KEPLERSE BANEN ONCONVENTIONEEL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KEPLERSE BANEN ONCONVENTIONEEL"

Transcriptie

1 KEPLERSE BANEN ONCONVENTIONEEL 0 Mathematische verhandeling voor een alternatieve afleiding van de perkenwet door: ing. R.C. Ott 21 december 1998

2 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING EN BESCHOUWING 2 Blz. 1. DE MATHEMATISCHE ELLIPSVORM 3 2. PERKENWET IN CONVENTIONELE NOTATIE ONCONVENTIONEEL BEREKEND METRISCHE AFLEIDING ALS FUNCTIE VAN DE ANOMALIE ALFLEIDING NAAR HET TIJDSDOMEIN: DE KWALITEIT EN NAUWKEURIGHEID VAN DE BESCHREVEN BAANAFLEIDING COMPUTER NAUWKEURIGHEID PRECISIE VAN DE WARE ANOMALIE DE BRUIKBAARHEID VAN DE METHODE: VOORBEELD BEREKENING ELLIPSBAAN CURIOSA DE GEMIDDELDE VOERSTRAAL DE TIJDSGEMIDDELDE VOERSTRAAL DE HOEKGEMIDDELDE VOERSTRAAL 17 BIJLAGEN BIJLAGE I PROGRAMMA ROUTINES IN PASCAL 18 BIJLAGE II DE TIJDSGEMIDDELDE VOERSTRAAL 21 REFERENTIES 23

3 INLEIDING EN BESCHOUWING 2 In dit rapport geef ik een verhandeling van een alternatieve interpretatie van de 2 e wet van Kepler. Deze mathematische afleidingen van de Keplerse banen zijn niet conventioneel, maar geven naar mijn inzicht een bruikbare methode. Hoe dan ook de methode is in ieder geval illustratief. Ik heb voor de juistheid van de diverse (tussen) afleidingen gebruik gemaakt van een groot aantal zelf geschreven test routines in PASCAL (Delphi voor Windows) en het tekenprogramma AUTOCAD r13 is hierbij een belangrijk hulpmiddel geweest om inzichten te verkrijgen. Alsmede hebben almanakgegevens, gegevens op internet en een aantal conventionele afleidingen gediend ter vergelijk. Ik heb getracht een zo beknopt mogelijk duidelijk beeld te geven van de eigenschappen en de kwaliteiten van de afgeleide methodiek alsook de wijze waarop de afleidingen tot stand zijn gekomen. Ook kom ik tot een aantal opmerkelijke mathematische verschijnselen waarvan ik op dit moment het nut ervan nog niet precies weet. Ik heb enige van die opmerkelijkheden als (voor mij) curiosa in hoofdstuk 3 beschreven. Ook is in dit verslag de broncode opgenomen van een aantal PASCAL routines voor het beschrijven van de Keplerse banen volgens de afgeleide methode. Dit verslag heeft voor mij gedeeltelijke een open eind; nieuwe bevindingen en informatie kunnen nieuwe inzichten geven en een aanvullingen op dit verslag. Reinier C. Ott December 1998 Ing. R.C. Ott Uiverweide LA Wageningen rcott@dutch.nl URL:

4 1. DE MATHEMATISCHE ELLIPSVORM 3 Een ellips is gedefinieerd als een vlakke kromme, bestaande uit een verzameling punten waarvoor de som der afstanden tot 2 vaste punten, de zo geheten brandpunten van de ellips, constant is. (en wel gelijk is aan de lange as van de ellips) (ref.: Vademecum van de Wiskunde, Prisma) Voor het beschrijven van elliptische (Keplerse) banen is het nodig om de voerstraal te berekenen als functie van de doorlopen hoek vanuit een der brandpunten. Uit de definitie van de ellips kan een ellips worden geconstrueerd met behulp van een niet rekbaar touwtje waarvan het begin en einde aan elkaar zijn geknoopt en waarvan de beide brandpunten en een te tekenen punt van de ellips met dit touwtje steeds een strak gespannen driehoek vormen. De onderstaande figuur toont hoe de voerstraal R vanuit een der brandpunten kan worden geconstrueerd als functie van de hoek ϕ. Voor het doorlopen van de hoek ϕ om centrum 1 geldt: Figuur 1.1 De lengte van het denkbeeldige touwtje ( L+R+S ) blijft steeds constant. En daar ook de brandpuntsafstanden ongewijzigd blijven zal dus tevens R+S constant blijven. C = R+S ( C is de constante) L = Rmax - Rmin R+S = L + 2.Rmin => C = R+S = Rmax + Rmin S 2 = R 2 + L 2-2 R L COSϕ met S = C - R is af te leiden: (Cosinusregel) [1.1]

5 2. PERKENWET IN CONVENTIONELE NOTATIE ONCONVENTIONEEL BEREKEND : METRISCHE AFLEIDING ALS FUNCTIE VAN DE ANOMALIE In de klassieke astronomie wordt de radiusvector in de elliptische vergelijking op een andere wijze gerepresenteerd dan het voorgaande hoofdstuk en wel zodanig dat de ware anomalie te noemen ν direct wordt beschreven vanuit het perifocus van de ellips. Zonder deze vergelijking voor de voerstraal af te leiden luidt deze: P R (ν) = [2.1.1] 1 + e COS ν De parameter P wordt de semi-parameter genoemd, dit is de elliptische vormfactor en wordt berekend uit de excentriciteit (e) en de perifocus (of perihelium) van de ellips (q) volgens: P = q (1 + e) [2.1.2] Of desgewenst uit het peri- en apfocus (Q) : P = 2 q Q / (q+q) [2.1.3] Voor het beschrijven van de ware anomalie geldt volgens Kepler steeds dat in gelijke tijden gelijke perken (= oppervlakken vanuit het te beschouwen brandpunt) worden beschreven. Er zal moeten worden getracht om een algemene vergelijking voor deze perken op te stellen alsook voor functie van ν. In de onderstaande figuur bevindt de Zon zich in het bewuste brandpunt van de elliptische baan die door de planeet wordt beschreven : Voor de gearceerde oppervlakken in de bovenstaande figuur geldt nu: Figuur A 1 / t 1 = A 2 / t 2 ; da ν /dt = k = A tot /P A tot = Totale oppervlak van de ellips P = Omloopperiode van de planeet Let op: verwar P niet met P!

6 Wanneer een (oneindig) klein segmentje op een willekeurige plaats in de ellips wordt beschouwd mag worden gesteld dat het oppervlak ervan ongeveer voldoet aan de halve basis maal hoogte. In het geval dat de hoogte van het driehoekje voldoende klein is mag ook de hoogte gelijk worden gesteld aan het stukje van de doorlopen boog R dν, ν moet natuurlijk wel in radialen worden uitgedrukt. 5 Wanneer de algemene vergelijking [2.1.1] van R ν met het bovenstaande wordt betrokken geldt: Voor het gehele gearceerde oppervlak tussen de grenzen a en b geldt na integratie de volgende vergelijking voor het (perk)oppervlak als functie van de ware anomalie ν. [2.1.4] Een willekeurig perkoppervlak A a-b waarvan de gens a niet samenvalt met het perifocus wordt berekend uit het verschil oppervlak: A a-b = A q-b - A q-a Hierin is A q-b, A q-a het perkoppervlak tussen de grens b respectievelijk grens a en het perifocus van de ellips.

7 Wanneer de grenzen va n de anomalie niet specifiek zijn aangegeven geldt vervolgens: 6 [2.1.5] Na partiële integratie wordt de kwadraatterm gereduceerd. Ook voor de gereduceerde integraal blijkt (gelukkig) een oplossing: Hiermee wordt de totale vergelijking A ν door substitutie: [2.1.6] Opmerking: De functie A ν is slechts geldig voor 0 < ν < π : Uit de symmetrie van de ellips over de lange as kan de anomalie ν over 2π worden berekend. De constante factor aan de voorzijde van de accolades is vereenvoudigd tot het halve product van het peri- en aphelium. Hierbij deze vereenvoudigingswijze: P 2 P 2 2qQ/(q+Q) 2qQ/(q+Q) = = = q Q [2.1.7] e 2-1 (e-1) (e+1) 2q/(q+Q) 2Q/(q+Q) Opmerkelijk is hierbij dat het product q Q als een oppervlakte schaalfactor voor de ellips mag worden beschouwd, de parameter e zegt uitsluitend iets over de mate van de ellipticiteit. Dit betekend, zonder echter een sluitend bewijs, dat ook het totale oppervlak van de ellips moet voldoen aan : A tot = π a b [2.1.8] ( Dit is de gebruikelijke manier om het oppervlak van een totale ellips te berekenen) Hierin is de betekenis van: a is de halve lange as met als mathematisch verband: a = q /(1-e) of a = Q/(1+e) [2.1.9] b is de halve korte as en is te beschrijven als: b = a 1 - e 2 [2.1.10] Ter illustratie volgt hieronder een bewijs dat de totale ellips welke berekend wordt door vergelijking [2.1.6] voldoet aan de algemene bewering van verg.[2.1.8] Met het gegeven voor a mag b ook worden geschreven als :

8 7 Q 1 - e 2 Q (1 - e) b = of desgewenst als: b = [2.1.11] 1 + e 1 - e 2 Wanneer nu het oppervlak van de ellips wordt berekend voor ν π volgens vergelijking [2.1.6] geldt voor het totale oppervlak A tot = 2 A (ν π) Let op: Het domein van ν is voor de vergelijking gedefinieerd tussen 0 - π, π zelf niet meegerekend! Hierna wordt vergelijking [2.1.6] teruggebracht tot: π q Q A tot = [2.1.12] 1 - e 2 Wanneer q en Q worden gesubstitueerd door respectievelijk vergelijking [2.1.9] en [2.1.11] dus met q = a ( 1 - e) en Q = b 1 - e 2 1- e blijkt dus direct te gelden dat A (ν=2 π) = π a b 2.2 ALFLEIDING NAAR HET TIJDSDOMEIN: Tot nu toe is steeds gesproken over een metrische betrekking; de plaats van een hemellichaam is beschreven in relatie met het doorlopen oppervlak (perk) van haar (elliptische) baan. Voor verdere berekeningen van de 2 e wet van Kepler wil men graag weten wat de ware anomalie ν van een hemellichaam is als functie van de tijd. Deze tijd wordt gerekend vanaf het moment dat de perihelium passage plaats vindt. Het probleem zal dus zijn om ν uit vergelijking [2.1.6] terug te rekenen en daarvoor zal het nodig zijn om middels een geschikte iteratie methode de juiste waarde voor ν te verkrijgen. Zoals reeds vermeld luidt de 2 e wet van Kepler : da ν /dt = k = A tot /P A tot = Totale oppervlak van de ellips [2.2.1] P = Omloopperiode van de planeet De aldus berekende ellips-sector (perk) is een functie van ν maar eveneens van de tijd. Alleen bij een cirkelvormige baan is de ware anomalie evenredig in tijd en wordt in dat geval uitgedrukt als middelbare anomalie M. Dus slechts bij een cirkelvormige baan geldt : ν = M. Echter M is wel een goed uitgangspunt voor een goede begin schatting voor de iteratie methode, teneinde de gewenste waarde met voldoende nauwkeurigheid voor ν te verkrijgen. Uitgaande voor de cirkelvormige baan geldt dan een evenredig verband tussen het doorlopen oppervlak A (t) van de baan in de tijd. A (t) = ½ R 2. M (t) R = (constante) voerstraal hemellichaam - Zon [2.2.2] M (t) = 2π. t / P ( M in Rad ) [2.2.3] In het geval van de werkelijke elliptische baan is ν (t) niet evenredig meer met de tijd, echter het enige dat volgens Kepler ongewijzigd blijft voor de vertaling van een cirkelvormige naar een elliptische baan is het oppervlak van de doorlopen perk. A (t) = k t

9 8 Voor het verder doorrekenen, uitgaande van de cirkelvormige baan wordt voor de eerste iteratiestap gesteld : ν (t) = M (t)! Nu zal moeten worden getracht opnieuw ν (t) te berekenen, geldend voor de perk van de elliptische baan. Voor dit terugrekenen naar het juiste argument wordt de iteratie methode van Newton-Raphson toegepast omdat deze snel convergeert en de ingrediënten bezit die reeds bekend zijn. f (ν i ) ν i+1 = ν i - [2.2.4] f (ν i ) Normaliter wordt deze methode toegepast om te berekenen waar de functie f(ν) de nuldoorgang(en) heeft. Echter nu moet worden bepaald wat het argument is voor de waarde dat de functie voldoet aan het gestelde oppervlak. Hiervoor wordt f (ν i ) geschreven als een variabele E die de foutterm beschrijft E i = A(ν i ) - A (t) A(ν i ) wordt berekend uit de afgeleide vergelijking [2.1.6] A (t) wordt eenvoudig uit het evenredige verband met de tijd bepaald en behoud dus tijdens het iteratieproces dezelfde waarde. Er dient dus net zo lang geïtereerd te worden dat E i een voldoende kleine waarde heeft, ofwel dat het gezochte oppervlak met voldoende nauwkeurigheid gelijk is aan A (t) Verder is nodig de afgeleide functie van A(ν). En omdat A(ν) in beginsel als primitieve is geschreven (zie algemene bewering [2.1.4] van de ellips ) is da/dν eenvoudig te berekenen. Dit laatste is het grote voordeel om de Newton-Raphson methode toe te passen. De iteratieformule wordt hiermee: A(ν i ) - A (t) ν i+1 = ν i - [2.2.5] da i / dν i Hierin de verandering van A ν als functie van ν: [2.2.6] Na enkele iteratieve berekeningen wordt al een zeer hoge nauwkeurigheid verkregen. De inverse functie van ν : Omgekeerd kan de perk doorlooptijd t exact worden berekend wanneer het argument van ν hiervoor gegeven wordt. Dit is dan de tijd die sinds de perihelium passage is verstreken tot het moment waar zich de planeet (of een ander hemellichaam) zich in haar baan bevindt.

10 2.3 DE KWALITEIT EN NAUWKEURIGHEID VAN DE BESCHREVEN BAANAFLEIDING 9 Voor de bepaling van de ware anomalie ν is dus een iteratie proces nodig. Belangrijk hierbij is de mate waarin dit proces convergeert, met andere woorden het aantal herhalingsberekeningen dat noodzakelijk is om de gewenste nauwkeurigheid van ν te bereiken. Veelal het grootste probleem bij een numerieke benadering is de keuze van de beginwaarde om het iteratieve proces te starten. Zoals vermeld wordt in het voorgaande de 1 e stap van ν berekend uit de lineaire verhouding in de tijd gerelateerd aan de totale omlooptijd. Deze lineaire verhouding is slechts van toepassing indien de baan van het hemellichaam zuiver cirkelvormig is en dus wordt uitgedrukt als middelbare anomalie M. Daar een hemellichaam zich op ieder willekeurige plaats in haar baan kan bevinden zal dit gehele bereik getoetst moeten worden. Echter omdat de werkelijke ellipsbaan symmetrisch is om de absiden-lijn kan worden volstaan voor een toetsing van M=0 tot 180. Evenzo zal moeten worden onderzocht in welke mate van ellipsvormigheid nog sprake kan zijn om ν met voldoende snelheid en nauwkeurigheid te berekenen. De resultaten van het onderzoek zijn in de onderstaande figuur weergegeven. De figuur laat een 2 dimensionale fractal zien waarbij de kleur en de intensiteit het aantal iteraties weergeeft om een nauwkeurigheid van ν = 10-9 Rad te bereiken. Voor de berekening is gebruik gemaakt van de PASCAL routines Bijlage I. Figuur De toenemende ellipticiteit wordt van beneden naar boven weergegeven. De onderzijde van de fractal stelt het aantal iteraties voor dat nodig is voor het berekenen van een cirkelvormige baan, terwijl de bovenzijde ervan wordt gekenmerkt door extreme ellipsvormen.

11 In figuur naar rechts is de toenemende middelbare anomalie voor over het bereik van 0 tot 180 weergegeven. De betekenis van de kleuren is als volgt, waarbij deze kleur een weergave is van het aantal iteraties dat nodig is om ν te berekenen: Blauwe kleur : 0 tot en met 10 iteraties Groen : 10 t/m 25 iteraties Geel : 25 t/m 100 iteraties Rood : Meer dan 100 iteraties Bovendien geldt dat naarmate de kleur lichter van tint is het aantal iteraties toeneemt. Het aardige van een fractal is dat er kan worden ingezoomd, de onderstaande figuur toont een uitvergroting van het witte omkaderde gebied voor de grenzen ( e = 0.58 tot 0.68 en M = 50 tot 90 ) 10 Figuur Opvallend is dat bij uitvergroten, dus met een toenemend aantal (tussen) waarden, opnieuw een aantal rode gebiedjes ontstaan. Er ontstaat dus kennelijk een duidelijke scheiding tussen de stabiele blauwe gebieden en de meer chaotische gedetailleerde plaatsen. Uit de figuren is af te lezen dat de excentriciteit van de ellipsbaan, tot een waarde van e =0.6, voor elke middelbare anomalie minder dan 10 iteraties nodig zijn om de gewenste eindnauwkeurigheid voor ν te bereiken. Dit alles kan nog worden bevestigd in de onderstaande tabel. In deze tabel wordt de excentriciteit van de ellips uitgezet tegen het maximaal aantal iteraties dat optreedt tijdens de gehele omloop van de het hemellichaam. Excentriciteit e max. aantal Iteraties Excentriciteit e max. aantal Iteraties > Voor het doorlopen van M is een stapgrootte M van gehanteerd. Tabel 2.3.1

12 Uit tabel is direct de discrepantie af te lezen in het aantal iteraties dat optreedt wanneer een excentriciteit van e=0.6 wordt overschreden. Direct hieruit kan de vraag worden gesteld of hierin een verschuiving optreedt wanneer de nauwkeurigheidseis van ν = 10-9 wordt gewijzigd. Tevens zal moeten worden getoetst of de computer zelf in staat is ν met de gewenste nauwkeurigheid te berekenen COMPUTER NAUWKEURIGHEID. De berekeningen zijn uitgevoerd in eerste instantie op basis van de drijvende punt variabelen REAL en in tweede instantie vervangen door het PASCAL type DOUBLE en EXTENDED. In PASCAL zijn deze gegevenstypen als volgt gedeclareerd: Type Waardebereik (absoluut) Aantal bytes REAL 2.9x x DOUBLE 5.0x x EXTENDED 3.4x x Tabel Wanneer alle drijvende punt variabelen in de PASCAL routines (bijlage 1.1) worden gewijzigd in achtereenvolgens de bovenstaande typen dan ontstaat het onderstaande resultaat. REAL DOUBLE EXTENDED Figuur Op een of andere wijze levert het DOUBLE en EXTENDED type een marginale afronding ten ongunste van het iteratieproces. De verschillen blijven klein en zijn alleen in het kleurrijke chaotische gebied waar te nemen. Anderzijds moet ook worden afgevraagd hoe de goniometrische functies worden berekend, of beter gezegd, door de computer worden benaderd. Het verschil tussen de drijvende punt typen uitten zich slechts op enkele plaatsen waar e de waarde van 1 nadert en dus waar een hoge mate van chaos heerst, voor de rest zijn de fractals identiek. Voor vergelijking [2.1.6] treedt instabiliteit op naarmate e toeneemt naar 1 en ν >90 In het limiet geval dat e=1 geldt: p Q SIN ν A ν = { - ARCTAN 0 } [ ] COS ν Mathematisch geldt natuurlijk dat de ARCTAN 0 in het interval -π/2 tot +π/2 een argument van 0 oplevert. Dus hiermee verkrijgt het tweede lid de waarde van 0 wat elke waarde kan opleveren. Wanneer e de waarde van 1 nadert is maar de vraag in hoeverre de ARCTAN functie in staat is de steeds groter wordende wortelterm ( 2/ 1 - e 2 zie verg. [2.1.6] ) te kunnen compenseren. Een voordeel is dat de term niet snel divergeert naar oneindig (pas bij zeer sterke elliptische banen (e> ) is dit het geval. Anderzijds levert de SIN /( 1 + COS ) term een probleem voor ondefinieerbaarheid op wanneer e->1 tezamen met respectievelijk ν -> 180 Tevens is getracht de goniometrische functies SIN, COS en ARCTAN te benaderen met een polynoom-reeks. Echter het probleem is de slechte mate van convergentie van de inverse boog functie arctangens. Opmerkelijk is echter steeds dat de gebieden zelf onveranderd blijven waar stabiliteit en chaos heerst. En omwille van de marginale afwijkingen die kunnen optreden kan in de berekeningen worden volstaan met het normale REAL type.

13 PRECISIE VAN DE WARE ANOMALIE In het voorgaande is een eindnauwkeurigheid in ν gesteld van ν = 10-9 Rad. Als test op de iteratiefractal is onderzocht in hoever het uiterlijk van deze fractal en dus daarmee de kwaliteit afhangt van de eindprecisie van ν. Zoals vermeld is het blauwe, en dus stabiele, gebied direct bruikbaar. In de benadering wordt uitgegaan van alle elliptische banen vanaf cirkelvormig tot een ellipticiteit van e =0.6 geldend voor het interval M=0 tot M=180 Als test-case is een lineair gemiddeld aantal iteraties genomen die in dat in dit beschreven gebied kan optreden. De test is uitgevoerd met vaste stapgrootte M =1 en e=0.01 gekozen. Het resultaat tussen de gewenste precisie van ν en het benodigd gemiddeld aantal iteraties is in de onderstaande grafiek weergegeven. Figuur Tevens is het opmerkelijk dat de opgegeven precisie nauwelijks van invloed is op een verschuiving van de grenslijn tussen het stabiele blauwe gebied en het kleurrijke chaotische gebied. Het maximaal aantal iteraties blijft tot aan die grenslijn (en dus ook tot e=0.6) minder of gelijk aan 10! In het chaotische gebied treedt enige verschuiving naar de rode kleur op wat duidt op een toename van het aantal iteraties bij toenemende precisie. 2.4 DE BRUIKBAARHEID VAN DE METHODE: Zoals vermeld, is de kwaliteit van de beschreven methodiek afhankelijk van het aantal iteraties en dus tevens van M en e De fractal (figuur 2.3.1) laat duidelijk de scheiding tussen de stabiele en de chaotische gebieden zien. Alleen in het blauwe (stabiele) gebied is de methode goed bruikbaar. Voor dit bruikbare gebied geldt: Voor elke beginwaarde M over een het bereik 0 tot 180 is een eenduidige waarde voor ν te vinden. Er zijn relatief weinig berekeningsstappen nodig; dus een gunstige snelheid van het berekeningsproces. De vraag is nu om vooraf een toetsing te kunnen maken om uit te bepalen of de beschreven methode te gebruiken is voor de te berekenen positie van het hemellichaam in haar baan. Er kan direct worden verondersteld dat de methode geschikt is voor alle elliptische banen met een e<=0.6 Dit is op zichzelf correct maar er meer uit te halen. Het komt erop neer dat het stabiele gebied alle (M,e) punten bevat die zich onder de scheidingslijn bevinden van het blauwe en het chaotische gebied. Een goede polynoombenadering van deze scheidingslijn waaraan de bruikbaarheid kan worden getoetst indien e voldoet aan : e < -0,02764 M 5 + 0,21536 M 4-0,62536 M 3 + 0,98589 M 2-0,90426 M + 0,98000 [2.4.1] M moet worden opgegeven in radialen. Er dient echter te worden opgemerkt dat vergelijking [2.4.1] slechts geldig is voor M gelegen in het interval tussen 0 en π. Voor het interval van π en 2π dient M te worden berekend als 2π - M

14 2.5 VOORBEELD BEREKENING 13 Gevraagd: De ware anomalie van komeet Schoemaker-Levy 6 op 2.0 juli 1999 uit opgegeven baanelementen geldig voor het equinox J2000. Oplossing: Opgave baanelementen komeet Schoemaker-Levy 6 uit de sterrengids 1999 : Epoche = JD Perihelium doorgang T = 1999 mei baanexcentriciteit e = Perihelium q = AE Omlooptijd P = 7.55 jaar of beter via 3 e Wet Kepler uit e en q : P= jaar Als eerste dient de middelbare anomalie M berekend te worden. Deze wordt gevonden uit de lineaire tijdsverhouding. Voor M in radialen geldt (zie vergelijking [2.2.3]) : M = 2π t / P De tijdsspanne t vanaf het perihelium : Mei Juli geeft een verschil van dagen ofwel t in Juliaanse jaren = jaar Hieruit volgt M = Rad. Echter e is groter dan 0.6 en daarom dient vergelijking [2.4.1] als toetsing of de beschreven methode te gebruiken is. Uit vergelijking [2.4.1] : -0,02764 M 5 + 0,21536 M 4-0,62536 M 3 + 0,98589 M 2-0,90426 M + 0,98000 = En daar e kleiner is dan voldoet de vergelijking aan de bewering en mag de verdere afleiding volgens de beschreven methodiek worden voortgezet. Vervolgens dient het aphelium Q van de elliptische baan te worden berekend. Uit substitutie van de vergelijkingen [2.1.9] Q = q 1 + e 1 - e hieruit volgt een aphelium Q = AE Uitgaande van vergelijking [2.2.1] dient de oppervlakte verhouding k te worden bepaald: k = A tot /P Hiervoor is het totaal oppervlak A tot van de elliptische baan nodig. Dit oppervlak is direct te berekenen uit verg [2.1.12] π q Q A tot = A tot = AE e 2 en hiermee wordt de k factor vastgesteld op k = AE 2 / jaar Het oppervlak A (t) van de ingesloten perk kan worden berekend uit de lineaire oppervlak verhouding k t en bedraagt in ons geval k jaar = AE 2 en met de eerste waarde ν i=1 = M = Rad wordt tevens de startwaarde voor het iteratieproces verkregen.

15 Met behulp van de methode van Newton-Raphson (zie vergelijking [2.2.5]) kan de ware anomalie ν worden benaderd. De onderstaande tabel geeft het aantal iteratiestappen aan om ν te bepalen. 14 Iteratie stap A(ν i ) da i / dν i A(ν i ) - A (t) (foutterm) ν I [Rad] ν i+1 [Rad] Tabel De parameters in de overige kolommen worden berekend uit de afgeleide vergelijkingen [2.1.6] en [2.2.6]. In de laatste kolom blijkt na 5 iteratiestappen het gevraagde antwoord voor ν met een berekeningsnauwkeurigheid van ν = 10-9 Rad. In de 4 e kolom is duidelijk de mate van convergentie van het iteratieproces te zien, de foutterm wordt in een weinig iteratiestappen naar 0 gereduceerd. Hiermee is de berekening voldaan en het gezochte antwoord luidt: De ware anomalie ν voor komeet Schoemaker-Levy 6 op 2 juli 1999 bedraagt Rad ofwel Duidelijk is te zien dat door de sterke ellipsvorm van de baan de ware anomalie behoorlijk afwijkt van de middelbare anomalie.

16 3. ELLIPSBAAN CURIOSA DE GEMIDDELDE VOERSTRAAL Voor het berekenen van de radiusvector (voerstraal van een hemellichaam) als functie van de ware anomalie geldt volgens vergelijking [2.1.1]: P R (ν) = met : P = 2 q Q / (q+q) 1 + e COS ν Over de gehele elliptische baan wordt doorgaans de halve lange as vaak als een soort gemiddelde op de voerstraal berekend : R gem = a = ( q + Q ) / 2 [3.1.1] Met deze beschreven manier voor het bepalen van de gemiddelde voerstraal R vanuit het perifocus wordt uitgegaan van de extremen van de ellipsbaan. 3.2 DE TIJDSGEMIDDELDE VOERSTRAAL Uit de perkenwet van Kepler komt duidelijk naar voren dat een hemellichaam haar elliptische baan niet eenparig als functie in de tijd doorloopt (zie hoofdstuk 2) Er kan dus ook worden afgevraagd wat de gemiddelde voerstraal in de tijd is tijdens het doorlopen van de volledige omloopperiode door de baan. Immers de perihelium passage wordt in een korter tijdsbestek doorlopen dan bij het aphelium het geval is. Deze te bepalen gemiddelde voerstraal zou bijvoorbeeld nuttig kunnen zijn om te berekenen wat de gecumuleerde Zon invloed van een planeet is gedurende haar omloop om de Zon. (of mogelijk kunnen nieuwe mathematische inzichten vereenvoudigingen betekenen van de Keplerse banen) En hopelijk kan hiervoor een mathematische relatie voor R gem worden afgeleid met betrekking tot de vorm van de elliptische baan.. Hiervoor is het volgende experiment gedaan: De omloopperiode P is verdeeld over een groot aantal eindige tijd-elementjes met allen eenzelfde tijdsduur, te beschouwen als t. De doorlooptijd t door de elliptische baan wordt daarmee gedefinieerd als: n t n = Σ t i [3.2.1] i =1 En voor de totale omloopperiode geldt dus t n = P Na iedere tijd t wordt de ware anomalie ν volgens de beschreven methodiek en PASCAL routine PERKHOEK (zie Bijlage I) berekend met evenals de daarmee samenhangende voerstraal R (ν) volgens verg. [2.1.1] Vervolgens wordt het gemiddelde van R over de gehele omloopperiode berekend als. n R gem = Σ R(ν (t=i) ) [3.2.2] i =1 n

17 De resultaten van het experiment zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Hiertoe zijn voor q en Q een aantal mooie waarden gekozen en na de opdeling van de omlooptijd in een groot aantal (>1000 tijdselementjes) zijn opmerkelijke waarden gevonden. Dit is opmerkelijk want de berekeningen om via de ware anomalie de voerstraal R te berekenen zijn vrij complex. 16 q Q R gem => R gem in breuknotatie / / / / / / / /10 Tabel Opmerkelijk is dat de getalswaarden voor R gem een verband lijken te hebben met de vermenigvuldiging van q+q Door empirisch uitsplitsen van de uitkomsten en door integratie terugherleiden kan inderdaad een afleiding voor Rgem gevonden (zie voor de afleiding Bijlage II): 3 x x + 3 Hierin: x = Q/q R gem = q [3.2.2] t 0 4 ( 1 + x ) Na onderzoek met een groot aantal andere (minder mooie) waarden voor q en Q leerde dat de functie, echter zonder wiskundig bewijs te leveren, voordoet voor q,q +R (alle positieve rationele waarden van q en Q met uitgezonderd van 0) Hieronder een grafische voorstelling op schaal van een elliptische baan met een excentriciteit van 0.6: Figuur De tijdsgemiddelde voerstraal stelt de gestippelde cirkel voor. Op het moment van de getekende positie van de planeet geldt dat de tijdsintervallen T1 en T2 aan elkaar gelijk zijn. Dit moment valt

18 17 echter niet samen met een der snijpunten van de werkelijke ellipstische baan en de gestippelde cirkel. (dus daar waar de beide voerstralen aan elkaar gelijk zijn) Mogelijk kan, met gebruik makend van de tijdsgemiddelde voerstraal, toch een relatie worden gelegd tot de tijdsvereffening zonder gebruik te maken van de omvangrijke afleidingen die via de 2 e wet van Kepler noodzakelijk zijn. Maar waar slechts vergelijking [2.1.1] kan dienen voor het terugrekenen naar het argument van ν. Een ander nut kan mogelijk blijken voor het berekenen van de gemiddelde baansnelheid van de planeet. Voor de baansnelheid op een willekeurig punt in die baan geldt immers: V (t) = d( R (ν) ν) dt met d(r (ν) ν) als doorlopen boogelementje v/d ellips Het berekenen van de gemiddelde baansnelheid uit de tijdsgemiddeldevoerstraal zou dan eenvoudig zijn met: V gem = R gem / P De begripsvorming van de tijdsgemiddelde voerstraal houdt mij momenteel nog bezig, mogelijk blijkt er verder geen nut uit, maar het intrigeert mij in ieder geval om de wijze waarop deze mathematisch kan worden afgeleid. 3.3 DE HOEKGEMIDDELDE VOERSTRAAL Op eenzelfde wijze waarop de tijdsgemiddeldevoerstraal is berekend kan uit vergelijking [2.1.1] worden onderzocht wat de gemiddelde voerstraal is wanneer de gehele elliptische baan wordt doorlopen met constante stappen ν. Ook nu ligt het in de verwachting weer ander antwoord te verkrijgen dan op de traditionele wijze om R gem te berekenen uit de extremen q en Q. Voor de benadering van de hoekgemiddelde voerstraal geldt: n R gem = Σ R(ν=i) [3.3.1] i =1 n Hierin is n de gelijke verdeling van ν over het bereik van 2π De verdere afleiding is een stuk eenvoudiger dan in het geval van de tijdsgemiddelde voerstraal, welke beschreven is in 3.2, omdat hiervoor slechts vergelijking [2.1.1] nodig is en er niet geitereerd behoeft te worden. Zonder verdere afleiding kan worden gevonden wanneer ν voldoende klein is (en daarmee n groot): R gem = q Q ( q,q +R ) [3.3.2] ν 0 Het meest opvallende is dat blijkt te gelden : R gem = b [3.3.3] ν 0 Hieruit volgt dus de onderstaande stelling: De hoekgemiddelde voerstraal over de gehele ellips, gerekend vanuit een der brandpunten, is gelijk aan de halve korte as van diezelfde ellips!

19 BIJLAGEN 18 BIJLAGE I PROGRAMMA ROUTINES IN PASCAL (KEPLERSE BANEN) {ÉÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍ»} {º FUNCTION R_ellips(R1,R1,nu:real):real º} {º Deze functie berekent de voerstraal als functie van nu º} {º van een ellips met: º} {º R1 = apfocus afstand º} {º R2 = perifocus afstand º} {º nu = anomalie (vanaf het perifocus) º} {º De functie is geldig voor nu= 0-2pi (nu in RAD) º} {º º} {º P º} {º R = º} {º 1 + e.cos(ν) º} {º º} {ÈÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍͼ} FUNCTION R_ellips(R1,R2,nu:real):real; VAR e:real; P:real; BEGIN e:=2*r1/(r1+r2) - 1; P:=2*R1*R2/(R1+R2); R_ellips:=P/(1+e*COS(nu)) END; {ÉÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍ»} {º FUNCTION O_ellips(R1,R1,nu:real):real º} {º Deze functie berekent de oppervlak van een ellips met: º} {º R1 = apfocus afstand º} {º R2 = perifocus afstand º} {º nu = anomalie (vanaf het perifocus) º} {º De functie is geldig voor nu= 0-2pi (nu in RAD) º} {º b º} {º P 2 dν º} {º Opp = º} {º 2 (1+ e.cos(ν)) 2 º} {º a º} {º berek.integraal vlg. Handbook of Chemistry & Physics º} {ÈÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍͼ} FUNCTION O_ellips(R1,R2,nu:real):real; { } FUNCTION Opp(R1,R2,nu:real):real; VAR e,p,k :real; int1,int2:real; a,b :real; BEGIN e:=2*r1/(r1+r2) - 1; P:=2*R1*R2/(R1+R2); k:=sqrt(1-e*e); IF nu<>pi THEN BEGIN int2:=2*arctan(k*tan(nu/2)/(1+e))/k; int1:=e*sin(nu)/(1+e*cos(nu)); Opp:=ABS(R1*R2*(int1 - int2)/2) END ELSE BEGIN a:=(r1+r2)/2; b:=a*sqrt(1-e*e); Opp:=0.5*pi*a*b {opp. halve ellips} END; END; { } BEGIN IF nu>=pi THEN O_ellips:=2*Opp(R1,R2,pi)-Opp(R1,R2,2*pi-nu) ELSE O_ellips:=Opp(R1,R2,nu) END; { }

20 {ÉÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍ»} {º FUNCTION perkhoek(r1,r2,tel,omloop:real):real; º} {º Deze functie berekent de ware anomalie van de baan met º} {º R1 = apfocus afstand º} {º R2 = perifocus afstand º} {º tel = lineaire tijdseenheid vanaf perifocus º} {º Omloop = totale tijd voor volledig doorlopen ellips º} {º Berekeningswijze vlg. 2e wet Kepler (perkenwet): º} {º º} {º Opp1 Opp2 º} {º ---- = ---- º} {º t1 t2 º} {º º} {º perkhoek = ware anomalie in Rad vanaf het perifocus º} {º dus: perkhoek= f(tel) º} {ÈÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍͼ} FUNCTION perkhoek(r1,r2,tel,tomloop:real;var iter:integer):real; VAR kc :real; M :real; nu :real; Opptot,Opp:real; { } FUNCTION hoek(r1,r2,opp,nu:real):real; VAR fout:real; M :real; {...} FUNCTION integrant(r1,r2,nu:real):real; VAR e:real; P:real; BEGIN e:=2*r1/(r1+r2) - 1; P:=2*R1*R2/(R1+R2); integrant:=sqr(p)/(2*sqr(1+e*cos(nu))); END; {...} PROCEDURE New_Rap(R1,R2,M:real;VAR nu:real); VAR fout :real; BEGIN fout:=o_ellips(r1,r2,m)-opp; nu:=m-fout/integrant(r1,r2,m); END; {...} BEGIN WHILE (ABS(nu-M)>10E-9)AND(Iter<1000) DO BEGIN M:=nu; New_Rap(R1,R2,M,nu); Iter:=Iter+1; END; WHILE nu>=2*pi DO nu:=nu-2*pi;while nu<0 DO nu:=nu+2*pi; hoek:=nu; END; { } BEGIN Iter:=0; WHILE tel>tomloop DO tel:=tel-tomloop; WHILE tel<0 DO tel:=tel+tomloop; 19 M:=2*pi * tel/tomloop; {begin schatting hoek nu} Opptot:=O_ellips(R1,R2,2*pi); kc:=opptot/tomloop; Opp:=kc*tel; PerkHoek:=hoek(R1,R2,Opp,M); END; { }

21 {ÉÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍ»} {º FUNCTION perktijd(r1,r2,nu,tomloop:real):real; º} {º Deze functie berekent de oppervlak van een ellips met: º} {º R1 = apfocus afstand º} {º R2 = perifocus afstand º} {º nu = ware anomalie (vanaf het perifocus) in Rad. º} {º tomloop= totale tijd voor volledig doorlopen ellips º} {º º} {º perktijd => is tijdseenheid als functie van nu º} {º dat is verstreken vanaf het moment van de º} {º laatste perifocusdoorgang º} {º De functie is geldig voor nu= 0-2pi (nu in RAD) º} {ÈÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍÍͼ} FUNCTION perktijd(r1,r2,nu,tomloop:real):real; VAR kc :real; Opptot,Opp:real; BEGIN WHILE nu>2*pi DO nu:=nu-2*pi; WHILE nu<0 DO nu:=nu+2*pi; 20 Opptot:=O_ellips(R1,R2,2*pi); kc:=opptot/tomloop; Opp:=O_ellips(R1,R2,nu); perktijd:=opp/kc END; {==========================================================}

22 BIJLAGE II DE TIJDSGEMIDDELDE VOERSTRAAL 21 BEREKENING AFLEIDING VOOR Rgem : Als basis voor de afleiding dient tabel en zoals daar reeds is vermeld lijken de waarden van R gem een verband te bezitten voor het product van q+q. (ofwel in dit geval met de aanname 1+x) Hieronder volgt de uitsplitsingstabel van tabel 3.2.1: q Q x= Q/q R gem y=(1+x) R gem y=y i+1 -y i ( y) = y i+1 - y i / / / / / / / /10 66 Tabel Bijlage II De kolommen 1,2 en 4 zijn overgenomen uit tabel Kolom 3 is de mate van ellipticiteit als breuk representatie (Q/q) en dus niet als e. In kolom 5 zijn de getransformeerde gemiddelde waarden te vinden, welke worden gevormd door dat de noemers van R gem worden weggedeeld door de vermenigvuldiging van 1+x. In deze kolom : y = (1+x) R gem In de laatste 2 kolommen wordt steeds het verschil tussen de voorgaande y waarden uitgesplitst. De uitsplitsingsprocedure dient 2x te worden uitgevoerd om in de laatste kolom gelijke waarden te doen ontstaan. Dankzij de situatie dat in die laatste kolom alle waarden aan elkaar gelijk zijn is een mathematische afleiding mogelijk voor de bepaling van y=f(x) Wanneer ervan uit wordt gegaan dat de gezochte functie f(x) continue is en geldig is voor alle rationele waarden van q en Q kunnen de volgende integraties plaats vinden: Als eerste geldt dan uit de laatste kolom: d 2 y/dx 2 = 1.5 Hieruit volgt dus voor de voorgaande kolom: dy/dx = 1.5 dx = 1.5 x + C 1 En voor y geldt dan: y = ( 1.5 x + C 1 ) dx = 0.75 x 2 + C 1 x + C 2 Wanneer voor y twee tabelwaarden worden ingevuld worden de integratie constanten C 1 en C 2 gevonden. Met deze waarden wordt gevonden: y = 0.75 x x

23 22 En omdat y is gedefinieerd als (1+x) Rgem geldt: R gem = 0.75 x x x Echter nu is nog een enkel probleem dat Rgem een genormeerde voerstraal is, dit impliceert dat R gem slechts afhankelijk is van de mate van ellipticiteit (x= Q/q) en dus nog niet van de grootte van de ellips. Gelukkig is het verband in ellipsgrootte evenredig met R gem en dient daarom met de perifocus afstand te worden gecorrigeerd. Wanneer vervolgens teller en noemer met 4 wordt vermenigvuldigd om op gehele waarde te komen wordt de afleiding als volgt gecompleteerd: 3 x x + 3 R gem = q ( 1 + x )

24 REFERENTIES 23 1 Astronomical algorithms J. Meeus ISBN Willmann-Bell 2 Astronomical tables of the Sun, Moon J. Meeus ISBN X Willmann-Bell 3 Atlas van de Wiskunde deel 1 ISBN Sesam 4 Handbook of Chemistry & Physics 78 th. David R. Lide ISBN CRC 5 Methods of orbit determination Dan Boulet ISBN Willmann-Bell 6 Sterrengids 1998 M.Drummen e.a ISBN De Koepel 7 Vademecum van de wiskunde ISBN Prisma

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 2 januari 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 2 januari 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen januari 4 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt 3pt pt pt pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met of onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton

De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton Van de middelbare school kent iedereen wel de a, b, c-formule (hier en daar ook wel het kanon genoemd) voor de oplossingen van de vierkantsvergelijking

Nadere informatie

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen Inhoud college 5 Basiswiskunde 4.10 Taylorpolynomen 2 Basiswiskunde_College_5.nb 4.10 Inleiding Gegeven is een functie f met punt a in domein D f. Gezocht een eenvoudige functie, die rond punt a op f lijkt

Nadere informatie

8. Differentiaal- en integraalrekening

8. Differentiaal- en integraalrekening Computeralgebra met Maxima 8. Differentiaal- en integraalrekening 8.1. Sommeren Voor de berekening van sommen kent Maxima de opdracht: sum (expr, index, laag, hoog) Hierbij is expr een Maxima-expressie,

Nadere informatie

Cijfer = totaal punten/10 met minimum 1

Cijfer = totaal punten/10 met minimum 1 VOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN OPLEIDING TOETSCODE GROEP Me MeWIS1-T1 MeP1 TOETSDATUM 7 november 011 TIJD 13.00 14.30 uur AANTAL PAGINA S (incl. dit voorblad) 6 DEZE TOETS BESTAAT UIT (aantal) GEBRUIK

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) wiskunde B, (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Woensdag 3 juni 3.30 6.30 uur 0 04 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat uit 9 vragen.

Nadere informatie

5. Vergelijkingen. 5.1. Vergelijkingen met één variabele. 5.1.1. Oplossen van een lineaire vergelijking

5. Vergelijkingen. 5.1. Vergelijkingen met één variabele. 5.1.1. Oplossen van een lineaire vergelijking 5. Vergelijkingen 5.1. Vergelijkingen met één variabele 5.1.1. Oplossen van een lineaire vergelijking Probleem : We willen x oplossen uit de lineaire vergelijking p x+q=r met p. Maxima biedt daartoe in

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II Voedselbehoefte In een zeker gebied wordt een grote toename van de bevolking voorzien. Om de daarmee gepaard gaande problemen het hoofd te kunnen bieden, heeft men een schatting nodig van de grootte van

Nadere informatie

Uitleg van de Hough transformatie

Uitleg van de Hough transformatie Uitleg van de Hough transformatie Maarten M. Fokkinga, Joeri van Ruth Database groep, Fac. EWI, Universiteit Twente Versie van 17 mei 2005, 10:59 De Hough transformatie is een wiskundige techniek om een

Nadere informatie

Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor. Opgedragen aan Th. J. Dekker. H. W. Lenstra, Jr.

Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor. Opgedragen aan Th. J. Dekker. H. W. Lenstra, Jr. Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor Opgedragen aan Th. J. Dekker H. W. Lenstra, Jr. Uit de lineaire algebra is bekend dat het aantal oplossingen van een systeem lineaire vergelijkingen gelijk

Nadere informatie

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig. 6 Totaalbeeld Samenvatten Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig. Begrippenlijst: 21: complex getal reëel deel

Nadere informatie

12. Uitwerkingen van de opgaven

12. Uitwerkingen van de opgaven 12. Uitwerkingen van de opgaven 12.1. Uitwerkingen opgaven van hoofdstuk 3 Opgave 3.1 3,87 0,152 641, 2 Bereken met behulp van Maxima: 2,13 7,29 78 0,62 45 (%i1) 3.87*0.152*641.2/(2.13*7.29*78*0.62*45);

Nadere informatie

Analyse: vraagstuk van Kepler

Analyse: vraagstuk van Kepler Analyse: vraagstuk van Kepler Deel : Afleiden tweede wet (wet der perken) Redelijk simpel. Uit de bewegingsvergelijking volgt dat =. Dit impliceert dat = =. Als je weet dat de tangentiële component van

Nadere informatie

1 Efficient oversteken van een stromende rivier

1 Efficient oversteken van een stromende rivier keywords: varia/rivier/rivier.tex Efficient oversteken van een stromende rivier Een veerpont moet vele malen per dag een stromende rivier oversteken van de ene aanlegplaats naar die aan de overkant. De

Nadere informatie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk 11. Daar worden deze begrippen echter

Nadere informatie

Tweede Programmeeropgave Numerieke Wiskunde 1 De golfplaat Uiterste inleverdatum : vrijdag 16 mei 2003

Tweede Programmeeropgave Numerieke Wiskunde 1 De golfplaat Uiterste inleverdatum : vrijdag 16 mei 2003 Tweede Programmeeropgave Numerieke Wiskunde 1 De golfplaat Uiterste inleverdatum : vrijdag 16 mei 2003 I Doelstelling en testcase In deze programmeeropgave zullen we een drietal numerieke integratiemethoden

Nadere informatie

Uitgewerkte oefeningen

Uitgewerkte oefeningen Uitgewerkte oefeningen Algebra Oefening 1 Gegeven is de ongelijkheid: 4 x. Welke waarden voor x voldoen aan deze ongelijkheid? A) x B) x [ ] 4 C) x, [ ] D) x, Oplossing We werken de ongelijkheid uit: 4

Nadere informatie

1. Een van mijn collega s, liet een mooi verhaal zien: De opgave was: Los op ln(x + 2) ln(x + 1) = 1.

1. Een van mijn collega s, liet een mooi verhaal zien: De opgave was: Los op ln(x + 2) ln(x + 1) = 1. Tentamen-wiskunde?. De basiswiskunde. Een van mijn collega s, liet een mooi verhaal zien: De opgave was: Los op ln(x + 2) ln(x + ) =. Oplossing : ln(x + 2) = + ln(x + ) x + 2 = ln + x + 3 = ln dus x =

Nadere informatie

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2. BURGERLIJK INGENIEUR-ARCHITECT - 5 SEPTEMBER 2002 BLZ 1/10 1. We beschouwen de cirkel met vergelijking x 2 + y 2 2ry = 0 en de parabool met vergelijking y = ax 2. Hierbij zijn r en a parameters waarvoor

Nadere informatie

Indicatie van voorkennis per les Algemene relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Indicatie van voorkennis per les Algemene relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Indicatie van voorkennis per les Algemene relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Dit document bevat niet alleen voorkennis in de zin dat moet u al gehad hebben en kennen, maar ook in de

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I Inademen Bij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen is de hoeveelheid verse

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 89 punten te behalen; het examen bestaat uit 20 vragen. Voor elk

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

Primitieve functie Als f : R --> R continu is op een interval, dan noemt men F : R --> R een primiteive functie of

Primitieve functie Als f : R --> R continu is op een interval, dan noemt men F : R --> R een primiteive functie of Enkelvoudige integralen Kernbegrippen Onbepaalde integralen Van onbepaalde naar bepaalde integraal Bepaalde integralen Integratiemethoden Standaardintegralen Integratie door splitsing Integratie door substitutie

Nadere informatie

Het oplossen van vergelijkingen Voor het benaderen van oplossingen van vergelijkingen van de vorm F(x)=0 bespreken we een aantal methoden:

Het oplossen van vergelijkingen Voor het benaderen van oplossingen van vergelijkingen van de vorm F(x)=0 bespreken we een aantal methoden: Hoofdstuk 4 Programmeren met de GR Toevoegen: een inleiding op het programmeren met de GR Hoofdstuk 5 - Numerieke methoden Numerieke wiskunde is een deelgebied van de wiskunde waarin algoritmes voor problemen

Nadere informatie

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2 .0 Voorkennis Herhaling merkwaardige producten: (A + B) = A + AB + B (A B) = A AB + B (A + B)(A B) = A B Voorbeeld 1: (5a) (a -3b) = 5a (4a 1ab + 9b ) = 5a 4a + 1ab 9b = 1a + 1ab 9b Voorbeeld : 4(x 7)

Nadere informatie

5 Eenvoudige complexe functies

5 Eenvoudige complexe functies 5 Eenvoudige complexe functies Bij complexe functies is zowel het domein als het beeld een deelverzameling van. Toch kan men in eenvoudige gevallen het domein en het beeld in één vlak weergeven. 5.1 Functies

Nadere informatie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling TU/e technische universiteit eindhoven Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk

Nadere informatie

(Assistenten zijn Sofie Burggraeve, Bart Jacobs, Annelies Jaspers, Nele Lejon, Daan Michiels, Michael Moreels, Berdien Peeters en Pieter Segaert).

(Assistenten zijn Sofie Burggraeve, Bart Jacobs, Annelies Jaspers, Nele Lejon, Daan Michiels, Michael Moreels, Berdien Peeters en Pieter Segaert). Tussentijdse Toets Wiskunde I 1ste bachelor Biochemie & Biotechnologie, Chemie, Geografie, Geologie, Informatica, Schakelprogramma Master Toegepaste Informatica, donderdag 17 november 011, 8:30 10:00 uur

Nadere informatie

Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman

Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Roland van der Veen Inleiding Deze reeks opgaven is bedoeld voor de werkcolleges van de vakantiecursus Wiskunde in Wording, Augustus 2013. 1

Nadere informatie

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D. Datum: Donderdag 8 juli 4. Tijd: 14. 17. uur. Plaats: MA 1.44/1.46 Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen 3 december 04 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato: 4pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

NUMERIEKE METHODEN VOOR DE VAN DER POL VERGELIJKING. Docent: Karel in t Hout. Studiepunten: 3

NUMERIEKE METHODEN VOOR DE VAN DER POL VERGELIJKING. Docent: Karel in t Hout. Studiepunten: 3 NUMERIEKE METHODEN VOOR DE VAN DER POL VERGELIJKING Docent: Karel in t Hout Studiepunten: 3 Over deze opgave dien je een verslag te schrijven waarin de antwoorden op alle vragen zijn verwerkt. Richtlijnen

Nadere informatie

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Uitwerking tentamen Functies van één veranderlijke (5260) op dinsdag 6 januari 2009, 9.00 2.00 uur. De uitwerkingen van de opgaven

Nadere informatie

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde Masterclass VWO-leerlingen juni 2008 Snelle glijbanen Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD 2009 1 Technische Universiteit Delft Probleemstelling Gegeven: een punt A(0,a) en een punt B(b, 0) met a 0.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II Drinkbak In figuur staat een tekening van een drinkbak voor dieren. De bak bestaat uit drie delen: een rechthoekige, metalen plaat die gebogen is tot een symmetrische goot, een voorkant en een achterkant

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Voorbereiding toelatingsexamen artstandarts Wiskunde: oppervlakteberekening juli 05 dr. Brenda Castelen Met dank aan: Atheneum van Veurne (http:www.natuurdigitaal.begeneeskundefsicawiskundewiskunde.htm),

Nadere informatie

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER Cursusjaar 2009 / 2010 2 Inhoudsopgave 1 FOURIERANALYSE 5 1.1 INLEIDING............................... 5 1.2 FOURIERREEKSEN.......................... 5 1.3 CONSEQUENTIES

Nadere informatie

college 6: limieten en l Hôpital

college 6: limieten en l Hôpital 126 college 6: ieten en l Hôpital In dit college herhalen we enkele belangrijke definities van ieten, en geven we belangrijke technieken om ieten van functies (eigenlijk en oneigenlijk) te bepalen. In

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 4 november 0 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato): 4pt pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met of onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Hoofdstuk : Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Partiële differentiaalvergelijkingen zijn vergelijkingen waarin een onbekende functie van twee of meer variabelen en z n partiële afgeleide(n)

Nadere informatie

Wiskunde Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4 21/12/2008

Wiskunde Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4 21/12/2008 Wiskunde 007- //008 Vraag Veronderstel dat de concentraties in het bloed van stof A en van stof B omgekeerd evenredig zijn en positief. Als de concentratie van stof A met p % toeneemt, dan zal de concentratie

Nadere informatie

2. Het benaderen van nulpunten

2. Het benaderen van nulpunten Het benaderen van nulpunten Benaderen van vierkantswortels Als we met een numerieke rekenmachine benadering, 7 =,64575 7 berekenen, krijgen we als resultaat een Het numeriek benaderen kan met een recursieve

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Voorbereiding toelatingsexamen artstandarts Wiskunde: oppervlakteberekening 307 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http:users.telenet.betoelating) . Inleiding Dit oefeningenoverzicht

Nadere informatie

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien: Van de opgaven met een letter en dus zonder nummer staat het antwoord achterin. De vragen met een nummer behoren tot het huiswerk. Spieken achterin helpt je niets in het beter snappen... 1 Stelling van

Nadere informatie

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0. Gegeven is de functie.0 Voorkennis Deze functie bestaat niet bij een van. Invullen van = geeft een deling door 0. De functie g() = heeft als domein R en is een ononderbroken kromme. Deze functie is continu

Nadere informatie

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013 Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 23 Voorlopige versie 29 januari 23 Opgave a Schrijf f ) g) met g) 9 2. g) 9 2 ) /2, dus g ) 2 9 2 ) /2 2 Dit geeft

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 3 november 0 Normering voor pt vragen andere vragen naar rato): pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π Analyse. (i) Bereken A = π sin d; +cos 2 (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [, a]: a f()d = a f(a )d (iii) Gebruik (i) en (ii) om de integraal J = π sin d te berekenen.(oef +cos 2 cursus)

Nadere informatie

K.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren:

K.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: K.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor differentiëren: f ( ) a f '( ) 0 n f ( ) a f '( ) na n f ( ) c g( ) f '( ) c g'( ) f ( ) g( ) h( ) f '( ) g'( ) h'( ) ( som regel) p( ) f ( ) g( ) p'( ) f '( )

Nadere informatie

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

(x x 1 ) + y 1. x x k+1 x k x k+1

(x x 1 ) + y 1. x x k+1 x k x k+1 Les Talor reeksen We hebben in Wiskunde een aantal belangrijke reële functies gezien, bijvoorbeeld de exponentiële functie exp(x) of de trigonometrische functies sin(x) en cos(x) Toen hebben we wel eigenschappen

Nadere informatie

Uitwerkingen van de opgaven uit Pi

Uitwerkingen van de opgaven uit Pi Uitwerkingen van de opgaven uit Pi Frits Beukers January 3, 2006 Opgave 2.3. Bedoeling van deze opgave is dat we alleen een schatting geven op grond van de gevonden tabel. Er worden geen bewijzen of precieze

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I Inademen ij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen is de hoeveelheid verse

Nadere informatie

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL KOEN DE NAEGHEL Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende) opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs nr.139. Onze inspiratie halen we uit het

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei uur Wiskunde B Profi (oude stijl) Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Woensdag 6 mei 3.30 6.30 uur 20 0 Voor dit eamen zijn maimaal 9 punten te behalen; het eamen bestaat uit 7 vragen.

Nadere informatie

4. NUMERIEKE INTEGRATIE

4. NUMERIEKE INTEGRATIE 4. NUMERIEKE INTEGRATIE Uit het voorgaande is gebleken dat oppervlakken, volumina, zwaartepunten, statische momenten etc. een belangrijke rol spelen in de beschouwingen aangaande het evenwicht van drijvende

Nadere informatie

VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN. 1. Inleiding

VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN. 1. Inleiding VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN IGNACE VAN DE WOESTNE. Inleiding In diverse wetenschappelijke disciplines maakt men gebruik van functies om fenomenen of processen te beschrijven. Hiervoor biedt

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2

Nadere informatie

begin van document Eindtermen vwo wiskunde B (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie

begin van document Eindtermen vwo wiskunde B (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie begin van document Eindtermen vwo wiskunde (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie Domein Subdomein in CE moet in SE Vaardigheden 1: Informatievaardigheden X X : Onderzoeksvaardigheden

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen van Calculus voor het schakelprogramma van B (XB03) op woensdag 0 april 03, 9:00-:00 uur De uitwerkingen van de opgaven

Nadere informatie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur Examen VWO 2007 tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B1 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met

Nadere informatie

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B Boekverslag door P. 1778 woorden 11 januari 2012 5.7 103 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Wiskunde Hoofdstuk 1 Formules en Grafieken 1.1 Lineaire verbanden Van de lijn y=ax+b is de

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1

Examen VWO. wiskunde B1 wiskunde B Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.3 6.3 uur 5 Voor dit eamen zijn maimaal 87 punten te behalen; het eamen bestaat uit vragen. Voor elk vraagnummer is

Nadere informatie

OPPERVLAKTEBEREKENING MET DE TI83

OPPERVLAKTEBEREKENING MET DE TI83 WERKBLAD OPPERVLAKTEBEREKENING MET DE TI83 Gevraagd de oppervlakte van het vlakdeel begrensd door de X as 3 grafiek f : x x 4x + x + x = en x = Oplossing Vermits we hier te doen hebben met een willekeurige

Nadere informatie

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0.

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. Dit is in de punten (1,0) en (-1,0) (1,0) heeft draaiingshoek 0 (-1,0) heeft

Nadere informatie

f : z z 2 + c. x n = 1 2 z n dan krijgen we z n+1 = z 2 n + a 2 a2 4 De parameter c correspondeert dus met a middels c = a 2 a2 4

f : z z 2 + c. x n = 1 2 z n dan krijgen we z n+1 = z 2 n + a 2 a2 4 De parameter c correspondeert dus met a middels c = a 2 a2 4 Juliaverzamelingen en de Mandelbrotverzameling In de eerste twee colleges hebben we gezien hoe het itereren van een eenvoudige afbeelding tot ingewikkelde verschijnselen leidt. Nu gaan we dit soort afbeeldingen

Nadere informatie

Kettingbreuken. 20 april 2010 1 K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N 1 2 + 1 0 + 1 A + 1 P + 1 R + 1 I + 1

Kettingbreuken. 20 april 2010 1 K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N 1 2 + 1 0 + 1 A + 1 P + 1 R + 1 I + 1 Kettingbreuken Frédéric Guffens 0 april 00 K + E + T + T + I + N + G + B + R + E + U + K + E + N 0 + A + P + R + I + L + 0 + + 0 Wat zijn Kettingbreuken? Een kettingbreuk is een wiskundige uitdrukking

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde B

Samenvatting Wiskunde B Bereken: Bereken algebraisch: Bereken eact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte opties. Kies op een eamen in dit geval voor berekenen

Nadere informatie

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op

Nadere informatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie Inhoud college 4 Basiswiskunde 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie 2 Basiswiskunde_College_4.nb 2.6 Hogere afgeleiden De afgeleide f beschrijft

Nadere informatie

Steeds betere benadering voor het getal π

Steeds betere benadering voor het getal π Wiskunde & Onderwijs 38ste jaargang (2012 Steeds betere benadering voor het getal π Koen De Naeghel Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs

Nadere informatie

Eindopdracht Wiskunde en Cultuur 2-4: Geostationaire satellieten Door: Yoeri Groffen en Mohamed El Majoudi Datum: 20 juni 2011

Eindopdracht Wiskunde en Cultuur 2-4: Geostationaire satellieten Door: Yoeri Groffen en Mohamed El Majoudi Datum: 20 juni 2011 Eindopdracht Wiskunde en Cultuur 2-4: Geostationaire satellieten Door: Yoeri Groffen en Mohamed El Majoudi Datum: 20 juni 2011 1 Voorwoord Satellieten zijn er in vele soorten en maten. Zo heb je bijvoorbeeld

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking Tentamen Calculus, DM, maandag januari 7. (a) Gevraagd is het polynoom f() + f () (x ) + f (x ). Een eenvoudige rekenpartij

Nadere informatie

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen?

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen? Vraag Een vloeistoftank met onbeperkte capaciteit, bevat aanvankelijk V liter zuiver water. Tijdens de eerste faze stroomt water, dat zout bevat met een concentratie van k kilogram per liter, de tank binnen

Nadere informatie

Korte handleiding Maple, bestemd voor gebruik bij de cursus Wiskunde

Korte handleiding Maple, bestemd voor gebruik bij de cursus Wiskunde Korte handleiding Maple, bestemd voor gebruik bij de cursus Wiskunde voor B. 1 Eenvoudige operaties en functies. 1. De bewerkingen optellen aftrekken, vermenigvuldigen, delen en machtsverheffen worden

Nadere informatie

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D020. Datum: Vrijdag 26 maart 2004. Tijd: 14.00 17.00 uur. Plaats: MA 1.41 Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf

Nadere informatie

Appendix: Zwaartepunten

Appendix: Zwaartepunten Appendi: Zwaartepunten Enkele opmerkingen vooraf: Maak altijd eerst een schets van het betreffende gebied (en dat hoeft heus niet zo precies te zijn als de grafieken die ik hier door de computer kan laten

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-I Uit de kust Een kustlijn bestaat uit drie rechte stukken AB, BC en CD, die hoeken van 90 met elkaar maken. De lengte van elk recht stuk is 4 kilometer. Zie figuur. In de figuur zijn twee stippellijnen

Nadere informatie

Normering en schaallengte

Normering en schaallengte Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald

Nadere informatie

7. Hamiltoniaanse systemen

7. Hamiltoniaanse systemen 7. Hamiltoniaanse systemen In de moleculaire dynamica, maar ook in andere gebieden zoals de hemelmechanica of klassieke mechanica, worden oplossingen gezocht van het Hamiltoniaanse systeem van differentiaalvergelijkingen

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B1,2 wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 2 juni 3.30 6.30 uur 20 06 Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen; het examen bestaat uit 8 vragen. Voor

Nadere informatie

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x Calculus, 4//4. Gegeven de reële functie ft) met als voorschrift t arcsin x ft) = dx x a) Geef het domein van de functie ft). Op dit domein, bespreek waar de functie stijgt, daalt en bepaal de lokale extrema.

Nadere informatie

De Laplace-transformatie

De Laplace-transformatie De Laplace-transformatie De Laplace-transformatie is een instrument dat functies omzet in andere functies. Deze omzetting, de transformatie, heeft nette wiskundige eigenschappen. Zowel in de kansrekening

Nadere informatie

Het uitwendig product van twee vectoren

Het uitwendig product van twee vectoren Het uitwendig product van twee vectoren Als u, v R 3, u = u 1, u 2, u 3 en v = v 1, v 2, v 3 dan is het uitwendig product van u en v gelijk aan een vector in R 3 en wel u 2 v 3 u 3 v 2, u 3 v 1 u 1 v 3,

Nadere informatie

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20 .0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor machten: Vermenigvuldigen is exponenten optellen: a 3 a 5 = a 8 Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + a 3 = 7a 3 Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen:

Nadere informatie

Bepaalde Integraal (Training) Wat reken je uit als je een functie integreert

Bepaalde Integraal (Training) Wat reken je uit als je een functie integreert Bepaalde Integraal (Training) WISNET-HBO update april 2009 Wat reken je uit als je een functie integreert De betekenis van de integraal is een optelling van uiterst kleine onderdelen. In dit voorbeeld

Nadere informatie

Verrassende uitkomsten in stromingen

Verrassende uitkomsten in stromingen Verrassende uitkomsten in stromingen Deel 2 G.A. Bruggeman De wiskundige theorie van de grondwaterstroming biedt nu en dan uitkomsten die opvallen door hun eenvoud of anderszins door hun bijzonder structuur,

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 10.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [1] a [2] q a q p pq p p p a a [3] ( ab) a b [4] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 1 8 : a a : a a a a 3 8 3 83 5 Voorbeeld

Nadere informatie

Uitwerkingen van de opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman

Uitwerkingen van de opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Uitwerkingen van de opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Roland van der Veen Inleiding Deze reeks opgaven is bedoeld voor de werkcolleges van de vakantiecursus Wiskunde in Wording,

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II ier tappen ij het tappen van bier treden verschillen op in de hoeveelheid bier per glas. Uit onderzoek blijkt dat de hoeveelheid bier die per glas getapt wordt bij benadering normaal verdeeld is met een

Nadere informatie

Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007

Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007 Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007 zie havo vwo aantonen 1 aanzicht absolute waarde afgeleide (functie) notatie met accent: bijvoorbeeld f'(x), f' notatie met

Nadere informatie

Je mag Zorich deel I en II gebruiken, maar geen ander hulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmachine etc.)!

Je mag Zorich deel I en II gebruiken, maar geen ander hulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmachine etc.)! Tentamen Analyse II. Najaar 6 (.1.7) Toelicting: Je mag Zoric deel I en II gebruiken, maar geen ander ulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmacine etc.)! Als je bekende stellingen gebruikt

Nadere informatie

6. Toon aan dat voor alle 2]0; ß [ geldt dat sin <<tan Onderstel dat de functie f afleidbaar in ]a; +1[ is en dat Toon aan dat!+1 f ) = A.!+1 f

6. Toon aan dat voor alle 2]0; ß [ geldt dat sin <<tan Onderstel dat de functie f afleidbaar in ]a; +1[ is en dat Toon aan dat!+1 f ) = A.!+1 f Afleiden en primitiveren Oefeningen Wiskundige Analyse I 1. Toon aan dat de functie f gedefinieerd op [ß; 3ß 2 ] door 1 p 1 + sin2 ) een inverse ffi bezit. Wat kan men besluiten omtrent de monotoniteit,

Nadere informatie