Loonbelasting Onderdeel Sociale verzekeringen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Loonbelasting Onderdeel Sociale verzekeringen"

Transcriptie

1 Handleiding Belastingrecht Onder redactie van: J.A.Rouwenhorst, directeur opleidingen belastingen Drs.R.Willemse, hoofdinspecteur belastingen Loonbelasting Onderdeel Sociale verzekeringen Fiscaal Studie-en Documentatiecentrum Hoofdweg GG LOENEN tel fax

2 Verantwoording Deze Handleiding is door de auteur(s) samengesteld op persoonlijke titel. Hij heeft dit met de grootst mogelijke zorg gedaan op basis van hetgeen thans bekend is betreffende de nieuwe wetgeving. Aan de inhoud van de Handleiding kunnen geen rechten worden ontleend. Auteursrechten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Fiscaal Studie- en Documentatiecentrum.

3 Financiering sociale verzekeringen LB 16-1 Hoofdstuk 16 Financiering sociale verzekeringen 16.1 Algemeen 16.2 Sociale zekerheid 16.3 De financiering van de sociale verzekeringen De volksverzekeringen 16.5 De werknemersverzekeringen 16.1 Algemeen In deze handleiding wordt ook aandacht besteed aan de heffing van de premies sociale verzekeringen. Zowel de volksverzekeringen als de werknemersverzekeringen komen hierbij aan bod. Reden om in deze handleiding aandacht aan de volksverzekeringen te besteden is dat de premies volksverzekeringen samen met de loonbelasting in één bedrag worden geheven, we spreken dan van de loonheffing. Zie in dit verband artikel 27b Wet LB. Omdat bij de werknemersverzekeringen de verschuldigde premies met toepassing van de heffingsregels van de loonheffing door de werkgever in één aangifte samen met de loonheffing worden afgedragen, besteden we in deze handleiding daar ook aandacht aan. Zie in dit verband artikel 27c Wet LB. In dezelfde aangifte wordt ook nog de verschuldigde bijdrage Zorgverzekeringswet afgedragen. De Zorgverzekeringswet komt het volgende hoofdstuk aan de orde. Zie in dit verband artikel 27d Wet LB. Het totaal van loonheffing, premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zorgverzekeringswet duiden we aan met de term loonheffingen. In alle gevallen is de Belastingdienst met de heffing van deze premies belast. Zie in dit verband artikel 57 Wfsv en artikel 48 Zvw. Voor wat de werknemersverzekeringen en bijdrage Zorgverzekeringswet betreft is dat met ingang van 2006 het geval. Over de jaren daaraan voorafgaand was het UWV bevoegd inzake de vaststelling van de verschuldigde premies werknemersverzekeringen. Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

4 LB Sociale zekerheid Het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is globaal te onderscheiden in de sociale voorzieningen en de sociale verzekeringen. De sociale voorzieningen, worden uit de algemene middelen gefinancierd. Bij de sociale voorzieningen gaat het om de garantie van een minimum bestaansniveau; een arbeidsverleden is daarbij niet relevant. De belangrijkste sociale voorzieningen zijn: de Participatiewet ( voorheen de Wet werk en bijstand,wwb) de Toeslagenwet (TW) de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). In dit verband gaan we hier niet verder op in. Bij de sociale verzekeringen gaat men uit van de verzekeringsgedachte. Door middel van heffing van premie van de premieplichtige vindt de financiering van de sociale verzekeringsuitkeringen plaats. Deelname aan deze sociale verzekeringen is in de regel verplicht. De sociale verzekeringen kunnen we onderscheiden in een drietal soorten: - de volksverzekeringen; - de werknemersverzekeringen; - de zorgverzekering ingevolge de Zorgverzekeringswet De financiering van de sociale verzekeringen De uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringen worden grotendeels gefinancierd uit premies die door de Belastingdienst worden geheven. Bij de bepaling of er wel of geen premies zijn verschuldigd is de onderstaande wetgeving/regelgeving van belang: de materiewetten (voor de kring van verzekerden) zoals de WW of AOW; sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

5 Financiering sociale verzekeringen LB 16-3 de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv), het Besluit Wfsv en de Regeling Wfsv; de fiscale wetgeving (AWR, LB, IB); in grensoverschrijdende situaties is Europese regelgeving en zijn verdragen inzake sociale zekerheid van belang. In dit hoofdstuk wordt slechts op hoofdlijnen aandacht besteed aan de materiewetten. Zij komen hierbij alleen aan de orde voor zover van belang voor het vaststellen van de verzekeringsplicht. Met ingang van 2006 is de financiering(heffing) van de volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen geregeld in de Wet Financiering Sociale Verzekeringen (Wfsv). Voorheen werd de heffing van de volksverzekeringen afzonderlijk geregeld in de Wet Financiering Volksverzekeringen en de heffing van de werknemersverzekeringen in de Coördinatiewet Sociale verzekeringen. Beide wetten zijn ingetrokken. Wfsv De Wfsv heeft betrekking op de sociale verzekeringen die in art. 2 Wfsv zijn genoemd, de volksverzekeringen, de werknemersverzekeringen, de vrijwillige volksverzekeringen en de vrijwillige werknemersverzekeringen. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. volksverzekeringen: de verplichte verzekeringen op grond van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Wet langdurige zorg; b. vrijwillige volksverzekeringen: de vrijwillige verzekeringen op grond van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene nabestaandenwet; c. werknemersverzekeringen: de verplichte verzekeringen op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; d. vrijwillige werknemersverzekeringen: de vrijwillige verzekeringen op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De Zorgverzekeringswet De Zorgverzekeringswet wordt hier uitdrukkelijk niet genoemd. Ingeval bepalingen van de Wfsv van toepassing zijn op de heffing van de bijdragen in het kader van de Zorgverzekeringswet dan zal dat dus afzonderlijk via een schakelbepaling moeten worden geregeld. De Zorgverzekeringswet wordt dan ook afzonderlijk in hoofdstuk 17 behandeld. Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

6 LB 16-4 Begrippenkader In hoofdstuk 1 van de Wfsv ( art. 1) wordt een afzonderlijk voor de heffing van de premies volks- en werknemersverzekeringen geldend begrippenkader vastgesteld. In een aantal gevallen worden begrippen uit de Wet LB c.q. de Wet IB of een materiewet overgenomen. Zoals bijvoorbeeld het begrip loontijdvak in artikel 1, onderdeel u van de Wfsv. Alle regels die gelden voor de heffing van de premies volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen zijn in de Wfsv opgenomen. In hoofdstuk 2 van de Wfsv wordt de financiering van de volksverzekeringen behandeld. In hoofdstuk 3 komt de financiering van de werknemersverzekeringen aan de orde De Volksverzekeringen In hoofdstuk 1 kwam reeds aan de orde dat de loonbelasting en de premie volksverzekeringen in één bedrag worden geheven, de loonheffing. In dit hoofdstuk wordt in het kort ingegaan op de volksverzekeringen. Volksverzekeringen zijn: - de Algemene Ouderdomswet; - de Algemene nabestaandenwet; - de Wet langdurige zorg; - de Algemene kinderbijslagwet, hiervoor wordt echter geen premie geheven. Om die reden wordt deze wet hier verder niet behandeld. De verzekerde Voor de volksverzekeringen zijn in beginsel alle ingezetenen verzekerd. Een ingezetene is iemand die in Nederland woont. Het al dan niet wonen in Nederland wordt beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden (het centrum van het economische en maatschappelijke leven). Iemand wordt ook als woonachtig in Nederland beschouwd als hij met de bedoeling om buiten Nederland te gaan wonen Nederland heeft verlaten en zonder elders een vaste woonplaats te hebben gehad binnen een jaar terugkomt met de bedoeling in Nederland te gaan wonen. Zie art. 3, lid 3, AOW. Hierop bestaan twee uitzonderingen: sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

7 Financiering sociale verzekeringen LB 16-5 a. degene die niet in Nederland woont maar hier te lande aan de loonbelasting is onderworpen in verband met in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid is toch verzekerd voor de volksverzekeringen; gedacht moet worden aan bijvoorbeeld de grensarbeider (art. 6, lid 1, onderdeel b, AOW); b. degene die als vreemdeling geen rechtmatig verblijf in Nederland houdt in de zin van de Vreemdelingenwet, is niet verzekerd. art. 6, lid 2, AOW); Ad a. Onderworpen zijn houdt in dat niet van belang of daadwerkelijk loonbelasting verschuldigd is of betaald wordt. Het begrip dienstbetrekking houdt in dit verband een echte civielrechtelijke dienstbetrekking in. De fictieve dienstbetrekkingen in de loonbelasting zijn voor de toepassing van dit artikel hiermee dus niet gelijkgesteld. Voorbeeld Een in Duitsland wonende commissaris van een in Nederland gevestigde BV is belastingplichtig in Nederland. Hier is sprake van een fictieve dienstbetrekking, zie art. 3, lid 1 onderdeel g LB. Op grond van art. 2 lid 1 LB is hij werknemer voor de loonbelasting. De uitzondering van art. 2, leden 3 t/m 5 LB is hier niet van toepassing. Hij is werknemer voor de loonbelasting. De commissaris is echter niet in civielrechtelijke dienstbetrekking werkzaam. Art. 6, lid 1, onderdeel b, AOW is hier dus niet van toepassing. Hij is daarom niet verzekerd in Nederland. In een onderschrift van de staatsecretaris van Financiën met deze op dat onder 'in dienstbetrekking verrichte arbeid' in art. 6, lid 1, onderdeel b, AOW, niet mede vroeger verrichte arbeid mag worden verstaan(vn 1999/37.1.5, ECLI:NL: GHAMS:1999:AA8084) Als men als niet ingezetene onder de Nederlandse loonbelasting valt omdat men loon uit vroegere dienstbetrekking geniet van een Nederlandse inhoudingsplichtige ter zake van vroeger in Nederland verrichte arbeid, is men dus niet verzekerd op grond van dit artikel. BUB Voorts kan bij algemene maatregel van bestuur uitbreiding of beperking aan deze kring van verzekerden worden gegeven: het Besluit Uitbreiding en Beperking van de kring van verzekerden voor de Volksverzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

8 LB 16-6 Voorbeelden hiervan zijn: Uitbreiding: Nederlandse ambtenaren en hun gezinsleden die in het buitenland verblijven blijven onder voorwaarden verzekerd (art. 2 BUB 99); Beperking: in Nederland wonende personen die voor een periode van 3 aaneengesloten maanden uitsluitend arbeid buiten Nederland verrichten en dit niet doen uitsluitend uit hoofde van een in Nederland gevestigde werkgever zijn gedurende die periode niet verzekerd (art. 12 BUB 99). Tot slot is het mogelijk dat op grond van regels van internationaal verzekeringsrecht in afwijking van de bovengenoemde wettelijke regels personen wel respectievelijk niet als verzekerde worden aangemerkt. Een voorbeeld hiervan zijn de aanwijsregels van de E.E.G.- verordening inzake sociale zekerheid (Vo. 1408/71 t/m 2009 met ingang van 2010 Vo. 883/2004). Deze verordening regelt bij grensoverschrijdende arbeid binnen de EEG en EER plus Zwitserland in welke van deze staten de werknemer is verzekerd voor de sociale verzekeringen. Verplichte verzekering Voor de AOW is men tot het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (art. 6, 7 en 7a AOW) verplicht verzekerd. Voor de Wet langdurige zorg ( WLZ) en de ANW is men ook na de pensioengerechtigde leeftijd verplicht verzekerd. Zie in dit verband artikel Wlz. Premieplicht De hoofdregel voor de premieplicht is dat elke (verplicht) verzekerde premieplichtig is. (art. 6 Wfsv). Voor de AOW en is men echter niet meer premieplichtig met ingang van de eerste dag van de maand waarin men de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Dit is geregeld in art. 10, lid 2 Wfsv. Premieheffing De premieheffing van de volksverzekeringen wordt door de Belastingdienst verricht (art. 57 Wfsv). De premies AOW, ANW, en WLZ worden geheven door inhouding op het loon bij degenen die onder de loonheffing vallen. In dat geval wordt de verschuldigde premie in één bedrag of in één percentage geheven. Hierbij gelden de heffingsregels van de loonbelasting. De premies vormen samen met de loonbelasting de loonheffing en zijn opgenomen de loonbelastingtabellen. (art. 27b, lid 1 LB en art. 58, lid 2 Wfsv ) Niet-loonbelastingplichtigen betalen de premies door middel van een sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

9 Financiering sociale verzekeringen LB 16-7 aanslag inkomensheffing. De premie volksverzekeringen worden in de aanslagsfeer samen met de inkomstenbelasting in één bedrag geheven, de zogenoemde inkomensheffing (art. 9.1, lid 3 IB en art. 58, lid 1 Wfsv). De bij inhouding geheven premies zijn verrekenbaar met de uiteindelijk op aanslag verschuldigde premies. Gemoedsbezwaarden Wanneer iemand uit geloofsovertuiging gemoedsbezwaren heeft tegen één of meer volksverzekeringen kan bij de SVB een verzoek worden gedaan om te worden erkend als gemoedsbezwaarde. De erkenning heeft tot gevolg dat in plaats van premie volksverzekeringen, premievervangende belasting wordt betaald. Maatstaf van heffing De premie wordt geheven over het premieinkomen van de premieplichtige (art. 7 Wfsv). Wat onder premie- inkomen moet worden verstaan wordt geregeld in art. 8 Wfsv. Voor de aanslagsfeer wordt aangesloten bij het belastbare inkomen uit werk en woning voor de inkomstenbelasting. Voor de inhoudingsfeer wordt aangesloten bij het belastbare loon in de zin van de wet LB met uitzondering van het eindheffingsloon genoemd in van art. 31, lid 1 onderdeel d t/m g LB. Artiesten. Artiesten zijn geen werknemers in de zin van de Wet LB. Zij vallen onder de loonheffing op grond van een afzonderlijke bepaling, art. 5a LB. Voor hen geldt een bijzondere regeling voor de heffing van loonbelasting. In de inhoudingsfeer wordt een proportioneel percentage geheven. Dit geldt ongeacht de leeftijd van de betrokken artiest. Premies volksverzekeringen zitten daar niet in. (art. 58, lid 3, Wfsv). Bij de heffing van inkomstenbelasting wordt van artiesten premie geheven. Maximaal Premie-inkomen Het premie-inkomen wordt slechts tot en met de tweede schijf van het schijventarief voor de inkomstenbelasting in aanmerking genomen. Over het deel van het belastbare inkomen wat in de derde schijf komt worden dus geen premies meer geheven. Voor 2016 is het maximale premie-inkomen per kalenderjaar. Voor personen geboren voor 1 januari 1946 geldt als maximum (art. 8, lid 3 Wfsv). Voor de inhoudingsfeer zijn deze bedragen in de loonbelastingtabellen verwerkt. Heffingskorting Net als bij de loonbelasting en inkomstenbelasting, wordt bij de berekening van de verschuldigde premies volksverzekeringen ook een heffingskorting in aanmerking genomen (art 9 Wfsv). In art. 12 Wfsv is geregeld hoeveel heffingskorting in aanmerking wordt genomen. In hoofdstuk 8 van de wet IB is geregeld welk deel Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

10 LB 16-8 van de heffingskorting dat voor de gezamenlijke heffing van IB en premies van toepassing is, wordt toegerekend aan de verschuldigde premies. Uitgangspunt hierbij is dat indien men voor alle volksverzekeringswetten is verzekerd men het maximale premiedeel van de heffingskorting bepaald in de wet IB kan genieten. Men heeft een evenredig deel van de heffingskorting per afzonderlijke volksverzekering (AOW, ANW, WLZ) vastgesteld. Dit geldt ook voor de inhoudingsfeer. Personen die bijvoorbeeld alleen voor de WLZ in Nederland zijn verzekerd, genieten dan voor de berekening van de verschuldigde WLZ slechts een evenredig deel van de heffingskorting. Hierna ziet u wat maximaal verschuldigd is ( in percentages) aan de loonbelasting en premie volksverzekeringen over 2016 (vóór vermindering van de heffingskortingen): Schijventarief loonbelasting/premie volksverzekeringen 2016 Schijf Loon op jaarbasis < AOW-leeftijd > AOW-leeftijd, ge geboren 1946 of later 1 0 t/m ,55% 18,65% t/m ,20% 22,30% t/m % 40.20% of meer 52,00% 52,00% Voor werknemers met de AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder, gelden andere tariefschijven: Schijf Loon op jaarbasis > AOW-leeftijd en ouder, geboren 1945 of eerder 1 0 t/m ,65% t/m ,30% t/m ,20% of meer 52,00% Het tarief in de 3e en 4e schijf bestaat volledig uit loonbelasting. Het tarief van de 1e en 2e schijf is als volgt samengesteld: Schijf Premiesoort Jonger dan AOW-leeftijd > AOWleeftijd 1 premie AOW 17,90% -- premie Anw 0,60% 0,60% premie Wlz 9,65% 9,65% loonbelasting 8,40% 8,40% totaal 36,55% 18,65% sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

11 Financiering sociale verzekeringen LB premie AOW 17,90% -- premie Anw 0,60% 0,60% premie Wlz 9,65% 9,65% loonbelasting 12,05% 12,05% totaal 40,20% 22,30% De verschuldigde premie wordt vervolgens verminderd met het AOW-, Anw- en AWBZ-deel van de heffingskorting.. Zie ook hoofdstuk 8 ( Heffingskorting) van de Wet IB In situaties waarbij slechts in een deel van het jaar verzekeringsplicht bestaat gelden bijzondere regels. In dit verband gaan we daar niet op in De werknemersverzekeringen Naast de volksverzekeringen spelen de werknemersverzekeringen een belangrijke rol in het stelsel van sociale zekerheid dat Nederland kent. Werknemersverzekeringen zijn ingevolge art. 2, onderdeel c Wfsv: - Werkloosheidswet (WW); - Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO); - Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA); - Ziektewet (ZW). In het kader van de financiering van de werknemersverzekeringen komt de Wet Arbeid en zorg (WAZO) hier niet aan de orde omdat hiervoor geen afzonderlijke premie wordt geheven. De financiering van de werknemersverzekeringen De uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringen worden grotendeels gefinancierd uit premies die door de Belastingdienst van de werkgever worden geheven. De werkgever is hier de premieplichtige. De werkgever mag in één geval een deel van deze premie op de werknemer verhalen ( zie artikel 34, lid 2 Wfsv). Deze premies komen in afzonderlijke fondsen/kassen terecht die voor de financiering van de uitkeringen waarvoor de premie wordt geheven speciaal in het leven zijn geroepen. De premies worden per fonds afzonderlijk geheven. De volgende fondsen zijn er: Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

12 LB Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf), - Sectorfondsen per sector - Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) - Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) - Gedifferentieerde premiewerkhervattingskas (Whk). Achtereenvolgens horen daar de volgende premies werknemersverzekeringen bij: - premie WW-Awf - sectorpremie - Ufo-premie - basispremie WAO/IVA/WGA - gedifferentieerde premie Whk Zie in dit verband ook hoofdstuk 3, de afdelingen 2, 3 en 4 omtrent de financiering van deze fondsen en kas. Per fonds/kas wordt telkens geregeld in die afdelingen; - welke financiële middelen te gunste daarvan komen ( o.a. de bettreffende premies); - wie premieplichtig is ( de werkgever); - wat de maatstaf van heffing is (het premieloon in d zin van artikel 16 Wfsv); - en wat het tarief is. Elke fonds wordt gebruikt voor specifiek in de Wet financiering sociale verzekeringen omschreven uitkeringen. In dit verband gaan we hier niet verder op in. De werknemersverzekeringen kennen een aantal bijzondere premieregimes gericht op het beïnvloeden van het gedrag van vooral de werkgever. Daarmee wordt beoogd het beroep op de werknemersverzekeringen te verminderen en de veroorzakers van de uitkeringslasten extra te laten betalen. We noemen dit premiedifferentiatie. We komen hier nog uitgebreid op terug. Quotumheffing Een nieuwe vorm van differentiatie en naast de hiervoor opgesomde premies werknemersverzekeringen betreft de invoering van de zogenaamde Quotumheffing. Als werkgevers niet voor genoeg extra banen voor arbeidsbeperkten zorgen, gaat de quotumheffing in. Dit be- sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

13 Financiering sociale verzekeringen LB tekent dat werkgevers die zich niet aan de banenafspraak houden, gaan betalen voor niet opgevulde werkplekken door zogenaamde arbeidsbeperkten. Dit geldt voor werkgevers met meer dan 25 medewerkers. Het kabinet controleert ieder jaar of werkgevers voor genoeg extra banen zorgen. In 2016 gaat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kijken of de afgesproken aantallen voor 2015 zijn gehaald. Indien deze quotumeffing daadwerkelijk wordt ingevoerd komt deze ten gunste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Let op! De wetgevingsteksten met betrekking tot de Quotumheffing zijn weliswaar al gepubliceerd maar de inwerkingtreding nog bij Koninklijk Besluit moet nog nader worden vastgesteld, Zie o.a. hoofdstuk 3, afdeling 4. paragraaf 4a Quotumheffing van de Wfsv en artikel 122n Wfsv ( Geleidelijke invoering quotumheffing ). De Quotumheffing kan op zijn vroegst ingaan per 1 januari 2017 en de feitelijke heffing kan, gegeven de wijze specifieke wijze van deze (Quotum)heffing, ook in dat geval pas voor het eerst in 2018 plaatsvinden. Bij de bepaling of er wel of geen premies werknemersverzekeringen zijn verschuldigd is de onderstaande wetgeving/regelgeving van belang: de materiewetten (voor de kring van verzekerden) zoals de WW of WIA: de Wet financiering sociale verzekeringen(wfsv), het Besluit Wfsv en de Regeling Wfsv. de fiscale wetgeving (AWR, LB, IB) in grensoverschrijdende situaties: de Europese regelgeving en verdragen inzake sociale zekerheid. In dit hoofdstuk wordt geen aandacht besteed aan de materiewetten. Zij komen hierbij alleen aan de orde voor zover van belang voor de heffing van de premies. Er wordt wel een summier overzicht gegeven van de diverse wetten. De financiering (heffing) van de sociale verzekeringen is geregeld in de Wet Financiering Sociale Verzekeringen (Wfsv). Voor 2006 werd de heffing van de volksverzekeringen en van de werknemersverze- Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

14 LB keringen afzonderlijk geregeld in de Wet Financiering Volksverzekeringen en. de Coördinatiewet Sociale verzekeringen. Beide wetten zijn ingetrokken. Een kort overzicht van de werknemersverzekeringen Ziektewet Het doel van de ziektewet is de werknemers, en degenen die daarmee zijn gelijkgesteld, te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen van kortstondige ziekte, ongevallen en gebreken. Loondoorbetaling bij ziekte Op grond van art. 7:629 BW is de werkgever verplicht om de zieke werknemer gedurende maximaal 104 weken tenminste 70% van het op basis van art BW vastgestelde laatste loon door te betalen, met als absoluut minimum het minimumloon voor het eerste ziektejaar. De eventuele toegang tot de WIA vindt na twee jaar plaats. Ziektewetuitkering De Ziektewet geldt bijvoorbeeld voor mensen die geen werkgever (meer) hebben die verplicht is het loon bij ziekte door te betalen, zoals flexwerkers en uitzendkrachten. Ook kan een uitkering ziekengeld worden ontvangen als de werknemer ziek is als gevolg van zwangerschap en bevalling. Dit geldt voor alle werknemers, dus ook voor de groep die bij normale ziekte recht heeft op loondoorbetaling. Het ziekengeld bedraagt afhankelijk van de situatie ten minste 70% of 100 % van het dagloon (aan een maximum gebonden). De maximumduur van een uitkering volgens de Ziektewet is twee jaar. Degenen die niet in een civielrechtelijke dienstbetrekking werkzaam zijn maar wier rechtsverhouding toch als dienstbetrekking wordt aangemerkt, zoals de aannemer van werk van art. 3, lid 1, onderdeel a LB kunnen geen aanspraak maken op loondoorbetaling bij ziekte. Zij ontvangen bij kortdurende arbeidsongeschiktheid ziekengeld. Zij krijgen vanaf dat moment ziekengeld van de uitvoeringsinstelling UWV. Ook de (ex) werknemer die binnen vier weken nadat de verzekering voor de Ziektewet was beëindigd (bijvoorbeeld door ontslag) kan nog recht hebben op een uitkering op grond van de Ziektewet. Deze situatie wordt ook wel nawerking genoemd. De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) Het doel van deze wet is de werknemers die vóór 1 januari 2004 sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

15 Financiering sociale verzekeringen LB langdurig arbeidsongeschikt zijn geworden, en degenen die daarmee zijn gelijkgesteld, te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. Werknemers die langer dan 104 weken door ziekte of invaliditeit voor ten minste 15% arbeidsongeschikt zijn krijgen na afloop van de Ziektewetperiode recht op een WAO-uitkering. De WAO-uitkering bedraagt een percentage van het dagloon. Het percentage is onder meer afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en het arbeidsverleden.de duur van de uitkeringen is leeftijdsafhankelijk. De uitkeringen eindigen uiterlijk bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 7a, lid 1, AOW. De WAO is echter met ingang van 2006 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Werknemers die vóór 1 januari 2004 ziek zijn geworden, vallen nog onder de bepalingen van de WAO. Werknemers die ziek zijn geworden na 1 januari 2004, vallen onder het regime van de WIA. De WAO-uitkeringen worden uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds betaald. Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De werknemer die ziek is geworden op of na 1 januari 2004 valt niet meer onder de WAO maar onder de WIA. Na twee jaar ziekte stelt UWV de mate van arbeids(on)geschiktheid vast. Het verschil tussen het oude loon en hetgeen theoretisch nog verdiend kan worden ondanks de beperkingen als gevolg van de ziekte, is het loonverlies. Wie minder dan 35% loonverlies lijdt, is niet arbeidsongeschikt en blijft in beginsel in dienst van de werkgever. Wie tenminste 35% arbeidsbeperkt is krijgt een WGA-uitkering (Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten) De WGA uitkering ontvangt de volledig arbeidsongeschikte werknemer (>80%) met uitzicht op herstel en de persoon die een mate van arbeidsongeschiktheid heeft tussen de 35% en 80%. Bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid volgt na de twee jaar ziekte een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten). De regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten verstrekt een uitkering aan de volledig en duurzaam arbeidsongeschikte werknemer of ambtenaar. Bij deze groep bestaat niet de verwachting dat er herstel optreedt. Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

16 LB De Werkloosheidswet (WW) Het doel van deze wet is de werknemers, en degenen die daarmee zijn gelijkgesteld, te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid. De WW geeft in geval van onvrijwillige werkloosheid recht op een uitkering ter grootte van 75% resp. 70% van het dagloon. Het kabinet heeft de maximale duur van de WW teruggebracht. Ook heeft het kabinet de opbouw van WW-rechten aangepast. Aanpassing duur WW Vanaf 1 januari 2016 wordt de maximale duur van de publieke WWuitkering stapje voor stapje teruggebracht. Dit gebeurt met 1 maand per kwartaal. Vanaf 2019 is de maximale WW-uitkering dan nog maximaal 2 jaar. De hoogte van de WW-uitkering in deze periode is gekoppeld aan het laatstverdiende loon. Mensen die na 1 januari 2016 een WW-uitkering ontvangen, krijgen met deze maatregel te maken. Aanpassing opbouw WW Sinds 1 januari 2016 is de opbouw van WW-rechten aangepast. Werknemers bouwen in de eerste 10 jaar van hun loopbaan per gewerkt jaar 1 maand WW-recht op. Daarna bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand op. WW-rechten die u al heeft opgebouwd voor 1 januari 2016 blijven tellen voor 1 maand. Berekening hoogte WW-uitkering Nadat een WW-uitkering is aangevraagd, stelt UWV vast hoe hoog de uitkering zal zijn. De basis daarvoor is het dagloon. Sinds 1 juli 2015 wordt het WW-dagloon berekend door het totale loon dat een werknemer in de referteperiode heeft verdiend te delen door 261. Als een werknemer in 1 of meer kalendermaanden binnen die periode niet heeft gewerkt, zal daardoor het dagloon lager zijn dan voor 1 juli Met het nieuwe Dagloonbesluit wordt dit verlagende effect op het dagloon gerepareerd. Inkomensverrekening De WW-uitkering vult het inkomen aan als wordt gewerkt voor een sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

17 Financiering sociale verzekeringen LB lager inkomen dan uw WW-maandloon. De hoogte van de WWuitkering wordt vastgesteld door de inkomsten te verrekenen. Indien meer wordt verdiend dan 87,5 % van het WW-maandloon? Dan stopt de WW-uitkering. De inkomensverrekening geldt niet voor mensen die al voor 1 juli 2015 een WW-uitkering hadden. Passende arbeid Na een half jaar WW-uitkering wordt alle arbeid als passend gezien. Dit betekent dat het niveau of salaris van een baan geen belemmering meer mag zijn om die baan te accepteren of daarop te solliciteren. De maatregel geldt niet voor mensen die al voor 1 juli 2015 een WWuitkering ontvingen. Tabel veranderingen WW Hoe was het? (Publieke) duur: maximaal 38 maanden Hoogte: 2 maanden 75% en daarna 70% dagloon Opbouw: 1 jaar arbeidsverleden = 1 maand WW Na 1 jaar is alle arbeid passend Urenverrekening en na 1 jaar inkomensverrekening Hoe is het nu? Wordt stap voor stap verminderd, zodat de WW in 2019 maximaal 24 maanden duurt Blijft gelijk, dus: 2 maanden 75% en daarna 70% dagloon 1e 10 jaar: 1 jaar = 1 maand WW en daarna elk jaar arbeidsverleden = ½ maand WW Na ½ jaar is alle arbeid passend Inkomensverrekening vanaf 1e WW-dag Wet werk en zekerheid De maatregelen zijn een onderdeel van de Wet Werk en zekerheid. Niet alle nieuwe regels gaan gelden voor mensen die al voor 1 juli 2015 een WW-uitkering hebben. Een werkloze werknemer ontvangt gedurende kortstondige arbeidsongeschiktheid een uitkering op grond van de Ziektewet. Deze uitkering is het UWV verschuldigd. Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

18 LB Daarnaast voorziet de WW in overname van de loonbetalingsverplichting van een werkgever die door faillissement of anderszins de lonen niet meer kan betalen. In hoofdstuk IV van de WW is geregeld dat de werknemer onder bepaalde omstandigheden jegens het UWV aanspraak kan maken op overneming van betalingsverplichtingen van de werkgever. Verzekeringsplicht Bij de werknemersverzekeringen is sprake van verzekeringsplicht. Men is al of niet van rechtswege verzekerd. De verzekeringsplicht voor de diverse werknemersverzekeringen is per afzonderlijke (materie)wet geregeld. In iedere wet is de kring van de verzekerden bepaald. Er zijn echter zodanige overeenkomsten dat in zijn algemeenheid over verzekeringsplicht ingevolge de werknemersverzekeringen kan worden gesproken. Gevallen waarin niet voor alle werknemersverzekeringen verzekeringsplicht bestaat zijn een uitzondering en zullen - indien van belang - hier afzonderlijk worden behandeld. Welke arbeidsverhoudingen verzekerd dienen te zijn voor de werknemersverzekeringen is een beleidsmatige vraag. Zo is ook de keus gemaakt aan de verzekeringsplicht een leeftijdsgrens te stellen. De wetgever heeft het bijvoorbeeld niet noodzakelijk geacht om de commissaris, die ingevolge art. 3, lid 1, onderdeel g LB wel werknemer voor de loonbelasting is, als verzekerd voor de werknemersverzekeringen aan te merken. Vanaf 1 mei zijn commissarissen overigens niet meer verplicht in fictieve dienstbetrekking voor de Wet LB. De werkgever kan nog wel samen met de commissaris kiezen voor een fictieve dienstbetrekking (opting-in). Deze aanpassing loopt vooruit op een voorgestelde wetswijziging per 1 januari 2017 waarmee de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen wordt afgeschaft. Werknemer Ingevolge de werknemersverzekeringen is verzekerd de werknemer. In elke afzonderlijke wet is dit begrip opnieuw gedefinieerd: Ziektewet: art. 3, lid 1. Werknemer is de natuurlijke persoon die in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat. WIA: art. 8, lid 1.Werknemer is de werknemer in de zin van de Ziektewet ( ). sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

19 Financiering sociale verzekeringen LB WW: art. 3,lid 1. Werknemer is de natuurlijke persoon, jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat. WAO: art. 3. lid 1. Werknemer is de natuurlijke persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt en die in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat. Let op! Met ingang van 1 januari 2016 geldt voor werknemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt het volgende: De werknemer is verzekerd voor de ZW, als hij verzekerd was voor de werknemersverzekeringen. - Hiervoor hoeft de werkgever geen premies te betalen. Wordt de werknemer ziek, dan is de werkgever verplicht om de eerste 13 weken het loon door te betalen. Vanaf de maand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt, bestaat geen recht meer op premiekorting. In of via deze wetten zijn ook een aantal arbeidsrelaties bij fictie als dienstbetrekking aangemerkt. Dit zijn vrijwel dezelfde ficties als die in art 3 en 4 van de wet LB zijn opgenomen. Het beoordelen van de verzekeringsplicht is een verplichting van de werkgever. De VAR verklaring De VAR verklaring is onder meer via art. 6, lid 1, onderdeel e WAO ook van toepassing voor de werknemersverzekeringen. In dat artikel wordt geregeld dat er geen sprake is van een dienstbetrekking wanneer op de opdrachtgever art. 6a LB van toepassing is. De VAR is per 1 mei 2016 afgeschaft. Opdrachtnemers kunnen dan geen VAR meer aanvragen. In plaats van een VAR kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers modelovereenkomsten gebruiken. In plaats van een VAR biedt een modelovereenkomst opdrachtgevers in veel gevallen en onder nadere voorwaarden duidelijkheid en zekerheid. Als gewerkt wordt volgens de (model)overeenkomst, is er dan geen sprake van loondienst en hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen in te houden en te betalen. De opdrachtnemer is dan niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen (WW, ZW en WIA). Bij werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid bestaat dan ook geen uitkering. Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

20 LB De vrijwilligersregeling De vrijwilligersregeling zoals die is opgenomen in art. 2, lid 6 LB is ook voor de werknemersverzekeringen van toepassing. Beschikking verzekeringsplicht Ingevolge art. 59, lid 3 Wfsv kan de werkgever de inspecteur vragen om een beschikking verzekeringsplicht. Deze beschikking kan door zowel door de werknemer als door de werkgever worden aangevraagd. De werknemer richt zijn verzoek aan het UWV. Het UWV is dan verplicht dit aan de belastingdienst te melden. Het begrip werknemer is zonder meer vergelijkbaar met het begrip werknemer in de loonbelasting. Er zijn zoals reeds aangegeven, wel enkele verschillen. Verschillen tussen het werknemerschap voor de loonbelasting en de verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen Voor de werknemersverzekeringen zijn personen die in civielrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking werkzaam zijn, verzekerd. Ook personen waarvan de arbeidsverhouding fiscaal als een fictieve dienstbetrekking wordt aangemerkt zijn in de meeste gevallen verzekerd. De art. 4 en 5 Ziektewet regelen deze arbeidsrelaties. Een en ander is nader uitgewerkt in het Besluit aanwijzing gevallen waarin arbeidsverhouding als dienstbetrekking wordt beschouwd (Rariteitenbesluit (Stb. 1986, 655). Onderstaand komen de belangrijkste verschillen aan de orde: - Werknemers ouder dan de pensioengerechtigde leeftijd Werknemers zijn tot hun pensioengerechtigde leeftijd verzekerd. Voor de loonheffing wordt dit onderscheid niet gemaakt. Let op! Met ingang van 1 januari 2016 geldt voor werknemers die de AOWleeftijd hebben bereikt dat deze verzekerd blijft voor de ZW, als hij verzekerd was voor de werknemersverzekeringen. - Stagiaires sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

21 Financiering sociale verzekeringen LB Het gaat hier om personen die geen civielrechtelijke dienstbetrekking zijn aangegaan. Zij zijn niet verzekerd voor de WW. Stagiaires die alleen een kostenvergoeding ontvangen gebaseerd op de werkelijke kosten zijn ook niet verzekerd voor de WAO/WIA. Ingeval een vergoeding wordt ontvangen die hoger is dan de werkelijke kosten, dan bestaat verzekeringsplicht voor de ZW. - Deelvissers Dit zijn de zogenaamde maatschapvissers. Hun arbeidsverhouding is geen dienstbetrekking voor de loonheffing maar wel voor de werknemersverzekeringen. - Opting in De mogelijkheid om als werknemer te worden aangemerkt ingevolge art. 4, onderdeel f LB bestaat niet voor de werknemersverzekeringen. - Commissarissen Commissarissen zijn werkzaam in fictieve dienstbetrekking bij het lichaam waar ze commissaris van zijn. Zie art 3, lid 1, onderdeel g LB. Dit geldt echter niet voor de werknemersverzekeringen. Vanaf 1 mei zijn commissarissen overigens niet meer verplicht in fictieve dienstbetrekking voor de Wet LB. De werkgever kan nog wel samen met de commissaris kiezen voor een fictieve dienstbetrekking (opting-in). Deze aanpassing loopt vooruit op een voorgestelde wetswijziging per 1 januari 2017 waarmee de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen wordt afgeschaft. - Wethouders en gedeputeerden. Wethouders en leden van Gedeputeerde Staten zijn ambtenaar door een publiekrechtelijke aanstelling en daarom werknemer voor de loonheffing. Dit is echter niet het geval voor de werknemersverzekeringen. Bij de invoering van het zogenoemde duale stelsel zijn Wethouders en leden van Gedeputeerde Staten niet meer aan te merken als gekozen vertegenwoordigers zoals leden van Provinciale Staten en leden van de Gemeenteraad. - Aanmerkelijk belang houders. Voor de loonheffing is de AB-houder die niet reeds in echte dienstbetrekking staat bij de BV waarin hij het aanmerkelijk be- Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

22 LB lang heeft en die werkzaamheden verricht voor die BV, in fictieve dienstbetrekking. Zie art. 4, onderdeel d LB en art. 2h Uitv. besl. LB. Voor de werknemersverzekeringen geldt dit echter niet. - Directeur-grootaandeelhouder (DGA) Voor de loonbelasting is de DGA, afhankelijk van de vraag of hij als AB-houder een feitelijk salaris ontvangt van zijn BV, in een civielrechtelijke dienstbetrekking werkzaam. Ingeval hij ingevolge art. 12a LB uitsluitend een fictief salaris geniet, is hij in fictieve dienstbetrekking bij zijn BV. In alle gevallen wordt dus loonbelasting ingehouden. Op grond van art. 6, lid 1, onderdeel d van de ZW wordt de arbeidsverhouding van de DGA niet als dienstbetrekking aangemerkt. Uitgangspunt hierbij is dat de DGA geen gezagsverhouding heeft met zijn BV. Definitie DGA Met ingang van 1 januari 2016 zijn de volgende directeurengrootaandeelhouders niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen: de bestuurder die zelf, of samen met zijn echtgenoot, op grond van de statuten over zijn ontslag kan beslissen of niet tegen zijn wil ontslagen kan worden de bestuurder die zelf, of samen met zijn echtgenoot en met zijn (aangetrouwde) familieleden tot en met de 3e graad, aandelen heeft die ten minste 2/3 deel van de stemmen vertegenwoordigen, zodat hij (samen met zijn familieleden) over zijn ontslag kan beslissen of niet tegen zijn wil ontslagen kan worden bestuurders die samen alle aandelen in de vennootschap hebben en allemaal een gelijk of bijna gelijk deel van het kapitaal in handen hebben de bestuurder die via een rechtspersoon waarvan hij de bestuurder is, of via een vennootschap waarin hij aandelen houdt, zoveel invloed in de vennootschap heeft dat hij over zijn ontslag kan beslissen of niet tegen zijn wil ontslagen kan worden Voor al deze situaties geldt dat de bestuurder zelf direct of indirect sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

23 Financiering sociale verzekeringen LB aandelen in de vennootschap moet hebben. Met bestuurder wordt in deze regeling de statutair bestuurder bedoeld. Is de statutair bestuurder een rechtspersoon, dan wordt degene die het bestuurswerk doet, ook als bestuurder gezien. Voor deze regeling is een echtgenoot ook: de geregistreerde partner de ongehuwde meerderjarige die met de bestuurder een gezamenlijke huishouding voert, met uitzondering van bloedverwanten van de bestuurder in de 1e graad Achtergrond van deze voorwaarden is dat bij voldoen daaraan de DGA zijn eigen ontslag als bestuurder kan tegenhouden. - Vreemdelingen zonder geldige verblijfstitel Vreemdelingen zonder geldige verblijfstitel zijn niet verzekerd ingevolge het Nederlandse verzekeringsstelsel. Ze zijn dus ook geen premies volksverzekeringen verschuldigd. In veel gevallen dient hier het anoniementarief voor de loonbelasting van 52% te worden gehanteerd. Immers veelal is hier sprake zwart personeel. Internationale situaties In dit verband behandelen we slechts de hoofdlijnen. Hoofdregel is dat de werknemer is verzekerd in het land waar hij zijn dienstbetrekking vervuld. Ingeval een werknemer zijn werkzaamheden verricht in een ander land dan zijn woonstaat dient zich de vraag aan welk sociaal zekerheidstelsel op hem van toepassing is, dat van zijn woonstaat of van de werkstaat. Deze vraag staat geheel los van de vraag of de woonstaat of de werkstaat de loonbelasting mag heffen. Het is heel goed mogelijk dat personen in de werkstaat sociaal zijn verzekerd voor de arbeid die ze daar verrichten terwijl ze voor diezelfde arbeid belastingplichtig zijn in hun woonstaat. Voor dit soort situaties van grensoverschrijdende arbeid worden in verdragen inzake sociale zekerheid aanwijzingsregels gegeven over het van toepassing zijnde stelsel van sociale zekerheid. Van groot belang is hierbij de EEG verordeningen 1408/71 en 883/2004. Voor zo- Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

24 LB ver deze verordening niet van toepassing is gelden verdragen inzake sociale zekerheid. Zoals reeds is aangegeven zetten verdragen en de EEG verordening de nationale wetgeving opzij. Voor zover er geen EEG verordening of verdrag van toepassing is, geldt een eenzijdige regeling in het Nederlandse nationale recht, neergelegd in de diverse wetten van de werknemersverzekeringen en in een algemene maatregel van bestuur, het Besluit uitbreiding en beperking van de kring van verzekerden werknemersverzekeringen 1990 (BUB). Met ingang van 1 mei 2010 is een nieuwe verordening inzake sociale zekerheid van kracht geworden. De nieuwe sociale verzekeringsregels die op 1 mei van kracht worden bestaan uit een basisverordening (EG 883/2004) en een toepassingsverordening (EG 987/2009). Premieplicht voor de werknemersverzekeringen Bij de volksverzekeringen is geregeld dat de verzekerde, (in dit kader de werknemer) de premieplichtige is, zie art. 6, lid 1, Wfsv. Bij de werknemersverzekeringen is dit anders geregeld. Per fonds/kas wordt in hoofdstuk 3 van de Wfsv bepaald wie de premie moet betalen, dus wie de premieplichtige is. Ingaande 2013 is dat in alle gevallen de werkgever. De werkgever is de premies verschuldigd en dient die op aangifte af te dragen aan de belastingdienst. Op het begrip werkgever voor de werknemersverzekeringen komen we nog terug. WW In art. 25 Wfsv is voor de WW geregeld dat de premie door de werkgever is verschuldigd. Vóór 2013 was er ook nog sprake van een werknemersdeel. De werkgever had toen het recht om het werknemersdeel op de werknemer te verhalen. De werknemer was deze premie uitsluitend via de werkgever verschuldigd. Vanaf 2009 bedroeg echter het werknemersdeel al 0%; voor de werknemer is er dus feitelijk weinig gewijzigd. Art 20 Wfsv Verbod verhaal op werknemer De werkgever mag de door hem verschuldigde premie niet verhalen op de werknemer. Elk beding waarbij van de eerste zin wordt afgeweken, is nietig. Verhaalsverbod op de werknemer Als achteraf blijkt dat ten onrechte geen of te weinig premies zijn afgedragen dan kan de werkge- sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

25 Financiering sociale verzekeringen LB ver die niet meer alsnog verhalen op de werknemer. Bij de loonheffing is dit wel mogelijk. De inhoudingsplichtige verzoekt de inspecteur dan om een verhaalbare naheffingsaanslag (art. 31, lid 1, onderdeel a LB) of verhaalt de loonheffing bij het indienen van een correctiebericht. Toch verhaal van premies Ingevolge art 34, lid 2 Wfsv mag de werkgever 50% van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (WHK) op de werknemer verhalen.. Een overzicht wie de premies werknemersverzekeringen verschuldigd is. premieplicht Fonds premie Werkgever Werknemer Sectorfonds Sectorpremie X Algemeen werkloosheidsfonds WW/Awf X Arbeidsongeschiktheidsfonds WAO/WIA X Werkhervattingskas Gediff. WGA X 1 Uitvoeringsfonds overheid Ufo premie X Werkgever voor de werknemersverzekeringen Ook hier zien we dat het begrip werkgever in elke materiewet afzonderlijk is geregeld, zoals in de Ziektewet: Art. 9. Ziektewet Werkgever is de overheidswerkgever onderscheidenlijk de natuurlijke persoon tot wie of het lichaam tot welk één of meer natuurlijke personen in dienstbetrekking staan. In de werknemersverzekeringen is de werkgever in de eerste plaats de premieplichtige. In de loonbelasting kan er zonder inhoudingsplichtige geen sprake zijn van een werknemer en er is dan geen sprake van belastingplicht voor de loonheffing. De natuurlijke persoon wonend en werkend in Nederland die in dienstbetrekking staat tot een Duitse onderneming zonder vaste inrichting of vertegenwoordiger in Nederland zal zijn 1 werkgever mag 50% verhalen; dit verhaal moet dan plaatsvinden op het netto-loon, zie artikel 11c Wet LB Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

26 LB loon als zodanig bij zijn aangifte inkomstenbelasting moeten aangeven zonder dat er sprake is geweest van de inhouding van loonheffing. Voor de werknemersverzekeringen geldt niet dat een werkgever in Nederland mede bepalend is voor de beoordeling of er sprake is van een verzekeringsplichtige arbeidsverhouding. In art. 3 ZW, art. 3 WW en art. 3 WAO wordt geen direct verband gelegd met de persoon van de werkgever. De werkgever is nader gedefinieerd in art. 9 ZW, art. 9 WW en art. 8 WAO. Deze bepalingen sluiten nauw aan bij de overeenkomstige regels in de loonbelasting; er zijn wel verschillen. De belangrijkste is dat er geen enkel onderscheid wordt gemaakt tussen hier te lande gevestigde en buitenlandse werkgevers. Slechts bepalend is tot wie een dienstbetrekking bestaat; een buitenlandse werkgever zonder vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger in Nederland kan dus verplicht worden tot premiebetaling in Nederland. Voor de fictieve dienstbetrekkingen gelden dezelfde bepalingen als bij de loonbelasting. Verschillen worden veroorzaakt door verschillen in het werknemersbegrip, zoals bij de deelvissers. Maatstaf van heffing Het loon voor de werknemersverzekeringen Voor elke afzonderlijke door de werkgever verschuldigde premie ( Awf-, sector-, Ufo-, basispremie en gedifferentieerde Whk-premie) geldt als maatstaf van heffing het (premie)loon zoals bedoeld in artikel 16 Wfsv met inachtneming van het maximum (premie)loon zoals bedoeld in artikel 17 en 18 Wfsv. Zie achtereenvolgens ook de artikelen 26, 31 en 35 Wfsv. Het loon voor de werknemersverzekeringen en het loon voor de loonheffing dekken elkaar niet volledig. Ook na invoering van de wet WALVIS en de Wet uniformering loonbegrip zijn die verschillen blijven bestaan. In art. 16 Wfsv wordt het loonbegrip voor de werknemersverzekeringen gedefinieerd. Gelet op de definitie zoals die in dat artikel is verwoord, komt het loon voor de werknemersverzekeringen neer op het volgende: sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

27 Financiering sociale verzekeringen LB Uitgangspunt is het loon voor de loonheffing met echter de onderstaande uitzonderingen: a. Loon uit vroegere dienstbetrekking (zoals pensioen- en vutuitkeringen) Als loon voor de werknemersverzekeringen wordt uitsluitend het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking in aanmerking genomen. Voorbeelden: nabetaalde niet opgenomen vakantiedagen zijn loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, ontslaguitkeringen zijn loon uit vroegere dienstbetrekking, dit geldt ook voor pensioen en vut uitkeringen. Het begrip loon uit vroegere dienstbetrekking en loon uit tegenwoordige dienstbetrekking is reeds in hoofdstuk 6 van deze handleiding aan de orde geweest. Op deze regel zijn echter een aantal uitzonderingen: 1. De uitkeringen op grond van de ZW, WAO en WW en een eventuele toeslag daarop op grond van de Toeslagenwet. Deze uitkeringen maken ook deel uit van het loon voor de werknemersverzekeringen. 2. Datzelfde geldt voor de aanvullingen op die uitkeringen, zolang de uitkeringsgerechtigde in dienstbetrekking staat tot degene die de aanvulling betaalt. Bovenstaande uitkeringen behoren dus wel tot de grondslag voor de premies werknemersverzekeringen. b. Eindheffingsloon Eindheffingsbestanddelen bedoeld in art 31 lid 1 onderdelen b t/m h LB behoren niet tot het loon. Het eindheffingsloon waarover op aangifte eindheffing moet worden afgedragen, behoort dus niet tot het loon voor de werknemersverzekeringen. Deze categorieën van eindheffingsloon staan vermeld op het aangiftebiljet loonheffingen. Loon waarover door middel van eindheffing door de Belastingdienst wordt nageheven omdat het ten onrechte bij de werknemer onbelast is gebleven valt hier niet onder. Dit loon is dus wel loon voor de werknemersverzekeringen. Aanvullingen op uitkeringen Aanvullingen op uitkeringen behoren tot het loon voor de werknemersverzekeringen zolang de dienstbetrekking voortduurt. Op deze manier wordt zoveel mogelijk coördinatie met het fiscale loon en eenvoud voor werkgevers bereikt. Het is namelijk eenvoudiger voor werkgevers om zowel de uitkeringen als Handl. Bel.recht, mei 2016 sociale verzekeringen

28 LB de aanvullingen op de uitkeringen aan de werknemer gelijk te behandelen. Over beide componenten dienen premies werknemersverzekeringen te worden ingehouden zolang de dienstbetrekking voortduurt. Werknemer met aanmerkelijk belang Op grond van art. 12a LB wordt een werknemer die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij een aanmerkelijk belang heeft, geacht een gebruikelijk loon te genieten. Dit loon zal nu (wanneer de aanmerkelijk belanghouder uit hoofde van die arbeidsrelatie verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen) ook gelden als loon voor de werknemersverzekeringen waardoor over dat loon premies verschuldigd zijn. Toelichting Om verzekerd te zijn moet de betrokken AB-houder ten eerste in civiele dienstbetrekking werkzaam zijn. De fictieve dienstbetrekking van de AB-houder bestaat niet voor de werknemersverzekeringen. Dit impliceert dat er sprake moet zijn van enig feitelijk genoten loon. Een AB-houder die geen feitelijk salaris opneemt kan dus nooit verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Ten tweede dient de ABhouder ook niet als DGA te kunnen worden aangemerkt omdat als DGA immers niet verzekerd is. Indien aan beide voorwaarden is voldaan telt het fictieve salaris naast het feitelijke salaris mee als loon voor de werknemersverzekeringen. Grondslag voor de berekening van de premies Maximumgrondslag Uitgangspunt bij de heffing van de premies werknemersverzekeringen is weliswaar het loon voor de werknemersverzekeringen zoals dat in de voorgaande paragraaf schematisch werd aangegeven, maar feitelijk geldt dit bedrag niet als de grondslag van heffing; er geldt een maximum grondslag. In art. 17 Wfsv heeft de wetgever geregeld dat de maximum grondslag (voorheen maximum dagloon) en (tot en met 2012 de franchise) in de nieuwe systematiek met ingang van 2006 zijn ingepast. Het begrip loontijdvak Het begrip loontijdvak wordt hier opgevat conform de Wet LB (art 1, onderdelen u). Zie hoofdstuk 10/11 van deze handleiding.. Het loontijdvak is het tijdvak waarover de werknemer loon geniet. Aangezien onder loontijdvak moet worden verstaan het loontijdvak bedoeld in art. 25, leden 1 en 4 LB, zie art. 1, letter u, Wfsv, dient, sociale verzekeringen Handl. Bel.recht, mei 2016

Wat zijn loonheffingen?

Wat zijn loonheffingen? I Loonheffingen 1 Wat zijn loonheffingen? Loonheffingen zijn heffingen naar het loon die bij de bron daarvan worden geheven. Het gaat daarbij om de belastingen en premies ingevolge socialeverzekeringswetten

Nadere informatie

Financieringssysteem Sociale Zekerheid Een schets op hoofdlijnen

Financieringssysteem Sociale Zekerheid Een schets op hoofdlijnen Financieringssysteem Sociale Zekerheid Een schets op hoofdlijnen Door mr. A.J.H. Breitenfellner Inleiding Vanaf begin jaren negentig was het overheidsbeleid voor een groot deel gericht op het meer activerend

Nadere informatie

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Premies per 1 januari 2012 Volksverzekeringen (premieafdracht aan Belastingdienst) premie % AOW ANW AWBZ werkgever - - - werknemer 17,91

Nadere informatie

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2016/2017

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2016/2017 Examenopgave 1 1. De heer Van der Ham is dga. Een dga is in het algemeen niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Daarom hoeven voor hem geen premies werknemersverzekeringen te worden afgedragen.

Nadere informatie

Niet (kunnen) werken. 1. Werkloosheidswet (WW)

Niet (kunnen) werken. 1. Werkloosheidswet (WW) Niet (kunnen) werken Hieronder worden een aantal uitkeringen besproken waar mensen een beroep op kunnen doen wanneer zij buiten hun eigen toedoen niet kunnen werken. Bijvoorbeeld omdat zij hun baan verliezen,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26031 17 december 2012 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2012, 2012-0000049118,

Nadere informatie

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2018/2019

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2018/2019 Examenopgave 1 1. De heer Van der Ham is dga. Een dga is in het algemeen niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Daarom hoeven voor hem geen premies werknemersverzekeringen te worden afgedragen.

Nadere informatie

Wet uniformering loonbegrip

Wet uniformering loonbegrip Wet uniformering loonbegrip De Wet uniformering loonbegrip (WUL) gaat per 1 januari 2013 in. Dit brengt veranderingen met zich mee die u als werkgever wel op uw netvlies moet hebben staan. Het zogenoemde

Nadere informatie

Percentages en maximumpremieloon werknemers- en volksverzekeringen

Percentages en maximumpremieloon werknemers- en volksverzekeringen Regelingen en voorzieningen CODE 1.1.4.27 Percentages en maximumpremieloon werknemers- en volksverzekeringen bronnen Staatscourant 2015 nr. 43624 4 december 2015 De ministeriële regeling tot vaststelling

Nadere informatie

Wet financiering sociale verzekeringen

Wet financiering sociale verzekeringen Wet financiering sociale verzekeringen Wet van 16 december 2004, houdende regels betreffende de financiering van de sociale verzekeringen (Wet financiering sociale verzekeringen), laatstelijk gewijzigd

Nadere informatie

1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv)

1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) 1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) 1.1 Algemeen 1 ¾ Wfsv regelt financiering sociale verzekeringen. ¾ Onder werking van Wfsv vallen ¾ volksverzekeringen AOW/Anw/Wlz ¾ werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Wet van 16 december 2004, houdende regels betreffende de financiering van de sociale verzekeringen (Wet financiering sociale verzekeringen)

Wet van 16 december 2004, houdende regels betreffende de financiering van de sociale verzekeringen (Wet financiering sociale verzekeringen) (Tekst geldend op: 23-07-2012) Wet van 16 december 2004, houdende regels betreffende de financiering van de sociale verzekeringen (Wet financiering sociale verzekeringen) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN Verklaring van het Koninkrijk der Nederlanden uit hoofde van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2009

Rekenregels per 1 januari 2009 Rekenregels per 1 januari 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2009 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2013 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Cijferbijlage Uitzendbureau, onderneming of werkgever gevestigd in Nederland of België

Cijferbijlage Uitzendbureau, onderneming of werkgever gevestigd in Nederland of België Cijferbijlage Uitzendbureau, onderneming of werkgever gevestigd in Nederland of België Inhoud Hoeveel betaalt u als werkgever in Nederland? 2 Bruto minimumloon in Nederland 3 Belastingtarieven in Nederland

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2009

Rekenregels per 1 juli 2009 Rekenregels per 1 juli 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2009 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2017

Rekenregels per 1 januari 2017 Rekenregels per 1 januari 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

2.1 Het werknemersbegrip

2.1 Het werknemersbegrip Hoofdstuk 2 Verzekerden voor de WW mr. Nico Ridder 2.1 Het werknemersbegrip In de Werkloosheidwet is niet, zoals in de andere werknemersverzekeringen, de ZW, WAO en WIA, het begrip verzekerde rechtstreeks

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 1.1.4.22. Bron: ministerie van SZW d.d. 30.11.2015. Rekenregels per 1 januari 2016

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 1.1.4.22. Bron: ministerie van SZW d.d. 30.11.2015. Rekenregels per 1 januari 2016 Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 1.1.4.22 Bron: ministerie van SZW d.d. 30.11.2015 Rekenregels per 1 januari 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het

Nadere informatie

Cijferbijlage. Inhoud

Cijferbijlage. Inhoud BBZ Cijferbijlage Uitzendbureau, onderneming of werkgever gevestigd in Nederland of België Inhoud Hoeveel volksverzekeringen betaalt u als werkgever in Nederland? 2 Hoeveel werknemersverzekeringen betaalt

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Stimulansz - Regelingen en voorzieningen 1.1.4.23 Rekenregels per 1 juli 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2018

Rekenregels per 1 januari 2018 Rekenregels per 1 januari 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2016

Rekenregels per 1 januari 2016 Rekenregels per 1 januari 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013 Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013 Audit І Tax І Advisory Wet uniformering loonbegrip Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Huidige Loonbegrippen... 3 1.2 Nieuw loonbegrip... 3 2. Eigen bijdrage

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2013

Rekenregels per 1 januari 2013 Rekenregels per 1 januari 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2013 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ]

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] 1. Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] Dit is een globaal overzicht van de wet en de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, aan dit overzicht kan geen enkel

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2008

Rekenregels per 1 juli 2008 Rekenregels per 1 juli 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2008 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

januari 2019 de redactie uitgever & redactieadres Wolters Kluwer Postbus GA Deventer

januari 2019 de redactie uitgever & redactieadres Wolters Kluwer Postbus GA Deventer VOORWOORD Voor u ligt de 43e jaargang van Sociaal Memo, editie januari 2019. Sociaal Memo bevat de voornaamste feitelijke gegevens (verzekerden, gerechtigden, uitkeringsrechten, bedragen, forfaits, drempels,

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2018

Rekenregels per 1 januari 2018 Rekenregels per 1 januari 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Visma DBS B.V. Talent & Salaris. Inrichting werknemer

Visma DBS B.V. Talent & Salaris. Inrichting werknemer Visma DBS B.V. Talent & Salaris Versie 2.0 Juni 2012 Copyright Visma DBS B.V. Postbus 747 3800 AS Amersfoort Alle rechten voorbehouden. Verveelvoudiging of openbaarmaking, geheel of gedeeltelijk, is niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 403 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2013) Nr. 12 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2014 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2014 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Vrijwillige verzekering. Voor de gevolgen van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid

Vrijwillige verzekering. Voor de gevolgen van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid Vrijwillige verzekering Voor de gevolgen van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid Werk boven uitkering UWV verstrekt tijdelijk inkomen in het kader van wettelijke regelingen als de WW en de WAO.

Nadere informatie

Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties 23 september 2016 mr. A.A. (Antoine) Roes

Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties 23 september 2016 mr. A.A. (Antoine) Roes Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties 23 september 2016 mr. A.A. (Antoine) Roes Hogestraat 17b, 6651 BG Druten Postbus 47, 6650 AA Druten +31 (0) 487 51 02 89 www.zekerfiscaal.nl Wet DBA Echte dienstbetrekking

Nadere informatie

Loonheffingen. In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Loonheffingen. In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen: 12345 november 2007 Mededeling 7 Loonheffingen In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen: 1 teruggaaf van in 2006 te veel betaalde inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 11 december 2009 Nr. 09/134 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2010 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2018 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2011

Rekenregels per 1 januari 2011 Rekenregels per 1 januari 2011 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2011 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen; Ontwerp Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, nr. UB/K/2008/6899, tot Verstrekking van

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ontwerp Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, nr. UB/K/2008/6899, tot Verstrekking van

Nadere informatie

Bijlagen. Bijlage 1. Schematische weergave van de belangrijkste naoorlogse kostwinnersbepalingen in de sociale verzekeringen

Bijlagen. Bijlage 1. Schematische weergave van de belangrijkste naoorlogse kostwinnersbepalingen in de sociale verzekeringen Bijlagen Bijlage 1 Figuur B 1.1 Schematische weergave van de belangrijkste naoorlogse kostwinnersbepalingen in de sociale verzekeringen Werknemersverzekeringen WW (1952)* WAO (1967) ZW (1930) Kring van

Nadere informatie

Regeling zorgverzekering

Regeling zorgverzekering Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2005, nr. Z/VV-2611957, houdende regels ter zake van de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (), laatstelijk gewijzigd bij

Nadere informatie

Loonheffingen onder redactie van: mr. J.R. Hesse mr. A.L. Mertens

Loonheffingen onder redactie van: mr. J.R. Hesse mr. A.L. Mertens Loonheffingen 2017 onder redactie van: mr. J.R. Hesse mr. A.L. Mertens Ars Aequi Libri Nijmegen 2017 ISBN: 978-90-6916-873-9 NUR 826 2017 Ars Aequi Libri, Nijmegen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal 3 4 1 2 laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc.

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal 3 4 1 2 laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc. : Sociale Zekerheid-Op-Maat Gemeente Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe 20.000 tot 50.000 inwoners 2014 2014 2015 2015 ontwikkeling 2014 2014 2015 2015 ontwikkeling aantal uitkeringen einde kwartaal

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2010

Rekenregels per 1 januari 2010 Rekenregels per 1 januari 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2010 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 547 Besluit van 10 december 2007 tot wijziging van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen in verband met een wijziging in het loonbegrip

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2014

Rekenregels per 1 januari 2014 Rekenregels per 1 januari 2014 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2014 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK

TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK Hieronder volgt een beknopte toelichting op de salarisstrook. In deze toelichting wordt ingegaan op de meest voorkomende gegevens. Indien u nog vragen heeft na het lezen

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009 Sociale verzekeringen per 1 juli Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.

Nadere informatie

BEN IK EIGENLIJK WEL ZZP ER? Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst.

BEN IK EIGENLIJK WEL ZZP ER? Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst. Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst. www.damd.nl Arbeidsovereenkomst en opdrachtovereenkomst Arbeid kun je op verschillende manieren verrichten: in loondienst (arbeidsovereenkomst),

Nadere informatie

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd: Bijlage bij de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het afschaffen van de Verklaring arbeidsrelatie (Wet deregulering beoordeling

Nadere informatie

Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 1. Besluit van 15 december 2006, nr. CPP2006/1461M, Stcrt. nr. 249

Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 1. Besluit van 15 december 2006, nr. CPP2006/1461M, Stcrt. nr. 249 Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 1 Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven

Nadere informatie

Uitleg Salarisstrook!

Uitleg Salarisstrook! Uitleg Salarisstrook! 1. Salaris: dit is het brutoloon over de gewerkte periode waarop de belastingen en premies nog niet zijn ingehouden. 2. Brutoloon: dit is het loon voor de afdracht van loonbelasting

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2008

Rekenregels per 1 januari 2008 Rekenregels per 1 januari 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2008 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2019 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2011 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

1. Inkomstenbelasting/premie

1. Inkomstenbelasting/premie Tabellen IB/PH 1.1 1. Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2016 1.1 Inkomstenbelasting 1.1.1 Belastingplicht Inkomstenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen. Binnenlandse belastingplichtigen

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2014 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2014 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019. Rekenregels per 1 januari 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2015

Rekenregels per 1 januari 2015 Rekenregels per 1 januari 2015 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland Vakblad Grensoverschrijdend Werken nr. 20, februari 2019 www.grensoverschrijdendwerken.nl Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland Auteur: Nicole M.S.H. Janssen, werkzaam

Nadere informatie

De Belastingdienst rondt het bedrag aan LKV per doelgroep af op hele euro s naar boven.

De Belastingdienst rondt het bedrag aan LKV per doelgroep af op hele euro s naar boven. Rekenregels Wtl De Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) is ingegaan op 1 januari 2017. Op grond van deze wet kan de werkgever over een kalenderjaar recht krijgen op een tegemoetkoming. De Wtl kent de

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2015

Rekenregels per 1 januari 2015 Rekenregels per 1 januari 2015 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

A. Algemene sociale wetgeving

A. Algemene sociale wetgeving Toetstermen STIBEX Praktijkdiploma Loonadministratie ---- Loon en sociale wetgeving K= kennisvraag, kandidaat moet dan de gegevens uit de toetsterm met behulp van meerkeuzevragen kunnen beantwoorden. Het

Nadere informatie

Werkgeverslasten per 1 juli 2015

Werkgeverslasten per 1 juli 2015 Werkgeverslasten per 1 juli 2015 Doolhof aan lasten op een rijtje gezet! Door mr. A.J.H. Breitenfellner Inleiding De totale loonkosten bestaan niet alleen uit het loon maar ook uit de daarover verschuldigde

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2012

Rekenregels per 1 januari 2012 Rekenregels per 1 januari 2012 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2012 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Besluiten premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WIA en WAO 2012

Besluiten premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WIA en WAO 2012 Regelingen en voorzieningen CODE 1.1.1.629 Besluiten premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WIA en WAO 2012 tekst + toelichting bronnen Staatscourant 2011, nr. 21409, d.d. 29.11.2011 (ZW) Staatscourant

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20500 21 december 2010 Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 14 december 2010 Nr. DGB2010/2202M

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2009

Rekenregels per 1 januari 2009 Rekenregels per 1 januari 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2009 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

A. Algemene sociale wetgeving

A. Algemene sociale wetgeving Toetstermen STIBEX Praktijkdiploma Loonadministratie ---- Loon en sociale wetgeving K= kennisvraag, kandidaat moet dan de gegevens uit de toetsterm met behulp van meerkeuzevragen kunnen beantwoorden. Het

Nadere informatie

Ziekte en arbeidsongeschiktheid: wat is er voor jou geregeld?

Ziekte en arbeidsongeschiktheid: wat is er voor jou geregeld? Ziekte en arbeidsongeschiktheid: wat is er voor jou geregeld? Toekomstplannen. Een andere woning, een verre reis of kinderen die gaan studeren. Je hebt uitdagend werk, een inkomen en ambities. Je moet

Nadere informatie

De gevolgen van doorwerken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd

De gevolgen van doorwerken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd De gevolgen van doorwerken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd In deze notitie wordt informatie verstrekt in het geval de werknemer van 65 jaar en ouder wil blijven doorwerken bij zijn

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

2009 -- HRo - Loonbelasting -- Deel 3

2009 -- HRo - Loonbelasting -- Deel 3 Loonheffing les 3 programma Bijzondere regelingen Spaarloonregeling Levensloopregeling Gebruikelijk loon Eindheffing Premieheffing Volksverzekeringen Werknemersverzekeringen Spaarloon 1 van 3 Doel Bevorderen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2012

Rekenregels per 1 januari 2012 Rekenregels per 1 januari 2012 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2012 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2017

Rekenregels per 1 januari 2017 Rekenregels per 1 januari 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2013 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 192 Wet van 29 mei 2008 tot wijziging van de Wet arbeid en zorg in verband met een uitkering aan zelfstandigen bij zwangerschap en bevalling

Nadere informatie

Op het bovenstaande geldt een aantal uitzonderingen. Niet verzekerd zijn de volgende categorieën ingezetenen:

Op het bovenstaande geldt een aantal uitzonderingen. Niet verzekerd zijn de volgende categorieën ingezetenen: Basisverzekering ziektekosten Per 1 februari 2013 is de Landsverordening basisverzekering ziektekosten (hierna: BVZ) van kracht geworden. Dit memo behandelt uitsluitend de heffing en inning van de inkomensafhankelijke

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2015 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2015 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2015 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering. W etwerkeninkomennaararbeidsvermogen

W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering. W etwerkeninkomennaararbeidsvermogen W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering De W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering(wao) is een Nederlandse wet die is bedoeld voor werknemers die langdurig ziek of gehandicapt zijn en niet meer (volledig)

Nadere informatie

Wet van houdende regels betreffende de financiering van de sociale verzekeringen (Wet financiering sociale verzekeringen)

Wet van houdende regels betreffende de financiering van de sociale verzekeringen (Wet financiering sociale verzekeringen) Wet van houdende regels betreffende de financiering van de sociale verzekeringen (Wet financiering sociale verzekeringen) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 288 Wet van 6 juni 2011 tot wijziging van een aantal wetten ter uniformering van het loonbegrip (Wet uniformering loonbegrip) 0 Wij eatrix, bij

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 juli

Sociale verzekeringen per 1 juli Sociale verzekeringen per 1 juli Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong zijn vanaf 1 juli omhoog gegaan. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2008

Rekenregels per 1 juli 2008 Rekenregels per 1 juli 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2008 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Wonen in Duitsland 2016

Wonen in Duitsland 2016 Wonen in Duitsland 2016 Team Grensoverschrijdend Werken en Ondernemen (GWO) Nicole Janssen Inhoud presentatie Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting NL-D: Uitkeringen in belastingverdrag tot en met

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

Meest gebruikte bedragen en percentages 2019

Meest gebruikte bedragen en percentages 2019 1901_02FIJ Meest gebruikte bedragen en percentages 2019 Pensioenpremies Werknemer Werkgever Afdracht ABP keuzepensioen OP / NP 7,47% 17,43% 24,90% Anw-compensatie Is vervallen per 2018 Franchise per jaar

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Sociaal zekerheidsrecht

Hoofdstuk 14 Sociaal zekerheidsrecht Hoofdstuk 14 Sociaal zekerheidsrecht Paragraaf 14.1 1. Overzicht van de Nederlandse sociale zekerheid a. Op welke wijze is het Nederlandse sociaal zekerheidsstelsel in te delen? b. Noem de organisaties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 366 Wijziging van de Wet arbeid en zorg in verband met een uitkering aan zelfstandigen bij zwangerschap en bevalling en een verruiming van de

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2013

Rekenregels per 1 januari 2013 Rekenregels per 1 januari 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2013 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2007

Rekenregels per 1 juli 2007 Rekenregels per 1 juli 2007 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2007 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie