie

82 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: boventalligheid van reguliere medewerkers zoveel mogelijk wordt beperkt en dat afspraken en contracten met samenwerkingspartners van PHB worden nagekomen. 8 PAGINA 2.2 Resultaten i.r.t. regionale besluitvorming Op basis van de besluiten die door de raden van de gemeenten in de arbeidsmarktregio Midden Gelderland zijn genomen, zijn de beoogde regionale resultaten als volgt: 1. Samen met de deelnemende gemeenten wordt PHB geleidelijk afgebouwd. De taken die samenhangen met groepen met meer dan 40% loonwaarde gaan over naar een WSP; bedrijfactiviteiten worden geprivatiseerd; en taken die samenhangen met groepen met minder dan 40% loonwaarde worden vereenvoudigd gecontroleerd afgebouwd. 2. Samen met gelijkgestemde gemeenten wordt uiterlijk 1 januari 2017 een regionaal WSP ingericht dat een deel van de taken van het huidige PHB overneemt. Het gaat hierbij om taken rond 350 fte WSWers die gedetacheerd of in begeleid werken actief zijn. Daarbij komt een groep van 200 fte WSW-ers die momenteel intern werken, een hoge loonwaarde hebben en die naar buiten geplaatst moeten worden. Binnen een versterkt regionaal WSP zijn mogelijkheden aanwezig om in specifieke gevallen subregionaal of lokaal naar oplossingen te zoeken. Mocht er geen draagvlak zijn voor een regionaal WSP, dan worden de lusten en lasten van de taken die samenhangen met deze groep van in totaal 550 fte naar rato van het aantal WSW-ers verdeeld over de verschillende werkgeversbenaderingen. 3. Samen met gelijkgestemde gemeenten wordt vóór 1 januari 2017 een nieuw perspectief voor beschut werken en de nieuwe doelgroep uitgewerkt. De gemeenten gaan hierbij na op welke wijze de infrastructuur van PHB nuttig kan worden ingezet voor de doelgroep met een lage loonwaarde en op welke wijze deze kan worden ingepast in de uitvoeringsstructuur voor zorg en welzijn. 2.3 Resultaten i.r.t. lokale besluitvorming CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Toezeggingen en moties In aanvulling op bovenstaande regionale besluiten zijn in het Arnhemse besluitvormingsproces enkele toezeggingen gedaan en moties aangenomen. Het college van B&W heeft toegezegd om bij de uitvoering invulling te geven aan: - de communicatie met en betrokkenheid van SW-medewerkers/ doelgroep en hierbij ook de positie van de (regionale) cliëntenraad WSW en de (lokale) adviesraad Werk & Inkomen te betrekken; - de arbeidsontwikkeling van de SW-medewerkers/ doelgroep (o.a. zowel perspectief op doorontwikkeling als perpectief op een vangnet); - een adequate betrokkenheid van de gemeenteraad (bijvoorbeeld door naar aanleiding van kwartaalrapportages of op belangrijke fasemomenten van het programma of deelprojecten pro-actief de voortgang, dilemma's en vraagpunten te bespreken). Met de motie 'Niemand achter de geraniums' wordt het college opgedragen om bij de overdracht van SWmedewerkers met een loonwaarde van minder dan 25% van PHB naar gemeenten (i) zorg te dragen voor passend werk en/ of dagbesteding voor de betreffende medewerkers, (ii) hierbij uit te gaan van de capaciteiten en behoeften van de individuele medewerker, (iii) alleen de overdracht over te gaan als er passend werk en/ of dagbesteding in de buurt/ wijk beschikbaar is, (iv) zorg te dragen voor adequate professionele begeleiding voor de overgedragen werknemers en (v) te waken voor 'verdringing'. Met de motie 'Basis voor werk' wordt het college opgedragen om bij de beoogde regionale afbouw van PHB/ Beschermd Werken (i) een voorstel te doen om tenminste voor de gemeente Arnhem een dergelijke vangnetvoorziening te behouden, (ii) hierbij de mogelijkheden van lokale wijkinitiatieven en zogenaamde versie

83 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: wijkondernemingen te betrekken en (iii) aan de gemeenteraad op basis van de verkregen inhoudelijke, organisatorische en financiële inzichten een keuze voor te leggen. 9 PAGINA Met de motie 'SW werknemersperspectief centraal' wordt het college opgedragen om bij de beoogde taakverbreding en -verdieping van het WSP (i) een voorstel te doen voor de op- en inrichting van een onafhankelijk, centraal 'loket' of 'servicepunt' voor (kandidaat)werknemers, (ii) hierbij de diverse stakeholders te betrekken en (iii) aan de gemeenteraad op basis van de verkregen inhoudelijke, organisatorische en financiële inzichten voor 1 april 2016 een keuze voor te leggen. Inbedding bijgestede koers in Arnhemse visie op uitvoering Participatiewet De Arnhemse gemeenteraad gaf bij het besluit om in regionaal verband invulling te geven aan de variant 'geleidelijk afbouwen & modulair opbouwen' ook nadrukkelijk mee om deze koers in te bedden in de Arnhemse visie op de uitvoering van de Participatiewet zoals vastgesteld in de visienotitie 'Naar een veerkrachtige samenleving Arnhem' (d.d. september 2013), de Kadernota Veerkrachtige Samenleving Arnhem (d.d. december 2013), het Uitvoeringsplan Participatie (d.d. juni 2014) en het Bestedingsplan Participatie (d.d. september 2014). In bijlage 1 worden de eerste stappen gezet om invulling te geven aan de gewenste inbedding. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

84 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: RESULTATEN/ MAATREGELEN 10 PAGINA Maatregel 0: doorontwikkeling gemeentelijk opdrachtgeverschap De afgelopen maanden hebben de regiogemeenten hun verantwoordelijkheid als opdrachtgever voor de Participatiewet genomen door (buiten de context van de uitvoeringsorganisatie PHB om) een strategische koers uit te zetten voor de uitvoering van de Participatiewet. Consequentie van deze koers is dat er een strategische relatie met PHB en het WSP wordt aangegaan voor twee verschillende doelgroepen. In deze relatie moeten prikkels worden aangebracht voor kwaliteit én kostenbeheersing (opdrachtgeverschap). Dit kan risico s opleveren zoals hoge kosten, incidenten en gebrek aan uitvoeringskracht. De invulling van de nieuwe taken en werkwijze kan daarom niet los gezien worden van regionale samenwerking en afspraken over vorm (huidige gemeenschappelijke regeling, modulaire GR, etc.), inhoud (taken, doelgroepen) en financiën (inkoop, bekostiging, aanbesteding, verdeling van risico s). Deze afspraken vereisen het nader uitwerken van het opdrachtgeverschap dat de gemeenten voor ogen staat en moeten worden meegenomen bij de uitwerking van de opdrachten aan de uitvoeringsorganisaties. Ten aanzien van de werkgeversbenadering van het WSP blijft de vraag van de werkgever het uitgangspunt. Tegelijkertijd is van belang dat werkgevers (i) ondersteund worden om zelf invulling te geven aan de Banenafspraak en (ii) in staat worden gesteld om mensen met een lagere loonwaarde in dienst te nemen (bijvoorbeeld VSO-/ Pro-/ Entree-jongeren). Hiertoe kunnen diverse instrumenten worden ingezet (zoals loonkostensubsidie, werkgevers-/ jobcoaching of detachering). Ook zal het gesprek met werkgevers er op gericht moeten zijn om functies waar mogelijk passend te maken (jobcarving). Deze uitgangspunten worden verwerkt in de formulering van de opdracht. M0 Deelprojecten maatregel 0 Deadline Actor Doorontwikkeling gemeentelijk opdrachtgeverschap 0.1 Visie op het opdrachtgeverschap van gemeenten en nadere uitwerking Gemeenten 0.2 Concrete opdrachten voor de uitvoeringsorganisaties, WSP, PHB en Gemeenten W&I. i.o.m. PHB/ WSP CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Maatregel 1: reductie personeelskosten PHB Vanuit PHB worden 550 fte SW-ers overgeheveld naar het WSP. De taken die het WSP gaat uitvoeren zijn: - Plaatsen van mensen op de arbeidsmarkt, waaronder mensen met beperkte loonwaarde. - Werkgeversbenadering/ acquisitie/ accountmanagement/ contractbeheer. - Begeleiden van mensen met een arbeidshandicap en beperkte loonwaarde. - Diagnose en advies voor de doelgroep > 40% loonwaarde. De ambtelijke personeelskosten bij PHB worden gereduceerd door personeel over te hevelen van PHB naar het WSP en door personeel af te laten vloeien. In totaal gaat het om 17 fte ambtelijk personeel dat overgaat en 23 fte die boventallig zijn. Per saldo leidt de overheveling van taken van PHB naar WSP tot besparingen van ruim 1,085 mio. Dat bedrag is het saldo van de netto kostenverlaging bij PHB en de extra kosten bij WSP: 1. De kosten bij PHB gaan omlaag met 2,4 mio. De belangrijkste redenen zijn personeelskosten 1,8 mio en overige bedrijfskosten 600 k. 2. De WSP-organisatie wordt uitgebreid met mensen, systemen en middelen. De middelen worden overgeheveld van PHB. Per saldo gaat het om 1,4 mio euro. De posten zijn: personeelskosten 800 k en overige bedrijfskosten 600 k. versie

85 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: M1 Deelprojecten maatregel 1 Deadline Actor 1,8 mio aan personeelskosten reduceren bij PHB fte over te hevelen naar het WSP ( 0,8 mio) PHB/ WSP fte af te laten vloeien op basis van afloop tijdelijke contracten en gedwongen ontslag op basis van competenties ( 1,0 mio) PHB 11 PAGINA NB. Met de vakbonden/ OR zal vooraf een sociaal plan moeten worden opgesteld ,6 mio aan bedrijfskosten overhevelen van PHB naar het WSP PHB/ WSP Maatregel 2: reductie overhead PHB (naar normniveau) De overhead bij PHB kan omlaag. Het Bresdo-advies hanteert hierbij een algemeen gehanteerde norm voor SW-bedrijven. Deze norm is 15% van de totale formatie in Door toepassing van deze norm gaat de overhead in twee jaar structureel met 22 fte omlaag. M2 Deelprojecten maatregel 2 Deadline Actor Overhead terugbrengen op normniveau (15% totale personeelsbestand) fte laten afvloeien, PHB waarvan: 16 fte in het eerste jaar (besparing 1,491 mio) PHB 6 fte in het tweede jaar (besparing loop op naar 2,04 mio) PHB NB. Ontslag op basis van afloop tijdelijke contracten en gedwongen ontslag op basis van competenties. Met de vakbonden/ OR zal vooraf een sociaal plan moeten worden opgesteld. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Maatregel 3: reductie begeleiding Beschermd Werken (a.g.v. 300 fte SW naar gemeenten) Door het terugplaatsen van 310 fte SW-ers met een loonwaarde van minder dan 25% naar de gemeenten gaat de benodigde begeleiding bij Beschermd Werken (BW) met circa 11 fte omlaag. Het Bresdo-advies hanteert de norm van 1 op 25. Voor de boventallige fte s zijn in de berekeningen frictiekosten opgenomen. De exacte hoogte van de frictiekosten is afhankelijk van het mogelijk herplaatsen van de begeleiders bij de gemeenten. Er is in de berekeningen geen rekening gehouden met de eigen lokale kosten voor de begeleiding door de gemeenten zelf. M3 Deelprojecten maatregel 3 Deadline Actor Reductie begeleiding BW (als gevolg van 310 fte naar gemeenten) fte SW-ers met een loonwaarde < 25% naar gemeenten, waarvan: PHB/ Gemeenten - 77 fte SW per (besparing PHB van ) fte SW per (besparing PHB van ) 3.2 Afbouwen begeleidingscapaciteit PHB: 12 fte er uit (uitgaande van de norm 1 begeleider op 25 medewerkers), waarvan: - 3 fte regulier per PHB - 9 fte regulier per PHB NB. Ontslag op basis van afloop tijdelijke contracten en gedwongen ontslag op basis van competenties. Als gemeenten versie

86 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: begeleidingscapaciteit overnemen worden frictiekosten voorkomen. Met de vakbonden/ OR zal vooraf een sociaal plan moeten worden opgesteld. 3.3 Gemeenten begeleidingsstructuur en activiteitenaanbod 310 fte SW organiseren Gemeenten 12 PAGINA Op grond van het Arnhemse aandeel in de GR PHB (ca. 52%) gaat het Arnhem voor de gemeente Arnhem om 161 fte SW, waarvan 40 fte SW per van PHB naar de gemeente worden overgedragen en 161 fte SW per Conform de motie 'Niemand achter de geraniums' gelden een aantal belangrijke randvoorwaarden voor deze overdracht. Maatregel 4: 200 fte SW extra aan de slag Het WSP krijgt als opdracht om 200 fte SW-ers met een hoge loonwaarde, die momenteel intern werken, te plaatsen bij reguliere werkgevers. Uitgaande van een netto opbrengst van per persoon, leidt dat tot de geschatte extra opbrengst van 2 mio per jaar. M4 Deelprojecten maatregel 4 Deadline Actor 200 fte SW extra aan de slag fte Wsw met > 70% LW (nu intern bij PHB) plaatsen bij reguliere 2016 WSP/ PHB werkgevers tegen maximale loonwaarde. Gemiddeld per fte SW per jaar = 2,0 mio fte vrijspelen uit formatie PHB 2016 PHB/ WSP Maatregel 5: reductie huisvestingskosten PHB De huisvestingskosten gaan taakstellend met 1 mio omlaag. Concreet gaat het om beëindiging van lease/ huurcontracten ten gevolge van de overheveling van activiteiten van PHB naar het WSP en gemeenten en het afstoten van eigen bedrijfsactiviteiten zoals Presikhaaf Schoolmeubelen en Intratuin. Overwogen wordt om de gebouwexploitatie van PHB onder te brengen in een vastgoed BV. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM M5 Deelprojecten maatregel 5 Deadline Actor Reducatie huisvestingskosten PHB 5.1 Huisvestingskosten per met 1,0 mio per jaar, waarvan: per : 0,3 mio PHB - beëindiging lease-/ huurcontracten; - verhuur Schoolmeubelen per : 0,7 mio PHB - verkoop kwekerij, Driepoortenweg en Intratuin Maatregel 6: reductie vervoerskosten PHB De vervoerskosten gaan omlaag omdat meer mensen met een SW-indicatie dan nu aan de slag gaan c.q. een voorziening krijgen dicht bij huis. Vervoerskosten dalen omdat de uitvoering dichter op de woonplaats gaat plaatsvinden (o.a. ten aanzien van de doelgroep met loonwaarde < 25%) en als gevolg van het vervallen van maatvervoer. M6 Deelprojecten maatregel 6 Deadline Actor Vervoerskosten verlagen 6.1 PHB bezuinigt per jaar, PHB versie

87 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: door: - afschaffen maatvervoer 2015 PHB 13 PAGINA - werk dichter bij doelgroep 2015 PHB 6.2 Werk organiseren dichtbij de woonomgeving van de doelgroep met een Gemeenten loonwaarde < 25% (zie maatregel 3) Maatregel 7: voorziening frictiekosten en afsprakenkader financiën Op basis van het Bresdo-advies zijn in totaal 4,2 mio aan frictiekosten te verwachten als gevolg van personeelsreductie, huisvesting en boekwaarde verlies. Hierbij wordt er van uit gegaan dat gemeenten 45 fte regulier personeel herplaatsen bij WSP en private partijen. Het Bresdo-advies hanteert een bedrag aan afvloeiingskosten van 65 k tot 135 k per fte. Dat is lager dan het bedrag waar PHB normaal van uitgaat ( 200 k per fte), omdat de ervaring elders leert dat deze kosten beperkt gehouden kunnen worden door slim herplaatsen, outsourcen e.d. Naast de opgave om een voorziening te creëren voor de frictiekosten moeten de deelnemende gemeenten onderling ook afspraken maken over de verdeling van financiële lusten en lasten. Zo is de sitautie denkbaar dat sommige gemeenten relatief een grotere bijdrage leveren aan het minimaliseren van de fricties dan anderen. Deze gemeenten zouden hiervoor beloond moeten worden bij de afrekening van het negatieve financiële resultaat van PHB. M7 Deelprojecten maatregel 7 Deadline Actor Voorziening frictiekosten en afsprakenkader financiën 7.1 Voorziening frictiekosten ( 4,2 mio) als gevolg van personeels-reductie, huisvesting en boekwaardeverlies creëren: - 2,4 mio 2016 PHB/ Gem. - 1,8 mio 2017 PHB/ Gem. 7.2 Opstellen en vaststellen van een afsprakenkader financiën PHB/ Gem. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Maatregel 8: overdragen bedrijfsactiviteiten PHB (groen, grijs, e.d.) aan private partijen Teneinde te besparen op overhead- en personeelskosten worden huidige bedrijfsonderdelen van PHB vervreemd. Onderdelen die naar private partijen gaan betreffen bijvoorbeeld groen en schoonmaak/ facility. In totaliteit worden er op deze manier ongeveer 350 fte SW naar private partijen overgedragen. Voorwaarde van overdracht aan een private partij is dat deze meer werk uit de markt haalt of tegen aantrekkelijke tarieven de begeleiding kan uitvoeren. Interne werkzaamheden zoals horeca, catering, portiers en receptie blijven binnen PHB werkzaam, maar worden verder afgebouwd. Het is van belang dat de overnemende partij op een duurzame wijze SW-ers aan het werk houdt en een baangarantie biedt. Het is te verwachten dat de overnemende partijen ook voorwaarden stellen aan de gemeenten voor zij de SW-ers overneemt. Zo willen private partijen meestal een garantie op werk van gemeenten voor zij de SW-ers daadwerkelijk overnemen. De SW-ers bij de geprivatiseerde onderdelen blijven formeel in dienst van de GR en worden gedetacheerd bij de private ondernemers (zie hierna over payrolling). Regulier personeel van PHB en ondersteunende systemen volgen het SW-personeel en gaan mee naar de overnemende partijen. Naar schatting gaan er ongeveer 25 fte naar private partijen. M8 Activiteiten maatregel 8 Deadline Actor Overdragen bedrijfsactiviteiten PHB (groen, grijs, e.d.) aan private partijen 8.1 Evaluatie overdracht Schoolmeubelen en hiermee leerpunten ophalen voor andere vervreemdingstrajecten (externe ondersteuning bij onderhandelingen; betrokkenheid eigenaars (gemeenten)). 8.2 Vervreemden bedrijfsonderdelen met als doel: - personeelsreductie: 24 fte werkbegeleiding; PHB/ PHB Gemeenten versie

88 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: huisvestingskostenreductie verhuur/ verkoop. 8.3 Gemeentelijke garanties n.a.v. vervreemde bedrijfsonderdelen: Gemeenten 14 PAGINA - groen; - schoonmaak; - enz. Hierbij moet een relatie worden gelegd met de huidige gemeentelijke Arnhem aanbestedingspraktijk (SROI-criteria) en de wens om de (maatschappelijke) beleidseffecten hiervan de vergroten (met bijv. Prestatieladder Socialer Ondernemen) Maatregel 9: toekomst infrastructuur PHB Bij de verdere afbouw van PHB in 2020 gaan de vrijkomende SW-ers naar de gemeenten. Voor deze groepen worden de gemeenten zelf verantwoordelijk. Gemeenten zullen hiervoor kosten maken. Deze kosten zijn niet ingeschat, omdat ze volledig afhankelijk zijn van de individuele gemeentelijke keuzen. Per zal PHB zijn afgebouwd tot 840 fte SW en 61 fte regulier. Vanaf 2017 krimpt de SWpopulatie met zo n 6% per jaar, waardoor per er nog zo n 600 fte SW en 45 fte regulier personeel resteert. Gemeenten zullen moeten bepalen hoe men in 2020 met de staande infrastructuur van PHB wil omgaan. M9 Deelprojecten maatregel 9 Deadline Actor Toekomst infrastructuur PHB 9.1 Strategie bepalen ten aanzien van de infrastructuur PHB aan de hand Gemeenten van de volgende onderwerpen: - BW i.r.t. arbeidsmatige dagbestedingsfunctie WMO; - BW i.r.t. leer-werk-functie WSP (doelgroep werkfit maken); - BW i.r.t. werk-werk-functie WSP (doelgroep werkfit houden; i.r.t. piek werkzaamheden; i.r.t. groepsdetachering; i.r.t. vangnetfunctie). CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Conform de motie 'Basis voor werk' verwacht de Arnhemse gemeenteraad een voorstel waarin zij op basis van inhoudelijk, organisatorische en financiële inzichten een keuze kan maken. Arnhem Maatregel 10: governance/ juridische vormgeving WSP (en PHB) Vanuit de regiogemeenten en met name de Liemerse gemeenten is aangedrongen op een solide governance- en juridische structuur voor het WSP. Sterker nog, dit is in het Bresdo als voorwaarde gesteld voor deelname aan het WSP. Naast een solide govenrance structuur voor het WSP is er binnen het bestuur van PHB ook al eerder gepleit voor herziening van de governance-structuur van PHB. M10 Activiteiten maatregel 10 Deadline Actor Inrichten solide governance en juridische structuur 10.1 Inrichten governance structuur WSP Gemeenten 10.2 Inrichten juridische structuur WSP Gemeenten/ WSP 10.3 Inrichten governance-structuur PHB Gemeenten Maatregel 11: doorontwikkeling cluster Werk & Inkomen gemeente Arnhem versie

89 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: De gewijzigde taakverdeling in de uitvoering van de Participatiewet betekent ook dat de verantwoordelijkheden en taken van het cluster Werk & Inkomen (W&I) van de gemeente Arnhem moeten worden bezien, conform uitvoeringsplan. 15 PAGINA M11 Activiteiten maatregel 11 Deadline Actor Doorontwikkeling cluster W&I gemeente Arnhem 11.1 Aanscherpen opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie met W&I (o.a Arnhem ontwikkelingen prestatieindicatoren en monitoring) Positioneren inzet W&I in relatie tot gewenste werkgeversbenadering Arnhem 11.3 Positioneren inzet W&I in relatie tot gewenste werknemersbenadering Arnhem 11.4 Implementeren randvoorwaarden voor rol, verantwoordelijkheid en positionering W&I. n.t.b. Arnhem (i.a.m. regio) 11.7 Verkennen wenselijkheid/ haalbaarheid/ realiseerbaarheid om inkomen en handhaving te regionaliseren. n.t.b. Arnhem (i.o.m. regio) Maatregel 12: optimaliseren sociale spin-off aanbestedingen gemeente Arnhem Inzet is om de maatschappelijke effecten van gemeentelijke aanbestedingen te optimaliseren (prijskwaliteit van de aan te besteden opdracht in balans met sociale spin-off). In het licht hiervan moet de huidige gemeentelijke aanbestedingspraktijk (SROI-criteria) worden bezien en worden verkend hoe dit kan worden verbeterd (bijv. met behulp van Prestatieladder Socialer Ondernemen). Hierbij meenemend de kanteling naar de wijk conform Van Wijken Weten en de invulling van de banenafspraken. M12 Activiteiten maatregel 12 Deadline Actor Optimaliseren sociale spin-off aanbestedingen gemeente Arnhem 12.1 Evalueren maatschappelijke effecten huidige aanbestedingspraktijk Q Arnhem gemeente Arnhem Verkennen optimaliseringsmogelijkheden gemeentelijke aanbestedingen en hierbij verbetering van de inzet van de SROI-criteria en opportuniteit van het PSO-instrument te betrekken. Mede in relatie tot de kanteling naar de wijk en de banenafspraken. Q Arnhem CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Maatregel 13: werkgelegenheidsoffensief De stad is steeds meer de economische motor, maar de groei van de regio Arnhem-Nijmegen blijft achter bij die van andere stedelijke regio's in Nederland. En dat in het besef dat Arnhem een stad is met een zwakke sociaal-economische structuur, een stad met een hogere werkloosheid dan gemiddeld in Nederland en met relatief veel laagopgeleiden. Als we meer werkgelegenheid willen realiseren, dan is daar een offensief voor nodig. Medio 2015 is het onderzoek Werkgelegenheidsoffensief Arnhem 2020 uitgevoerd. Op basis van de hierin gesignaleerde mogelijkheden en belemmeringen wordt een aanpak ingezet op nieuwe kansen voor werk. M13 Activiteiten maatregel 13 Deadline Actor Werkgelegenheidsoffensief 13.1 Ontwikkelingen interventies op mogelijkheden en belemmeringen. Q Arnhem 13.2 Implementeren aanpak werkgelegenheidsoffensief (o.a. samenwerkingspilot Arnhem/ EZ en WSP). Q Arnhem Maatregel 14: aanpak jeugdwerkloosheid De afgelopen jaren is door de gemeente Arnhem, mede als centrum gemeente van de arbeidsmarktregio Midden Gelderland, actief ingezet op de aanpak van jeugdwerkloosheid. Budgetten die beschikbaar zijn versie

90 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: gesteld door Rijk, Provincie en Europees Sociaal Fonds, zijn benut om diverse instrumenten in te zetten en projecten uit te voeren. Door middel van loonkostensubsidies, jongerenvouchers en jongerencoaches zijn vele jongeren ondersteund in het vinden van een baan of teruggeleid naar scholing. De komende periode blijft de aandacht voor jeugdwerkloosheid onverminderd groot. De aanpak kent de volgende componenten: 1. Basisaanbod (o.a. jongerenvouchers, 2GetThere) 2. Kwetsbare jongeren (o.a. jongerenloket, loonkostensubsidies, leerlingnetwerken) 3. Samenwerking onderwijs - arbeidsmarkt - zorg (o.a. Vitesse Betrokken, Leerwerkbedrijf Sport) Eind 2015 wordt de aanpak geëvalueerd en wordt bekeken of de diverse instrumenten en projecten worden gecontinueerd of beëindigd; en hoe er wordt bijgestuurd. M14 Activiteiten maatregel 14 Deadline Actor Aanpak jeugdwerkloosheid 14.1 Evalueren aanpak jeugdwerkloosheid Q Arnhem 14.2 Bijsturen aanpak jeugdwerkloosheid Q Arnhem Maatregel 15: monitoring doelmatigheid en doeltreffendheid uitvoeringsstructuur participatie De effectiviteit en efficientie van het participatieproces zoals deze wordt uitgevoerd door een netwerk van uitvoerende organisaties moet continu worden gemeten, geëvalueerd en verbeterd. M15 Activiteiten maatregel 15 Deadline Actor Monitoring doelmatigheid en doeltreffendheid uitvoeringsstructuur participatie 15.1 Inrichten adequate monitoring participatieproces Arnhem 15.2 Maken van keuzes op basis van effectiviteit van het reintegratieinstrumentarium Structureel per kwartaal Arnhem 16 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

91 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: AANPAK 17 PAGINA 4.1 Gefaseerde aanpak In de aanpak voor de uitvoering van de regionale koers wordt onderscheid gemaakt tussen de strategiefase, de planfase, de ontwerpfase en de implementatiefase. De eerste drie fasen worden steeds afgerond met een document waarmee de gemeente / gemeenten moet(en) instemmen alvorens de volgende fase wordt begonnen. Met het recente besluit om in te zetten op de variant 'Geleidelijk afbouwen & Modulair opbouwen' is de strategiefase afgerond. In de volgende planfase wordt het besluit verder geconcretiseerd in een bedrijfsplan. Het gaat om de verdere uitwerking van de bestuurlijk juridische vorm en de organisatorische, personele en financiële consequenties voor de latende (PHB) en ontvangende organisaties (WSP; gemeenten zelf). 4.2 Planfase: bedrijfsplan (mei september 2015) De huidige planfase wordt, onder centrale gemeentelijke regie, programmatisch aangepakt. In het vorige hoofdstuk zijn voor wat betreft de beoogde resultaten zestien maatregelen opgetekend: M0. Doorontwikkeling gemeentelijk opdrachtgeverschap M1. Reductie personeelskosten PHB M2. Reductie overhead PHB (naar normniveau) M3. Reductie begeleiding Beschermd Werken M fte SW extra aan de slag M5. Reductie huisvestingskosten PHB M6. Reductie vervoerskosten PHB M7. Voorziening frictiekosten creëren M8. Overdragen bedrijfsactiviteiten PHB M9. Toekomst infrastructuur PHB M10. Governance en juridische vormgeving WSP M11. Doorontwikkeling cluster W&I M12. Optimaliseren sociale spin-off gemeentelijke aanbestedingen M13. Werkgelegenheidsoffensief M14. Aanpak jeugdwerkloosheid M15. Monitoring doelmatigheid en doeltreffendheid uitvoeringsstructuur participatie CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Wanneer we deze maatregelen schematisch weergeven ontstaat een programma met drie programmalijnen: (i) de geleidelijke afbouw van PHB, (ii) de modulaire opbouw van WSP en (iii) de hieruit voortvloeiende opgaven voor gemeenten. Meer specifiek voor de gemeente Arnhem onderscheiden wij binnen de gemeentelijke opgaven maatregelen die binnen het beleidsdomein van Participatie/ Werk moeten worden ingevuld, maatregelen die op het snijvlak van Participatie en WMO moeten worden opgepakt en de nog nader in te vullen doorontwikkeling van het cluster Werk & Inkomen. versie

92 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: PAGINA 18 Bij afronding van de planfase wordt een bedrijfsplan opgeleverd. Deze bestaat uit een programmaplan en drie projectplannen. Hierbij komen in elk geval de volgende aspecten aan de orde: verdere uitwerking van de nieuwe juridische structuren, organisatiestructuren, personele invulling, huisvesting, globale exploitaties en kostenverdeelsleutels; nadere uitwerking van de begroting van transitiekosten, arbeidsrechtelijke consequenties van de transitie en sociaal plan. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM 4.3 Ontwerpfase: implementatieplan (oktober december 2015) In de ontwerpfase worden de plannen uitgewerkt tot op het detailniveau dat nodig is om te kunnen implementeren. Belangrijke aspecten daarbij zijn: de concrete inrichting van de organisatieonderdelen (organisatierapport, formatieplan, functieboek), concrete invulling en herdefiniëring van de ondersteunende functies, het formuleren van prestatieindicatoren, een uitgewerkte ontwerpbegroting en een openingsbalans, de inrichting van de huisvesting enz. Het resultaat van de ontwerpfase is een implementatieplan met uitgewerkte deelplannen. 4.4 Implementatiefase (januari juni 2016) In de implementatiefase staat de werving- en selectieprocedure van het eerstelijnsmanagement resp. de (her)plaatsingsprocedure van de medewerkers centraal. Verder zal veel aandacht zijn voor het inregelen van ICT, het converteren van bestanden en het tot stand brengen van de interfaces met de moederorganisaties. De inrichting van de huisvesting wordt voorbereid. Verder moet worden gedacht aan het opstellen van de rechtspositionele uitvoeringsregels, de werkprocessen, de AO/ IC en de P&Ccyclus van de verschillende organisaties. De eventuele verhuizingen moeten worden voorbereid en uitgevoerd. Ten slotte worden de werkprocessen ingeregeld en de betreffende taken van de huidige organisaties daadwerkelijk samengevoegd. De uitkomst is dat de organisaties (WSP nieuwe stijl en PHB-compact) op 1 juli 2016 en waar mogelijk eerder, de facto zijn ingericht. Dat is nodig om de ingeboekte besparingen tijdig te realiseren. Hiermee bedoelen we dat de voorbereidingen dan zodanig ver gevorderd zijn, dat op dat moment daadwerkelijk versie

93 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: gestart zou kunnen worden onder aansturing van het verantwoordelijk management en bestuur. De praktijk zal zijn dat de nieuwe organisaties per 1 januari 2017 daadwerkelijk operationeel zijn. 19 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

94 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: ORGANISATIE 20 PAGINA 5.1 Organisatie van de wat-vraag Er wordt een programmastructuur ingericht, waarbij er een bestuurlijk en ambtelijk platform wordt gecreëerd. Vanuit dit programma formuleren gemeenten separate opdrachten (de WAT-vraag) voor de uitvoeringsorganisaties, waarin de resultaten van de voorgestelde maatregelen zijn opgenomen (organisatorisch, maatschappelijk en financieel). De geschetste maatregelen zijn daarom opgesplitst naar mogelijke deelprojecten, waar partijen (en daarbinnen projectleiders) verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor een goede en tijdige uitvoering van het project. 5.2 Organisatie van de hoe-vraag Binnen het bestuur en het management van de uitvoeringsorganisaties zal de WAT-vraag moeten worden vertaald naar een uitvoeringsplan (de HOE-vraag), waarin het deelproject en te ondernemen activiteiten zijn uitgesplitst. Op basis van de WAT- en HOE-vraag zal een passend informatiearrangement moeten worden ingericht, waarmee de voortgang van het programma kan worden bewaakt en bij eventuele afwijkingen maatregelen kunnen worden genomen. 5.3 Organisatiestructuur De organisatiestructuur kent de volgende globale opzet: CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

95 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: Opdrachtgeverschap algemeen Gemeenten zijn opdrachtgever. Zij zetten de opdrachten uit en bewaken de voortgang. 21 PAGINA Regionaal Portefeuillehoudersoverleg Participatie Gemeenten hebben het opdrachtgeverschap georganiseerd in het zogenaamde Regionaal Portefeuillehoudersoverleg Participatie. Hier komen alle betrokken bestuurders uit de arbeidsmarktregio om de twee maanden bijeen om gezette stappen, ontwikkelingen en te zetten stappen met elkaar af te stemmen. Regionale bestuurlijke initiatiefgroep De regionale bestuurlijke initiatiefgroep is de opvolger van het zogenaamde bestuurlijke kwartet Participatie dat binnen de context van het Bresdo functioneerde en is de gedelegeerd opdrachtgever van de opgaven binnen de programmalijn 'afbouw PHB' en 'opbouw WSP'. De initiatiefgroep bestaat uit de volgende wethouders: wethouder Van Burgsteden (namens Arnhem); wethouder Bollen (namens Rheden, Doesburg en Rosendaal); wethouder Bijl (namens Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar); wethouder Ross (namens Lingewaard en Over Betuwe). Programmacoördinatie Voor de dagelijkse aansturing wordt een centraal en onafhankelijk coördinatiepunt (programmacoördinator) ingericht dat namens de gemeenten de voortgang van de maatregelen bewaakt en hierover de bestuurders informeert. Deze coördinatie wordt gekoppeld aan de regionale bestuurlijke initiatiefgroep. De programmacoördinator bereidt samen met een ambtelijke begeleidingsgroep de agenda (en dus adequaat opdrachtgeverschap) van de regionale bestuurlijke initiatiefgroep voor. Verder zullen rondom deze voorbereidingskern van programmacoördinatie en begeleidingsgroep enkele werkgroepen/ expertgroepen actief zijn om specifieke onderwerpen uit te werken en voor te bereiden. Vertegenwoordigers van werkgevers- en (kandidaat)werknemersbelangen zullen nauw hierop worden aangesloten. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Bestuur PHB Opdrachtnemer van de programmalijn 'afbouw PHB' is het bestuur van PHB. Deze afbouw moet zorgvuldig met een bedrijfsmatige focus worden ingevuld en uitgewerkt. In het licht hiervan en de verwachting dat het leeuwendeel van de intergemeentelijke financiële dilemma's zich binnen deze programmalijn manifesteert kiest Arnhem ervoor op wethouder Leisink namens de gemeente Arnhem bestuurlijke trekker te laten zijn van de opgaven binnen deze kolom. Uitvoerder van de programmalijn 'afbouw PHB' is de directie van PHB. De directie zet de opdracht om naar een uitvoeringsplan (met deelprojecten, verantwoordelijke medewerkers, risicomanagement en afspraken over de verantwoording richting de opdrachtgevende gemeenten (inrichting governance-structuur)). Bestuur WSP Opdrachtnemer van de programmalijn 'opbouw WSP' is het bestuur van het WSP. Dit bestuur bestaat echter nog niet, daarom wordt een vooralsnog een bestuurlijke stuurgroep ingericht. Er wordt een kwartiermaker aangesteld als uoitvoerder van de opbouw van het WSP. De kwartiermaker zet opdracht om naar een uitvoeringsplan (met deelprojecten, verantwoordelijke medewerkers, risicomanagement en afspraken over de verantwoording richting de opdrachtgevende gemeenten (inrichting governancestructuur)). Gemeentelijke opgaven versie

96 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: Het college van B&W is de bestuurlijk opdrachtgever van de diverse gemeentelijke opgaven. Namens het college zijn de Programmamanagers Participatie en Zorg gedelegeerd opdrachtgevers. De resp. opdrachten worden uitgevoerd door procesmanagers (PIP Werk & Inkomen; PIP Economische Zaken; PIP Zorg) en de clustermanager van W&I. Dit team van opdrachtgevers en opdrachtnemers komt met een zekere frequentie bijeen om inhoud, proces en organisatie af te stemmen en voorstellen ten behoeve van besluitvorming voor het college van B&W voor te bereiden. 22 PAGINA Belangen werknemers en werkgevers De belangen van (kandidaat)werknemers en werkgevers worden op twee niveau s verbonden met de diverse opgaven. Op het niveau van de interactie tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer worden het Werkbedrijf (o.a. werkgeversorganisaties en vakbonden), de lokale Adviesraad Werk & Inkomen en de regionale Cliëntenraad WSW aangesloten. Op het niveau van de interactie tussen de opdrachtnemer en de uitvoering van maatregelen/ projecten worden de belangen van werknemers ingebracht via de gebruikelijke medezeggenschapskanalen. Dit geldt m.n. voor de maatregelen/ projecten die binnen de programmalijn afbouw PHB en doorontwikkeling W&I op de rol staan. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

97 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: PLANNING EN MONITORING 23 PAGINA In het hoofdstuk over de aanpak werd aangegeven dat de uitvoering uit drie fases bestaat: - de planfase van mei 2015 tot en met september 2015; - de ontwerpfase van oktober 2015 tot en met december 2015; - de implementatiefase van januari 2016 tot en met juni Elke fase wordt afgesloten met een fasedocument: - na afronding van de planfase wordt een bedrijfsplan (programmaplan en projectplannen) ter besluitvorming aan de opdrachtgever voorgelegd; - na afronding van de ontwerpfase wordt een implementatieplan ter besluitvorming aan de opdrachtgever voorgelegd; - na afronding van de implementatiefase wordt het programma geëvalueerd en wordt de evaluatie aan de opdrachtgever voorgelegd. De meer specifieke planning van de diverse maatregelen en opgaven volgt in het bedrijfsplan. Conform de eerder genoemde toezegging zal de Arnhemse gemeenteraad actief worden betrokken bij de te zetten stappen en mede door middel van (samenvattingen van) bovenstaande fasedocumenten actief over de voortgang worden geïnformeerd. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

98 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: FINANCIEN 24 PAGINA De financiële consequenties van de transitie zijn in het hoofdstuk over het beoogde resultaat beschreven. In het voorliggende hoofdstuk staan we stil bij het budget voor de programmaorganisatie. Dit budget is behoudens (i) de eerder genoemde, door de deelnemende gemeenten beschikbaar te stellen, frictiebudgetten van 2,4 mio in 2016 en 1,8 mio in 2017 en (ii) de inzet van mensen en middelen van de uitvoerende organisaties die uitvoering geven aan de opdracht (PHB, WSP en gemeenten) vooralsnog gelijk aan 0. Vandaar de inzet om de rijksbijdrage die in het kader van de zogenaamde SW-sectorplannen voor de arbeidsmarktregio Midden Gelderland kunnen worden aangevraagd hiervoor te gebruiken. Concreet gaat het om een rijksbijdrage van ca als co-financiering van de volgende bestedingsdoelen: 1. Ontwikkeling en plaatsing van SW-medewerkers en eventuele nieuwe werknemers vanuit de Participatiewet. 2. Bevordering en ontwikkeling van de expertise van medewerkers van de SW-bedrijven. 3. Bijdragen aan transformatie en innovatie van de regionale infrastructuur. Deze bestedingsdoelen staan allen in directe verbinding met de resultaten van de beoogde transitie 'geleidelijk afbouwen & modulair opbouwen'. Daarnaast sluit het tempo van de vereiste uitvoering van het in te dienen sectorplan (uitvoering voor 1 september 2016) naadloos aan bij onze transitie. Wij verwachten dan ook een positief oordeel van de subsidieverstrekker op onze sectorplanaanvraag die voor 1 juli 2015 werd ingediend. In onze aanvraag zijn de volgende onderdelen opgenomen: CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Programmacoördinatie transitie Gemeenten willen in samenwerking met PHB door middel van integrale programmacoördinatie de omvorming en verdere inbedding van het traditionele SW-bedrijf in de regio realiseren. Resultaatgerichte arbeidsmarkttoeleidingstool, training PHB wil de eigen arbiedsontwikkelmethodiek verrijken met een resultaatgerichte arbeidsmarkttoeleidingstool (bijv ( ) werk- en trajectcoaches, en implementatie van systeem en manier van werken PTC/ Werkstap) die zich leent voor een regionale uitrol en de betrokken uitvoerende organisaties in de regio in staat stelt om een eenduidig, beheersbaar, meetbaar, stuurbaar en effectief arbeidsontwikkelproces te implementeren en te borgen. Het proces van implementatie zal werken als een vliegwiel: een gemeenschappelijke tool draagt bij aan het spreken van eenzelfde taal waardoor de noodzakelijke samenwerking en afstemming wordt vergemakkelijkt. Matchingstool, training en implementatie PHB wil, mét gemeenten en het Werkbedrijf een passende matchingstool implementeren ( ) Medewerkersbijeenkomsten, training, opleiding PHB wil het verzuim verder terugbrengen door het invoeren van specifieke intervisie voor leidinggevenden, ( ) casemanagement, implementatie verzuimsysteem medewerkersbijeenkomsten en een on the road show voor alle medewerkers, inzetten van casemanagement, uitvoeren van beweeg- en voedingsprogramma s en het implementeren van een verzuimsignaalsysteem. Pilots passend werk, PHB (en straks WSP) wil de Wsw'ers inzetten op versie

99 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: arrangementen, verhogen loonwaardes passender tarieven bij werkgevers en ook extra dienstverleningsconcepten ontwikkelen en aanbieden. Hiervoor zullen pilots passend werk voor de SW doelgroep worden georganiseerd. Training en certificering coaches PHB wil in samenwerking met de gemeenten en het Werkbedrijf de kwaliteit van de professionals in de regio (job- en werkcoaches) verhogen door training en een certificeringstraject Inzet is om het budget voor het project 'Pilots passend werk' als multiplier in te zetten en een effectieve verbinding aan te gaan met andere belangen: - het belang van de provincie Gelderland om subregionale samenwerking tussen gemeenten te bevorderen; - het belang van de provincie Gelderland en gemeenten om de ontwikkeling van kansrijke economische sectoren in de regio (energie, gezondheid, creatieve industrie) te stimuleren (verkennen aansluiting MIRT-agenda); - het belang van innovaties in sociaal ondernemen (verkennen aansluiting Ignite Award); - het belang van passend werk voor de huidige SW-doelgroep; dus reële loonwaarde; dus discrepantie tussen bestaand detacheringstarief en gewenste reële loonwaarde laten meetellen in banenafspraken; en deze (meetel)waarde verkapitaliseren. Op deze manier is het streven de genoemde op te hogen. 25 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

100 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: RISICO'S 26 PAGINA Het is een stevige opgave voor de gemeenten in Midden Gelderland en PHB om de nieuwe uitvoeringsstructuur en de organisatieveranderingen te realiseren. Realisatie van de plannen is nodig om de besparingen te realiseren. Er zijn verschillende risico s. Om deze te voorkomen, moet aan een verschillende voorwaarden worden voldaan: - Welslagen van het plan is volledig afhankelijk van het commitment en de daadkracht van de gemeenten in de regio. Gemeenten moeten hierin gezamenlijk optrekken en aangehaakt blijven. - Samenwerking is geven en nemen. Het gaat vooral om de wil om samen wat te bereiken. Onderling vertrouwen (tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en de uitvoeringsorganisatie) is noodzakelijk. Dat is thans een zorgpunt in de regio waaraan moet worden gewerkt. Individuele gemeenten moeten hun commitment laten zien in woord en daad. Zij moeten elkaar hierop aanspreken. - Commitment bij de directie van PHB, een strakke, no nonsense aansturing en draagvlak bij de medewerkers. Bij de start van de verdere uitwerking moet worden nagegaan of PHB hiervoor voldoende is toegerust. - Breed draagvlak (politiek, bestuurlijk, doelgroep en reguliere medewerkers) voor de transitie is cruciaal. - Snel doorpakken en vasthouden aan het ingezette plan (koersvast). Voortgang monitoren volgens vaste mijlpalen. - Het WSP nieuwe stijl slaagt alleen als er een goede juridische organisatievorm en governance aan ten grondslag ligt. Een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam of een gemeenschappelijke regeling Centrumconstructie liggen volgens Berenschot het meest voor de hand. Gemeenten moeten met open vizier op zoek gaan naar de meest aantrekkelijke en gewenste vorm: dus geen blokkades vooraf. - Het WSP nieuwe stijl moet er in slagen om 200 extra WSW-ers te plaatsen bij reguliere werkgevers, naast eventuele extra taakstellingen die het WSP krijgt opgedragen in het kader van de nieuwe taken en doelgroepen. - Gemeenten/ sociale diensten moeten vanuit de nieuwe doelgroepen in de Participatiewet voldoende mensen (met een arbeidsbeperking) aanreiken bij het WSP-nieuwe-stijl en de daarmee samenhangende begeleidingskosten betalen (vanuit het re-integratiebudget). Dat, om de werklast van WSP nieuwe stijl op peil te houden. Tegelijkertijd moet dit bij mensen met een uitkering leiden tot besparingen op het inkomensdeel. - De individuele gemeenten in de GR PHB moeten in staat en bereid zijn om op korte termijn 300 WSW-ers met een beperkte loonwaarde op te nemen en een participatietraject aan te bieden in het kader van de Participatiewet, zorg/ WMO. - Bij de verdere afbouw van onderdelen van PHB-oud moeten gemeenten eveneens bereid en in staat zijn om WSW-ers op te nemen en zelf een plek te geven. - Er moet een extra inspanning gepleegd worden door PHB om met name de overheadkosten, de huisvestingskosten en de vervoerskosten omlaag te krijgen. - Het absorptievermogen van de arbeidsmarkt en werkgevers in de regio moet voldoende zijn om de gewenste aantallen mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te krijgen bij reguliere werkgevers. Of dit zo is zal blijken in de uitvoering. Het aantal beschikbare garantiebanen ten opzichte van het aantal mensen met een arbeidsbeperking is lager dan in andere regio s, waardoor het naar verwachting gemiddeld lastiger zal zijn om alle mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te krijgen. - Gemeenten moeten in voldoende mate mensen met een arbeidsbeperking aan het werk helpen cq werk gunnen aan bedrijven met mensen met een arbeidsbeperking in dienst. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

101 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: Het risico bij het niet realiseren van de aansluiting individueel detacheren en begeleid werken bij het WSP is verlies van plaatsingen bij werkgevers en daarmee tot verlies aan detacheringsinkomsten. 27 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

102 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: COMMUNICATIE 28 PAGINA 9.1 Communicatiedoelen Wat willen we bereiken? De communicatie-inzet moet er mede toe leiden dat: - relevante doelgroepen periodiek geïnformeerd worden over (en inzicht hebben in) de implementatie van de geleidelijke afbouw van PHB en de (als gevolg daarvan) verschuiving van taken naar onder meer het WSP; - relevante doelgroepen interactief worden betrokken bij het proces dat voorziet in een geleidelijke afbouw van PHB en een modulaire opbouw van het WSP. 9.2 Doelgroepen Met wie gaan we communiceren? Interne doelgroepen zijn: - (medewerkers van) het cluster W&I - College van B&W - Medewerkers algemeen Externe doelgroepen zijn: - Gemeenteraad Arnhem - Gemeentebesturen 10 regiogemeenten - PHB (bestuur, directie, SW-medewerkers, reguliere medewerkers) - WSP (stuurgroep, kwartiermaker, medewerkers) - Werkbedrijf arbeidsmarktregio Midden Gelderland - Adviesraad Werk & Inkomen (Arnhem) - Cliëntenraad WSW (regionaal) - Stakeholders domein Zorg CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM 9.3 Communicatieboodschap Waarover gaan we communiceren? Om uiteenlopende redenen (onder meer invoering Participatiewet en bestaande structurele tekorten) moet de koers van de sociale werkvoorziening PHB drastisch worden bijgesteld. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de taakverdeling van de organisaties die zich bezig houden met de uitvoering van de Participatiewet gewijzigd wordt. Kort gezegd komt dit erop neer dat PHB tussen nu en 2020 geleidelijk wordt afgebouwd en dat de huidige taken door andere organisaties (met name het WSP) deels worden overgenomen (in jargon: modulair opbouwen). Concreet heeft een en ander vooral gevolgen voor de medewerkers van PHB (ca fte Wsw, ca. 200 fte regulier). Een deel van deze medewerkers heeft een 'overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt'. Van deze medewerkers gaat een deel (550 fte Wsw) op detacheringsbasis over naar het WSP. Een ander deel van deze medewerkers (nu ondergebracht in eigen bedrijfsactiviteiten zoal groen, schoonmaak en schoolmeubelen; samen 770 fte Wsw) zal overgedragen worden aan private partijen. Eveneens op detacheringsbasis. Dan resteert nog een groep medewerkers (840 fte Wsw) met beperkte loonwaarde die (tot 2020) achterblijft in de beschermde/ beschutte omgeving van PHB-compact. Tenslotte is er dan nog een groep van 310 fte Wsw (loonwaarde minder dan 25 procent) die aan de gemeenten worden 'overgedragen' voor arbeidsmatige dagbesteding. versie

103 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: De reguliere medewerkers gaan deels mee met de afzonderlijke groepen Wsw-ers. Een beperkte groep (maximaal 45 fte) wordt vooralsnog boventallig. 29 PAGINA Via de bovenstaande afbouw van PHB wordt het financiële tekort verlaagd en acceptabeler. Bovendien kan (via de opbouw bij andere uitvoeringsentiteiten) een betere invulling gegeven worden aan de opgave in het kader van de Participatiewet om zoveel mogelijk mensen actief te maken in een liefst zo regulier mogelijk werkomgeving. 9.4 Communicatiestrategie Hoe gaan we dat doen? De communicatie zal op meerdere niveaus ingevuld moeten worden. Vanuit de programmaorganisatie zal de communicatie zich vooral richten op de overall communicatie. Dat betekent dat de programmaorganisatie zich specifiek zal bezig houden met het informeren van de (veelal bestuurlijkeen institutionele) doelgroepen over de programmalijn en de voortgang van de voorgenomen implementatie en de besluitvorming daaromtrent. Om tussentijds de nodige feedback op te halen en om betrokkenen 'warm te maken en/ of te houden' voor de nieuwe koers van PHB en de veranderende uitvoeringsstructuur Participatiewet wordt ook een aantal werkbijeenkomsten belegd met belangrijke stakeholders. Daar waar de overall communicatie zich richt op de grote programmalijnen, zullen in de afzonderlijke nog op te stellen projectplannen aparte communicatieparagrafen opgenomen worden. Betrokken partijen zullen daarin voorstellen moeten doen hoe te communiceren met vooral de eigen medewerkers. Medewerkers van PHB bijvoorbeeld zullen naar verwachting minder geïnteresseerd zijn in de regionale besluitvorming, maar meer in wat dat voor hen persoonlijk betekent. Waar komen ze straks terecht; wat betekent dat voor hun arbeidsvoorwaarden, etc. Denkbaar is wel dat vanuit de programmaorganisatie een ondersteunende communicatiebijdrage geleverd wordt bij bijvoorbeeld personeelsbijeenkomsten. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM 9.5 Communicatiemiddelen Waarmee gaan we communiceren? Naast de formele (reguliere) informatiekanalen in het kader van de bestuurlijke besluitvorming, kiest de programmaorganisatie voor het middel digitale nieuwsbrief. Een relatief eenvoudig en snel middel dat ook de mogelijkheid biedt om bijvoorbeeld filmpjes in op te nemen. Uiteraard zal de nieuwsbrief in voorkomende gevallen ook verspreid worden via internet/ intranet en als daar aanleiding toe is via andere sociale media. Tijdens het implementatietraject (globaal tot ) zal ook een aantal werkbijeenkomsten worden georganiseerd. In voorkomende gevallen zal vanuit de programmaorganisatie een ondersteunende communicatiebijdrage (in nader te bepalen vorm) geleverd worden bij bijvoorbeeld personeelsbijeenkomsten. 9.6 Communicatieplanning Onderstaand overzicht geeft een beeld van de planning van de inzet van diverse communicatiemiddelen: Wat Wanneer (bij benadering) Wie Nieuwsbrief 1 September/ oktober 2015 Beleid & Regie i.s.m. Communicatie Werkconferentie I November 2015 Beleid & Regie versie

104 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: (gericht op ontwikkeling en uitwerking programma) Nieuwsbrief 2 November/ december 2015 Beleid & Regie i.s.m. Communicatie Werkconferentie II Maart/ april 2016 Beleid & Regie (gericht op temperaturen en bijsturen programma) Nieuwsbrief 3 April/ mei 2016 Beleid & Regie i.s.m. Communicatie Werkconferentie III September/ oktober 2016 Beleid & Regie (gericht op start nieuwe uitvoeringsstructuur in 2017) Nieuwsbrief 4 Oktober/ november 2016 Beleid & Regie i.s.m. Communicatie Als daartoe aanleiding is kunnen nieuwsbrieven ook tussentijds worden uitgebracht. 30 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

105 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: BIJLAGE 1 31 PAGINA De Arnhemse gemeenteraad gaf bij het besluit om in regionaal verband invulling te geven aan de variant 'geleidelijk afbouwen & modulair opbouwen' ook nadrukkelijk mee om deze koers in te bedden in de Arnhemse visie op de uitvoering van de Participatiewet zoals vastgesteld in de visienotitie 'Naar een veerkrachtige samenleving Arnhem' (d.d. september 2013), de Kadernota Veerkrachtige Samenleving Arnhem (d.d. december 2013), het Uitvoeringsplan Participatie (d.d. juni 2014) en het Bestedingsplan Participatie (d.d. september 2014). Onderstaand worden de eerste stappen gezet om invulling te geven aan de gewenste inbedding. Uitgangspunten Uitvoeringsplan Participatie Het vastgestelde Uitvoeringsplan Participatie (en dus ook het bestedingsplan) hanteert de volgende uitgangspunten: - Er wordt afscheid genomen van het oude, op regelingen en regels gerichte beleid. Het nieuwe beleid stelt de mensen en het naar vermogen verantwoordelijkheid nemen voor de eigen ontwikkeling en perspectief centraal. - Het Uitvoeringsplan Participatie beperkt de scope van het begrip participatie tot arbeidsparticipatie. Dit omvat het stimuleren van de doorstroom naar regulier werk, waarbij (in lijn met het coalitieakkoord 'Met de stad') tenminste het minimumloon wordt verdiend en een zo hoog mogelijke loonwaarde wordt bereikt. Hierbij worden de concepten 'participatieladder' en 'loonwaarde' als richtinggevende denk- en handelingskaders toegepast. - Het participatiebudget wordt met name ingezet op mensen die binnen 1 jaar trede 5 of 6 van de participatieladder kunnen bereiken. Over het algemeen is dan sprake van een minimale (indicatieve) loonwaarde van 40%. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Participatieladder Loonwaarde Ondersteuning Naar trede (6) betaald werk % Zoveel mogelijk op eigen kracht naar werk; directe bemiddeling naar werk Naar trede (5) betaald werk met ondersteuning of (6) betaald werk 40-80% Bemiddelings- en plaatsingsondersteuning (begeleiding; jobcoaching; loonkostensubsidies; garantiebanen) Van trede (1) geïsoleerd naar trede (2) sociale contacten buitenshuis, (3) deelname georganiseerde activiteiten en (4) onbetaald werk 0-40% Dagbesteding Vrijwilligerswerk - De resultaten van het participatiebeleid zullen sterk afhankelijk zijn van andere beleidsdomeinen zoals economie, onderwijs, zorg en welzijn. Dit vereist dat vanuit specifieke onderdelen van het Uitvoeringsplan Participatie aansluiting wordt gezocht bij aanpalende beleidsvelden: zorg/ welzijn i.r.t. o.a. wijkteams en dagbesteding; onderwijs i.r.t. afstemming o.a. (speciaal)onderwijs, arbeidsmarkt en zorg; economie i.r.t. o.a. Werkbedrijf (regionaal samenwerkingsverband van regiogemeenten, werkgevers en vakbonden) en werkgeversdienstverlening (WSP). - In het licht van het regionale karakter van de arbeidsmarkt en het belang van een gestroomlijnde werkgeversdienstverlening voorziet het Uitvoeringsplan Participatie voor een aantal activiteiten een toenemende regionale uitvoering. Processtap/ activiteit Richting vanaf 2017 Diagnose en regie Gemeente/ W&I Toenemende afstemming/ samenwerking gebiedsteams versie

106 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: Uitkeringsverstrekking en handhaving (aan alle mensen Gemeente/ W&I met recht op een uitkering op grond van de P-wet) Toenemende regionale uitvoering Indicatiestelling (voor toegang tot garantiebanen; nieuw UWV beschut werk); wettelijk voorgeschreven) Bemiddelingsondersteuning (mensen geschikt maken Toenemende regionale inkoop en uitvoering voor bemiddeling) (o.a. bij PHB/ WSP) Werkgeversbenadering (acquireren vacatures) Toenemende regionale uitvoering Matching (koppeling mensen aan passende vacatures) Toenemende regionale uitvoering Plaatsingsondersteuning (waaronder begeleiding/ Gemeente/ W&I jobcoaching; bepalen loonwaarde; betalen Toenemende regionale inkoop en uitvoering loonkostensubsidies) (o.a. bij PHB/ WSP) Participatiewet en arbeidsontwikkeling Nadere uitwerking van bovenstaande uitgangspunten leidt, mede op basis van de inbreng van diverse belanghebbenden en de gemeenteraad, tot de overtuiging dat arbeidsontwikkeling noodzakelijk is voor een duurzame arbeidsparticipatie van mensen met een loonwaarde tussen de 40 en 80% van het wettelijk minimumloon. De aanpak van arbeidsontwikkeling moet dan wel aansluiten op de uitgangspunten van de Participatiewet: - De doelstelling van de Participatiewet is zoveel mogelijk mensen met en zonder arbeidsbeperking in staat te stellen loonvormende arbeid te verrichten. - Betaald werk draagt bij aan welzijn, welvaart en zelfredzaamheid van mensen. - Volwaardig werk wordt primair gevonden en uitgevoerd op de werkvloer van reguliere werkgevers. Dit geldt ook voor mensen met een loonwaarde onder het wettelijk minimumloon (WML). - Dat lukt alleen op grote schaal als aantoonbare economische meerwaarde wordt gerealiseerd voor de deelnemende werkgevers. - Voor de groep mensen met een loonwaarde tussen 40 en 80% van het WML is ondersteuning middels participatieve arbeidsintegratie noodzakelijke om het doel te bereiken. - De eigen talenten en motivatie van mensen worden actief opgezocht en ingezet bij het vinden van passend werk met bijbehorende loonwaarde. - Versterken van zelfredzaamheid en eigen kracht van deelnemers is een kritische succesfactor bij het ontwikkelen van passende vaardigheden en het vinden en behouden van passend werk. - De participatieve aanpak die nodig is om burgers met een loonwaarde van 40 tot 80% van het WML te laten participeren is een ondernemingsactiviteit, met een eigen primair proces, waarmee waarde wordt gerealiseerd voor werkgevers, gemeente en kandidaatwerknemers. 32 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Participatieve arbeidsontwikkeling vraagt om een meer zakelijke en bedrijfskundige benadering: - De aanpak gaat uit van de eigen kracht, met respect voor en regie door de kandidaatwerknemer als basis. o De rol en betrokkenheid van de kandidaatwerknemer verandert. De aanpak is gericht op het versterken van zelfredzaamheid, ook door de kandidaatwerknemer zoveel mogelijk zelf te laten leren en doen. o De rol en de aanpak van de begeleiding verandert hiermee vanaf de intake. Na de diagnose faciliteren en coachen begeleiders vooral en monitoren de voortgang. o Van werkgevers wordt een grotere bijdrage verwacht. Aan hen wordt gevraagd veel meer werknemers uit de doelgroep een leer- of werkplek te bieden. - Realiseren van een significante reductie op de totale uitvoeringskosten in de bedrijfsvoering. o Effectiever werken en vermijden van verspillingen in de totale waardeketen is het devies. versie

107 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: o o De kandidaatwerknemer ondersteunen waar nodig, daar waar het toegevoegde waarde heeft voor het eindresultaat. Keuzes maken op basis van social return on invest voor de verschillende doelgroepen. - Realiseren van samenwerking tussen verschillende uitvoeringspartijen (UWV, gemeenten, SW-bedrijf en private re-integratieorganisaties). o o Integratie en (her)ontwerp van processen en methodieken over de hele re-integratieketen heen. Ondersteunende processen sluiten op dit ontwerp aan. Bij participatieve arbeidsontwikkeling staat het versterken van de eigen kracht van alle direct betrokkenen centraal: van werkgevers en van kandidaatwerknemers. Hierdoor kan aan beide kanten meer vraaggericht gewerkt worden en vindt beter aansluiting plaats bij de behoeften van werkgevers en de kwaliteiten van kandidaatwerknemers die ondersteuning nodig hebben. Deze aanpak heeft consequenties voor de vormgeving van (i) de werkgeversbenadering (de wijze waarop binnen bedrijven ruimte wordt ontwikkeld voor duurzame arbeidsontwikkeling en integratie) en (ii) de werknemersbenadering (de aanpak rondom kandidaatwerknemers van intake tot en met plaatsing en begeleiding). Werkgeversbenadering Uitgangspunt is dat de inzet van kandidaatwerknemers uit de doelgroep van de Participatiewet voor werkgevers een toegevoegde waarde kan en moet hebben. Welke waarde dat precies is (balans tussen economische/ maatschappelijke waarde), en hoe die in de praktijk te realiseren wordt samen met de werkgever (op maat) in kaart gebracht. Opdracht van de werkgeversbenadering is om: - de motivatie van de werkgever te doorgronden; - deze te vertalen in te realiseren waarde voor het bedrijf; - de mogelijkheden daartoe in kaart te brengen binnen het bedrijf; - te toetsen welke succesfactoren voor arbeidsintegratie binnen het bedrijf goed zijn ontwikkeld en welke nog niet; - te adviseren over de aanpak om vanaf de start succesvol te zijn met het participatietraject; - te benoemen wat de werkgever daar zelf in kan doen en op welke vlakken deze kan worden ontzorgd; - hieraan vervolgens slagvaardig vorm en inhoud geven; - de geplaatste kandidaten en de ontwikkeling in het bedrijf kort aan de bal te monitoren. De inzet is om langs deze weg een vertrouwde adviseur te worden voor werkgevers op het terrein van succesvol personeelsbeleid en personeelsontwikkeling op de werkvloer. 33 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Werknemersbenadering De aanpak van het (re)integratieproces is gericht op het versterken van zelfredzaamheid van kandidaatwerknemers door hen zoveel mogelijk zelf te laten leren en doen. Bij de intake wordt allereerst bepaald of iemand tot de doelgroep van de Participatiewet behoort. Vervolgens wordt gekeken of de kandidaatwerknemer gerichte ondersteuning en begeleiding nodig heeft om een betaalde werkplek bij een reguliere werkgever te verwerven. Opdracht van de werknemersbenadering is om: - tijdens de diagnose inzicht te krijgen op welk niveau van zelfregie en eigen verantwoordelijkheid de kandidaatwerknemer zit; - een inschatting te maken van het potentieel dat de kandidaatwerknemer heeft om zelfregie en eigen kracht verder te ontwikkelen; - te bepalen met welke opdrachten de kandidaatwerknemer aan de slag gaat en wat hij/ zij op eigen kracht doet en waar begeleiding geboden wordt; versie

108 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: zoveel mogelijk arbeidsontwikkeling op reguliere werkplekken laten plaatsvinden; - kandidaatwerknemers bij het vinden van een geschikte werkplek zoveel mogelijk zelf een belangrijke rol laten nemen; - te werken met een aanpak (met een vaste werkwijze) waarbij kandidaatwerknemers elkaar coachen bij het vinden van een werkplek; - bij matching van kandidaatwerknemers rekening te houden met de doelen die werkgevers willen realiseren; - bij matching van kandidaatwerknemers rekening te houden met de score van kandidaten op succesfactoren voor individuele en groepsgewijze plaatsing bij ene werkgever; - voor kandidaatwerknemers die niet op eigen kracht op een werkplek komen, gebruik te maken van groepsdetachering en werken op locatie als stap op weg naar een reguliere werkplek. Door de focus te leggen op het versterken van zelfregie en eigen kracht, krijgt leren en ontwikkelen door kandidaatwerknemers een sterkere nadruk. Bij het bepalen van de vervolgstappen in het traject wordt doorlopend gewerkt aan het op spanning houden van de groei van de kandidaat. Dat vereist een goede balans tussen wat een kandidaatwerknemer gaat doen en welke ondersteuning daarbij wordt gegeven. Rollen en verantwoordelijkheden Op basis van het bovenstaande is een belangrijke opgave die voortvloeit uit de geschetste transitie van het geleidelijk afbouwen van PHB en het modulair opbouwen van het WSP te bepalen welke uitvoerende organisaties verantwoordelijk zijn voor welke onderdelen van de werkgevers- en werknemersbenadering. 34 PAGINA CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM Duidelijk is dat de gemeente de regie op de uitvoering moet hebben. Bij de gemeente is de controle op (i) kosten en resultaat, (ii) duurzaamheid van de plaatsing, (iii) klanttevredenheid van de werkgever en (iv) loonwaarde ontwikkeling van de kandidaatwerknemer belegd. Met het Bresdo-advies is besloten om de werkgeversbenadering regionaal te organiseren en dit te beleggen bij het WSP. Hiertoe moet het huidige WSP worden versterkt met kennis, kunde en expertise die momenteel bij PHB te vinden is. Het WSP moet, uitgaande van de focusgroep van de Participatiewet (mensen met een loonwaarde tussen 40 en 80% van het WML), namelijk in staat zijn een breed spectrum van werk te mobiliseren en activeren: van (kleinschalige) beschutte werksoorten, via vormen van groepsen individuele detacheringen, naar regulier werk met ondersteuning. Voor wat betreft de werknemersbenadering geldt dat intake & diagnose bij het cluster Werk & Inkomen (W&I) ligt. De positionering van de ondersteuningsarrangementen voor individuele kandidaatwerknemers op het terrein van ontwikkeling & voorbereiding, baanbemiddeling en begeleiding & evaluatie moet nog nader worden bepaald. In het licht van de beoogde transitie zal het WSP in relatie tot een deel van de versie

109 Bijlage - Concept Programmaplan Zaaknummer: Documentnr.: SW-doelgroep dergelijke taken van PHB overnemen. Afhankelijk van de geleverde prestaties wordt bezien of het opportuun is om deze taken te verbreden naar andere doelgroepen van de Participatiewet met een loonwaarde van meer dan 40% van het WML. Daarbij kijken we nadrukkelijk ook hoe we de doelgroep met een loonwaarde van 0-40% aangesloten houden. Er ligt dus nog een aantal verdiepingsvragen die samenhangen met de positionering van de diverse uitvoeringsorganisaties in 35 PAGINA onderstaand figuur van functies en hoofdprocessen binnen de totale uitvoeringsstructuur Participatie. CONCEPT-PROGRAMMAPLAN UITVOERINGSSTRUCTUUR PARTICIPATIE ARNHEM versie

110 Bijlage - Conceptbrief gemeente Arnhem inzake Gevoelen gemeente Arnhem... G E M E E N T E // \\ v-^ 2 3 DEC Algemeen Bestuur van Presikhaaf Bedrijven Postbus EX ARNHEM Datum Uw kenmerk Ons kenmerk 17 december 2015 Dir/GvdB/ EJ nr /KD Zaaknummer Contactpersoon Telefoonnummer Roland Kluskens (026) Onderwerp : Gevoelen gemeente Arnhem conceptbegroting 2016 Presikhaaf Bedrijven Geachte bestuur, Op 29 oktober 2015 zond u ons de conceptbegroting 2016 van Presikhaaf Bedrijven (PHB) met het verzoek om conform het bepaalde in de gemeenschappelijke regeling het gevoelen van de Arnhemse gemeenteraad ter zake voor 16 december 2016 aan u kenbaar te maken. De concept-begroting is besproken in de raadsvergadering van 14 december Wij hebben het volgende geconstateerd: 1. Het moment waarop u de raad uitnodigt het gevoelen over de conceptbegroting kenbaar te maken en de inhoud van de conceptbegroting wijken af om begrijpelijke redenen van de bepalingen zoals opgenomen in de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorziening Midden-Gelderland (GR). 2. De modulaire opzet van de conceptbegroting sluit aan bij strategische koers, die voortvloeit uit het Bresdo-rapport, en biedt aanknopingspunten om de beoogde transitie uit te werken en het opdrachtgeverschap van gemeenten aan te scherpen 3. In het algemeen sluit de conceptbegroting 2016 aan bij de financiële kaders van het Bresdo-rapport. Op specifieke onderdelen signaleren wij afwijkingen die extra^aandacht behoeven. 4. De korte en lange termijn risico's ten aanzien van de geleidelijke afbouw van PHB, de modulaire opbouw van het WSP en de regionale samenwerking zijn groot. De beheersmaatregelen zijn nog in ontwikkeling. Met inachtneming van de opmerkingen, die wij hieronder per aspect optekenen, ziet de Arnhemse gemeenteraad de conceptbegroting 2016 van Presikhaaf Bedrijven als een reële invulling van de kaders zoals die rondom de besluitvorming van het Bresdo-rapport zijn vastgesteld. Ad 1. Begrijpelijke afwijking van bepalingen GR Artikel 29 van de GR stelt dat jaarlijks voor 1 mei een behoorlijk toegelichte en onderbouwde conceptbegroting voor het komende kalenderjaar, vergezeld van een (meerjarig) investeringsprogramma en meerjarenprognose aan de deelnemende gemeenten wordt aangeboden. Deze termijn is om begrijpelijke redenen niet gehaald. In het licht van de besluitvorming over het Bresdorapport en de bij te stellen strategische koers voor PHB was het onmogelijk om voor 1 mei een conceptbegroting op te stellen. Pas na het besluit over de beoogde transitie in de diverse gemeenteraden in onze arbeidsmarktregio omstreeks mei/juni 2015 konden de voorbereidingen voor de begroting Eusebiusbuitensingel 53 Postbus EL Arniiem Telefoon (lokaal tarief) Fax gemeente@arnhem.nl 104

111 Bijlage - Conceptbrief gemeente Arnhem inzake Gevoelen gemeente Arnhem... Datum: 17 december 2015 Ons kenmerk: /KD Pagina: 2 worden gestart. Hiervoor moesten de strategische hoofdlijnen van het Bresdo-rapport top-down en bottom-up worden vertaald in een werkbare begroting voor PHB. Dit bleek geen sinecure. De conceptbegroting beperkt zich tot de jaarschijf Een investeringsprogramma en meerjarenprognose ontbreekt. Dit omdat het hiertoe vereiste bedrijfsplan/ transitieplan, waarin o.a. de overheveling van taken van PHB naar Werkgeversservicepunt (WSP) en gemeenten wordt geoperationaliseerd, nog in ontwikkeling is. In uw conceptbegroting kondigt u aan dat het bedrijfsplan/ transitieplan in december 2015 gereed is. De gemeenteraad gaat er vanuit dat dit plan u voldoende aanknopingspunten biedt om (i) de begroting 2017 voor 1 mei 2016 aan te bieden en (ii) deze wel vergezeld te laten gaan van een (meerjarig) investeringsprogramma en een meerjarenprognose. Ad 2. Modulaire opzet conceptbegroting sluit aan bij Bresdo en geeft vertrouwen in uitvoering In overleg met de deelnemende gemeenten heeft u gekozen voor een nieuwe modulaire opzet van uw conceptbegroting. Op basis van de uitgebreide toelichting stelt de gemeenteraad vast dat deze opzet aansluit bij strategische koers, die voortvloeit uit het Bresdo-rapport. Verder biedt het naar verwachting van de gemeenteraad goede aanknopingspunten om (i) de beoogde transitie uit te werken en uit te voeren en (ii) het opdrachtgeverschap van gemeenten aan te scherpen. De gemeenteraad kijkt dan ook met vertrouwen uit naar het aangekondigde bedrijfsplan/ transitieplan. Ad 3. Conceptbegroting sluit aan bij financiële kaders Bresdo, maar aandachtspunten Over het algemeen sluit het financiële beeld van de conceptbegroting 2016 aan bij het financieel kader van Bresdo voor het jaar 2016: Bresdo gaat uit van een tekort van 7,13 mio; de conceptbegroting 2016 komt uit op een tekort van 7,45 mio. Dit verschil wordt veroorzaakt door een reservering die is opgenomen om het autonome effect van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) op te vangen. Dit effect was ten tijde van de besluitvorming over het Bresdo-rapport nog niet in beeld. Desondanks verwachten wij dat u er krachtig op stuurt om de financiële gevolgen van dit effect te minimaliseren, zodat het jaarresultaat de Bresdo-kaders optimaal benadert. Op specifieke onderdelen zijn er verschillen tussen de conceptbegroting en het Bresdo-rapport die extra aandacht behoeven. Hierbij gaat het met name om interventies die bijdragen aan (i) het verbeteren van de operationele bedrijfsresultaten en (ii) het verlagen van de bedrijfskosten. Met dit doel verzoekt de Arnhemse gemeenteraad u om de loonopbrengsten (tarieven) van onze SWmedewerkers meer in lijn te brengen met de landelijke gemiddelden voor deze groep(en) werknemers, waardoor de (toekomstige) inzet van onze SW-medewerkers meer op haar echte waarde wordt geschat. Ad 4. Risico's Onderdeel van de conceptbegroting is een uitgebreide risicoparagraaf. De hier tegenover te stellen beheersmaatregelen zijn nog in ontwikkeling. De gemeenteraad gaat er vanuit dat deze worden meegenomen In het eerder genoemde, op te stellen, bedrijfsplan/ transitieplan. De gemeenteraad neemt graag kennis van dit plan en de bijbehorende maatregelen. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus EL Arnhem Telefoon (lokaal tarief) Fax gemeente@amhem.nl 105

112 Bijlage - Conceptbrief gemeente Arnhem inzake Gevoelen gemeente Arnhem... Datum: 17 december 2015 Ons kenmerk: /KD Pagina: 3 In Arnhem doen we er alles aan om te voorkomen dat managers een hoger salaris krijgen dan wat onze burgemeester verdient. Deze zogenaamde burgemeestersnorm is niet gehanteerd bij de werving van de huidige interim-directeur van PHB. De Arnhemse gemeenteraad verzoekt PHB voortaan de Arnhemse burgemeestersnorm te hanteren en waar mogelijk bestaande salarissen en/of salariskosten aan deze norm te laten voldoen. De Arnhemse gemeenteraad vraagt u aandacht voor een zorgvuldige aanpak met oog voor en begeleiding van de individuele medewerker en medewerkers die (willen) werken in groepsverband (groepsdetachering). Ook in de begroting moet het effect van de maatregelen voor de medewerkers centraal staan. Wij wensen u veel succes met de verdere uitwerking en uitvoering van uw belangrijke taken en verantwoordelijkheden. Hoogachtend Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem, Eusebiusbuitensingel 53 Postbus EL Arnhem Telefoon (lokaal tarief) Fax gemeente@arnhem.nl 106

113 Raadsbesluit van 26 mei

114 Verslag AB - 8 juli 2015 Algemeen Bestuur VERSLAG van de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de Werkvoorziening Midden-Gelderland, gehouden op woensdag 8 juli 2015 om uur in de kantine van Presikhaaf Bedrijven, locatie Bruningweg 10 te Arnhem Deelnemers Aanwezig volgens presentielijst W.P. van Burgsteden, voorzitter Arnhem M.A.R. Leisink, plv voorzitter Arnhem H.S. Kok Arnhem P.G.M. Lunter Arnhem P.J. Bollen Doesburg H.C.M. Knuiman Duiven J.H.A.P. Sluiter Lingewaard V. van Neerbos Neder-Betuwe mka B. Ross Overbetuwe mka T.M.N. Vugts, secretaris Rheden A. Logemann Rozendaal mka B. Elfrink Rijnwaarden later J.H.J. Sluiter Westervoort S. Bijl Zevenaar J.J. van Loon Presikhaaf Bedrijven, algemeen directeur E.C. Janssen Presikhaaf Bedrijven, notulist R.H.J. Bongers Presikhaaf Bedrijven, manager Bedrijfsvoering 1 Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Zij constateert vervolgens aan de hand van de getekende presentielijst dat er bij aanvang de vergadering 37 van de 48 uit te brengen stemmen aanwezig zijn. Zodra mevrouw Elfrink aanwezig is, zijn er 39 van de 48 stemmen aanwezig. 2 Mededelingen 2.1 Mevrouw Van Burgsteden geeft aan dat de gemeenten het BReSDO-rapport hebben vastgesteld en daarmee een nieuwe koers voor Presikhaaf Bedrijven uitgezet. Die nieuwe koers brengt met zich mee dat er een andere rol van de Algemeen directeur verlangd wordt dan voorheen het geval was. Door de invoering van de Participatiewet en het stopzetten van de instroom in de Sociale Werkvoorziening (Wsw) is er een nieuwe opgave ontstaan voor de aangesloten gemeenten en het SW-bedrijf. Die uitvoering vraagt om een andere uitvoeringsstructuur en taakverdeling tussen de gemeenschappelijke regeling, het WerkgeversService- Punt en de gemeenten. In gezamenlijkheid met het Dagelijks Bestuur heeft de heer Van Loon de keuze gemaakt dat hij zijn werkzaamheden niet gaat continueren. Per 1 oktober 2015 zal hij het bedrijf verlaten. Mevrouw Van Burgsteden bedankt de heer Van Loon voor zijn inspanningen en het feit dat sinds zijn aanstelling het aantal gedetacheerde medewerkers meer dan verdrievoudigd is tot bijna 1500 mensen. Ook zijn een aantal productie eenheden onder de leiding van de heer Van Loon afgestoten. De inzet waarmee hij de afgelopen periode leiding heeft gegeven aan Presikhaaf Bedrijven dwingt veel respect af. Er zal nog een moment komen om afscheid te nemen van de heer Van Loon. Tijdens deze mededeling is mevrouw Elfrink binnen gekomen. P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\AB Verslag docx Pagina 1 van 4 108

115 Verslag AB - 8 juli 2015 Algemeen Bestuur 2.2 Het sectorplan SW is ingediend en naar verwachting komt er in september 2015 een eerste terugmelding. Het gaat hierbij om circa ,-- 3 Verslag van de vergadering van 29 mei 2015 Dit verslag wordt met complimenten aan de notulist ongewijzigd vastgesteld en goedgekeurd. 4 Jaarrekening 2014 In aanvulling op de stukken, die als bijlage met memo d.d. 2 juli 2015 zijn toegezonden, is gisteren nog een verzonden met de gevoelen van de gemeenten Arnhem, Rheden en Duiven (concept). Ter vergadering wordt de nog niet getekende brief van de Lingewaard uitgereikt. Samenvattend kan gesteld worden dat de gemeenten hun grote zorg uitspreken over de financiële ontwikkeling en daarbij de hoop dan wel de verwachting uitspreken dat de beoogde herpositionering zal leiden tot betere bedrijfsresultaten. Het Algemeen Bestuur besluit unaniem en zonder hoofdelijke stemming om de jaarrekening 2014 ongewijzigd vast te stellen en met de toegezonden conceptbrief aan de gemeenten te zenden. 5 Concept-begroting 2016 Naar aanleiding van het eerste voorstel uit memonummer d.d. 8 juli 2015 om, conform de tijdens de vorige AB-vergadering vastgestelde uitgangspunten, het subsidieresultaat op nul te zetten, geeft de heer H. Sluiter Westervoort aan dat zijn voorkeur ernaar uitgaat om dit punt in september 2015 mee te nemen bij het opstellen van de aangepaste begroting c.q. begrotingswijziging. Dit voorstel leidt namelijk tot een systeemwijziging en hij is van mening dat hier een beter oordeel over gegeven kan worden als er een helder beeld is over de uitvoering van de komende transitie. Mevrouw Knuiman sluit zich aan bij de mening van Westervoort. Zij is geen voorstander van het derde voorstel inzake het kenbaar maken van het gevoelen. De voorliggende begroting bevat immers vele mitsen en maren en eind september zal er een meer reële begroting beschikbaar zij, die zij natuurlijk zal voorleggen aan de Raad. Zij is wel van plan om de voorliggende stukken te bespreken in de Raadscommissie. De heer Vugts sluit zich hierbij aan. Hij stelt voor om de raden wel te informeren maar het gevoelen te vragen over de gewijzigde begroting van september. De heer Kok vraagt zich af, of dit wel mogelijk is. De termijn waarbinnen de begroting ingediend had moeten worden bij de Provincie is al overschreden en het lijkt hem noodzakelijk dat de Raden de gelegenheid krijgen om hun gevoelen uit te brengen over de voorliggende begroting. De heer Van Loon geeft aan dat de begroting officieel 15 april ingediend had moeten zijn, maar dat dit niet gebeurd is omdat de uitslag van het BReSDO-onderzoek nog niet beschikbaar was. Mevrouw Elfrink volgt ten aanzien van de voorstellen 1 en 3 (gevoelen en subsidieresultaat op nul) de mening van Westervoort, Duiven en Rheden. Het lukt immers niet meer om de begroting op tijd in te dienen. Het zal gezien de komende vakantietijd niet haalbaar zijn om de gevoelen voor september op te halen en in september ligt er een meer reële begroting voor. Daarnaast heeft zij moeite met de negatieve toon in de tekst van met name het tweede hoofdstuk van de voorliggende begroting. Het BReSDO-rapport biedt immers ook kansen en het is wenselijk om naar buiten toe een positieve koers te communiceren. Mevrouw Van Burgsteden vraagt zich af het problemen met de Provincie zou kunnen opleveren als er nu besloten zou worden om de gevoelen van de Raden niet op te halen. De heer Van Loon geeft aan dat wettelijk is bepaald dat er voor 15 april 2015 een begroting bij de Provincie moet liggen. De heer Leisink analyseert de ontstane situatie als volgt: Als er geen gevoelen uitgebracht zijn is er volgens de regels geen begroting. P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\AB Verslag docx Pagina 2 van 4 109

116 Verslag AB - 8 juli 2015 Algemeen Bestuur Onze regio heeft heel recent het gevoelen over de te volgen koers (goedkeuring BReS- DO-rapport) uitgebracht. De regio was nog niet in staat om een samenhangende begroting te maken, waarin de begrotingen van Presikhaaf Bedrijven en WSP zijn geconsolideerd. Als gevolg hiervan kan er op dit moment alleen een neutrale begroting opgesteld worden die volledig gebaseerd is op de vastgestelde koers uit het BReSDO-rapport. Deze primaire begroting dient als uitgangspunt voor de begrotingswijziging in september, waarbij de integraal inzicht zal worden gegeven in Presikhaaf Bedrijven en WSP. Deze primaire begroting kan dan met een goede oplegger aan de gemeenten worden toegezonden, waarbij om formele redenen gevraagd wordt om een gevoelen uit te brengen. De heer Bollen steunt de analyse van de heer Leisink maar concludeert dat de concept-begroting is vastgesteld op basis van het gevoelen van de gemeenten over het BReSDO-rapport. De facto: het gevoelen van de gemeenten inzake BReSDO is daarmee ook het gevoelen over de begroting. De heer Leisink stelt voor om aan de Provincie te vragen, of zij zich kunnen vinden in de conclusie van de heer Bollen en als dat het geval is, hoeft de primaire begroting niet aan de gemeenten te worden voorgelegd zodat voorkomen kan worden dat er in een hele korte periode tweemaal het gevoelen over een begroting moet worden gevraagd aan de Raden. Ten aanzien van de voorstellen uit memonummer d.d. 2 juli 2015 concludeert de voorzitter als volgt: 1 Het subsidieresultaat wordt niet op nul gezet. 2 De concept-begroting 2016 wordt ongewijzigd vastgesteld met de afspraak dat er in september 2015 een begrotingswijziging komt, waarbij de gemeenten zich verplichten om te zorgen dat er gelijktijdig ook een begroting voor het WSP beschikbaar is. 3 Vooralsnog zal de concept-begroting niet aan de gemeenten worden gestuurd, tenzij de Provincie aangeeft dat dit noodzakelijk is. Hiermee komt de concept-brief, die gisteren per is toegezonden, te vervallen. 4 Op basis van het bovenstaande zal aan de provincie worden gevraagd of zij ook van mening zijn dat de gevoelen die de gemeenten hebben uitgesproken over het BReSDOrapport ook gezien kunnen worden als een instemming met de voorliggende conceptbegroting, die immers een rechtstreekse uitwerking is van dit vastgestelde rapport. 6 Voortgang regionaal Sociaal Domein De heer Bollen geeft een korte toelichting, waarbij de volgende punten naar voren komen. Zowel de gemeenten als Presikhaaf Bedrijven als het Werkgeversservicepunt zullen hard aan de slag moeten om te komen tot implementatie van het BReSDO-rapport. Er zal een bestuurlijke initiatiefgroep komen die op zo kort mogelijke termijn een plan van uitvoering met stappenplan moet opstellen. De gemeenten beseffen de urgentie hiervan. De heren Kok en Leisink geven aan dat het van doorslaggevende belang is dat het Werkgeversservicepunt operationeel is per 1 januari Als hier niet van uitgegaan kan worden, kan er geen begroting voor Presikhaaf Bedrijven opgesteld worden. In tegenstelling tot de wethouders Werk en Inkomen hebben zij, net zo min als mevrouw Lunter, geen zicht op de toekomst. De heer Bollen geeft aan dat er ten aanzien van de urgentie geen enkel misverstand aanwezig is.. P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\AB Verslag docx Pagina 3 van 4 110

117 Verslag AB - 8 juli 2015 Algemeen Bestuur 7 Verkoop grond Kwekerij Bergerden De heer Van Loon geeft een korte toelichting op memonummer d.d. 1 juli 2015 en deelt mede, dat de Ondernemingsraad inmiddels positief geadviseerd heeft. Het Algemeen Bestuur besluit vervolgens unaniem en zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel als vervat in genoemd memo. De directie wordt gemachtigd om deze transactie verder af te wikkelen. 8 Rondvraag 8.1 De heer Kok bedankt de heer Van Loon voor zijn sociale hart. Hij heeft gezien hoe Presikhaaf Bedrijven omgaat met kwetsbare mensen en heeft hem zeer aangesproken. Hij waardeert de sociale component en wenst de heer Van Loon het beste voor de toekomst. Alle AB-leden sluiten zich aan bij de woorden van de heer Kok en spreken hun waardering uit voor de tomeloze inzet. 9 Sluiting Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering om uur gesloten. Met/zonder wijzigingen vastgesteld in de vergadering van 30 september P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\AB Verslag docx Pagina 4 van 4 111

118 Verslag AB - 30 september 2015 Algemeen Bestuur VERSLAG van de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de Werkvoorziening Midden-Gelderland, gehouden op woensdag 30 september 2015 om uur in de kantine van Presikhaaf Bedrijven, locatie Bruningweg 10 te Arnhem Deelnemers Aanwezig volgens presentielijst W.P. van Burgsteden, voorzitter Arnhem M.A.R. Leisink, plv voorzitter Arnhem H.S. Kok Arnhem P.G.M. Lunter Arnhem P.J. Bollen Doesburg H.C.M. Knuiman Duiven J.H.A.P. Sluiter Lingewaard V. van Neerbos Neder-Betuwe B. Ross Overbetuwe T.M.N. Vugts, secretaris Rheden mka A. Logemann Rozendaal B. Elfrink Rijnwaarden J.H.J. Sluiter Westervoort S. Bijl Zevenaar G.P.F. van den Boorn Presikhaaf Bedrijven, algemeen directeur a.i. E.C. Janssen Presikhaaf Bedrijven, notulist R.H.J. Bongers Presikhaaf Bedrijven, manager Bedrijfsvoering 1 Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Zij constateert vervolgens aan de hand van de getekende presentielijst dat er bij aanvang de vergadering 43 van de 48 uit te brengen stemmen aanwezig zijn. Een bijzonder woord van welkom geldt de heer Guido van den Boorn, die op 7 september 2015 is gestart als transitiemanager van Presikhaaf Bedrijven. De heer Van den Boorn geeft aan dat hij een enthousiaste populatie heeft aangetroffen, die zin heeft om in beweging te komen. Zodra er voldoende richting is kunnen meters gemaakt worden, wel zijn er al enkele decimeters gemaakt. Om het proces op een goede en voortvarende wijze te kunnen uitvoeren, is echter ook de hulp van de bestuursleden nodig. Hij zal binnenkort nader kennis maken met de AB-leden. 2 Mededelingen 2.1 De heer Van den Boorn kondigt aan dat er in de tweede helft van november twee raadsinformatiebijeenkomsten zullen worden gehouden waarbij de volgende punten aan de orde zullen komen: Waar staan we nu; Waar willen we naar toe; Wat zijn de landelijke ontwikkelingen; Financiële consequenties; Risico s; Beantwoorden van vragen. Hij wil het transitietraject samen met alle bestuursleden doorlopen. P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\Verslag docx Pagina 1 van 4 112

119 Verslag AB - 30 september 2015 Algemeen Bestuur 2.2 Het sectorplan SW is ingediend. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de beoordeling van deze aanvraag door Cedris inhoudelijk getoetst en de aanvraag is in eerste instantie niet goedgekeurd; het plan zou zich te veel richten op afbouw. Uit wandelgangen wordt vernomen, dat onze aanvraag mede op basis van negatieve gevoelens over Presikhaaf Bedrijven is afgeschoten. Er zal geprobeerd worden om de afkeuring binnen de toegestane herstelperiode van twee weken om te buigen, anders zal zeker bezwaar worden aangetekend en/of een gesprek worden aangegaan met degenen, die de aanvraag hebben afgewezen. 2.3 Maatvervoer: de heer Van den Boorn deelt mede dat de afbouw van maatvervoer goed verloopt, er zijn nog twee mensen, waarvoor geen oplossing is gevonden en voor zes andere medewerkers is een oplossing in zicht. Desgevraagd geeft hij aan dat er gezocht wordt naar oplossingen voor de financiële consequenties voor de medewerkers. Deze zijn echter inherent aan de genomen maatregel. Hij zal mevrouw Lunter een toelichting inclusief overzicht van de kosten schriftelijk doen toekomen. 2.4 De heer Bijl deelt mede dat er een motie in de Raad van Zevenaar wordt behandeld waarin staat aangegeven dat het salaris van de nieuwe Algemeen Directeur onaanvaardbaar hoog is. 2.5 Mevrouw Lunter geeft aan dat zij twee keer eerder aandacht heeft gevraagd voor de situatie bij Monsdal. Er volgt binnenkort een gesprek met Presikhaaf Bedrijven en de FNV over dit punt en het is mede in het licht van de toekomst heel belangrijk dat er voldoende aandacht wordt gegeven aan een juiste begeleiding van de gedetacheerde medewerkers. 3 Verslag van de vergadering van 8 juli 2015 Punt 5, bladzijde 2, begroting 2016: mevrouw Elfrink geeft aan dat ter vergadering gesteld is dat de begrotingen van het WSP en Presikhaaf Bedrijven gelijktijdig beschikbaar moeten zijn. Punt 5, bladzijde 3: de heer Van Neerbos geeft aan dat de gemeente Neder-Betuwe geen gevoelen heeft uitgebracht over het BReSDO-rapport. Mevrouw Lunter vraagt naar de reactie van de provincie. Deze vraag komt bij het volgende agendapunt aan de orde. De heer Leisink vestigt de aandacht op de punt 6, bladzijde 3, waarin het belang wordt weergegeven dat het WSP per 1 januari 2016 operationeel is. Met in achtneming van het bovenstaande wordt dit verslag overigens ongewijzigd vastgesteld en goedgekeurd. 4 Proces begroting 2016 De heer Bongers geeft een korte presentatie, die als bijlage zal worden toegevoegd aan dit verslag. Tijdens de behandeling van deze begroting komen de volgende punten nader aan de orde: Het opstellen van de begrotingen WSP en Presikhaaf Bedrijven moet een geordend proces zijn, waarbij partijen afhankelijk zijn van de besluitvorming van de leden van de GR. Elke dag dat de start van het WSP uitgesteld wordt leidt tot problemen bij Presikhaaf Bedrijven. De besluitvorming rondom het WSP ligt echter op andere tafels. De gemeente Neder-Betuwe is een kleine speler, maar het is wel handig om in gesprek te gaan over de verdere besluitvorming aangezien Neder-Betuwe niet betrokken is bij het BReSDO-rapport en het WSP. Er zal hiervoor een afspraak gemaakt worden tussen de heren Van Neerbos en Van den Boorn. De hoge lasten voor inzet Wwb vloeit voort uit de afspraak dat een deel van de gemeenten hun dienstverlening Wwb hebben uitbesteed aan Presikhaaf Bedrijven. P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\Verslag docx Pagina 2 van 4 113

120 Verslag AB - 30 september 2015 Algemeen Bestuur Er wordt voorzien dat de frictiekosten lager zijn dan in de BReSDO-rapport is aangegeven. Vroeger werd een gat in de begroting aan de achterkant gedicht, in de voorliggende begroting geschiedt dit aan de voorkant. Het besluit dat het Algemeen Bestuur neemt over de begroting zal worden besproken met de provincie. De begroting van Presikhaaf Bedrijven is vanuit het totaal opgesteld; de verdeling van modules geeft bestuurlijk overzicht. Mevrouw Van Burgsteden meldt dat de raden in november kunnen beschikken over de begrotingen van WSP en Presikhaaf Bedrijven. Er is getalsmatig nog geen indruk te geven over de begroting van het WSP. Er komt een bestuurlijke initiatiefgroep, die beide begrotingen in regionaal verband kan beoordelen. Op korte termijn volgt presentatie over het programmaplan met tijdbalk. Presikhaaf Bedrijven zal ervoor zorgen dat de groepen die overgaan naar het WSP virtueel klaargezet worden. De mensen zijn in beeld maar het proces om te komen tot een indeling per module moet nog besproken worden met de Ondernemingsraad. Zodra het overleg met vakbonden en Ondernemingsraad is afgerond, kunnen de mensen op naamsniveau worden ingedeeld en kan deze informatie naar de gemeenten. Er kan nu nog niet gezegd worden op welke termijn mensen te horen krijgen in welke module zij geplaatst zijn. In het BReSDO rapport is geen rekening gehouden met de effecten van het verschuiven van mensen; het rapport heeft geen ruimte gereserveerd om te overleggen met bonden en Ondernemingsraad. Daarnaast moeten ook de gemeenten klaar zijn om mensen te ontvangen. Er is recent binnen Presikhaaf Bedrijven een Transitieteam gevormd. Dit team is hard bezig om zaken te benoemen en uit te werken; ook gemeenten en derden hebben een rol bij de uitvoering. Naar verwachting zal er in de loop van november een Transitieplan beschikbaar zijn. De inspanningen die gedaan kunnen worden om het resultaat te verbeteren worden genoemd bij agendapunt 5, het halfjaarrapport. Presikhaaf Bedrijven moet ervan doordrongen zijn dat gemeenten nu aan de voorkant geld stoppen in het bedrijf, het kan niet zo zijn dat er straks aan de achterkant nogmaals betaald moet worden. Presikhaaf Bedrijven heeft echter geen eigen vermogen en een begroting zonder reserves dus er kan op dit punt geen garantie worden gegeven. De heer Van den Boorn geeft aan dat het de dure plicht van Presikhaaf Bedrijven is om hetgeen afgesproken wordt in de begroting ook daadwerkelijk te halen, maar garanties zijn niet mogelijk. De voorliggende begroting is een tussenbegroting, doorgerekend naar Het is ingewikkeld omdat de nieuwe situatie niet op realiteit berust. Er wordt nu een maximale inspanning geleverd om de zaken bottum up door te rekenen en dan ontstaat een reëler beeld. Het is een stapsgewijze traject om te komen van het BReSDO-rapport tot de realiteit. Dit betekent dat het voorliggende stuk een vertaling is van het BReSDO-rapport en er wordt gewerkt aan de cijfermatige onderbouwing. Er kan dus nog van alles veranderen. Alles overziend besluit het Algemeen Bestuur met inachtneming van de bovengenoemde opmerkingen om de directie opdracht te geven de Begroting 2016 verder uit te weken zodat deze kan worden besproken in de volgende vergadering van het Algemeen Bestuur van 28 oktober 2015 en worden vastgesteld in de vergadering van 16 december Halfjaarbericht Naar aanleiding van de bespreking van dit bericht komen de volgend opmerkingen naar voren: P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\Verslag docx Pagina 3 van 4 114

121 Verslag AB - 30 september 2015 Algemeen Bestuur Het aantal groene smileys is niet in overeenstemming met het slechte financiële resultaat. De inzet van Wwb-ers heeft te maken met contracten die met werkgevers zijn afgesproken. Deze inzet is een goede regeling voor de betrokken mensen, de werkgevers en de gemeenten van herkomst maar er hangt wel een prijskaartje aan dat ten laste van alle gemeenten komt en dat conform de bestaande GR betaald zal moeten worden. De heer Van den Boorn zegt toe dat hij de bedrijfsprocessen zal optimaliseren maar het zal een verliesgevende zaak blijven. De voorliggende wijze van rapporteren voldoet niet meer aan de wensen. Er zal gestreefd worden naar een compactere, actuele presentatie van de kwartaalcijfers. Het Haljaarbericht 2015 kan ongewijzigd worden doorgezonden aan de griffies. 6 Verkoop kwekerij Bergerden De heer Van den Boorn geeft een toelichting op memo nummer d.d. 21 september Desgevraagd wordt aangegeven, dat er in de finale onderhandelingen duidelijkheid zal komen over het aantal fte en de termijnen, ook zal gestreefd worden naar uitstroom. Het Algemeen Bestuur besluit unaniem en zonder hoofdelijke stemming in te stemmen met de verkoop van de kwekerij en de Directie te mandateren de koop- en de samenwerkingsovereenkomst op te stellen en te finaliseren, de verkooptransactie uit te voeren en af te ronden 7 Rondvraag 7.1 Naar aanleiding van een vraag van de heer Logemann inzake aanbesteding SROI wordt aangegeven dat hij nadere informatie kan krijgen bij de gemeenten Arnhem en Tiel en de RSD. 7.2 De heer Van den Boorn geeft aan, dat hij de naam Presikhaaf Bedrijven wil vervangen door een nieuwe naam die verwijst naar de toekomst en als motor kan dienen om het transitieproces te starten. Door een nieuwe naam wordt ook aan de buitenwereld getoond dat er een andere imago hoort bij het nieuwe bedrijf. Binnenkort worden voorstellen gedaan.. 8 Sluiting Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering om uur gesloten. Met/zonder wijzigingen vastgesteld in de vergadering van 28 oktober P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\Verslag docx Pagina 4 van 4 115

122 Verslag AB - 30 september Procesbegroting 2016 Benadering: BReSDo-rapportage is strategische koers; Voor de operationele begroting is een tactisch gat te overbruggen; Voorliggende begroting is top-down begroting opgesteld met ambtelijke ondersteuning; De bottom-up begroting moet nog worden ingevuld

123 Verslag AB - 30 september Modulaire opzet: Ondersteunend aan gemeentelijk opdrachtgeverschap; Van complex geheel naar overzichtelijke modules Module 1, Payrolling (GR) Module 2, Huisvesting (GR) Module 3, Beschut Werk (PB) Module 4, Hoge Loonwaarde (WSP) Module 5a, Individuele Deta (WSP) Module 5b, Groepsdeta (WSP) Module 6, Groen & Diensten (WSP) Module 7a, Schoolmeubelen (WSP) Module 7b, Kwekerij (PB) Module 8, <25% LW (Gemeenten) Module 9, WWB-diensten (WSP) Module 10, Overhead (PB) Belangrijkste risico s: 1. Module 4: Groep van 200 personen met een loonwaarde van 1,71 miljoen; 2. Module 8: groep van 310 personen <25% LW: keuze gemeenten; 3. Module 9: WWB: keuze gemeenten; 4. Verloop regulier personeel, conform BReSDo-rapport (in 2017 nog bijstellen) 2 117

124 Verslag AB - 30 september Module 1 Module 2 Module 10 Module 8 Module 6 Module 4 Module Module 9 Module 7 Module 5 Module 3 Module 12 1/1 15/3?? 3 118

125 Verslag AB - 30 september Financiën (1): Exploitatieresultaat: BReSDO: - 7,133 miljoen en procesbegroting: - 80k, verschil 7,053k door hogere gemeentelijke SW-bijdrage; Netto-opbrengst: BReSDO: 13,743 miljoen en procesbegroting: 15,059k, verschil 1,316k door netto-opbrengst van WWB van 1,316k. Financiën (2): Lasten: BReSDO: 12,159 miljoen en procesbegroting: 13,776 miljoen, verschil 1,617 miljoen door hogere lasten bij WWB 1,091 miljoen en hogere salariskosten bij groep van 310 personen 0,458 miljoen; Overig resultaat: BReSDO: 1,800 miljoen en procesbegroting: 0,863 miljoen, verschil 0, 937 miljoen door minder boventalligen

126 Verslag AB - 30 september Vervolg: 1. Begroting bottom-up uitwerken; 2. Gewenst resultaat: modules kunnen virtueel integraal overgaan naar WSP en gemeenten; 3. Deze begroting bespreken in AB van 28 oktober 2015; 4. Begroting doorsturen voor gevoelen begin november; 5. Tweede helft november raadsinformatiebijeenkomsten; 6. Half december vaststellen begroting 2016; 7. Begrotingswijzigingen in 2016 op basis van besluiten overdracht in

127 Verslag AB - 28 oktober 2015 Algemeen Bestuur VERSLAG van de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de Werkvoorziening Midden-Gelderland, gehouden op woensdag 28 oktober 2015 om uur in de kantine van Presikhaaf Bedrijven, locatie Bruningweg 10 te Arnhem Deelnemers Aanwezig volgens presentielijst W.P. van Burgsteden, voorzitter Arnhem M.A.R. Leisink, plv voorzitter Arnhem mka vacature Arnhem - P.G.M. Lunter Arnhem mka P.J. Bollen Doesburg H.C.M. Knuiman Duiven J.H.A.P. Sluiter Lingewaard V. van Neerbos Neder-Betuwe B. Ross Overbetuwe T.M.N. Vugts, secretaris Rheden mka C. Pos plv. Rheden A. Logemann Rozendaal B. Elfrink Rijnwaarden J.H.J. Sluiter Westervoort S. Bijl Zevenaar G.P.F. van den Boorn Presikhaaf Bedrijven, algemeen directeur a.i. E.C. Janssen Presikhaaf Bedrijven, notulist R.H.J. Bongers Presikhaaf Bedrijven, manager Bedrijfsvoering 1 Opening en Mededelingen 1.1 De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Zij constateert vervolgens aan de hand van de getekende presentielijst dat er bij aanvang de vergadering 48 van de 48 uit te brengen stemmen aanwezig zijn. De heer Vugts wordt vandaag vervangen door de heer C. Pos. 1.2 De heer Ross geeft aan dat er vragen zijn gesteld over de honorering van de Algemeen Directeur. Hij vraagt aandacht voor de maatschappelijke impact. De heer Bijl geeft aan dat Zevenaar een motie heeft aanvaard waarin de honorering van de interim directeur maatschappelijk onaanvaardbaar is. Voorafgaand aan deze vergadering is een bijeenkomst van de Werkgroep Communicatie geweest waarbij dit punt is besproken. De heer J. Sluiter sluit zich aan bij de woorden van de heer Ross. 2 Ingekomen stukken De gemeente Duiven heeft mede namens de gemeenten Lingewaard, Overbetuwe, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar een brief verzonden waarin vragen worden gesteld naar aanleiding van het tweede Kwartaalbericht, met name over de extra inzet van Wwb-ers. Mevrouw Van Burgsteden geeft aan dat de directie deze kwestie zal onderzoeken om op zorgvuldige wijze antwoorden te kunnen geven op de gestelde vragen. Naar verwachting zal dit rond het verschijnen van het derde kwartaalbericht zijn. P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\AB Verslag docx Pagina 1 van 3 121

128 Verslag AB - 28 oktober 2015 Algemeen Bestuur 3 Verslag van de vergadering van 30 september Mevrouw Elfrink geeft aan dat de passage bij de tweede bullet op bladzijde 4 over de inzet van Wwb-ers, erg algemeen is verwoord. De heer Van den Boorn geeft aan dat hij vanaf zijn indiensttreding bezig is met het optimaliseren van de bedrijfsprocessen. Echter, tarieven liggen vast in dienstverleningsovereenkomsten die hetzij nageleefd moeten worden hetzij opengebroken moeten worden. Desgevraagd wordt medegedeeld dat de omvang van de inzet Wwbers in 2015 is toegenomen ten opzichte van vorige jaren. De discussie wordt afgerond dat het onderwerp inzet Wwb op basis van onderbouwde gegevens ten aanzien van kosten, opbrengsten, gemeente van herkomst etc. zal worden geagendeerd voor de eerstvolgende AB-vergadering. Met in achtneming van het bovenstaande wordt dit verslag overigens ongewijzigd vastgesteld en goedgekeurd. 4 Begroting 2016 De heer Bongers geeft een korte toelichting op memonummer d.d. 23 oktober Tijdens de behandeling van deze begroting komen de volgende punten nader aan de orde: Het BReSDO-rapport geeft aan dat de omvang van Presikhaaf Beschut 840 zou zijn, dit aantal is inmiddels achterhaald, conform de begroting luidt dit 480. Voor alle modules is in de voorliggende begroting uitgegaan van de reële aantallen. Er is sprake van natuurlijk verloop en daarnaast zijn er bij alle modules verschuivingen opgetreden. Het verschil is uiteindelijk neergedaald in module 3. De komende weken zal gekeken worden wat de kritische omvang voor module 3 is en welke oplossingen mogelijk zijn (organisatie aanpassen of meer mensen toelaten). De splitsing van module 7 heeft te maken met de samenstelling van de doelgroep voor wat betreft de hoogte van de IVC (bij kwekerij is veelal de IVC lager dan 50%) Zoals genoemd op bladzijde 1 van het memo bij de derde bullet komen de overige opbrengsten van 1,1 miljoen niet voor in het BReSDO-rapport. Een aantal kosten valt nu nog in de GR. Deze kosten worden doorbelast aan Presikhaaf Schoolmeubelen B.V. en Intratuin Arnhem, extra bijdrage ID-banen en doorbelasting overheadkosten aan module 9. Module 9 draait nu voor Presikhaaf Bedrijven budgetneutraal. Als er een andere koers moet worden ingezet, kunnen er frictiekosten ontstaan. Er zal dan geprobeerd worden om de betreffende medewerkers op andere wijze in te zetten binnen de regio. Dit onderwerp wordt meegenomen bij de uitwerking van het Bedrijfsplan. Het belangrijkste besluit ten aanzien van de invoering van de Participatiewet is het aanvaarden van het BReSDO-rapport. De uitvoering moet langs verschillende lijnen ter hand worden genomen. Het bedrijfsplan (is het uitvoeringsplan) wordt opgesteld met behulp van een brede ambtelijke ondersteuning Via de binnenkort te houden bestuurlijke conferentie kunnen de AB-leden hun mening hierover kenbaar maken. Het is belangrijk dat de gemeenten kennis kunnen nemen van de inhoud van het bedrijfsplan. Mevrouw Elfrink geeft aan dat zij nu niet kan overzien of dit ook valt onder het budgetrecht. Mocht dit het geval zijn dan moet het Bedrijfsplan ter goedkeuring worden behandeld door het Algemeen Bestuur. Er zijn nu nog medewerkers om sociale redenen om niet geplaatst bij Presikhaaf Schoolmeubelen. Deze zullen weer worden ondergebracht bij Presikhaaf Bedrijven. Opgemerkt wordt dat Presikhaaf Bedrijven geconfronteerd zal worden met de verschillende effecten die van elders uit het Sociale Domein komen. De organisatie moet zich echter richten op het uitvoeren van het BReSDO-rapport en de bestuursleden zullen vanuit een andere rol kijken naar het totaal plaatje. De interpretatie van de opdracht be- P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\AB Verslag docx Pagina 2 van 3 122

129 Verslag AB - 28 oktober 2015 Algemeen Bestuur tekent voor de heer Van den Boorn dat nagedacht wordt om vanuit de realiteit op basis van de modules te komen tot een reductie van kosten en een maximalisatie van de opbrengsten. De opdracht voor het uitwerken van een bedrijfsplan vormt ook de basis voor de meerjarenraming. Normalter moet er een meerjarenraming zijn en de directie zal hierover in gesprek gaan met de provincie. Mevrouw Elfrink merkt op, dat zij nog geen begroting van het WSP heeft gezien. De heer Bollen merkt op dat het deel (uit BReSDO) van deze begroting in de begroting van Presikhaaf Bedrijven is opgenomen. Hier komen kosten bovenop en de honorering voor de kwartiermaker. Dit is terug te vinden in de SOK. Er komen nog Raadsinformatiebijeenkomsten, waarbij ook de begroting van Presikhaaf Bedrijven zal worden toegelicht. Het Algemeen Bestuur besluit unaniem en zonder schriftelijke stemming dat de voorliggen begroting 2016 voor het kenbaar maken van het gevoelen kan worden doorgestuurd aan de gemeenten en vervolgens kan worden vastgesteld in de AB-vergadering van 16 december Rondvraag 5.1 De heer Logemann geeft aan dat er op 17 en 19 november 2015 raadsinformatiebijeenkomsten zullen worden gehouden in Lingewaard en Westervoort. De bijeenkomsten worden ingeleid door Marcel Moes (terugblik en stand van zaken), waarna er een presentatie volgt over de groep met loonwaarde < 25%, vervolgens Presikhaaf Bedrijven, het WSP en afgesloten met ruimte voor discussie. 5.2 Mevrouw Elfrink geeft een compliment voor het vele werk dat in hele korte termijn voor wat betreft de begroting is verricht. Dit compliment voor door het Algemeen Bestuur onderschreven en zal door de directie worden overgebracht aan de medewerkers. 6 Sluiting Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering om uur gesloten. Met/zonder wijzigingen vastgesteld in de vergadering van 16 december P:\Holding\Secretariaat\Dinie\Bestuur\Algemeen Bestuur\AB 2015\ \Definitief\AB Verslag docx Pagina 3 van 3 123

130 Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen 124

131 Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen 125

132 Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen Bestuurlijke conferentie Trends uit bestuurlijke conferentie 25 november 2015: PHB Compact blijft kweekvijver voor Wsw-oud en mogelijk andere doelgroepen Werknemersbenadering Wsw-oud blijft bij PHB Bij vervreemding zijn werkgaranties mogelijk om frictiekosten te dempen Bij vervreemding staan gemeenten expansie toe in doelgroepen/geografisch werkgebied Activerend werk niet alleen voor Wsw-oud, maar voor een brede doelgroep Activerend werk bij voorkeur lokaal en waar nodig (sub-)regionaal organiseren Werkgeversvraag is leidend bij doelgroep samenstelling / expansie / Arbeidsmatige dagbesteding via inkooprelatie (PHB offreert mee) Bij verkoop vastgoed niet alleen kijken naar sec de financiële opbrengst, maar ook oog houden voor de belangen van de doelgroep. Samenvattende piketpalen: Ontschotting sociaal domein (perspectief op nieuwe instroom) Investeringen van buiten Ondernemings- en exploitatierisico s op afstand (sociale ondernemingen) Sociaal verantwoord verkopen (met zakelijke bril) 126

133 Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen Invulformulier werksessie Sessie: Begeleid werk Vraag Uitkomst Wat heeft prioriteit bij module (200 fte extra uitplaatsen): 200 fte uitplaatsen of 2 miljoen extra omzet binnenhalen? Organiseer je een vangnet voor gedetacheerden bij Presikhaaf Bedrijven Compact of elders? Wil je een knip zetten tussen de werknemersbenadering en de werkgeversbenadering? Wil je bij verkoop van vastgoed kijken naar sec de financiële opbrengst, of wil je ook kijken naar de maatschappelijke winst? Ben je als gemeente bij vervreemding bereid werkgaranties af te geven? Sta je bij vervreemding expansie toe in termen van bijvoorbeeld doelgroepen en geografisch werkgebied? 2 miljoen (plus voorspelbaarheid) budgetneutraal op totaal 10 modules. Kweekvijver is nodig, uitvoering niet bij WSP, facultatief elders (RSD, markt of PHB). Gemeente is regievoerder. Ja, WSP moet zich concentreren op de werkgeversdienstverlening. Wij willen ook kijken naar de maatschappelijke winst. Ja (maar dit is afhankelijk van de situatie en doen we vooral om frictiekosten te voorkomen en ondernemersrisico s te beperken. Situatie hangt ook af van de overnamepartner (bijvoorbeeld sociaal ondernemer)). Ja 127

134 Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen Sessie: Activerend werk Vraag Richting Richt je je bij Activerend Werk puur op de Wsw of kies je voor een bredere doelgroep? Keuze voor een bredere doelgroep, ook de nieuwe instroom Wil je bij de keuze voor een bredere doelgroep (onderdelen) privatiseren? Wil je Activerend Werk lokaal of (sub- )regionaal organiseren? Mag de doelgroep worden gemixt in loonwaarde of houden we vast aan de doelgroepafbakening langs loonwaardegrenzen? Is Presikhaaf Compact een vangnet voor de doelgroep met lage loonwaardes? Wil je bij verkoop van vastgoed kijken naar sec de financiële opbrengst, of wil je ook kijken naar de maatschappelijke winst? Sta je expansie toe in termen van bijvoorbeeld doelgroepen? Wil je de arbeidsmatige dagbesteding voor de 310 fte zelf organiseren of inkopen bij Presikhaaf Compact of elders? Ja, primair met oog voor mensen, maar niet tot elke prijs Bij voorkeur lokaal, waar nodig (sub-)regionaal. Maatwerk voor de mensen. Ja, werkgeversvraag is leidend, maar niet tegen elke prijs. Alleen voor oud Wsw, voor nieuwe doelgroepen ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeenten (maatwerk). Instandhouding van Presikhaaf Compact is geen doel op zich maar een middel. Nee, primair hebben we oog voor mensen, maar niet tot elke prijs Ja, werkgeversvraag is leidend. Afhankelijk van de prijsgarantie en prijs-kwaliteit-verhouding(dit beperkt zich niet tot de doelgroep 310 fte). Presikhaaf kan een aanbieding doen. 128

135 Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen 129

136 Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen 130

137 Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen Module 1 Module 8 Module 6 Module 9 Module 7 Module 2 Module 4 Module 5 Module 12 Module 3 Module 10 Module ? 15 /3 1/1? 131

138 Bijlage - Presentatie AB Stand van zaken uitvoeringsplan op hoofdlijnen BReSDomodules Verwachtingen tovbegroting 2016 Samenvatting Negatieve ontwikkelingen vanaf 2017, veel frictie- en carveupkosten Effecten als gevolg van bestuursconfere ntie Positief effect vanwege bredere doelgroep. Socialeeffecten positief, gezien zorg voor doelgroep, werknemersbenadering en behoud kennis, competenties en systemen Overdracht modules conform BReSDo Overdracht van een aantal modules onwaarschijnlijk. Doorstroom stopt tussen een aantal modules. Inrichting onzeker in 2016 en overhead blijft achter Integrale overdracht modules Positiefeffect, gezien bredere doelgroep (kweekvijver en werknemersben adering), oplossing huisvestingspro bleem, frictiekosten lager, geen carve-upkosten. Inrichting afgerond in

139 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma BReSDO in Perspectief Sociale Firma 133

140 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma I N H O U D S O P G A V E 1. Aanbiedingsbrief 2. Overzicht intern transitieproces Presikhaaf Bedrijven 3. Overzicht van betrokken stakeholders 4. Verklaring namens Berenschot, WSP en Presikhaaf Bedrijven 5. BReSDO-uitvoering via het concept van de sociale firma 6. Concept Intentieverklaring tussen GoedWerkt, de Meewerkers en Presikhaaf Bedrijven 7. Presentatie GoedWerkt Midden Gelderland (in tekst) 8. Presentatie GoedWerkt Midden Gelderland (in dia s) 9. Communicatievoorstel/voortgangrapportage 134

141 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma DAGELIJKS BESTUUR Aan: Leden van het Dagelijks Bestuur Van: G.P.F. van den Boorn en R.H.J. Bongers Datum: 25 januari 2016 Kenmerk: Dir/RB/EJ nummer Betreft: Aanbiedingsbrief Inleiding. In april 2015 werd het in opdracht van de Bestuurlijke Regiegroep Sociaal Domein (Bresdo) opgestelde adviesrapport over de regionale samenwerking rondom de Participatiewet en de toekomst van Presikhaaf Bedrijven (PB) gepresenteerd en beschikbaar gesteld aan de gemeenten van de arbeidsmarktregio Midden Gelderland. Op basis van dit rapport hebben de colleges van Burgemeester en Wethouders en alle raden van de betrokken gemeenten in de maanden mei en juni besloten om, in lijn met het advies, de strategische koers van de sociale werkvoorziening PB bij te stellen en de taakverdeling van andere belangrijke organisaties binnen de uitvoeringsstructuur van de Participatiewet te wijzigen. In juli 2015 is voor de invulling van de bijgestelde koers en de nieuwe taakverdeling een ambtelijk concept-programmaplan aangeboden aan de Raden. Doel van het Programmaplan Uitvoeringsstructuur Participatie Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland, is de gekozen variant 'geleidelijk afbouwen & modulair opbouwen' te implementeren vanuit het perspectief van de gemeenten. Dit Programmaplan is niet in het Bestuur van PB besproken. Vanaf september 2015 is de directie van PB in opdracht van het bestuur bezig met de voorbereiding van de implementatie van het BReSDO-rapport. Daarbij is naar voren gekomen dat de realisatie van de genoemde doelen conform de route, die genoemd is in het BReSDOrapport zeer complex was en gepaard zou gaan met kosten, die de in het rapport genoemde bedragen royaal overschrijven. Op 14 december 2015 is tijdens een gesprek met de voorzitter en de heren Bollen, Schadé, Van den Boorn en Heekelaar, opdracht gegeven om een analyse op te stellen voor de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van het BReSDO-rapport. Voor twee cruciale uitgangspunten (besparing van 7,5 mln/jr en de uitvoerbaarheid in de voorgestelde uitvoeringsstructuur) zijn in de maand december 2015 diverse bijeenkomsten met Berenschot en het WSP georganiseerd. Dit heeft geleid tot de verklaring van d.d. 7 januari 2016, opgesteld door adviseurs van Berenschot, het WSP en Presikhaaf Bedrijven. Deze verklaring is toegevoegd. Tijdens de extra vergadering van het Dagelijks Bestuur op 8 januari jl. hebben Bestuur en Directie in aanwezigheid van de heren Heekelaar en Oh van Berenschot gesproken over de realisatie van het BReSDO-rapport. Een belangrijk gegeven is dat het BReSDO-rapport een uitvoeringsperspectief op hoofdlijnen biedt maar geen uitvoeringsplan is. Om het uitvoeringsperspectief te bereiken is een uitgewerkt én doorgerekend uitvoeringsplan noodzakelijk. Hiervoor zijn de afgelopen maanden op grote schaal gesprekken gevoerd met stakeholders en is een intern Transitieteam in het leven geroepen. Om u enig zicht te bieden op dat proces, treft u ter illustratie een kort overzicht aan van het interne Transitieproces en een overzicht van stakeholders waarmee gesproken is c.q. waarmee afspraken zijn gemaakt om informatie op te halen als input voor de uitwerking van de door u geformuleerde opdracht. Ad. 1. Het overzicht van het interne Transitieproces geeft aan dat de organisatie grote stappen heeft gezet om ervoor te zorgen dat ruim medewerkers meebewegen in een complex 135

142 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma DAGELIJKS BESTUUR veranderproces. De mensen informeren en meenemen in dat proces is tenslotte de basis voor een zorgvuldige uitvoering van het BReSDO-rapport. De inzet van ruim 120 Transitie Teamleden heeft onder andere geresulteerd in twee concrete uitvoeringsplannen voor module 8 en 4. Ad. 2. Het tweede overzicht geeft u inzicht met welke stakeholders is gesproken en waarmee afspraken staan ingepland om input te verzamelen voor de uitwerking van de door u geformuleerde opdracht. De gesprekken met deze stakeholders en bestuursleden hebben geleid tot rijke inzichten over de complexiteit, de kansen en uitvoeringsrisico s van het BReSDO-rapport, gekoppeld aan de modulaire opzet en vastgelegd in de begroting In de gesprekken met stakeholders is een uitvoeringsvariant via sociale firma( s) als perspectief naar voren gekomen. Het BReSDO-rapport blijft het uitgangspunt en dit perspectief biedt een oplossing voor de twee cruciale uitgangspunten. Dit perspectief is op verschillende momenten met u gedeeld. U heeft ons in de vergadering van 8 januari 2016 gevraagd om twee opties nader te onderzoeken en uit te werken voor de DB-vergadering van 2 maart Dit is verwoord in twee geformuleerde opdrachten: 1. Breng de gevolgen van de modulaire uitvoering van het BReSDo-rapport in kaart bij een losse verkoop van Groen, Diensten en Intratuin waarbij de overhead, de huisvesting, beschermd werken en re-integratie achterblijven bij Presikhaaf Compact door middel van het opstellen van een businesscase, inclusief een risicoanalyse. 2. Breng de gevolgen van de uitvoering van het BReSDo-rapport in kaart bij een integrale verkoop waarbij Groen, Diensten, Intratuin, Beschermd Werken, re-integratie, huisvesting en overhead overgaan naar een sociale firma die de regisseur is in de regio van een netwerkorganisatiedoor middel van het opstellen van een businesscase, inclusief een risicoanalyse. U heeft ons op woensdag 20 januari 2016 gevraagd om zo concreet mogelijk inzicht te geven in de beschikbare informatie, de voortgang, procesgang en onderbouwing waarom de optie van een sociale firma de voorkeur heeft. Gezien het uitermate korte tijdsbestek is het vanzelfsprekend niet mogelijk (en onzorgvuldig) om een definitieve gedetailleerde businesscase, inclusief financiële en juridische informatie aan te bieden. Wat wij u vandaag kunnen aanbieden is een doorkijk naar de uitwerking van de business case voor maart Om inzicht in de procesgang en het eventuele besluitvormingsproces te geven bieden wij u een officiële Letter of Intent in concept aan, opgesteld door de stichting GoedWerkt en de Meewerkers Groep en Presikhaaf Bedrijven. Dit document is getoetst door Dirkzwager. De Letter of Intent geeft u bestuurlijk inzicht in de procesgang en de mogelijkheid om het proces fasegewijs in te vullen. Het Bestuur heeft de regie over de processtappen en beslismomenten en bepaalt op welke momenten er al dan niet moet worden afgeweken van de BReSDO-kaders. Guido van den Boorn Algemeen directeur ai 136

143 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Transitieproces Presikhaaf Veranderen doe je samen Vanaf september 2015 is er een breed ingezet transitieproces gestart, zowel intern alsook extern. Doelstelling: Brede toetsing op voorliggende plannen op risico s, haalbaarheid en eventuele alternatieven; Creëren van betrokkenheid en draagvlak bij alle stakeholders, intern en extern. Uitgangspunten: De doelstellingen uit het BReSDO-rapport, de vertaling daarvan in de 10 modulen en de daarop gebaseerde concept begroting. Transitieproces intern: Medezeggenschap: de bestuurder heeft in overleg met de OR, binnen de OR een transitiecommissie ingesteld om de OR niet alleen in formele zin, maar ook oriënterende en in toetsende zin te kunnen voor-informeren; MT: naast het wekelijks operationele MT, is er ook wekelijks een MT-transitie overleg georganiseerd. Voor dit Transitie-overleg is het MT uitgebreid met de communicatie manager en een programma secretariaat; Het sector management is betrokken via DMT-overleg binnen W&O en tevens, veelal als kartrekker, in de Transitieteams; Bedrijfsvoering en M&O zijn betrokken via hun DMT-overleg en tevens, veelal als kartrekker, in de Transitieteams; Per module is een Transitieteam gevormd met een zogeheten kartrekker. De kartrekkers zijn in het hele proces regelmatig bijgepraat over de ontwikkelingen; Naast alle modulegroepen is er ook een Klankbordgroep gestart die zich richt op het volledige proces van de Transitie; De transitieteams bestaan uit meer dan 120 medewerkers uit alle lagen en alle groepen binnen Presikhaaf. Het resultaat van het bovenstaande heeft over de periode oktober tot en met november, beantwoord aan de gestelde doelen ten aanzien het ophalen van informatie en ontwikkelen van draagvlak. Met name de inzichten per module ten aanzien van haalbaarheid, risico s en alternatieven hebben de verwachtingen overtroffen. Dit heeft o.a. geresulteerd in uitgewerkte projectplannen voor de praktische uitvoering van module 8 (medewerkers onder regie van gemeenten) en module 4 (medewerkers uit productie onder regie van het WSP). De uitvoering kan nu worden opgestart. Communicatie Om ook de gehele organisatie te kunnen bereiken is er naast een intensiever gebruik van de bestaande media (personeelsmagazine, publicatieborden, intranet), geïnvesteerd in nieuwe media, narrow casting, middels TV schermen in de kantines en een Presikhaaf app. Daar- 137

144 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma naast zijn er vrijwel dagelijks Transitie lunchbijeenkomsten waarbij een MT-lid en de communicatieadviseur in gesprek gaan met groepen van gemiddeld 15 medewerkers. Het doel is informatie brengen en vooral ook informatie halen. Externe toetsing Op ambtelijk niveau, onder aansturing van Marcel Moes namens de gemeenten, Marc Schadé namens het WSP en Guido van den Boorn vanuit Presikhaaf Bedrijven, heeft er, ter voorbereiding op de bestuursconferentie van 25 november 2015, intensief wekelijks overleg plaatsgevonden waarbij de modulen nader zijn beschreven, de risico s zijn geïnventariseerd en omgezet naar een werktoeleidingsmodel voor deze regio ( de rotonde ) en thema s voor de bestuurlijke conferentie zijn voorbereid; Met sociale partners en diverse brancheorganisaties is gekeken naar ervaringen, bestpractises en zijn mogelijke scenario s getoetst. De Sociale firma gedachte kwam daarbij als richtinggevend perspectief nadrukkelijk naar voren. Met de belangrijkste opdrachtgevers zijn gesprekken gevoerd, deels op hun initiatief, met de vraag wat is de betekenis van het BReSDO-rapport voor de contractrelatie met Presikhaaf Bedrijven in de toekomst? De voorgestelde transitie van Presikhaaf en de continuïteit van dienstverlening was daarbij voor een aantal opdrachtgevers een punt van zorg. Guido F.P. van den Boorn Algemeen directeur a.i. 138

145 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Overzicht stakeholders Voor de volledigheid benoemen wij de stakeholders waar wij informatie hebben opgehaald of opgehaald zal worden en daarmee input (kunnen) leveren voor de uitwerking van de geformuleerde opdracht: Stakeholder waarmee gesproken wordt als direct belanghebbende Naam organisatie/onderneming Mee weten Mee denken Mee doen Mee beslissen Dagelijks- en Algemeen Bestuur x x x x Ondernemingsraad x x x x Managementteam Presikhaaf Bedrijven x x x x Leden van het sectormanagement x x x Het Transitie Team bestaande uit: x x x medewerkers - 20 kartrekkers voor 10 Module Teams Georganiseerd Overleg x x x Ambtelijk overleg x x x Het Werkgevers Servicepunt Midden GLD x x x Samenwerkingspartners waarmee samengewerkt wordt, gesproken is en belang hebben bij de optie Sociale Firma Naam organisatie/onderneming Mee weten Mee denken Mee doen Mee beslissen Drie vakbonden: FNV, CNV, CMHP De x x x Unie Verschillende adviseurs vanuit x x Berenschot Brancheorganisatie Cedris x x x Stichting GoedWerkt x x x x Social Enterprise NL x x x De Meewerkers x x x x Look-O-Look/Perfettie Van Melle x x x Darthuizer Groep x x Koninklijke Ahrend/Presikhaaf x x x Schoolmeubelen PON/Gazelle x x Cycloon/PostNL x x x Securitas x x Welling Catering x x x Rijn IJssel ROC x x TNT x x 139

146 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Stakeholders waarmee we in gesprek zijn en input hebben geleverd Naam organisatie/onderneming Mee weten Mee denken Mee doen Mee beslissen Auteur SER-rapport, prof. Miriam van x Praag Collega SW-bedrijven x x Adviesbureaus Radar, Kirkman x Company Gemeente Tilburg (PPS van Adecco, x Sagenn en de Diamantgroep) Werkplaats Rotterdam Zuid (Social x Impact Bond) Doorbraak in Dienstverlening (landelijke x x beweging voor innovatie bij de Overheid) Anton Jurgens Fonds x x x Rabo Foundation x x x Klanten en relaties Alle bestaande klanten/relaties met minder dan 50 medewerkers van PHB in dienst, zijn niet meegenomen in deze lijst. De bestaande klanten zijn uiteraard wel belanghebbend en worden gedurende het proces meegenomen om aan te sluiten als belanghebbenden c.q. deelnemer. G.P.F. van den Boorn Algemeen directeur a.i. 140

147 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma 141

148 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Bresdo-uitvoering via het concept van de sociale firma Voor u ligt het voorstel om de BReSDO-doelstellingen te implementeren tegen minimale investeringen, risico s, uitvoerings- en frictiekosten. Inhoud: 1. Dis-comfort van BReSDO 2. Sociale Firma als alternatief 3. Vergelijkingsmatrix 4. Frictiekosten 1. Dis-comfort van BReSDO Directie en management van Presikhaaf Bedrijven zijn van mening dat de realisatie conform de BReSDO-route, gepaard gaat met zeer grote risico s en (des)investeringen en tevens op een aantal aspecten onuitvoerbaar is. 1. De gehanteerde IVC-methodiek biedt onvoldoende basis voor de uitvoering van de genoemde doorstroom naar het WSP. Daarbij zal in 2016 de ten doel gestelde 200 fte tot maximaal 50 fte gerealiseerd kunnen worden. Het daaruit voortvloeiende gat in de begroting kan niet in kosten (of frictie) worden gerealiseerd. 2. Een resultaatverbetering door omzetverhoging op korte termijn is niet reëel omdat: De bestaande populatie krimpt door de uitstroom naar WSP en natuurlijk verloop van personen met juist een hogere loonwaarde; Tarieven zijn vaak meerjarig vastgelegd in bestaande grote contracten (Ahrend, Gazelle, L-o-L, etc.); Een per saldo tariefsverhoging van meer dan 15% niet marktconform is. 3. De realisatie van Bresdo zal gepaard gaan met hoge investeringen in de uitvoering van de transitie en opdeling van Presikhaaf. Deze investering komen volledig op het conto van de gemeenten. De huisvestingskosten dienen als majeur voorbeeld daarvan. De Driepoortenweg wordt door de sluiting van de Simon Stevinweg intensiever gebruikt, tegen de achtergrond dat dit een oud pand is met een groot achterstallig onderhoud. De strikt noodzakelijke onderhoudsinvestering loopt in de miljoenen. Herhuisvesting naar meerdere locaties in de regio voorkomt weliswaar deze investeringen, maar zal, gezien de aard en omvang van de doelgroep, niet zonder investeringen kunnen. 4. En aantal grote risico s komt voort uit het ontbreken van een samenhangende afbouw van Presikhaaf met een opbouw van het WSP. Overall sturing en governance ontbreken op dit punt. Het WSP maakt haar eigen (en begrijpelijke) keuzes ten aanzien van: Snelheid van organisatieopbouw en ambitie (niet gereed voor de zomer van 2016); Werkgevers benadering (niet aanbod maar vraag gericht); Werknemers benadering (apart en buiten WSP); 142

149 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Procesmatige kennis en kunde om grote groepsdetachering te kunnen managen (volgens WSP niet hun core busines); Behoeft aan vangnet en springplank (volgens WSP niet hun core busines);. Bovenstaande punten stellen eisen aan de achterblijvende werkinfrastructuur van Presikhaaf, in termen van omvang, samenstelling van de populatie en aanwezige expertise. De in Bresdo geschetste afbouw laat onvoldoende over om te kunnen voldoen aan bovenstaande eisen van het WSP. 5. Met het opdelen van Presikhaaf in los van elkaar opererende onderdelen gaat de kracht van deze samenhang verloren. Veel opdrachten zijn opgebouwd uit werkzaamheden met een mix van een hoge en lage loonwaarde. Splitsing daarvan leidt tot verlies aan beide kanten. De huidige onderdelen binnen Presikhaaf functioneren over en weer als elkaars vangnet of kweekvijver. De kwekerij ( Beschut werk) en Groenvoorziening (te verzelfstandigen) zijn daar een goed voorbeeld van. 6. Gezien het verloop in de SW populatie zijn veel van de grotere opdrachten, zonder instroom vanuit nieuwe doelgroepen niet meer uitvoerbaar. De top 10 klanten hebben deze zorg reeds uitgesproken. Bovenstaande is wat ons betreft de discomfort in het voorliggende Bresdo-scenario. 2. Sociale Firma als alternatief De vraag is hoe we bovenstaande risico s kunnen ondervangen en tegelijkertijd kunnen voldoen aan de primaire Bresdo doelen. Het alternatief ligt besloten in de sociale firma als uitvoeringsconcept. Daarbij gaat het niet om de sociale firma sec, maar de daar achterliggende gedachten: Investeringen vanuit de private markt in een publiek private samenwerking (kern van de Participatiewet); Overall regie en sturing op de noodzakelijke samenhang tussen de onderdelen in een netwerkorganisatie; Publiek/private governance in een Inclusief Bestuur (SER rapport); Verzelfstandiging onderdelen van Presikhaaf naar netwerk van firma s, branche specifiek, maar uniform in sociale doelstellingen en samenwerking; Combinatie van investeringen, nieuwe ondernemingen binnen het sociale firma netwerk, wordt nieuwe passende werkgelegenheid gecreëerd; Behoud van werk infrastructuur in lokale faciliteiten voor doelgroepen met lage loonwaarden in combinatie met instroom voor arbeidsmatige dagbesteding vanuit ander zorginstellingen; Door het behouden van de samenhang in besturing en gecombineerde investeringen worden de eerder geschetste risico s en kosten voor de gemeenten aanzienlijk beperkt. Onderdelen die nu niet zijn te vervreemden, bijvoorbeeld de Driepoortenweg, worden hier een asset voor de partners. Deze kunnen in combinatie met voorzetting van bepaalde activiteiten winstgevend kunnen worden geëxploiteerd. Het netwerk van sociale firma s, borgt de synergie tussen onderdelen, voorkomt onnodige desinvesteringen en voorkomt onomkeerbare afbouw van een infrastructuur welke voor een brede doelgroep kan worden ingezet. 143

150 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Wellicht ligt in dat laatste wel de kern besloten. Presikhaaf is een verlieslatende voorziening, beperkt tot een groep van 3000 personen. Het afbouwen daarvan vergt hoge desinvesteringen en leidt uiteindelijk tot niets. Presikhaaf afbouwen naar een regionaal netwerk van sociale firma s vraagt om investeringen, welke met partners, kan leiden tot een toekomst gerichte voorziening voor een brede doelgroep in onze arbeidsmarkt regio. Tot slot. We zijn deze notitie begonnen met de opdracht: de Bresdo-doelstellingen, tegen minimale investeringen, risico s, uitvoerings- en frictiekosten te realiseren. Zoals blijkt uit de concept Intentie Verklaring kunnen risico s sterk worden beperkt door een gefaseerde incrementele aanpak. De Modulen 4 en 8 staan deels op zichzelf en kunnen, mits zorgvuldig, als aparte projecten worden voorbereid en doorgevoerd. De voorbereiding daarvan binnen Presikhaaf is gereed. De te verzelfstandigen onderdelen Intratuin, Groen & Diensten kunnen in 2016 verzelfstandigd worden als entiteit in een sociale firma netwerk. De daarmee opgedane ervaring vormt de basis voor een mogelijke verdere overdracht. In 2017, of zoveel eerder of later als gewenst, kunnen andere onderdelen, als Diagnose en Advies, Nieuwe Beschut Werken en wellicht ook het WSP daaraan worden toegevoegd. 3. Vergelijkingsmatrix Onderstaande matrix geeft een overzicht en vergelijking tussen het Bresdo-scenario sec. en de Bresdo doelen met het perspectief van een Sociale Firma op de belangrijkste aspecten. Bresdo sec. Vergelijkingsdoel Sociale Firma perspectief Volledig op conto van gemeenten Met name frictiekosten en desinvesteringen tgv organisatie opdeling en ontmanteling Financieel Investeringen In PPS-constructies gedeelde investeringen/garanties Met name investeringen op onderdelen 144

151 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Inschatting van deze kosten op een bedrag van 4,1 miljoen Forse investeringen Geen koper, aanzienlijke uitgaven (investeringen?) van 6 miljoen in pand noodzakelijk of investeringen in herhuisvesting Door contract met Ahrend alleen verkoopbaar, met afwaardering van minimaal 4,0 miljoen. Geen perspectief Geen overall governance WSP, PHB, gemeenten individueel Niet uitvoerbaar 2017, met extra financiering naar WMO instellingen. Geen basis voor nieuwe doelgroepen. Uitvoerings(transitie)kosten Huisvesting Driepoortenweg Bruningweg Transitie Overall besturing 200 fte naar WSP (mod. 4) 310 fte naar gemeente (mod. 8) Kosten zullen vooral bestaan uit begeleiding en ondersteuning. De kosten van productie-uitval en verlies aan opdrachten kunnen worden beperkt door overdracht aan een sociale firma. Verkoop aan Sociale Firma Verkoop aan Sociale Firma en herontwikkeling voor Nieuw Beschut en jobcreatie middels startups. Ahrend als partner in Sociale Firma netwerk creëert nieuwe opties. Mogelijkheden van gehele verkoop van het onroerend goed. Investeren in Nieuw Beschut Samenhang in Sociale Firma netwerk (financiering en besturing via Inclusief Bestuur) WSP als partner in Sociale Firma netwerk Instandhouding en investeren in nieuwe beschut werken met partners uit bedrijfsleven (L-o-L, Darthuizen, etc.) en zorginstellingen ( s Heeren Loo). Verschillende kopers, korte termijn opbrengst, geen samenhang. Afbouwen, uitstroom mensen met hoger loonwaarde Afbouw tot kleine bestuurlijke basis, uitvoering GR en payroll diensten Beperkt tot kleine en eenvoudige beschutwerken omgeving Beperkt tot kleine en eenvoudige beschutwerken omgeving Verzelfstandiging Intratuin, Groen en Diensten Operatie Overhead Re-integratie in werk (springplank) Terugval uit deta (vangnet) Verschillende partijen, samenhang in Sociale Firma netwerk Ombouwen tot netwerkorganisatie Onderdeel van landelijk Sociale Firma netwerk Regionale operaties, groepen met verschillende loonwaarden, bij klanten of eigen vestigingen Regionale operaties, groepen met verschillende loonwaarden, bij klanten of eigen vestigingen WSP is alleen een werkgevers vraaggerichte benadering Afbouw doordat mensen met hogere loonwaarde uitstomen, past niet binnen WSP Geen continuïteit Zorg bij bestaande klanten (L-o-L, PostNL, Ahrend, Darthuizen, Gazelle, etc.) over instroom op termijn Onrust over afbouw en herplaatsingen van mensen Werkgevers-/werknemers benadering Groepsdetachering Commercieel OR en sociale partners Gecombineerde vraag-/aanbodgerichte benadering met integrale werknemers- /werkgevers benadering Instroom vanuit nieuwe doelgroepen Lange termijn partnership Instroom brede doelgroep, verbinding met onderwijs (leren/werken) en WMO instellingen Positieve betrokkenheid OR en sociale partners (FNV) 145

152 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Algemeen Geen vergelijkbare voorbeelden bekend Visie rapport Berenschot 2013 Best practices Branche opinie Nieuwe en innovatieve uitvoering van de Participatiewet. Diverse voorbeelden ontwikelt (Tilburg, Rotterdam, Emma). Zie ook de vereniging van sociale firma s (Sociale Enterprise NL) Rapport Cedris, SER 4. Frictiekosten In een op te zetten businesscase zullen frictiekosten opgenomen zijn. De frictiekosten hebben betrekking op de volgende zaken: a. huisvesting; b. activa; c. regulier personeel. a. Huisvesting De frictiekosten voor huisvesting kunnen beperkt zijn als de overdracht daadwerkelijk zal plaatsvinden tegen marktconforme voorwaarden zoals staat vermeld in de concept Letter of Intent. Analyse per locatie Hieronder is een eerste analyse per locatie opgenomen: De boekwaarde van de Beverweerdlaan van 2,0 miljoen ligt onder de taxatiewaarde van 5,0 miljoen. Conform de uitspraak van de Bestuursconferentie van 25 november jl. wordt niet uitgegaan van het hoogst mogelijke bod, maar kan een lager bod worden geaccepteerd. Dit op de voorwaarde dat sprake is van een sociale firma, terwijl nog wel een boekwinst kan worden gerealiseerd. De boekwaarde van de Driepoortenweg van 3,7 miljoen zou, op basis van de grondwaarde, ook de opbrengstwaarde moeten zijn. Verkoop van de Driepoortenweg voorkomt namelijk grote investeringen in het huidige pand. Investeringen die noodzakelijk zijn gezien de huidige technische staat en het gebruik van het pand. De boekwaarde van de Bruningweg van 6,4 miljoen zou, op basis van de huidige huurovereenkomst, niet worden gerealiseerd bij verkoop. Een eventuele boekwinst die zou kunnen ontstaan bij verkoop van de Beverweerdlaan zal naar alle waarschijnlijkheid wegvallen tegen een lagere waardering voor de Bruningweg. Bij een losse verkoop kan mogelijk de waarde van de locatie Beverweerdlaan hoger uitvallen, met gevolgen voor detacheringstarieven van SW-personeel, maar zullen er (hogere) boekverliezen ontstaan bij de locaties Bruningweg en Driepoortenweg. De mogelijkheden van verkoop van de Bruningweg en de Driepoortenweg zijn beperkt. 146

153 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma b. Activa Voor de activa geldt een verkoopwaarde tegen boekwaarde of lagere marktwaarde zoals staat omschreven in de concept Letter of Intent. Gezien de huidige waarde van circa 0,7 miljoen, exclusief lease activa, zijn hier op dit moment geen frictiekosten te voorzien. De vergoeding voor de activiteiten die in de Letter of Intent staan aangegeven, biedt een mogelijkheid om voor het realiseren van een boekwinst. De daadwerkelijke vergoeding voor de activiteiten zal afhangen van de uiteindelijke businesscase. Dit geldt heel specifiek voor Intratuin Arnhem. De uitkomsten van de businesscase zijn mede afhankelijk van de daarin opgenomen detacheringsvergoedingen. Hoe hoger de detacheringsvergoeding hoe slechter de businesscase zal uitpakken. Bij losse verkoop van activa zijn de uitkomsten van de opbrengst zeer ongewis. c. Regulier personeel De mogelijkheden voor overdracht van regulier personeel, zowel direct als indirect, zijn bij de businesscase van GoedWerkt vele malen groter. Dit komt doordat sprake is van meerdere onderdelen die in samenhang worden overgedragen. Tevens zijn er mogelijkheden om op termijn meer personeelsleden over te dragen, als ook Beschermd Werken en D&A zouden worden overgedragen. Naar verwachting zullen in tot 15 fte regulier personeel boventallig worden. In de begroting 2016 is het uitgangspunt dat circa 10 fte regulier personeel boventallig zal worden. Bij een losse verkoop zal direct regulier personeel mee overgaan. Terwijl het indirecte regulier personeel, circa 30 fte, zal achterblijven bij Presikhaaf Bedrijven. Een fors gedeelte zal boventallig worden, met alle kosten uit het Sociaal Statuut en aanvullende uitkeringen van dien. Het bedrag zoals dat staat in het BReSDo-rapport voor de boventalligheid van regulier personeel (zijnde ,- jr/fte) zal worden overschreden, omdat de uitgangspunten niet realistisch zijn. d. Operationele uitvoeringskosten Naast de frictiekosten zoals hierboven beschreven zullen er ook operationele uitvoeringskosten ontstaan. Dit betreffen kosten om de transitie mogelijk te maken. Deze kosten zijn niet opgenomen in de begroting In de eerste tranche betreffen het vooral kosten ter versterking en ondersteuning van de reguliere bedrijfsvoering. Deze worden momenteel begroot op , deze kosten kunnen gedeeltelijk worden betaald uit de gelden van het sectorplan. Naast bovenstaande kosten zijn er toen ook kosten begroot voor mobiliteit SW, uitval opdrachten, verlies productietijd en verlies nieuwe opdrachten voor een bedrag van in totaal De omvang hiervan kan bij overdracht van activiteiten aan een sociale firma zeer sterk worden beperkt door geleidelijke overdracht van activiteiten en het ontstaan van een perspectief voor de uitvoering van het BReSDo-rapport. Bij een losse verkoop en een volledige uitvoering van de overdracht van de modules van met name 4 en 8 zullen de operationele uitvoeringskosten conform de eerder afgegeven 147

154 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma prognose zich voordoen. Operationele uitvoeringskosten, inclusief de zogenaamde carveup kosten) bedragen circa 30% van de instandhoudingskosten van he totale bedrijf, voor Presikhaaf Bedrijven als totaal circa 4,0 miljoen. Een uitgebreider overzicht komt bij de business case begin maart. Guido P.F. van den Boorn Algemeen directeur a.i. 148

155 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma 149

156 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma 150

157 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma 151

158 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma 152

159 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma 153

160 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Netwerkorganisatie GoedWerkt Midden Gelderland: werkgelegenheid voor mensen met verminderd arbeidsvermogen A) Voorstel: Modules Intratuin, Groen, Diensten en groepsdetacheringen van kwekerij, schoolmeubelen en Diagnose & Advies continueren, eventueel in samenwerking met regionale (sociale) ondernemingen. Overnemen onroerend goed (Driepoortenweg, Bruningweg, Intratuin) met als belangrijkste doelen: o faciliteren modules 3, 6 en 7a, 7b (en mogelijk in de toekomst 3 en 10); o ondernemerscentrum voor nieuwe en bestaande bedrijven; o werkgelegenheidsprogramma s. Samenwerking met regionale partners om werkgelegenheid voor de brede doelgroep van de Participatiewet te behouden, uit te breiden en te innoveren. Doelen: o jaarlijkse groei van 10% van de werkgelegenheid (80/100 mensen per jaar) o tekorten terugdringen conform BRESDO en waar mogelijk omzetten in een positief exploitatie resultaat, o bijdrage leveren aan de implementatie variant 3 BRESDO B) Opbouwen van een samenwerking in een netwerk: In het verlengde van de letter en de geest van de Participatiewet, wordt de verantwoordelijkheid voor het scheppen van arbeidsplaatsen voor de doelgroep niet bij één partij (overheid) gelegd maar bij diverse partijen. Gemeenten hebben daarbij een initiërende rol en kunnen partijen bij elkaar brengen en beleidsinstrumenten inzetten. De andere deelnemende partijen hebben eigen competenties zoals ondernemerschap, kapitaal, kennis van zorg, werkgeversbenadering en ervaring met de doelgroep. In gezamenlijkheid en door gebruik te maken van elkaars sterkten, kunnen resultaten worden behaald. Gedurende de samenwerking kunnen partijen gaandeweg tot het inzicht en overtuiging komen dat ook andere modules (onder andere 3 Lage loonwaarden en 9 Re-integratie) onderdeel van de opdracht van de netwerkorganisatie kunnen worden. C) Aanpak netwerkorganisatie GoedWerkt Midden Gelderland: 100% Focus op werkgelegenheid doelgroep P-wet Financiële transparantie en - voorspelbaarheid Ontwikkeling van specifiek op doelgroep gerichte werkgelegenheidsprogramma s o (jaarlijks 10% groei werkgelegenheid) Ondernemers- en exploitatierisico voor modules verlegt naar GW Opzetten samenwerking met: o landelijke en regionale ondernemingen

161 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma o zorginstellingen o WSP o gemeenten Instroomfaciliteit voor nieuwe doelgroepen / WSP D) GoedWerkt als sociale firma (zie ook statuten) GW is een nieuwe sociale firma die zich uitsluitend en alleen richt op het behouden en creëren van werkgelegenheid voor mensen met verminderd arbeidsvermogen. Dit realiseert GW door het aangaan van samenwerkingen met gemeenten door voortzetten van de exploitatie van Sociale Werkplaatsen. GW heeft de ambitie om meerdere SW s in Nederland over te nemen en een werknemersbestand op te bouwen van minimaal mensen in 5 jaar. GW is een Stichting, opgezet door Frank Verheul, Piet Hein Boogerd en Sander Smits van Oyen. Zij hebben dit initiatief genomen vanuit persoonlijke motieven, welke kernachtig zijn verwoord door het bedrijfsmotto iedereen werkt mee. De initiatiefnemers hebben een uitgebreide, langjarige ervaring in de sociale werkvoorziening (Frank), ondernemen (allen), werkgelegenheidsprogramma s in binnen- en buitenland (Piet-Hein, Sander). Piet-Hein Boogerd heeft als één van de oprichters van Business Creation Group in de afgelopen 30 jaar, in Nederland en in meer dan 10 andere landen, in samenwerking met overheden, vakbonden en grote bedrijven meer dan arbeidsplaatsen gecreëerd en behouden. Één en ander werd bewerkstelligd door 1) regionale werkgelegenheidsprogramma's te ontwerpen en te implementeren door startende en kleinere bestaande bedrijven te ondersteunen in de ontwikkeling, 2) door tientallen ondernemerscentra en kleinschalige bedrijven parken te ontwikkelen, 3) door één van de eerste outplacement firma's in Europa te starten en 4) door meer dan 15 fabrieken van grote ondernemingen in Nederland en in andere landen voor eigen rekening en risico van Business Creation Group over te nemen en een zelfstandige markt positie voor deze bedrijven te ontwikkelen. Hierdoor werden arbeidsplaatsen behouden en gecrëerd (zie ook linkedin profiel en en Sander Smits van Oyen is langjarig actief in de begeleiding van ondernemers, bedrijven en investeringsmaatschappijen in de praktijk van overnames en fusies. Circa 10 jaar geleden heeft hij SOVEC (Social Venture Capital) opgericht. SOVEC investeert in werkgelegenheid in Ghana; een bouwbedrijf, polikliniek, solar energy, microkrediet bank en een park (zie ook linkedin profiel; en Frank Verheul is tot 2010 actief geweest als ondernemer, interim manager en adviseur. Van 2010 tot en met 2014 was hij directeur van Baanstede, het SW bedrijf in Zaanstreek Waterland. Samen met Sander en Piet-Hein is hij de initiatiefnemer en oprichter van GoedWerkt (zie ook linkedin profiel en De drie oprichters vormen de directie van GW. De directie wordt ondersteund en gecontroleerd door een RvT, die zal bestaan uit 5 personen, waaronder Mw. Iris van Bennekom (voorzitter en voormalig voorzitter van Cedris), Mw Hadewych Sels (founding partner Carmeyn) en Mw Mylène Junius (ex wethouder in Delft, burgemeester van Hellevoetsluis). In een nog te benoemen Raad van Inspiratie worden vertegenwoordigers vanuit de doelgroep, vakorganisaties, werkgevers en maatschappelijke instellingen benoemd. GW heeft bewust gekozen voor de opzet als sociale firma, niet alleen vanwege haar sociale doelstelling (werkgelegenheid) maar óók omdat de inititatiefnemers overtuigd zijn van de kracht van een geïntegreerde benadering. Een sociale firma heeft dus aandacht voor alle aspecten van de bedrijfsvoering en voor alle belanghebbenden. Dus stakeholders value en géén shareholders value

162 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma GW heeft als nieuwe en onafhankelijke sociale onderneming geen (andere) gevestigde belangen en kan zich derhalve volledig en onafhankelijk inzetten voor een optimale ontwikkeling van de door haar overgenomen SW-bedrijven. Dit doet zij vanuit haar werkgelegenheid doelstelling. GW heeft dus geen andere belangen die eventueel strijdig zijn met dit doel, zoals winst maximalisatie of de creatie van aandeelhouderswaarde. En ook geen strategische focus op specifieke activiteiten (bijvoorbeeld alleen maar groen of post). GW heeft één focus : werkgelegenheid voor werknemers. Doordat GW werkt vanuit de voortzetting van onderdelen van de bestaande PHB organisatie, zullen de veranderingen relatief bescheiden zijn. Werknemers behouden veel van de eigen collega s en soms ook leidinggevenden en begeleiders. GW voegt ondernemerschap en kapitaal toe aan de bestaande PHB modules, voegt modules toe en beheert die vanuit een integral, gezamenlijk belang van werkgelegenheid voor de P- doelgroep. Daar waar mogelijk zal GW gebruik maken van het huidige management van de betreffende modules/ bedrijfsonderdelen. In dat kader zal GW in intensief overleg treden met directie en management en een due diligence uitvoeren. Er zal worden geïnvesteerd in een vergroting van de commerciële slagvaardigheid van GoedWerkt Midden Gelderland. Maximaal gedreven door de ondernemende visie en aanpak. Daarbij speelt mee dat GW vanuit haar achtergrond in staat is goed te communiceren met collegaondernemers en werkgevers in de regio. En, heel konkreet, bijvoorbeeld samen in te schrijven op (overheids)projecten met een hoge SROI. GW zal niet alleen investeren in de overname en uitbouw van de voortgezette activiteiten maar zal tevens een regionaal investeringfonds opzetten. Dit fonds zal investeren in sociale firma s bedrijven in de regio Midden Gelderland, die werkgelegenheid creëren. Dat kunnen bedrijven zijn waarmee wordt samengewerkt of bedrijven die gehuisvest zullen worden in het door GW op te zetten Ondernemers Centrum. In het OC worden (jonge, sociale) firma s gehuisvest die gebruik kunnen maken van ondersteunende diensten van PHB, en mogelijk van door GW te verstrekken kapitaal investeringen. GoedWerkt Midden Gelderland wil transparant opereren en kan in dat kader ieder kwartaal rapporteren aan haar stakeholders omtrent sociale, operationele en financiële resultaten. Er wordt toezicht worden gehouden door de (onafhankelijke) Raad van Commissarissen. De samenstelling van de RvC is nader overeen te komen. E) Uitvoeringsplan per module: Module 2: Huisvesting (overname grond en gebouwen) 1. Driepoortenweg: Voorkeur voor bouwrijp maken en verdelen in 2 kavels of 3 kavels. GoedWerkt verwacht voor haar activiteiten ( inclusief een ondernemers centrum voor startende of uitbreidende sociale ondernemingen ) plus minus 8000 m2 bruto te benutten. De overige beschikbare m2 worden, voor zover mogelijk benut door een bedrijf of bedrijven die een synergie met GoedWerkt hebben c.q. bereid en in staat zijn (SW ) medewerkers in het eigen werkproces in te zetten. 2. Brunningweg: De kantoorverdieping die nu bij PHB in gebruik is, kan benut worden ten behoeve van ondersteunende diensten van de verschillende activiteiten van GoedWerkt en haar partners. Het overige gedeelte van het pand blijft verhuurd aan Ahrend. 3. Intratuin: De activiteit wordt door GoedWerkt voortgezet en verder versterkt

163 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Module 6: Groen en diensten o Module betreft activiteiten Groen, Schoonmaak, Beveiliging, Catering en groepsdetachering Kwekerij o Realiseren betere tariefstelling / loonwaarde Samenwerking met (regionale) partners en opdrachtgevers zoals o Securitas o Welling Catering o Stichting Delta o ROC o Darthuizer Groep o Siza, s Heerenloo o WSP, WEC o Intratuin Nederland Gezamenlijk werk uitvoeren en inschrijven bij aanbestedingen (SROI) Investeren in innovatie, zoals: o hulp in zorginstellingen en wijkcentra o particuliere schoonmaak (dienstencheque,maidathome) o samen facilitair onderhoud verzorgen o re-shoring, 3 D printing, back office webshops e.d. Werkgelegenheidsprogramma s voor jongeren, specifieke doelgroepen Samenwerking uitbouwen tot social firma s Module 7a: Intratuin en groepsdetachering schoolmeubelen Intratuin continueren evenals huidige groepsdetachering (zie contract met Koninklijke Ahrend) wordt gecontinueerd inclusief huurovereenkomst. Module 7b: Groepsdetachering kwekerij De groepsdetachering aan de kwekerij word gecontinueerd in combinatie met GoedWerkt Groen. Met de beoogde nieuwe eigenaar (Darthuizer Groep) worden afspraken gemaakt en vastgelegd over huur, huurtermijn, werk, tarieven etc. GoedWerkt gaat er van uit dat de hoeveelheid werk minimaal dezelfde omvang en kwaliteit heeft als nu en dat er ruimte en ambitie is voor groei. Intratuin (geen afzonderlijke module in Bresdo): Voorzetten huidige bedrijfsvoering Inzetten voor specifieke trajecten: inkoop WSP, gemeenten richting werken in retail en horeca (jongeren, omscholingsprogramma s) Profileren als best practice voor social firma I.s.m. Intratuin Nederland doorontwikkelen formule Intensivering samenwerking met kwekerij Module 10:Overhead Relevante delen die eerder genoemde modules ondersteunen, worden overgenomen. Dit shared service centre kan worden benut in geval GoedWerkt meerdere SW bedrijven overneemt. Het gaat hierbij onder andere om financiële administratie, ICT, KAM (kwaliteit, ARBO en milieu) en HRM

164 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Module 12: Ondernemerscentrum Binnen de geplande nieuwbouw op de Driepoorterweg wordt ruimte gereserveerd voor een ondernemerscentrum. Daarin worden bedrijven, (social) start up s e.d. gefaciliteerd in hun werkproces. Belangrijk doel van GoedWerkt is de inzet van personeel uit de brede doelgroep van de Participatiewet. Module 13: Regionaal Investeringsfonds Midden Gelderland Het fonds wordt gefinancierd door GoedWerkt. Er worden diverse partijen (regionale ontwikkelingsmaatschappij, gemeenten, Anton Jurgens Fonds, sociale investeerders, particulieren) bijeengebracht om te investeren in bedrijven, - joint ventures en - initiatieven in de regio Midden Gelderland. F) Gezamenlijke belangen en doelen: Terugdringen exploitatietekorten BRESDO Behouden en scheppen werkgelegenheid Maatschappelijke en economische participatie door werk Samenwerking met en betrokkenheid van partners Regionale sociaal economische samenwerking in de regio Midden Gelderland G) Doel GoedWerkt conform statuten: Artikel 2 De Stichting heeft ten doel: 1. het behouden en scheppen van werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt door middel van: - het (doen) overnemen van (bedrijfsonderdelen van) sociale werkvoorzieningsbedrijven; - het in dit kader (doen) opzetten en exploiteren van bedrijvencentra; - investeren in- en ondersteunen van social start-up's; - het financieel ondersteunen van soortgelijke projecten van derden. 2. het leveren van een substantiële bijdrage aan het maatschappelijk (en daarop gericht wetenschappelijk) klimaat in Nederland in het algemeen en in regio's waarin de stichting werkzaam is in het bijzonder. De stichting heeft geen winstoogmerk en zal slechts commerciële activiteiten verrichten indien en voor zover de inkomsten daaruit (zijnde het saldo van de baten en de lasten) binnen een redelijke termijn geheel of nagenoeg geheel ten goede komen aan de hiervoor omschreven doelstelling. H) Samenwerkingspartners waar informatie is verkregen: Naam organisatie/onderneming Mee weten Mee denken Mee doen Mee beslissen Drie vakbonden: FNV, CNV, CMHP De Unie x x x Verschillende adviseurs vanuit Berenschot x x Brancheorganisatie Cedris x x x Stichting GoedWerkt x x x x Social Enterprise NL x x x De Meewerkers x x x x Look-O-Look/Perfettie Van Melle x x x Darthuizer Groep x x x Koninklijke Ahrend/Presikhaaf Schoolmeubelen x x x

165 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma PON/Gazelle x x x Cycloon/PostNL x x x Securitas x x x Welling Catering x x x Rijn IJssel ROC x x x Lely Synerlogic x x x Vivare x x x TNT x x Avabel x x Kuijpers Bouw x x Leidinggevenden van de diverse sectoren x x x Start Foundation x x x Rabobank Almere x x x Rabo Foundation x x x Anton Jurgens Fonds x x x Social Impact Ventures x x Social Impact Kwadraat x x x Stichting DOEN x x x DOEN Participaties x x x s Heerenloo x x x Siza Groep x x x Emma Saftey Shoes x x x

166 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma GoedWerkt Midden Gelderland Werkgelegenheid voor mensen met verminderd arbeidsvermogen in de regio Midden Gelderland Wat biedt de netwerkorganisatie Midden Gelderland aan PHB en gemeenten? Gefaseerde uitvoering van het BReSDO-rapport 1 160

167 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Wat biedt de netwerkorganisatie Midden Gelderland aan PHB en gemeenten? Realiseren reductie exploitatietekorten over te nemen modules 100% focus op werkgelegenheid voor de doelgroep van de Participatiewet Geen focus op winstmaximalisatie Betrekken van alle belanghebbenden (stakeholders) Ondernemerschap Investeren in groei Financiële transparantie en voorspelbaarheid Netwerkorganisatie voor werkgelegenheidsontwikkeling (o.a. samen met De Meewerkers, Emma Safetyshoes, SocialEnterprise.nl, SizaGroep, Anton Jurgens Fonds, Rabo Foundation) Ondersteuning gemeenten en werkgevers bij invoering Participatiewet Samenwerking met bestaande, regionale (sociale) ondernemers Missie netwerkorganisatie GoedWerkt Midden Gelderland Investeren in werkgelegenheid ten behoeve van mensen met verminderd arbeidsvermogen. Transformeren en financieren van huidige modules in zelfstandig ondernemende entiteiten in samenwerking met het regionale bedrijfsleven, zorginstellingen en gemeenten. Financieren van nieuwe sociale firma s gericht op mensen uit doelgroep P-wet. Aankopen, inzetten en vernieuwen van het onroerend goed ten behoeve van de missie van GoedWerkt

168 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Voorstel: netwerkorganisatie GW Midden Gelderland (1) Kern: Behouden en creëren van werkgelegenheid voor doelgroep P- wet door continueren van bestaande modules Samenwerking met landelijke en regionale partners om werkgelegenheidvoor de gehele doelgroep te behouden en uit te breiden Doel: jaarlijkse groei van 10% van de werkgelegenheid Modules partneren met firma s in de regio (bijv. Groen en Diensten) Vastgoed bestemming drieledig: faciliteren modules ondernemerscentrum : aantrekken nieuwe ondernemingen werkgelegenheidsprogramma s Voorstel: netwerkorganisatie GW Midden Gelderland (2) Additioneel : nieuwe modules 11. Diagnose & advies: expertise ook extern inzetten als ondersteuning bedrijfsleven in kader van Participatie Wet 12. Ondernemerscentrum : nieuwe bedrijven aantrekken en huisvesten op Drie Poorter Weg. 13. Regionaal Investeringsfonds Midden Gelderland; investeren in diverse initiatieven, zoals : jonge bedrijven in het ondernemerscentrum partners van Modules van GW Midden-Gelderland bedrijven in de regio 3 162

169 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Netwerk MG Gemeenten Werkgevers Service Punt Instroom nieuwe doelgroep Uitstroom detachering en regulier werk GW Arbeidsmatige dagbesteding en opdrachten Zorginstellingen Werk en werkgelegenheid Bedrijven, organisaties en coöperaties Modules 2) Huisvesting (onroerend goed) 6) Groen en diensten 7a) Groepsdetachering schoolmeubelen 7b) Groepsdetachering kwekerij 10) Overhead (betrokken deel) + Intratuin Nieuw te ontwikkelen door GW: 11) Diagnose en Advies 12) Ondernemerscentrum 13) Regionaal Werkgelegenheid Investeringsfonds in samenwerking met o.a. : GOM Anton Jurgens Fonds, Rabo Foundation Gemeenten De Meewerkers 4 163

170 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Naar passend werk Instroom nieuwe doelgroep Gemeenten, zorginstellingen, PHB, onderwijs Netwerk Werk, trajecten, begeleiding Sociale ondernemingen Uitstroom Detacheren WSP Voordelen netwerkorganisatie GW Midden Gelderland ondernemings- en exploitatierisico modules naar GW sociale firma s met gezamenlijke focus op werkgelegenheid ontwikkelen werkgelegenheidsprogramma s gericht op doelgroep instroom bieden voor nieuwe doelgroepen / WSP lokale verbinding maken met gemeente en gemeenschap samenwerking met regionale partijen: ondernemers zorginstellingen gemeenten WSP 5 164

171 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Gezamenlijke doelen Terugdringen exploitatietekorten Werkgelegenheid in de regio behouden en uitbouwen Maatschappelijke en economische participatie bevorderen Samenwerking met en betrokkenheid van partners Regionale sociaal economische samenwerking Gezamenlijke doelen Maximale bijdrage aan het behalen van financiële doelen uit BReSDO-rapport Afbouw PHB 6 165

172 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Bijlage Informatie betreft samenwerkingspartners GW:

173 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma Informatievoorziening Dagelijks Bestuur Om te komen tot een goede uitwerking van de door u verstrekte opdracht en om u mee te nemen in het proces en op de hoogte te houden van de achtergrondinformatie c.q. de laatste ontwikkelingen is het noodzakelijk dat u op meer frequente wijze geïnformeerd wordt. Zo kan er comfort ontstaan in en voor het bestuurlijke proces. Context In het lopende proces is een grote groep mensen vanuit PHB, het WSP en uw gemeenten, bij wijze van spreken, 24/7 bezig met de uitwerking. Wij zijn ons ervan bewust dat we in de uitwerking rekening moeten houden met de geformuleerde uitgangspunten (BReSDO), de persoonlijke gevolgen voor medewerkers, de daaraan gekoppelde medezeggenschap, de politiek-bestuurlijke context, operationele gevolgen voor onze organisatie en contractuele afspraken met ondernemers. Concrete stappen Een terugkoppeling aan het Dagelijks Bestuur is veelal een momentopname, waardoor dit al snel kan leiden tot een korte opsomming op hoofdlijnen, waardoor de relevante achtergrondinformatie die beschikbaar is gekomen door veel werk en overleg niet aan de orde komt. Hooflijnen zijn meestal gericht op de tussenstappen en het einddoel. Informatie halen en brengen Wij stellen daarom voor om vanaf week 5 de volgende communicatie-afspraken te maken, waarbij wij een verschil aanbrengen in Informatie brengen en informatie halen. Het is goed om te beseffen dat dit niet alleen van onze kant om een tijdsinvestering vraagt, maar ook voor u als lid van het Dagelijks Bestuur. Wij kunnen veel informatie aanbieden, maar de mate waarop u geïnformeerd bent en kan blijven over het lopende proces hangt ook af van uw tijdsinvestering.. 1. Informatie brengen (wij zorgen dat u de informatie ontvangt). Product Communicatiemiddel Wekelijks verslag van de Transitie Stuurgroep Wekelijks verslag per Verslagen voortgang Modulegroepen Periodiek verslag per Alle interne memo s/info s m.b.t. de Transitie Wekelijks verstuurd via Alle project c.q. uitvoeringsplannen die opgesteld zijn inclusief Periodiek per het daarbij behorende communicatieplan per module U ontvangt alle interne communicatie-uitingen m.b.t. de Per Transitie (dit kan overigens ook door de PHB-app te installeren) Business case Dagelijks Bestuur (2-3) Risicoanalyse Dagelijks Bestuur (2-3) Vendor DD Dagelijks Bestuur (2-3) 167

174 Rapport - BReSDO in perspectief sociale firma 2. Informatie halen (wij zorgen voor de beschikbaarheid van informatie, u neemt zelf het initiatief om informatie te halen) Product Via een extranet webportal zorgen wij dat alle beschikbare documenten die zijn geproduceerd of verzameld door de modulegroepen voor u toegankelijk zijn. Het gaat daarbij niet alleen om documenten maar ook om beeldmateriaal zoals: Zodra er een relevante afspraak wordt gemaakt met stakeholders, ontvangt u van ons een persoonlijke uitnodiging om daarbij aan te sluiten. U kunt dan zelf bepalen om aan te sluiten. Bijeenkomsten Transitie stuurgroep Bijeenkomsten Transitie Team Bijeenkomsten Module en klankbordgroep Bijeenkomsten Kartrekkersbijeenkomst Transitie Lunchbijeenkomsten Communicatiemiddel Toegang extranet portal Agenda-uitnodiging via directiesecretariaat Wekelijks overzicht van bijeenkomsten waarbij u kunt aansluiten 3. Communicatie borging Om bovenstaande te realiseren is afgesproken dat de communicatie-afdeling versterkt wordt met o.a. de accountmanager Gemeenten. Hiermee willen we zorgen dat niet alleen de lopende communicatie-activiteiten geborgd blijven, maar dat er naast de communicatieplannen per module ook een overall-communicatieplan uitgewerkt en ingezet kan worden. Hiermee willen we naast het Dagelijks en Algemeen Bestuur ook alle betrokken stakeholders zo optimaal mogelijk betrokken houden bij het transitieproces. Guido P.F. van den Boorn Algemeen directeur a.i. 168

175 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" 169Bresdo in Perspectief

176 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" Agenda Inleiding Guido van den Boorn Transitieproces Martin Plant 2 routes BReSDO Martin Plant Financiële realiteit Ronald Bongers Sociale Firma Guido van den Boorn 170

177 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" Inleiding Doelstellingen BReSDO: Financieel: resultaatverbetering Maatschappelijk: meer werk voor de (brede) doelgroep Organisatorisch: geleidelijk af- en modulair opbouwen De aanpak: Opdeling in modules Analyse en reductie van risico s en (frictie)kosten Uitvoeringsroutes 171

178 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" Proces (2 e helft 2015) Bestuurlijk/ambtelijk Juni: vaststelling Bresdo Juli/augustus: concept Programmaplan Oktober/november: werkgroep bedrijfsplan 25 november: bestuurlijke conferentie 16 december AB 8 januari DB met opdracht voor 2 routes BReSDO PHB Intern: draagvlak en betrokkenheid MT en Transitie MT OR, Transitiecommissie, vakbonden, technisch beraad Transitieteams met 10 modulegroepen en deelname door 120 medewerkers Communicatie: naast traditioneel, narrow-casting (TV schermen, PHB-app) PHB extern: zekerheid en commitment Best-practices: Stichting GoedWerkt, De Meewerkers, gemeente Tilburg,. Branche informatie: Cedris, SER, Social Enterprise NL,. Klanten: L-o-L, Koninklijke Ahrend, Gazelle/PON, Cycloon, Welling catering, Securitas, 172

179 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" Twee routes BReSDO in persectief Sociale Firma 173

180 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" Bresdo sec Private partij x WSP Private partij y Module 4 Module 8 Overhead SSC PHB Compact Huisvesting Re-integratie GR Private partij z Gemeenten 174

181 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" Bresdo in perspectief van Sociale Firma Sociale firma x Sociale firma y Sociale firma c Sociale firma z Sociale firma a Sociale firma b Netwerk van (sociale) bedrijven / participanten; bestaande en nieuwe relaties Uitvoeringsrol Module 4 Activiteiten -> Groen Module 8 -> Diensten -> Intratuin Overhead SSC PHB Compact Huisvesting Re-integratie Eén Sociale Firma als regisseur (en contractpartner voor gemeenten) Gemeenten 175

182 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" Eén doel: twee routes 176

183 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" Eén doel: twee routes 177

184 Bijlage - Presentatie jan 2016 "Bresdo in perspectief" Eén doel: twee routes 178

Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet

Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Bresdo Martin Heekelaar Luddo Oh Maarten Adelmeijer Sander Wiersema 27 maart 2015 51764

Nadere informatie

Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Bresdo

Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Bresdo Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Bresdo Martin Heekelaar Luddo Oh Maarten Adelmeijer Sander Wiersema 27 maart 2015 51764

Nadere informatie

Notitie Toekomst Presikhaaf Bedrijven Toelichting op raadsvoorstel d.d. 30 juni 2015, ontleend aan het raadsvoorstel van de gemeente Rheden

Notitie Toekomst Presikhaaf Bedrijven Toelichting op raadsvoorstel d.d. 30 juni 2015, ontleend aan het raadsvoorstel van de gemeente Rheden Notitie Toekomst Presikhaaf Bedrijven Toelichting op raadsvoorstel d.d. 30 juni 2015, ontleend aan het raadsvoorstel van de gemeente Rheden 1. Wat is de aanleiding? 1.1 Algemeen A. Op 1 januari 2015 is

Nadere informatie

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE BOB 14/006 Aan de raad, BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE Voorgeschiedenis / aanleiding Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen.

Nadere informatie

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014 ONDERWERP Beleidskadernota Participatiewet 2015 SAMENVATTING Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en als deze

Nadere informatie

Raadsvoorstel. - Conceptbrief gevoelen raad. 12 mei 20`5. 26 mei 2015

Raadsvoorstel. - Conceptbrief gevoelen raad. 12 mei 20`5. 26 mei 2015 Raadsvoorstel portefeuillehouder T.M.N. Vugts begrotingsprogramma 1 Sociaal Domein b en w-vergadering agendapunt bijlage(n) ter inzage 14 april 2015 7 - Onderzoek Participatiewet en Presikhaaf Bedrijven

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet? Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet? Gemeenten ontvangen via het re-integratiebudget middelen voor ondersteuning en begeleiding van de doelgroep Participatiewet. Er zijn

Nadere informatie

Informatienota voor de gemeenteraad

Informatienota voor de gemeenteraad Informatienota voor de gemeenteraad Datum 10 mei 2016 Behandelend ambtenaar Team R. Vos Sociaal Beleid Portefeuillehouder Registratienummer 16RDS00102 *16RDS00102* Gerelateerd poststuk Onderwerp Regionale

Nadere informatie

Uil II I III IMI II II. Onderwerp: Presikhaaf: conceptbegroting Ons kenmerk: 14rv000093

Uil II I III IMI II II. Onderwerp: Presikhaaf: conceptbegroting Ons kenmerk: 14rv000093 Onderwerp: Presikhaaf: conceptbegroting 2015 Ons kenmerk: 14rv000093 Programma(speerpunt): maatschappelijke participatie en ondersteuning Nummer: Eist, 4 november 2014 AAN DE RAAD 1. Samenvatting Recentelijk

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Aan de raad van de gemeente Wormerland RAADSVOORSTEL Aan de raad van de gemeente Wormerland Datum aanmaak 31-08-2014 Onderwerp Programma en portefeuillehouder Zienswijze Begroting 2015 + Scenariokeuze Baanstede Sociale Zaken, dhr. K van Waaijen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192 Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 8 Onderwerp: Lokale uitvoering Participatiewet Datum: 13 mei 2014 Portefeuillehouder: R.J.W. van Leeuwen Decosnummer: 192 Informant: Ton Schrijver E.t.schrijver@dalfsen.nl

Nadere informatie

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014 VERGADERING GEMEENTERAAD 2014 VOORSTEL Registratienummer 1148435 Bijlage(n) 4 Onderwerp gewijzigde begroting 2014, ontwerp begroting 2015, meerjarenraming 2016-2018 en de scenariokeuze transitie werkvoorzieningschap

Nadere informatie

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede).

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede). Raadsvoorstel Raadsvergadering: 25 september 2014 Agendapunt: september 2014-9 Voorstelnummer: 9 Landsmeer, B&W vergadering 16 september 2014 Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015

Nadere informatie

Raadsvoorstel. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA B 1b 12/303. jaar stuknr. Raad. Onderwerp: Aanvraag herstructureringsfaciliteit Wsw

Raadsvoorstel. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA B 1b 12/303. jaar stuknr. Raad. Onderwerp: Aanvraag herstructureringsfaciliteit Wsw Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0036 B 1b 12/303 Onderwerp: Aanvraag herstructureringsfaciliteit Wsw Portefeuillehouder: H.G. Jumelet Programma Wet werken

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 18 maart 2014

Voorstelnummer: Houten, 18 maart 2014 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2014-016 Houten, 18 maart 2014 Onderwerp: Raadsvoorstel Invoeringsstrategie Partcipatiewet Beslispunten: 1. De Invoeringsstrategie Participatiewet Lekstroom vast te stellen

Nadere informatie

Strategieën gericht op het wegwerken van tekorten op de SW Workshop conferentie Weg naar werk 2020 Utrecht d.d. 11 november 2015

Strategieën gericht op het wegwerken van tekorten op de SW Workshop conferentie Weg naar werk 2020 Utrecht d.d. 11 november 2015 Strategieën gericht op het wegwerken van tekorten op de SW Workshop conferentie Weg naar werk 2020 Utrecht d.d. 11 november 2015 Martin Heekelaar (adviseur Berenschot) Guido van den Boorn (directeur ad

Nadere informatie

onderwerp Zienswijze SWA ontwerp programmabegroting 2016 en SWA meerjarenbegroting

onderwerp Zienswijze SWA ontwerp programmabegroting 2016 en SWA meerjarenbegroting Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders nieuwkoop raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit vergaderdatum raad jaar/nummer T. Veninga Vergunningen,

Nadere informatie

Raadsvoorstel. !IL Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten

Raadsvoorstel. !IL Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten !IL Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d.d. : Raadscommissie Commissie d.d. Programma Ondetwerp Portefeuillehouder : Bijlagen 12 juli 2017 Commissie Samenleving 28 juni 2017 Sociale en

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/11979 Datum : 3 juni 2013 Programma : Economie, Werk en Inkomen Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder

Nadere informatie

Raadsvoorstel Zaak :

Raadsvoorstel Zaak : Zaak : 00509545 Onderwerp Portefeuillehouder Mevrouw drs. M. Mulder Datum raadsvergadering 27 juni 2017 Samenvatting Het Dagelijks Bestuur (DB) van Baanbrekers heeft de geactualiseerde begroting 2017,

Nadere informatie

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040 Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 9 oktober 2014 Onderwerp: Beleidsplan Participatiewet Aan de raad. Beslispunten 1. Ter uitvoering van de Participatiewet het Beleidsplan

Nadere informatie

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol Aan de Raad No. : 8/3 Muntendam : 13 april 2017 Onderwerp : Vaststellen gewijzigde re-integratie verordening i.v.m. beschut werken ---------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Uitvoering Participatiewet en positie WAVA hierin Volgnr Corsa kenmerk Portefeuillehouder wethouder P.

Uitvoering Participatiewet en positie WAVA hierin Volgnr Corsa kenmerk Portefeuillehouder wethouder P. Onderwerp Uitvoering Participatiewet en positie WAVA hierin Volgnr. 2015-026 Corsa kenmerk 15.0006784 Portefeuillehouder wethouder P. Jorritsma Ambtenaar Ad Huijsman Afdeling Loket Altena Datum voorstel

Nadere informatie

Analyse en visie BaanStede in het licht van de Participatiewet

Analyse en visie BaanStede in het licht van de Participatiewet 1 Analyse en visie BaanStede in het licht van de Participatiewet Analyse en visie BaanStede in het licht van de Participatiewet Aanleiding Motie Raad Op 25 februari heeft de Raad een motie aangenomen waarin

Nadere informatie

Het schaakbord van de Participatiewet

Het schaakbord van de Participatiewet Het schaakbord van de Participatiewet De gemeente aan zet Op 1 januari 2015 is de Participatiewet ingevoerd. In deze wet is de bijstandswet samengevoegd met de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en belangrijke

Nadere informatie

Arbeidsontwikkelbedrijf

Arbeidsontwikkelbedrijf Samen werken aan werk is de toekomst 1 Agenda 1. Aanleiding voor informatieve raadssessie 8-5-2017 2. Wat er aan vooraf ging? 3. Wat wij willen bereiken? 4. Welke stappen gezet zijn? 5. Wat Werkbedrijf

Nadere informatie

Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling: Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland

Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling: Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland Raadsvoorstel Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling: Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland Raadsvergadering: 23-06-2016 agendapunt : bijlage nr. : 2016-1052 Commissie: Portefeuillehouder: Sociaal

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen procedure Nee Rubriek Advies

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Sturing en bedrijfsvoering SW Steller J. den Hoedt De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 41 57 Bijlage(n) 0 Ons kenmerk 6168312 Datum Uw brief van Uw

Nadere informatie

In de volgende paragrafen volgt een nadere uiteenzetting van tijdstippen en besluiten,.

In de volgende paragrafen volgt een nadere uiteenzetting van tijdstippen en besluiten,. SOWECO: overzicht besluitvorming 2014-2019 Stand van zaken mei 2019 1. Inleiding en samenvatting Deze memo verschaft inzicht in de besluitvorming (tijdstippen en korte inhoud) door bestuurders GR Soweco

Nadere informatie

Onderwerp : Jaarstukken 2016 IJmond Werkt!

Onderwerp : Jaarstukken 2016 IJmond Werkt! Raadsvoorstel *Z03D358CF1A* Aan de raad Documentnummer : INT-17-35730 Afdeling : Samenleving Onderwerp : Jaarstukken 2016 IJmond Werkt! Inleiding De gemeenschappelijke regeling IJmond Werkt! verzorgt voor

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.15.0511 B.15.0511 Landgraaf, 17 maart 2015 ONDERWERP: Begroting 2016 ISD BOL Raadsvoorstelnummer: 13 PROGRAMMA 2. Maatschappelijke

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.0729 B.18.0729 Landgraaf, 19 april 2018 ONDERWERP: Zienswijze Begroting 2019 en meerjarenraming 2020-2022 GR WOZL PROGRAMMA

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 19 april 2012 Agendanummer: 6.2. Onderwerp: Herstructurering Sociale Werkvoorziening

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 19 april 2012 Agendanummer: 6.2. Onderwerp: Herstructurering Sociale Werkvoorziening RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 332804 Raadsvergadering van 19 april 2012 Agendanummer: 6.2 Onderwerp: Herstructurering Sociale Werkvoorziening Verantwoordelijk portefeuillehouder: L. Koevoets SAMENVATTING

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012 VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012 Portefeuillehouder Burgemeester Behandelend ambtenaar Jean-Paul Ruyters

Nadere informatie

4. Ten aanzien van de conceptmeerjarenbegroting uw zienswijze kenbaar maken aan het bestuur van WOZL.

4. Ten aanzien van de conceptmeerjarenbegroting uw zienswijze kenbaar maken aan het bestuur van WOZL. Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 9 februari 2015 Agenda nr: Onderwerp: IROKO-rapport Samen verder bouwen, Strategische visie WOZL Werken is ontwikkelen en participeren, 1 e begrotingswijziging 2015 WOZL

Nadere informatie

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen Onderwerp Toekomst Alescon Wij willen Een toekomstbestendige uitvoering van de sociale werkvoorziening Wij besluiten 1. Kennis te nemen van de besluiten van het college

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Gemeenten worden geconfronteerd met hoge kosten voor onder andere de SW- populatie, een dalend subsidiebedrag

Nadere informatie

- omvang bezuinigingen - financiële risico s - invulling bezuiniging 64,8 mln op re-integratie en 4 mln SW.

- omvang bezuinigingen - financiële risico s - invulling bezuiniging 64,8 mln op re-integratie en 4 mln SW. RIS266546 Procesdossier Participatiewet Een nieuwe taak voor gemeenten Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking,

Nadere informatie

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota Samenvatting Aanpak Pagina 2 Doelstelling Vergelijking van keuzes: Doorgaan met huidige uitvoering óf Opzetten van een gezamenlijk uitvoeringsorganisatie

Nadere informatie

Onderwerp : Strategisch beleidskader Werk en Inkomen 2015-2018

Onderwerp : Strategisch beleidskader Werk en Inkomen 2015-2018 Raadsvoorstel Raadsvergadering d.d. : 28 april 2015 Agendapunt : 8 Portefeuillehouder : mw. M.A. de Visser Onderwerp : Strategisch beleidskader Werk en Inkomen 2015-2018 B&W besluit d.d. : 7 april 2015

Nadere informatie

b en w-vergadering agendapunt bijlage(n) ter inzage 10 november 2015 6 0

b en w-vergadering agendapunt bijlage(n) ter inzage 10 november 2015 6 0 Raadsvoorstel Portefeuillehouder T.M.N. Vugts Begrotingsprogramma 1 Sociaal Domein b en w-vergadering agendapunt bijlage(n) ter inzage 10 november 2015 6 0 rol raad Ter besluitvorming informatieavond 1

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Registratienummer: 349007 zienswijze concept begroting 203 Atlant Groep Op voorstel van B&W d.d.: dinsdag 4 september 202 Datum vergadering: dinsdag 6 november 202

Nadere informatie

Gemeen tewaterland. Monnickendam, 31 maart 2015. Nummer: 205-92. Portefeuillehouder: drs. L. Bromet

Gemeen tewaterland. Monnickendam, 31 maart 2015. Nummer: 205-92. Portefeuillehouder: drs. L. Bromet Gemeen tewaterland Monnickendam, 31 maart 2015 Nummer: 205-92 Portefeuillehouder: Contactpersoon: Wettelijke grondslag voor raadsbevoegdheid: drs. L. Bromet A. Vreugdenhil Wet sociale werkvoorziening (Wsw)

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum:

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum: Raadsvoorstel Nummer: 169781 Behandeld door: J. van Dijk Datum: 31 oktober 2017 Agendapunt: 19 Onderwerp: Uittreden gemeente Utrechtse Heuvelrug uit gemeenschappelijke regeling IW4 Geachte raad, Samenvatting:

Nadere informatie

Financiële effecten van de Participatiewet

Financiële effecten van de Participatiewet Financiële effecten van de Participatiewet Utrecht, 5 december 2012 Martin Heekelaar E: m.heekelaar@berenschot.nl M: 06-23152767 1 Wet werken naar vermogen wordt Participatiewet Invoering op 1 januari

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014 VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014 Onderwerp: Conceptbegroting de Risse Agendapunt 13. Raadsvoorstel- 2014-34 nummer Voorstel: 1. Kennis nemen van de conceptbegroting 2015 van het Werkvoorzieningschap

Nadere informatie

Zienswijze kaderbrief MGR

Zienswijze kaderbrief MGR Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Zienswijze kaderbrief MGR 2017-2018 Programma Economie & Werk / Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief / H. Bruls / B. van Hees Samenvatting De

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.1681 B.17.1681 Landgraaf, 22 september 2017 ONDERWERP: Gemeenschappelijke Regeling Werkgeversservicepunt Parkstad PROGRAMMA

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Raadsvergadering d.d. : 22 november Agendapunt : 12. : concept begroting 2012 Ability. B&W besluit d.d.

Raadsvoorstel. Raadsvergadering d.d. : 22 november Agendapunt : 12. : concept begroting 2012 Ability. B&W besluit d.d. Raadsvoorstel Raadsvergadering d.d. : 22 november 2011 Agendapunt : 12 Portefeuillehouder Onderwerp : dhr. K.P. Berghuis : concept begroting 2012 Ability B&W besluit d.d. : 1 november 2011 Inleiding Op

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 9 maart Steller Documentnummer Afdeling. R. van Wijk 15I Samenleving

Burgemeester en Wethouders 9 maart Steller Documentnummer Afdeling. R. van Wijk 15I Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling R. van Wijk 15I0002878 Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder 036 5229564 Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Memo bijgevoegd Te

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer Openbaar Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting In februari 2013 is regionaal werkdocument Samen

Nadere informatie

Eind oktober 2015 is de concept Begroting 2016 door het Algemeen Bestuur (AB) vastgesteld en aan de gemeenten voor het gevoelen aangeboden.

Eind oktober 2015 is de concept Begroting 2016 door het Algemeen Bestuur (AB) vastgesteld en aan de gemeenten voor het gevoelen aangeboden. ALGEMEEN BESTUUR AB-vergadering d.d. 16 december 2015, agendapunt 5 Aan: Leden van het Algemeen Bestuur Van: G.P.F. van den Boorn en R.H.J. Bongers Datum: 10 december 2015 Kenmerk: Dir/GvdB/EJ nr. 2015

Nadere informatie

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Huidige Visie CGM Kadernota Participatie Land van Cuijk van uw raad uit dec. 2011. Inwoners economisch zelfredzaam = Schadelastbeperken = Verminderen van

Nadere informatie

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 -

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 - Participatiewet raadscommissie EM 9 september 2014-1 - Inhoud achtergrond wijzigingen sociale zekerheid hoofdlijnen Participatiewet 1 januari 2015 financiering Rijk wetswijzigingen WWB 1 januari 2015 voorbereidingen

Nadere informatie

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015 Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015 Geachte gemeenteraadsleden, In december 2014 hebben wij u geïnformeerd over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.0709 B.17.0709 Landgraaf, 20 april 2017 ONDERWERP: 1e berap 2017 ISD BOL PROGRAMMA 2. Maatschappelijke voorzieningen Verantwoordelijke

Nadere informatie

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR Betreft Vergaderdatum Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR 28-mei-2015 Gemeenteblad 2015 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. Kennisnemen van de definitief

Nadere informatie

Raadsvergadering : 15 december 2014. Voorstelnr. : R 7071. : omzetten tijdelijke contracten in vaste contracten bij medewerkers van Wedeka.

Raadsvergadering : 15 december 2014. Voorstelnr. : R 7071. : omzetten tijdelijke contracten in vaste contracten bij medewerkers van Wedeka. Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!stuur DIT RAADSVOORSTEL

Nadere informatie

: invoering Participatiewet in Oost-Groningen

: invoering Participatiewet in Oost-Groningen Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!stuur DIT RAADSVOORSTEL

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Toekomst Promen Te besluiten om Het college van B&W besluit de volgende, in gezamenlijkheid tot stand gekomen, uitgangspunten en vragen te hanteren voor de toekomst van Promen

Nadere informatie

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013 Participatiewet / Wsw Raadsinformatieavond - 3 juli 2013 Bespreekpunten Wat is de huidige situatie in Wwb en Wsw? Wat zijn de belangrijkste contouren van de Participatiewet? Welke effecten heeft de Participatiewet

Nadere informatie

Financiële risico s Participatiewet Workshop Regiodagen Overheidsfinanciën

Financiële risico s Participatiewet Workshop Regiodagen Overheidsfinanciën KENNIS VAN ZAKEN Financiële risico s Participatiewet Workshop Regiodagen Overheidsfinanciën Jaco van Velden (IROKO) Peter van Nes (IROKO) John Mulder (Gemeente Peel en Maas) Programma KENNIS VAN ZAKEN

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 10-09-2013 Onderwerp: Verlenging tijdelijke dienstverbanden SW NoordWestGroep Conceptbesluit: Samenvatting: NoordWestGroep toestemming

Nadere informatie

Ralf van de Wiel

Ralf van de Wiel Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email Ralf van de Wiel 040-208 3704 Rwi@A2samenwerking.nl Agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp Jaarplan & Initiële begroting 2015 Ergon 14raad00253

Nadere informatie

Een nieuwe taak voor gemeenten

Een nieuwe taak voor gemeenten Een nieuwe taak voor gemeenten Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente

Nadere informatie

Presentatie raadsleden Renswoude. Hans Zuidema, adviseur en projectleider 9 oktober 2018

Presentatie raadsleden Renswoude. Hans Zuidema, adviseur en projectleider 9 oktober 2018 Presentatie raadsleden Renswoude Hans Zuidema, adviseur en projectleider 9 oktober 2018 Inhoudelijke kernvragen Hoe borgen we goed werk voor de kwetsbare doelgroep werkzaam in de Wsw? Hoe gaan we om met

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLU I

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLU I RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLU I Registratienummer raad: 1195908 Datum: 28 april 2015 Behandeld door: Mark Jan Prins Afdeling/Team: Maatschappelijke Ontwikkeling/Team Beleidsontwikkeling Onderwerp: Zienswijze

Nadere informatie

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 O 2 JULI 2018 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : 550188 Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Oplegnotitie (Conceptbegroting 2012 WOZL) Gemeenteblad nr. 2011/41

Oplegnotitie (Conceptbegroting 2012 WOZL) Gemeenteblad nr. 2011/41 Maximaal 1 A4 Oplegnotitie (Conceptbegroting 2012 WOZL) Gemeenteblad nr. 2011/41 Rol van de raad De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd om - Uitvoering te geven aan de bevoegdheid vastgesteld in artikel

Nadere informatie

Registratienummer. Datum: 16 september Afdeling / Team: MO / Beleid

Registratienummer. Datum: 16 september Afdeling / Team: MO / Beleid Registratienummer Datum: 16 september 2014 Afdeling / Team: MO / Beleid Onderwerp: De gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015, de meerjarenraming 2016-2018 en de scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap

Nadere informatie

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse Aanleiding In de vergadering van de Commissie Welzijn op 24 januari 2012 heeft wethouder Litjens van de gemeenteraad de opdracht gekregen om een notitie

Nadere informatie

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen Inleiding Hoewel de kaders van de Participatiewet nog steeds regelmatig wijzigen, 3 februari is bekend gemaakt dat het Kabinet met

Nadere informatie

Het college van Burgemeester en Wethouders Gemeente Zoetermeer Engelandlaan EB Zoetermeer Postbus BA Leidschendam

Het college van Burgemeester en Wethouders Gemeente Zoetermeer Engelandlaan EB Zoetermeer Postbus BA Leidschendam Het college van Burgemeester en Wethouders Gemeente Zoetermeer Engelandlaan 502 27 11 EB Zoetermeer Postbus 1005 2260 BA Leidschendam...Uw brief/kenmerk.contactpersoon A Donkers.Telefoon 14 070.Bijlagen.Onderwerp

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Strategische kaders Participatiewet. Aan de raad, Onderwerp Strategische kaders Participatiewet

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Strategische kaders Participatiewet. Aan de raad, Onderwerp Strategische kaders Participatiewet RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 9 oktober 2014 14-089 Onderwerp Strategische kaders Participatiewet Aan de raad, Onderwerp Strategische kaders Participatiewet Gevraagde beslissing In te stemmen met

Nadere informatie

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst 25-08- Inleiding Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle burgers met arbeidsvermogen die ondersteuning

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.16.0762 B.16.0762 Landgraaf, 14 april 2016 ONDERWERP: Zienswijze begroting 2017 Kredietbank Limburg Raadsvoorstelnummer: 28

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 14 december 2010 Agendanummer : 11 Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : H.J.M. Schrijver : Publiekszaken : M.A. Wong Chung Voorstel aan de raad Onderwerp :

Nadere informatie

Korte inhoud : De verordeningen Participatiewet dienen door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

Korte inhoud : De verordeningen Participatiewet dienen door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Nummer : 10-01.2015 Onderwerp : Verordeningen Participatiewet Korte inhoud : De verordeningen Participatiewet dienen door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Uithuizen, 18 december 2014. AAN DE RAAD.

Nadere informatie

Beschut werk in Aanleiding

Beschut werk in Aanleiding Beschut werk in 2015 1. Aanleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1. Gemeenten zijn onder deze wet verplicht

Nadere informatie

Raadsvergadering. Beoogd effect Toekomstbestendige sociale werkvoorziening voor speciale groepen op de arbeidsmarkt.

Raadsvergadering. Beoogd effect Toekomstbestendige sociale werkvoorziening voor speciale groepen op de arbeidsmarkt. RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 23 april 2015 15-021 Onderwerp Overname aandelen BIGA Groep bv Aan de raad, Onderwerp Overname aandelen BIGA Groep bv Gevraagde beslissing 1. In te stemmen met voorwaardelijke

Nadere informatie

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: G. Kraaijkamp Tel nr: 0620094919 Nummer: 17A.00840 Datum: 14 augustus 2017 Team: Beleid Sociaal Domein Tekenstukken: Ja Bijlagen: 1 Afschrift

Nadere informatie

Participatiewet en de lokale invulling. Presentatie aan de raad van de Gemeente Oude IJsselstreek Prof. Dr. Rob van Eijbergen

Participatiewet en de lokale invulling. Presentatie aan de raad van de Gemeente Oude IJsselstreek Prof. Dr. Rob van Eijbergen Participatiewet en de lokale invulling Presentatie aan de raad van de Gemeente Oude IJsselstreek Prof. Dr. Rob van Eijbergen Uitgangspunten wet werken naar vermogen Iedereen doet mee Er komt regeling voor

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 9 juli 2018 Zaaknummer: 500858 Portefeuillehouder : J.H. Lammers Openbaar Besloten Team : Team Mens en Maatschappij

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan Onderwerp: Regelingen regionaal Participatiewet Oostzaan Invullen door Raadsgriffie RV-nummer: 14/84 Beleidsveld: Werk en inkomen Datum: 26 november 2014 Portefeuillehouder: M. Olij Contactpersoon: Corina

Nadere informatie

In afschrift: RvC Empatec. Van: Stuurgroep Werk Vermogen! Datum: 03 juni 2014 Betreft: Eindevaluatie Pilot Pastiel.

In afschrift: RvC Empatec. Van: Stuurgroep Werk Vermogen! Datum: 03 juni 2014 Betreft: Eindevaluatie Pilot Pastiel. Aan de Colleges van de gemeenten binnen de GR Dienst SZW Noardwest Fryslân, de gemeente Súdwest-Fryslân, gemeente Littenseradiel en de gemeente De Friese-Meren; het bestuur van Dienst SZW Noardwest Fryslân

Nadere informatie

Commissienotitie. Onderwerp Herstructureringsplan Wsw van de GR WSD. Status Informerend

Commissienotitie. Onderwerp Herstructureringsplan Wsw van de GR WSD. Status Informerend Onderwerp Herstructureringsplan Wsw van de GR WSD. Status Informerend Voorstel 1. Kennis te nemen van het collegebesluit betreffende het indienen van de aanvraag Herstructureringsplan Wsw van de GR WSD

Nadere informatie

Voorgesteld besluit Het Meerjarenbeleidskader Participatiebeleid Werk en Wederkerigheid vast te stellen

Voorgesteld besluit Het Meerjarenbeleidskader Participatiebeleid Werk en Wederkerigheid vast te stellen Raadsvoorstel jaar Raad categorie/agendanr. B. en W. 2015 RA15.0005 B 1 15/123 Onderwerp: Meerjarenbeleidskader Participatiebeleid Werk en Wederkerigheid Portefeuillehouder: B. Arends Afdeling : Participatie

Nadere informatie

Ontwerpbegroting Vixia 2014

Ontwerpbegroting Vixia 2014 Ontwerpbegroting Vixia 2014 Gemeentebladnummer: 2013/30 2013/6568 Vergaderdatum: 27 juni 2013 Agendapunt: Portefeuillehouder Dhr. P. Hovens Steller M. Meurkens Aan de Raad Voorstel: 1. Kennisnemen van

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar R.J. Bolt, (t.a.v. R.J. Bolt)

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar R.J. Bolt, (t.a.v. R.J. Bolt) Vergadering: 10 februari 2015 Agendanummer: 6a Status: Opiniërend Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar R.J. Bolt, 0595-447704 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. R.J. Bolt) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.19.0408 *B.19.0408* Landgraaf, 22 februari 2019 ONDERWERP: 1e begrotingswijziging 2019 GR WOZL en GR WSP PROGRAMMA 7. Sociaal

Nadere informatie

Uitwerken/introduceren nieuwe (beleids-)instrumenten;

Uitwerken/introduceren nieuwe (beleids-)instrumenten; 1 Aanleiding Invoering Pw per 1 januari 2015 Stop instroom Wsw Beperking instroom Wajong Nieuwe/uitbreiding instrumenten: Nieuw Beschut en LKS Afname Rijksbijdrage Wsw Verlaging Participatiebudget door

Nadere informatie

Raadsvoorstel nr.: Raad d.d.: Portefeuillehouder: J.A. de Boer Budgethouder: W.J. Krijgsman Registratienummer: 07.51601

Raadsvoorstel nr.: Raad d.d.: Portefeuillehouder: J.A. de Boer Budgethouder: W.J. Krijgsman Registratienummer: 07.51601 Raadsvoorstel nr.: Raad d.d.: Portefeuillehouder: J.A. de Boer Budgethouder: W.J. Krijgsman Registratienummer: 07.51601 Onderwerp: Modernisering WSW en Op/maat: overgangsjaar 2008 Financiële dekking: WSW-budget

Nadere informatie

raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten:

raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten: raadsvoorstel zaak/onderwerp Z-15-07182 / Vaststellen van de zienswijze op de conceptbegroting voor 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling Kust-, Duin- en Bollenstreek (GR-KDB) portefeuillehouder J. Roeffen

Nadere informatie

Beslispunten in te stemmen met de ontwerpbegroting van Servicepunt71 en het Algemeen Bestuur van Servicepunt71 overeenkomstig te informeren.

Beslispunten in te stemmen met de ontwerpbegroting van Servicepunt71 en het Algemeen Bestuur van Servicepunt71 overeenkomstig te informeren. OPENBAAR Adviseur: F.P.M. Smit (DIR, tst. 870) Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte 11.08196 1 ADVIESNOTA Raadsvergadering d.d. 27 oktober 2011 Voorstel nr. 103/11 Programma en product 5.8

Nadere informatie