Vakken terugkomprogramma internationale stagestudenten SJD

Transcriptie

1 Vakken terugkomprogramma internationale stagestudenten SJD Van: Liesbeth Verkuijl, Peter Witte, Artie Ramsodit, Bilal Amjarso en Jeroen Zoon Datum: Donderdag 3 december 2015 (herziene versie) In het reguliere stage Terugkomonderwijs (TKO) volgt hier een korte beschrijving van de vakken, die studenten volgen naast de stage. Er zijn naast het reguliere TKO-programma vier aparte vakken: Organisatiekunde (1), Persoonlijk Leiderschap (2), Multiproblematiek en de professional (3) en de Internationale Praktijkopdracht (4). Omdat voor deze vakken een verplichte aanwezigheid geldt, zijn voor de internationale studenten aanvullende afspraken gemaakt, die in dit document worden beschreven. Verder zullen studenten die in het buitenland stage lopen ook te maken hebben met het Terugkomonderwijs (TKO) binnen de stage. Dan gaat het om Methodische Werkbegeleiding (MWB) en de werkbespreking. In dit document staat aangegeven hoe deze onderdelen afhankelijk van de periode (welke blokken) waarop de student in het buitenland is- vanuit het buitenland kunnen worden behaald. Organisatiekunde (1) in blok 1. De nadruk ligt op het leren kennen van de eigen organisatie waar de student stage loopt en de belangrijke aspecten daarbij (zoals strategie, structuur, personeelsbeleid, cultuur etc). Er is een opdracht die de student in 2-tallen doet. Het doel is meer zicht krijgen op hoe een organisatie werkt en wat het betekent voor een professional en stagiaire die daarin werkt. Verplichte literatuur is het boek Inleiding Organisatiekunde van Ten Berge en Oteman. De handleiding verschijnt begin september op DLWO. De toets is een presentatie. Coördinator: Liesbeth Verkuijl. Internationale stagestudenten die in blok 1 nog in Nederland zijn (omdat ze een maanden in het buitenland) volgen organisatiekunde gewoon in blok 1. Internationale stagestudenten kunnen dit vak volgen in blok 4 bij de studenten van de maartroute of blok 1 in de september route. De andere studenten (die vanaf september 10 maanden in het buitenland zijn) maken een individuele opdracht. Deze wordt op DLWO geplaatst. Persoonlijk Leiderschap (2) in blok 2. De focus ligt op de student als professional. Wie is de student en welke kwaliteiten heeft hij/ zij? Hoe benut de student zijn of 1

2 haar talenten? Welke keuzes maakt de student en waarom? Deze inzichten zorgen dat de student zichzelf beter leert kennen en daardoor professioneel kunt handelen. Het boek Reflecteren van Marie-José Geenen wordt daarbij gebruikt. De toets is een persoonlijk verslag. Coördinator: Liesbeth Verkuijl. Internationale stagestudenten die in blok 2 nog in Nederland zijn (omdat ze een maanden in het buitenland) volgen het vak gewoon in blok 2. Internationale stagestudenten uit de maartroute volgen dit vak in blok 1 of 2 in de september route (of in blok 4 bij de deeltijd: dan is toestemming van de examencommissie nodig). De andere studenten (die vanaf september 10 maanden in het buitenland zijn) maken een individuele (vervangende) opdracht. Deze wordt op DLWO geplaatst. Multiproblematiek en de professional (3) in blok 3. De focus ligt op samenwerken met ander organisaties. De focus ligt op samenwerken met andere organisaties. Gaat over hoe de student met andere organisaties tot de oplossing van complexe cliëntproblemen kan komen. Welke ruimte hebben de professionals? Door het verhaal (casus) van een ervaringsdeskundige komt de leefwereld dichterbij. Vervolgens wordt theorie over de aanpak van multiproblemen besproken; casemangement en de principes van Mark Moore (uit de rotonde van Hamed). In werkgroepen ontwikkelen studenten een multi-probkeem-casus op basis van de eigen stage/werk ervaring. Vervolgen bespreken studenten wat nodig is om de multi-probleem casus effectief aan te pakken op basis van de beide theoretische invalshoeken (de theorie over casemangement en de principes van Mark Moore). De casus en de notitie zijn onderdeel van het eindproduct van je werkgroep dat wordt beoordeeld door de docent. De toets is een groepsopdracht. Coördinator: Artie Ramsodit. Internationale stagestudenten die in blok 2 nog in Nederland zijn (omdat ze een maanden in het buitenland) volgen het vak in blok 2 met studenten uit de maart route. of in blok 3 met de studenten uit de (september route. Of in blok 4 bij de deeltijd (dan is toestemming van de examencommissie nodig). De andere studenten (die vanaf september 10 maanden in het buitenland zijn) maken een individuele (vervangende) opdracht. De internationale studenten zorgen ervoor dat ook de internationale organisatie en problematiek in de casusbeschrijving en oplossing van de casus terecht komt. 2

3 De vraag daarbij is: hoe zouden professionals en organisaties in het land waar de student stage loopt, met de problematiek omgegaan? De Nederlandse studenten hebben via mail of op een andere digitale manier contact met elkaar over de gezamenlijke casus. De opdracht wordt op DLWO geplaatst. De internationale Praktijkopdracht (4) In blok 2 tot en met 4 werken studenten aan de Praktijkopdracht. Dat is een onderzoeksopdracht die bestaat uit twee onderdelen. In blok 2 maken studenten een onderzoeksopzet voor een praktijkprobleem. Studenten gaan binnen hun organisatie na of er onderwerpen zijn, die onderzoekswaardig zijn. Aan het einde van blok 2 leveren studenten een onderzoeksopzet in. In blok 3 en 4 vindt de uitvoering (het veldwerk) van de Praktijkopdracht plaats. Internationale studenten krijgen vanuit Nederland begeleiding door middel van een consult van de docent die de Praktijkopdracht voor hun klas begeleidt. Dat kan gaan via mail, Skype of telefoon. In de studiehandleiding op DLWO en in de PowerPoint van het vak (DLWO) staat de Praktijkopdracht beschreven. Verplichte literatuur is het boek Dit is onderzoek van B. Baarda. Studenten die 10 maanden in het buitenland zijn voeren de Praktijkopdracht volledig in het buitenland uit. Studenten die een gecombineerde stage doen, volgen onderstaande instructie. Internationale stagestudenten die in blok 1 en 2 in Nederland zijn (en in blok 3 en 4 in het buitenland) kunnen hun onderzoeksopzet en de uitvoering over een buitenlands vraagstuk doen, omdat ze ten tijde van het veldwerk (interviews bijvoorbeeld) in het buitenland zijn. Internationale stagestudenten die in blok 1 en 2 in het buitenland zijn (en in blok 3 en 4 in Nederland) kunnen hun onderzoeksopzet en de uitvoering over een Nederlands vraagstuk doen, omdat ze ten tijde van het veldwerk (interviews bijvoorbeeld) in Nederland zijn. De (internationale) Praktijkopdracht betreft een internationale vergelijking en wordt op DLWO geplaatst. De docent van de Internationale Praktijkopdracht kan studenten meer informatie geven. Uitzonderingen op bovenstaande afspraken bespreekt de student voorafgaan aan de onderzoeksopzet in blok 2 met de docent die de Praktijkopdracht begeleidt. Coördinator: Bilal Amjarso Terugkomonderwijs (TKO) stage Naast deze vier vakken doen de internationale studenten mee met de Methodische Werkbegeleiding (MWB) uit het reguliere TKO-programma. In week 3

4 2 worden per stagegroep door de stagedocent drie MWB-groepen gemaakt van maximaal vijf studenten per MWB-groep. De studenten die in Nederland en in het buitenland stage lopen worden over de verschillende MWB-groepen verdeeld. Coördinator TKO-algemeen: Miranda Tebbens. Coördinator MWB in de stagegroep: de stagedocent. Methodische Werk Begeleiding (MWB) in blok 1 tot en met 4. De focus ligt op het reflecteren. Studenten brengen situaties uit zijn of haar stage in. In de studiehandleiding TKO staan de werkwijze en opdrachten beschreven. Het boek Reflecteren van Marie-José Geenen wordt daarbij gebruikt. Coördinator: stagedocent. Internationale stagestudenten die in blok 1 nog in Nederland zijn (omdat ze een maanden in het buitenland) volgen MWB zo lang ze in Nederland zijn. Internationale stagestudenten uit de maartroute volgen MWB op afstand (digitaal, via skype, mail e.d.). De andere studenten (die vanaf september 10 maanden in het buitenland zijn) wisselen digitaal, via skype, per mail e.d. hun inbreng en/of verslagen uit. De studenten uit de MWB-groep maken afspraken met elkaar over hoe zij gedurende het jaar contact hebben (via mail of op een andere digitale manier). Idee werkwijze voor MWB op afstand: Jullie ontvangen van de Nederlandse studenten een inbreng (een situatieprikkelvraag). Over die inbreng buigen jullie jezelf en sturen naar de inbrenger en de groep jullie ideeen bij deze inbreng: wat speelt hier volgens jullie? Wat zijn jullie vragen aan de inbrenger (ter verheldering)? Met welke theorie die jullie op school hebben geleerd heeft de inbreng te maken? Verder sturen jullie alternatieven op: hoe zouden jullie het hebben aangepakt? Dat gaat per mail (of skype maar mail is makkelijker) zodat de inbrenger jullie input kan gebruiken. Wanneer jullie de resultaten van de groep terug krijgen, schrijven jullie een reflectieverslag over de ingebrachte situatie en jullie input. Jullie reflectieverslag mailen jullie naar de stagedocent en de groep. De werkbespreking in blok 1 tot en met 4. Internationale stagestudenten die in blok 1, 2, 3 of 4 een gedeelte in Nederland zijn (omdat ze een gecombineerde 4

5 stage doen: een paar maanden in Nederland en de overige maanden in het buitenland) doen de werkbespreking gewoon in een van die blokken. Internationale stagestudenten uit de maartroute volgen dit vak in blok 4. De andere studenten (die vanaf september 10 maanden in het buitenland zijn) doen hun werkbespreking tijdens de International Fair in oktober van het jaar volgend op hun stagejaar. Coördinator: stagedocent. Coördinator International Fair SJD: Peter Witte en Jeroen Zoon. 5