Witte jassen in de school

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Witte jassen in de school"

Transcriptie

1 Witte jassen in de school

2 Aan mijn ouders, Jan de Beer en Maria de Beer-Schakenraad

3 RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Witte jassen in de school De schoolarts in Nederland ca Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus, dr. F. Zwarts, in het openbaar te verdedigen op donderdag 24 april 2008 om uur door Fedor Hubertus de Beer geboren op 16 juli 1975 te Sint-Michielsgestel

4 Promotor: Copromotor: Prof. dr. J.J.H. Dekker Dr. P.C.M. Bakker Beoordelingscommissie: Prof. dr. H.W. van Essen Prof. dr. A.E.M.G. Minnaert Prof. dr. P.M.M. Klep

5 Inhoud Voorwoord IX 1. Inleiding De geschiedenis van de schoolarts Medicalisering en pedagogisering Vraagstelling en opbouw van het boek Afbakening en bronnen 13 Deel I Van schoolhygiëne naar schoolgeneeskunde Hygiënisten en de gezondheid van het schoolkind Miasmata en de hygiëne van het schoolgebouw Medische belangstelling voor school en schoolkind 20 Hygiënisten en de school 20 De schoolhygiëne wettelijk geregeld De omslag in het medisch-hygiënisch denken Besluit De roep om schoolartsen Een toenemende vraag naar schoolartsen 36 De beperkingen van de Wet op de Besmettelijke Ziekten 36 Een eerste roep om schoolartsen: Amsterdam Arts en onderwijzer 39 Medisch commissiewerk 39 Een Akte Schoolhygiëne 42 De reactie van onderwijzers 44 Het Nederlandsch Congres voor Openbare Gezondheidsregeling De eerste schoolarts 50 Gemeentelijke initiatieven 50 De eerste schoolarts: Zaandam 51 Het takenpakket van de eerste schoolartsen 54

6 VI Witte jassen in de school 3.4 Het pleit beslecht 55 Intensivering van het wenselijkheidsdebat 55 Een eisch van dringende noodzakelijkheid 56 Principiële bezwaren 58 De grote steden volgen Besluit 64 Deel II De ontwikkeling van het beroep Van Zaandam tot Terschelling: de groei van het geneeskundig schooltoezicht Onderwijs of Volksgezondheid? De ontsluiting van het platteland Overheid versus particulier initiatief 81 Nieuwe pogingen om tot een wettelijke regeling te komen 81 De katholieke strijd voor eigen schoolartsendiensten 82 Een gemeentelijke aangelegenheid Besluit Schoolartsen verenigd De Nederlandsche Vereeniging van Schoolartsen 95 Oprichting 95 Forum, intermediair en opleidingsinstrument 95 Gezondheid in de School Sociaal-geneeskundige samenwerking 99 Een sociaal-geneeskundig orgaan 99 Een sociaal-geneeskundige vereniging De Sectie voor Schoolgeneeskunde 103 Vrijwel onzichtbaar 103 Het Nederlands Congres voor Schoolgeneeskunde Opnieuw een schoolartsenvereniging Besluit Beroep en aanzien Van bijbaan tot medisch specialisme 112 Van bijbaan tot volwaardige functie 112 Opleiding en specialisatie Aanzien 122 Een geringe status 123 De keuze voor het beroep Besluit 132

7 Inhoud VII 7. De taak van de schoolarts ter discussie Uitbreiding van de doelgroep Veranderende opvattingen over het takenpakket 138 Vooroorlogse aandacht voor geestelijke hygiëne 138 Kritiek van buitenaf 141 Heroriëntatie op het takenpakket 146 Bezinning in eigen kring Demarcatiestrijd en plaatsbepaling 150 Een nieuwe deskundige: de schoolpsycholoog 150 Wensen uit het onderwijs Besluit 157 Deel III De ontwikkeling van deeltaken Het voorkomen van besmettelijke ziekten De bedreiging van besmettelijke ziekten Een strijd voor meer handelingsbevoegdheden 166 Ingrijpen door de schoolarts 166 Een pleidooi voor meer bevoegdheden 169 Een teleurstellende wet 173 Taakverschuiving: van desinfectie naar (her)vaccinatie 177 Vaccinatie van rijkswege De schoolarts als schakel in de tuberculosebestrijding 183 Tering 183 Het aandeel van de schoolarts 184 Het gevaar van de tuberculeuze onderwijzer Besluit Het bevorderen van een goede hygiëne Oudervoorlichting 195 De schoolartsendienst als moederschool 195 Algemene voorlichting gericht op ouders De hygiënische norm 201 Onwillige ouders 201 De schoolverpleegster 202 Luizen: een onbeschaafde ziekte Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding op school 212 Het belang van gezondheidsvoorlichting aan kinderen 212 Een hygiënische opleiding voor onderwijzers en de rol van de schoolarts Besluit 219

8 VIII Witte jassen in de school 10. Zorg voor het zwakke kind Lichamelijke zwakte De voedingstoestand 222 Methodologische problemen 222 Voorlichting 228 Schoolvoeding 229 Schoolmelk Kinderuitzending 235 Sociaal-geneeskundige voorzorg 236 Selectieperikelen 240 De rol van de schoolarts 242 Groei en neergang Besluit De selectie voor het zwakzinnigenonderwijs De schoolarts en de selectie voor het zwakzinnigenonderwijs De intelligentietest als maatstaf Kritiek op de rol van de schoolarts Naar een pedagogisch toelatingscriterium Besluit Conclusie: medicalisering in een pedagogische setting De komst van de schoolarts De ontwikkeling van het beroep 270 De trage verspreiding van het geneeskundig schooltoezicht 270 Beroep en aanzien De ontwikkeling van het takenpakket 277 Veranderingen in de taken 277 Uitbreidingsmogelijkheden 283 Bijlage 1 Tabellen 287 Gemeenten met geneeskundig schooltoezicht 288 Aantallen schoolartsen 289 noten 290 Gebruikte afkortingen 332 Archieven 333 Gedrukte bronnen & geraadpleegde literatuur 334 Personenregister 366

9 Voorwoord In de afgelopen jaren is mij als ervaringsdeskundige bij herhaling door studenten gevraagd of het slim was om te gaan promoveren. Onderzoek doen leek hen stuk voor stuk geweldig, maar ze hoorden in de wandelgangen vreemde verhalen over het wel en wee van promovendi. Hun vragen riepen herinneringen op. Vijf jaar geleden stelde ik diezelfde vraag om diezelfde reden eveneens aan enkele ervaringsdeskundigen. Hun antwoorden waren, net als dat van mij nu, zowel vaag als veelzeggend: het is jouw leven.... Nu, hier in dit voorwoord, wil ik daar nog wel wat aan toevoegen. Ik wil dit doen door mee te surfen op het succes van de populaire kinderboekenschrijfster Francine Oomen. In haar successerie Hoe overleef ik, waarmee ik onlangs dankzij mijn werk op Pabo Groenewoud kennis heb mogen maken, beschrijft zij in tot dusver tien delen de puberteit van Rosa van Dijk. In de boeken groeit Rosa van achtstegroeper uit tot een jonge vrouw, met alle problemen en frustraties die daar bij horen. De kracht van de boeken zit zonder twijfel in de vaak via gegeven survivaltips waarmee Rosa en haar vrienden elkaar door verliefdheid, de eerste zoen, een gebroken hart en vervelende stiefvaders helpen. Rosa zal waarschijnlijk niet gaan promoveren zij heeft haar zinnen gezet op de kunstacademie maar voor het geval dat én voor al die andere aanstaande promovendi mijn survivaltips: Hoe overleef ik het schrijven van een proefschrift? 1. Kies een fascinerend onderwerp De geschiedenis van opvoeding en onderwijs is een breed terrein dat vele facetten telt die al veelvuldig en van vele kanten zijn bestudeerd. Dit geldt echter niet voor de geschiedenis van de gezondheidszorg voor kinderen. Waar over de ontwikkeling van het onderwijs en de veranderende opvattingen over opvoeding al boekenkasten vol werden geschreven, bleef het aantal publicaties over gezondheidgerelateerde onderwerpen als de kinderuitzending, het Consultatiebureau voor Zuigelingen en de kindergeneeskunde tot op heden beperkt. In de afgelopen jaren is dr. Nelleke Bakker met haar Aspasia-project Children and Health:

10 X Witte jassen in de school Medicalization Pedagogization? begonnen hierin verandering te brengen. Dit promotieonderzoek naar de geschiedenis van de schoolarts in Nederland is voortgekomen uit dit project. 2. Zoek capabele (co)promotoren Tijdens cursussen en andere bijeenkomsten met promovendi bestond de jus vaak uit horrorverhalen over begeleiding. Ik bleek het buitengewoon te hebben getroffen. Van het eerste tot het allerlaatste moment heeft dr. Nelleke Bakker elk conceptstuk ongelooflijk snel én accuraat van commentaar voorzien. Met plezier denk ik ook terug aan onze informele etentjes in Eeterie De Globe en ons gezamenlijk optreden in Londen. Nelleke bedankt! Dank gaat ook uit naar prof. dr. Jeroen Dekker die als promotor op een iets grotere afstand stond, maar eveneens alle concepthoofdstukken van deskundig commentaar heeft voorzien en mij verder de ruimte liet die ik mij wenste. En natuurlijk gaat mijn dank ook uit naar de leden van de beoordelingscommissie, de hoogleraren Van Essen, Minnaert en Klep. 3. Zorg voor een vliegende start Een onderzoek starten is als het zoeken naar het beginnetje bij een rol plakband. Daarom ben ik drs. Eef Janssen heel erkentelijk. Aan het einde van de jaren tachtig verrichtte hij zelf enkele jaren promotieonderzoek naar de geschiedenis van de schoolarts in Nederland. Dit onderzoek is toen niet afgerond en omdat dit volgens hem ook niet meer zou gaan gebeuren, heb ik zijn omvangrijke verzameling (samenvattingen van) tijdschriftartikelen mogen ontvangen. Dit heeft mij, door de volledigheid en detaillering van zijn archief, een vliegende start bezorgd. Over een beginnetje gesproken: een rol plakband als een rode loper. Dank gaat ook uit naar dr. Jan Noordman die dit materiaal wist te achterhalen en die mij eerder, als docent en scriptiebegeleider, enthousiast heeft gemaakt voor de historische pedagogiek. 4. Laat ook anderen meedenken Het overgrote deel van het werk heb ik verricht in Nijmegen, thuis achter de computer. Heerlijk rustig althans, tot we verhuisden maar toch ook eenzaam. Vooral op die momenten dat hoofdstukken in mijn beleving verwerden tot ijsbergen waar niet tegenop te klauteren was. Gelukkig was er dan altijd het maandelijkse overleg met mijn collega s van de vakgroep Algemene Pedagogiek en Genderstudies. Bereidwillig hebben zij steeds opnieuw concepthoofdstukken van kritisch commentaar voorzien. Hun op- en aanmerkingen hielpen mij hellingen beklimmen en structuur aan te brengen in het boek. Dit geldt ook voor de leden van het Philip A. Kohnstamm-netwerk. Dank gaat verder uit naar dr. Gerlof Verwey, voor wie ik enkele jaren als student-assistent heb mogen werken en die mij in die periode het arbeidsethos, de zelfdiscipline en de

11 Voorwoord XI nauwkeurigheid heeft bijgebracht waarop goed wetenschappelijk onderzoek drijft. En die, vanuit zijn eigen expertise, eerdere versies van dit boek grondig heeft gelezen en becommentarieerd. Dit laatste deed ook Margot Klijberg, een goede vriendin en zelfverklaard paranimf van het eerste uur. Als arts was zij zogezegd van de andere kant en als zodanig zorgde zij voor menig eye-opener. In dit rijtje mogen verder ook niet ontbreken Ineke Smits, mijn broer Huub en vanuit schoolartsenkringen Jan van Eijk en het bestuur van de AJN. 5. Praat veel met andere promovendi Alleen promovendi weten precies waar je het over hebt. Veel plezier heb ik beleefd aan onze talloze gesprekken over promoveren, het tactvol manoeuvreren (met een rijtuig) en over wat de toekomst ons als historisch pedagogen brengen zou met mijn kamergenoot-voor-eens-per-maand en directe collegaaio Ingrid van der Bij. Met Martijn Wienia, vriend en doctor in de antropologie in spé, heb ik vele bomen over promoveren opgezet, om deze vervolgens weer om te hakken. Nooit zelfs niet op zijn eigen bruiloft en vanuit donker Afrika liet hij na te vragen hoe het proefschrift ervoor stond, wat mij, zeker in de laatste schrijfmaanden zeer bedreven maakte in het aansnijden van nieuwe gespreksonderwerpen en het terugkaatsen van de bal. 6. Jaag geen bibliotheek- of archiefpersoneel tegen je in het harnas Voor mijn onderzoek heb ik tal van bibliotheken en archieven bezocht en ben hier vrijwel steeds vriendelijk en adequaat geholpen. Speciale dank gaat in dit verband uit naar de medewerkers van de bibliotheek van de Medische Faculteit van de Radboud Universiteit. Kilometers tijdschriften hebben zij voor mij uit het magazijn gehaald en altijd stonden ze klaar om weer een onvindbaar, nog nooit uitgeleend boek te gaan zoeken op plekken waar normaal geen mens kwam. Ook waardevol was het werk van de Groninger dames Miriam Scheltens, Renske Brandsma, Henny Kikkert en Jantsje van der Ploeg die op de faculteit steeds klaarstonden om de meest uiteenlopende vragen te beantwoorden of problemen op te lossen. 7. En, oh ja, het is maar een boekje, geen levenswerk. Je hebt óók nog een privéleven. Promovendi hebben de neiging om alles en iedereen in hun omgeving te verwaarlozen; het doen van onderzoek is in feite een 24/7-job. Ook ik heb me hieraan bezondigd, ondanks de voordurende belofte volgend weekend wel vrij te houden. Mijn excuses! Gelukkig heb ik desondanks veel steun mogen ontvangen vanuit mijn omgeving. Speciale dank gaat uit naar Aron Damen, die binnenkort gaat boeten voor al die keren dat hij mij op de Rode Route heeft laten lijden, profiterend van het feit dat ik te weinig tijd over hield om te trainen. Naar mijn vriendin Petra, zelf promovendus in de medische wetenschap-

12 XII Witte jassen in de school pen en mijn steun en toeverlaat in de afgelopen jaren met wie ik heel wat discussies heb gevoerd over wat nu echt wetenschap is. En, last but not least, naar mijn ouders, aan wie dit boek is opgedragen, simpelweg omdat zij mij altijd mijn eigen keuzes hebben laten maken. Oosterhout (gem. Nijmegen), Januari 2008 Fedor de Beer

13 1 Inleiding 1.1 De geschiedenis van de schoolarts In 2004 vierden de Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland, de wetenschappelijke vereniging van artsen werkzaam in of voor de jeugdgezondheidszorg, het honderdjarig bestaan van de schoolarts met een congres getiteld Schoolarts 100 jaar: Dik voor mekaar. Deze titel straalde tevredenheid uit, maar verwees tegelijkertijd naar een van de grootste uitdagingen voor schoolartsen aan het begin van de eenentwintigste eeuw: de strijd tegen obesitas bij kinderen. Voor de eerste generaties schoolartsen was overgewicht bij kinderen geen onderwerp van zorg. Zij constateerden dat een aanzienlijk deel van de leerlingen die zij onderzochten juist te mager was. Deze onvoldoende voedingstoestand, zoals zij dat toen noemden, bleek niet zozeer veroorzaakt door een chronisch tekort aan voeding, maar vooral door een te eenzijdig voedingspatroon. 1 Wat direct opvalt, is dat schoolartsen dit euvel toen op dezelfde manier probeerden te bestrijden als hun collegae nu overgewicht aanpakken: door voorlichting. De eerste schoolarts in Nederland begon zijn werkzaamheden in 1904 in Zaandam. Met de komst van de schoolarts ontstond een sociaal-geneeskundige voorziening voor schoolkinderen die haar sporen in de geschiedenis heeft nagelaten en tot op de dag van vandaag bestaat. Velen hebben herinneringen aan die koude stethoscoop op de borst, de top-neusproef scheelkijken is niet moeilijk! en het blazen op de bovenkant van de hand, terwijl de arts aandachtig je liezen bekeek. En wat te denken van het turen naar die wandkaart met op het oog veel te kleine afbeeldingen of letters? Voor heel wat kinderen resulteerde deze test met dank aan de schoolarts in het zo gevreesde brilletje. Het merendeel van de lezers zal gedurende de schooljaren één of meerdere keren zijn onderzocht door de schoolarts of zijn assistente, de schoolverpleegster. Niet allemaal, want verplicht is het bezoek aan de schoolarts niet, al ziet de beroepsgroep vandaag de dag zo n 95 procent van alle basisschoolkinderen. 2 De uiteindelijke keuze om aan het onderzoek deel te nemen, is aan de ouders. Het geneeskundig schooltoezicht, zoals het werk van schoolartsen decennialang is genoemd, heeft een interessante geschiedenis. Schoolartsen kwamen bij hun aantreden te werken in een pedagogische omgeving, de school. Met het aanstellen van schoolartsen kwamen twee werkvelden in één gebouw samen:

14 2 Witte jassen in de school Lichamelijk onderzoek door de schoolarts (Meijsen (1976) 238) de geneeskunde en de pedagogiek. Als medici kwamen de schoolartsen te werken in een niet-medische omgeving, de school, waar andere professionals onderwijzers, schoolhoofden en onderwijsinspecteurs de dienst uitmaakten. Twee werkvelden met ieder eigen opvattingen, belangen en doelen. Voor een deel gelijk, maar soms ook tegengesteld en dat is precies wat de geschiedenis van de schoolarts spannend maakt. Nieuwe omstandigheden en opvattingen over hygiëne en gezondheid, maar ook over opvoeding en onderwijs leidden aan het begin van de twintigste eeuw tot de komst van schoolartsen en gaven vervolgens steeds opnieuw vorm en inhoud aan het beroep en het takenpakket. De invulling ervan weerspiegelde de noden en behoeften ten aanzien van de gezondheid van schoolkinderen, maar ook de verschuivende aspiraties van deze professionals zelf. In dit boek staat deze geschiedenis centraal. De geschiedenis van de Nederlandse schoolarts is geen volledig onbetreden terrein. Op het eerder genoemde jubileumcongres in 2004 presenteerde A.H.M. Kerkhoff, voormalig directeur van de gemeentelijke gezondheidsdienst in Leiden en bijzonder hoogleraar Structuur en Functioneren van de Gezondheidszorg, een studie over de geschiedenis van de schoolgezondheidszorg, getiteld Nauwelijks een machtiger wapen. Schoolgezondheidszorg als een collectieve

15 Inleiding 3 voorziening ( ). 3 Het is een van de eerste boeken waarin de geschiedenis van de schoolgeneeskunde in Nederland centraal staat. Kerkhoff beschrijft de ontwikkeling van de schoolgezondheidszorg vanuit een organisatiesociologisch perspectief, als onderdeel van de opkomende verzorgingsstaat, waarbij vooral de organisatie van het schoolartsenwezen ruime aandacht krijgt. Interessant in dit verband zijn onder meer de uitvoerige, op archiefonderzoek gebaseerde ontstaansgeschiedenissen van de schoolartsendiensten in Zaandam en Arnhem, niet in de laatste plaats omdat naar de achtergronden van de aanstelling van de eerste schoolartsen op gemeentelijk niveau nog nauwelijks onderzoek was verricht. Een uitzondering hierop vormt het door P.D. t Hart geschreven jubileumboek over de geschiedenis van de Utrechtse schoolartsendienst, dat verscheen ter gelegenheid van de negentigste verjaardag van de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de plaatselijke Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GG & GD). 4 Hierin besteedt de Utrechtse stadshistoricus ruim aandacht aan de aanstelling van de eerste Utrechtse schoolartsen en laat hij zien hoe de dienst zich gedurende de twintigste eeuw heeft ontwikkeld. Schoolarts dr. A. H. Bergink ( ) schetst een beeld van het geneeskundig schooltoezicht in Den Haag via een drietal portretten van pioniers binnen de Haagse schoolgeneeskunde, onder wie de eerste schoolarts van de hofstad, dr. J.J. Pigeaud. 5 Het zijn niet de enige bijdragen van Bergink aan de geschiedenis van de schoolarts. 6 De Haagse schoolarts was zeer geïnteresseerd in het verleden van zijn beroep. In 1960 promoveerde hij op een dissertatie over de betekenis van de befaamde negentiende-eeuwse hygiënist dr. S.Sr. Coronel ( ) voor de ontwikkeling van de sociale geneeskunde in Nederland. 7 De arts Coronel was een generalist die zich tijdens zijn werkzame leven over tal van zaken boog en zich zeer begaan toonde met het lot en de gezondheid van kinderen. In 1965 verscheen van de hand van Bergink een studie over de schoolhygiëne in Nederland in de negentiende eeuw, waarin hij de toenemende belangstelling voor de gezondheid van kinderen op school beschrijft. 8 Het laatste hoofdstuk van dit boek gaat over het ontstaan van de wens om schoolartsen aan te stellen aan het einde van die eeuw. Bergink noemt die wens een rechtstreeks gevolg van de toegenomen belangstelling voor school-, onderwijs- en leerlinghygiëne gedurende de negentiende eeuw. In het artikel De opkomst van schoolartsen in Nederland tussen 1895 en 1920, dat in 1990 verscheen in Pedagogisch Tijdschrift, gaat historisch pedagoog E.F.M. Janssen uitvoerig in op het debat tussen voor- en tegenstanders over de wenselijkheid van het aanstellen van schoolartsen. 9 Ook medisch historicus A. de Knecht - van Eekelen schreef in de jaren negentig een artikel over schoolhygiëne in de periode voorafgaand aan de aanstelling van de eerste schoolartsen in Nederland. 10 Meer dan in genoemde bijdragen over de geschiedenis van het beroep schoolarts, ligt in het voorliggende boek de nadruk op ontwikkelingen binnen de schoolgeneeskunde met betrekking tot organisatie en takenpakket en op de interactie tussen schoolartsen en andere betrokkenen bij de preventieve gezondheidszorg voor kinderen: politici, onderwijzers, medici en ouders.

16 4 Witte jassen in de school Zoals gezegd was het Zaandam dat in 1904 als eerste gemeente in Nederland een schoolarts aanstelde met als belangrijkste taak toezicht te houden op de gezondheidstoestand van schoolkinderen. Bij het nemen van deze beslissing was het gemeentebestuur niet over een dag ijs gegaan. Tussen het moment dat de wenselijkheid van een schoolarts voor het eerst in de gemeenteraad ter sprake kwam en de uiteindelijke benoeming van de functionaris zat drie jaar. 11 In navolging van Zaandam stelden Arnhem en Assen nog in hetzelfde jaar ook schoolartsen aan, in de jaren daarna gevolgd door grote steden als Amsterdam, Utrecht en Den Haag. Ook in deze steden ging een langdurig debat over de wenselijkheid van schoolartsen aan de aanstelling vooraf. Amsterdam spande wat dit betreft de kroon. In de hoofdstad bereikte een verzoek tot het aanstellen van schoolartsen al in 1889 het gemeentebestuur, maar de eerste schoolartsen betraden er pas in 1907 de scholen. 12 In vergelijking met omringende landen stelden Nederlandse steden pas laat schoolartsen aan. Brussel benoemde al in 1874 dergelijke professionals, niet veel later gevolgd door Gent en Antwerpen. 13 In Duitsland waren het de steden Frankfurt am Main (1883), Breslau (1888) en Leipzig (1892) die het spits afbeten, waarna het aantal schoolartsen bij onze oosterburen in korte tijd sterk steeg. 14 In 1906, op het moment dat Nederland nog slechts een handvol schoolartsen telde, was hun aantal in Duitsland al opgelopen tot achthonderd, verspreid over 230 gemeenten. 15 Ook in andere grote Europese steden, zoals Parijs, Praag, Moskou en Londen, waren al ruim voor de eeuwwisseling schoolartsen actief. 16 Schoolartsen onderzochten leerlingen systematisch op ziekten en aandoeningen die behandeling behoefden, een mogelijke bedreiging vormden vanwege besmettingsgevaar of het goed kunnen volgen van het onderwijs belemmerden. Aanvankelijk vond dit onderzoek alleen in de eerste klas plaats en werden oudere schoolkinderen slechts onderzocht wanneer daar aanleiding voor was, bijvoorbeeld op aanwijzen van de onderwijzer of na uitbraak van een besmettelijke ziekte. Omdat een preventief onderzoek in het eerste jaar in de ogen van schoolartsen onvoldoende was, voerden zij ook preventief onderzoek in hogere leerjaren in. Vanaf de jaren twintig vond dit zogeheten periodiek geneeskundig onderzoek in de regel ook plaats in de derde of vierde en in de hoogste klas van de lagere school. Anders dan in bijvoorbeeld Engeland behandelden Nederlandse schoolartsen leerlingen bij wie zij een aandoening constateerden niet zelf. 17 Ontdekten zij een kwaal, dan adviseerden zij ouders het kind door de eigen huisarts te laten behandelen. Dit betekende echter niet dat schoolartsen zich in Nederland beperkten tot het opsporen van ziekten en aandoeningen om de kinderen die het betrof vervolgens door te verwijzen naar de huisarts. Zij fungeerden tevens als vraagbaak voor ouders en gaven hen op basis van hun bevindingen advies en voorlichting over relevante aspecten van kinderverzorging en -opvoeding, bijvoorbeeld met betrekking tot voeding. Daarnaast adviseerden zij ouders van kinderen met problemen voor wie een medische behandeling geen oplossing bood, zoals een afwijking aan de rug of een spraakgebrek, het kind aan te mel-

17 Inleiding 5 den bij een cursus heilgymnastiek of spraakles. Lichamelijk zwakke kinderen meldden zij aan voor een verblijf in een koloniehuis aan zee of in de bossen, waar zij door goede voeding, rust en frisse lucht konden aansterken. Omdat schoolartsen de leerlingen systematisch onderzochten, waren zij het beste in staat te bepalen voor welke kinderen deze op medische maatstaven gebaseerde kinderuitzending het hardste nodig was. 18 Ook speelden schoolartsen een rol in de selectie van leerlingen voor de scholen voor verstandelijk beperkten die vanaf het begin van de twintigste eeuw als paddestoelen uit de grond schoten Medicalisering en pedagogisering De aanstelling van de eerste schoolartsen aan het begin van de twintigste eeuw stond niet op zichzelf. De belangstelling voor de gezondheid van kinderen was in de laatste decennia van de negentiende eeuw sterk gegroeid, wat onder meer tot uitdrukking kwam in de opkomst van de kindergeneeskunde 20 en het ontstaan van verschillende sociaal-hygiënische voorzieningen voor kinderen. De kinderuitzending, gestart in 1883, bedoeld om het weerstandsvermogen van lichamelijk zwakke kinderen op te vijzelen, is een duidelijk voorbeeld van het laatste. Dit geldt ook voor de Consultatiebureaus voor Zuigelingen het eerste bureau opende zijn deuren in 1901 die tot doel hadden de zuigelingensterfte verder te doen dalen en het gezonde kind gezond te houden. 21 Dit gebeurde hoofdzakelijk door middel van voorlichting en ziektepreventie. Ook verschillende andere voorzieningen voor kinderen die in diezelfde periode ontstonden, kenden een sociaal-hygiënische component, zoals de schoolbaden en de cursussen heilgymnastiek voor kinderen met houdingproblemen. Hoewel tuberculose geen specifieke kinderziekte was, richtte de zorg van de Consultatiebureaus voor Tuberculosebestrijding zich wel in het bijzonder op preventie bij de jeugd. Dit gebeurde in samenwerking met uitzendende verenigingen en de schoolarts. 22 De toenemende medische belangstelling voor de gezondheid van kinderen manifesteerde zich niet alleen in de betrokkenheid van artsen bij het tot stand komen van sociaal-hygiënische voorzieningen, maar ook in het ontstaan van nieuwe medische functies. Huis- of kinderartsen leidden als consultatiebureauartsen de zuigelingenbureaus terwijl longartsen als tuberculoseartsen werkzaam waren binnen de tuberculosebestrijding. Verder vormde bezorgdheid van sociaal betrokken medici om de gezondheid van kinderen uit arme gezinnen een van de grondslagen van de kinderuitzending. Hetzelfde geldt voor de heilgymnastiek en, zij het in mindere mate, de oprichting van schoolbaden en de invoering in sommige gemeenten van schoolvoeding en -melk. De toenemende bemoeienis van medici met het leven van kinderen wordt binnen de historische pedagogiek algemeen geduid als een proces van medicalisering. 23 Dit proces is niet alleen rond de eeuwwisseling duidelijk waar te nemen, het zette zich voort in de twintigste eeuw. Steeds meer aspecten van het kinderleven kwamen onder supervisie van artsen. Beperkte hun aandacht en zorg zich aanvankelijk tot het somatische, gaande de twintigste eeuw bogen zij zich steeds vaker

18 6 Witte jassen in de school ook over de geestelijke gezondheid, waardoor het proces van medicalisering een extra impuls kreeg. Een vroeg voorbeeld hiervan is het ontstaan van het eerste Medisch Opvoedkundig Bureau (MOB) aan het einde van de jaren twintig, waar men onder leiding van een psychiater de geestelijke gezondheid van kinderen met emotionele problemen bevorderde. 24 Na de oorlog namen deze bureaus snel in aantal toe en besteedden ook de Consultatiebureaus voor Zuigelingen veel meer aandacht aan geestelijke hygiëne. 25 Historisch pedagoge N. Bakker heeft deze impuls getypeerd als een second wave of medicalization, ter onderscheiding van de eerste golf van medicalisering omstreeks De komst van de eerste schoolartsen, kort na de eeuwwisseling, maakte deel uit van de eerste golf van medicalisering. 27 De aanstelling van schoolartsen zorgde behalve voor een nieuw artsenberoep ook voor een aanzienlijke toename van medische invloed op het schoolkind. Tijdens het geneeskundig onderzoek onderzochten schoolartsen preventief alle kinderen van de bij de schoolartsendienst aangesloten scholen, of zij nu wat mankeerden of niet. Vóór de aanstelling van schoolartsen zagen schoolkinderen slechts een dokter wanneer zij ziek waren. Over de medicalisering van de samenleving als geheel is in de afgelopen decennia, te beginnen in de jaren zeventig van de twintigste eeuw, door een groot aantal sociologen en historici geschreven. 28 Hun opvattingen hierover zijn grofweg in twee groepen te verdelen. Het grootste verschil daartussen is gelegen in het oordeel over de rol die de medische beroepsgroep in dit proces heeft gespeeld. De auteurs uit de eerste groep, onder wie de sociologen I. Illich en E. Freidson en de historicus K. Velle, zijn de mening toegedaan dat de medische beroepsgroep zelf actief pogingen heeft ondernomen om haar werkterrein steeds verder uit te breiden. 29 Zij spreken in dit verband van medisch imperialisme, in casu de annexatie van nieuwe werkvelden door medici. Artsen zouden zich hierbij niet alleen hebben laten leiden door nobele motieven, zoals het gezonder maken van de samenleving, maar vooral ook door eigenbelang. 30 Volgens Velle streefden medici sinds de late achttiende eeuw intens naar sociale promotie, naar meer erkenning en invloed. 31 Dat het medici daadwerkelijk lukte om exclusieve oordeelbevoegdheden te verwerven op tal van nieuwe terreinen, was volgens deze auteur deels te danken aan de groeiende interesse van de staat voor de gezondheid van de bevolking: De wisselwerking tussen het staatsbelang en de promotie van de medische wetenschap heeft de artsen o.m. in staat gesteld hun prestige en macht aanzienlijk te vergroten. 32 De overheid zou de geneeskunde en haar beoefenaars als instrument voor sociale controle hebben gebruikt. 33 Als institutie van sociale controle vervulde zij een rol die eerder was weggelegd voor de kerk. 34 De titel van het boek dat Velle over de groeiende macht van medici schreef, De nieuwe biechtvaders (1991), verwijst daar naar. Deze sociale controle is gebaseerd op het normatieve onderscheid tussen gezond en ongezond casu quo tussen normaal en abnormaal. Dit onderscheid vormde de grondslag voor een nieuwe maatschappelijke ordening die op steeds meer vlakken zichtbaar werd. Daarmee sluit Velle aan bij het werk

19 Inleiding 7 van de Franse filosoof M. Foucault, die medici een centrale rol toedacht in een omvattend proces van disciplinering. 35 Medische opvattingen en ideeën bepaalden de nieuwe norm. Anderen spreken in dit verband van een medisch beschavingsoffensief. 36 Overheid en geneeskunde werkten bij het verspreiden van deze norm eendrachtig samen, hun belangen waren convergent en complementair. 37 De groeiende medische controle vond plaats in naam van de volksgezondheid, het algemeen welzijn én het staatsbelang. De historicus Velle heeft deze visie op de groeiende invloed van medici geïllustreerd aan de hand van de opkomst van de schoolarts in België. Het ontstaan van de medische schoolinspectie en de toenemende belangstelling voor schoolhygiëne in België is volgens hem een duidelijk voorbeeld van hoe geneesheren voorstellen hebben geformuleerd waardoor én de samenleving én zijzelf er beter van zouden worden. 38 Zij zagen het domein van onderwijs en opvoeding als een mogelijk kanaal ( ) waarlangs hun maatschappelijke invloed kon toenemen, als een potentiële markt. 39 Vanaf het midden van de negentiende eeuw drongen medici in België aan op het instellen van een geneeskundige schoolinspectie. Zij wezen hierbij op de hoge graad van bijziendheid onder schoolkinderen, op de gehoorproblemen waar velen van hen mee worstelden en op de houdingafwijkingen die bij leerlingen werden waargenomen en die zij toeschreven aan de slechte ergonomie van de schoolbank. Ook het gevaar van besmettelijke ziekten en het onvermogen van onderwijzers hiertegen op te treden, voerden zij als argument aan ter legitimering van geneeskundig schooltoezicht. Kritiek op het onderwijsprogramma, dat te eenzijdig zou zijn gericht op het aanleren van intellectuele vaardigheden en waarin lichaamsoefening ontbrak, vormde eveneens een argument voor het aanstellen van schoolartsen. Medici presenteerden zichzelf volgens Velle op dit vlak als de aangewezen adviseurs, als hygiënisten én opvoedingsspecialisten die een rationele morele en lichamelijke opvoeding voorstonden. 40 De woorden die zij in dit pleidooi gebruikten, maken zijns inziens duidelijk dat artsen zichzelf zagen als de redders van het schoolkind. Zo schreef een Luikse bacterioloog net voor de eeuwwisseling dat de schoolarts in de ogen van zijn toehoorders spoedig een soort van apostel [zal] zijn, wiens raadgevingen en advies gehoor zullen vinden en met het grootste respect zullen opgevolgd worden. 41 Behalve medische argumenten voerden zij ook economisch getinte argumenten aan in hun pogingen de overheid te overtuigen. Een goed georganiseerde schoolartsendienst droeg, zo beargumenteerden zij, bij tot een gezonde lichamelijke ontwikkeling van de schooljeugd en daarmee op termijn tot een hogere productiviteit. De Belgische medici bleken succesvol in hun pogingen om de verschillende overheden te overtuigen van het belang van geneeskundig schooltoezicht. In 1874 stelde de stad Brussel als een van de eerste gemeenten in Europa schoolartsen aan, op de voet gevolgd door andere Belgische steden en in 1896 door de gehele provincie Oost-Vlaanderen. Begin 1912 stond één op de vier Belgische scholen permanent onder medisch toezicht en in 1921 kwam na herhaald aandringen van medische zijde een wettelijke regeling van het geneeskundig schooltoezicht tot stand, terwijl de rijksoverheid eerder al, in 1914, in de leer-

20 8 Witte jassen in de school plichtwet had bepaald dat elke lagere school op gezette tijden door een arts moest worden bezocht. 42 Vanaf dat moment stonden schoolkinderen in België verplicht onder medisch toezicht. Het Koninklijk Besluit dat het toezicht wettelijk regelde, bepaalde namelijk dat schoolartsen elk kind zowel aan het begin als in de loop van ieder schooljaar aan een medisch onderzoek moesten onderwerpen. Verder dienden zij van elke leerling een gezondheidsboekje, een carnet sanitaire, bij te houden. 43 Vanaf 1936 waren de eigenaren van dit boekje verplicht het te tonen bij een bezoek aan een medisch specialist, de keuring voor militaire dienst en zelfs bij de aanmelding bij een sportvereniging. Volgens Velle bevestigde deze verplichting de absolute controlefunctie van de geneesheer in diverse domeinen van de samenleving en schoolartsen vormden hierin een voorname schakel. 44 Een vergelijkbare visie op de rol van de schoolarts in het proces van medicalisering van het kinderleven biedt de Britse historicus H. Hendrick. Volgens hem probeerden schoolartsen in Engeland uit eigenbelang hun werkveld verder te verruimen. 45 Hiervoor greep de beroepsgroep het probleem van de voor- en naschoolse kinderarbeid aan. Net als in Nederland was kinderarbeid in Engeland aan banden gelegd door arbeidswetgeving en leerplicht, maar dit betekende niet dat kinderen niet meer als arbeidskrachten werden gebruikt. Veel kinderen in Engelse volksbuurten moesten voor en na schooltijd aan het werk. Als gevolg hiervan zaten zij vermoeid in de schoolbanken waardoor zij in de klas minder goed presteerden. Sociaal geneeskundigen waren van mening dat de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van deze kinderen achterbleef bij die van leeftijdsgenootjes die niet hoefden te werken. Schoolartsen zagen om die reden een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd bij het beschermen van het schoolkind tegen de ongezonde gevolgen van arbeid voor en na school. 46 Een medisch onderzoek, uitgevoerd door schoolartsen, kon uitmaken of kinderen voor het werk geschikt waren en of het ze te zwaar belastte. Hendrick beschouwt deze claim van de beroepsgroep als een vorm van professional imperialism : the issue was never child labour per se. 47 Met andere woorden: Professional status was undoubtedly of crucial importance. 48 Deze visie op medicalisering verschilt sterk van de opvattingen van auteurs uit de tweede groep, waarin met name de Nederlandse verzorgingssocioloog A. de Swaan een belangrijke positie inneemt. 49 De Swaan is van mening dat het machtsstreven van de medische beroepsgroep niet moet worden overschat en spreekt over een terughoudend of schoorvoetend imperialisme. 50 Volgens hem is medicalisering een niet geplande evolutie. Artsen vielen handelings- en oordeelsbevoegdheden toe, niet omdat zij zich hier zelf sterk voor maakten, maar omdat zij beter dan anderen in staat bleken voor maatschappelijke problemen een voor alle partijen bevredigende oplossing te bieden. Zij raakten, in de woorden van De Swaan, steeds meer betrokken bij een bijzonder soort conflictoplossing. Zij wisten de Definitionsmacht en de toewijzingsmacht te verwerven: de macht om mensen in categorieën in te delen en de schaarse middelen toe te wijzen aan personen in omstreden situaties. 51 Hierdoor slaagden artsen er soms in een medische definitie te geven voor een toestand die voorheen in termen

21 Inleiding 9 van moreel of liever sociaal conflict gezien werd, en dienovereenkomstig werd behandeld. 52 Zo definieerden medici seksueel afwijkend gedrag dat botste met morele of wettelijke normen bijvoorbeeld als een voor behandeling vatbare ziekte. De medische beroepsgroep eigende zich deze zeggenschap volgens De Swaan niet toe, noch werd hun inmenging door de staat van bovenaf aan de bevolking opgelegd. Artsen handelden volgens hem altijd in stilzwijgende overeenstemming met de verschillende in het conflict betrokken partijen. 53 Er was zijns inziens steeds sprake van een wederzijds belang of zelfs actieve steun van de kant van de ontvangers van de medische dienstverlening. De conflicterende partijen erkenden allen de kracht van een medische oplossing, hadden iets te winnen in het contact met medici en schoven hen daarom de handelings- of oordeelsbevoegdheid toe. Leken zijn in zijn ogen dus medeverantwoordelijk voor de toenemende invloed van artsen. Als gevolg hiervan zijn ook zij zich in toenemende mate in medische termen gaan uitdrukken. De Swaan noemt dit proto-professionalisering. 54 Hierdoor kan er volgens de Nederlandse socioloog geen sprake zijn van eenzijdige, opgelegde disciplinering. De staat legitimeerde en faciliteerde de toenemende invloed van medici weliswaar, maar dit was veelal slechts een bevestiging van bestaande praktijken waaraan het merendeel van de bevolking zich al vrijwillig had onderworpen. Deze opvatting verschilt op twee punten wezenlijk van die van de auteurs uit de eerste groep. De Swaan bestrijdt dat er sprake zou zijn van een agressief medisch imperialisme en dat sociale controle van bovenaf, bijvoorbeeld van staatswege, dwingend zou zijn opgelegd. Integendeel, medicalisering kwam volgens hem tot stand met medewerking van het publiek. Twee Nederlandse auteurs in het themanummer over medicalisering van het Pedagogisch Tijdschrift uit 1990, A. van der Wurff en J.J.H. Dekker, wijzen voor wat betreft de rol van medici bij de ontwikkeling van respectievelijk de MOB s en het speciaal onderwijs naar De Swaan. Beide auteurs zien aanwijzingen die zijn ideeën ondersteunen, althans voor wat betreft de ontwikkeling in Nederland. Dit roept de vraag op hoe de komst en de ontwikkeling van het beroep en het werkveld van de schoolarts in Nederland zijn te typeren. Zijn medici zoals in België met steun van de staat op eigen initiatief de school binnengetrokken of stond de deur uitnodigend open en verkregen zij taken in goed overleg met de school en de ouders en met die andere deskundigen in de school, de onderwijzers? En welke rol speelde de Nederlandse staat bij het totstandkomen en de verdere ontwikkeling van het geneeskundig schooltoezicht? Wat schoolartsen onderscheidde van bijvoorbeeld consultatiebureau- en tuberculoseartsen, is dat zij hun werk niet in een medische omgeving uitvoerden, maar in een voor medici vreemde setting met een eigen dynamiek: de school. De school was in de loop van de negentiende eeuw een steeds belangrijkere plaats in het kinderleven gaan innemen. De invoering van de leerplicht en het ontstaan van het zwakzinnigenonderwijs onderstreepten dit nog eens extra aan het begin van de twintigste eeuw. Het proces waarbij school en pedagogische

22 10 Witte jassen in de school professionals met hun theorieën en concepten steeds meer zijn gaan ingrijpen in de kindertijd is in de historische pedagogiek aangeduid als een proces van pedagogisering. In de afgelopen tien jaar is het vooral de Vlaamse historisch pedagoog M. Depaepe geweest die dit proces in kaart heeft gebracht. 55 Interessant is de vraag in hoeverre de komst van de schoolarts en de ontwikkeling van het beroep zijn beïnvloed door de voortschrijdende pedagogisering van het leven van schoolkinderen. Omdat de overheid ouders door invoering van de leerplicht dwong hun kinderen naar school te sturen, was het voor haar zaak te voorkomen dat schoolgaan de gezondheid van kinderen kon schaden. Kinderen die leden aan een ziekte of gebrek waren niet in staat het onderwijs behoorlijk te volgen, gezonde kinderen wel. Stuk voor stuk argumenten om van de zijde van het onderwijs te pleiten vóór het aanstellen van schoolartsen. Met andere woorden, in hoeverre zijn de schoolomgeving en de professionals die daarbinnen werkzaam waren onderwijzers, onderwijsinspecteurs etc. van invloed geweest op de komst van de schoolarts en daarna op de invulling van diens takenpakket? Waren schoolartsen enkel werkzaam als artsen in de school of ook als artsen voor de school? Beperkten hun werkzaamheden zich louter tot het medisch vlak of reikte hun opdracht ook daarbuiten? 1.3 Vraagstelling en opbouw van het boek Dit onderzoek gaat zodoende in op de vraag hoe het beroep schoolarts is ontstaan en hoe het zich vervolgens heeft ontwikkeld. Welke beroeps- of maatschappelijke groepen zijn verantwoordelijk geweest voor de komst van de schoolarts, welke rol speelden artsen in dit verband en hoe hebben schoolartsen vervolgens geprobeerd het beroep qua organisatie en takenpakket vorm en inhoud te geven? Hebben zij zich gedragen als imperialisten, die uit waren op het vergroten van territorium en aanzien of reageerden zij slechts op vragen vanuit het veld en kregen zij taken in handen omdat ook anderen hier voordelen in zagen? Dit is te meer interessant omdat schoolartsen kwamen te werken binnen een educatieve setting, de school, waar didactische doelen de toon zetten en onderwijsmensen de scepter zwaaiden. Zagen zij de schoolarts als een indringer, een welkome gast of misschien als nieuwe hulpkracht en andersom, hoe keken de schoolartsen hier zelf tegen aan? En welke rol speelde de overheid? Maakte zij de komst van de schoolarts mogelijk, zorgde zij voor institutionalisering van het beroep via wetgeving of heeft zij zich hierin juist terughoudend opgesteld? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, zijn specifieke deelvragen gesteld en uitgewerkt in drie delen. In Deel I staat de komst van de schoolarts centraal, in Deel II de ontwikkeling van het beroep en in Deel III de ontwikkeling van een aantal specifieke deeltaken.

23 Inleiding 11 Deel I Wat het geneeskundig schooltoezicht onderscheidt van andere sociaal-geneeskundige voorzieningen die in diezelfde periode zijn ontstaan, is, zoals gezegd, de plaats waar de arts de kinderen ontmoet: de school. De keuze voor de school als ontmoetingspunt is niet toevallig. Volgens Bergink ontstond er gedurende de negentiende eeuw in medische kringen een toenemende belangstelling voor de hygiëne van het schoolgebouw, het meubilair en het onderwijs. Zijns inziens vormde deze belangstelling, zeker toen deze zich in de jaren tachtig uitbreidde met een toenemende belangstelling voor de gezondheid van de leerlingen, de opmaat tot de invoering van geneeskundig schooltoezicht. Waar kwam die medische belangstelling voor school-, onderwijs- en leerlinghygiëne vandaan? Wat streefden de medici die zich hierover bogen na en in hoeverre kregen zij hierbij de medewerking van lokale overheden en het rijk? Hoe reageerden onderwijzers en ouders op de medische belangstelling voor school en onderwijs? Deze belangstelling voor de gezondheid van individuele leerlingen resulteerde in een pleidooi tot instelling van geneeskundig schooltoezicht. Welke overwegingen lagen aan deze wens ten grondslag, waarom ontstond zij en wie uitte haar? Waren dit enkel artsen of waren hier ook andere (beroeps)groepen of misschien ouders bij betrokken? Welke argumenten droegen deze voorstanders aan voor het aanstellen van schoolartsen? Bestond er ook tegenstand tegen dit streven en zo ja, uit welke hoek kwamen die bezwaren en waarop hadden zij betrekking? In 1904 stelden de eerste gemeenten schoolartsen aan. Welke factoren en overwegingen gaven hierbij de doorslag en waarom beten steden als Zaandam en Arnhem de spits af en niet bijvoorbeeld Amsterdam, waar de vraag naar schoolartsen al veel eerder naar voren was gekomen? Waarom waren het gemeentebesturen die schoolartsen aanstelden en waarom gebeurde dit niet van rijkswege? Welke rol speelden in dit verband de politieke verhoudingen in het snel verzuilende Nederland van omstreeks 1900? Confessionele politieke partijen waren tegen leerplicht. Het ligt in de lijn der verwachting dat zij ook bezwaren zouden hebben tegen het aanstellen van schoolartsen, maar was dit ook zo? Hoe reageerde het bijzonder onderwijs op de aanstelling van de eerste schoolartsen? Maar ook, hoe zag de instructie van de eerste schoolartsen eruit en hoe reageerden onderwijzers en ouders op hun aanstelling? Anders gezegd, onder welk gesternte betraden de eerste schoolartsen de school? Deel II Engeland en België beschikten dankzij wetgeving en het van rijkswege verstrekken van subsidie voor de oprichting en instandhouding van een schoolartsendienst al vroeg in de twintigste eeuw over een landelijk dekkend netwerk van dergelijke diensten. 56 Hoe lang duurde het in Nederland voordat in alle gemeenten een schoolarts actief was? Nam de rijksoverheid hierin net als in Engeland en België een coördinerende rol op zich door het uitvaardigen van wetgeving en het verstrekken van subsidie? Deze vraag is interessant omdat de

24 12 Witte jassen in de school politieke situatie in Nederland in de eerste helft van de twintigste eeuw aanzienlijk verschilde van die in deze twee landen. Die werd immers gekenmerkt door een sterk groeiende verzuiling van de samenleving en de deelname van confessionele partijen in alle kabinetten sinds de Eerste Wereldoorlog. Welke rol speelden die omstandigheden? Zijn ook pogingen ondernomen om het geneeskundig schooltoezicht zuilspecifiek te organiseren, bijvoorbeeld binnen de verschillende kruisverenigingen die in die periode een belangrijk deel van de maatschappelijke gezondheidszorg verzorgden? Schoolartsen waren gemeenteambtenaren. Dat roept de vraag op naar de reactie van het bijzonder onderwijs op hun toezicht. In Engeland en België was het geneeskundig schooltoezicht geregeld in een onderwijswet, waardoor schoolartsen er formeel deel uitmaakten van de organisatie van het onderwijs en verantwoording schuldig waren aan onderwijsautoriteiten. 57 In Nederland stonden schoolartsen buiten het verzuilde onderwijs. Hoe keken schoolartsen hier tegen aan? Zagen zij zich primair als onderdeel van de school of juist in de eerste plaats als dienaren van de volksgezondheid? Interessant in dit verband is ook de opvatting hierover van het onderwijsveld. Hoe keek dat aan tegen de schoolarts en veranderde deze opvatting in de loop van de tijd? Ook belangrijk is de vraag hoe de schoolartsen zelf hebben geprobeerd het beroep vorm en inhoud te geven. Waren zij hierin daadkrachtig, wisten zij wat zij wilden en waren zij ook in staat dit te bereiken? Vormden schoolartsen een krachtige beroepsgroep, hadden zij aanzien onder medici en in de rest van de maatschappij? Op welke wijze hebben schoolartsen hun belangen verdedigd en vorm gegeven aan de professionalisering van het beroep? Vandaag de dag is het merendeel van de schoolartsen van het vrouwelijk geslacht. Aan het begin van de twintigste eeuw, toen de eerste schoolartsen aantraden, telde Nederland nog nauwelijks vrouwelijke artsen. Wanneer begon de opmars van vrouwen in de schoolgeneeskunde en waardoor werd zij bepaald? Wie kozen er voor een bestaan als schoolarts en waarom juist zij? De schoolarts was aan het begin van de twintigste eeuw de eerste professional van buitenaf die de school betrad. Anderen volgden in de loop van de twintigste eeuw, deels in zijn kielzog, zoals de schoolverpleegster, een hulpkracht die delen van zijn taak onder zijn leiding overnam. Met de komst van de eerste schooltandarts, in 1921 in Dordrecht, betrad een tweede medicus uit preventieoverwegingen de school. 58 Na de oorlog breidde het aantal professies dat zich richtte op schoolkinderen verder uit, onder andere met schoolpsychologen, schoolmaatschappelijk werksters en (ortho)pedagogen. Ook Medisch Opvoedkundige Bureaus 59 en Sociaal-Psychiatrische Diensten, 60 beide onder leiding van (kinder)psychiaters, gingen hulp bieden aan schoolkinderen en hun ouders. Hierdoor breidde het zorgaanbod voor schoolkinderen zich in de loop van de twintigste eeuw steeds verder uit. Dit roept de vraag op in hoeverre de positie en het takenpakket van de schoolarts een verandering onderging met de komst van deze nieuwe professionals. Kortom, hoe ontwikkelde het beroep zich binnen het complexe krachtenveld van de school?

25 Inleiding 13 Deel III Kerntaak van de schoolarts vormde het periodiek geneeskundig onderzoek van schoolkinderen. 61 Daarnaast voerde hij tal van andere taken uit die deels voortvloeiden uit dit onderzoek. In het derde en laatste deel van dit boek staan de ontwikkelingen centraal binnen vier belangrijke deeltaken van de schoolarts: het bestrijden van besmettelijke ziekten, gezondheidsvoorlichting aan ouders en onderwijzers, het herkennen van lichamelijke zwakte en daarmee van gezondheidsrisico s bij kinderen en de selectie van kandidaten voor het zwakzinnigenonderwijs. Gekozen is voor taken die het merendeel van de schoolartsen uitvoerden én direct te maken hebben met leerlinghygiëne. 62 In de hoofdstukken over de vier genoemde deeltaken staat steeds het spanningsveld centraal tussen de rol die de beroepsgroep voor zichzelf zag weggelegd en de ruimte die schoolartsen in de praktijk kregen. Wat behelsden deze taken en welke bevoegdheden bezaten schoolartsen bij de uitvoering ervan? Hoe heeft de beroepsgroep deze deeltaken verworven en welke rol speelden overheid en onderwijs hierbij? Hoe ontwikkelden deze deeltaken zich? Nam de invloed van schoolartsen op leerlingen gedurende de twintigste eeuw toe of juist af en waarom? Meer dan een beschrijving van wat zij op dit vlak precies deden, vormen deze hoofdstukken een verslag van wat schoolartsen er wilden en mochten doen. In de debatten over de invulling van deze vier taken hadden niet alleen schoolartsen een stem, maar bliezen ook anderen hun partij. 1.4 Afbakening en bronnen De jaren negentig van de negentiende eeuw zijn als beginpunt voor dit onderzoek genomen. In deze periode weerklonk voor het eerst duidelijk de roep om schoolartsen. 63 Hoofdstuk twee, waarin de ontwikkeling van de belangstelling voor school- en leerlinghygiëne gedurende de negentiende eeuw centraal staat, vormt hierop een inleiding. Het eindpunt van het onderzoek ligt in de jaren zestig van de twintigste eeuw. In dit decennium bereikte de beroepsgroep verschillende mijlpalen. Halverwege de jaren zestig kende Nederland een landelijk dekkend netwerk van schoolartsendiensten en was het beroep van een bijbaan uitgegroeid tot een volwaardige medische functie met een eigen opleiding. Tegelijkertijd is dit, zoals we in Deel III zullen zien, de periode waarin een aantal voor schoolartsen kenmerkende taken aanzienlijk van inhoud veranderde, kwam te vervallen of door andere professionals werd overgenomen. In deze studie is gekozen voor een cultuurhistorische benadering en niet voor een geschiedenis van de output van het werk van de schoolartsen. De gekozen bronnen, met name tijdschriftartikelen, passen bij de gekozen benadering. Overigens waren schoolartsen ambtenaren in gemeentedienst en ontbrak gedurende een belangrijk gedeelte van de onderzoeksperiode uniforme, centrale registratie van afwijkingen, verwijzingen en aantallen gezonde kinderen. 64 Dit onderzoek beschrijft de geschiedenis van het beroep schoolarts in het spanningsveld tussen wens en werkelijkheid. Of het nu ging over de gewenste

Witte jassen in de school

Witte jassen in de school Witte jassen in de school Aan mijn ouders, Jan de Beer en Maria de Beer-Schakenraad RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Witte jassen in de school De schoolarts in Nederland ca. 1895-1965 Proefschrift ter verkrijging

Nadere informatie

Witte jassen in de school. De schoolarts in Nederland ca Beer, Fedor Hubertus de

Witte jassen in de school. De schoolarts in Nederland ca Beer, Fedor Hubertus de University of Groningen Witte jassen in de school. De schoolarts in Nederland ca. 1895-1965 Beer, Fedor Hubertus de IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF)

Nadere informatie

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving.

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving. 12/2012 Loslaten in vertrouwen Rob Raad Ropenbaar voor het bestuur Loslaten in vertrouwen Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving December 2012 Rob Inhoud Voorwoord 3 Samenvatting

Nadere informatie

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017 Exameneenheden geschiedenis GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken GT GS/K/2 Basisvaardigheden GT GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting GT GT GS/K/4 De koloniale relatie Indonesië

Nadere informatie

Nieuwsbrief community 3/4

Nieuwsbrief community 3/4 Nieuwsbrief community 3/4!" # "$% &'() * "" ) " " "+,- ". ". /0 "."1,- )!+23 +44 (* 5 6 Pagina 1 5 7 ' #8 '9 "" : 79 ; '9 ' )" ) & < # 04444% ) > ".8.'?. %." +44 (*!+@ 8 De allereerste keer

Nadere informatie

Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn

Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn drs. G.J. Kloens RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN DIAGNOSTIEK MET VRAGENLIJSTEN IN DE EERSTELIJN Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Psychologische,

Nadere informatie

Marijke Hopman-Rock Hoogleraar lichamelijke activiteit en gezondheid bij ouderen Vrije Universiteit Amsterdam

Marijke Hopman-Rock Hoogleraar lichamelijke activiteit en gezondheid bij ouderen Vrije Universiteit Amsterdam Marijke Hopman-Rock Hoogleraar lichamelijke activiteit en gezondheid bij ouderen Vrije Universiteit Amsterdam Het kostte haar ruim twintig jaar om de gezondheidszorg te overtuigen van de waarden van het

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane

Nadere informatie

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige. Burn out Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige. Ik was al een tijd druk met mijn werk en mijn gezin. Het viel mij zwaar, maar ik moest dit van mezelf doen om aan de omgeving te laten zien

Nadere informatie

Inhoud Deel I Wat is sociologie? Sociologie, een eerste omschrijving Sociologie als wetenschap Weerstanden tegen sociologie

Inhoud Deel I Wat is sociologie? Sociologie, een eerste omschrijving Sociologie als wetenschap Weerstanden tegen sociologie Inhoud I Deel I 1 Wat is sociologie?.... 3 1.1 Sociologie, een eerste omschrijving.... 4 1.2 Sociologie als wetenschap... 6 1.3 Weerstanden tegen sociologie.... 8 1.4 Sociologie en verpleegkunde... 9 1.5

Nadere informatie

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012 Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012 Dames en heren, [Inleiding] Ik vind het wel leuk, maar ook een beetje spannend. Maar moet

Nadere informatie

Kennis over Kinderarbeid

Kennis over Kinderarbeid Kennis over Kinderarbeid Context onderzoek Naam: Daniël Seton Klas: G&I 1D Datum: 13 Maart 2016 Docent: Harald Warmelink Module: Pr.Context: Research Opdracht: Context Onderzoek Inleiding Uit vooronderzoek

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30 15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID CSE GL EN TL NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een tekstboekje. Dit examen

Nadere informatie

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS Carla du Pree Johan Huizinga en de bezeten wereld De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS 4 Ik ben ik en mijn omstandigheden. Als ik die omstandigheden niet red, red

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Woord vooraf. In dit boek wordt een indruk gegeven van wat de coschapperiode

Woord vooraf. In dit boek wordt een indruk gegeven van wat de coschapperiode IX Geneeskundestudenten die het doctoraal examen hebben behaald, beginnen doorgaans aan hun coschappen. Deze overgang van theorie naar praktijk blijkt vele vragen en uitdagingen te geven. Dit boek is geschreven

Nadere informatie

Verhaal van verandering

Verhaal van verandering Belgische Ashoka Fellow Ashoka : Kun je ons iets vertellen over je familie en waar je bent opgegroeid? Ingrid : Ik ben opgegroeid in Antwerpen, een belangrijke stad in Vlaanderen, België. Ik heb een oudere

Nadere informatie

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach. Karin de Galan Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach. Ze heeft zich gespecialiseerd in het trainen van trainers en richtte in 2007 de galan school voor training op. Eerder werkte ze als

Nadere informatie

De kwaliteitsrekening

De kwaliteitsrekening De kwaliteitsrekening VRIJE UNIVERSITEIT De kwaliteitsrekening ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad Doctor aan de Vrije Universiteit Amsterdam, op gezag van de rector magnificus prof.dr.

Nadere informatie

Stageverslag Michaël Deslypere

Stageverslag Michaël Deslypere Stageverslag Michaël Deslypere MANPOWER Stagementor: Valerie Milissen Stagebegeleider: Pieterjan Bonne 2 Inhoudsopgave 1.Voorwoord... 3 2.Situering/voorstelling van de stageplaats... 4 3.Beschrijving van

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

1. Ets J. E. Marcus, naar J. Smies, Den zedelijke en zinnelijke mensch. Spotprent op de wijsbegeerte van Kant. Ca

1. Ets J. E. Marcus, naar J. Smies, Den zedelijke en zinnelijke mensch. Spotprent op de wijsbegeerte van Kant. Ca 1. Ets J. E. Marcus, naar J. Smies, Den zedelijke en zinnelijke mensch. Spotprent op de wijsbegeerte van Kant. Ca. 1800-1810. [Stadsarchief Amsterdam] VIKTORIA E. FRANKE Een gedeelde wereld? DUITSE THEOLOGIE

Nadere informatie

Inleiding. (leerlingbegeleider op een vmbo-school)

Inleiding. (leerlingbegeleider op een vmbo-school) 9 1 Inleiding Er was eens een meisje Zij klopte op mijn deur. Ik deed open en zij zei: Ik heb een eetprobleem. Kom binnen, zei ik, wat moedig dat je hier komt om hulp te vragen. Dat is de eerste stap.

Nadere informatie

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Een goede relatie tussen ouders en school komt het leerresultaat ten goede en dat is wat we allemaal willen! Convenant Impuls Kwaliteitsverbetering Onderwijs

Nadere informatie

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Hallo, Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Dat is namelijk helemaal niet zo makkelijk. Veel studenten weten nog niet precies wat ze willen en hoe ze dat

Nadere informatie

The Turn to Parenting in Four European Welfare States

The Turn to Parenting in Four European Welfare States The Turn to Parenting in Four European Welfare States Parenting support in professional practice Dr. Marit Hopman Prof. Trudie Knijn Universiteit Utrecht, Nederland Achtergrond Vier betrokken landen: Duitsland,

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Voorwoord 9. Inleiding 11

Voorwoord 9. Inleiding 11 inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma

Nadere informatie

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Mantelzorg, waar ligt de grens? Mantelzorg, waar ligt de grens? CDA Talentacademie 2014-2015 Anita Relou Wat is volgens het christendemocratisch gedachtengoed de grens van mantelzorg. Inleiding 2015. Een jaar met veel veranderingen in

Nadere informatie

Inleiding In mijn praktijk als orthopedagoog/gz-psycholoog komen natuurlijk ook ouders met een enig kind. Eerlijk gezegd zag ik hen tot nu toe niet als een aparte categorie. Voor mij is ieder mens uniek,

Nadere informatie

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk). Jeanne d'arc Aan het begin van de 15de eeuw slaagden de Fransen er eindelijk in om de Engelsen uit hun land te verdrijven. De strijd begon met een vrouw die later een nationale heldin werd, van de meest

Nadere informatie

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te kijken...4 De mensenmenigte opende zich in het midden...5 Toen

Nadere informatie

Toespraak van Anouchka van Miltenburg, Voorzitter van de Tweede Kamer, bij de bijeenkomst van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945, op 14 augustus 2015 in de Tweede Kamer We dachten dat we na de capitulatie

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Henk Oostdam is fiscaal adviseur bij zijn eigen praktijk Tax Consult Network en is de vertrouwenspersoon van Tim Coronel en Peter Ouwehand

Henk Oostdam is fiscaal adviseur bij zijn eigen praktijk Tax Consult Network en is de vertrouwenspersoon van Tim Coronel en Peter Ouwehand Henk Oostdam is fiscaal bij zijn eigen praktijk Tax Consult Network en is de vertrouwenspersoon van Tim Coronel en Peter Ouwehand 30 RBA_Fiscale Opleidingen 2015-2016 30 mijn Henk Oostdam We kijken samen

Nadere informatie

Met een rugzakje vol info ga ik naar huis, veel gesprekken, leuke manier van middagvulling.

Met een rugzakje vol info ga ik naar huis, veel gesprekken, leuke manier van middagvulling. Leerzaam, leuk, nieuwe contacten opgedaan, nieuwe ideeën. Het open Space concept is geweldig. Met een rugzakje vol info ga ik naar huis, veel gesprekken, leuke manier van middagvulling. Ontspannen maar

Nadere informatie

Weerbaarheidsnieuws. Thema: duurzame inzetbaarheid. Nr. 17 NIEUWSBRIEF. Inhoudsopgave: Weerbaarheidsnieuws

Weerbaarheidsnieuws. Thema: duurzame inzetbaarheid. Nr. 17 NIEUWSBRIEF. Inhoudsopgave: Weerbaarheidsnieuws Programma Versterking Professionele Weerbaarheid NIEUWSBRIEF Nr. 17 juli 2015 Weerbaarheidsnieuws Eind 2015 stopt het programma. De onderzoek-portefeuille gaat over naar de Politieacademie. Tijdens het

Nadere informatie

Voorbeeldig onderwijs

Voorbeeldig onderwijs m a r i a va n de r hoe v e n Voorbeeldig onderwijs In de politieke arena wordt gedebatteerd over de vraag of het goed gaat met het Nederlandse onderwijs. Getuige het recente Oesorapport zijn we op onderdelen

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen. Actie, actie, actie. Proefschrift

Rijksuniversiteit Groningen. Actie, actie, actie. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen Actie, actie, actie De vakbeweging en de regio Noord-Nederland, 1960-1992 Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Ruimtelijke Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit

Nadere informatie

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE TAALWERKBLAD PARTICIPATIE aanpak coach cultuur deelnemen doel eigenschappen heden integreren kwaliteiten meedoen mentor nu plan samenleving toekomst vaardigheden verleden verwachtingen wensen DE WERKWOORDSTIJDEN

Nadere informatie

Appendices. Nederlandse samenvatting. Dankwoord. List of publications Bibliography Curriculum Vitae

Appendices. Nederlandse samenvatting. Dankwoord. List of publications Bibliography Curriculum Vitae Nederlandse samenvatting Appendices Dankwoord List of publications Bibliography Curriculum Vitae Mijn promoter, prof. dr. BFAM van der Laan. Beste Bernard, altijd heb ik prettig kunnen samenwerken met

Nadere informatie

Nederlandse Gedragswetenschappen Grote Kruistraat 2/1, 9712 TS Groningen. 1. Inleiding

Nederlandse Gedragswetenschappen Grote Kruistraat 2/1, 9712 TS Groningen. 1. Inleiding 1. Inleiding De geschiedenis van de Nederlandse psychologie, pedagogiek en onderwijskunde verdween uit de curricula van Nederlandse universiteiten en waardevol historisch materiaal gerelateerd aan deze

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004 Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004 tijdvak 2 woensdag 23 juni 9.00-11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-D Gebruik het bronnenboekje. Dit examen

Nadere informatie

Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3

Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3 Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3 ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Ervaringen en ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Jos de Kimpe Carlijn Nieuwenhuis FEBRUARI

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149

Rapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149 Rapport Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (het CBR) hem onheus heeft bejegend toen hij begin mei 2006

Nadere informatie

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7 De koude oorlog Jesse Klever Groep 7 1 Voorwoord Tijdens het maken van mijn spreekbeurt over Amerika kwam ik de Koude oorlog tegen. De koude oorlog leek mij een heel interessant onderwerp waar ik niet

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Ferenc Göndör IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 3 Mijn vader Lang geleden kwam een jonge, joodse man naar het land Hongarije. Mohr Goldklang was zijn naam. Dat was mijn opa. Mohr

Nadere informatie

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan! inleiding Voor al mijn kinderen schrijf ik hun ontwikkelingen op in een schrift. Ik schrijf op wanneer en hoelang ze sliepen, wat ze aten, hoe ze speelden en hoe we samen de dag doorbrachten. Dat lijkt

Nadere informatie

@ AB. Eigenaardig Mentorschap

@ AB. Eigenaardig Mentorschap @ AB Eigenaardig Mentorschap Als mentor moet je kunnen omgaan met al die eigenaardigheden van je leerlingen. Daarbij heb je ook je persoonlijke eigenaardigheden waarvan het prettig is als die een plek

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

2001 heden Opleider Inwendige Geneeskunde AMC 2005 heden Voorzitter Consilium Interne Geneeskunde

2001 heden Opleider Inwendige Geneeskunde AMC 2005 heden Voorzitter Consilium Interne Geneeskunde Toespraak ter gelegenheid van de uitreiking van een Koninklijke Onderscheiding, aan de heer professor doctor P. Speelman, op vrijdag 18 maart 2011, uitgesproken door de burgemeester van Soest, de heer

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Buddy worden, buddy zijn Informatie voor nieuwe buddy's

Buddy worden, buddy zijn Informatie voor nieuwe buddy's Buddy worden, buddy zijn Informatie voor nieuwe buddy's Buddyzorg Nijmegen e.o. Panovenlaan 1 6525 DZ Nijmegen Tel: 024-3297731 Fax: 024-3245558 Email: buddyzorg@nim.nl Buddy worden, buddy zijn Deze brochure

Nadere informatie

Jan de Laat OVERSTAG

Jan de Laat OVERSTAG Jan de Laat VERSTAG Colofon Eindredactie Joost Pool Redactie Boris Goddijn Vormgeving Pien Vermazeren Fotografie Boris Goddijn Beeldbewerking Pien Vermazeren Copyright en disclaimer Het overnemen van teksten

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/58879 Author: Gras, S. Title: Vrijplaats voor de kunsten : de Haagse Vrije Academie

Nadere informatie

EEN ZAMBIAANSE SPIEGEL

EEN ZAMBIAANSE SPIEGEL 26 EEN ZAMBIAANSE SPIEGEL Marike Spruyt - de Kloe / Willemieke Reijnoudt De grootste kracht van christelijk onderwijs is dat het bijdraagt aan karakterverandering. Op onze school komen kinderen uit arme

Nadere informatie

APOTHEKERS EN CHIRURGIJNS

APOTHEKERS EN CHIRURGIJNS APOTHEKERS EN CHIRURGIJNS GEZONDHEIDSZORG OP DE BENEDENWINDSE EILANDEN VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN IN DE NEGENTIENDE EEUW PROEFSCHRIFT) ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Rijksuniversiteit

Nadere informatie

HET VERHAAL VAN KATRIN

HET VERHAAL VAN KATRIN HET VERHAAL VAN KATRIN Katrin begon heroïne te gebruiken toen ze ongeveer 12 was. In het begin deed ze dat nog af en toe. We hadden er niet genoeg geld voor. Door een ingrijpende gebeurtenis ging ze steeds

Nadere informatie

SMO abonnement: 40,00 per kalenderjaar, omvat 6 smo-publicaties.

SMO abonnement: 40,00 per kalenderjaar, omvat 6 smo-publicaties. 1 Eindredactie: Tatiana van Lier en Ria Logtenberg Vormgeving: Max Beinema grafische vormgeving Druk: Hooiberg, Epe ISBN-10: 90-6962-225-4 ISBN-13: 978-90-6962-225-5 Bestelnummer: 0335 SMO-2006-1 Den Haag,

Nadere informatie

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot Leven met aandacht Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot w e g D e v a n F r a n c i s c u s 2 Leven met aandacht Inhoud 1 De weg van Franciscus 9 2 De oprichting van de congregatie

Nadere informatie

Voor de leeftijdscategorie 10 t/m 12 jaar werden de volgende boeken gelezen:

Voor de leeftijdscategorie 10 t/m 12 jaar werden de volgende boeken gelezen: Juryrapport van de Senaat namens de Nederlandse Kinderjury 2007 Bij deze 20 e editie van de Nederlandse Kinderjury verschijnt voor het tweede achtereenvolgende jaar een juryrapport. Dit juryrapport is

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo II

Eindexamen geschiedenis vwo II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen Vanaf de zomer van 1789 trokken veel Franse vluchtelingen naar Oostenrijk. 1p 1 Waarom vormde dit voor het Franse revolutionaire

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Toegankelijkheid van gezondheidszorg voor de Roma populatie in Gent

Toegankelijkheid van gezondheidszorg voor de Roma populatie in Gent Toegankelijkheid van gezondheidszorg voor de Roma populatie in Gent Een schets op basis van diepte-interviews met Roma en intermediairen Prof. dr. Sara Willems Onderzoeksgroep Equity in Health Care Vakgroep

Nadere informatie

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Welkom Pedagogische verwaarlozing anno 2013 Bron: Haren de Krant d.d. 22 april 2010 1 2 Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Vraagstelling n.a.v. twitterbericht d.d. 12-06-2013 van Chris Klomp

Nadere informatie

Neus correctie 2012. Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Neus correctie 2012. Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen Neus correctie 2012 Aanleiding Al een tijdje heb ik last van mijn neus. Als kind van een jaar of 5 kreeg ik een schep tegen mijn neus, wat er waarschijnlijk voor heeft gezorgd dat mijn neus brak. Als kind

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna

Nadere informatie

MALADAPTIVE SOCIAL BEHAVIOUR OF STUDENTS IN SECONDARY VOCATIONAL EDUCATION

MALADAPTIVE SOCIAL BEHAVIOUR OF STUDENTS IN SECONDARY VOCATIONAL EDUCATION MALADAPTIVE SOCIAL BEHAVIOUR OF STUDENTS IN SECONDARY VOCATIONAL EDUCATION PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden op gezag van de Rector Magnificus Dr. D. D. Breimer,

Nadere informatie

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Het Bruggenbouwers project wordt in de Zweedse stad Linköping aangeboden en is één van de succesvolle onderdelen van een groter project in die regio. Dit project is opgezet

Nadere informatie

NVAG 16012014 Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH

NVAG 16012014 Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH NVAG 16012014 Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH Slide 5 Ik ga u een stukje van mijn oratie laten zien, die ik op 11-12-13 heb uitgesproken. Voor degenen die daar ook waren,

Nadere informatie

Beste Janien, familie, vrienden, allen hier aanwezig, Het is goed om vanavond bijeen te zijn in deze Sint-Joriskerk.

Beste Janien, familie, vrienden, allen hier aanwezig, Het is goed om vanavond bijeen te zijn in deze Sint-Joriskerk. Beste Janien, familie, vrienden, allen hier aanwezig, Het is goed om vanavond bijeen te zijn in deze Sint-Joriskerk. We gedenken vanavond Ramón Smits Alvarez. We staan stil bij zijn leven, we staan stil

Nadere informatie

VOOR GOD, VOLK EN VADERLAND

VOOR GOD, VOLK EN VADERLAND VOOR GOD, VOLK EN VADERLAND Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van Dr. Hendrik Muller's Vaderlandsch Fonds, Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Van meedenken met naar beslissen voor

Van meedenken met naar beslissen voor Van meedenken met naar beslissen voor Morele problemen bij zorgbeslissingen van familieleden en mantelzorgers voor verminderd beslissingsvaardige ouderen in de thuissituatie Een onderzoek i.h.k.v. het

Nadere informatie

Met Intelligentie Natuurlijk iets Doen

Met Intelligentie Natuurlijk iets Doen Nieuwsbrief 11 Met Intelligentie Natuurlijk iets Doen Voorwoord Nieuwe fase MIN D Na diverse jaren van planontwikkeling en implementatie is het nu tijd voor een nieuwe fase, die van borging van het onderwijs

Nadere informatie

Ouderschap in Ontwikkeling

Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap

Nadere informatie

Verantwoording en dank

Verantwoording en dank 204 Zorg om mensen met dementie Verantwoording en dank Dit boek bouwt voort op de inzichten die ik heb verwoord in Dement: zo gek nog niet en verscheen eerder als Dementie dichterbij in de reeks Cahiers

Nadere informatie

4 Zijn heerlijke producten ook eerlijke producten?

4 Zijn heerlijke producten ook eerlijke producten? 4 Zijn heerlijke producten ook eerlijke producten? Deze zomer was ik op familiebezoek in Honduras. Geheel onverwacht liep ik er twee oude bekenden tegen het lijf. Ze stonden pardoes voor mijn neus. Ik

Nadere informatie

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Situatie John volgt een opleiding coaching. Hij wil dat vak dolgraag leren. Beschikt ook over de nodige bagage in het begeleiden van mensen, maar

Nadere informatie

NEDERLANDSE ONDERWIJSTELEVISIE, DE EERSTE JAREN

NEDERLANDSE ONDERWIJSTELEVISIE, DE EERSTE JAREN NEDERLANDSE ONDERWIJSTELEVISIE, DE EERSTE JAREN Tot medio 1965 was het gebruik van de onderwijsfilm en de onderwijsdia de belangrijkste audiovisuele vorm van onderwijs die er te bedenken was. Vaak samengeschoold

Nadere informatie

GBS 'Alt-Hoeselt' schoolwerkplan deel 3 : pedagogisch - didactische aspecten 1

GBS 'Alt-Hoeselt' schoolwerkplan deel 3 : pedagogisch - didactische aspecten 1 GBS 'Alt-Hoeselt' schoolwerkplan deel 3 : pedagogisch - didactische aspecten 1 Hoofdstuk 9. Pesten Pesten, wij willen er SAMEN iets aan doen! Inleiding In onze school zijn we reeds verschillende jaren

Nadere informatie

Onderzoek: Studiekeuze

Onderzoek: Studiekeuze Onderzoek: Studiekeuze Publicatiedatum: 31-01- 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 29 t/m 31 januari 2014, deden 712 scholieren en 1064 studenten mee. De uitslag van de peiling

Nadere informatie

september Linknieuws Inhoud OPENING -- KINDCENTRUM - Opening Kindcentrum - Nieuwe leerkracht voor de Taalgroep - Centrum Jeugd & Gezin op school

september Linknieuws Inhoud OPENING -- KINDCENTRUM - Opening Kindcentrum - Nieuwe leerkracht voor de Taalgroep - Centrum Jeugd & Gezin op school + OPENING -- KINDCENTRUM september Linknieuws Sinds twee jaar zijn wij samen met Peuterwerk de Schakel (SPO) en BSO de Nieuwe Link (de Schaepskooi) bezig met de ontwikkeling van een Kindcentrum. Dankzij

Nadere informatie

Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013.

Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013. Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013. Dames en heren, Wat fijn dat u vandaag bij ons bent. Ik heet u hartelijk welkom

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II DE INDUSTRIËLE SAMENLEVING IN NEDERLAND DE VERHOUDING MENS EN MILIEU + 1p 21 Geef één voorbeeld van aantasting van het milieu door menselijk ingrijpen in Nederland uit de periode vóór de Industriële Revolutie.

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Welkom, blij dat u er bent. Uit het feit dat u met zovelen bent gekomen maak

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2014-2015-2016

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2014-2015-2016 Schoolexamen derde leerjaar mavo (2014 2015) 1 SE1 De industriële samenleving in Nederland Het proces van industrialisatie heeft de Nederlandse samenleving ingrijpend veranderd vanaf het midden van de

Nadere informatie

Ontmoeting. gezondnu.nl

Ontmoeting. gezondnu.nl Ger van der Gaast (64) weet sinds 2010 dat hij de ziekte van Alzheimer heeft. Inmiddels woont hij in een verpleeghuis in Utrecht. Als voormalig docent verpleegkunde volgt Ger zijn eigen zorg kritisch.

Nadere informatie

Ergonomie van het zitten

Ergonomie van het zitten Ergonomie van het zitten In de oudheid was het een privilege om te mogen zitten, tegenwoordig is het in sommige beroepen eerder regel dan uitzondering en zitten we meer dan 8 uur per dag. Nog nooit heeft

Nadere informatie

PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen

PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen Door Annelies Verkest Verpleegkundig specialist Kliniek Sint-Jozef Pittem Inhoud van de presentatie 1. Totstandkoming 2.

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b Bijlage VMBO-KB 2012 tijdvak 2 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-12-2-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een beschrijving van een politieke stroming (rond 1870): Zij

Nadere informatie

Openingsgebeden INHOUD

Openingsgebeden INHOUD Openingsgebeden De schuldbelijdenis herzien Openingsgebeden algemeen Openingsgebeden voor kinderen Openingsgebeden voor jongeren INHOUD De schuldbelijdenis herzien De schuldbelijdenis heeft in de openingsritus

Nadere informatie