Stagegids SPECO Sport & Media

Transcriptie

1 Stagegids SPECO Sport & Media Fontys Economische Hogeschool Tilburg Pagina 1 van 17

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Stagevoorbereiding Doelstellingen stage Doelstellingen van de student Doelstellingen vanuit de stagebiedende organisatie Doelstellingen vanuit de opleiding Binnen- of buitenland? Voorwaarden voor stageplaatsen Stageopdrachten Rol en taken student en begeleiding De rol en taken van de stagecommissie De rol en taken van de stagebegeleider vanuit school De rol en taken van de bedrijfsbegeleider De rol en taken van de student Organisatie van de stage Afronding stage: het performance-assessment Stageverslag Bijlage 1: Voorbeelden van stageopdrachten Bijlage 2: Persoonlijk en professioneel functioneren Pagina 2 van 17

3 1 Inleiding Voor je ligt de handleiding voor het complete traject van de oriënterende stage. Dit traject kent 3 fasen. 1. De eerste fase start in het tweede semester van jaar 2, dat in het teken staat van de voorbereiding op de stage. 2. Daarna volgt de stage in het eerste semester van jaar Het traject wordt afgerond in januari van jaar 3 met een performance-assessment. De oriënterende stage is een belangrijke component van je opleiding. De voornaamste doelstelling is het in de praktijk bewijzen, verbreden en verdiepen van de competenties die je in jaar 1 en 2 in de opleiding hebt ontwikkeld. Daarnaast verdiep je je kennis van en praktische ervaring in het toekomstige beroepenveld. In deze handleiding vind je alle noodzakelijk informatie voor een geslaagde stage. De formulieren en data waarnaar deze handleiding verwijst, zijn te vinden op het intranet van de hogeschool (SPECO Sport & Media > jaar 3 > oriënterende stage). Lever formulieren tijdig en volledig ingevuld in. Dat is in het belang voor een goed verloop van je stage. Deze informatie is voor de studenten SPECO Sport & Media bedoeld. Ook de betrokken docenten vinden hier hun taken en bevoegdheden. Bij vragen kun je je wenden tot: je studieloopbaanbegeleider (persoonlijke competenties, tijdens de voorbereiding) de stagecommissie (aanvraag en toewijzing, tijdens de voorbereiding) je stagebegeleider (alle vragen die op de stage betrekking hebben) Pagina 3 van 17

4 2 Stagevoorbereiding De voorbereiding van de stage kent zowel inhoudelijke als procedurele aspecten. Onder inhoudelijk verstaan we die aspecten die te maken hebben met je competenties en het kiezen van een stageplaats. Bij deze inhoudelijke kant van de stagevoorbereiding krijg je begeleiding van de studieloopbaanbegeleider van je klas. Deze zal in het tweede semester achtereenvolgens met de studenten werken aan: 1. competentie(s) 2. zelfkennis 3. oriënteren 4. sollicitatiebrief (incl. voorbereiding) 5. sollicitatiegesprek (incl. voorbereiding en evaluatie) Daarnaast is er de procedure rond de stage. Hierbij moet je denken aan randvoorwaarden, de methodiek van werken, de aanvraag en goedkeuring van de stage en tot slot aan de afronding. Bij deze onderdelen krijg je begeleiding van de stagecommissie SPECO Sport & Media. Zij zal in semester 4 aandacht besteden aan: 1. informatie over het gehele stagetraject, stagegids 2. werkmethodiek stage 3. aanvraag stage 4. goedkeuring stageaanvraag 5. toewijzing stagebegeleider 6. stageverslag 7. regie terugkomdag en assessment Deze punten komen aan de orde tijdens een algemene bijeenkomst, waar ook studenten van jaar 3, die net hun stage hebben afgerond, aan het woord komen. Daarnaast worden er naar behoefte spreekuren stagevoorbereiding ingepland voor specifieke vragen (tijdens slb-uren). Deadline stageaanvraag De deadline voor het indienen van de stageaanvraag is 30 juni Eerder indienen mag natuurlijk ook. Goedkeuring van de stageaanvraag gebeurt door de stagecommissie. Voor de procedure, zie pag. 12. Pagina 4 van 17

5 3 Doelstellingen stage Zoals hierboven uiteengezet, is het behalen en in de praktijk kunnen aantonen van de competenties van de hoofdfase de belangrijkste doelstelling van de stage. Het is echter niet de enige: stagiair, stagebiedende organisatie en opleiding hebben bijkomende doelstellingen. 3.1 Doelstellingen van de student Theoretische kennis kunnen toepassen in praktische situaties; Kennismaken met het toekomstige beroepenveld; Basis vormen voor latere beroepskeuzen; Een organisatie leren kennen en daarbinnen functioneren; Planmatig werken; Zelfstandig werken. 3.2 Doelstellingen vanuit de stagebiedende organisatie Laten voorbereiden/uitvoeren van gerichte communicatietaak; Profiteren van nieuwe kennis en inzichten; Profiteren van een frisse kijk van een externe op de organisatie; Bekendheid vergroten onder studenten (=eventuele toekomstige medewerkers); Invullen maatschappelijke verantwoordelijkheid door in hoger beroepsonderwijs te participeren. 3.3 Doelstellingen vanuit de opleiding Studenten de mogelijkheid geven tijdens de opleiding behaalde competenties in de praktijk toe te passen en aan de praktijk te toetsen; Input genereren voor inhoudelijke onderwijsontwikkeling; Inhoud en niveau van de opleiding extern laten legitimeren; Opzetten van relatienetwerk voor stages, afstudeerprojecten, onderwijsactiviteiten; Opleiding profileren bij externe organisaties. Pagina 5 van 17

6 4 Binnen- of buitenland? Je mag kiezen voor een stage in het binnen-of buitenland. Een buitenlandstage kan een zeer waardevolle aanwinst zijn binnen de CO-competenties, omdat je deze hiermee in een internationaal perspectief kunt plaatsen en dat is uitstekend. Wel moet je vooraf goed beseffen dat je je in het buitenland niet alleen op een andere locatie bevindt, maar dat je professioneel zult moeten communiceren in een andere taal en een andere cultuur. Eenvoudige meeloopactiviteiten (opstellen van een persbericht) worden in het buitenland al snel lastige klussen en je hebt ook minder kennis van plaatselijke (communicatie)cultuur en bijvoorbeeld het medialandschap dan van de Nederlandse situatie. Hierdoor en doordat begeleiding door de opleiding noodgedwongen begeleiding op afstand is, zijn de ervaringen met buitenlandstages wisselend. Je moet je goed realiseren dat een buitenlandstage zowel een risico als een kans is en de mogelijkheden vooral realistisch inschatten. We zouden noch onze studenten, noch de opleiding, noch het vak serieus nemen als we een onduidelijk traject als HBO-waardig zouden kwalificeren. Dat doen we dus ook niet. Je maakt van een risico een kans door (1) deze nog zorgvuldiger dan anders voor te bereiden, (2) alle afspraken schriftelijk vast te leggen, (3) vooraf met je begeleider de wijze van begeleiding door te spreken, (4) op tijd met de voorbereiding te starten. Ondersteuning kun je verder krijgen via de helpdesk internationalisering van Fontys Hogescholen, in het Mollergebouw. Pagina 6 van 17

7 5 Voorwaarden voor stageplaatsen Algemene voorwaarden voor stageplaatsen: - Minimaal 17 weken, 38 uur per week werken bij een communicatieafdeling van een profit- of non-profitorganisatie of een communicatiebureau (reclame, marketingcommunicatie, communicatieadvies, sponsoring, media) waar minimaal 5 personen werkzaam zijn; - Onder professionele begeleiding, dat wil zeggen een persoon met een communicatieachtergrond op minimaal hbo-niveau; - Fulltime werktijden en de beschikbaarheid over een eigen werkplek met computer. Pagina 7 van 17

8 6 Stageopdrachten De stage valt inhoudelijk uiteen in twee onderdelen, die elk 50% van de werktijd beslaan: - de hoofdopdracht, bestaande uit onderzoek en advies - nevenactiviteiten en meeloopactiviteiten De hoofdopdracht dient een antwoord te geven op een actuele communicatievraag van de organisatie. Dit antwoord dient tot stand te komen via onderzoek. Alle onderzoeksvormen zijn hierbij toegestaan. Dit onderzoek moet leiden tot resultaten en advies in de vorm van een communicatie(deel)plan. De meeloopactiviteiten zijn divers en zijn afhankelijk van wat zich in de organisatie voordoet. Ze dienen uitdrukkelijk in de beroepspraktijk van een communicatiemedewerker te liggen. Voorbeelden van hoofdopdrachten en meeloopactiviteiten tref je aan in de bijlage. De spreekuren Stagevoorbereiding zijn bedoeld om je te adviseren hoe je zo n mix van werkzaamheden kunt samenstellen als je een bedrijf of instelling hebt gevonden. Pagina 8 van 17

9 7 Rol en taken student en begeleiding In dit hoofdstuk vind je een beschrijving van de rol en taken van de stagecommissie, de stagebegeleider vanuit school, de bedrijfsbegeleider en van de student zelf. 7.1 De rol en taken van de stagecommissie De stagecommissie heeft de volgende rol: De student levert via de mail een aanvraag goedkeuring stageopdracht en een plan van aanpak in (zie voor formats het intranet) bij (medewerker van de administratie) Deze aanvraag wordt in behandeling genomen en in het stageregistratiesysteem gezet De aanvraag wordt doorgestuurd naar de stagecommissie. Deze keurt de aanvraag + plan van aanpak goed OF geeft aan dat er aanpassingen nodig zijn. Als dit laatste het geval is, dan dient de student opnieuw een aangepaste aanvraag goedkeuring stage en aangepast plan van aanpak in te leveren bij L.Verbeek@fontys.nl. De aanvraag wordt in behandeling genomen, en in het registratiesysteem gezet. De herziene aanvraag wordt opnieuw naar de stagecommissie gestuurd die deze dan goedkeurt. De stagecommissie wijst een stagebegeleider toe; een mail hierover wordt tevens naar de administratie (Liesbeth Verbeek) gestuurd. Daarna wordt de goedkeuring naar de student en de stagebegeleider gestuurd door Liesbeth Verbeek. 7.2 De rol en taken van de stagebegeleider vanuit school Na goedkeuring van de stageaanvraag door de stagecommissie wordt een begeleider aangewezen en kan de begeleiding starten. Deze begeleiding omvat zowel inhoudelijke als procedurele aspecten volgens de stappen van de begeleidingsprocedure. De stagebegeleider stuurt de student zodanig dat deze zijn stage zoveel mogelijk zelfstandig kan afronden: de stagebegeleider heeft overleg met de student nadat de stagecommissiede aanvraag heeft goedgekeurd en werkt samen met student en bedrijfsbegeleider toe naar een duidelijk plan van aanpak; dit eerste overleg heeft plaats uiterlijk twee weken nadat de student op de stageplek de werkzaamheden heeft opgepakt; de stagebegeleider zorgt er mede voor dat een door alle partijen begrepen plan van aanpak op papier staat. Vanaf dat moment zijn de opdrachten, inclusief de werkwijze voor alle betrokkenen duidelijk; de begeleiding is een inhoudelijke en procesmatige voortgangsbewaking; de stagebegeleider regelt frequent contact met de student en spreekt daartoe een werkwijze af die door student wordt nagekomen; de stagebegeleider bezoekt alleen in Nederland een keer de stagebiedende organisatie (zo mogelijk direct na aanvang van de stage) en op verzoek van bedrijfsbegeleider of student, indien dringend noodzakelijk, vaker; de stagebegeleider is aanwezig op de terugkomdag voor de studenten. Pagina 9 van 17

10 7.3 De rol en taken van de bedrijfsbegeleider in overleg met de student wordt een eerste voorstel voor een stageopdracht vormgegeven (voor en tijdens het sollicitatiegesprek, let ook op eventuele opmerkingen van de stagecommissie); in overleg met de stagebegeleider stelt de bedrijfsbegeleider samen met de student formeel de opdracht vast; de bedrijfsbegeleider is een fulltime medewerker van de stagebiedende organisatie die de student professioneel kan begeleiden; de bedrijfsbegeleider zorgt voor de introductie in de organisatie en maakt de student vertrouwd met de spelregels in de organisatie en waar mogelijk en gewenst legt hij contacten voor de student; de bedrijfsbegeleider bespreekt periodiek de voortgang van de opdracht en het functioneren van de student in de organisatie; de bedrijfsbegeleider geeft formeel een oordeel over de uitvoering van de opdracht en het functioneren van de student met het verstrekte beoordelingsformulier en controleert de rapportage naar school op feitelijke juistheid. 7.4 De rol en taken van de student Vóór de stage: de student dient zelf zijn stageplaats te werven; de student houdt zich goed op de hoogte van de stages die op intranet van de hogeschool worden aangeboden; de student is verantwoordelijk voor het op tijd inleveren van een plan van aanpak met goed geformuleerde en beschreven opdrachten en meeloopactiviteiten t.b.v. goedkeuring door de stagecommissie; de student heeft overleg met de stagebegeleider direct na goedkeuring en maakt afspraken voor begeleiding; de student zorgt ervoor dat binnen een week na aanvang van de stage een door student en bedrijfsbegeleider ondertekende stageovereenkomst wordt ingeleverd; de student bereidt zich goed voor op zijn verblijf in de organisatie en op de opdracht. Tijdens de stage: de student zorgt ervoor dat er binnen een periode van ca. tien- tot vijftien werkdagen het door de stagecommissie goedgekeurd plan van aanpak wordt bijgesteld. Het resultaat is een door alle partijen begrepen en goedgekeurde opdracht. Vanaf dit moment bestaat er geen enkel verschil van mening over de beoogde werkzaamheden; de student oriënteert zich op het functioneren van de organisatie en op zijn werkplek in het bijzonder; heeft daartoe gesprekken met functionarissen in de organisatie en stelt zich voor; de student wordt geacht zich aan de regels van de stagebiedende organisatie te houden en informeert daarnaar (bijv. werktijden, vakantie, ziekmelding e.d.) de student werkt aan zijn stageopdracht op locatie tenzij werkzaamheden het verblijf daarbuiten noodzakelijk maken; de student onderhoudt volgens afspraak contacten met de stagebegeleider en bedrijfsbegeleider, bespreekt de voortgang en neemt zelf het initiatief voor contacten indien dat voor de voortgang noodzakelijk is; de student plant zijn werkzaamheden realistisch, is zelfsturend en heeft een duidelijk eigen verantwoordelijkheid; Pagina 10 van 17

11 de student woont de terugkomdag verplicht bij en informeert zijn bedrijfsbegeleider hierover, tenzij de student niet in Nederland of België stage loopt; de student informeert zijn stagebegeleider over voortgang en eventuele problemen; de student volgt de volledige werktijden van de stagebiedende organisatie; Het is niet toegestaan te telewerken in welke vorm dan ook. De student is dan ook verplicht aanwezig te zijn binnen de betreffende organisatie. Pagina 11 van 17

12 8 Organisatie van de stage De manier waarop je je stage aanpakt, bepaalt in hoge mate het eindresultaat. Om competent stage te lopen maak je een onderscheid in stagevoorbereiding en de daadwerkelijke stage. Bij de voorbereiding horen bijvoorbeeld het zoeken naar een geschikt stageadres en geschikte stageopdracht en het vaststellen van het stagecontract. De daadwerkelijke stage zelf wordt opgedeeld in een oriëntatiefase, een onderzoeks- en oplossingsfase en een invoeringsfase. Stages kunnen naar inhoud sterk verschillen en deze drie fasen kunnen voor iedere stage anders in te vullen zijn. Wel bevat iedere stage naast meeloopactiviteiten een stageopdracht die aanleiding geeft tot het uitbrengen van een advies over hoe een communicatieprobleem kan worden opgelost. Dat advies moet de vorm hebben van een communicatie(deel)plan. Hoe verschillend stages ook zijn, de student moet in ieder geval: de specifieke context van het probleem leren kennen; in overleg met betrokkenen de kern van het communicatieprobleem kunnen identificeren en formuleren; een voorstel ontwikkelen dat leidt tot een bepaald onderzoek en oplossingsrichting; intern draagvlak creëren voor de gekozen oplossing; ideeën aandragen voor de invoering van de oplossing. Voorbereiding Tijdens de periode die voorafgaat aan de feitelijke stageperiode, zoek je een stageadres en -opdracht. Daar hoort bijvoorbeeld bij: het opstellen van selectiecriteria selectie van mogelijke stagebiedende organisaties (5-10) opstellen sollicitatiebrief juiste contactpersonen bij kandidaat-organisaties benaderen brieven versturen brieven nabellen bezoeken potentiële organisaties keuze maken overblijvende organisaties afbellen en namen doorgeven aan studenten die nog geen stageadres gevonden hebben intake met als resultaat een voorlopig PvA: Overeenstemming tussen over: - probleemstelling - opdrachtformulering (methodiek, resultaten, advies) Dit onderdeel wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider met een cijfer (GH217 stagevoorbereiding). Stage 1. Oriëntatiefase gericht op externe en interne probleemverkenning en de afspraken tussen organisatie en stagiaire. In de oriëntatiefase verzamel je zoveel mogelijk indrukken. De oriëntatie is gericht op aspecten van de organisatie zoals: - de cultuur - het probleem in zijn context - het draagvlak voor de oplossing van het probleem Pagina 12 van 17

13 - de omvang van het werk inclusief een globale werkplanning. - Stemt ieder in met probleemstelling, opdrachtformulering en aanpak? - Wat is er veranderd aan de opdracht sinds de intake en waarom? - Wat is het beoogde resultaat van het project? - Wat zijn de (globale) eisen waaraan de oplossing moet voldoen? - Waaruit blijkt dat het project belangrijk is voor de organisatie? - Welke informatie is nog nodig voor het opstellen van de werkplanning? - Welke werkafspraken zijn er gemaakt? Onderzoeksopzet: - Welk voorstel voor de definitieve stageopdracht vloeit uit de oriëntatie voort? - Hoe ziet de aanpak van het onderzoek er uit? 2. Onderzoeks- en oplossingsfase gericht op de uitvoering van de gecontracteerde opdracht en het opstellen van het advies in de vorm van een communicatie(deel)plan Onderzoeksuitvoering - uitvoeren overeengekomen opdracht - gebruik theorie/modellen - output: - onderzoeksresultaten - communicatieadviesplan 3. Invoeringsfase waarin geaccepteerde adviezen worden ingevoerd. In deze fase geeft je aan hoe de implementatie aangepakt kan worden en hoe het veranderingsproces te besturen. Als dit geen deel van de stage is, moet het plan in ieder geval een voorstel voor implementatie bevatten. Pagina 13 van 17

14 9 Afronding stage: het performance-assessment Tijdens het performance-assessment III (GH301) presenteer je individueel je stageverslag. De hoofdopdracht is hierin het belangrijkste element. Daarna presenteer je de bewijzen van de competentie(s) die door de stage verbreed of verdiept zijn. Tijdens dit assessment zijn twee assessoren aanwezig, van wie één assessor de stagebegeleider is. Zij luisteren naar de presentatie, stellen vragen en beoordelen alle onderdelen daarvan. Die beoordeling wordt na het performance-assessment gegeven in de vorm van een cijfer met mondelinge feedback. De student ontvangt daarvan een schriftelijk verslag. Dat schriftelijke verslag en de door de student opgestelde verbeterpunten worden door de student opgenomen in het portfolio. De totale duur van het assessment is 30 minuten: presentatie stageopdracht (opdracht, methodiek, resultaten, advies) bewijzen competentie(s) beoordeling stagebedrijf en eigen reflectie daarop vragen assessoren (ook n.a.v. stageverslag) overleg tussen assessoren (5 minuten) bekendmaken cijfer en motivering (5 minuten) Criteria presentatie: professioneel gestructureerde AV-presentatie; correct verbaal en non-verbaal gedrag; passend reageren op vragen en kritiek (vragen parafraseren, kritiekpunten samenvatten, vragen duidelijk beantwoorden, eigen zienswijze overbrengen). Beoordeeld worden: inhoud: onderzoek en advies, resultaten stage in relatie tot competenties; proces: bv. bijstelling opdracht, terugkoppeling aan begeleider, ontvangen en correct absorberen van feedback; presentatie: verslag en verdediging De bedrijfsbegeleider mag bij het performance-assessment aanwezig zijn als toehoorder; het verzoek daarvoor moet de student vooraf aan de stagebegeleider voorleggen. 9.1 Stageverslag Het rapport dat je inlevert moet aan de volgende eisen voldoen / de volgende onderdelen bevatten: correct in taalgebruik correct in structuur en doelgroepgerichtheid titelblad met daarop je naam+studentnummer en naam stagebegeleider voorwoord inhoudsopgave met paginanummering managementsamenvatting hoofdstuk- en paragraafindeling noten- en literatuurlijst bijlagen Pagina 14 van 17

15 Het verslag bevat de volgende hoofdstukken: Hfd 1: inleiding (welk terrein werkzaam, waarom, actualiteit, de opdrachten, kort overzicht van de door jou ontwikkelde competentie(s) en een leeswijzer) Hfd 2: beschrijving van de organisatie, het bedrijf, de werkplek, de afdeling; beschrijving hoofdopdracht: de probleemstelling, de doelstelling, de werkwijze, de resultaten, bevindingen, conclusies van het onderzoek Hfd 3: het communicatieplan Hfd 4: beschrijving meeloopactiviteiten Hfd 5: reflectie op proces, planning en beoordeling van stageorganisatie; onderbouwing van gemaakte keuzes t.a.v. bijvoorbeeld onderzoeksdoelen, methoden, strategie en literatuur, vergelijking planning pva met werkelijkheid; Bijlagen: beschrijving belangrijke producten (bv. persberichten, evt. resultaten onderzoek, enquêtes, brieven etc) NB: hoofdstuk 3 kan i.o.m. begeleider ook als apart plan worden ingeleverd. Dit betekent dan dat je een stageverslag inlevert en een apart communicatieplan. Inleveren van het stageverslag en bijlagen doe je via de portal van FEHT. De administratie zorgt voor archivering en aanlevering bij de stagebegeleider(s). Deadline inleveren stageverslag: maandag 7 januari Vertrouwelijke gegevens Voor je je verslag inlevert laat je dit lezen door de bedrijfsbegeleider. Het kan zijn dat er vertrouwelijke gegevens in het verslag staan over de organisatie die niet openbaar mogen worden gemaakt. Wanneer de bedrijfsbegeleider aangeeft dat het om essentiële, voor de buitenwereld, geheime informatie gaat, kun je verzoeken de exemplaren van het verslag (na de toelichting en verantwoording tijdens het gesprek dat nog volgt) te mogen innemen. Voorwaarde daarvoor is een schriftelijk verzoek door de stagebiedende organisatie Schriftelijke beoordeling door stagebiedende organisatie Aan het einde van de stageperiode vult de bedrijfsbegeleider het stagebeoordelingsformulier (te downloaden van intranet) in. De student zorgt ervoor dat dit formulier onder zijn aandacht komt en dat het bij het stageverslag voorafgaand aan het performance-assessment wordt ingeleverd. N.B.: Deze schriftelijke beoordeling is een onderdeel van de totale beoordeling en wordt door de assessoren meegenomen in het eindoordeel. Dit formulier kan overigens ook uitstekend gebruikt worden als tussentijdse beoordeling. Pagina 15 van 17

16 Bijlage 1: Voorbeelden van stageopdrachten Hoofdopdrachten Meewerken aan het opstellen van een reclameplan Meewerken aan het opstellen van een voorlichtingsplan Meewerken aan het opstellen van een corporate communicatieplan Meewerken aan het opstellen van een intern communicatieplan Meewerken aan het opstellen van een sponsorplan Onderzoek verrichten voor alle bovengenoemde plannen Meten van effecten van communicatie-activiteiten of -middelen Doorlichten van sponsorbeleid Nevenopdrachten/meeloopactiviteiten Meewerken bij de communicatie rond een sport- of pr-evenement Meewerken in de communicatie van sportorganisaties Organisatie, uitvoering en evaluatie van (sport)evenementen, bijeenkomsten, e.d. Coördineren van de productie van middelen, inclusief evaluatie Samenstellen van handboek Perscontacten, huisstijlhandboek e.d. Meewerken aan het opstellen van een introductieprogramma nieuw personeel Pagina 16 van 17

17 Bijlage 2: Persoonlijk en professioneel functioneren Bij de beoordeling wordt uiteraard ook de persoonlijke ontwikkeling geëvalueerd. Hierbij wordt de beoordeling van de stagebiedende organisatie meegenomen. Voorbeelden van criteria: vermogen om zich te verplaatsen in een ander; vermogen om daadwerkelijk te luisteren naar collega s en klanten; op beargumenteerde wijze kritiek kunnen geven en ontvangen en kritiek als leermomenten kunnen interpreteren; vermogen om reguliere stress te hanteren en de rol van emoties en weerstanden in intermenselijke processen goed te kunnen inschatten; introspectie op eigen denken en handelen vanuit een bewust stelsel van normen en waarden; vermogen om anderen op adequate wijze aan te sturen in een goed evenwicht tussen organisatorische en menselijke doelstellingen; respectvolle grondhouding t.a.v. andersdenkenden; vermogen om niet-deskundigen te voorzien van adviezen; vermogen om culturele dimensies te interpreteren en toe te passen in communicatieplannen. evaluatie van je persoonlijk functioneren, afgezet tegen de persoonlijke doelen die de student heeft geformuleerd bij aanvang van de stage en een vooruitblik naar de te ontwikkelen competenties voor de afstudeerstage. Pagina 17 van 17