Leergang arbeidsrecht II De zieke werknemer. mr. P.J. Jansen 3 december 2015

Transcriptie

1 Leergang arbeidsrecht II De zieke werknemer mr. P.J. Jansen 3 december 2015

2 Programma Situatieve arbeidsongeschiktheid. Loonsanctie Uwv. Loonsanctie werkgever. Ontslag en opzegverbod. Ontslag. Ernstige verwijtbaarheid en ziekte. Internationaal recht. ZW, Amber, no-risk-polis, Bezava.

3 Situatieve arbeidsongeschiktheid (I) HR 27 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC7669 (Mak/SGBO): w.n. acht zich ongeschikt tot werken i.v.m. verstoorde arbeidsverhouding, zonder dat medische beperkingen kunnen worden vastgesteld = situatieve a.o.-heid = géén ziekte (maar onbestreden oordeel Hof dat volgens UWV werkhervatting niet tot schade gezondheid zou leiden!) CRvB 30 maart 2006, TAR 2006/92: ook ziekte indien grote mate van waarschijnlijkheid dat bij werkhervatting wederom uitval plaatsvindt of hervatting tot schade gezondheid leidt. Stecr-richtlijn Arbeidsconflicten ( idem.

4 Situatieve arbeidsongeschiktheid (II) Hof Den Bosch 20 oktober 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4166: volgens niet betwiste deskundigenoordeel Uwv is sprake van ziekte, waarbij conflict met w.g. als uitlokkende factor van deze medische ongeschiktheid kan worden beschouwd; kantonrechter heeft derhalve terecht aangenomen dat de arbeidsongeschiktheid ook situatief van karakter is; maar maatstaf MAK/SGBO geldt niet, want er is sprake van ziekte; beoordeling recht op loon dus a.d.h.v. art. 7:629 lid 3 BW: heeft w.n. passende arbeid geweigerd, onvoldoende meegewerkt aan reintegratie of genezing belemmerd?

5 Situatieve arbeidsongeschiktheid (III) Hof Den Bosch 13 oktober 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4099: situatieve a.o.-heid, geen ziekte, dus geen loon ex art. 7:629 BW; situatieve a.o.-heid en beoordeling recht op loon a.d.h.v. art. 7:628 BW en maatstaf MAK/SGBO: w.n. moet feiten en omstandigheden aannemelijk maken die tot oordeel leiden dat arbeidsomstandigheden, door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening w.g. komt, voor hem zodanig waren dat, met het oog op de (dreiging van) psychische of lichamelijke klachten, werkhervatting redelijkerwijs niet gevergd kon worden.

6 Situatieve arbeidsongeschiktheid (IV) Hof Den Bosch 13 oktober 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4099: w.g. moet zich inspannen om conflict tussen partijen te voorkomen dan wel door bemiddeling of anderszins tot een oplossing te brengen; w.g. heeft zich hiertoe te weinig ingespannen; nagelaten om w.n. vóór hervatting werk te informeren over wijzigingen werkplek en werkzaamheden; w.n. heeft dus recht op loon behouden.

7 Situatieve arbeidsongeschiktheid (V) Hof Arnhem-Leeuwarden 30 juni 2015, ECLI:NL:GHARL: 2015:5639: enkele aanwezigheid arbeidsconflict brengt niet mee dat het niet werken van w.n. voor rekening van w.g. komt; ziekmakende situatie niet voldoende komen vast te staan; stelling w.n. dat w.g. het werken onmogelijk heeft gemaakt, niet te rijmen met feit dat w.n. zich na hersteldverklaring niet onmiddellijk voor werkhervatting heeft gemeld; niet opvolgen w.g. advies bedrijfsarts cf. STECR-richtlijnen ook niet genoeg en w.g. heeft ook overleg over werkhervatting aangeboden.

8 Loonsanctie UWV (I) Art. 25 lid 9 e.v. Wet WIA (art. 71a WAO): verlenging loondoorbetalingsverplichting w.g. met 52 weken; i.g.v. onvoldoende re-integratie-inspanningen w.g. en/of schending administratieve verplichtingen; gevolg: loonbetaling, re-integratieplicht en opzegverbod worden met een jaar verlengd (art. 7:629 lid 11, art. 7:658a lid 1 en art. 7:670 lid 11 BW); beoordeling cf. Beleidsregels beoordelingskader poortwachter (Bbp); en Regeling procesgang eerste/tweede ziektejaar (Rpetz).

9 Loonsanctie UWV (II) CRvB 11 augustus 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BN3811: loonsanctie behoeft niet op maat te worden opgelegd en loopt 52 weken door totdat w.g. benodigde inspanningen heeft verricht/stukken heeft ingediend. CRvB 10 oktober 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BY0602: verzoek om bekorting loonsanctie ex art. 25 lid Wet WIA vergt aparte aanvraag en is apart besluit (dus ook apart bezwaar en of beroep nodig!).

10 Loonsanctie UWV (III) CRvB 12 januari 2011, LJN BP0859: w.g. verantwoordelijk voor (onjuiste) adviezen arbodienst. CRvB 12 januari 2011, LJN BP0937: w.g. gehouden tot activiteiten 2 e spoor naast 1 e spoor, tenzij er voldoende concreet perspectief bestaat op hervatting in 1 e spoor bij eigen bedrijf w.g. CRvB 20 juli 2011, LJN BR2382: UWV wordt gehouden aan deskundigenoordeel dat w.g. voldoende re-integratie-inspanningen had verricht; loonsanctie daarom onterecht.

11 Loonsanctie UWV (IV) Rb. Midden-Nederland 15 augustus 2014, ktr. Utrecht, ECLI:NL: RBMNE:2014:4869: w.g.: UWV heeft adm. loonsanctie opgelegd en na bezwaar gewijzigd in inh. sanctie; dat kan niet, want sanctie moet vóór einde wachtijd worden opgelegd; ktr.: dat staat ter beoordeling aan bestuursrechter; evt. daar voorlopige voorziening vragen (PJ: soms formele rechtskracht HR NJ 2011/6); ktr.: evt. is beroep w.n. op loonsanctie naar maatstaven van r&b onaanvaardbaar, bijv. i.g.v. evident onjuiste loonsanctie; niet aan de orde, gezien CRvB 12 mei 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BM4397.

12 Loonsanctie UWV (V) Hof Den Haag 22 september 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2520: Bbp zijn richtlijnen en geen a.v.v., maar in normale gevallen, als zich geen bijzondere omstandigheden voordoen, zullen in redelijkheid de re-integratie-inspanningen verwacht worden en genoegzaam worden geacht zoals die in de Bbp omschreven zijn; w.g. heeft cf. Bbp re-integratiebedrijf ingeschakeld (dat geen re-int. mogelijkheden zag) en rekening gehouden met wensen w.n.; ontslag dus niet kennelijk onredelijk, want geen gebrekkige reintegratie-inspanningen en voor zover er enig verband is tussen a.o.- heid en werk kan w.g. daarvan geen verwijt worden gemaakt.

13 Loonsanctie UWV (VI) Rb. Midden-Nederland 10 juni 2015, ktr. Utrecht, ECLI:NL:RBMNE: 2015:3972: arbodienst jegens w.g. aansprakelijk voor de schade als gevolg van opleggen loonsanctie UWV, omdat bedrijfsarts niet heeft gehandeld als redelijk bekwaam opdrachtnemer (te laat inzetten psychische behandeling w.n.); eigen schuld w.g. 20%, want w.g. had eerder deskundigenverklaring Uwv en bekorting loonsanctie kunnen vragen; intrekking bezwaar loonsanctie geen eigen schuld w.g., want arbodienst heeft bij herhaling laten weten dat bezwaar kansloos was.

14 Loonsanctie werkgever (I) Rb. Midden-Nederland 28 augustus 2015, ktr. Almere, ECLI:NL: RBMNE:2015:6566: w.g. moet met w.n. plan van aanpak (p.v.a.) opstellen (art. 7:658a lid 3 BW) en w.n. moet daaraan meewerken (art. 7:660a BW); art. 4 lid 1 Rpetz: alleen p.v.a. opstellen als er nog mogeijkheden zijn om terugkeer naar werk te bevorderen; volgens bedrijfsarts waren er geen re-integratiemogelijkheden, dus geen plicht voor w.g. om p.v.a. op te stellen en w.n. had daarom deugdelijke grond om niet mee te werken aan opstellen p.v.a.; dus geen grond voor stopzetten loon ex art. 7:629 lid 3 onderdeel e BW.

15 Loonsanctie werkgever (II) Rb. Midden-Nederland 26 augustus 2015, ktr. Utrecht, ECLI:NL:RBMNE: 2015:6171: vast staat dat w.n. zonder deugdelijke grond passende arbeid niet heeft verricht, dus in beginsel geen recht op loon ex art. 7:629 lid 3 BW; maar ex art. 7:629 lid 7 BW kan w.g. daarop geen beroep meer doen als hij w.n. daarvan niet onverwijld kennis heeft gegeven; w.g. heeft alleen melding gedaan van opschorten loon en niet van stopzetten loon; w.g. moet woorden zorgvuldig kiezen bij zware maatregel als loonsanctie; dus niet voldaan aan eis art. 7:629 lid 7 BW en toch recht op loon.

16 Ontslag en opzegverbod (I) Art. 7:671b lid 6 BW en Mvt Wwz, pag. 32 en 108: ontbinding ook mogelijk i.g.v. opzegverbod ( tijdens -verbod), m.n. opzegverbod tijdens ziekte, indien: (a) verzoek geen verband houdt met de omstandigheid waar het verbod op ziet of; (b) a.o.k. in het belang van w.n. hoort te eindigen (Mvt Wwz pag. 108: alleen in uitzonderlijke gevallen).

17 Ontslag en opzegverbod (II) Art. 7:671b lid 2 en 6 BW en Mvt Wwz, pag. 32: maar ontbinding bij opzegverbod tijdens ziekte is niet (meer) mogelijk in geval van ontbinding wegens bedrijfseconomische omstandigheden (art. 7:669 lid 3 onder a BW wordt niet genoemd in lid 6); tenzij opzegging geschiedt wegens gehele bedrijfsbeëindiging (want dan geldt opzegverbod niet ex art. 7:670a lid 2 onder c BW); volgens huidig BW geldt opzegverbod ook niet i.g.v. beëindiging onderdeel onderneming, in Wwz dus wel.

18 Ontslag en opzegverbod (III) Mva Wwz, pag. 50: rechter ontbindt ook thans niet in alle gevallen de arbeidsovereenkomst van zieke w.n. bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen; rechters gaan hier verschillend mee om en dat alleen al is reden voor eenduidige regeling: opzegverbod tijdens ziekte geldt alleen niet bij gehele bedrijfsbeëindiging; ratio: w.g. blijft verantwoordelijk voor re-integratie 1 e en 2 e spoor zieke w.n. en vervallen arbeidsplaats w.n. doet daaraan niet af.

19 Ontslag en opzegverbod (IV) Rb. R dam 31 juli 2015, ktr., ECLI:NL:RBROT:2015:5563: Dit opzegverbod staat gezien artikel 7:671b lid 6 BW echter niet in de weg aan ontbinding, omdat het verzoek geen verband houdt met de ziekte van de werknemer. Het verzoek is immers gebaseerd op een verschil van inzicht over de wijze van invulling en uitvoering van de werkzaamheden door verweerder en dat staat los van de ongeschiktheid wegens ziekte.

20 Ontslag en opzegverbod (V) Art. 7 Regeling UWV ontslagprocedure (Stcrt. 2015/ 12688): indien uit het verzoek om toestemming voor opzegging of tijdens de behandeling daarvan blijkt dat opzegverbod geldt, geeft het UWV geen toestemming; tenzij redelijkerwijs verwacht mag worden dat het opzegverbod binnen vier weken na de dag waarop het UWV beslist op het verzoek niet meer geldt; toelichting: w.g. moet aangeven waarom dat verwacht kan worden, bijv. a.d.h.v. verklaring bedrijfsarts waaruit blijkt dat w.n. spoedig hersteld zal zijn.

21 Ontslag en opzegverbod (VI) Toelichting Regeling UWV ontslagprocedure (Stcrt. 2015/12688): i.g.v. opzegverbod tijdens ziekte zal geen toestemming worden verleend voor opzegging van zieke w.n., maar in plaats daarvan kan dan andere w.n. voor ontslag worden voorgedragen; dat eerstbedoelde w.n. ziek is en voorlopig zal blijven, zal de w.g. a.d.h.v. verklaring bedrijfsarts moeten aantonen; als UWV toestemming verleent, terwijl een opzegverbod van toepassing is, kan w.g. de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig opzeggen met een beroep op de gegeven toestemming.

22 Ontslag (I) Art. 7:671b lid 4 en 5 BW: bij een ontbindingsverzoek wegens regelmatig ziekteverzuim moet w.g. deskundigenverklaring ex art. 7:629a BW overleggen; idem bij verzoek wegens verwijtbaar handelen/nalaten w.n. i.v.m. schending verplichtingen art. 7:660a BW (meewerken re-integratie en passende arbeid); geen verklaring, dan wijst de kantonrechter het verzoek af ; tenzij verklaring in redelijkheid niet van w.g. kan worden gevergd.

23 Ontslag (II) Art. 10 Ontslagregeling Minister SZW (Stcrt. 2015/ 12685): 1. De redelijke termijn voor herplaatsing ex art. 7:669 lid 1 BW is gelijk aan de opzegtermijn; 2. Voor een werknemer met een arbeidshandicap bedraagt de redelijke termijn, bedoeld in het eerste lid, 26 weken (arbeidshandicap: w.n. met WIA-uitkering of waarvoor voorzieningen zijn getroffen). 4. De redelijke termijn vangt aan op de dag waarop wordt beslist op het verzoek om toestemming voor de opzegging of ontbinding.

24 Ontslag (III) Hof Arnhem-Leeuwarden 30 juni 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:5639: ontslag op staande voet wegens ongeoorloofd verzuim; achteraf staat vast dat w.n. niet wegens ziekte ongeschikt was; daarom maatstaf of w.n. te goeder trouw kon menen niet in staat dan wel niet gehouden te zijn het hem opgedragen werk te verrichten; onweersproken dat huisarts w.n. rust heeft voorgeschreven; w.g. heeft niet aangetoond dat w.n. niet op advies huisarts mocht afgaan (dat advies medisch ondeugdelijk was, kon w.n. niet weten); ook functie opgeheven en nog geen duidelijkheid over nieuw werk; ontslag op staande voet daarom niet gerechtvaardigd.

25 Ontslag (IV) Hof Den Haag 18 augustus 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2186: PJ: i.g.v. van ontslag op staande voet wegens werkverzuim, moet w.g. bewijzen dat verzuim ongeoorloofd en w.n. arbeidsgeschikt was; geldt ook als w.g. bij ontslag in redelijkheid heeft mogen aannemen dat w.n. niet arbeidsongeschikt was (HR NJ 1998/83; HR JAR 2010/125; Hof Arnhem-Leeuwarden 1 april 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2600); als w.n. vóór of ten tijde van afwezigheid niet heeft gerept van arbeidsongeschiktheid als reden voor afwezigheid, rust bewijslast van arbeidsongeschiktheid op w.n., tenzij voldoende concrete aanwijzingen dat afwezigheid veroorzaakt kan zijn door arbeidsongeschiktheid.

26 Ontslag (V) Rb. Den Haag 21 oktober 2015, ktr. Gouda, AR-Nummer AR : verzoek w.g. om ontbinding wegens twee jaar a.o.-heid w.n. afgewezen (w.g. moet eerst naar UWV); w.n. doet tegenverzoek ex art. 7:686 BW (ontbinding en schadevergoeding wegens wanprestatie), kennelijk om einde a.o.k. en/of vervangend recht op transitievergoeding te verkrijgen; ktr. wijst verzoek w.n. af, omdat op w.g. geen rechtsplicht rust om a.o.k. te beëindigen, w.g. dit overigens wel probeert en niet aannemelijk is dat w.g. a.o.k. in stand heeft gehouden ter voorkoming trans. vergoeding; ktr.: w.n. kan ook ontbinding vragen o.g.v. ernstige verwijtbaarheid.

27 Ernstige verwijtbaarheid en ziekte (I) Art. 7:671b lid 8, art. 7:682 en 7:681 BW (o.a.): billijke vergoeding i.g.v. van ernstig verwijtbaar handelen w.g.; Nader rapport, pag. 15: muizengaatje ; Mvt Wwz, pag. 34: uitzonderlijke gevallen, bijv. ernstige schending door w.g. van re-integratieverplichtingen; Handelingen, EK , nr. 54, item 9: als w.n. arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van onvoldoende zorg voor de arb.omst; Mva Wwz, pag. 92: geen oorzakelijk verband vereist tussen a.o.-heid en ernstig verwijtbaar handelen w.g.

28 Ernstige verwijtbaarheid en ziekte (II) Rb. Oost-Brabant 22 september 2015, ktr. Den Bosch, ECLI:NL:RBOBR: 2015:5552: ernstig verwijtbaar handelen van w.g. i.h.k.v. ontbinding; w.g. heeft a.o.k. vanwege ziekmelding w.n. willen beëindigen, onder in twijfel trekking van de arbeidsongeschiktheid van w.n.; het is niet aan w.g. om oordeel te vellen over medische toestand van w.n. en het had op weg w.g. gelegen een bedrijfsarts in te schakelen; w.g. moet ook een ernstig verwijt worden gemaakt van het feit dat de arbeidsrelatie tussen partijen verstoord is geraakt; toekenning 2.000,- aan billijke vergoeding.

29 Ernstige verwijtbaarheid en ziekte (III) Rb. Rotterdam 16 oktober 2015, ktr., Zaaknummer / HA VERZ , AR-Nummer AR : ernstig verwijtbaar handelen van w.g. i.h.k.v. ontbinding; w.g. heeft zijn re-integratieverplichtingen bij ziekte ernstig heeft veronachtzaamd, met als gevolg dat een verstoorde arbeidsverhouding is ontstaan; onbetamelijke en kwetsende gedrag van P. en nalaten op adequate wijze te trachten geschil op te lossen, nadat daarom meerdere malen door arboarts, w.n. en gemachtigde is verzocht; billijke vergoeding a.d.h.v. te verwachten inkomstenverlies.

30 Ernstige verwijtbaarheid en ziekte (IV) Art. 7:681 BW: vernietiging opzegging of billijke vergoeding toekennen, indien: a. w.g. heeft opgezegd in strijd met art. 7:671; b. w.g. heeft opgezegd in strijd met opzegverbod; Mva Wwz, pag. 92: ernstige verwijtbaarheid overal zelfde criterium, maar in art. 7:681 BW is daaraan reeds invulling gegeven; Nader rapport, pag. 61: art. 7:681 BW betreft situaties waar w.g. heeft gehandeld in strijd met geldende voorschriften; dat is hem ernstig aan te rekenen en om die reden kan rechter billijke vergoeding toekennen.

31 Ernstige verwijtbaarheid en ziekte (V) Rb. Gelderland 16 oktober 2015, ktr. Arnhem, ECLI:NL:RBGEL:2015:6783: w.g. heeft opgezegd i.s.m. art. 7:671 BW (met terugwerkende kracht); billijke vergoeding art. 7:681 lid 1 BW kan naast art. 7:672 lid 9 BW; uit wetsgeschiedenis volgt dat i.g.v. opzegging i.s.m. art. 7:671 BW ernstige verwijtbaarheid w.g. gegeven is; billijke vergoeding van een maand loon niet weersproken en redelijk; uit wetsgeschiedenis volgt dat als i.p.v. vernietiging billijke vergoeding wordt toegekend een aanspraak op ten onrechte niet genoten loon kan worden verdisconteerd in de billijke vergoeding (Nnav pag. 55 en Mva Wwz pag. 92).

32 Ernstige verwijtbaarheid en ziekte (VI) Kamerstukken II, , , nr. 3, pag. 39 (Memorie van toelichting Wwz): Hierbij wordt een aantal voorbeelden gegeven van situaties waarin de transitievergoeding niet (of een lagere transitievergoeding) verschuldigd is: ( ) de situatie waarin de werknemer controlevoorschriften bij ziekte herhaaldelijk, ook na toepassing van loonopschorting, niet naleeft en hiervoor geen gegronde reden bestaat ( ).

33 Internationaal recht (I) HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2723: ex art. 7:635 lid 4 (oud) BW bouwde zieke w.n. alleen over laatste 6 maanden vakantiedagen op; uit HvJ EU 20 januari 2009, ECLI:EU:C:2009:18 (Schultz-Hoff) volgt dat art. 7:635 lid 4 (oud) BW in strijd is met Richtlijn 2003/88/EG; art. 7:635 lid 4 (oud) BW is geschrapt en in plaats daarvan is art. 7:640a BW ingevoerd (vervaltermijn opnemen vakantiedagen 6 maanden na kalenderjaar); overgangsrecht: art. 7:640a BW van toepassing op vakantiedagen opgebouwd na 1 januari 2012.

34 Internationaal recht (II) HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2723: w.n.: Staat heeft onrechtmatig gehandeld door Richtlijn 2003/88/EG niet tijdig te implementeren en daardoor 200 uur vakantie misgelopen; HR: art. 94 Grondwet brengt mee dat wetgeving in formele zin moet worden getoetst aan eenieder verbindende bepalingen van internationale verdragen; HR: is wetgeving in formele zin in strijd met zulke bepalingen, dan moet wetgeving buiten toepassing blijven èn is uitvaardigen en handhaven van die wetgeving onrechtmatig, waarbij schuld een gegeven is; HR: Staat dus op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk voor schade w.n.

35 ZW, Amber, no-risk-polis, Bezava (I) Art. 45 lid 1 onder j ZW: weigering ziekengeld indien verzekerde een benadelingshandeling pleegt. CRvB 4 april 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BW1977: prijsgeven loonaanspraak tijdens ziekte en instemmen met einde dienstbetrekking is in beginsel benadelingshandeling art. 45 ZW; ook bij ontslag op bedrijfseconomische gronden; kans verwaarloosbaar dat kantonrechter ontbinding zou hebben afgewezen en dus geen benadelingshandeling.

36 ZW, Amber, no-risk-polis, Bezava (II) Wet Amber = art. 39a/43a WAO en art. 48/55 Wet WIA; ziet op bevordering re-integratie w.n., want: normale wachttijd voor WIA/WAO is 104 weken, en in die periode moet w.g. loon tijdens ziekte doorbetalen; als w.n. a.o.-verleden heeft en w.n. binnen 5 jaar nadien weer of toegenomen a.o. wordt, heeft w.n. al na 4 weken wachttijd recht op WIA/WAO, als a.o.-heid of toename uit dezelfde oorzaak voortkomt; Ktr. Breda 21 december 2011, JAR 2012/60: als WAO hoger is dan loon dan hoeft w.g. ex art. 7:629 lid 5 BW niets te betalen.

37 ZW, Amber, no-risk-polis, Bezava (III) No-risk-polis art. 29b ZW = bevordering re-integratie: normaliter geen recht op ZW tijdens dienstverband; als w.n. in dienst komt bij w.g. en a.o.-uitkering heeft, of a.o.-verleden, kan w.n. gedurende 5 jaar na indiensttreding bij ziekte direct aanspraak maken op ZW-uitkering, en op verzoek van de w.g. tot 100% van het loon (art. 29b lid 6 ZW); ZW komt ex art. 7:629 lid 5 BW in mindering op loon; Rb Midden-Nederland 7 januari 2015, ktr Utrecht, ECLI:NL:RBMNE:2015:18: vangnetregeling?

38 ZW, Amber, no-risk-polis, Bezava (IV) Hoe kan de w.g. weten dat w.n. WAO-/WIA-/Wajong-/WAZ-uitkering of a.o.-verleden heeft? HR NJ 1981/507 en Ktr. Arnhem JAR 2008/229: geen spreekplicht sollicitant over ziekte, tenzij ziekte sollicitant ongeschikt maakt voor functie en hij dit weet of behoort te weten (o.g.v. Wgbhcz is onderscheid ook verboden). Art. 38b lid 1 ZW: op verzoek w.g. informeert w.n. over mogelijke aanspraak op art. 29b ZW (maar niet gedurende de eerste twee maanden van het dienstverband).

39 ZW, Amber, no-risk-polis, Bezava (V) Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Bezava) (i.w. 1 januari 2014): w.g. gaat meer premie ZW/WIA betalen naarmate waarin van hem afkomstige vangnetters een beroep doen op ZW of WIA; oplossing voor de w.g.: w.n. re-integreren, eigen risico dragen door w.g., post-contractuele verplichtingen opleggen aan w.n. met boetebeding? P.H. Burger & P.S. Fluit, Over het leed dat BEZAVA heet: de complicaties van de nieuwe Ziektewet voor de vangnetter en de ex-werkgever, TRA 2014/12.

40 Leergang arbeidsrecht II De zieke werknemer mr. P.J. Jansen 3 december 2015