Ziek of arbeidsongeschikt?

Transcriptie

1 Ziek of arbeidsongeschikt? SBZ vult uw uitkering aan. En uw pensioenopbouw wordt voortgezet. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars

2 De arbeidsongeschiktheidswetgeving Op 1 januari 2006 is de WAO vervangen door de WIA. Het traject van ziekmelding tot arbeidongeschiktheidsuitkering kent een aantal stadia, die in het schema worden uitgelegd. Vanaf de toekenning van een WIA-uitkering kunt u in aanmerking komen voor een aanvulling van SBZ op uw uitkering, en de pensioenopbouw wordt premievrij voortgezet. ziekmelding 1e jaar: 100% loondoorbetaling 2e jaar: 70-90% loondoorbetaling, afhankelijk van uw reïntegratie-inspanning keuring respectievelijk toekenning WIA-uitkering 3 e jaar en daarna: volledig en duurzaam arbeidsongeschikt: IVA 70% van uw oude salaris gedeeltelijk arbeidsongeschikt of volledig maar tijdelijk arbeidsongeschikt: WGA WGA fase een: loongerelateerde uitkering, eigen inkomsten worden gedeeltelijk verrekend, maar werken loont altijd WGA fase twee: bij hoge eigen verdiensten krijgt u de (hoge) loonaanvullingsuitkering, bij geringe of geen eigen verdiensten krijgt u de lage vervolguitkering. De eigen verdiensten mag u houden. SBZ vult uw arbeidsongeschiktheidsuitkering aan, de hoogte van de aanvulling is afhankelijk van uw arbeidsongeschiktheidspercentage en uw arbeidsgeschiktheidscapaciteit. + Premievrije pensioenopbouw naar rato van uw arbeidsongeschiktheidspercentage.

3 De eerste twee jaar: van ziekmelding tot keuring Als u zich ziek meldt en ziek blijft, krijgt u gedurende de eerste twee jaar uw loon doorbetaald, zo stelt de CAOzorgverzekeraars. Het eerste jaar van uw ziekte wordt 100% van uw loon doorbetaald. In het het tweede jaar krijgt u 70% à 90%, afhankelijk van uw reïntegratie-inspanningen, althans, voor zover u redelijkerwijs geacht kunt worden een dergelijke inspanning te kunnen leveren. Uw werkgever en u zijn er gezamenlijk verantwoordelijk voor dat u weer aan de slag gaat. Aan het eind van de eerste twee ziektejaren wordt u gekeurd door een keuringsarts van het UWV. Er zijn twee mogelijke uitkomsten: 1. U wordt volledig en duurzaam arbeidsongeschikt verklaard. Dit houdt in dat er niet van u verwacht wordt dat u ooit nog kunt werken* en er wordt op dat gebied dan ook geen inspanning meer van u verwacht. U krijgt een IVA-uitkering (IVA staat voor inkomensverzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten) van 70% van uw laatstverdiende salaris, met een maximum van h per jaar (dat is 70% van het maximum jaarloon van h , cijfer 2006). SBZ vult deze uitkering aan tot 80% van uw laatstverdiende loon, deze aanvulling heet: arbeidsongeschiktheidspensioen. Deze aanvulling tot 80% duurt standaard maximaal vier jaar. Daarna wordt de aanvulling verlaagd tot 70% tot aan de (ver- vroegde) pensioendatum, tenzij er voor die tijd iets aan uw arbeidsongeschiktheid verandert. Een bij SBZ aangesloten werkgever heeft echter de keuze om het arbeidsongeschiktheidspensioen van 80% door te laten lopen tot uw (vervroegde) pensioendatum. U kunt bij uw werkgever navragen welke regeling voor u van toepassing is. * Zolang niet vast staat of de arbeidsongeschiktheid blijvend is, vindt er gedurende de eerste vijf jaar een jaarlijkse herkeuring plaats. 2. U wordt gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard of volledig maar tijdelijk arbeidsongeschikt. U krijgt dan een uitkering uit hoofde van de WGA (werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten) en ook die wordt aangevuld door SBZ. Meer daarover vindt u op de volgende flap. Wie gedeeltelijk arbeidsongeschikt is wordt geacht nog een aantal uren per week te kunnen werken; hoeveel uren hangt af van de geconstateerde arbeidsongeschiktheid. De overheid wil dat werken aanmoedigen, onder andere omdat gebleken is dat aan het werk blijven de snelste manier is om uit de arbeidsongeschiktheid te geraken. Daarom wordt werken financieel beloond: als u uw resterende verdiencapaciteit voor minstens 50% benut, krijgt u een hogere uitkering dan wanneer u dat niet doet. De lagere uitkering wordt niet gecompenseerd door SBZ.

4 De WGA: Werkhervatting Gedeeltelijk arbeidsongeschikten U heeft recht op WGA als u voor minimaal 35% arbeidsongeschikt bent, of als u voor 80% of meer arbeidsongeschikt bent terwijl uw arbeidsongeschiktheid als tijdelijk wordt gezien. In de WGA geldt altijd: u wordt er financieel beter van als u blijft werken. Hoe dat precies geregeld is, is een nogal ingewikkeld verhaal. Wga fase een Als u minimaal 26 van de 39 weken voordat u ziek werd gewerkt heeft, dan krijgt u als eerste fase van de WGA een loongerelateerde uitkering. Deze is 70% van uw oude salaris (maximaal h ), en inkomsten uit arbeid worden voor 70% gekort. Deze constructie leidt er in de praktijk toe dat het verschil tussen wat u vroeger verdiende en wat u nu verdient voor 70% wordt overbrugd, dus: hoe meer u verdient, hoe hoger uw inkomen. De duur van de loongerelateerde uitkering is afhankelijk van uw arbeidsverleden en is minimaal een half jaar en maximaal vijf jaar. uw verdiencapaciteit voor minstens de helft weet te benutten krijgt u een zogeheten loonaanvullingsuitkering, die 70% bedraagt van het verschil tussen uw oude maandloon en uw verdiencapaciteit. Het inkomen dat u verdient mag u houden*. Slaagt u er niet in uw verdiencapaciteit voor minstens 50% te benutten, dan krijgt u geen loonaanvullingsuitkering. U krijgt dan een vervolguitkering van 70% van het minimumloon x het arbeidsongeschiktheidspercentage. Deze uitkering zal vrijwel in alle gevallen lager zijn dan een loonaanvullingsuitkering. * Tenzij u méér verdient dan vroeger. Op het meerdere wordt dan iets gekort. Wga fase twee Als u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent en de loongerelateerde uitkering loopt af, dan wordt gekeken naar hoeveel u op dat moment zelf verdient. Uw verdiensten worden vervolgens elke maand bekeken en op basis daarvan wordt uw uitkering vastgesteld. Als u

5 Voorbeeld Stel, u verdient voordat u ziek wordt h per maand. U raakt voor 50% arbeidsongeschikt. Uw verdiencapaciteit (het bedrag dat u geacht wordt nog per maand te kunnen verdienen) is dan h Om in aanmerking te komen voor de loonaanvullingsuitkering moet u deze verdiencapaciteit voor 50% benutten, anders gezegd: u moet minimaal h 750 per maand zelf verdienen. Dat levert u dan h aan loonaanvullingsuitkering op: 70% van het verschil tussen het vroeger verdiende loon en uw verdiencapaciteit, dus 70% van (h h 1.500) = h Dit kan bijvoorbeeld als volgt uitpakken: U benut uw volledige verdiencapaciteit en verdient met eigen arbeid h per maand. U heeft recht op de loonaanvullingsuitkering van h Uw totale inkomen bedraagt dus h inkomen uit arbeid + h loonaanvullingsuitkering = h Dat is 85% van uw laatste salaris. U benut 50% van uw verdiencapaciteit en verdient met eigen arbeid h 750 per maand. U heeft (nog net) recht op de loonaanvullingsuitkering van h Uw totale inkomen bedraagt h 750 inkomen uit arbeid + h loonaanvullingsuitkering = h Dat is 60 % van uw laatste salaris. U benut uw verdiencapaciteit niet. U heeft dan alleen recht op een vervolguitkering. Deze bedraagt 70% van het minimumloon x het arbeidsongeschiktheidspercentage. In dit geval: 70% x h x 50%= h 472,50. Dat is slechts 15% van uw laatste salaris. werken loont altijd

6 De aanvulling door SBZ: het arbeidsongeschiktheidspensioen Ook bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid geeft SBZ u een aanvulling op uw uitkering: het arbeidsongeschiktheidspensioen. Het is echter niet zo dat deze aanvulling compenseert wat u misloopt als u uw verdiencapaciteit onvoldoende benut. Een dergelijke aanvullingsregeling is namelijk bij wet verboden. Omgekeerd is het ook niet zo dat u, als u uw verdiencapaciteit wél goed benut, op de aanvulling door SBZ gekort wordt. SBZ kijkt voor de aanvulling niet naar uw werkelijke uitkering, maar naar een door het UWV vastgesteld bedrag dat de reken-wia wordt genoemd. Dit bedrag wordt afgeleid van de loongerelateerde uitkering in combinatie met uw verdiencapaciteit. De reken-wia is speciaal bedoeld voor pensioenfondsen, die het gebruiken als basis voor de aanvulling. Sommige bij SBZ aangesloten werkgevers laten de aanvulling doorlopen tot aan de (vervroegde) pensionering, tenzij u natuurlijk voor die tijd weer wordt goedgekeurd. Bij andere gaat de uitkering na 4 jaar iets omlaag, en loopt vervolgens op het lagere niveau door tot de pensioendatum of tot het einde van de arbeidsongeschiktheid. De aanvulling werkt als volgt: bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van is de optelsom van reken-wia en SBZ-aanvulling in verhouding tot uw laatste salaris bij sommige bij SBZ aangesloten werkgevers daalt het percentage na het 6e ziektejaar tot 65-80% 58% 50,75% 55-65% 48% 42% 45-55% 40% 35% 35-45% 32% 28% Rekenvoorbeeld Uw salaris was , u wordt 45-55% arbeidsongeschikt verklaard. Het UWV stelt een reken-wia vast van SBZ vult dit gedurende het 3 e tot en met 6 e ziektejaar aan tot 40% van uw oude salaris (zie de tabel hierboven), de aanvulling bedraagt dan ook per jaar (te weten 40% van is minus is 1.500). U houdt recht op deze aanvulling zolang uw arbeidsongeschiktheidspercentage hetzelfde blijft; eigen inkomsten zijn niet van invloed.

7 Arbeidsongeschiktheid en prepensioen Sinds de kabinetsmaatregelen tegen het vroegpensioen, die zijn ingegaan op 1 januari 2006, bouwt u bij SBZ geen pensioen meer op dat bedoeld is om voor uw 65 ste uitgekeerd te worden. Als u op 31 december 2005 al SBZ-deelnemer was, heeft u echter tot die tijd wél prepensioen opgebouwd. Hoe langer u tot die datum SBZ-deelnemer was, hoe meer prepensioen u zult hebben. Zolang u werkt, is het toegestaan de ingangsdatum van het prepensioen uit te stellen. Hieronder leggen we uit wat er gebeurt met het prepensioen in combinatie met het arbeidsongeschiktheidspensioen. Bij volledige arbeidsongeschiktheid: U bent niet meer in loondienst werkzaam. Dat heeft tot gevolg dat uitstel van het prepensioen niet is toegestaan. Het prepensioen wordt dan vanaf uw 62ste uitgekeerd, maar alleen voor zover het boven de WIA (die loopt door tot 65-jarige leeftijd) uitkomt. Bovendien stopt het arbeidsongeschiktheidspensioen (de SBZ-aanvulling op uw arbeidsongeschiktheidsuitkering). Stel, uw prepensioen vanaf uw 62 ste bedraagt h De WIA bedraagt h 800, het arbeidsongeschiktheidspensioen van SBZ bedraagt h 200. Uw prepensioen wordt dan verlaagd tot h 1.200, u houdt de h 800 WIA maar de h 200 arbeidsongeschiktheidspensioen van SBZ vervalt. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: Als u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent en daarnaast werkt, dan mag u een gedeelte van uw prepensioen uitstellen tot na uw 65 ste óf het laten uitbetalen zonder dat het op uw WGA-aanvulling in mindering wordt gebracht. U mag hetzelfde percentage pensioen uitstellen of laten uitbetalen als het percentage dat u werkzaam bent: werkt u 60%, dan heeft u de vrije beschikking over 60% van uw prepensioen etc. met pensioen

8 Wat u verder nog moet weten Hoe werkt de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw? De opbouw van uw pensioen gaat premievrij door naar rato van uw arbeidsongeschiktheidspercentage. Bij volledige arbeidsongeschiktheid loopt de opbouw dus volledig premievrij door, bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk. De pensioenopbouw wordt gebaseerd op wat u verdiende voordat u arbeidsongeschikt werd en de jaarlijkse CAO-verhogingen worden meegenomen. De premievrije opbouw loopt door tot maximaal 65 jaar. Als het kabinet de IVA-uitkering verhoogt, wat gebeurt er dan met de SBZ-aanvulling? Op prinsjesdag 2006 is aangekondigd, dat de IVA-uitkering wellicht omhoog gaat van 70% naar 75%. De aanvullingspercentages van SBZ (zie de tabel hiervoor) zullen hierdoor niet wijzigen. Als ik tijdens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid buiten de zorgverzekeringssector ga werken, kan ik dan mijn hele SBZ-pensioen meenemen? Nee. U kunt dan slechts een deel van uw opgebouwde pensioen meenemen, en wel het deel dat overeenkomt met het gedeelte dat u nog werkzaam bent. Als u voor 50% arbeidsgeschikt bent, dan kunt u dus slechts de helft van uw opgebouwde pensioen meenemen. Als u vragen heeft over arbeidsongeschiktheid of over uw pensioen, neemt u dan contact met ons op. We helpen u graag verder. Uitgave van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars Hoofdstraat LK Driebergen-Rijsenburg Postbus 109, 3970 AC Driebergen-Rijsenburg tel fax info@sbz.nl website: Omwille van de leesbaarheid zijn we niet op alle details van de regeling ingegaan. U kunt aan de tekst van deze brochure dan ook geen rechten ontlenen. Bepalend is de tekst van het pensioenreglement. Tekst en productie: A-vier Communicatie, Amsterdam A-vier Communicatie, najaar 2006