SALARISSTUDIE ACTUARISSEN IN OPDRACHT VAN IA BE
|
|
- Mirthe van der Wal
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Juni 2010 Opgemaakt door: Emely Vral & Elke Vera Contactinformatie: T: E: emely.vral@hudson.com elke.vera@hudson.com
2 Inhoudstafel DEEL 1 - ALGEMEENHEDEN 1 CONTEXT PLAN VAN AANPAK EN TIMING SAMENSTELLING VAN DE STEEKPROEF Aantal Geslacht Leeftijd Verdeling volgens leeftijdsklasse Verdeling volgens leeftijdsklasse en geslacht Statuut en functieniveau Verdeling volgens functieniveau en geslacht Gemiddelde leeftijd volgens functieniveau Sector Verdeling volgens hoofdsector Verdeling volgens subsector Grootte van de organisatie Lidgeld HET DIPLOMA IN DE ACTUARIËLE WETENSCHAPPEN Behalen van het diploma Meest voorkomende combinaties met het diploma in de Actuariële Wetenschappen Mate waarin het diploma in de Actuariële Wetenschappen bepalend is voor de loopbaan Keuze voor studie Actuariële Wetenschappen TEVREDENHEID OVER DE HUIDIGE FUNCTIE Tevredenheid over huidige functie, uitgesplitst naar functieniveau Tevredenheid over huidige functie, uitgesplitst naar sector Overeenkomst tussen tevredenheid en opnieuw kiezen voor studie Actuariële Wetenschappen TEWERKSTELLING Aantal werkgevers Werkloosheid...26 DEEL 2 - SALARISPAKKET 7 INDIVIDUELE SALARISGEGEVENS WERKNEMERSSTATUUT Gebruikte termen Definities Statistische termen Interpretatie van de resultaten Algemene conclusies Conclusies per subcategorie Leeftijdsgroepen Sector Functieniveau Grootte van de organisatie Diploma Geslacht Salarisgegevens Actuaris Actuaris volgens leeftijd Actuaris volgens sector...65 PAGINA 2
3 7.4.4 Actuaris volgens statuut Actuaris volgens de grootte van de onderneming Actuaris volgens diploma Actuaris volgens geslacht INDIVIDUELE SALARISGEGEVENS ZELFSTANDIGENSTATUUT Zelfstandig bestuurder Zelfstandige STOCK OPTION PLAN GSM VAN DE WERKGEVER GSM van de werkgever volgens sector GSM van de werkgever volgens organisatiegrootte GSM van de werkgever volgens functieniveau Bellimiet per maand VERZEKERDE VOORDELEN Aantal verzekerde voordelen Verzekerde voordelen volgens sector Persoonlijke bijdrage Persoonlijke bijdrage volgens sector Persoonlijke bijdrage volgens functieniveau ANDERE VOORDELEN Tankkaart Andere voordelen DEEL 3 - VERWACHTE SALARISSTIJGING 13 VERWACHTE SALARISSTIJGING PAGINA 3
4 Deel 1 Algemeenheden PAGINA 4
5 1 Context IA BE, Instituut van de Actuarissen in België (Institut des Actuaires en Belgique) is de beroepsvereniging die zowel actuarissen werkzaam in België als actuarissen die in België wonen verenigt. Het instituut werd in 1985 opgericht onder de naam KVBA-ARAB en stond aan de basis van de oprichting van de Internationale Actuariële Vereniging. IA BE heeft als taak om in België de beroepsbelangen van haar leden te behartigen, te beschermen, te bevorderen, te vertegenwoordigen en te verdedigen alsook om mee te werken aan de verdere uitbouw van het beroep van actuaris. Om dit doel te bereiken, zal het Instituut in het bijzonder vergaderingen organiseren van wetenschappelijke of sociale aard. In 2005 heeft IA BE beroep gedaan op Hudson om een beeld te krijgen van de hoogte en de samenstelling van het salarispakket van hun leden, alsook van de tevredenheid over hun tewerkstelling. Deze studie werd dit jaar hernomen, opnieuw in samenwerking met Hudson. Om de evolutie tussen 2005 en 2010 in kaart te kunnen brengen, werd een gelijkaardige vragenlijst opgesteld en verstuurd naar de leden van IA BE. Teneinde de confidentialiteit en de representativiteit te bewaken, worden geen individuele salarisgegevens gerapporteerd. Informatie zal enkel worden gecommuniceerd indien deze gebaseerd is op een minimum van 5 data 1, zodat de informatie op geen enkele manier kan worden gepersonaliseerd. Daarnaast wordt aan de deelnemers een volledige confidentialiteit van de gegevens gegarandeerd. Alle rechten gereserveerd. Deze publicatie is confidentieel en exclusief bestemd voor de gevolmachtigden van IA BE (Fabian de Bilderling, Jean-Claude Debussche en Gerda Elsen). Dit rapport of informatie uit dit rapport mag niet voor andere doeleinden worden gereproduceerd, overgemaakt of gecommuniceerd zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Hudson. 1 minder dan 5 individuele gegevens: geen rapportering 5 tot 8 individuele gegevens: enkel de mediaan 9 individuele gegevens: pct 25, mediaan, pct 75 meer dan 9 individuele gegevens: pct 10, pct 25, mediaan, pct 75, pct 90 PAGINA 5
6 2 Plan van aanpak en timing Het tot stand komen van een salarisstudie bij Hudson bestaat uit een proces waarin 4 fasen worden gedefinieerd: Fase 1: Voorbereiding van de studie Om de studie te kunnen uitvoeren, werd gewerkt met het versturen van een vragenlijst naar de leden van IA BE. Op vraag van IA BE en om de vergelijking te kunnen maken met de resultaten van de vorige editie in 2005, is de huidige vragenlijst gebaseerd op de vragenlijst die toen werd verstuurd. Dit jaar werden de leden via mail aangeschreven, waarin een link terug te vinden was om de vragenlijst in te vullen via de Hudson Survey Manager tool. Om te vermijden dat leden de vragenlijst meermaals invulden, heeft IA BE bij het aanschrijven van hun leden een unieke identificatiecode doorgegeven, met de vraag die code te gebruiken bij het invullen van de vragenlijst. IA BE heeft hun leden zelf aangeschreven, waardoor Hudson op geen enkele manier namen en/of mailadressen van de leden van IA BE nodig had. De individuele gegevens werden enkel door Hudson verwerkt waardoor IA BE op geen enkele manier toegang had tot individuele salarisgegevens. De voorbereiding van de studie vond plaats tussen februari en midden maart 2010, de vragenlijst kon tijdens de maand van maart 2010 ingevuld worden. Fase 2: Data-intake IA BE heeft de leden aangespoord om de vragenlijst in te vullen, en heeft hen hierbij verder opgevolgd. Hudson heeft hiertoe de unieke identificatiecodes van de reeds volledig ingevulde vragenlijsten doorgegeven aan IA BE, zodat zij, indien gewenst, gericht hun leden konden aansporen naar deelname toe. Door de gegarandeerde confidentialiteit van de aangeleverde gegevens, kon Hudson geen contact opnemen met de deelnemers aan de studie bij vragen rond hun aangeleverde gegevens. Alle binnengekomen gegevens werden wel kritisch nagekeken en bij twijfel is er geopteerd om de gegevens niet op te nemen. De data-intake vond plaats tussen midden maart en midden april Fase 3: Verwerking en analyse van gegevens In deze fase heeft het projectteam van Hudson de ingezamelde gegevens verwerkt en geanalyseerd aan de hand van de door Hudson ontwikkelde methodologie en tools, die een hoge kwaliteit, representativiteit en volledige confidentialiteit garanderen van de gerapporteerde resultaten. Deze resultaten werden eveneens vergeleken met de resultaten van de salarisstudie van 2005, wetende dat de steekproef van 2010 niet identiek is aan de steekproef in De verwerking en analyse van de gegevens vond plaats tussen midden april en mei Fase 4: Rapportering De resultaten van de studie worden aangeboden in onderliggend rapport, op een gelijkaardige manier als de rapportering van De resultaten worden ook gepresenteerd op de Algemene Vergadering van IA BE. Zowel de schriftelijke rapportering als de presentatie vindt plaats begin juni PAGINA 6
7 3 Samenstelling van de steekproef 3.1 Aantal Hudson ontving 346 ingevulde vragenlijsten. Na controle van de unieke identificatiecodes bleken 5 vragenlijsten niet opgenomen te kunnen worden in de verwerking van de gegevens. De resultaten van het rapport zijn steeds gebaseerd op 341 deelnemers, tenzij anders vermeld. In het hoofdstuk rond de individuele salarisgegevens (hoofdstuk 7) echter, werden enkel de gegevens geanalyseerd van de deelnemers actief in een werknemersstatuut, zijnde bediende, kader en directie. Dit resulteerde in 314 observaties. De salarisgegevens van de deelnemers die zelfstandig of zelfstandig bestuurder zijn, werden afzonderlijk geanalyseerd, daar deze niet vergeleken kunnen worden met deelnemers binnen een werknemersstatuut. Die analyses zijn gebaseerd op 20 observaties (zie hoofdstuk 8). De deelname van 341 leden betekent een succesratio van 43% aangezien IA BE ongeveer 800 leden telt. Ten opzichte van de salarisstudie van 2005 ligt de respons duidelijk hoger. Toen ontvingen we 260 vragenlijsten, wat neerkwam op 35% van het totale ledenaantal van toenmalig KVBA (later IA BE). 3.2 Geslacht Wanneer we het aantal deelnemers aan deze studie onderverdelen op basis van geslacht, stellen we vast dat er 58% mannelijke en 42% vrouwelijke deelnemers zijn. Verdeling volgens geslacht Vrouwen Mannen 41,64% 42% 58,36% 58% In 2005 was deze verdeling gelijkaardig, nl. 60% mannen en 40% vrouwen. PAGINA 7
8 3.3 Leeftijd De gemiddelde leeftijd van alle deelnemers bedraagt 37,1 jaar (o.b.v. geboortejaar) en is vergelijkbaar met de gemiddelde leeftijd die in 2005 werd gerapporteerd, nl. 37,5 jaar. De mediaan van de leeftijd is met 35 jaar iets lager dan het gemiddelde Verdeling volgens leeftijdsklasse De respondenten werden op basis van hun leeftijd in 8 klassen onderverdeeld. Op deze manier wordt de distributie van de leeftijd overzichtelijk weergegeven. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal deelnemers per leeftijdsklasse: Leeftijdsklasse Aantal % < 26 jaar 3 1% jaar 75 22% jaar % jaar 59 17% jaar 41 12% jaar 40 12% jaar 13 4% > 55 jaar 9 3% Totaal % Onderstaande grafiek geeft visueel de verdeling per leeftijdsklasse weer. Hieraan zien we duidelijk dat meer dan de helft van de respondenten jonger is dan 36 jaar. Verdeling volgens leeftijdsklasse 30% 30% 25% 22% 20% 17% Percentage 15% 12% 12% 10% 5% 1% 4% 3% 0% < 26 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar > 55 jaar Leeftijdsklasse PAGINA 8
9 3.3.2 Verdeling volgens leeftijdsklasse en geslacht Onderstaande grafiek geeft per leeftijdsklasse de verdeling volgens geslacht weer. De percentageverdeling man-vrouw wordt weergegeven ten opzichte van alle leden behorend tot de bepaalde leeftijdsklasse. Verdeling volgens leeftijdsklasse en geslacht 100% 11% 90% 80% 33% 44% 42% 36% 49% 48% 38% 70% 60% Percentage 50% 40% 30% 67% 56% 58% 64% 51% 53% 62% 89% 20% 10% 0% < 26 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar > 55 jaar Leeftijdsklasse % Mannen % Vrouwen Uit de studie van 2005 konden we vaststellen dat de leeftijdsklassen tot 40 jaar procentueel een groter aandeel vrouwen bevatten. Dit jaar stellen we vast dat alle leeftijdscategorieën uit meer dan de helft mannen bestaat waarbij dit in de categorie > 55 jaar oploopt tot 89%, weliswaar gebaseerd op 9 observaties in die categorie. PAGINA 9
10 3.4 Statuut en functieniveau Er werd nagegaan in welk statuut de deelnemers momenteel tewerkgesteld zijn en op welk functieniveau. Onderstaande tabel en taartdiagram geven hiervan een overzicht: Functieniveau Aantal % Werknemersstatuut Bediende 56 16% Kader % Directie 47 14% Zelfstandigenstatuut Zelfstandig bestuurder 16 5% Zelfstandige 5 1% Totaal % Verdeling volgens functieniveau Bediende 16% Zelfstandige 1% Zelfstandig bestuurder 5% Directie 13,78% 14% Kader 64% Van de 341 deelnemers hebben 320 personen een werknemersstatuut, waarvan 17% als bediende, 68% als kader en 15% als directie. De overige 21 deelnemers hebben een zelfstandigenstatuut, waarvan 76% als zelfstandige bestuurder en 24% als zelfstandige. Bekijken we de volledige steekproef dan stellen we vast dat meer dan de helft van de respondenten momenteel een kaderfunctie uitoefent, wat ook de conclusie was in de studie van PAGINA 10
11 3.4.1 Verdeling volgens functieniveau en geslacht Binnen de steekproef werd per functieniveau de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen nagegaan. Onderstaande grafiek illustreert dat het aantal mannen en vrouwen tewerkgesteld als bedienden of als zelfstandig bestuurder gelijk verdeeld is. Als wij met de global steekproef vergelijken zijn er proportionneel meer mannen dan vrouwen in het directie niveau tewerkgesteld, daar waar het bij de zelfstandigen omgekeerd is. Verdeling volgens functieniveau en geslacht 100% 90% 41% 34% 80% 48% 50% 60% 70% Percentage 60% 50% 40% 30% 52% 59% 66% 50% 20% 40% 10% 0% Bediende Kader Directie Zelfstandig bestuurder Zelfstandige Functieniveau Mannen Vrouwen Vergelijken we bovenstaande resultaten met deze van 2005 dan stellen we vast dat er al in 2005 proportioneel meer mannen dan vrouwen zaten in de directieniveau. PAGINA 11
12 3.4.2 Gemiddelde leeftijd volgens functieniveau Per functieniveau werd de gemiddelde leeftijd van de respondenten berekend. Onderstaande grafiek geeft hiervan een overzicht. De gemiddelde leeftijd van de bedienden ligt duidelijk lager dan die van de andere functieniveaus. Dit heeft een impact op de globale gemiddelde leeftijd van 37,1 jaar. Gemiddelde leeftijd volgens functieniveau 45, , , ,00 Leeftijd 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00 Bediende Kader Directie Zelfstandig bestuurder Zelfstandige Werknemersstatuut Zelfstandigenstatuut Functieniveau PAGINA 12
13 3.5 Sector Verdeling volgens hoofdsector Onderstaande grafiek toont de verdeling van de actuarissen volgens de sector waarin zij tewerkgesteld zijn. Verdeling volgens sector 4% 1% 4% 26% 65% Bank- en verzekeringssector Consultancy Overheidssector Makelaar Andere De belangrijkste sectoren voor de actuaris zijn de bank- en verzekeringssector (65%) en de consultancysector (26%). Vergelijken we deze tabel met de studie van 2005 dan kunnen we besluiten dat er enkel lichte wijzigingen zijn gebeurd. Zo is er een daling in de bank- en verzekeringssector van 70% naar 65% en in de overheidssector van 4,2% naar 3,5% en een stijging van 23% naar 26% in de consultancysector. PAGINA 13
14 3.5.2 Verdeling volgens subsector Bank- en verzekerings sector Consultancy Overheidssector Soort organisatie Aantal % 1. Banksector 10 3% 2. Verzekeringsmaatschappij - Leven % - Niet-Leven 27 8% - Niet gespecifieerd 67 20% 3. Herverzekeraar 15 4% 4. Pensioenfonds 2 1% Subtotaal % 1. Employee benefits 48 14% 2. Investeringen 1 0% 3. Verzekering 35 10% 4. IT 3 1% 5. HR 6. Management 2 1% Subtotaal 89 26% 1. Academische instellingen 3 1% 2. Vereniging (IA BE, Assuralia, ) 1 0% 3. Controle-organisme of parastataal 8 2% Subtotaal 12 4% Makelaar 5 1% Andere 14 4% Totaal % De bank- en verzekeringssector blijft zoals in 2005 de belangrijkste werkgever voor de actuarissen, aangezien ongeveer 65% van de respondenten in deze sector werkt (waarvan 88% bij een verzekeringsmaatschappij). Van de actuarissen in deze steekproef werkt 26% in de consultancysector, waarvan de meerderheid binnen employee benefits en verzekeringen. De tewerkstelling in de overheidssector en als makelaar is eerder beperkt, respectievelijk 3,5% en 1,5%. Ongeveer 4% is tewerkgesteld in een onderneming die niet behoort tot voorgaande categorieën, m.n. in een advocatenkantoor, industriële onderneming, ziekenfonds, bedrijfsrevisorenkantoor, bij de Europese Commissie, etc. PAGINA 14
15 3.6 Grootte van de organisatie Om de steekproefsamenstelling weer te geven op basis van de organisatiegrootte hanteren we 4 categorieën: 0 tot 50 werknemers 51 tot 100 werknemers 101 tot 500 werknemers meer dan 500 werknemers In onderstaande tabel en taartdiagram zien we dat bijna 60% van de deelnemers in een organisatie werkt die meer dan 500 werknemers telt. Grootte organisatie Aantal % 0-50 werknemers 61 18% werknemers 32 9% werknemers 52 15% > 500 werknemers % Totaal % Verdeling volgens organisatiegrootte 0-50 werknemers 18% werknemers 9% > 500 werknemers 57% werknemers 15% Ook deze verdeling is gelijkaardig aan de verdeling volgens organisatiegrootte in % van de deelnemers aan de studie in 2005 was tewerkgesteld in een organisatie met meer dan 500 werknemers. 15% was tewerkgesteld in een organisatie met meer dan 100 maar maximaal 500 werknemers, 15% was tewerkgesteld in een organisatie met meer dan 50 maar maximaal 100 werknemers en 13% van de deelnemers was tewerkgesteld in een organisatie met maximaal 50 werknemers. PAGINA 15
16 3.7 Lidgeld Onderstaande grafiek geeft de antwoorden weer op de vraag of de werkgever van de deelnemers het lidgeld van IA BE betaalt. IA/BE lidgeld door de werkgever betaald? Nee 12% Ja 88% Deze grafiek toont aan dat de werkgever van 301 leden het lidgeld van IA BE betaalt en dat 40 deelnemers het lidgeld zelf betalen. PAGINA 16
17 4 Het diploma in de Actuariële Wetenschappen We peilden naar een aantal facetten verbonden aan het diploma in de Actuariële Wetenschappen: de leeftijd waarop het diploma werd behaald, de andere diploma s met dewelke het diploma in de Actuariële Wetenschappen wordt gecombineerd en de mate waarin dit diploma bepalend is voor de loopbaan. 4.1 Behalen van het diploma De gemiddelde leeftijd alsook de mediaanleeftijd bij het behalen van het diploma in de Actuariële Wetenschappen is 25 jaar. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de leeftijd waarop de deelnemers dit diploma behaalden. Leeftijd Aantal % % % % % % % % % % % % % % % Totaal 340* 100% * na cleaning van onvolledigheden en onjuistheden Het grootste aantal deelnemers (228 van 340) aan deze studie behaalde het diploma in de Actuariële Wetenschappen op de leeftijd van 24 of 25 jaar. Dit is vergelijkbaar met de studie van In de huidige steekproef was 22 jaar de jongste leeftijd en 36 jaar de oudste leeftijd voor het behalen van dit diploma. Wanneer we deze leeftijden onderverdelen in een klasse < 30 jaar en een klasse jaar, stellen we vast dat meer dan 90% van de actuarissen in de steekproef het diploma in de Actuariële Wetenschappen behaalde vóór de leeftijd van 30 jaar. Leeftijd Aantal % < 30 jaar % jaar 22 6% Totaal 340* 100% * na cleaning van onvolledigheden en onjuistheden PAGINA 17
18 4.2 Meest voorkomende combinaties met het diploma in de Actuariële Wetenschappen De master in de Actuariële Wetenschappen wordt voorafgegaan door een andere studierichting. In onderstaande tabel zien we dat dit diploma het meest wordt voorafgegaan door het diploma master in de Wiskunde (61%). Ook in de studie van 2005 had het merendeel van de respondenten het diploma master in de Wiskunde behaald alvorens de studie tot master in de Actuariële Wetenschappen aan te vangen. Deelnemers waarvan hun hoogst universitair basisdiploma niet opgenomen was in de vragenlijst konden hun diploma specifiëren bij ander. Op basis daarvan werd een onderverdeling gemaakt tussen doctoraat, master in de Statistiek en andere. Hoogste universitair basisdiploma Aantal % Master/Licentiaat in de Wiskunde % Master/Licentiaat in de Fysica 19 6% Master/Licentiaat in de Informatica 6 2% Master/Licentiaat Handelsingenieur 43 13% Master/Licentiaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen 32 9% Master/Licentiaat in de Ingenieurswetenschappen (Burgerlijk Ingenieur) 24 7% Ander Doctoraat 4 1% Master in de Statistiek 3 1% Ander 2 1% Totaal 338* 100% * 3 respondenten hebben geen diploma aangeduid PAGINA 18
19 4.3 Mate waarin het diploma in de Actuariële Wetenschappen bepalend is voor de loopbaan Naast de leeftijd van behalen van het diploma werd er gepeild of het diploma in de Actuariële Wetenschappen een invloed heeft op de carrière. 85% geeft aan dat het diploma van groot belang is of zelfs essentieel is in de loopbaan. In 2005 was dit nog 92%. Evenals in 2005 zijn er geen respondenten die aangeven dat het diploma helemaal geen invloed heeft op de loopbaan. Diploma van belang voor carrière Aantal % Helemaal niet Bijna niet 8 2% Toch een beetje 43 13% Van groot belang % Essentieel % Totaal % Onderstaande tabel geeft een overzicht per functieniveau van de mate waarin de leden het diploma in de Actuariële Wetenschappen bepalend vinden om hun functie naar behoren te kunnen uitoefenen. Diploma bepalend? Bediende Kader Directie Zelfstandig bestuurder Zelfstandige Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Helemaal niet Bijna niet 3 5% 5 2% Toch een beetje 10 18% 28 13% 5 11% Van groot belang 23 41% % 22 47% 5 31% Essentieel 20 36% 60 28% 20 43% 11 69% 5 100% Totaal % % % % 5 100% PAGINA 19
20 4.4 Keuze voor studie Actuariële Wetenschappen Meer dan 85% van de respondenten zou waarschijnlijk wel of zeker opnieuw kiezen voor de opleiding Actuariële Wetenschappen. Slechts 2% zou zeker niet opnieuw kiezen voor deze studie. Studie opnieuw kiezen? Aantal % Zeker niet 6 2% Waarschijnlijk niet 40 12% Waarschijnlijk wel % Zeker % Totaal % Deze verdeling is vergelijkbaar met de studie in 2005, waar 47% waarschijnlijk opnieuw zou gekozen hebben voor de opleiding Actuariële Wetenschappen en 34% dit diploma doorslaggevend vond. 2% geeft aan zeker niet opnieuw voor de studie Actuariële Wetenschappen te kiezen en 12% zou waarschijnlijk niet opnieuw de studie aanvangen. Samen beschouwd is dit toch een groot percentage, in vergelijking met de slechts 2% die aangaf dat het diploma in de Actuariële Wetenschappen bijna geen invloed heeft op de loopbaan (zie 4.3). Onderstaande tabel geeft weer welke functieniveaus opnieuw zouden kiezen voor het diploma in de Actuariële Wetenschappen. Studie opnieuw kiezen? Totaal Functieniveau Zeker Waarschijnlijk Waarschijnlijk % % niet niet wel % Zeker % Aantal % Bedienden 8 14% 29 52% 19 34% % Kader 5 2% 28 13% % 75 35% % Directie 1 2% 20 43% 26 55% % Zelfstandig bestuurder 1 6% 3 19% 6 38% 6 38% % Zelfstandige 3 60% 2 40% 5 100% Directieleden hebben het laagste percentage (2%) respondenten die zeker niet of waarschijnlijk niet opnieuw zouden kiezen voor de opleiding Actuariële Wetenschappen. Een vierde van de zelfstandig bestuurders zouden zeker niet of waarschijnlijk niet opnieuw kiezen voor deze opleiding, alle zelfstandigen daarentegen zouden waarschijnlijk wel of zeker wel opnieuw voor de studie kiezen. PAGINA 20
21 5 Tevredenheid over de huidige functie De tevredenheid van de actuarissen in hun huidige functie wordt geïllustreerd in de grafiek hieronder. Tevredenheid over de huidige functie 60% 56% 50% 40% Percentage 30% 23% 20% 13% 10% 3% 5% 0% Zeer ontevreden Ontevreden Neutraal Tevreden Heel tevreden Graad van tevredenheid Uit de grafiek blijkt dat meer dan de helft van de actuarissen tevreden is in de huidige functie, 23% geeft zelfs aan zeer tevreden te zijn. Bijna 80% van de deelnemers zijn dus tevreden of heel tevreden met hun functie. Uit de studie van 2005 bleek dat dit percentage 82% bedroeg. Naar analogie met de studie van 2005 werden er scores toegekend aan de categorieën van tevredenheid: Zeer ontevreden = 1 Ontevreden = 2 Neutraal = 3 Tevreden = 4 Heel tevreden = 5 PAGINA 21
22 Deze scores worden vermenigvuldigd met het aantal deelnemers per tevredenheidsklasse. De vermenigvuldiging wordt op haar beurt gedeeld door het totaal aantal deelnemers aan deze studie (341), zodat er een gewogen gemiddelde waarde tussen 1 en 5 wordt bekomen. Tevredenheid Scores Aantal Zeer ontevreden 1 9 Ontevreden 2 16 Neutraal 3 45 Tevreden Heel tevreden 5 79 Totaal 341 De gemiddelde graad van tevredenheid ligt op 3,93. We kunnen dus net zoals in 2005 (gemiddelde tevredenheidsgraad van 4,09) stellen dat de actuaris over het algemeen tevreden is in de huidige functie. 5.1 Tevredenheid over huidige functie, uitgesplitst naar functieniveau Wanneer we de tevredenheid van de deelnemers bekijken per functieniveau, zien we dat de directieleden en zelfstandigen de hoogste gemiddelde tevredenheidsgraad hebben. Dit was in 2005 evenzo. Directieleden met een werknemersstatuut hebben een gemiddelde tevredenheidsgraad van 4,13 (in 2005: 4,40) en zelfstandigen hebben een graad van 4,40 (in 2005: 4,33). Deelnemers met een bediendestatuut hebben net zoals in de studie in 2005 (3,97) de laagste graad van tevredenheid, maar deze bedraagt nog steeds 3,77. Functieniveau Gemiddelde tevredenheidsgraad Aantal % (op schaal van 1 tot 5) Bediende 3, % Kader 3, % Directie 4, % Zelfstandig bestuurder 3, % Zelfstandige 4,40 5 1% Totaal 3, % In onderstaande grafiek wordt elk functieniveau herleid tot 100%, waarvan de verdeling per tevredenheidscategorie wordt weergegeven. Men kan duidelijk zien dat in alle functieniveaus heel tevreden en tevreden het meest werd opgegeven. Deelnemers met een bediendestatuut hebben het grootste percentage dat neutraal, ontevreden of zeer ontevreden aanduidde. Dit konden we aan de hand van de gemiddelde tevredenheidsgraad ook al vaststellen. PAGINA 22
23 Tevredenheid uitgesplitst naar functieniveau 100% 90% 80% 7% 2% 20% 4% 15% 1% 6% 6% 2% 13% 6% 70% 38% 60% Percentage 60% 50% 40% 55% 61% 50% 30% 20% 47% 31% 40% 10% 16% 19% 0% Bedienden Kader Directie Zelfstandig bestuurder Zelfstandige Functieniveau Heel tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden 5.2 Tevredenheid over huidige functie, uitgesplitst naar sector In onderstaande tabel is de tevredenheid in de huidige functie onderverdeeld per sector. Opvallend is dat de makelaars veruit het meest tevreden zijn. Hierbij moeten we echter wel rekening houden dat het slechts om 5 makelaars gaat. De laagste gemiddelde tevredenheidsgraad ligt bij de consultancysector en bij de categorie andere. Sector Gemiddelde tevredenheidsgraad Aantal % (op schaal van 1 tot 5) Bank-en verzekeringssector 3, % Consultancy 3, % Overheidssector 4, % Makelaar 4,60 5 1% Andere 3, % Totaal 3, % PAGINA 23
24 Een visueel overzicht van de tevredenheid per sector is in onderstaande kolomgrafiek weergegeven. Elke sector is herleid tot 100%, waarbij de verdeling per tevredenheidscategorie is weergegeven. Tevredenheid uitgesplitst naar sector 100% 90% 80% 2% 5% 14% 4% 4% 11% 17% 40% 14% 70% Percentage 60% 50% 40% 53% 60% 67% 86% 30% 60% 20% 10% 25% 20% 17% 0% Bank-en verzekeringssector Consultancy Overheidssector Makelaar Andere Sector Heel tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden 5.3 Overeenkomst tussen tevredenheid en opnieuw kiezen voor studie Actuariële Wetenschappen Net zoals in 2005 onderzochten we het verband tussen de tevredenheid in de huidige functie en het opnieuw kiezen voor de studie Actuariële Wetenschappen. Opnieuw kiezen voor studie Actuariële Wetenschappen? Hoe tevreden in huidige functie? Waarschijnlijk Waarschijnlijk Zeker niet Zeker Totaal niet wel Heel tevreden Tevreden Neutraal Ontvreden Zeer ontevreden Totaal PAGINA 24
25 In onderstaande tabel wordt het verband in percentages weergegeven. Hoe tevreden in huidige functie? Zeker niet Opnieuw kiezen voor studie Actuariële Wetenschappen? Waarschijnlijk niet Waarschijnlijk wel Zeker Totaal Heel tevreden 1% 8% 15% 23% Tevreden 1% 7% 30% 18% 56% Neutraal 0,29% 3% 7% 3% 13% Ontvreden 1% 3% 1% 5% Zeer ontevreden 0,29% 1% 1% 3% Totaal 2% 12% 49% 38% 100% Bijna alle deelnemers die heel tevreden zijn in hun huidige functie zouden zeker of waarschijnlijk wel (97%) opnieuw kiezen voor de opleiding Actuariële Wetenschappen. In 2005 was dit percentage iets lager, nl. 90%. 192 personen zijn tevreden in hun huidige functie, daarvan zou 85% (164 deelnemers) zeker of waarschijnlijk wel opnieuw kiezen voor de studie Actuariële Wetenschappen. Van de personen die neutraal staan tegenover hun huidige functie zou ongeveer 25% niet opnieuw kiezen voor de opleiding Actuariële Wetenschappen. Dit is vergelijkbaar met de studie van 2005, waar ook een kwart van deze personen slechts weinig waarschijnlijk opnieuw zouden kiezen voor de opleiding Actuariële Wetenschappen. Nog uit de studie van 2005 bleek dat 70% van de personen die ontevreden zijn in hun huidige functie, wel opnieuw zouden kiezen voor de studie Actuariële Wetenschappen. In 2010 is eenzelfde trend op te merken, zelfs 5 van de 9 personen die zeer ontevreden zijn in hun huidige functie zouden zeker opnieuw kiezen voor deze studie. Slechts 1 persoon is zeer ontevreden in zijn huidige functie en zou zeker niet opnieuw kiezen om dit diploma bijkomend te behalen. PAGINA 25
26 6 Tewerkstelling 6.1 Aantal werkgevers Onderstaande tabel geeft per functieniveau een overzicht weer van het aantal werkgevers waarvoor de respondenten tot op vandaag gewerkt hebben. Aantal werkgevers Bediende Kader Directie (wknstatuut) Functieniveau Zelfstandig bestuurder Zelfstandige Totaal 1 WG WG WG WG WG WG WG WG 1 1 Totaal * * na cleaning van onvolledigheden en onjuistheden Het aantal werkgevers loopt op tot 8, hoewel de meerderheid van de Actuarissen zijn/haar huidige ervaring opgebouwd heeft bij een beperkter aantal werkgevers. 31% (106 personen) van de deelnemers geven aan dat zij nog steeds bij hun eerste werkgever aan het werk zijn. Ten opzichte van de studie van 2005 is dit een lichte daling, waar toen 34% van de deelnemers nog steeds bij hun eerste werkgever aan de slag was, en 32% nog maar 1 keer van werkgever was veranderd. 6.2 Werkloosheid Het aantal deelnemers dat ooit economische werkloosheid kende is 7%, nl. 23 personen van de 341 respondenten van deze studie. Uit de studie van 2005 bleek dat 8% ooit werkloos was en dat 1 persoon op het moment van het invullen van de vragenlijst werkloos was. Uit de studie van 2010 blijkt dat op het moment van data-intake 2 personen werkloos waren. PAGINA 26
27 Deel 2 Salarispakket PAGINA 27
28 7 Individuele salarisgegevens werknemersstatuut Voor de resultaten van de individuele salarisgegevens verwijzen we naar deel 7.4. De resultaten van dit hoofdstuk zijn gebaseerd op de verwerking van 314 ingevulde vragenlijsten. Van de oorspronkelijk 341 ingevulde vragenlijsten die werden weerhouden bij de algemene analyses met betrekking tot onder meer steekproefsamenstelling, diploma, tevredenheid, werd de informatie van een beperkt aantal van deze deelnemers niet mee opgenomen in onderstaande resultaten, daar hun salarisinformatie weinig betrouwbaar leek te zijn. Tevens werden de analyses uitgevoerd voor de deelnemers in een werknemersstatuut, zijnde bediende, kader en directie (werknemersstatuut). Dit brengt het totaal op 314 individuele gegevens. In deel 7.2 en 7.3 worden een aantal conclusies met betrekking tot de individuele salarisgegevens weergegeven. Alvorens hiernaar over te gaan, worden onderstaand de gebruikte termen ter verduidelijking van de interpretatie van de resultaten opgelijst. 7.1 Gebruikte termen Definities BASISSALARIS Het bruto jaarlijkse salaris is het vast bruto jaarsalaris. TOTAL CASH Bruto jaarlijkse totaalsalaris = [jaarlijks basissalaris + jaarlijks variabel loon (meer specifiek: bonussen, commissies, markttoeslag en winstparticipatie)]. TOTAL COMPENSATION Total Compensation wordt bekomen door de som van Total Cash en de waardering van de extralegale voordelen (bedrijfswagen, de netto forfaitaire kostenvergoedingen, maaltijdvergoedingen en dagvergoedingen). VARIABLE PAY Variable Pay of het variabele loon is de som van de variabele onderdelen zoals bonussen, commissies, markttoeslagen en winstparticipatie. PAGINA 28
29 COMMISSIES Commissie is een direct prestatieloon, typisch berekend op grond van de waarde van of het aantal omgezette of geleverde goederen, diensten of geldwaarden. Het geldt uitsluitend voor commerciële functies en hoger kader. BONUSSEN Onder bonus verstaan we alle monetaire cash elementen die niet vast verworven zijn, in functie van de behaalde resultaten. Deze resultaten kunnen gebaseerd zijn op kwantitatieve criteria (vb. output) of kwalitatieve criteria (vb. interne tevredenheid). Bonussen worden gewoonlijk uitgedrukt in trimestriële, semestriële of jaarlijkse uitbetalingen. Andere bruto financiële jaarlijkse voordelen (toelages, éénmalige premies, eindejaarspremies, etc.) werden toegevoegd aan de bonussen in het kader van het rapport. MARKTTOESLAG Een markttoeslag is een tijdelijke of eenmalig toegestane premie (of toeslag) naar aanleiding van de schaarste van potentiële functiehouders op de externe arbeidsmarkt. WINSTPARTICIPATIE Winstparticipatie of deelname in de winst wordt gedefinieerd als de in geld uitdrukbare voordelen, onder welke naam ook, die aan de werknemers wordt toegekend door de werkgever of in naam van de werkgever, wanneer deze voordelen rechtstreeks verbonden zijn aan de gerealiseerde winsten van de onderneming. NETTO TERUGBETALING VAN DE FORFAITAIRE KOSTEN Een netto terugbetaling van de forfaitaire kosten wordt toegekend aan de werknemer zonder dat deze hiervoor bewijsstukken dient voor te leggen. Deze terugbetaling wordt over het algemeen vermeld op de loonbrief onder de rubriek Kosten eigen aan de werkgever. In principe gebeurt deze terugbetaling 12 keer per jaar. BR/JR Dit is het brutobedrag op jaarbasis. NT/MND Dit is het nettobedrag op maandbasis. PAGINA 29
30 7.1.2 Statistische termen MEDIAAN De waarde waaronder en waarboven 50% van de waarnemingen valt. De mediaan is de middelste waarneming bij rangschikking van alle salarissen van laag tot hoog. Extreem lage of hoge salarissen hebben hier dus minder invloed op. PERCENTIELEN Percentiel 10: 10% van de waarnemingen ligt beneden deze waarde, 90% ligt hoger. Percentiel 25: 25% van de waarnemingen ligt beneden deze waarde, 75% ligt hoger. Percentiel 75: 75% van de waarnemingen ligt beneden deze waarde, 25% ligt hoger. Percentiel 90: 90% van de waarnemingen ligt beneden deze waarde, 10% ligt hoger. MIN Pct 10 Pct 25 Mediaan Pct 75 Pct 90 MAX 50% 80% 100% FREQUENTIE Het percentage of het aantal keer dat het besproken item voorkomt Interpretatie van de resultaten STEEKPROEFGEGEVENS Omvat de steekproefopbouw alsook het aantal deelnemers en het aantal individuen waarop de resultaten zijn gebaseerd. LEEFTIJDSONAFHANKELIJKE MARKTDATA De percentielen (10, 25, 75 en 90) en medianen van Basissalaris, Total Cash en Total Compensation worden hier weergegeven (steeds onder voorwaarde dat de steekproef voldoende groot is). De bedragen zijn onafhankelijk van leeftijd. Ontvangers geeft het aantal observaties weer, waarop de resultaten zijn gebaseerd. PAGINA 30
31 Daarnaast vindt u de percentielen en mediaan van Variabel loon terug, die bestaat uit commissies, bonussen, markttoeslagen en/of winstparticipatie. Merk op dat de statistiek (medianen en percentielen) van variable pay, bonussen, commissies en markttoeslagen niet berekend is op de totale steekproef maar op de effectieve ontvangers. Het percentage effectieve ontvangers wordt weergegeven in de kolom Ontvangers. De statistiek van de forfaitaire kosten / representatievergoedingen toont het nettobedrag per maand. In principe worden deze 12 x per jaar uitgekeerd. Ook hier werd de statistiek van de forfaitaire kostenvergoeding niet berekend op de totale steekproef maar op de ontvangers. Het percentage ontvangers van een forfaitaire kostenvergoeding wordt weergegeven in de kolom Ontvangers. Vervolgens wordt het percentage van voorkomen weergegeven voor: Bedrijfswagen / Wagenvergoeding; Maaltijdvergoedingen (dagvergoeding, maaltijdcheques, bedrijfsrestaurant); Verzekerde voordelen (leven, overlijden, gewaarborgd inkomen/ invaliditeit, hospitalisatie). Merk op dat de bovenvermelde statistieken onafhankelijk berekend zijn van elkaar om van elke looncomponent een zo duidelijk mogelijk beeld te vormen. Aangezien we hierbij werken met medianen en percentielen, kunnen de verschillende componenten niet worden opgeteld met of afgetrokken van elkaar. Zo is het verschil tussen de mediaan van Total Cash en deze van Basissalaris niet gelijk aan de mediaan van Variabel loon. LEEFTIJDSAFHANKELIJKE MARKTDATA De leeftijdsafhankelijke marktdata worden zowel grafisch als in tabelvorm weergegeven. Indien de steekproef voldoende representatief is, worden de mediaan en de percentielen voorgesteld volgens leeftijd. U ontvangt de resultaten op basis van Basissalaris, Total Cash en Total Compensation. Op basis van de individuele observaties worden de percentiellijnen voorgesteld op de grafiek. Dit betreft regressielijnen die worden vertaald naar de leeftijdsafhankelijke salaristabel. Indien omwille van het beperkt aantal observaties of de spreiding van de observaties in de grafiek de regressielijn slechts voor een beperkte leeftijdsrange wordt weergegeven, zullen in de leeftijdsafhankelijke tabel enkel salarissen vermeld worden voor deze leeftijdsrange. De weergave van de percentiellijnen over de leeftijden heen kan verschillen voor Basissalaris, Total Cash of Total Compensations omwille van de positionering van de individuen in de grafiek. PAGINA 31
32 7.2 Algemene conclusies Onderstaand kunnen een aantal conclusies worden teruggevonden met betrekking tot de individuele salarisgegevens. Waar mogelijk en relevant, wordt de vergelijking gemaakt met de resultaten uit Het is hierbij belangrijk om in het achterhoofd te houden dat de steekproefsamenstelling uit 2005 verschillend is ten opzichte van de huidige steekproef; een gegeven dat op zich al een verklarende factor is of kan zijn voor de verschillen in salarisgegevens. Globaal genomen kunnen we concluderen dat het leeftijdsonafhankelijke basissalaris met 13,8% is gestegen ten opzichte van de studie in Uit de huidige resultaten blijkt dat de leeftijdsonafhankelijke mediaanwaarde van het basissalaris bedraagt, waar dit in bedroeg. Wanneer de variabele verloning mee wordt opgenomen, zien we dat het leeftijdsonafhankelijke salaris op niveau van Total Cash gestegen is met 12,7% ten opzichte van de vorige editie (Total Cash op mediaanniveau van in 2010 ten opzichte van in 2005). Het aantal ontvangers van een variabele verloning (45% in 2010 ten opzichte van 74% in 2005) is echter gedaald. Een minder verrassende conclusie is de stijging in het voorkomen van de extra-legale voordelen (bedrijfswagen, netto forfaitaire kostenvergoeding en maaltijdvergoedingen) bij de actuarissen. Waar in 2005 bijvoorbeeld 47% van de deelnemers over een bedrijfswagen beschikte, blijkt uit de steekproef van 2010 dat 56% van de deelnemers over een bedrijfswagen beschikt. 7.3 Conclusies per subcategorie Ook bij de conclusies per subcategorie worden enkel leeftijdsonafhankelijke vergelijkingen gemaakt. Graag benadrukken we nog eens dat het belangrijk is om rekening te houden met de verschillende steekproefsamenstelling en het aantal individuen per subcategorie, waardoor de resultaten en vergelijkingen ten opzichte van 2005 met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden. PAGINA 32
33 7.3.1 Leeftijdsgroepen Het hoeft niet te verbazen dat de leeftijdsonafhankelijke salarissen stijgen naargelang de leeftijd toeneemt. Dit geldt zowel op niveau van Basissalaris, als Total Cash en Total Compensation. Dit is eveneens de conclusie die in 2005 gemaakt kon worden bij het uittekenen van de salarisgegevens per leeftijdscategorie. Voor de leeftijdsklassen jaar en jaar zijn de salarisstijgingen ten opzichte van 2005 het grootst, respectievelijk 15,31% en 13,81%. In de oudste leeftijdsklassen is er een kleine daling in het mediaansalaris waarneembaar ten opzichte van BASISSALARIS Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct jaar jaar jaar jaar jaar jaar N.A. N.A N.A. N.A. > 55 jaar N.A. N.A N.A. N.A. Alle leeftijden TOTAL CASH Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct jaar jaar jaar jaar jaar jaar N.A. N.A N.A. N.A. > 55 jaar N.A. N.A N.A. N.A. Alle leeftijden TOTAL COMPENSATION Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct jaar jaar jaar jaar jaar jaar N.A. N.A N.A. N.A. > 55 jaar N.A. N.A N.A. N.A. Alle leeftijden Bovenstaande tabellen geven geen salarissen weer voor actuarissen jonger dan 26 jaar. Het betreft slechts 3 individuen en omwille van confidentialiteit wordt de mediaan pas weergegeven bij minstens 5 individuen. Echter, om toch een indicatie te kunnen geven van het salarisniveau van de jongste actuarissen in de steekproef hebben we een selectie gemaakt van de individuen jonger dan 27 jaar. PAGINA 33
34 Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op 13 observaties van deelnemers jonger dan 27 jaar. Dit zijn geen specifieke startsalarissen, maar geven een concreter beeld van de salarissen die de minst ervaren actuarissen op dit moment ontvangen. Hierover worden onder 7.4 geen verdere gegevens gerapporteerd, aangezien dit buiten de scope van de leeftijdsverdeling valt die in dit rapport gehanteerd werd. BASISSALARIS Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 < 27 jaar TOTAL CASH Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 < 27 jaar TOTAL COMPENSATION Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 < 27 jaar PAGINA 34
35 7.3.2 Sector Wanneer de salarissen uit de verschillende sectoren met elkaar vergeleken worden, stellen we vast dat de hoogste lonen globaal genomen op mediaanniveau in de sector Andere terug te vinden zijn. Dit geldt niet enkel voor Basissalaris, maar ook voor Total Cash en Total Compensation. De sector waar de basislonen (medianen) het laagst zijn, is de consultancysector. Op niveau van Total Cash en Total Compensation liggen de mediaansalarissen echter het laagst in de bank- en verzekeringssector. Hierbij mag niet uit het oog verloren worden dat de salarisgegevens gebaseerd zijn op een deelnemersaantal dat sterk verschillend is per sector. BASISSALARIS Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Bank- en verzekeringssector Consultancy Overheidssector Makelaar N.A. N.A. N.A. N.A. N.A. Andere Alle sectoren TOTAL CASH Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Bank- en verzekeringssector Consultancy Overheidssector Makelaar N.A. N.A. N.A. N.A. N.A. Andere Alle sectoren TOTAL COMPENSATION Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Bank- en verzekeringssector Consultancy Overheidssector Makelaar N.A. N.A. N.A. N.A. N.A. Andere Alle sectoren PAGINA 35
36 7.3.3 Functieniveau De resultaten leren ons dat het salarispakket van de werknemer stijgt naargelang het niveau van de functie. Zo verdienen bedienden minder dan mensen actief in een kaderfunctie en verdienen zij op hun beurt minder dan hun collega s in een directiestatuut. Ten opzichte van 2005 merken we dat de salarissen globaal genomen op mediaanniveau met +/- 15% gestegen zijn (14,92% op niveau van Basissalaris en 14,28% op niveau van Total Cash). De stijgingen zijn iets groter in het kaderniveau. Waar de kaderleden in 2005 op mediaanniveau een basissalaris van verdienden, is dit salaris in 2010 geëvolueerd naar , wat een stijging met zich meebrengt van 19,44%. BASISSALARIS Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Bediende Kader Directie Alle statuten TOTAL CASH Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Bediende Kader Directie Alle statuten TOTAL COMPENSATION Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Bediende Kader Directie Alle statuten PAGINA 36
37 7.3.4 Grootte van de organisatie Wanneer de salarissen worden geanalyseerd volgens grootte van de organisatie waar de werknemer tewerkgesteld is, kunnen we concluderen dat globaal genomen de werknemer die een functie uitoefent in een organisatie met meer dan 50 maar maximaal 100 werknemers, het hoogste loon ontvangt. De werknemers uit zowel de kleinste (maximaal 50 werknemers) als de grootste organisaties (meer dan 500 werknemers), verdienen globaal genomen minder dan hun collega s die tewerkgesteld zijn in organisaties van een andere grootte. BASISSALARIS Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct werknemers werknemers werknemers > 500 werknemers Alle groottes TOTAL CASH Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct werknemers werknemers werknemers > 500 werknemers Alle groottes TOTAL COMPENSATION Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct werknemers werknemers werknemers > 500 werknemers Alle groottes PAGINA 37
38 7.3.5 Diploma De individuele salarisgegevens werden ook geanalyseerd op basis van het basisdiploma dat de actuarissen behaald hebben. Deze analyses tonen aan dat werknemers die een vooropleiding in de fysica genoten, globaal genomen de hoogst betaalde werknemers zijn op mediaanniveau van Basissalaris en Total Cash. Op mediaanniveau Total Compensation worden ze echter ingehaald door de werknemers met een vooropleiding in de wiskunde. Het mediaansalaris bij werknemers die een vooropleiding in de informatica genoten, ligt het laagst, in vergelijking met de andere diploma s. BASISSALARIS Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Master/Licentiaat in de Wiskunde Master/Licentiaat in de Fysica Master/Licentiaat in de Informatica N.A. N.A N.A. N.A. Master/Licentiaat Handelsingenieur Master/Licentiaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen Master/Licentiaat in de Ingenieurswetenschappen Andere Alle diploma's TOTAL CASH Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Master/Licentiaat in de Wiskunde Master/Licentiaat in de Fysica Master/Licentiaat in de Informatica N.A. N.A N.A. N.A. Master/Licentiaat Handelsingenieur Master/Licentiaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen Master/Licentiaat in de Ingenieurswetenschappen Andere Alle diploma's TOTAL COMPENSATION Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Master/Licentiaat in de Wiskunde Master/Licentiaat in de Fysica Master/Licentiaat in de Informatica N.A. N.A N.A. N.A. Master/Licentiaat Handelsingenieur Master/Licentiaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen Master/Licentiaat in de Ingenieurswetenschappen Andere Alle diploma's PAGINA 38
39 7.3.6 Geslacht De mediaansalarissen bij de vrouwelijke actuarissen in een werknemersstatuut, liggen gemiddeld genomen 11% lager dan de lonen van de mannelijke actuarissen. Deze conclusie werd enkel op basis van geslacht gemaakt en staat los van het functieniveau, of andere parameters zoals leeftijd, waardoor ook hier de resultaten met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden. BASISSALARIS Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Mannelijk Vrouwelijk Beide geslachten TOTAL CASH Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Mannelijk Vrouwelijk Beide geslachten TOTAL COMPENSATION Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Mannelijk Vrouwelijk Beide geslachten PAGINA 39
40 7.4 Salarisgegevens Actuaris Selectiecriteria Actuaris Steekproefsamenstelling Aantal individuen: 314 Leeftijd % =< 25 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar 2 > 55 jaar 2 Leeftijdsonafhankelijke Marktdata Ontvangers Pct10 Pct25 Pct50 Pct75 Pct90 Basissalaris Total Cash Total Compensation Variabel loon (Br/Jr) 45%/ Bonus (Totaal) (Br/Jr) 40%/ CAO 90 bonus 5%/ Commissie (Br/Jr) Winstparticipatie (Br/Jr) 4%/ Markttoeslag (Br/Jr) 1%/2 Forfaitaire Kosten (Nt/Mnd) 64%/ Maaltijdvergoedingen 61%/193 Bedrijfswagen 56%/175 Audi A3 8 % Audi A6 8 % BMW 3-series 8 % BMW 5-series 6 % Audi A4 4 % Leven 96%/303 Overlijden 94%/294 Gewaarborgd inkomen / Invaliditeit 83%/262 Hospitalisatie 95%/298 PAGINA 40
SALARIS INDICTATOR FUNCTIE X
SALARIS INDICTATOR FUNCTIE X [DATE] OPGEMAAKT DOOR: [CONSULTANT] CONTACTGEGEVENS: T: +32 9 242 54 44 E: HRS.COMPBEN@HUDSON.COM INHOUDSTAFEL Inleiding... 3 Voorwerp van de studie... 3 Referentiemarkt...
Nadere informatieSalaris Indicator Generieke Salarisstudie 2017
Salaris Indicator Generieke Salarisstudie 2017 Hudson Belgium Opgemaakt door: [CONSULTANT] T: +32 9 242 54 44 E: HRS.COMPBEN@HUDSON.COM [Datum] INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Voorwerp van de studie... 3
Nadere informatieTOP EXECUTIVE SALARIS BENCHMARK
TOP EXECUTIVE SALARIS BENCHMARK OPGEMAAKT DOOR: CONTACTGEGEVENS: T: +32 9 242 54 44 E: HRS.COMPBEN@HUDSON.COM INHOUDSTAFEL Introductie... 3 Context... 3 Informatiebron... 3 Methodologie... 4 Functiematching
Nadere informatieSALARISSTUDIE ZIEKENHUISSECTOR 2013
SALARISSTUDIE ZIEKENHUISSECTOR 2013 SALARISADVIES LOONT! HUDSON TALENT MANAGEMENT +32 9 242 54 44 hrs.compben@hudson.com HUDSON HEALTHCARE +32 2 610 27 14 katrien.maervoet@hudson.com EXPERTS IN BELONING
Nadere informatieTOP EXECUTIVE SALARY SURVEY Salarisindicatie. Overzicht bonussen. Long Term incentives. Extralegale voordelen. Steekproefsamenstelling HUDSON
Salarisindicatie Overzicht bonussen Long Term incentives Extralegale voordelen TOP EXECUTIVE SALARY SURVEY 2016 Steekproefsamenstelling HUDSON Moutstraat 56 9000 Gent Tel: +32 9 242 54 44 hrs.compben@hudson.com
Nadere informatieIFB Leagues Salarisstudie Directieleden juni 2016
IFB Leagues Salarisstudie Directieleden 2016 7 juni 2016 Inleiding Vraag naar objectieve salarisinformatie Salarisstudie voor directieleden Marktdata over directiefuncties in België Benchmarken = loonpakket
Nadere informatieVlaams Archeologencollectief
Vlaams Archeologencollectief Resultaten enquête verloning 7 Resultaten VLAC-enquête 7 Inhoudstafel. Algemene informatie. Verdeling respondenten. Private sector. Functie. Ervaring. Brutoloon. Contract 9.
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 20 december 2013
PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014
PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal
Nadere informatieVerdeling volgens geslacht binnen de KBC Groep
Personeelsgegevens 2015 De onderstaande gegevens zijn gebaseerd op een extrapolatie van de cijfers voor de periode van 1 januari tot 30 september 2015. Wanneer een status wordt gegeven zijn dit cijfers
Nadere informatieBedrijfsjurist in Beweging
Salary Survey editie 2014 Bedrijfsjurist in Beweging Profiel, lonen en trends 01 Executive summary Met 696 deelnemers is deze editie 2014 van de salary survey bij de bedrijfsjurist een succes. We noteerden
Nadere informatieArbeidsvoorwaardenonderzoek
Arbeidsvoorwaardenonderzoek voor bid- en tendermanagers Het is toegestaan deze kennis te delen, mits onder duidelijke vermelding van Appeldoorn Tendermanagement als bron. Inhoud Inleiding 4 Conclusie 5
Nadere informatieVerdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin
Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013
PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 24 september 2015
PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde
Nadere informatieBedrijfsjurist in Beweging
Salary Survey editie 2014 Bedrijfsjurist in Beweging Profiel, lonen en trends 01 Executive summary Met 696 deelnemers is deze editie 2014 van de salary survey bij de bedrijfsjurist een succes. We noteerden
Nadere informatie4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.
4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,
Nadere informatieSamenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid
1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid
Nadere informatieResultaten van een bevraging bij de apothekers afgestudeerd aan de K.U.Leuven in de periode 1970 1999
Resultaten van een bevraging bij de apothekers afgestudeerd aan de K.U.Leuven in de periode 1970 1999 In de periode december 1999 februari 2000 organiseerde de faculteit Farmaceutische Wetenschappen in
Nadere informatieKATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN. Lageloonsectoren. Fernando Pauwels. Tom Vandenbrande. Franci Laondelle 08-12-2005. hoger instituut voor de arbeid
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Lageloonsectoren Fernando Pauwels Tom Vandenbrande Franci Laondelle 08-12-2005 hoger instituut voor de arbeid 1 LAGELOONSECTOREN 1. Wie zijn ze en waar werken ze? In welke
Nadere informatieDe loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011
De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Samenvatting rapport 2011 Hoe groot is de loonkloof? Daalt de loonkloof? De totale loonkloof Deeltijds werk Segregatie op de arbeidsmarkt Leeftijd Opleidingsniveau
Nadere informatieTabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.
2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden
Nadere informatieAantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949
Onderwijs & Kwaliteit Eerste rapportage HBO-Monitor 2013 Op 3 april 2014 zijn de resultaten van de jaarlijkse HBO-monitor (enquête onder afgestudeerden) over 2013 binnengekomen. Het onderzoek betreft studenten
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 30 september 2013
PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten
Nadere informatieSalarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers
Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015
PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen
Nadere informatieEvolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013
Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij
Nadere informatieEvolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering
Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 22 december 2015
PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg
Nadere informatieFocus. Loonkoppeling in de werkloosheidsuitkeringen
Focus Loonkoppeling in de werkloosheidsuitkeringen Inleiding De werknemer die werkloos wordt en toelaatbaar is op basis van arbeidsprestaties krijgt in toepassing van het verzekeringsprincipe een cijfercode
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013
PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve
Nadere informatieWERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID
WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording
Nadere informatieSpotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie
Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding
Nadere informatieJongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 17 september 2015
PERSBERICHT Brussel, 17 september 2015 Een overzicht van de Belgische lonen Hoeveel verdient de gemiddelde Belg? Welke beroepen leveren het hoogste salaris op en in welke sectoren betaalt men het hoogste
Nadere informatieVademecum bij loonstudie 2016: rapporteringsinstructies - Thuisverpleging
Vademecum bij loonstudie 2016: rapporteringsinstructies - Thuisverpleging Voor elke werknemer betrokken bij de verplichte rapportering moeten volgende gegevens via een standaard excel- document overgemaakt
Nadere informatieVan: Vandelanotte Datum: 15/5/2015 Onderwerp: alternatieve verloningsvormen inzake bonussen
Van: Vandelanotte Datum: 15/5/2015 Onderwerp: alternatieve verloningsvormen inzake bonussen In onderstaande memo lichten wij graag volgende alternatieve verloningsvormen inzake bonussen toe: 1) Loonbonus
Nadere informatieDE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS OPLEIDINGSINSPANNINGEN
DE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS 2013 OPLEIDINGSINSPANNINGEN INHOUDSOPGAVE I. INLEIDING... 2 II. SOCIALE BALANS... 3 III. ANALYSE VAN DE OPLEIDINGSINSPANNINGEN BINNEN HET PC 227... 5 1. REPRESENTATIVITEIT...
Nadere informatie67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.
Nadere informatieTabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996
Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 23 december 2014
PERSBERICHT Brussel, 23 december 2014 De Belgische lonen in kaart gebracht Hoeveel verdient de gemiddelde Belg? Welke beroepen betalen goed en in welke sectoren liggen de lonen relatief laag? Wat is de
Nadere informatieBediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?
Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef
Nadere informatieRapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg
Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatieREGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Voorstel BRUGEL-VOORSTEL-080128-02 over De opdrachttoelage van de opdrachthouders opgesteld op basis van artikel 30octies van de
Nadere informatieAlfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014
Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17
Nadere informatieJuli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen
Juli 2012 Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Evolutie extreme groeiers periode 2004 2007 1 Vanuit een beleidsstandpunt is het verkrijgen en verankeren van meer en meer succesvolle groeiondernemingen
Nadere informatieVakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015
Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 420 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding naar
Nadere informatieProfiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met
Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. 2012 In samenwerking met 1 547.259 uitzendkrachten 547.259 motieven 2 Inhoudstafel 1. Uitzendarbeid vandaag 2. Doel van het onderzoek 3. De enquête 4. De verschillende
Nadere informatieProfiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013
Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die
Nadere informatieToeslagenonderzoek. Hoe gaan Nederlanders om met de nieuwe Toeslagensystematiek?
Toeslagenonderzoek Hoe gaan ederlanders om met de nieuwe Toeslagensystematiek? Utrecht, maart 2006 Inleiding Begin 2006 is er van alles veranderd in het huishoudboekje van veel ederlanders. Huursubsidie
Nadere informatieHeel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in
Nadere informatieEvolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering
Evolutie van de schadefrequentie 2007-2016 in de BA motorrijtuigenverzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van de
Nadere informatieSamenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit
Nadere informatieDe jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA
De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.
Nadere informatieALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de
Nadere informatieBrussels Observatorium voor de Werkgelegenheid
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen
Nadere informatieBAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS
BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)
Nadere informatieEnquête SJBN 15.10.2013
Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken
Nadere informatieEvolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering
Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van de schadegevallen
Nadere informatieFONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN
FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012 De arbeidsongevallen in de uitzendsector in 2011 1 Inleiding De arbeidsongevallen van uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd aan de hand van 3 selectiecriteria
Nadere informatieLife event: Een nieuwe baan
Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht
Nadere informatieBevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten
Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2
Nadere informatieVERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)
3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ
Nadere informatieHet beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg
2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Ipsos Public Affairs 24/06/2013 1 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg
Nadere informatieOmnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting
Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer
Nadere informatieVrouwen blijven vaker thuis, werken veel meer deeltijds, verdienen minder en zijn vaker arm
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 7 maart 2008 Vrouwen blijven vaker thuis, werken veel meer deeltijds, verdienen minder en zijn vaker arm - Sociaal-economisch profiel
Nadere informatieDe VHG Clubsurvey; een vergelijking van beloningsgegevens in de eigen branche!
De VHG Clubsurvey; een vergelijking van beloningsgegevens in de eigen branche! De VHG heeft met het adviesbureau Berenschot de VHG Clubsurvey opgezet. Deze survey is een onderzoek naar de beloningen bij
Nadere informatieOnderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF. 2012 Rapportage. Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs.
Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF 2012 Rapportage Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs. Ronald Zwart Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding en leeswijzer... 3 1.1 Inleiding:
Nadere informatieI. Analyse van de resultaten van fase 1
Analyse van de resultaten voor de toepassing van de referentiebedragen: Berekening 2013 Gegevens 2010 Methode 2009 Deze vijfde toepassing van de referentiebedragen had betrekking op 118 voor een totaal
Nadere informatien-profit sector Lonen in de non-profit sector
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN n-profit sector Lonen in de non-profit sector Tom Vandenbrande Roel Verlinden Onderzoek in opdracht van LBC-NVK Perstekst, 20 februari 2004 Hoger instituut voor de arbeid
Nadere informatieNieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden
Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Employee Benefits Institute 1. Welke zijn de nieuwe rentevoeten die AXA Belgium waarborgt
Nadere informatieTrendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten. Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie
Trendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie September, 2017 Achtergrond van het onderzoek Doelstelling
Nadere informatie-VOLULIFE. De groepsverzekering van de nieuwe generatie. AG Employee Benefits
-VOLULIFE De groepsverzekering van de nieuwe generatie AG Employee Benefits -VOLULIFE Omdat elke werkgever die denkt in het belang van zijn onderneming, ook aan de toekomst van zijn medewerkers denkt.
Nadere informatieDienst Studies. Evolutie van de tijdelijke werkloosheid art. 50 (slecht weer) in het licht van de geregistreerde weersomstandigheden
Dienst Studies Evolutie van de tijdelijke werkloosheid art. 50 (slecht weer) in het licht van de geregistreerde weersomstandigheden Focus op de periode januari 2008 december 2012 Inhoudstafel: 1 INLEIDING
Nadere informatieINKOMSTEN BEELDENDE KUNSTENAARS
INKOMSTEN BEELDENDE KUNSTENAARS In het kader van de opdracht coördinatie en verruiming van het sociaal overleg in de artistieke sector wil het Kunstenloket met dit onderzoek nagaan op welke manier beeldende
Nadere informatieFONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN
FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Oktober 2011 De arbeidsongevallen in de uitzendarbeidsector in 2010 1 Inleiding De arbeidsongevallen van de uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd op basis van drie selectiecriteria
Nadere informatieVerzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers
Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt
Nadere informatieEvolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering
Evolutie van de schadefrequentie 2006-2015 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van
Nadere informatieDe Belgische gepensioneerden in kaart gebracht
Sociale zekerheid De Belgische gepensioneerden in kaart gebracht Eerste- en tweedepijlerpensioenen bij werknemers Berghman, J., Curvers, G., Palmans, S. & Peeters, H. 008. De Belgische gepensioneerden
Nadere informatieStudies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse
Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke
Nadere informatieGeen tekort aan technisch opgeleiden
Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen
Nadere informatieSALARISENQUÊTE
SALARISENQUÊTE 2016 1 ie-net ingenieursvereniging verenigt alle ingenieurs in Vlaanderen: industrieel, bio- en burgerlijk ingenieurs. Binnen de ingenieursvereniging bestaat een lange traditie van salarisenquêtes.
Nadere informatieVademecum bij loonstudie 2016: rapporteringsinstructies
Vademecum bij loonstudie 2016: rapporteringsinstructies Voor elke werknemer betrokken bij de verplichte rapportering moeten volgende gegevens via een standaard excel- document overgemaakt worden, aan te
Nadere informatiePERSBERICHT CIM 22/04/2015
PERSBERICHT CIM 22/04/2015 Nieuwe CIM studie over kijkgedrag op nieuwe schermen Belgen keken nooit eerder zoveel naar TV-content Het CIM, verantwoordelijk voor kijkcijferstudies in België, volgt sinds
Nadere informatieZorg verlenen en zorg ontvangen 2012
Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt
Nadere informatieToelichting Arbeidsmonitor
Toelichting Arbeidsmonitor Arbeidsmonitor Samenwerkingsverbanden van werkgevers Inleiding De vraag naar ken en stuurgetallen als basis voor strategische personeelsplanning binnen organisaties is het laatste
Nadere informatieLoonwijzer-rapport. Loopbaanonderbreking. Inleiding. Waarom de loopbaan onderbreken? Loopbaanonderbreking Een Loonwijzer-onderzoek
Loonwijzer-rapport Loopbaanonderbreking Fernando Pauwels en Tom Vandenbrande Hoger Instituut voor de Arbeid Katholieke Universiteit Leuven In dit Loonwijzer-rapport 1 Inleiding 2 Waarom de loopbaan onderbreken?
Nadere informatieJongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens
Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van
Nadere informatieAls zulk een actieplan opgesteld is, zal het volgende analyseverslag een bijkomend gedeelte bevatten over de voortgangsstaat van dit plan.
Volledig formulier dat als basis moet dienen voor het analyseverslag over de bezoldigingsstructuur van de (ondernemingen van 100 en meer) De wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen
Nadere informatieEvolutie van de schadefrequentie 2002-2011 in de BA motorrijtuigen verzekering
Evolutie van de schadefrequentie 2002-2011 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van
Nadere informatieMonitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h
TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630
Nadere informatievco in Midden- en Oost-Groningen Primair onderwijs
Primair onderwijs ABP presenteert u hier de nieuwe Werkgeversspiegel. U ziet hierin meer informatie over uw organisatie. Wat vindt u in uw Werkgeversspiegel? U treft interessante kerncijfers aan over uw
Nadere informatieInhoudsopgave. ABP Statistische informatie deelnemerspopulatie 2018
ABP Statistische informatie deelnemerspopulatie 2018 Inhoudsopgave Verdeling werkzame Nederlandse beroepsbevolking en ABP-deelnemers 3 Verloop van de deelnemerspopulatie 4 Index van het aantal personen
Nadere informatieVitamine B12 deficiëntie
Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd
Nadere informatieBELONINGSSTUDIE 2012 HR Services BROCHURE. in samenwerking met SALARISADVIES LOONT!
BELONINGSSTUDIE 2012 HR Services in samenwerking met SALARISADVIES LOONT! BROCHURE HUDSON TALENT MANAGEMENT VOOR MEER INFORMATIE, CONTACTEER ONS OP +32 9 242 54 44 hrs.compben@hudson.com EXPERTS IN BELONING
Nadere informatieDe te verstrekken gegevens betreffen inlichtingen over de bruto-bezoldigingen van de werknemers van elke categorie.
AANBEVELINGEN voor het invullen van het formulier Het formulier bevat 3 delen : Identificatie van de onderneming/checklist Sekseneutraliteit Inlichtingen over de bezoldingstructuur Actieplan De te verstrekken
Nadere informatieTussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012
TGO TOEGEPAST GEZONDHEIDS ONDERZOEK Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012 dr. Roel Bakker dr. G.J. Dijkstra TGO A. Deusinglaan 1, Gebouw 3217 Postbus 58285 9713 AV Groningen (050) 3632857
Nadere informatieHelft zorgverzekerden komt niet rond
Bijlage perstekst Helft zorgverzekerden komt niet rond 1. Het belang van de zorgverzekering Het HIVA onderzoek (2008) 1 bevestigt het nut van de Vlaamse zorgverzekering. Voor zorgerkenden maakt het wel
Nadere informatieStatistisch Product. Structuur en verdeling van de lonen
Metadata Statistisch Product Structuur en verdeling van de lonen Sinds 1999 voert de Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium van de FOD Economie jaarlijks een onderzoek uit naar de structuur en
Nadere informatie