Notities Wetenschapsfilosofie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Notities Wetenschapsfilosofie"

Transcriptie

1 Notities Wetenschapsfilosofie

2 Inhoud College 1: Inleiding, Logisch Positivisme en Falsificationisme Wat zijn grondslagen?... 7 A. Grondslagen: Wat zijn dat?... 7 B. Geschiedenis grondslagen: discussies in de psychologie... 8 C. Relevantie grondslagen van de psychologie... 8 D. Twee fundamentele grondslagendiscussies in de psychologie... 9 E. Waarom filosofie?... 9 F. Opzet? Wat is (wetenschaps)filosofie? A. Wat is filosofie? a. Filosofie als betekenisverheldering/conceptuele analyse b. Filosofie als betekenisrevisie/conceptuele verfijning c. Filosofie als grondslagenonderzoek/geldigheidswetenschap B. VB: wat is cognitie? C. Wat is wetenschapsfilosofie? Wat is de relevantie van grondslagen en wetenschapsfilosofie voor psychologen? Logisch Positivisme/Logisch empirisme A. Een filosofisch probleem; betekenis van zinnen/uitspraken B. Ludwig Wittgenstein (I) C. Het empirisme van de Logisch Positivisten a. Uitgangspunt # 1: verwerping zinloze beweringen / metafysica à la Heidegger b. Uitgangspunt # 2: een geünificeerde wetenschap c. Uitgangspunt # 3: een demarcatiecriterium D. Evaluatie van het Logisch Positivisme a. Problemen met verifieerbaarheid b. Algemene wetten & het inductieprobleem c. Theoriegeladenheid van de waarneming E. Conclusie en vooruitblik Falsificationisme A. Twee doelen/vraagstellingen van Popper B. Overeenkomsten & verschillen LP & Popper a. Overeenkomst: empirie b. Verschil: inductie c. Popper vs. LP: ander wetenschappelijk model/methode C. Karakterisering Falsificationisme

3 a. Feilbaarheid van de mens b. Falsifieerbaarheid als demarcatiecriterium c. Enkel falsifieerbare theorieën zijn informatief d. Enkel door falsificatie kunnen we kennis vergroten D. Problemen met Falsificationisme a. Tijdelijke immunisering is niet altijd verwerpelijk b. Test holisme c. Pseudowetenschappen doen vaak ook falsifieerbare uitspraken! d. Is vervanging van de ene foute theorie door een andere wel vooruitgang? e. Het vaststellen van het tegendeel van een theorie is gebaseerd op inductie! f. Problemen m.b.t. rationele theorie keuze g. Probabilistische uitspraken College 2: Rationele theoriekeuze: Paradigma s, onderzoeksprogramma s & tradities Theorie geladenheid en Epistemisch/wetenschappelijk relativisme (vs. rationele theorie keuze) A. Relativisme B. Theorie geladenheid: varianten C. Belangrijk verschil D. Theorie geladenheid & betekenisvariatie in de psychologie E. Evidentie voor relativisme: Sapir-Whorf hypothese in de linguïstiek F. Implicaties? Thomas Kuhn & zijn opvatting over wetenschap en wetenschappelijke revoluties A. Thomas Kuhn ( ) a. Kuhn versus Popper b. Enemy of science? B. Paradigma a. Voorbeeld paradigma: psychologie b. Voorbeeld paradigma: Chinese geneeskunde C. Schema veranderingen in de wetenschap a. Voorwetenschappelijke periode b. Normale wetenschap c. Crisis d. Paradigmawisselingen en relativisme Voorbeeld van wetenschappelijke revolutie/paradigma wisseling in de astronomie.. 36 Paradigmawisseling is gestaltswitch D. Relativisme bij Kuhn: de crux van het probleem

4 E. Radicale conclusie a. Incommensurabiliteit b. NB: notie van Incommensurabiliteit veranderlijk bij Kuhn c. Kuhn s notie van Methodologische Incommensurabiliteit F. Ook een demarcatiecriterium? Genuanceerd falsificationisme van Imre Lakatos A. Inzet van Imre Lakatos B. Aannames/vertrekpunt Lakatos C. Genuanceerd Falsificationisme D. Hoe ziet Lakatos wetenschappelijke verandering? a. Onderzoeksprogramma s b. incommensurabiliteitsthese onjuist volgens Lakatos c. Vb. onderzoeksprogramma: behavior therapy E. Demarcatie F. Kritiek op Lakatos Thomas Kuhn vs. Lakatos A. Kuhn s notie van Methodologische Incommensurabiliteit B. Voorbeeld uit de psychologie: behaviorisme vs. cognitieve psychologie Larry Laudan vs. Lakatos A. Research traditions a. Empirische problemen b. Conceptuele problemen B. Acceptatie vs. pursuit Paul Feyerabend A. Aanval op het monopolie van de wetenschap a. Argument from history b. Tegenregels B. Terug bij de kennisvraag Conclusie College 3: Het realisme debat: wetenschappelijk realisme vs. constructivistisch empirisme De Sokal affaire als opmaat naar realismedebat A. Alan Sokal B. Wat doet Sokal in deze tekst? C. Wat zijn nu de sociale en politieke consequenties van deze opvatting? C. Maar: it was all a Hoax D. Sokal: pleitbezorger van wetenschappelijk realisme

5 2. Twee posities: wetenschappelijk realisme en constructivistisch empirisme A. Wetenschappelijk realisme vs. constructivistisch empirisme: centrale claims a. Centrale claims wetenschappelijk realisme Varianten Scientific realism (Godfrey Smith 2003) b. Centrale claims constructivistisch empirisme Bas van Fraassen Consensus over het waarneembare domein B. Argumenten voor wetenschappelijk realisme a. Inference to the best/only explanation b. Samengevat C. Argumenten voor constructivistisch empirisme (& tegen wetenschappelijk realisme) a. Empirische adequaatheid b. Pessimistische metainductie c. Onderbepaaldheid theorieën door empirische data d. Metafysica overbodig En nu? (Psychomyths?) College 4: Soorten wetenschappelijke verklaringen Het covering law verklaringsmodel A. Voorbeelden B. Het asymmetry probleem C. Een oplossing: causale verklaringen Functionele verklaringen: taak analyse A. Causale rol functie B. Functionele verklaring in de psychologie: taakanalyse Mechanistische verklaringen Functionele verklaringen: etiologische verklaringen A. Evolutionaire psychologie a. Evolutionaire biologie b. Verklaringsniveaus in de psychologie c. Psyche/mind product van evolutie d. Stone age mind B. Case evolutionaire psychologie: schoonheidspreferenties a. "Beauty is in the eye of the beholder" b. De sociologie van schoonheidservaringen c. De biologie van schoonheidservaringen

6 d. Universeel of cultuurbepaald? e. De evolutionair psychologische verklaring/ Adaptief functionele analyse C. Evaluatie evolutionaire psychologie a. Spurieuze generalisaties b. Pseudo-verklaringen c. Te simpel verklaringsmodel: o.a. interactie tussen genetische en culturele eigenschappen 69 D. Moral of the story

7 College 1: Inleiding, Logisch Positivisme en Falsificationisme Eerst wordt een korte inleiding gegeven over wetenschapsfilosofie en de relevantie ervan in de psychologie. Daarna beginnen we aan de eerste twee thema s: Logisch Positivisme en Falsificationisme. 1. Wat zijn grondslagen? A. Grondslagen: Wat zijn dat? Wat we eerst gaan doen bij de wetenschapsfilosofie van de psychologie, is kijken naar de grondslagen of het bodemonderzoek van de psychologie. Grondslagen zijn kernbegrippen, uitgangspunten en grondbeslissingen van een bepaald vakgebied. Wij zullen kijken naar de wetenschapsfilosofische grondslagen van de psychologie. Je hebt ook andere soorten grondslagen. Bijvoorbeeld in de psychologische methodenleer (in zekere zin is dat ook bodemonderzoek naar kernconcepten zoals betrouwbaarheid en validiteit) heb je conceptuele, methodologische grondslagen. Er is wel een zekere relatie tussen de wetenschapsfilosofische grondslagen en bv. die methodologische grondslagen, maar je kan ze toch van elkaar onderscheiden. Maar hier zullen we dus focussen op de wetenschapsfilosofische grondslagen van de psychologie. Elk vakgebied kent zijn eigen filosofische vragen en problemen. Denk bv. aan een hele reeks begrippen als gedrag, cognitie, het cognitief systeem, de psyche, vrije wil vs. determinatie, psychologie vs. neurowetenschap, etc. Dat zijn allemaal psychologische constructen die je vaak tegen komt. Je kan je de vraag stellen wat je daar nu precies onder moet verstaan. Je kan over zo n begrip op zeer verschillende manieren nadenken. Daarom is het belangrijk om de grondslagen van je vakgebied te bekijken, om beter te begrijpen wat je aan het doen bent en met wat je precies bezig bent in de dagelijkse praktijk. Maar zo weet je ook beter waar nog problemen zitten in je vakgebied en waar de controverses zitten i.v.m. sommige grondslagen. Voorbeelden van grondslagen van vakgebieden: begrip leven, soort, evolutie in de biologie; toerekeningsvatbaarheid in het recht; Psychologie: o.a. onbewuste, vrije wil, bewustzijn, mentale veroorzaking, cognitie, gedrag, validiteit, betrouwbaarheid, APA code, etc. Je ziet dat die vragen vaak samen hangen, bv. vrije wil, mentale veroorzaking, en psyche : Mentale causatie gaat ervan uit mentale toestanden je gedrag aansturen. Je doet dingen omdat je ze wil of omdat je moet, maar in ieder geval zijn er bepaalde intenties, verwachtingen of overtuigingen. Maar dat is een zeer controversieel begrip: volgens sommigen bestaat mentale causatie niet. Het zijn volgens hen niets anders dan neurobiologische processen in je brein die leiden tot gedrag. Je hebt dan geen overtuigingen, intenties of verwachtingen als redenen voor je gedrag. Je mentale toestanden zijn te reduceren tot neurofysiologische processen. Maar als je daar van overtuigd bent, wat doet dat dan met de notie van vrije wil? Het idee van de vrije wil is ten eerste dat je keuzes te nemen hebt tussen iets wel of niet doen, en ten tweede dat je verwachtingen en overtuigingen de redenen zijn van gedrag. Als je enkel uit gaat van blinde neurofysiologische processen, dan laat dat geen ruimte voor mentale processen als oorzaak van gedrag, en zeg je dus dat er geen vrije wil bestaat. En je kan het zelfs over verschillende vakgebieden door trekken. Als je er bijvoorbeeld van uitgaat dat de vrije wil niet bestaat, 7

8 kan je dan wel nog spreken over toerekeningsvatbaarheid voor je daden? Het geven van een invulling aan een bepaalde grondslag heeft een impact op de invulling van andere grondslagen. In de wetenschappelijke praktijk zijn er vaak vooronderstellingen, stilzwijgende regels, bv. bij de invulling van cognitie. De meesten van ons en van de mensen in het vakgebied van de psychologie en filosofie zijn ervan overtuigd dat ons cognitieve systeem enkel gelokaliseerd is in het brein. Maar sommige (en steeds meer) psychologen en filosofen zeggen nu dat je cognitieve systemen niet louter gelokaliseerd zijn in je brein. Met ander woorden: je cognitie bestaat niet alleen uit neurobiologische of neuroanatomische componenten, maar ook externe onderdelen zijn onderdeel van je cognitie. Zo kan je bijvoorbeeld denken aan het gebruik van een laptop, aan het gebruik van je telefoon, etc. Op het moment dat je zo n apparaat gebruikt en daar op vertrouwt voor het vervullen van allerlei taken (bv. data opslaan in je agenda die je zelf niet kan onthouden, notities maken en opslaan, etc.) moet je volgens sommigen stellen dat dat apparaat letterlijk onderdeel is van jouw cognitief systeem. Het is natuurlijk van cruciaal belang om te weten wat je perspectief is op zo n vraag/probleem, want dit is een belangrijke grondslag in de psychologie. Maar de meesten stellen dus stilzwijgend dat cognitie enkel gelokaliseerd is in het brein. We gaan eerst kijken wat nu die grondslagen zijn in de psychologie, en waarom de filosofie hierbij relevant is. Deze problemen/vragen zijn namelijk grensoverschrijdend: ze liggen op het snijvlak tussen het wetenschapsgebied en de filosofie. Vervolgens gaan we kijken naar de feitelijke start van die wetenschapsfilosofie, nl. bij het Logisch Positivisme. B. Geschiedenis grondslagen: discussies in de psychologie Als je kijkt naar andere vakgebieden, zoals de fysica, dan zie je dat de grondslagen min of meer vast liggen, bv. massa, energie. Maar als je kijkt naar de psychologie, dan is dat absoluut niet het geval. De aparte discipline bestaat nog maar zo n 130 jaar en kende al drie à vier theoretische omwentelingen: Wundt, behaviorisme, cognitivisme (computermetafoor van de geest), neurowetenschappen, cognitieve neurowetenschappen (brug tussen computermetafoor en de neurowetenschappen), belichaamde cognitie (het idee dat je cognitie niet alleen bestaat uit interne componenten, maar ook externe componenten; zie hierboven), etc. Dus die grondslagen liggen helemaal niet vast binnen de psychologie. Juist daarom is het zo relevant van je eigen perspectief scherp te stellen over wat je zelf verstaat onder sommige grondslagen. Ebbingaus (1910): psychologie kent een korte geschiedenis, maar een lang [filosofisch] verleden. C. Relevantie grondslagen van de psychologie Een historische focus is belangrijk. Het biedt inzicht in waar huidige zienswijzen, discussies en ideeën vandaan komen (NB: geschiedenis psychologie continue controverse van grondslagen). Wat belangrijk is van die wetenschapsfilosofie, is dat het je een conceptuele toolkit geeft om die problemen op te lossen of te verhelderen. Die problemen zijn niet specifiek voor één vakgebied: De fysica kent zijn eigen problemen, biologie kent zijn eigen problemen, en net hetzelfde voor de 8

9 psychologie. (Dat zijn vaak grensoverschrijdende problemen, problemen die je niet alleen kan bekijken vanuit één vakgebied, in dit geval psychologie. Je hebt daarnaast ook andere concepten en vakgebieden nodig om problemen te verhelderen.) In dit geval kan je dus de wetenschapsfilosofie gebruiken om de problemen in de psychologie te benaderen. Het kan relevante tools aanreiken om vragen te beantwoorden over de grondslagen van de psychologie, net zoals wiskunde relevante tools kan aanreiken om de grondslagen van de methodologie te bepalen. Wetenschapsfilosofie reikt filosofische tools aan om problemen te verhelderen in de psychologie. Zoals eerder gezegd: op vlak van academische vaardigheden is reflectie en standpuntbepaling in het eigen vakgebied fundamenteel voor je academische vorming (zeker gezien de veranderlijkheid van de grondslagen door de tijd). Een voorbeeld van de grondslagencontroverse vinden we bij Uttal, een hedendaagse behaviorist. Aangezien hij een fervent aanhanger is van een modern vorm van behaviorisme, is hij geen voorstander van de cognitieve psychologie. Hij vergelijkt de concepten uit de cognitieve psychologie (bv. geheugen, aandacht, etc.) met een soort mythes, psychomyths: explanations of cognitive functions that are based on incorrect data, models, theories, methods, and analyses. Psychomyths represent non-existent entities in psychological theory in much the same sense that unicorns, centaurs, griffins, [ ], and dragons filled the tales of older mythodologies. Although based on some semblance of fact [ ] exaggeration far outpaced reality. So, too, it may be for some of the dragons of cognitive psychology Dit is dus een voorbeeld van een hedendaagse controverse tussen psychologen zelf over de grondslagen van de psychologie. D. Twee fundamentele grondslagendiscussies in de psychologie Twee belangrijke, oude, fundamentele discussies omtrent grondslagen zijn de volgende: - Wat is wetenschap? Hoe onderscheid je wetenschap van andere vormen, zoals pseudowetenschappen? En wat is de wetenschappelijke status van psychologie? - Wat is de psyche/mind/cognitie? (bv. Uttal versus cognitieve psychologie) M.a.w. is er reflectie/discussie over de methode en het onderwerp van studie van de psychologie. De discussie staat altijd in thema van de objectiviteit en het vergelijken van de psychologie met harde wetenschappen zoals fysica en chemie. Er is steeds een preoccupatie met het staven van de psychologie als een wetenschappelijke discipline. E. Waarom filosofie? Nogmaals, het rijkt je een conceptuele toolkit aan om kernnoties te analyseren. Net zoals wiskunde en statistiek een toolkit aanreiken om kernnoties in methodologische context te begrijpen/analyseren, zo reikt wetenschapsfilosofie een toolkit aan om dat te doen op vlak van wetenschapsfilosofische grondslagen, zodat je een antwoord kan formuleren op de twee bovenstaande discussies. Dergelijke grondslagendiscussies liggen ook op het snijvlak van de psychologie en filosofie. Ten derde is psychologie (deels) ontstaan uit filosofie. 9

10 F. Opzet? Het doel van de cursus is kennis te hebben van de wetenschapsfilosofische grondslagen van de psychologie. O.a.: Wat is de wetenschappelijke status van de psychologie? Wat is kennis? Wat is een goede verklaring? Wat is de relatie tussen empirie & theorie? Bestaan psychologische constructen? Deze vragen zijn actueel tot op de dag van vandaag: vb. psychoneuraal reductionisme. 2. Wat is (wetenschaps)filosofie? A. Wat is filosofie? Je kan een hele lange lijst opsommen van zaken die je onder filosofie kan verstaan. Filosofie is - Antwoord (1): exegese/tekst interpretatie: wat zegt iemand? (Bv. als je een boek aan het instuderen bent voor het examen, ben je aan het kijken wat die auteur precies zegt: Wat moet ik nu precies verstaan onder een neuron? Wat bedoelt hij met covariantie? ) - Antwoord (2): Logica & argumentatie: is het argument deugdelijk? Het interpreteren van wat iemand zegt is natuurlijk gekoppeld aan het interpreteren van de argumentatie. (Bv. als je dat boek aan het instuderen bent en je hebt wat zicht op de concepten, dan voel je ook meteen aan of het verhaal wel een beetje overtuigend is: Is het verhaal dat de auteur hier brengt wel aannemelijk? / Bv. Is de argumentatie die ik geef wel correct en duidelijk? ) Je moet kritisch kijken naar onderzoeksresultaten of psychologisch onderzoek want ze zijn absoluut niet allemaal altijd even betrouwbaar. - Antwoord (3): conceptuele analyse: wat betekenen de begrippen/concepten? Dit is cruciaal voor antwoord 1 en 2: Voor dat je kan beslissen of een argument deugt of niet moet je wel eerst de betekenis kennen en kunnen interpreteren van de kernconcepten in het argument. (bv. Je moet begrip hebben van wat een hypothese is, van wat correlaties zijn en allerlei andere statistische begrippen, etc., voor dat je kan oordelen of wat de auteur zegt betrouwbaar is). Conceptuele analyse kan in drie zaken worden opgesplitst: o Betekenisverheldering o Betekenisrevisie o Grondslagenonderzoek/geldigheidswetenschap a. Filosofie als betekenisverheldering/conceptuele analyse Filosofie als betekenisverheldering houdt in: Wat bedoel je met term / concept X? (X = bv. quark, God, vrije wil, intelligentie, psyche, cognitie, validiteit, etc.) 10

11 b. Filosofie als betekenisrevisie/conceptuele verfijning Net als bij conceptuele analyse doe je aan betekenisverheldering. Maar je gaat een stap verder, je doet namelijk aan betekenisrevisie. Je gebruikt bijvoorbeeld de wetenschap om concepten bij te stellen en te verfijnen. Bijvoorbeeld bij de discussie omtrent vrije wil : Als je zegt dat je gedrag wordt aangestuurd door jouw intenties, wat is dat dan intenties? Dat begrip is niet duidelijk genoeg. Je kan dan bijvoorbeeld besluiten aan de hand van allerlei wetenschappelijk onderzoek dat intenties niets anders zijn dan neurofysiologische processen in de hersenen die je gedrag aansturen. In dit geval heb je het begrip intenties bijgeschaafd, in voordeel van de neurofysiologische opvatting van de vrije wil. Of bijvoorbeeld de mind als black-box vs. computer-metafoor van de mind vs. de mind als neuraal netwerk : Door neurofysiologisch onderzoek wordt het steeds duidelijker dat het niet plausibel is dat de cognitie enkel werkt als een computer. Dus je ziet dat dat begrip mind wordt verhelderd door die computermetafoor, maar die computermetafoor werd dan bijgesteld op basis van neurofysiologische bevindingen die en plausibelere verklaringen geven over het begrip mind. c. Filosofie als grondslagenonderzoek/geldigheidswetenschap In wetenschap worden allerlei kernconcepten gebruikt (e.g., causaliteit, psyche, mentale veroorzaking, ); Zijn die concepten wel geldig? M.a.w. je vraagt naar de geldigheid van grondslagen. In de praktijk is dat natuurlijk allemaal met elkaar verweven. Als je gaat kijken naar bv. wat mentale causatie is en wat het betekent, doe je meteen ook aan geldigheidsonderzoek: Klopt het wel dat er neurofysiologische processen aan de basis liggen van ons gedrag, is er dus wel zo iets als mentale causatie of is het neurofysiologische causatie? B. VB: wat is cognitie? Een mooi voorbeeld van een debat in de psychologie/filosofie, is het debat over de aard van cognitie. Is cognitie enkel iets dat zich afspeelt in ons hoofd (brain-based cognitive systems), of is er naast die neurofysiologische processen nog meer bij betrokken (embodied/extended cognition)? Iedereen heeft input en iedereen genereert output. Het is dus niet zozeer de vraag of die input belangrijk is voor cognitie en ons functioneren. Natuurlijk is dat belangrijk, net zoals je zuurstof nodig hebt. Het is wel de vraag waar het cognitief systeem zich nu bevindt, waar wordt die input verwerkt? Je kan bijvoorbeeld een computer helemaal uit elkaar en van elk component een voor een achter halen wat nu juist de causale rol is van die component. Het intuïtief wel duidelijk wat onderdeel is van het mechanisme van een computer en wat er zich buiten bevindt. De tafel waar de computer op staat, is geen letterlijk onderdeel van de computer, terwijl de bedrading waar de elektriciteit door gaat wel onderdeel is van de computer. Zo kan je je ook de vraag stellen wat onderdeel uit maakt van je cognitie: gaat het enkel om de interne systemen, of gaat het ook om uitgebreide, externe systemen die ook letterlijk onderdeel zijn van het cognitief systeem? De meeste filosofen en psychologen zijn ervan overtuigd dat internalisme correct is. De cognitieve systemen zijn uitsluitend gelokaliseerd in het brein. D.w.z. dat mechanismen die cognitieve fenomenen produceren uitsluitend gelokaliseerd zijn in het brein. ( The received view in cognitive science) 11

12 Daar tegenover staat externalisme. De cognitieve systemen zijn niet uitsluitend gelokaliseerd in het brein. De cognitieve fenomenen worden geproduceerd in nauwe samenwerking tussen het brein, hhet lichaam en externe componenten/omgeving (Brain-body-environment interaction), en die samenwerking is zo nauw dat je nit meer kan spreken van louter internalisme. Die externe componenten zijn dus letterlijk onderdeel van je cognitief systeem. Een andere invalshoek om dat argument kracht bij te zetten is dat je de omgeving kan gebruiken als een representatie van jezelf. De zogenaamde Change blindness experimenten tonen aan dat heel wat informatie niet intern wordt opgeslagen omdat die informatie stabiel aanwezig is in je omgeving en je die info gewoon kan consulteren om het moment dat het nuttig is. Daardoor worden grote veranderingen in de omgeving (vaak) niet opgemerkt als deze gemaskeerd worden, omdat er geen gedetailleerde interne representatie van is. Je laat dus heel info gewoon in de omgeving zonder intern te verwerken en je exploiteert het wanneer nodig. Men beargumenteert dan dat in zo n geval de omgeving letterlijk onderdeel wordt van je cognitief systeem, omdat deze externe componenten dezelfde rol vervullen als interne componenten. Een conceptueel argument voor dit externalisme is the Extended Mind. Dat is een gedachtenexperiment van Dave Chalmers en Andy Clark. Het verscheen in 1998 en het heeft een hele discussie aangewakkerd die nog steeds bezig is. Het idee is in lijn met die Change Blindness interpretatie, alleen was dit eerder. Het gedachte-experiment gaat als volgt. Je hebt Otto en Inga. Inga heeft een perfect functionerend biologisch geheugen, maar Otto heeft Alzheimer en zijn geheugenfuncties zijn achteruit gegaan. Maar Otto weet dat te compenseren met een notebook, en daar schrijft hij alle relevante informatie in op. Hij heeft dat notebook altijd bij zich, en dat notebook vervult dezelfde functie als het interne biologische geheugen van Inga. Allebei willen ze naar een expositie in the Museum of Modern Art in New York. Inga consulteert haar interne geheugen en weet dat het op 53rd street is en gaat naar die tentoonstelling. Otto zijn biologisch geheugen is kapot, maar in zijn notebook staat de informatie van waar die tentoonstelling is en hoe daar te geraken, en zo geraakt ook hij in die tentoonstelling. In zo n geval moet je volgens Clark en Chalmers concluderen dat het notebook van Otto dezelfde functie vervult als het interne biologische geheugen van Inga. Derhalve is voor Otto dat notebook letterlijk onderdeel van zijn cognitieve systeem. Dit is een gedachteexperiment dat een hele hoop filosofische analyses en psychologische onderzoeken heeft geïnspireerd om te zoeken naar die aard van cognitie. If, as we confront some task, a part of the world functions as a process which, were it done in the head, we would have no hesitation in recognizing as part of the cognitive process, then that part of the world is (so we claim) part of that cognitive process. Cognitive processes ain t (all) in the head! C. Wat is wetenschapsfilosofie? Wetenschapsfilosofie is een systematische reflectie op wetenschap in het algemeen of een bepaalde discipline (In dit geval psychologie): e.g. Wat is wetenschap, wat is kennis, wat is kennisgroei, wat is een verklaring, etc. Om het wetenschappelijk statuut te kunnen bepalen van de psychologie, moeten we eerst bepalen wat wetenschap nu eigenlijk is. Daarvoor hebben we dus wetenschapsfilosofie nodig. 12

13 Voorbeeld van wetenschapsfilosofische vraag: Waarom zijn S. Hawking s beweringen over zwarte gaten wetenschappelijk, en Joke Dammans beweringen over witte geesten niet? Waarom is dus kwantummechanica wel een wetenschap en astrologie niet? 3. Wat is de relevantie van grondslagen en wetenschapsfilosofie voor psychologen? Grondslagen: zie pagina 7 en 8 Wetenschapsfilosofie: zie pagina 9 en Logisch Positivisme/Logisch empirisme Wat is nu de wetenschappelijke status van psychologie? Om dat te beantwoorden moet je zicht hebben op wat wetenschap is. En met die vraag duiken we de wetenschapsfilosofie binnen, en we beginnen met het Logisch Positivisme/Logisch Empirisme. Dat markeert het ontstaan van de wetenschapsfilosofie. A. Een filosofisch probleem; betekenis van zinnen/uitspraken De Logisch Positivisten stelde zich ook de vraag wanneer iets wetenschappelijk is. Specifiek stelden ze de vraag Wanneer is een uitspraak/propositie betekenisvol?. Dat betekent hetzelfde als Wanneer is een uitspraak/propositie wetenschappelijk?. Het eerste kernprobleem waarmee ze zich bezig hielden, is Wat is nu de betekenis van een specifieke uitspraak?. De context waarin deze vraag gesteld werd, is de context van een continentale filosofie, en hierdoor een analytische filosofie. Zie bv. volgend citaat van Martin Heidegger ( ): De zo begrepen vrijheid van het zijnlaten van het zijnde vervult en voltrekt het wezen van de waarheid in de zin van de ontberging van het zijnde. De waarheid is geen keurmerk van de juiste zin die door een menselijk subject over een object uitgesproken wordt en dan ergens in een soort bereik geldt, maar de waarheid is de ontberging van het zijnde, die er is dank zij een openheid. Dit was serieuze filosofische kost rond de eeuwwisseling. Niemand verstaat daar iets van. Wat is het zijnde? Wat is een ontberging van het zijnde? Hoe moeten we openheid definiëren? En hoe zit dat met dat bereik? Dat weet niemand. Dit is de context waarin dat Logisch Positivisme naar voren kwam, want net als ons hadden zij en Wittgenstein I geen idee wat hier staat. Hoe kun je nu de betekenis van dergelijke zinnen achterhalen? Hoe kan je nu het wetenschappelijk karakter van dit soort zinnen vast leggen? Ze zijn betekenisloos: je hebt geen idee wat Heidegger hier bedoelde met zijn definitie van waarheid. Het Logisch Positivisme was een instrument, een analytisch hakmes om de betekenis van een uitspraak bloot te leggen en op basis daarvan te kunnen bepalen of een uitspraak wetenschappelijk is of niet. Deze zinnen leken ook voor hen volledig betekenisloos. Ze vroegen zich dan af: Wat is dan wel een criterium voor betekenisvolheid? Wanneer kan je dan wel zeggen dat een uitspraak betekenisvol is? Bijvoorbeeld De ziel is onsterfelijk. Hoe ga je nu de concrete betekenis hier 13

14 van vast leggen? Volgens de logisch positivisten kan je van dergelijke metafysische uitspraken niet eens zeggen of ze waar zijn of vals, simpelweg omdat je de betekenis ervan niet kent. Dus in die context stellen ze zich eerst de vraag wat de betekenis is van een zin, om dan vervolgens te bepalen of ze betekenisvol/wetenschappelijk is. B. Ludwig Wittgenstein (I) Een belangrijke inspirator van dergelijk gedachtegoed was Ludwig Wittgenstein I. Hij schreef in de loopgraven van de eerste Wereldoorlog zijn eerste werk Tractatus Logico-Philosophicus (1921). Dat was een groot succes en hij werd onthaald als een groot filosofisch genie. Het doel van het boek was om vast te leggen wanneer een uitspraak betekenisvol is of niet. (?) Wittgenstein verdedigde een correspondentietheorie van (1) de waarheid, en (2) betekenis (= picture theory of meaning). Een groot verschil tussen Wittgenstein en de Logisch Positivisten is dat Wittgenstein helemaal niet geïnteresseerd was in de wetenschap, maar het ging over de algemene vraag wanneer een stelling betekenisvol is. Wanneer een uitspraak wetenschappelijk is, daar hield hij zich afzijdig van en dat vond hij ook niet interessant. Maar zijn machinerie is opgepikt door die Logisch Positivisten en zij gingen Wat is een betekenisvolle uitspraak gelijkstellen aan Wat is een wetenschappelijke uitspraak. Zijn target waren zogenaamde factuele uitspraken, uitspraken over de empirie. Het ging niet om logische uitspraken zoals Alle cirkels zijn rond of Elke vrijgezel is ongehuwd, dat zijn conventies en definities. Het ging over factuele zinnen: zinnen die uitspraken doen over de werkelijkheid, bv. Er zijn nu 300 studenten psychologie in het auditorium Oehoe. Dergelijke uitspraken refereren aan een waarneembare werkelijkheid. Bij Wittgenstein zien we het demarcatieprincipe, net zoals bij de Logisch Positivisten: Een factuele uitspraak is betekenisvol als en slechts als er toetsing is aan de empirie. Met ander woorden, ze zijn te vergelijken met de stand van zaken in de werkelijkheid. Er zitten 300 mensen in de Oehoezaal : dergelijke uitspraak kan je toetsen aan de empirie door de mensen te tellen. Een uitspraak is betekenisvol voor Wittgenstein en voor de Logisch Positivisten op het moment dat je de empirie kan raadplegen om te kijken of een uitspraak waar of vals is. Het is dus niet zo dat alleen een ware uitspraak betekenisvol is of wetenschappelijk is, zolang je maar de empirie kan raadplegen/verifiëren. Dus verifieerbaarheid is het kunnen toetsen van een uitspraak aan de empirie. Bij een uitspraak als de waarheid is de ontberging van het zijnde, die er is dank zij een openheid is het niet mogelijk om de concepten op en zodanige manier te operationaliseren dat ze in contact komen met de werkelijkheid en toetsbaar zijn. Derhalve is dergelijke uitspraak niet betekenisvol. Dus verificatie betekent: Kan je de (on)waarheid van een (factuele) zin niet achterhalen door naar de werkelijkheid te kijken, dan is de zin betekenisloos. Voorbeelden van betekenisloze zinnen: 1. Jantje heeft een Oedipus complex 2. De ziel is onsterfelijk. Voorbeeld van betekenisvolle zin: 3. er zijn nu x mensen in zaal y Je ziet misschien al het probleem: in de psychologie wordt vaak verwezen naar constructen die je in de werkelijkheid helemaal niet kan waarnemen. De Logisch Positivisten zouden deze dus betekenisloos noemen. 14

15 C. Het empirisme van de Logisch Positivisten Wenen is een belangrijke stad. Wittgenstein kwam er vandaan, Freud kwam er vandaan, nog wat Logische Positivisten kwamen er vandaan: de grote denkers schoten er als paddenstoelen uit de grond. In de jaren 1920 ontstaat in Wenen een discussiegroep die af wil van onbegrijpelijke filosofie à la Heidegger (Logisch Positivisten = Wiener Kreis = Logisch empiristen). De groep bestond uit wetenschappers & filosofen, zoals: - Rudolph Carnap ( ); Filosoof. - Otto Neurath ( ); Socioloog; The scientific world-conception rejects metaphysical philosophy. (Neurath 1929) - Carl Hempel ( ); Kleine groep in Berlijn; Wetenschapsfilosoof. Enkele uitgangspunten van het logisch positivisme zijn: 1. Verwerping zinloze beweringen (Witg.): Je hebt een nulhypothese en een alternatieve hypothese. Hoe ga je dat testen? Regelmatig ga je dat testen door de empirie te raadplegen, bv. gedrag te observeren. Je vindt dit idee dus veelvuldig terug in de psychologische testpraktijk en andere wetenschappelijke praktijken. Je toetst de uitspraak aan de empirie, en dat is de kern van dat Logisch Empirisme. 2. Geünificeerde wetenschap: Carl Hempel heeft een verklaringsmodel opgesteld dat ons volgens hem in staat stelt om alle wetten uit verschillende disciplines met elkaar te linken. De Logische Positivisten waren ervan overtuigd dat wetenschappers zouden moeten werken aan een unificatie van alle wetenschappen en ze met elkaar in verband te brengen. 3. Verificatie (later confirmatie) als demarcatiecriterium (Witg.) a. Uitgangspunt # 1: verwerping zinloze beweringen / metafysica à la Heidegger Het doel LP is to remove the metaphysical and theological debris of millenia Ze gebruiken hierbij Wittgenstein I: zinvolle beweringen zijn verifieerbare beweringen. If someone asserts there is a God, the primary basis of the world is the unconsciousness, [ ], we do not say to him: what you say is false ; but we ask him: what do you mean by these statements. [ ] [These statements] reveal themselves as empty of meaning if one takes them in the way that metaphysicians intend (Otto Neurath; 1929). Dit is een voorbeeld van betekenisloze uitspraken volgens Otto Neurath omdat ze niet waar te nemen zijn in de empirie. Twentieth-century philosophy of science [ ] came into being by the light of the Vienna Circle of logical positivist philosophers, scientists and mathematicians, who thought it was time to stop metaphysics and its boundless speculative discussions, and to set philosophy upon the sure path of a science. (Alfred Ayer; 1959) Een dergelijke houding van die Logische Positivisten kan je al eerder terug vinden bij empirist David Hume. When we run over libraries, persuaded of these principles, what havoc must we make? If we take in our hand any volume--of divinity or school metaphysics, for instance--let us ask, Does it contain any abstract reasoning concerning quantity or number? No. Does it contain any experimental reasoning 15

16 concerning matter of fact and existence? No. Commit it then to the flames, for it can contain nothing but sophistry and illusion (David Hume; 1748) Zoals eerder gezegd: als je een dergelijke visie hanteert, heft dat natuurlijk grote gevolgen voor de psychologie. Traditionele termen als ziel, geest, intelligentie, angst, gedachte etc. werden als metafysisch beschouwd. Dit is qua basic outlook te vergelijken met het behaviorisme. Dat observeerbare zaken, gedrag en omgevingsfactoren die direct waarneembaar waren. Angst wordt dan angstig gedrag en intelligentie is een score op een IQ test b. Uitgangspunt # 2: een geünificeerde wetenschap Ze waren voorstander van een unificatie van verschillende wetenschappelijke domeinen middels reductie/afleiding van wetten (E.g., Wetten uit de sociologie, psychologie, biologie, scheikunde, natuurkunde, etc. zijn uit elkaar afleidbaar/reduceerbaar). Dat was het covering law model. Dat model is deductief nomologisch. Dat wil zeggen dat je een fenomeen kan verklaren op basis van een algemene wet en een beginconditie. Bijvoorbeeld de algemene wet is dat mensen sterfelijk zijn. De beginconditie is dat Socrates een mens is. Dan kan je afleiden dat Socrates sterfelijk is. Dat model is ook inductief-statistisch. Dat wil zeggen dat je hogere-niveau wetten kan afleiden uit meerdere fundamentele wetten. Je wil dus een wet verklaren/voorspellen op basis van meer algemene wetten. Bijvoorbeeld een thermodynamische wet kan je afleiden uit een meer fundamentele fysische wet. Het idee was dat je op die manier alle wetenschappen aan elkaar kan linken. c. Uitgangspunt # 3: een demarcatiecriterium De hamvraag is Wat is nu wetenschappelijk. Er zijn twee antwoorden uit het Logisch positivisme, beide problematisch (zie later): - Antwoord 1: Een theorie of bewering is wetenschappelijk als deze verifieerbaar is - Antwoord 2: Een theorie of bewering is wetenschappelijk als deze confirmeerbaar is (ingevoerd na de problemen met verificatie, zie later) Het demarcatiecriterium is een analytisch mes dat mooi het ene van het andere onderscheidt. In dit geval [1] betekenisvolle / wetenschappelijke van [2] betekenisloze / onwetenschappelijke uitspraken. Een niet-logische uitspraak p begrijpen betekent kunnen specificeren hoe p empirisch geverifieerd kan worden. Het demarcatiecriterium is dus empirische verifieerbaarheid. Empirische verifieerbaarheid betekent dat je gaat vergelijken met de stand van zaken in de werkelijkheid. Dat doe je a.d.h.v. ervaringen opgedaan via de zintuigen. De aanname is dat de ervaringen neutraal zijn, zodat ze kunnen 16

17 dienen als fundament voor de wetenschap. Het zijn raw data; sense data. Maar NB: zijn ervaringen wel echt neutraal? Neen! We kijken steeds vanuit een bepaalde theoriegeladenheid. In order to find the meaning of a proposition, we must transform it by successive definitions until finally only such words occur in it as can no longer be defined, but whose meanings can only be pointed out (Schlick) The criterion of the truth or falsity of the proposition the lies in the fact that under definite conditions (given in the definition) certain data are present, or not present (Schlick) D. Evaluatie van het Logisch Positivisme a. Problemen met verifieerbaarheid Het verifieerbaarheidsprincipe is zelf niet te verifiëren, dus is het betekenisloos! Verifieerbaarheid is zelfs een metafysisch begrip waarvoor geen verificatietool bestaat om het te testen (eerder een filosofengrap). b. Algemene wetten & het inductieprobleem Dit is wel een echt probleem. Het covering law model heeft een nomologische/wetmatige uitspraak nodig om iets te verklaren. Maar het punt is dat verifieerbaarheid je dat niet kan geven, want bij algemene wetten kan je nooit alle gevallen die onder die wet vallen verifiëren. Achter dat verifieerbaarheidsprincipe zit namelijk inductie. Middels inductie en verifieerbaarheid kom je dan tot algemene wetten. Je kan duizend witte zwanen geobserveerd hebben en je besluit tot de algemene wet dat alle zwanen wit zijn, dan hoeft er maar één zwarte zwaan bij te komen en je algemene wet valt overboord. Met andere woorden, verifieerbaarheid kan je nooit die algemene wetten geven die nodig zijn, omdat algemene wetten werken via inductie, en je kan nooit alle gevallen verifiëren. Algemene wetten zijn dus eigenlijk betekenisloos. c. Theoriegeladenheid van de waarneming Hoe stel je volgens de empiristen vast welke zin waar is? Door te kijken. Ze gaan ervan uit dat waarneming neutraal is, zodat het verifieerbaar is. Maar wat je ziet is theorie-geladen. Datgene wat je zit is bijna altijd gekaderd in een theoretische context in je hoofd waarmee je naar de werkelijkheid kijkt. Bijvoorbeeld Kijk NIET naar de baby in de foto Je ziet meteen een baby in de takken van de boom. 17

18 Theorie #1: Dit is een eend Theorie # 2: Dit is een konijn. Hoe stel je nu vast welke theorie correct is volgens de empiristen? Door te kijken. Maar nu kan je dat niet eenduidig vaststellen op basis van empirie. De waarneming is theoriegeladen (& de empirische data passen op verschillende theorieën.) Dus kan je het volgende besluiten: There are no raw sense data. Alles is aan interpretatie onderhevig en meerdere interpretaties zijn mogelijk. De theoriegeladenheid ondergraaft de correspondentie tussen de theorie en het verificatieprincipe. De Logische Positivisten verdedigden zich later met het coherentieprincipe: zolang alles intern coherent is, is het ook wetenschappelijk. Maar dat biedt ook geen oplossing, want dan zou bijvoorbeeld ook de wereld van Tolkien wetenschappelijk zijn, aangezien alles intern coherent is. E. Conclusie en vooruitblik Verificatie (en confirmatie) zijn geen geschikt demarcatieprincipe want je hebt geen neutrale sense data en je kan geen algemene wetten opmaken. Is falsificatie een beter criterium? 5. Falsificationisme Everybody knows nowadays that logical positivism is dead. But nobody suspects that there may be a question to be asked here the question Who is responsible?, or, rather, Who has done it? [ ] I fear that I must admit responsibility. - Karl R. Popper (1974: 69) Het Falsificationisme is groot geworden door Karl Popper. Hij was inderdaad wel de nagel aan de doodskist van het LP, maar hij was niet alleen. Er waren ook wel Logische Positivisten de problemen inzagen. Ook het principe van Falsificationisme steunt op de empirie, maar het geeft ook die theoriegeladenheid een plaats. Het komt vaak voor in de psychologische testpraktijk. Het idee is dat je je uitspraak zodanig moet formuleren zodat hij in tegenspraak kan komen met mogelijke observaties. Pas dan is de uitspraak wetenschappelijk. Als hij dan niet weerlegt/gefalsifieerd wordt, is hij ook waar. Bijvoorbeeld: Morgen om drie uur regent het buiten aan de Oehoe, of het regent niet. Deze uitspraak is perfect verifieerbaar. We kunnen allemaal morgen om drie uur gaan kijken. De uitspraak is dus betekenisvol volgens LP. Maar levert je dat wel inzicht op? Volgens Popper levert dat je geen enkel inzicht op. Je moet namelijk voorspellingen maken die risicovol en specifiek zijn, en vervolgens moet je de empirie gaan raadplegen om te toetsen of de voorspelling uitkomt. Komt de voorspelling niet uit, dan moet je je theorie overboord gooien of aanpassen. Stel dat we een minitheorie hebben over het weer. En uit onze theorie kunnen de we de voorspelling afleiden dat het morgen om drie uur voor de Oehoe zal regenen. Dan kunnen we morgen ook weer allemaal gaan kijken om te zien of die uitspraak klopt. Als het helemaal niet regent, dan levert dat het inzicht op dat er iets mis is met onze minitheorie. Volgens Popper moet je dan je theorie overboord gooien. Dit was zijn manier om wetenschappelijke 18

19 en niet-wetenschappelijke uitspraken van elkaar te onderscheiden: namelijk de uitspraak moet falsifieerbaar zijn. Dus ook al klopt het niet dat het morgen om drie uur aan de Oehoe gaat regenen, toch was die uitspraak wetenschappelijk omdat je het kan falsifiëren. A. Twee doelen/vraagstellingen van Popper Popper stelt de volgende vragen/doelen: - Kunnen we wetenschap redden van de irrationaliteit van inductie? Achter het verificatieprincipe zat namelijk een inductieprincipe: op basis van een aantal observaties wordt tot een algemene wet besloten. Maar hoeveel observaties je ook doet in de werkelijkheid, de kans bestaat altijd dat de volgende observatie in tegenspraak is met de wet en derhalve blijkt die algemene wet niet aanvaardbaar te zijn voor het covering law model. - Kunnen we een ander & beter demarcatiecriterium geven dan verificatie of confirmatie? Hoe kunnen we toch een onderscheid maken tussen wetenschap en pseudowetenschap? Popper beantwoordt beide vragen met ja : Falsificatie geeft je de middelen om dat te doen. B. Overeenkomsten & verschillen LP & Popper a. Overeenkomst: empirie De empirie is van groot belang. Zintuiglijke ervaring is een manier om kennis te verwerven: stel je uitspraak zo precies en zo falsifieerbaar mogelijk om en ga die toetsen (maar verificatie & confirmatie werken niet volgens Popper). Bijvoorbeeld: Freud stelt dat iedere jongen een Oedipuscomplex mee heeft gemaakt, en degenen die zeggen dat ze dat niet hebben meegemaakt, zijn in denial. Deze stelling kan dus zogezegd alles verklaren. Volgens Popper is dat dus pseudowetenschap, omdat ze niet falsifieerbaar is. b. Verschil: inductie - Logisch positivisme heeft een inductieprobleem: Een theorie kan nooit volledig geverifieerd worden via inductie, er is altijd een kans dat de volgende observatie de theorie zal tegenspreken, hoeveel observaties je ook doet. Bijgevolg kunnen de wetenschappelijke kernbevindingen (laws of nature) nooit 100 procent geverifieerd worden, en zijn ze dus onwetenschappelijk volgens het LP Zowel Heidegger, astrologie maar ook fysica moeten overboord. Door dat verificatiecriterium van het LP worden dus wel duidelijke pseudowetenschappen overboord gegooid, maar het kan niet de bedoeling zijn dat ook degelijke wetenschappen die je net wil behouden, zoals fysica, ook overboord moeten gegooid worden Doodsteek voor logisch positivisme: positivists, in their anxiety to annihilate metaphysics, annihilate natural science along with it (Popper) 19

20 - Hume s paradox: inductie kan niet deductief verdedigd worden (Bv. Je kan niet zeggen Ik heb 1000 witte zwanen gezien, dus de 1001 ste zwaan is ook zeker wit ), want dan is dat niet ampliatief, en ook niet inductief, maar circulair (je verklaart het gene wat je wil verklaren met het gene dat je wil verklaren). Een voorbeeld van een circulaire redenering is een woordspel van Voltaire: Waarom brengt opium je in slaap? Omdat opium dormative powers heeft. Dat klinkt wel goed, maar eigenlijk zeg je hier gewoon Opium brengt je in slaap omdat het je in slaap brengt. Iets soortgelijks gebeurt er wanneer je inductie gaat verdedigen op grond van deductieve gronden. - Popper: universele wetten hebben ontelbaar veel consequenties, maar je kan niet al die consequenties nagaan. Dus de waarschijnlijkheid van een solide algemene wet en een nietsolide algemene wet is bij allebei (vrijwel) 0. Dus inductie geeft je geen grip op wat wel wetenschap is en wat niet wetenschap is, want foute theorieën en goed geconfirmeerde theorieën hebben dezelfde waarschijnlijkheid. - Lottery paradox: Stel, er zijn 100 getallen en er is één winnend lot. De kans op het niet winnen voor elk getal 99 %; toch is 1 getal het winnend lot. Dus er kan wel iemand winnen, ook al was de kans om niet te winnen 99 procent Ofwel: waarschijnlijkheid is geen garantie voor waarheid (cf. 5 % betrouwbaarheidsinterval voor significantie: 1 op 20 resultaten klopt niet) - Raven paradox: de uitspraak alle raven zijn zwart is logisch equivalent aan de uitspraak elk object is zwart of geen raaf. Maar elk zwart object bevestigd de uitspraak dat alle raven zwart zijn! Dus: Sommige confirmaties niet interessant en niet relevant. Dit zijn vijf verschillende manieren op de problemen van inductie aan het licht te brengen. Het grootste probleem blijft natuurlijk dat je niet tot algemene wetten kan komen. c. Popper vs. LP: ander wetenschappelijk model/methode Veel wetenschappers zien Popper als een soort held, omdat hij een heel ander model van wetenschap voorstelt. Je begint niet met het doen van observaties om op basis daarvan te komen tot algemene beweringen, je werkt dus niet volgens een empiristische, inductieve methode want dat heeft volgens Popper geen kenmerkende eigenschap van wetenschap (cf. inductie probleem en onmogelijkheid verificatie algemene wetten). Een echte wetenschap hanteert een deductieve methode, meer specifiek de modus tollens: deduceren van observationele consequenties uit theorieën of wetten en initiële condities. Met andere woorden: je ziet hier die theoriegeladenheid terugkomen. Vanuit een bepaald theoretisch kader analyseren we het probleem dat we willen oplossen. Op basis van je model/theorie leidt je een bepaalde observationele consequentie af zodanig dat die falsifieerbaar is. Vervolgens ga je toetsten of die voorspelling ook uitkomt. Stel bv. dat we een minimodel hebben van het weer. Deductief kunnen we daar een bepaalde observationele consequentie uit afleiden, namelijk dat het gaat regenen morgen om drie uur aan de Oehoe. En vervolgens gaan we testen of die uitspraak klopt. Op het moment dat die voorspelling niet klopt, geeft dat aan dat ons model niet klopt (dus gefalsifieerd is) en over boord moet gegooid worden. Nog voorbeelden van modus tollens: - Als het regent (A) zijn de straten nat (B) (als A dan B) - De straten zijn niet nat (niet B) 20

21 - Derhalve: Het regent niet (niet A) - Mensen met depressie (A) slapen slecht (B) - Jantje slaapt goed (niet B) - Derhalve: Jantje heeft geen depressie (niet A) Volgens Popper redt modus tollens de wetenschap van de problemen van inductie (Oplossing probleem 1) en hebben we toch een manier om wetenschap van pseudowetenschap te onderscheiden. LP Eerst observaties, dan via inductie opstellen van wetten, die weer via inductie verifiëren of confirmeren Overzicht Popper Eerst een probleemsituatie (waarom?), er wordt een gissing gedaan (hypothese) en die probeer je vervolgens te weerleggen/falsifiëren. De theorie komt altijd voor observatie, nooit daarna: de observatie is probleemgestuurd (Theorieën fungeren als zoeklicht over de werkelijkheid; Wetenschappers observeren vanuit horizon van verwachtingen ; Geen bucket theory of the mind ) C. Karakterisering Falsificationisme Volgens Popper zijn Marx, Freud & Adler voorbeelden van pseudowetenschappers. Newton & Einstein zijn voorbeelden van echte wetenschappers. Maar wat is nu het verschil tussen wetenschap en niet-wetenschap? Een mogelijke suggestie is waarheid. Is het demarcatiecriterium wellicht waarheid? Nee, waarheid & justificatie zijn geen essentiële karakteristieken van wetenschappelijke kennis. Kennis is namelijk nooit zeker, falsificatie altijd mogelijk. Popper stelde bijgevolg dat Falsificationisme het juiste demarcatiecriterium levert (Oplossing probleem 2): Het falsificeerbaarheidscriterium is een oplossing voor dit demarcatieprobleem, want het zegt dat beweringen of stelsels van beweringen alleen wetenschappelijk zijn, wanneer zij in conflict kunnen komen met mogelijke, voorstelbare waarnemingen. (Karl Popper; 1978: 64) Hoe preciezer een uitspraak, des te meer falsifieerbaar. De uitspraak moet observaties verbieden (?). Popper gaat uit van vier stellingen in verband met Falsificationisme: - Feilbaarheid van de mens - Falsifieerbaarheid als demarcatiecriterium - Enkel falsifieerbare theorieën zijn informatief - Enkel door falsificatie kunnen we kennis vergroten 21

Immanuel Kant. Rationalisten meenden dat de rede de bron van kennis is; college 2 Wetenschapsfilosofie

Immanuel Kant. Rationalisten meenden dat de rede de bron van kennis is; college 2 Wetenschapsfilosofie Grondslagen van de Psychologie college 2 Wetenschapsfilosofie 06-02-2009 recapitulatie Rationalisten meenden dat de rede de bron van kennis is; Empiristen meenden dat de ervaring door de waarneming de

Nadere informatie

Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie. 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf

Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie. 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf Tilburg University Sociale Filosofie en Wetenschapsfilosofie Proeftentamen Sociale Filosofie en wetenschapsfilosofie

Nadere informatie

Geologica. Logisch Empirisme, Popper en Kuhn. Opzet van dit college. Rationalisme. Wat is kennis? Wetenschappelijke Revolutie.

Geologica. Logisch Empirisme, Popper en Kuhn. Opzet van dit college. Rationalisme. Wat is kennis? Wetenschappelijke Revolutie. Geologica Logisch Empirisme, Popper en Kuhn Gastcollege Kai Eigner Vrije Universiteit Amsterdam Opzet van dit college Wat is kennis Deductie en inductie Logisch empirisme Popper Kuhn Wat is kennis? Hoe

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie vwo II

Eindexamen Filosofie vwo II 3 Antwoordmodel Opgave 1 De empirische werkelijkheid 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een goede uitleg van wat het verificatie- en het confirmatieprincipe inhouden 2 een goede uitleg dat

Nadere informatie

Wetenschaps- filosofie. Wolter Kaper AMSTEL-instituut

Wetenschaps- filosofie. Wolter Kaper AMSTEL-instituut Wetenschaps- filosofie Wolter Kaper AMSTEL-instituut Wetenschap en methode Vandaag: Wetenschapsfilosofie Wat is wetenschap? Hoe wordt vooruitgang geboekt? Zoeken naar waarheid? Bestaat er een tijdloze

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Handleiding bij Wondere wetenschap

Handleiding bij Wondere wetenschap 18 Handleiding bij Wondere wetenschap Handleiding bij Wondere wetenschap les 1 De kracht en de grenzen van het wetenschappelijk denken 1 De leerlingen kunnen in hun eigen woorden de betekenis uitleggen

Nadere informatie

BEGRIJPEN EPISTEMISCH SIGNIFICANT?

BEGRIJPEN EPISTEMISCH SIGNIFICANT? BEGRIJPEN EPISTEMISCH SIGNIFICANT? CASUS BEHAVIORISME Kai Eigner Faculteit Wijsbegeerte, Vrije Universiteit Amsterdam NVWF Najaarssymposium SPUI25, Amsterdam, 17 december 2012 Opzet Understanding Scientific

Nadere informatie

Filosofie voor de Wetenschappen

Filosofie voor de Wetenschappen Date 15-10-2013 1 Filosofie voor de Wetenschappen Presentatie voor de Honours-studenten van de Rijksuniversiteit Gent Jan-Willem Romeijn Faculteit Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Date 15-10-2013

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!! Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

Overzicht. ! Wetenschapsfilosofie = kritische reflectie over wetenschap. ! Inzicht in welke soorten onderwerpen wetenschapsfilosofen behandelen.

Overzicht. ! Wetenschapsfilosofie = kritische reflectie over wetenschap. ! Inzicht in welke soorten onderwerpen wetenschapsfilosofen behandelen. 1 Overzicht! Wetenschapsfilosofie = kritische reflectie over wetenschap.! Inzicht in welke soorten onderwerpen wetenschapsfilosofen behandelen.! Tegelijkertijd: andere voordrachten in de reeks situeren

Nadere informatie

Opgave 3 De gewapende overval

Opgave 3 De gewapende overval Opgave 3 De gewapende overval 12 maximumscore 2 een argumentatie dat het idee van vrije wil als bovennatuurlijke kracht in het kader van vrije wil als bewuste aansturing voor veel mensen aantrekkelijk

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2002-I

Eindexamen filosofie vwo 2002-I Opgave 1 Wetenschappelijke verklaringswijzen Maximumscore 3 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een antwoord op de vraag of de Weense Kring de uitspraak zinvol zou vinden: ja 1 een omschrijving

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

1. Waarom wetenschapsleer... 2

1. Waarom wetenschapsleer... 2 INHOUDSOPGAVE 1. Waarom wetenschapsleer... 2 1.1. Introductie... 2 1.2. De vijf eigenschappen van wetenschappelijk kennis... 2 1.3. Misopvattingen met betrekking tot managementwetenschappen... 2 1.4. Het

Nadere informatie

Inleiding Cognitiefilosofie. 18 april 2018 Elsbeth Brouwer

Inleiding Cognitiefilosofie. 18 april 2018 Elsbeth Brouwer Inleiding Cognitiefilosofie 18 april 2018 Elsbeth Brouwer Wat is (onderdeel van) cognitie? Suggesties in de literatuur: Ziel Geest Kennis Vermogen om kennis te verkrijgen Processen van verwerking van informatie

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo II

Eindexamen filosofie vwo II Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Filosofie (nieuwe stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak CV39 Begin

Correctievoorschrift VWO. Filosofie (nieuwe stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak CV39 Begin Filosofie (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak 0009 CV39 Begin 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts 1 maximumscore 3 een uitleg dat de schnauzer vragen stelt die blijk geven van metafysisch scepticisme: hij vraagt zich af of er wel een buitenwereld

Nadere informatie

Filosofie van de wiskundige praktijk (naturalisme) Bart Van Kerkhove

Filosofie van de wiskundige praktijk (naturalisme) Bart Van Kerkhove Filosofie van de wiskundige praktijk (naturalisme) Bart Van Kerkhove Agenda Wat na de grondslagencrisis? Aandacht voor praktijk Epistemologisch naturalisme (2e h 20e eeuw) - W.V.O. Quine - Thomas Kuhn

Nadere informatie

n filosofie n wetenschapsfilosofie n soorten wetenschap n filosofie van de informatica n inhoud college n werkwijze college

n filosofie n wetenschapsfilosofie n soorten wetenschap n filosofie van de informatica n inhoud college n werkwijze college Filosofie van de Informatica FILOSOFIE VAN DE INFORMATICA Prof. Dr. John-Jules Meyer Dr. R. Starmans Dr. J. Broersen n n wetenschaps n soorten wetenschap n van de informatica n inhoud college n werkwijze

Nadere informatie

De Sinn van fictie. Wouter Bouvy March 12, 2006

De Sinn van fictie. Wouter Bouvy March 12, 2006 De Sinn van fictie Wouter Bouvy 3079171 March 12, 2006 1 Inleiding Hoe is het mogelijk dat mensen de waarheid van proposities over fictie zo kunnen bepalen dat iedereen het er mee eens is? Kan een theorie

Nadere informatie

BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN

BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN BEWUSTZIJN BEWUSTZIJN ZELFBEWUST-ZIJN N.B. KANT (APPERCEPTIE) BEWUSTZIJN LEVEND WEZEN BEWUSTZIJN (CREATURE CONSCIOUSNESS) BEWUSTZIJN VAN MENTALE TOESTANDEN

Nadere informatie

BEGRIP ALS MIDDEL EN DOEL VAN WETENSCHAP

BEGRIP ALS MIDDEL EN DOEL VAN WETENSCHAP BEGRIP ALS MIDDEL EN DOEL VAN WETENSCHAP Henk W. de Regt Faculteit Wijsbegeerte, Vrije Universiteit Amsterdam NVWF Najaarssymposium SPUI25, Amsterdam, 17 december 2012 Opzet Hoofdvraag: Hoe geeft de wetenschap

Nadere informatie

astrologie, wetenschap en onderzoek

astrologie, wetenschap en onderzoek astrologie, wetenschap en onderzoek Hans van Oosterhout 1-14 Nederlandse Vereniging, opgericht in 1971 Astrologen, wetenschappers en andere geïnteresseerden. NVWOA-leden zijn niet per definitie astrologen.

Nadere informatie

20-2-2009. Debat: het realisme vs. anti-realisme debat

20-2-2009. Debat: het realisme vs. anti-realisme debat Grondslagen van de Psychologie college 7 wetenschapsfilosofie 26-02-2009 het debat recapitulatie Start kennisleer: rationalisme vs. empirisme; Vanaf log.pos.: wetenschapsfilosofie: wat is wetenschap; Poging

Nadere informatie

Eliminative Materialism and the Propositional Attitudes

Eliminative Materialism and the Propositional Attitudes Eliminative Materialism and the Propositional Attitudes Paul Churchland Roderik Emmerink Rijksuniversiteit Groningen 21 december 2005 Inhoud 1 Introductie 2 Waarom FP een theorie is 3 Waarom FP wel eens

Nadere informatie

Naam student. Examennummer. Handtekening

Naam student. Examennummer. Handtekening Business Administration / Bedrijfskunde Naam student Examennummer : : Handtekening : Schriftelijk Tentamen Algemeen Vak: Wetenschapsleer Groep: 1 Vakcode: BKB0016 Soort tentamen Gesloten boek (open of

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie vwo 2001 - I

Eindexamen Filosofie vwo 2001 - I Eindexamen Filosofie vwo 00 - I 3 Antwoordmodel Opgave Het ontstaan van leven Een juist antwoord bevat de volgende elementen: een goede uitleg van wat inductie is; een goede uitleg van het inductieprobleem

Nadere informatie

foundationalist: Er zijn zelf-evidente, en dus zelfrechtvaardigende, overtuigingen. Er zijn zelf-evidente, waarheidsbehoudende inferentieregels.

foundationalist: Er zijn zelf-evidente, en dus zelfrechtvaardigende, overtuigingen. Er zijn zelf-evidente, waarheidsbehoudende inferentieregels. Foundationalisme en a priori overtuigingen foundationalist: Er zijn zelf-evidente, en dus zelfrechtvaardigende, a priori overtuigingen. Er zijn zelf-evidente, waarheidsbehoudende inferentieregels. Terreinen

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Filosofie (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 2. 200029 CV38 Begin

Correctievoorschrift VWO. Filosofie (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 2. 200029 CV38 Begin Filosofie (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak 0009 CV38 Begin 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming

Nadere informatie

2) De voornaamste en meest frequente manier waarop vooruitgang gemaakt wordt in de

2) De voornaamste en meest frequente manier waarop vooruitgang gemaakt wordt in de Proefexamen wetenschappelijke methoden 1) Een intervalschaal is: a) Een absolute schaal van afstanden b) Een absolute schaal van rangordeningen c) Een verhoudingsschaal van afstanden d) Een verhoudingsschaal

Nadere informatie

Methoden Week 1, 2, 4. College 2. Eerst: stukje wetenschapsfilosofie. Empirisch-analytisch onderzoek. Onderzoeksbenaderingen (wetenschapsparadigma s)

Methoden Week 1, 2, 4. College 2. Eerst: stukje wetenschapsfilosofie. Empirisch-analytisch onderzoek. Onderzoeksbenaderingen (wetenschapsparadigma s) College 2 Wetenschappelijke Onderzoeksmethoden 2009-2010 Methoden Week 1, 2, 4 Methoden Onderzoek en onderzoeksplan Onderzoeksbenaderingen Theorieën en Operationaliseren Rapporteren/communiceren 1 2 Eerst:

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? GOTTLOB FREGE (1848 1925) Uitvinder moderne logica Vader van de taalfilosofie BEGRIFFSCHRIFT (1879) Bevat moderne propositie en predicaten-logica Syllogistiek

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen

Nadere informatie

Geest, brein en cognitie

Geest, brein en cognitie Geest, brein en cognitie Filosofie van de geest en Grondslagen van de cognitiewetenschap Fred Keijzer 1 Overzicht: Wat is filosofie en waarom is dit relevant voor cognitiewetenschap en kunstmatige intelligentie?

Nadere informatie

Theorie en Empirisch Onderzoek [TEO] Werkcollege 1.1 Harry BG Ganzeboom 2015/02/01

Theorie en Empirisch Onderzoek [TEO] Werkcollege 1.1 Harry BG Ganzeboom 2015/02/01 Theorie en Empirisch Onderzoek [TEO] Werkcollege 1.1 Harry BG Ganzeboom 2015/02/01 Doelstellingen van TEO Voorbereiding op de BA thesis, met name het methodologisch hoofdstuk daarvan. Daarin komt aan de

Nadere informatie

Kritisch denken over complexe politieke problemen. Margarita Jeliazkova Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede

Kritisch denken over complexe politieke problemen. Margarita Jeliazkova Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede Kritisch denken over complexe politieke problemen Margarita Jeliazkova Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede Agenda Wat is kritisch denken en wat is het niet? Wat zijn complexe maatschappelijke

Nadere informatie

Voor wat betreft het multiple choice gedeelte heeft elke vraag altijd 3 mogelijke antwoorden, waarvan er slechts één het juiste is!

Voor wat betreft het multiple choice gedeelte heeft elke vraag altijd 3 mogelijke antwoorden, waarvan er slechts één het juiste is! KLEIN PROEFTENTAMEN WETENSCHAPSLEER Let op: Het tentamen bestaat straks uit 20 multiple choice vragen en 2 open vragen. In totaal zijn dus 100 punten te verdienen (= cijfer: 10). In het multiple choice

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? GOTTLOB (1848 1925) Uitvinder moderne logica Vader van de taalfilosofie BEGRIFFSCHRIFT (1879) Bevat moderne proposioe en predicaten- logica SyllogisOek

Nadere informatie

recapitulatie 1.1 Voorlopige karakterisering van bewustzijn

recapitulatie 1.1 Voorlopige karakterisering van bewustzijn Grondslagen van de Psychologie college 9 philosophy of mind & cognition 05-03-2009 recapitulatie Wetenschapsfilosofie gaat ofwel over [1] wetenschap in het algemeen, ofwel over [2] een specifieke wetenschap;

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Mens en machine. Gert-Jan Lokhorst

Mens en machine. Gert-Jan Lokhorst 1 Mens en machine Gert-Jan Lokhorst Centrum voor de Filosofie van de Informatie- en Communicatie Technologie, Faculteit der Wijsbegeerte, Erasmus Universiteit Rotterdam. 25 sept. 2002 2 Vraagstelling Is

Nadere informatie

1. Imre Lakatos. college 5 Wetenschapsfilosofie 19-02-2009. Onderzoeksprogramma s

1. Imre Lakatos. college 5 Wetenschapsfilosofie 19-02-2009. Onderzoeksprogramma s Grondslagen van de Psychologie college 5 Wetenschapsfilosofie 19-02-2009 Goedkope laptops! Aan het eind van dit college komt Joep Bastiaans van ISL automatisering; Dit is een initiatief van de faculteit

Nadere informatie

Filosofie van de geest: WB3027. Bijeenkomst #4 (19 nov 2009) I feel your pain : Wittgenstein en Malcolm over de identificatie van pijn

Filosofie van de geest: WB3027. Bijeenkomst #4 (19 nov 2009) I feel your pain : Wittgenstein en Malcolm over de identificatie van pijn Filosofie van de geest: WB3027 Bijeenkomst #4 (19 nov 2009) I feel your pain : Wittgenstein en Malcolm over de identificatie van pijn Overzicht van vandaag Citaten van Jackson & Nagel Het other minds probleem

Nadere informatie

Woord vooraf Opbouw van deze studie

Woord vooraf Opbouw van deze studie Woord vooraf Opbouw van deze studie XIII XVI DEEL I: PROBLEEMSTELLING 1 HOOFDSTUK I ONTWIKKELING EN STAGNATIE IN DE PSYCHIATRIE 2 Inleiding 2 1. 1 Psychiatrie en geestelijke gezondheidszorg - stand van

Nadere informatie

1. Waarom dit boek? 8

1. Waarom dit boek? 8 Inleiding 1. Waarom dit boek? 8 2. Overzicht van dit boek 9 2.1 Algemene versus speciale wetenschapsfilosofie 9 2.2 Het doel van wetenschap 10 2.3 Correlaties en causaliteit 10 2.4 Wetten en theorieën

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 13 25

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 13 25 De beginselen van de moderne psychologie: de introspectiepsychologie 2 verschillende beginjaren van de psychologie Wundt (1876) Eerste psychologische laboratorium voor onderzoek William James (1879) Eerste

Nadere informatie

Het laboratorium in je hoofd. Pim Lemmens

Het laboratorium in je hoofd. Pim Lemmens Het laboratorium in je hoofd Pim Lemmens Oefening 1 Stel, het is mogelijk om mensen vrijwel instantaan te beamen van de ene plaats naar de andere (vgl. Star Trek) We vormen samen een ministerraad die wetgeving

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Vrijdag 21 juni uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Vrijdag 21 juni uur Filosofie (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Vrijdag 21 juni 10.00 13.00 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen; het examen bestaat uit 12

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38646 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pronk, Michiel Title: Verandering van geloofsvoorstelling : analyse van legitimaties

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Kennis en geloof

Hoofdstuk 2. Kennis en geloof Hoofdstuk 2 Kennis en geloof Kennis of dogma Is religieus geloof een vorm van kennis? Is het mogelijk een rationeel bewijs van het bestaan van God te geven? Is religieus taalgebruik betekenisvol? Vormen

Nadere informatie

Bachelorproef suggesties Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie (CLW)

Bachelorproef suggesties Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie (CLW) Bachelorproef suggesties Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie (CLW) VERSIE 02/10/2015 Website: http://logica.ugent.be/centrum/ Dit zijn meer gerichte voorstellen. Voor de bredere onderzoeksinteressen

Nadere informatie

Overzicht van vandaag. Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson ( , blok 2) Het other minds probleem. Het argument from analogy

Overzicht van vandaag. Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson ( , blok 2) Het other minds probleem. Het argument from analogy Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson (2006-07, blok 2) Bijeenkomst #4 (23 nov 2006) I feel your pain : Wittgenstein en Malcolm over de identificatie van pijn Overzicht van vandaag Logistiek: BSCW

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Vrijdag 21 juni uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Vrijdag 21 juni uur Filosofie (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Vrijdag 21 juni 10.00 13.00 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 42 punten te behalen; het examen bestaat uit 11

Nadere informatie

Four-card problem. Input

Four-card problem. Input Four-card problem The four-card problem (also known as the Wason selection task) is a logic puzzle devised by Peter Cathcart Wason in 1966. It is one of the most famous tasks in the study of deductive

Nadere informatie

Kritisch Denken met Rationale

Kritisch Denken met Rationale Docentendag Maatschappijleer 2018 Kritisch Denken met Rationale Timo ter Berg & Daan van Riet Kritisch Denken Inhoud 1. Introductie 2. Belang Kritisch Denken (= KD) 3. Wat is KD? 4. Hoe ontwikkel je KD-vaardigheden?

Nadere informatie

Wetenschapsfilosofie, groei of breuken in kennis

Wetenschapsfilosofie, groei of breuken in kennis Wetenschapsfilosofie, groei of breuken in kennis Inleiding In dit stuk zal een antwoord worden gezocht op de vraag of we kunnen spreken over wetenschappelijke groei of dat we veeleer moeten spreken over

Nadere informatie

Inhoud. Wanneer is wetenschap ontstaan?

Inhoud. Wanneer is wetenschap ontstaan? De wetenschappelijke wereld College Onderzoeksmethoden 21 september 2006 Wolter Pieters waar m oet je zelf op letten? waar moet je zelf op letten? Wat is wetenschap? Wanneer is wetenschap ontstaan? De

Nadere informatie

Filosofie van de Informatica

Filosofie van de Informatica Filosofie van de Informatica College 4, 5 en 6 Filosofie van de empirische wetenschappen 2006-2007 dr. R.J.C.M. Starmans Programma college 5 Inleiding en terugkoppeling college 4 Voortzetting historische

Nadere informatie

Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie. Inleidend College Niels Taatgen

Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie. Inleidend College Niels Taatgen Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie Inleidend College Niels Taatgen Inhoud vandaag! Wat is kunstmatige intelligentie?! Vakgebieden die bijdragen aan de AI! Kunnen computers denken?! Hoe denken mensen

Nadere informatie

Verrassing! De waarde van riskante voorspellingen. Presentatie voor de Nederlandse Vereniging voor Wetenschapsfilosofie

Verrassing! De waarde van riskante voorspellingen. Presentatie voor de Nederlandse Vereniging voor Wetenschapsfilosofie Datum 15.06.2012 Verrassing! De waarde van riskante voorspellingen Presentatie voor de Nederlandse Vereniging voor Wetenschapsfilosofie Jan-Willem Romeijn Faculteit Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

Lorentz Lyceum. Datum: Onderwerp: Identiteit & samenleving

Lorentz Lyceum. Datum: Onderwerp: Identiteit & samenleving Lorentz Lyceum Datum: 3-4-2017 Onderwerp: Identiteit & samenleving Inhoudsopgave 1. Centrale vraag 2. Begripsverheldering 3. Plato s cave & Theseus s ship 4. Kant s Ruimte en Tijd 5. Vier vragen Immanuel

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Filosofie (oude stijl)

Correctievoorschrift VWO. Filosofie (oude stijl) Filosofie (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op 6 juni de scores van de alfabetisch eerste tien kandidaten per school op

Nadere informatie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (3) Ons gezelschap helpt gemeenschappen te vormen en te binden (4) De producties

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

werkcollege 6 - D&P10: Hypothesis testing using a single sample

werkcollege 6 - D&P10: Hypothesis testing using a single sample cursus huiswerk opgaven Ch.9: 1, 8, 11, 12, 20, 26, 36, 37, 71 werkcollege 6 - D&P10: Hypothesis testing using a single sample Activities 9.3 en 9.4 van schatting naar toetsing vorige bijeenkomst: populatie-kenmerk

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze To answer this question,

Nadere informatie

Inleiding tot het wetenschappelijk werk

Inleiding tot het wetenschappelijk werk 3de bach FBE Inleiding tot het wetenschappelijk werk WEW / notities Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 178 3,20 1 2 Samenvatting Wetenschappelijk economisch werk (WEW) Research

Nadere informatie

Valkuilen bij Nulhypothese Toetsen inleiding tot het gastcollege van Dr. Eric-Jan Wagenmakers. Peter Grünwald HOVO

Valkuilen bij Nulhypothese Toetsen inleiding tot het gastcollege van Dr. Eric-Jan Wagenmakers. Peter Grünwald HOVO Valkuilen bij Nulhypothese Toetsen inleiding tot het gastcollege van Dr. Eric-Jan Wagenmakers Peter Grünwald HOVO 24-10 2011 Frequentistisch Toetsen Vrijwel alle wetenschappelijke onderzoeken waarover

Nadere informatie

Materie en geest. Grenzen aan het fysische wereldbeeld. Gerard Nienhuis. Universiteit Leiden. Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018

Materie en geest. Grenzen aan het fysische wereldbeeld. Gerard Nienhuis. Universiteit Leiden. Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018 Materie en geest Grenzen aan het fysische wereldbeeld Gerard Nienhuis Universiteit Leiden Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018 Natuurwetenschap: Natuurwetenschap is basis van wereldbeeld geworden.

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3

Pre-Academisch Onderwijs. Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3 Pre-Academisch Onderwijs Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3 OVERZICHT MODULES LEERJAAR 2 Wetenschapsfilosofie In deze module zul je naast de kennis over wetenschapsfilosofie,

Nadere informatie

Logica op het Leonardo. Een inleiding

Logica op het Leonardo. Een inleiding Logica op het Leonardo Een inleiding Tekst 1 Alle onpartijdige waarnemers en alle geloofwaardige theoretici gaan ervan uit dat wanneer de fundamentele structuren van een samenleving rechtvaardig zijn,

Nadere informatie

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015 Examenprogramma NLT vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen en technologie

Nadere informatie

Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme

Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme Wouter Bouvy 3079171 October 15, 2006 Abstract Dit artikel behandelt Mental Events van Donald Davidson. In Mental Events beschrijft Davidson

Nadere informatie

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014 Opgave 2 Spiritueel scepticisme tekst 6 Jed McKenna is de schrijver van verschillende boeken over spiritualiteit. In zijn boeken speelt hij de hoofdrol als leraar van een leefgemeenschap. McKenna is spiritueel

Nadere informatie

In deze les. Het experiment. Hoe bereid je het voor? Een beetje wetenschapsfilosofie. Literatuuronderzoek (1) Het onderwerp.

In deze les. Het experiment. Hoe bereid je het voor? Een beetje wetenschapsfilosofie. Literatuuronderzoek (1) Het onderwerp. In deze les Het experiment Bart de Boer Hoe doe je een experiment? Hoe bereid je het voor? De probleemstelling Literatuuronderzoek Bedenken/kiezen experimentele opstelling Bedenken/kiezen analysevorm Hoe

Nadere informatie

Opgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking

Opgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking * PTA code: ED/st/05 * Docent: MLR * Toetsduur: 100 minuten. * Deze toets bestaat uit 11 vragen. Het totaal aantal punten dat je kunt behalen is: 32. * Kijk voor je begint telkens eerst de vraag kort door,

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE WAT IS BETEKENIS? MENTALISME John Locke (1632 1704) An Essay concerning Human Understanding (1689) MENTALISME Words in their primary or immediate Signification, stand for nothing, but the

Nadere informatie

GOED ALS NIEUW WETENSCHAPSFILOSOFIE LEERLINGENHANDLEIDING

GOED ALS NIEUW WETENSCHAPSFILOSOFIE LEERLINGENHANDLEIDING ZO GOED ALS NIEUW WETENSCHAPSFILOSOFIE LES WETENSCHAPSFILOSFIE Bijna elke dag zie je op TV en internet wel nieuws over wetenschappelijke onderwerpen, van sterrenkunde tot gedragsbiologie, van psychologie

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

werkcollege 7 - D&P10: Hypothesis testing using a single sample

werkcollege 7 - D&P10: Hypothesis testing using a single sample cursus 11 mei 2012 werkcollege 7 - D&P10: Hypothesis testing using a single sample huiswerk opgaven Ch.9: 1, 8, 11, 12, 20, 26, 36, 37, 71 Activities 9.3 en 9.4 experimenten zelf deelnemen als proefpersoon

Nadere informatie

Het disciplinaire future self als bron van motivatie en activatie

Het disciplinaire future self als bron van motivatie en activatie Het disciplinaire future self als bron van motivatie en activatie Onderwijsproject Faculteit Wetenschappen 2014-2015 promotor: Prof. Dr. Philippe Muchez Het disciplinaire future self Possible selves represent

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn?

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn? Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn? 11 maximumscore 2 een uitleg met een citaat uit tekst 7 dat Nagels probleem van de vleermuizen een epistemologisch probleem van andere geesten is: we weten

Nadere informatie

Zelfstudiefiches M&T: Deel 1 (H1-3)

Zelfstudiefiches M&T: Deel 1 (H1-3) Zelfstudiefiches M&T: Deel 1 (H1-3) Lees eerst het document Toelichting fiches Hoofdstuk 1 1. Noteer/markeer de vier doelstellingen van dit boek De verschillende doelstellingen zeggen niet alleen iets

Nadere informatie

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau)

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau) BIJLAGE 1 Examenprogramma NLT havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen

Nadere informatie

Computing machinery and Intelligence. A. M. Turing. Samengevat door: Matthijs Melissen

Computing machinery and Intelligence. A. M. Turing. Samengevat door: Matthijs Melissen Computing machinery and Intelligence A. M. Turing Samengevat door: Matthijs Melissen Ik stel voor om de vraag Kunnen machines denken? te behandelen door te kijken naar een zogenaamd imitatiespel. Hiervoor

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie II

Eindexamen vwo filosofie II Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 INHOUD VOORWOORD 11 INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 HOOFDSTUK 1. Op zoek naar een stabiele werkelijkheid. De Oudheid (6 de eeuw v.c. 6 de eeuw n.c.) 25 1. Het ontstaan

Nadere informatie

Wetenschappelijk Betoog: Coherente opvatting van de wetenschap. Door Bastiaan Grutterink

Wetenschappelijk Betoog: Coherente opvatting van de wetenschap. Door Bastiaan Grutterink Wetenschappelijk Betoog: Coherente opvatting van de wetenschap Door Bastiaan Grutterink Het filosofische idee of theorie die de coherentie theorie over waarheid heet zal het onderwerp van dit betoog zijn.

Nadere informatie

Hoorcollege 3 + hoorcollege 4: Post-positivisme (vervolg) en Lakatos

Hoorcollege 3 + hoorcollege 4: Post-positivisme (vervolg) en Lakatos Hoorcollege 3 + hoorcollege 4: Post-positivisme (vervolg) en Lakatos Wetenschapsfilosofie van Kuhn Niet normatief: niet voorschrijvend. Maar: beschrijvend; kijken naar wat wetenschappers doen. Dus: Context

Nadere informatie

In de voetsporen van Popper en Kuhn

In de voetsporen van Popper en Kuhn n de voetsporen van Popper en Kuhn Bart Van Kerkhove Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie gastles bij ngenieur en maatschappij 9maart2016 nhoud 1Theorieenwerkelijkheid 2Verificatieleer 3Confirmatieleer

Nadere informatie

AXIOMATIEK VAN GETALLEN, vergezichten vanuit mijn ivoren toren

AXIOMATIEK VAN GETALLEN, vergezichten vanuit mijn ivoren toren AXIOMATIEK VAN GETALLEN, vergezichten vanuit mijn ivoren toren Bas Edixhoven Universiteit Leiden KNAW symposium Rekenen, 30 juni 2014 Wat volgt is slechts mijn eigen mening. Deze aantekeningen zal ik op

Nadere informatie