Studie Woonerven Lunetten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studie Woonerven Lunetten"

Transcriptie

1 Studie Woonerven Lunetten Een sociaal-ruimtelijk onderzoek naar de opzet en het gebruik van collectieve buitenruimten in een Utrechtse woonerfwijk Auteurs: Ivan Nio, Nio Stedelijk Onderzoek Nynke Jutten, Jutten Architectuur Willemijn Lofvers, Bureau Lofvers In samenwerking met Döske van der Wilk en Anneke Treffers Rotterdam, juni 2011

2 Dit is een publicatie van de SEV. U kunt SEV-publicaties downloaden op SEV Postbus BW Rotterdam Telefoon sev@sev.nl De SEV ontwikkelt innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen. Wij zijn onafhankelijk, maar kunnen niet zonder initiatiefrijke netwerkpartners. Samen met hen beproeven we ideeën voor innovaties in de praktijk. 2

3 Studie Woonerven Lunetten VOORWOORD Er is steeds meer belangstelling voor de woningen die gebouwd zijn in de jaren zeventig en tachtig. Heel uitvoeringsprogramma New Towns van het ministerie van BZK/WWI is daar heel recent uitvloeisel van, maar ook het International New Town Institute dat sinds enige jaren in Almere is gevestigd. Jaren zeventig en tachtig wijken, al dan niet in New Towns liggend, zijn hot. De meeste wijken uit de jaren zeventig en tachtig worden al enige tijd getooid met de geuzennaam bloemkoolwijken. In de inleiding bij de net verschenen studie Bloemkoolwijken: analyse en perspectief (2011) van de hand van Martijn Ubbink en Thijs van der Steeg, lezen we dat deze oer-hollandse groente gekozen is vanwege het fijne vertakt patroon van uitleg met kruimelige contour van deze categorie wijken. Het meest karakteristieke element van deze wijken, schrijft inleider Bernard Colenbrander is het woonerf en voegt er meteen aan toe dat dit woord onder een bedenkelijke reuk van vergane glorie is komen te staan. Het laatste beeld van Colenbrander sluit aan bij de steeds vaker gehoorde opvatting dat bloemkoolwijken de nieuwe achterstandswijken van de toekomst zijn. De romanschrijver Joris van Casteren heeft daar met zijn roman In Lelystad (2008) ook een aardige bijdrage geleverd door met verve de troosteloze hofjes van deze gemeente neer te zetten. Alleen: de werkelijkheid van de vele bloemkoolwijken in Nederland is op heel veel plaatsen anders. Ubbink en Van de Steeg wijzen daar met nadruk op. Er zijn onmiskenbaar op een aantal plaatsen tekenen van downgrading te signaleren, maar dat zijn vaak stukjes probleembuurt van een grotere wijk, op de meeste plekken zijn de woningen populair en is hun kwaliteit zodanig dat grootschalig herstel (vooralsnog) niet nodig is. De auteurs spreken van voldoende speelruimte voor geleidelijk en preventieve interventie, waarbij ze de kanttekening maken dat corporaties in woonbuurten met veel probleemkenmerken veel terughoudender moeten zijn met het verkopen van hun woningen. De auteurs zien de toekomst van de Nederlandse bloemkoolwijken met vertrouwen tegemoet. Ze zien kansen voor een kleinschalig en onderscheidend aanbod van hedendaagse collectieve woonvormen in deze wijken. Denk, schrijven ze, aan een zorgbrink, thuiswerkerf, tuinhof, campingerf, hotelhof, bejaardenbrink, ecohof of kindererf. De studie van Ubbink en Van der Steeg is eerder een rehabilitatie van het woonerf dan een bijdrage aan een verdere afbladdering ervan. Voor de studie die u hier in handen hebt, geldt dat ook. De Studie Woonerven Lunetten van de hand van de stadssocioloog Ivan Nio en architecten Willemijn Lofvers en Nynke Jutten is een initiatief van het Utrechtse Architectuurcentrum Aorta en mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van het Stimuleringsfonds voor Architectuur, de SEV, de gemeente Utrecht en de woningcorporaties Mitros en Portaal. De Studie Woonerven Lunetten is onderdeel van het publieke ruimte programma Where Life Swirls van de SEV. In dit programma staat centraal hoe je gewone publieke ruimten meer kwaliteit kan geven. De woonerven en binnenterreinen van bloemkoolwijken zijn daar een exemplarisch voorbeeld van. De Studie Woonerven Lunetten focust op de overgangen tussen privéruimte, openbare ruimten en collectieve ruimten en op het gebruik van de collectieve ruimten. 3

4 De overgangen worden vaak als de achilleshiel gezien van deze wijken. Wie bloemkoolwijken wil verbeteren, ontkomt er niet aan hier aandacht aan te besteden. Met alleen het fysiek verbeteren van de woningen, kom je er niet. De auteurs van deze studie betogen dat de collectieve ruimten van Lunetten grote (verborgen) kwaliteiten hebben en bijzonder gewaardeerd worden door de bewoners. De bedenkelijke geur van vergane glorie, die Colenbrander signaleert, is niet in Lunetten te vinden. Integendeel. Woonerfwijk Lunetten beleeft een vitaal tweede leven. Interessant aan De Studie Woonerven Lunetten is dat ze als voorbeeld kan dienen voor situaties elders in Nederland. Het Nederlandse woonerf lijkt meer toekomst te hebben dan niet zo lang geleden door velen is gedacht. Dit rapport reikt verbeterpunten die ook elders zijn te benutten, zo kunnen kleine ruimtelijke ingrepen vaak al heel extra kwaliteit toevoegen. De studie staat ook stil bij de vraag in hoeverre het onderhoud van binnenterreinen in handen van bewoners gelegd kan worden; een actueel thema in een tijd waarin geprobeerd wordt door gemeenten, corporaties en niet in de laatste plaats bewoners zelf, concepten als zelforganisatie en zelfbeheer handen en voeten te geven. Studie Woonerven Lunetten is mede mogelijk gemaakt door de inzet van het bewonersoverleg Lunetten en de bewoners en professionals die hebben deelgenomen aan interviews, workshops en debat. Radboud Engbersen (SEV) Rianne Pruis (Architectuurcentrum Aorta) 4

5 Studie Woonerven Lunetten INHOUDSPGAVE Voorwoord Inleiding Lunetten, Een geschiedenis van inspraak Inspraak Marges tussen privé- en collectieve ruimten Sociale heterogeniteit versus homogeniteit Van inspraak naar collectieve invloedssfeer Lunetten in onderzoek en percepties, Probleemwijk of gemiddelde wijk? Een gemiddelde wijk Sociale samenhang Openbare ruimte Een dorp in de stad of typische stadswijk? Ruimtelijke analyse van collectieve buitenruimten in Lunetten: het woonerf en het binnenhof Balearen. Het woonerf Dolomieten. Het binnenhof Overgangzones, collectieve buitenruimten en de collectieve invloedsfeer Lunetten in de beleving van zijn bewoners Woongeschiedenis, vestigingsmotieven en verwachtingen Sociale contacten Gebruik en beleving van het woonerf en het binnenhof Tot slot Conclusies en aanbevelingen Het algemene debat ( Learning from Lunetten ) Het debat over Lunetten Bibliografie..72 Bijlage Colofon

6 6

7 Studie Woonerven Lunetten INLEIDING De woonerfwijken uit de jaren zeventig en tachtig staan al enige tijd in de belangstelling van de vakgemeenschap. Kritiek op de ruimtelijke opzet van deze wijken is eigenlijk al te horen sinds het eind van de jaren tachtig. De wijken hebben een structuur die te vergelijken is met een bloemkool: dood- of rondlopende straten en woonerven zijn aangetakt op een beperkt aantal kronkelige hoofdwegen. Het is voor bezoekers lastig om zich te oriënteren en er de weg te vinden. De hoofdstructuur raakt vaak min of meer toevallig de afzonderlijke buurten, waardoor sommige achterkanten van woningen aan de hoofdstructuur grenzen. Ook aan de voorkant is er soms onduidelijkheid door geleidelijke overgangen met bergingen vóór het huis. Het onderscheid tussen private, collectieve en de openbare ruimte is niet altijd duidelijk en er is teveel betekenisloos snippergroen. Daarnaast wordt de laatste jaren op basis van statistische gegevens geconstateerd dat een aantal van deze wijken in sociaal opzicht min of meer afglijden. Er is sprake van een proces van downgrading door een afname van het gemiddeld inkomen en opleidingsniveau van de bewoners. Deze wijken komen in een meer ontspannen woningmarkt onder druk te staan. In sommige gevallen kunnen ze de concurrentie niet aan met Vinex-wijken of opgeknapte vroeg-naoorlogse wijken. Er is zelfs kans dat ze afglijden naar de onderkant van de regionale woningmarkt. Het zijn niet langer vanzelfsprekende suburbane woonmilieus (Middelkoop, 2006; SEV, 2008). Om het feitelijk gebruik en de betekenis van de collectieve buitenruimten in woonerfwijken te achterhalen zijn Bureau Lofvers, Jutten Architectuur en Nio Stedelijk Onderzoek een ruimtelijk en sociologisch onderzoek gestart. Het onderzoek heeft geresulteerd in de Studie Woonerven (2009). In tegenstelling tot veel studies naar woonerfwijken, is gekozen voor een kanteling van het perspectief. Het onderzoek start niet vanuit de hoofdstructuur of een aantal statistische gegevens, maar vanuit het privédomein van de woning en de zogenaamde overgangszones (de voordeur, voortuin, berging, erfgrens, etc.) tussen het private en het collectieve domein. Dit is het perspectief waar de bewoners zelf dagelijks mee te maken hebben en die voor een belangrijk deel ook de kwaliteit van de woonerfwijken bepaalt. De focus in het onderzoek ligt op de relatie tussen private en collectieve ruimten in woonerven met eengezinswoningen. De Studie Woonerven is voor Architectuurcentrum Aorta aanleiding geweest een onderzoek te starten naar het gebruik en beleving van de woonerfwijk Lunetten in Utrecht. In opdracht van Aorta en met financiële steun van de SEV, de woningcorporaties Portaal en Mitros, gemeente Utrecht, het Bewonersoverleg Lunetten (BOL) en het Stimuleringsfonds voor Architectuur is dit onderzoek naar een aantal concrete collectieve ruimten tot stand gekomen. Het doel van het onderzoek was te achterhalen wat de succesfactoren en de knelpunten zijn van deze collectieve ruimten in Lunetten. Wat kan beter en wat kan men ervan leren op andere plekken in Nederland? De onderzochte collectieve ruimten, die deels begrensd worden door eengezinswoningen, zijn vergelijkbaar met de woonerfwijken die in de Studie Woonerven bestudeerd zijn. Het onderzoek beperkte zich tot het zuidelijk deel van Lunetten, waar voornamelijk blokken met eengezinswoningen staan. De situatie op de binnenterreinen die worden omringd door appartementen hebben wij niet in beeld gebracht. 7

8 Dit sociaal-ruimtelijk onderzoek bestaat uit een ruimtelijke en een sociale analyse en is verricht door een team van architecten en sociologen. De onderzochte collectieve buitenruimten zijn geselecteerd op basis van gesprekken met professionals in de wijk (een woonerf in de Balearen, twee binnenhoven in de Dolomieten en twee binnenhoven in de Tongas). Vervolgens zijn de oorspronkelijke ruimtelijke plannen bestudeerd, is er een ruimtelijke analyse gemaakt en zijn professionals en bewoners geïnterviewd. Ook zijn er twee workshops gehouden; een rond de ruimtelijke opgaven in een woonerf en een tweede over de sociaal-ruimtelijke opzet in een binnenhof. Een afsluitende discussie met bewoners en professionals heeft extra inzicht gegeven in de knelpunten en leverde een eerste aanzet voor aanbevelingen. In hoofdstuk 1 is beschreven hoe het planproces voor de ontwikkeling van Lunetten verlopen is en welke idealen ten grondslag hebben gelegen aan het planproces en het uiteindelijke stedenbouwkundig ontwerp. In hoofdstuk 2 zijn de resultaten van recente onderzoeksrapporten en percepties van professionals van Lunetten beschreven. Vervolgens zijn in hoofdstuk 3 de resultaten van de ruimtelijk-typologische analyse uiteengezet voor een woonerf en een binnenhof. In hoofdstuk 4 wordt de vraag beantwoord hoe de ruimtelijke opzet van binnenhoven, woonerven en overgangszones zich verhoudt tot hedendaagse woonwensen. Daarvoor zijn de resultaten uit het recente onderzoek naar woonerfwijken en de opvattingen van professionals die zijn geïnterviewd, vergeleken met de resultaten van de interviews met bewoners. Hoofdstuk 5 bevat conclusies en aanbevelingen voor verbeteringen aan de collectieve buitenruimten in Lunetten. Daarnaast zijn aanbevelingen geformuleerd voor het landelijke debat over woonerven in Nederland. 8

9 Studie Woonerven Lunetten 1. LUNETTEN, EEN GESCHIEDENIS VAN INSPRAAK In dit hoofdstuk zijn de idealen die ten grondslag hebben gelegen aan de ruimtelijke ontwikkeling van Lunetten en de collectieve ruimte in het bijzonder, uiteengezet. Kenmerkend voor de ontwikkeling van Lunetten zijn het ingenieuze systeem van inspraak, de ruimtelijke marges tussen privé en openbaar en de vermenging van woningtypologie op blokniveau. Lunetten is tot stand gekomen op basis van het globale bestemmingsplan uit Het plan behelst een uitbreidingswijk met 3500 woningen, 600 wooneenheden voor studenten en 100 bejaardenwoningen. De verhouding laagbouw/middelhoogbouw zou ongeveer vijftig procent bedragen. (Brinkman, 2004). In het zuidelijk deel zijn vooral eengezinswoningen gerealiseerd, in het noordelijk deel vooral in de omgeving van het NS Station - bestaat het overgrote deel van de bebouwing uit middelhoogbouw. Het Bestemmingsplan bepaalde de gewenste clustergrootte van ongeveer 170 woningen, op basis van herkenbaarheid, loopafstanden, contactmogelijkheden voor volwassenen en kinderen en speelgelegenheid voor de jeugd. Deze vlekken zijn vervolgens door diverse architecten uitgewerkt. De bouwwerkzaamheden zijn in de tweede helft van de jaren zeventig gestart. In de planontwikkeling is sprake van een breuk rond Vanaf dat jaar wordt er net als elders in Nederland op de uitvoering van de woningen en de buitenruimte bezuinigd en worden in de deelplannen meer gestapelde bouw en hogere dichtheden gerealiseerd. De idealen verwateren. Door de crisis van 1979 zijn de woonerven uit de jaren tachtig soberder uitgevoerd en bevatten ze meer sociale-huurwoningen dan de groenere en ruimere woonerfwijken uit de jaren zeventig (Giessen, e.a., 2008). 1.1 Inspraak Lunetten is tot stand gekomen door een ingenieus proces van inspraak. Dit open planproces, de ruimtelijke vertaling daarvan en het huidige functioneren van de wijk maakt Lunetten tot een interessante casus in de reeks woonerven die in deze periode zijn gebouwd. In Lunetten zijn bewoners vanaf het begin af aan intensief betrokken geweest bij de opzet en het beheer van hun wijk. De inspraak ten tijde van het ontwerp en de ontwikkeling van Lunetten betrof alle schaalniveaus; van de opzet van de wijk tot de indeling van de woning. De inspraak betrof niet alleen de zeggenschap van (nieuwe) bewoners, maar ook de posities en de rollen van de verschillende partijen in het ontwerpproces. De betrokkenheid van toekomstige bewoners bij het planproces heeft zich in de latere jaren vertaald in een actieve wijkorganisatie op allerlei schaalniveaus en een grote betrokkenheid bij bepaalde elementen uit de wijk, zoals de groenstructuur, de hoven, maar ook inzicht in de ontwikkelingsprocessen van de wijk. 9

10 Het planproces werd vertaald naar vier inspraakniveaus die resulteerden in verschillende planvormen: Bestemmingsplan Bebouwingsplan Bouwplan Inbouwplan Bestemmingsplan Nadat de stedenbouwkundigen Fledderus/Van Gent in 1970 hun plan hadden gepresenteerd, is er door de bewoners veel invloed op uitgeoefend. Met name de Werkgroep Lunetten, waarin planologen, architecten, journalisten en biologen zitting hadden, toentertijd nog merendeels studenten, heeft veel invloed gehad op het uiteindelijke bestemmingsplan. De werkgroep presenteerde in 1972 het rapport Betaalbaar Lunetten Haalbaar. De ideeën op het gebied van het groen en de bestaande topografische elementen (zoals het Houtensepad en Koppedijk, Inundatiekanaal, bomenrijen en sloten) gingen de hoofdstructuur van het plan bepalen (Brinkman, 2004). Nadat het bestemmingsplan voor Lunetten door de gemeente was vastgesteld is projectontwikkelingsmaatschappij Lunetten B.V. in het leven geroepen, waarin naast de gemeente ook negen (later gefuseerd tot drie) woningbouwverenigingen zitting hadden. De gemeente droeg zorg voor de aanleg van een wegennetwerk, openbare parken en scholen. Ook was zij verantwoordelijk voor het opzetten van het inspraakproces. Lunetten B.V. realiseerde de woningen, het winkelcentrum en kantoren waarbij de resultaten van de inspraakprocedure als uitgangspunt dienden. Bokelman zou als stedenbouwkundig adviseur van de gemeente, de uitgangspunten van het bestemmingsplan bewaken (Brinkman, 2004). Bebouwingsplan Het Bestemmingsplan uit 1974, waarin bestemmingen en het programma voor vlekken waren vastgelegd, werd door het Architektenteam Lunetten in opdracht van Lunetten B.V. nader uitgewerkt in een bebouwingsplan. De architecten hadden een intensieve bemoeienis met de ruimtelijk opzet en plannen op wijkniveau en waren niet alleen betrokken bij de uitwerking van hun eigen vlek. Frans van der Werf van Kokon Architecten was één van de architecten die deel uitmaakte van het architectenteam dat het vlekkenplan van Lunetten verder uitwerkte. Een belangrijke inspiratiebron voor het ruimtelijk ontwerp van Lunetten vormde zijn geboorteplaats Bergen op Zoom, een herbergzame stad met veel hoven, met een menselijke schaal waar je kunt dwalen ( ik ben dol op hoven, aldus Van der Werf). Hij ageerde fel tegen de grootschalige, in zijn ogen vervreemdende wijken als de Bijlmer en Ommoord. Van der Werf is van mening dat mensen behoefte hebben aan ontmoeting en aan het creëren van een eigen alledaagse sfeer. Directe voorloper van Lunetten was Molenvliet in Papendrecht, het eerste project van Van der Werf. Hier had hij ervaring opgedaan met het ontwerpen van een stedelijk weefsel met hofjes in hoge dichtheid. (interview, ). De vijf architecten van het architectenteam hadden de stedenbouwkundige uitgangspunten in het boekje Inspraak-patronen beschreven; een stedelijk weefselplan in de geest van de SAR (Stichting Architecten Research), dat het kader vormde voor de ruimtelijke ontwikkeling van Lunetten. 10

11 Studie Woonerven Lunetten Een aantal ruimten verankerden de hoofdopzet van de wijk: een singel, een gracht en een brede laan, groenstroken, een riviertje en een kanaal langs achterkanten van woningen. Zij werden als volgt omschreven: de zuidelijke Lusweg wordt een laan, de noordelijke Lusweg een verkeersader, het Houtense pad wordt een singel, de verbinding tussen centrum en station een gracht, de Wulvenbroekwetering stroomt door een binnenterrein, oost-west georiënteerde groenstroken en het Inundatiekanaal langs achterkanten van woningen. Daarnaast werden drie thematische ruimtesoorten overeengekomen: de woonstraat (een straat met publieke wanden), het kleine pleintje en het ruim omsloten achterterrein. Over de uitwerking van deze ruimtelijke patronen werd met toekomstige bewoners gediscussieerd. De collectieve ruimten vormden belangrijke elementen in het ontwerp van Lunetten omdat ze de sociale doelstellingen van de architecten zoals ontmoeting, ontplooiing en herbergzaamheid zouden moeten realiseren. Bij het patroon straten met publieke wanden was gesteld dat relatief smalle straten het publieke karakter, de gezelligheid en de herbergzaamheid van de straat versterken. Met name hoeken worden aangewezen als ontmoetingspunten en herkenningspunten. De patronen zoals Christopher Alexander die in het boek A pattern language had beschreven - een boek dat ook van grote invloed is geweest op Van der Werf, vormden een leidraad voor onder andere het bepalen van de schaal van de buitenruimte en de parkeerunits. Het patroon ruime omsloten binnenterreinen is als volgt omschreven: de achterkant van de woning is een interessant buitengebied voor bewoners. Op deze plek is behoefte aan beschutting, privacy en vrijheid van handelen, maar ook wenst de helft van de bewoners een uitloop van de privétuin in een semipublieke sfeer met gemeenschappelijk groen, een zandbak, een speelveldje en water. Het groen is belangrijk in verschillende hoogtes: gras, struiken en kleine bomen. Het moet een veilig speelgebied voor kleine kinderen zijn. Deze plek vormt een contrast met de straten aan de voorkant van de woning. Daarom: maak voor de helft van het plan ruime binnenterreinen, die voor het grootste deel met bebouwing zijn omsloten. De minimumbreedte van de ruimte tussen de bebouwing dient vijfentwintig meter te zijn. Daardoor kan er tussen de eigen tuintjes een gebied overblijven voor gemeenschappelijk gebruik. Bebouw ook de hoeken, want dat versterkt de omslotenheid (Van der Werf, 1993, p.41). De stap naar een volwaardig en bindend weefselplan is uiteindelijk nooit gezet. Het architectenteam en hun opdrachtgevers gingen akkoord met de ruimtesoorten, maar niet met het totaalpakket van weefselafspraken. De bouwteams werkten de vlekken zelfstandig uit en improviseerden de overgangen naar de buurvlekken (Van der Werf, 1993, p.42). De onderlinge afstemming van deelplannen is daardoor minder goed gelukt. Het heeft geleid tot een aanpak, waarbij de architectuur leidend is en niet de ruimtelijke opzet van de wijk. Bouwplan De uitwerking van de woonvlekken vormde het derde niveau van inspraak. De architecten die zitting hadden in het architectenteam waren verantwoordelijk voor de ruimtelijke opzet. Zo werkte de Werkgroep Kokon Architekten (voorheen Van Tijen, Boom, Posno en Van Randen) met oa. Frans van der Werf de eerste vlekken 6 en 7 verder uit. De ontwerpgroep Nationale Woningraad was verantwoordelijk voor de uitwerking van vlekken 11 en 12. Aan de toekomstige bewoners werd gevraagd naar welk straattype (voetgangersstraat, woonerfstraat, autostraat) en de daarmee samenhangende straatprofielen (oriëntatie van de woningen) hun voorkeur uitging. Bokelman: Kokon was erg voor inspraak. Samen met Lunetten B.V. hebben ze allerlei nieuwe vormen van inspraak bedacht: of je aan de lusweg wilde wonen, of juist aan het water, of in een tussenstraatje. 11

12 Vervolgens was het ook nog mogelijk de soort woning te kiezen, breed, smal, diep, ondiep. In de derde fase hebben we verschillende oplossingen voor de binnenterreinen getekend, waaruit men kon kiezen. Er is dus een enorme hoeveelheid inspraak in gaan zitten. Later is dat allemaal veel minder geworden. Bij vlek 11 en 12 was het in die mate al niet meer vol te houden, bij 1 en 2 was het er al helemaal niet meer (in: Brinkman, p.40). Inbouwplan Het vierde inspraakniveau betrof het inbouwplan. Samen met het bouwplan verwoordt als drager en inbouwplan. De drager is de verkavelbare ruimte: de opzet van de bouwblokken en de architectuur van het gebouw. Bij de gestapelde bouw behelst het ook de gedeelde ontsluitingsruimten, balkons, etc. Het inbouwplan betreft het interieur van de woning. De architect was met de opdrachtgever (corporatie) verantwoordelijk voor het eindbeeld van het bouwblok. De bewoner werd in de ideale situatie als opdrachtgever van het inbouwplan beschouwd, niet alleen van de koop- maar ook van de huurwoningen. De bewoners tekenden met behulp van de architect/studenten hun voorkeursindeling uit voor de aan hen toegewezen woning. De bewoners bepaalden zodoende of de woonkamer of keuken aan de voor- of achterzijde van de woning gepositioneerd werd. 1.2 Marges tussen privé- en collectieve ruimten Vanaf het beroemde artikel Drempel en ontmoeting van Hardy en Hertzberger in Forum (1959) is het vormgeven aan de drempel tussen huis en buiten, tussen mens en medemens, een zoektocht voor een nieuwe generatie ontwerpers. De overgangszones tussen privé en publieke ruimten vormden de nieuwe uitdaging voor ruimtelijk ontwerpers. In Lunetten werden deze overgangszones gedefinieerd als marges. Het betreft de vooren de achtertuinen van de woningen die het domein zijn van de bewoner en door bewoners zelf in te richten. Ook de principes van de SAR hebben betrekking op het creëren van marges voor en achter de woning, tussen het publieke of collectieve en het private domein. De marges tussen publieke of collectieve en private ruimten in Lunetten werden door het architectenteam beschreven in het document Inspraak-patronen. Daarin stonden voorwaarden als ruime omsloten binnenterreinen maar ook de woning heeft een voor- en achterkant als patronen opgesteld die de sociale doelstellingen van de architecten (ontmoeting, ontplooiing en herbergzaamheid) zouden moeten realiseren. De patronen bemiddelden tussen het verlangen naar privacy en de behoefte aan collectiviteit, tussen de meer formele voorkant van de woning en een informele achterzijde. De overgangszone kreeg een duidelijke plek in de planvorming: De diepte van de voor- en achtertuin en de plaats van de bijgebouwen bepaalt de mate van dicht en open, privacy en uitzicht tussen de woning en het openbaar terrein (Inspraak-patronen, 1974). Er is geëxperimenteerd met deze margegebieden waarbij er drie oplossingen zijn bedacht voor de voorzijde: een kleine privémarge, een grote privémarge en een grote bebouwingsmarge met berging, carport of garage. De marges gaven ook vrijheid aan de architect en de opdrachtgever om het zelf in te vullen via een proces van open ontwerpen, aldus Van der Werf. 12

13 Studie Woonerven Lunetten Een woning in onze samenleving heeft een voorzijde en een achterzijde. De achterzijde is een gebied dat van het openbare ligt afgekeerd. Het is de plaats van het privébuiten, waar je je echt op je gemak voelt op eigen erf, waar de kleinste kinderen zonder gevaar buiten kunnen spelen, waar gegeten wordt bij mooi weer, waar getuinierd wordt en kippen gehouden. De achterkant, het achtererf is de informele buitenruimte van de woning, in tegenstelling tot de meer formele voorzijde. De informele activiteiten-achterruimte vraagt om extra beschutting, om luwte, het dient het meest herbergzame gebied van een woonomgeving te zijn, zoveel mogelijk gescheiden van lawaai en stank door auto s en brommers. In de moderne samenleving is er echter ook de behoefte gegroeid om tuinen aan de achterzijde te doen uitkomen op een meer collectief gebied waar niet alleen wat grotere kinderen met elkaar nog buiten het verkeer kunnen spelen, maar waar ook ruimte is voor moestuinen of een geit, een grote zandbak of speelvijver (Inspraak-patronen, 1975). 1.3 Sociale heterogeniteit versus homogeniteit Lunetten zou volgens het bestemmingsplan uit 1974 een gemengde wijk moeten worden zonder extremen in sociale status en met een gemengde samenstelling van de bevolking naar leeftijd en soorten huishoudens (Brinkman, 2004). Die menging betrof alle schaalniveaus. Het programmatische ideaal van Lunetten is dat de vereiste menging aan woningtypen op het niveau van de wijk is doorgezet tot in de bouwblokken. Aan dit ideaal van menging lag geen consistente sociologische theorie ten grondslag (er waren ook geen sociologen betrokken bij de planvorming; de bewoners werden als deskundigen benaderd), maar eerder een aantal veronderstellingen over de gewenste samenleving op blokniveau. Christopher Alexander hield een pleidooi voor een mix aan verschillende huishoudenstypen om zo een diverse gemeenschap op lokaal niveau te creëren: Each person can find in the face-to-face life of his neighborhood at last passing contact with people from every stage of life (p. 189). Die mix werkt volgens Alexander al vanaf het schaalniveau van het cluster dat bestaat uit een dozijn huishoudens en kon worden bereikt door verschillende woningtypologieën bij elkaar te plaatsen. Een collectieve buitenruimte is van belang om ontmoeting te faciliteren. The cluster seem to work best if they have between 8 and 12 houses each, with one representative from each family, this is the number of people that can sit round a common meeting table, can talk to each other directly, face to face, and can therefore make wise decisions about the land they hold in common (p.200). In all cases common land which is shared by the cluster is an essential ingredient. It acts as a focus and physically knits the group together. This common land can be as small as a path or as large as a green (p. 201). Met het concept van de buurtsamenleving op blokniveau in Lunetten is echter iets vreemds aan de hand, omdat er vanuit twee modellen tegelijkertijd is gewerkt; enerzijds vanuit het communitaristische idee van een heterogene gemeenschap op blokniveau, anderzijds vanuit het meer liberalistische idee van een zekere homogeniteit qua leefstijl. Uit sociologisch en geografisch onderzoek was namelijk gebleken dat de verschillen tussen huishoudens niet te groot moeten zijn om tot iets gemeenschappelijks komen. Dat laatste is ook in het Bestemmingsplan Lunetten onderkend: Er dienen kleine buurten of onderdelen van buurten te worden geformeerd die het mogelijk maken dat inwoners van ongeveer gelijke levensstijl direct bij elkaar wonen (p.52). 13

14 De poging om tot een uitsortering te komen van leefstijlen als een waardenoriëntatie of culturele dimensie van het wonen vond plaats op basis van ideeën van de socioloog Grünfeld (die adviseerde om te streven naar homogene buurten in heterogene wijken ). In Nieuwegein, Beijum in Groningen en Spijkenisse zijn woonerven gerealiseerd op basis van dit uitgangspunt. Het lijkt erop dat er in Lunetten is geprobeerd om twee verschillende concepten van een lokale samenleving met elkaar te verenigen. Enerzijds probeerde men te komen tot een heterogeniteit van huishoudens en leeftijden op het schaalniveau van het blok. Tezelfdertijd werd er op dit lage schaalniveau gestreefd naar een zekere homogeniteit qua leefstijl. 1.4 Van inspraak naar collectieve invloedssfeer Kunnen we anno 2011 stellen dat de ruimtelijke opzet van de collectieve buitenruimten, die het resultaat is van de idealistische uitgangspunten van veertig jaar geleden geslaagd is? Is het gelukt om een herbergzame wijk te ontwerpen gericht op sociale contacten door middel van het ontwerp van hoven en overgangszones? Kortom, hebben de idealistische uitgangspunten van menselijke maat en inspraak bijgedragen aan een collectieve invloedsfeer, een publieke ruimte die men zich toe-eigent, waar contacten gelegd en onderhouden worden en die bijdraagt aan verbondenheid met de woonomgeving? De afgelopen jaren is vaak gesteld dat het collectieve gedachtegoed uit de jaren zeventig haaks zou staan op de huidige individualisering, de grotere diversiteit aan bewoners en de gevoelens van onveiligheid. Ook in Lunetten bestaan er aanwijzingen dat het idealistische concept op het niveau van de collectieve ruimte niet overal even goed heeft uitgepakt. Zo zijn in Lunetten de afgelopen jaren meerdere parkeergarages, portieken en een achterpad afgesloten. De landschapsarchitect Hans Pemmelaar die betrokken was bij het ontwerp van de buitenruimte in Lunetten constateert dat het mensbeeld in de jaren zeventig te rooskleurig was: Wij gingen destijds uit van doorgaande paden langs de wetering, dat was in de tijd dat de mens goed was. Maar op een gegeven moment zijn daar allemaal vervelende dingen gebeurd, zoals inbraken via die paden. Alles open, geen hekken, het zijn te grote idealen geweest (Brinkman, p. 118). Het is de vraag welke betekenis de overgangszones en de collectieve ruimten vandaag de dag hebben. In de volgende hoofdstukken zal deze vraag verder uitgewerkt en beantwoord worden. 14

15 Studie Woonerven Lunetten 15

16 Beeldkatern 1: Wijk Bestemmingsplan Lunetten,

17 Studie Woonerven Lunetten Inspraakniveaus volgens inspraakpatronen, 1975 Definitie van marges volgens bestemmingsplan,

18 Situering Lunetten ten opzichte van stad (centrum) en buitengebied 7 Studiegebieden 11 7: Dolomieten 11: Balearen 17: Tongas 17 c BM bewerking JA/BL m Ruimtelijke opzet Lunetten (infra versus groenstructuur) 18

19 Studie Woonerven Lunetten c BM bewerking JA/BL m Hoogbouw in Lunetten c BM bewerking JA/BL m Voorzieningen in Lunetten 19

20 20

21 Studie Woonerven Lunetten 2. LUNETTEN IN ONDERZOEK EN PERCEPTIES, PROBLEEMWIJK OF GEMIDDELDE WIJK? Dit hoofdstuk geeft een overzicht van resultaten van recente onderzoeksrapporten en beleidsnota s en percepties van professionals over Lunetten. Is Lunetten een wijk in verval of is er slechts sprake van weeffoutjes en verbeterpunten? Het antwoord op deze vraag in bestaande rapporten en nota s loopt uiteen van neutraal ( een gemiddelde wijk ) tot problematisch als het gaat om de ruimtelijke opzet en de sociale ontwikkelingen. 2.1 Een gemiddelde wijk De kansenkaart die is opgesteld door de Atlas Gemeenten (2008) is sterk gericht op negatieve indicatoren en op het signaleren van leefbaarheidsproblemen plus de oorzaken daarvan. Met auto-inbraken en overlast van omwonenden valt het in Lunetten wel mee. Leefbaarheidsproblemen zijn er echter wel en die doen zich in de wijk versnipperd voor. Van de overheersende problemen zijn bekladding, woninginbraken en rommel op straat relatief groot in de hele wijk, aldus de Atlas. Terwijl vernielingen en overlast van jongeren vooral in delen van het zuiden en westen van Lunetten voorkomen. De leefbaarheidsproblemen zouden volgens de kwantitatieve analyse van deze Atlas - die louter problemen schetst zonder goede duiding van de specifieke sociale en fysieke omstandigheden - vooral veroorzaakt worden door een eenzijdige bevolkingssamenstelling (relatief weinig ouderen, gezinnen met kinderen en zelfstandigen) en de kwaliteit van de fysieke omgeving. Er is in Lunetten relatief veel sociale huur, veel hoogbouw en vooral veel zogenoemde bloemkoolbebouwing ( ) Al die typen bebouwing blijken in de modellen samen te gaan met meer problemen op het gebied van overlast en onveiligheid omdat mensen er minder zuinig zijn op hun woonomgeving of omdat de onoverzichtelijke structuur van de wijk sociale controle bemoeilijkt. Er zijn in de afgelopen jaren meer onderzoeken verricht naar Lunetten (Inbo, 2001; Middelkoop, 2009) alsmede sterkte-zwakteanalyses voor gebiedsvisies opgesteld (Portaal, 2008; gemeente Utrecht, 2008). Het beeld dat naar voren komt uit al deze studies en rapporten is dat Lunetten een gemiddelde wijk is in Utrecht. In een aantal opzichten wijkt het wat af. Het aandeel allochtone bewoners is minder dan gemiddeld en het opleidingsniveau en de sociaal-economische positie van de bewoners scoort net iets hoger dan het Utrechts gemiddelde. Aan de andere kant heeft van alle verhuringen van Portaal 45% van de huishoudens een inkomen op bijstandsniveau of iets daarboven (Portaal, 2008). Dat betekent dat er in de wijk grote verschillen zijn in de sociaal-economische positie van de huishoudens of dat een groot deel van die armere huishoudens bestaat uit studenten. 2.2 Sociale samenhang Het aantal koopwoningen in Lunetten is in de afgelopen jaren flink toegenomen en bedraagt momenteel bijna 40%. Uit de rapporten komt geen duidelijk beeld naar voren van de sociale samenhang in de wijk. 21

22 Soms is het oordeel over de sociale samenhang opvallend negatief: In vergelijking met de stad als geheel is de sociale samenhang en betrokkenheid van bewoners bij hun wijk in Lunetten gering (Inbo, p.49). Lunetten is voor tal van bewoners een doorgangswijk en er heeft altijd een grote groep bewoners gewoond met weinig of geen binding. Oorzaak is het grote aantal studentenwoningen en de hoge huren (Brinkman, 2004). De laatste jaren zou in Lunetten de sociale samenhang toenemen, aldus Inbo. Dat zou enerzijds te maken hebben met een toename van het aantal eigenaren van woningen, anderzijds hebben gevoelens van bedreiging de onderlinge banden versterkt. De toon in het rapport is zorgelijk: Opvallend is dat er zowel overdag als s avonds weinig mensen op straat zijn. Het eenzame straatbeeld overdag kan worden verklaard door het feit dat de mensen naar hun werk zijn. De verlatenheid in de avonduren heeft deels te maken met het ontbreken van gelegenheden om heen te gaan (p.52). Ook in het Wijkakkoord Lunetten (2008) wordt een geringe sociale samenhang en vereenzaming gesignaleerd. Het gevaar bestaat wel dat professionals een hele wijk een groot aantal problemen aanpraten, terwijl in het dagelijks leven veel bewoners misschien met hele andere dilemma s zitten (zie ook Reijndorp, 2010). Er is nog een ander verhaal over Lunetten te beluisteren. Veel bewoners zijn juist erg gehecht aan de wijk (Brinkman, 2004). Zo kent Lunetten sinds 1996 een actieve bewonersvereniging: het Bewonersoverleg Lunetten (BOL). Daarnaast was de uitgebreide website Lunetten.nl de eerste wijkwebsite van Nederland. Van oudsher wonen er veel hoogopgeleide bewoners in de wijk die zich bijvoorbeeld inzetten voor het ecologisch onderhoud van het groen. Het zelfbeheer door actieve bewoners concentreert zich in de parken en ecologische zones. Wel is de animo voor het zelfbeheer minder dan pakweg twintig jaar geleden. Gezien de diversiteit van de groepen in Lunetten worden er in verschillende nota s pogingen gedaan om een onderscheid te maken tussen meer en minder betrokken groepen bewoners. Volgens Maarten Brinkman, voorzitter van het BOL, is een derde van de bewoners gehecht aan de wijk. Daar zitten veel eerste bewoners bij. Een derde van de bewoners heeft helemaal niets met de wijk, dat zijn vooral studenten en starters. Deze fluctuerende groep heeft altijd in Lunetten gewoond. Ten slotte voelt een derde zich min of meer betrokken bij de wijk. De eerste groep van betrokken bewoners is volgens Brinkman wel groter geworden door de verkoop van huurwoningen. Volgens een medewerker van Mitros zou de eerste generatie bewoners bewust hebben gekozen voor Lunetten vanwege het dorpse karakter. De nieuwe instroom zou echter niet per se kiezen voor deze wijk maar vooral voor de woning. Deze stelling wordt verder niet onderbouwd. 2.3 Openbare ruimte In de rapporten en scans zijn er ook signalen van onbehagen over de woonomgeving. Het ecologisch onderhoud van de hoofdgroenstructuur strookt niet altijd met het veiligheidsgevoel van de bewoners (Inbo, 2001). Volgens het Wijkbureau Zuid is één van de problemen het achterstallig onderhoud van de openbare ruimte. Routes voor het langzaam verkeer liggen in de hoofdgroenstructuur en hebben een anoniem en onveilig karakter. In Lunetten zou 48% van de bewoners zich onveilig voelen in tegenstelling tot 35% in heel Utrecht. Ook over tieners en hangjongeren - die zich soms verzamelen op de binnenterreinen - wordt door bewoners veel geklaagd. Dat gevoel van onveiligheid zou deels ook worden veroorzaakt door het groen. 22

23 Studie Woonerven Lunetten Op sommige plekken is het onduidelijk waar het openbaar groen van de gemeente ophoudt en waar het semiopenbare groen en het privégroen van met name de corporaties begint. Het rapport van Middelkoop signaleert ook een gebrek aan eenduidigheid in de openbare ruimte, met name in de binnenhoven die verspreid in de wijk liggen. Zodra omwonenden het gebied niet adopteren ontstaat de kans op een ongedefinieerd achterterrein, wat in toenemende mate van niemand is (p.13). Het beeld dat van de openbare ruimte wordt geschetst, staat haaks op de oorspronkelijke idealen van de ontwerpers als plekken van ontmoeting. Volgens Middelkoop kan het twee kanten op met deze ruimten: enerzijds zijn ze kansrijk voor toe-eigening, anderzijds zijn ze kwetsbaar en afhankelijk van de specifieke bewonerssamenstelling. Middelkoop stelt voor om deze ruimten te collectiviseren, te privatiseren (uitgeven) of af te sluiten. In sterke mate wordt het succes of falen van kwetsbare gebieden gekoppeld aan de specifieke bewonerssamenstelling en levensfase van omwonenden. Een ander probleem zouden de HAT-eenheden zijn omdat de bewoners zich minder met de directe woonomgeving zouden bezighouden. Middelkoop stelt weliswaar dat Lunetten geen probleemwijk is en dat ook niet zal worden, maar hun analyse resulteert wel in een knelpuntenkaart van de wijk met een groot aantal kwetsbare plekken. 2.4 Een dorp in de stad of typische stadswijk? Aan de hand van de gesprekken die wij hebben gevoerd met professionals van gemeente en corporaties en het BOL kan het dreigende beeld die de Kansenkaart van de Atlas voor Gemeenten en de knelpuntenkaart van Middelkoop oproepen enigszins worden afgezwakt. Kleine problemen worden onder een vergrootglas gelegd, aldus een van hen. Nogmaals wordt bevestigd dat het niet slecht gaat met Lunetten. Er zijn hooguit een paar blokken waar zich problemen voordoen. Volgens Portaal (2008) zijn dat de complexen Zevenwouden, Twente, Graafschap en Simplonbaan. Ook in Frans Lunetten doen zich beheersmatige problemen voor in een complex van Bo-Ex. De corporaties signaleren de laatste jaren een instroom van bewoners uit herstructureringsgebieden in andere delen van Utrecht, zoals Kanaleneneiland. De binding van deze bewoners met Lunetten zou gering zijn. De wijk verstedelijkt verder in sociaal opzicht en het Lunettengevoel neemt wat af. Toch is Lunetten nog altijd een gemiddelde Utrechtse woonwijk die geliefd is bij veel bewoners. De ruimtelijke opzet is ook beter dan in andere bloemkoolwijken, aldus de corporaties. Ook lijkt er in tegenstelling tot sommige woonerfwijken geen sprake van downgrading als gevolg van een lager gemiddeld inkomen en opleidingsniveau. Het probleem is echter dat veel Utrechters een onterecht negatief beeld hebben over Lunetten. Kwaliteiten van Lunetten zijn nog altijd het dorpse karakter, suburbaan wonen in de nabijheid van de stad en de voorzieningen. Het is de groenste wijk van Utrecht en veel mensen waarderen dat. De nieuwe bewoners van koopwoningen zijn wel kritischer ten aanzien van het groen. Op de vraag wat Lunetten nu precies is, een dorp in de stad of een stadswijk, is geen eenduidig antwoord mogelijk. Volgens Mitros zou de herwaardering van de stad een probleem zijn voor Lunetten: de wijk is te suburbaan voor een stedelijk woonmilieu en te stedelijk om echt een suburb te zijn. De corporaties staan daarom voor een keuze: Lunetten versterken als een dorp (net als in de jaren zeventig) of als stadswijk. 23

24 24

25 Studie Woonerven Lunetten Beeldkatern 2: Vlek legenda openbaar groen groen water openbaar groen bebouwing water autostraat bebouwing woonerf autostraat voordeur woonerf voordeur Ruimtelijke opzet en oriëntatie van de woningen in vlek m openbaar groen water bebouwing autostraat woonerf 20 voordeur 100m m legenda openbaar groen water bebouwing autostraat openbaar groen woonerf water voordeur bebouwing autostraat woonerf voordeur openbaar groen water bebouwing autostraat woonerf 20 parkeerhof 100m voordeur Ruimtelijke opzet en oriëntatie van de woningen in vlek m m

26 legenda A1 gezinswoning A1 gezinswoning A2 gezinswoning A2 gezinswoning A3 gezinswoning + gezinswoning uitgebouwde entree A1 gezinswoning A2 gezinswoning A3 gezinswoning uitgebouwde entree A4 gezinswoning A5 gezinswoning uitgebouwde entree berging aan voorzijde B1 gezinswoning uitgebouwde entree berging en/of carport voorzijde B2 gezinswoning uitgebouwde entree berging en/of carport voorzijde G1 G2 G3 G4 appartementen G6 G7 aangepaste begane grond woning H gezinswoning in breedte georienteerd A4 gezinswoning A4 gezinswoning A5 gezinswoning + A5uitgebouwde entree gezinswoning entree + berging aan voorzijde berging aan voorzijde B1 gezinswoning B1 + gezinswoning uitgebouwde entree berging en/of carport voorzijde + berging en/of carport voorzijde B2 gezinswoning B2 gezinswoning + uitgebouwde entree berging en/of carport voorzijde + berging en/of carport voorzijde G3 G4 G1 G2 G3 G4 appartementen appartmenten G6 G7 G7 aangepaste begane woning grond begane grond H gezinswoning gezinswoning in breedte in breedte georienteerd Woningtypen vlek 11 (Balearen e.o.) A gezinswoning K drive-in woning C drive-in woning gezinswoning D gezinswoning L drive-in woning drive-in woning F gezinswoning G appartementen G K a b c d e f appartementen (maisonnette) drive-in woning L H appartementen drive-in woning a b c d e f appartementen (maisonnette) G a b c d e f appartementen (maisonnette) H a b c d e f appartementen (maisonnette) appartement A1 appartement A1 appartement A3 appartement A3 appartement C2 C2 vrij indeelbare eengezinswoning vrij indeelbare eengezinswoning C3 C3 vrij indeelbare eengezinswoning vrij indeelbare eengezinswoning bedrijfsuimte bergingen / technische ruimte onbekend legenda A gezinswoning gezinswoning C gezinswoning C gezinswoning D gezinswoning D gezinswoning F gezinswoning F gezinswoning a b c d e f (maisonnette) a b c d e f (maisonnette) A3 appartement C2 vrij indeelbare eengezinswoning C3 vrij indeelbare eengezinswoning bedrijfsuimte bedrijfsruimte bergingen / technische / ruimte technische ruimte onbekend Woningtypen vlek 7 (Dolomieten e.o.) 26

27 Studie Woonerven Lunetten eigendom gemeente Mitros eigendom gemeente particulier Mitros particulier Eigendomsverhoudingen vlek 11 (Balearen e.o.) eigendom gemeente Bo-ex Mitros particulier SW bruikleen eigendom gemeente Bo-ex Mitros particulier SW bruikleen Eigendomsverhoudingen vlek 7 (Dolomieten e.o.) 27

28 28

29 Studie Woonerven Lunetten 3. RUIMTELIJKE ANALYSE VAN COLLECTIEVE BUITENRUIMTEN IN LUNETTEN: HET WOONERF EN HET BINNENHOF Lunetten is een atypische bloemkoolwijk. Ze kenmerkt zich niet door de ogenschijnlijke ondoordringbare kluwen van woonerven; op Google luchtfoto s komt de wijk overzichtelijk over. De ruimtelijke opzet van Lunetten wordt gekarakteriseerd door een heldere structuur van (hoofd)wegen en groene ruimten. Wel typisch voor die bouwperiode is de architectonische verkleining van de schaal tot een menselijke maat. Zo hebben in Lunetten vrijwel alle woningen een kap. Lunetten is ook typisch jaren zeventig door het hiervoor beschreven planvormingsproces. De vormgeving van de wijk, woonomgeving en woning waren het resultaat van een intensief samenwerkingsproces tussen ontwerpers, opdrachtgevers en bewoners. De heterogeniteit aan woningtypologieën is groot met afwisselend laagbouw en hoogbouw, eengezinswoningen en appartementen of HAT-eenheden. Er zijn veel wooneenheden voor studenten gebouwd. Van de in totaal 5600 woningen in Lunetten zijn er ruim 1100 bedoeld voor studenten (schatting van Inbo). Er wonen momenteel ruim mensen in de wijk. De opzet van de woningen in buurtjes, de relatieve korte afstand tot de voorzieningen en de groene omgeving geven de wijk het karakter van een dorp. Lunetten heeft een winkelcentrum, een sociaalcultureel centrum (de Musketon), verschillende scholen en een treinstation, waardoor de wijk er wat betreft voorzieningen goed afsteekt. De aanwezige voorzieningen geven de wijk tegelijkertijd een stedelijk karakter. De hoofdopzet van de wijk laat zich karakteriseren door een netwerk van infrastructuur en groen. Daartussen liggen woonvlekken. De bestemmingen van de vlekken als wonen, winkels of scholen en het programma in aantallen zijn in het gemeentelijk bestemmingsplan (1974) vastgelegd. Dit plan werd aangevuld met het document Inspraak-patronen (1975), waarmee doelstellingen werden benoemd die de kwaliteit van de wijk zouden garanderen. De collectieve buitenruimten zijn in het document omschreven als patronen. In dit hoofdstuk worden het woonerf (Balearen) en het binnenhof (Dolomieten) ruimtelijk-typologisch met elkaar vergeleken. De onderzochte erven en hoven worden omsloten door woonblokken met relatief veel eengezinswoningen. De vraag op welke wijze de ruimtelijke opzet bijdraagt aan de oorspronkelijke doelstellingen als ontmoeting, ontplooiing en herbergzaamheid staat daarbij centraal. Hoe is zij vormgegeven en waardoor wordt de collectieve invloedssfeer in het alledaagse bepaald? 3.1 Balearen. Het woonerf Het geanalyseerde woonerf Balearen, ligt in vlek 11 dat in 1976 bebouwd is. Het is een klassiek opgezette architectonische schakel tussen infrastructuur en groen. Het erf bestaat uit een verbreding van de straat waardoor van een kleine openbare plek sprake is. Hier komen alle activiteiten samen: de auto, passerende fietsers, spelende kinderen, de toegang tot de woning en de jaarlijkse borrel met buurtgenoten. Rondom het erf staan rijtjes eengezinswoningen en een appartementencomplex met schuine kappen en allen uitgevoerd in dezelfde oranjerode baksteen. Alle woningen in vlek 11 zijn ontworpen door het ontwerpbureau van de Nationale Woningraad. De opzet en uitstraling varieert. 29

30 Het ene rijtje woningen heeft een ondiepe voortuin en grote raampartijen die uitkijken over het erf, twee andere rijen woningen hebben juist een diepe voortuin met een berging, maar zijn in kapvorm en nokhoogte verschillend. Het appartementencomplex met HAT-eenheden is een schaalvergroting van de eengezinswoningen. Ook dit complex heeft voortuinen aan het erf, al is in het gebruik niet duidelijk wie voor het onderhoud verantwoordelijk is. Aan de achterzijde grenzen de woningen aan de hoofdgroenstructuur. De entree naar het woonerf wordt gemarkeerd door hoekbebouwing, een bijzondere in de breedte georiënteerde eengezinswoning. Deze woning kijkt uit over erf en straat. Het erf is ingericht met parkeerplaatsen en een brede speelstrook tussen lage struikjes en bomen. Over het erf loopt een intensief gebruikte langzaamverkeersroute. De inrichting van de tuinen en oriëntatie van de woningen op het woonerf dragen bij aan de uitstraling en het gebruik van het erf. De maat van de voortuinen wisselt; de woningen aan de noordzijde hebben een diepe, zonnige voortuin met een grote berging. De tuinen aan de achterzijde zijn tijdens de inspraakrondes al met goedkeuring van de gemeente doorgetrokken tot aan de waterkant. Aan de voorzijde van deze woningen bevindt zich ook de (deur van de) berging; de woningen zijn daardoor toch op het erf gericht. De tegenoverliggende woningen hebben juist een ondiepe voortuin; zij hebben daardoor direct zicht op het erf. De bergingen van deze woningen staan aan de achterzijde; de achtertuinen zijn omsloten door hoge schuttingen. Behalve een tuin heeft dit type woning aan de achterzijde ook nog een dakterras. De hoekwoningen zijn het meest op het erf georiënteerd; alle kamers kijken uit op het erf. De woningen zijn breed en ondiep. De relatie met de achterzijde is sec functioneel; een plaatsje met een berging en een achterom. De marge aan de voorkant is smal, een voortuin van twee meter, aan de straatzijde is zij acht meter breed. De zijramen in de kopgevels zijn duidelijk zichtbaar bij het betreden van het woonerf en functioneren als wakend oog. Kinderen gebruiken het erf als speelruimte, volwassenen als parkeerplaats, bewoners groeten elkaar of maken een praatje als ze op weg zijn van huis naar auto en andersom. Op het erf staan aan de zonzijde bankjes van bewoners, er staat een skelter voor de berging geparkeerd en er slingert speelgoed rond in het verlengde van de tuinen. Een kampeerbus en een aanhangwagentje zijn bijna permanent op het erf gestald. Het is duidelijk dat het erf van iedereen is. Door de opzet van het erf en de posities van de bouwblokken op de kavels gaan de ruimtes bijna terloops in elkaar over. De voortuinen vormen de overgang tussen het publieke en strikt private domein van de woning zelf. Deze opzet geeft aanleiding voor interactie tussen de domeinen onderling als wel tussen het private en het publieke domein (binnen buiten, links rechts). De grenzen zijn weliswaar duidelijk gemarkeerd, doch de inrichting van de voortuin en het uitzicht van de woning op het erf dragen bij aan de collectieve invloedssfeer en de waardering en zorg voor deze woonomgeving. Het erf is eind 2010 op voorspraak van de nieuwe generatie bewoners door de gemeente opgeschoond en heringericht. De doorgaande fietsroute die de verblijfsruimte doorkruist conflicteert met het gebruik van het erf; ook bij herinrichting is dit niet opgelost. Ook is bij de herinrichting van het woonerf de entree vanaf de hoofdstructuur niet aangepakt. Deze entreeruimte hoort nergens bij en geeft een onverzorgd aanzicht van de wijk. Een andere opgave is ontstaan door het plaatsen van verkeersremmende hekjes op het doorgaande fietspad langs het Inundatiekanaal. Brommers en scooters nemen nu een sluiproute, via de achterpaden en over het erf, en tasten zo de rust van het wonen aan. Deze opgaven werden tijdens de workshop Balearen door de bewoners aan de orde gesteld. 30

31 Studie Woonerven Lunetten Het (woon)erf is in het document Inspraak-patronen omschreven als patroon 4; een erfstraat met publieke wanden. Iedere woning in onze samenleving behoeft eigenlijk een duidelijk onderscheid tussen een openbare en een privézijde. De openbare zijde is die zijde waar men een woning benadert; de privézijde waar je lekker op jezelf bent. Zowel aan de openbare als aan de privézijde kennen we de behoefte om te verblijven. De openbare (voor) zijde is de ontsluiting van de bebouwing, toch wenst niet iedereen dezelfde relatie met de openbare ruimte voor de woning. De één wil een directe beleving van het openbaar gebeuren vanuit zijn woonkamer, de ander heeft liever een bufferzone met garage, berging etc. De voorruimte is de straat, een lineaire buitenruimte. De vorm benadrukt de circulatiefunctie meer dan de verblijfsfunctie. De breedtemaat is het meest kenmerkende van die ruimte. Die breedte hangt af van a) de verkeerssoorten, voetgangers-, erf- en autostraten, en b) de overgang van openbaar-onbebouwd naar privé-bebouwd met kleine of grote bebouwings- of privémarges. Daarmee komt men tot een typering van het stratenpakket. Het straattype en de vorm geven identiteit aan een bepaalde straat, terwijl de invullingen van de margegebieden de identiteit van een woning aan die straat geven (Inspraak-patronen, 1975). 3.2 Dolomieten. Het binnenhof Vlek 7 is opgezet rond een aantal groene binnenterreinen (of binnenhoven) die grenzen aan Dolomieten. Deze structuur is typisch voor Lunetten. Hoewel de opzet met eengezinswoningen en dichte hoeken van de vier hoven vergelijkbaar is, is het gebruik en de inrichting per hof verschillend. Eigendomsverhoudingen, bewonerssamenstelling en verschil in architectuur maken het onderscheid in gebruik. Het ene hof is ingericht met grote, nieuwe speeltoestellen, het andere met verouderde modellen. De andere twee hoven zijn daarentegen leeg. Hieronder is een leeg hof, aan de noordzijde van Dolomieten, gelegen tussen Ardennen, Oeral en St. Gotthard, verder uitgewerkt. Rond het binnenhof staan enkele rijen eengezinswoningen die met hun achtertuinen aan het hof grenzen. De eengezinswoningen zijn sober van architectuur; er zijn nauwelijks verschillen tussen de woningen te ontdekken. Pas bij bestudering blijken er verschillen in grootte door differentiatie in beukmaat en woningdiepte. Opvallend is dat de configuratie van woningtypen in alle rijtjes dezelfde is. De voorzijde van de woning heeft een klassieke betekenis als entree van de woning met voordeur en voortuin. Langs Ardennen wordt geparkeerd, aan de andere kant wordt gewoond aan het Houtense pad, een woonpad met fietsverkeer. De rust (en anonimiteit) van een voortuin aan een woonpad blijkt in het dagelijkse leven groter dan die van een achtertuin aan een collectief hof. De voortuin heeft vooral een representatieve betekenis maar schept voldoende ruimte voor werkelijk gebruik. De kavelopzet is vrij klassiek met bergingen in de achtertuin. Daardoor lopen vrijwel alle activiteiten via het hof, de achtertuin en de achterdeur. Langs deze zijde komt men thuis als men met de fiets op pad is geweest en lopen kinderen naar binnen als ze buiten of bij de buren hebben gespeeld. De gestapelde bouw op de hoeken van het blok markeren de kruispunten van de straten en sluiten de binnenhoven ruimtelijk af. Door deze opzet hebben de appartementen nauwelijks een relatie met het binnenterrein. Balkons en overstekken zijn duidelijk op zon en straatzijde georiënteerd. En ook al ligt de toegang tot de bovenwoningen aan het hof; de voordeur en de gedeelde trap naar de bovenwoningen richt zich nadrukkelijk naar de straat. De bewoners van de appartementen maken nauwelijks gebruik van het hof. 31

32 Ook de tussengelegen drive-in-woningen zijn slecht aangesloten op het hof. Zij maken er weliswaar gebruik van als inrit voor garage of carport, maar het wonen is in opzet georiënteerd op de voortuin aan de straat. Het grootste en meest expressieve bouwblok aan dit hof is het complex dat door Frans van der Werf ontworpen is. In dit blok is het idee van drager en inbouw doorgevoerd. Voor het centrum van Lunetten ontwierp Frans van der Werf een aantal bouwblokken, die naast eengezinswoningen, maisonnettes en flats ook wooneenheden voor studenten bevatten. De keuze bestond uit vijftien basis-woningtypen, waarvan de situering, ontsluiting, leidingkokers, bouwmuren en puien waren vastgelegd. De woningen zijn in de breedte of hoogte geschakeld. Zo ontstond er een grote variëteit aan woningtypen; de gestapelde bouw is ruimtelijk gekoppeld aan eengezinswoningen. De drager voor de bebouwing heeft een moduulmaat van 5,40 x 5,40 meter. Zij is gebaseerd op een ruime eengezinswoning, twee parkeerplaatsen en de breedte van drie bergingen. In deze maat passen twee slaapkamers naast elkaar, een woonkamer naast een ruime hal en binnen deze maat is ook voldoende gebruiksruimte onder de kap. Dwars- en langskappen geven het gebouw richting en een menselijke maat. Het blok is zodanig geleed dat ook bovenwoningen en appartementen zich presenteren als aparte huizen en in opzet lid zijn van de familie van eengezinswoningen. Grote terrassen verbinden de gestapelde bouw aan laagbouw en de bovenwoningen aan het hof. Het binnenhof is een oase van rust. Het is ingericht met een grasveld, wat lage struiken en een paar bomen. Er staan twee bankjes. Rond het grasveld liggen paden die de achtertuinen verbinden met de straat. Je kunt het hof op verschillende manier binnenkomen. Er zijn twee doorgangen (steegjes) tussen de eengezinswoningen en er is de brede inrit naar de garages. Deze ontsluiting maakt het hof openbaar; terwijl in opzet het hof collectief van karakter is en vooral bestemd voor omwonenden. De inrit geeft het groene hof ook een ambivalent karakter; er lijkt een conflict te zijn in de opzet van het hof en de gebruikers van de parkeerplekken. Het parkeren in het hof werd ten tijde van de uitvoering al door de gemeente beschouwd als een inconsequentie of weeffout in de ruimtelijke opzet. De verschillen tussen de erfscheidingen om de achtertuinen zijn groot. Sommige bewoners hebben een hoge schutting opgetrokken om hun privédomein, vaak met een poortje naar het hof. Anderen hebben gekozen voor een laag hekje of een groene haag. Een trap ontsluit het hof voor de bewoners vanaf het gemeenschappelijke dakterras boven de parkeergarage in het blok van Van der Werf. De achtertuinen en de dakterrassen versterken het groene karakter en de beleving van ruimte in het hof. Terwijl de maat van het hof ook ruimte biedt aan gemeenschappelijkheid als uitloop van de achtertuin. Het contrast tussen de lommerrijke binnenterreinen en de stenige opzet van de straten versterkt het collectieve karakter van deze ruimte. In het document Inspraak-patronen is het binnenterrein (of binnenhof) beschreven als patroon 1; het ruime omsloten binnenterrein. De vormgeving en de opzet van de binnenterreinen zouden de bewoners moeten uitdagen deze naar eigen inzicht in te richten en toe te eigenen: De achterkant van de woning is interessant buitengebied voor de bewoner. Behoefte aan beschutting, privacy en vrijheid van handelen. Daarom: erf aan de achterzijde met een gemeenschappelijk uitloopruimte naar semipublieke sfeer (speelveldje, zandbak, gemeenschappelijke tuin, water). (.) De omwonenden zouden gezamenlijk de inrichting van het collectieve middengebied kunnen bepalen. Wanneer dit meer collectieve verkeersvrije gebied omgeven is door tuinen, dan kan het met deze tuinen een grote groene oase vormen, als tegenpool van de meer steenachtige verkeersruimte van de straat (Inspraak-patronen, 1975). 32

33 Studie Woonerven Lunetten Uit het onderzoek is gebleken dat de beleving en het karakter van het groene hof mede bepaald wordt door de begrenzing van de achtertuinen, de positie van de gebouwde bergingen en een brede strook verharding voor de parkeervoorzieningen. Maar het is vooral de maat tussen de tuinen en de maat tussen de bebouwing die ruimte biedt voor toe-eigening en gebruik. Daarnaast beïnvloeden verschillende overgangselementen het collectieve gebruik. De openbare (smalle) doorgangen richting het hof zorgen voor een gevoel van beslotenheid. Het hof is wel degelijk openbaar toegankelijk maar als buitenstaander voel je je een indringer en houd je rekening met. De plaats van de bergingen zorgen voor een visuele afscheiding tussen het private en collectieve domein; waarmee de beslotenheid van de achtertuin wordt bereikt. De maatvoering van het binnenterrein in relatie tot de maat van de privétuinen en de positie van de gebouwde bergingen zorgen voor een afwisselend spel tussen gesloten of juist open erfgrenzen. De ene bewoner zoekt afscherming, terwijl de andere bewoner het hof juist als verlengde ziet van zijn eigen privédomein. Ook werd in het document Inspraak-patronen het binnenterrein beschreven als de rommelzone van de achtertuin met kippenhokken etc.; de geest van het gebruik van de bewoner reikt verder dan het private domein... Er bestaat een essentieel verschil tussen de voor- en achterzijde van de woning. De ruimten aan de voorzijde van de woningen zijn formeel van opzet en karakter; het betreft hier de voortuinen, het aanhaken op de wijk en de plaats van de auto. De achterzijde is informeler. Niet alleen de erfscheiding, maar ook de inrichting van de achtertuin speelt een rol in de beleving van de collectieve ruimte. Wanneer de bergingen geclusterd zijn bij de doorgangen, ontstaan er meer besloten delen van het binnenterrein. In een besloten oksel van het hof zijn de tuinen in het geheel niet afgescheiden van het hof en dan wordt de groene ruimte letterlijk als het verlengde van het privédomein gebruikt. 3.3 Overgangzones, collectieve buitenruimten en de collectieve invloedsfeer Typerend voor de opzet van deze twee types collectieve ruimten is de overgangszone of marge. De marges zoals beschreven in het document Inspraak-patronen komen overeen met de overgangszone zoals geformuleerd in de Studie Woonerven (2009) (zie ook: Leun, Jutten, Lofvers, 2009): de overgangszone is gelegen tussen de woning en het openbare domein. Deze zone bestaat uit een sequentie van ruimten en bouwkundige elementen, die op informele wijze bijdragen aan de rijkdom van het erf of hof. Zij zorgen voor een geleidelijke overgang en zijn verschillend te interpreteren. In tegenstelling tot andere woonerfwijken is de overgangszone in Lunetten niet ontworpen en bepaald door bouwkundige elementen. In Lunetten is deze ruimte gedefinieerd als marge. De marge is de rest ruimte tussen bebouwing (drager) en de openbare ruimte. Deze ruimten zijn de voor- en achtertuin; zij zijn het domein van de bewoner. Balearen kenmerkt zich als een woonerf met parkeren, de Dolomieten laat zich omschrijven als een collectief hof, beide met grote en kleine bebouwingsmarges. De opzet van de bouwblokken op de kavels biedt ruimte voor verschillende marges aan de voor- en achterzijde. 33

34 In hoofdstuk 2 is beschreven op welke wijze bewoners bij de uitvoering inspraak hadden op de keuze voor bijvoorbeeld het straattype, de posities van de bouwblokken op het kavel, maar ook op de inrichting van de woonomgeving met parkeren, groen, etc. Dat deze inspraak veertig jaar later niet meer afleesbaar is aan de ruimtelijke opzet, is begrijpelijk. Zij is als het ware gestold in de stenen. Maar de opzet van de overgangen tussen openbaar-onbebouwd naar privé-bebouwd bestaat nog steeds als voor- of achtertuin. De bewoners hebben daarover de zeggenschap; je kan in die marges alles doen en laten. De overgangszones bieden voldoende ruimte voor privacy enerzijds en aanleiding voor ontmoeting anderzijds. De betekenis van de inspraak is nog afleesbaar in het gebruik en de wijze van toe-eigening. Dat gebeurt als vanzelfsprekend, alsof de maatvoering van de ruimten daarop is afgestemd. De totale maat tussen de gevels van de woningen op de Balearen bedraagt circa 75 x 85 meter. Belangrijker voor het gevoel van overmaat is de effectieve gebruiksruimte van het erf zelf: deze is 32,5 x 52 meter. Dit is de ruimte waar gespeeld, gefietst en geparkeerd wordt. De totale blokmaat van het onderzochte hof aan Dolomieten is circa 75 x 90 meter. Het hof aan de binnenzijde (tussen de achtertuinen) is 20 x 51,5 meter, waarvan een gedeelte bestemd is voor parkeren. Het daadwerkelijk gebruiksgroen heeft een afmeting van 20 x 38,5 meter; dit is de overmaat die de woonkwaliteit sterk beïnvloedt en die door bewoners toegeëigend kan worden. Deze onderdelen van de openbare structuur maken tegelijkertijd deel uit van de directe woonomgeving en zijn collectief te noemen. Zij bieden ruimte voor een collectieve invloedssfeer. Het is de ruimtelijke overmaat die toeeigening in het dagelijks gebruik mogelijk maakt en daarmee woonkwaliteit bepaalt. De lommerrijke inrichting en de besloten opzet van hof en erf dragen bij aan het gebruikscomfort. De maat van het hof of erf leidt tot spontane of georganiseerde ontmoetingen zoals de buurtbarbecues, als picknickplek, voor een partijtje voet- of volleybal of als ruimte om een tent op te zetten. Tuinen en hof of erf samen bepalen de ruimtelijke kwaliteit en collectieve invloedssfeer; het is een samenspel van domeinen, ruimte en gebruikers. Dit zijn de sociaalruimtelijke eenheden waaruit de wijk is opgebouwd. 34

35 Studie Woonerven Lunetten 35

36 Beeldkatern 3: Erf en Hof blok ,5 blok m Ruimtelijke opzet van het woonerf; Balearen in plattegrond (en doorsnede) 32,5 LUNETTEN; legenda ruimtelijke opzet openbaar groen water autostraat woonerf parkeerhof prive tuin woning voordeur achterdeur overstek, balkon 36

37 F Studie Woonerven Lunetten 20 51, m Ruimtelijke opzet van het hof; Dolomieten in plattegrond (en doorsnede) 20 LUNETTEN; legenda ruimtelijke opzet openbaar groen water autostraat woonerf parkeerhof prive tuin woning voordeur achterdeur overstek, balkon 37

38 Lunetten BALEAR schaal 1:500 8,5 5,5 Marges Balearen Overgangszone / marge; zicht vanuit de woonkamer richting woonerf 38

39 Studie Woonerven Lunetten 14,3 15, m Marges Dolomieten Overgangszone / marge; zicht vanuit de woonkamer op de privétuin en richting collectief hof 39

40 H H 5 100m Collectieve invloedssfeer Balearen in plattegrond (en doorsnede) 42,8 LUNETTEN; COLLECTIEVE INVLOEDSFEER overgangselementen legenda overgangselementen openbare ruimte hard hard (parkeervakken, inrit, pad) inrit, pad) openbare ruimte zacht zacht (perkje, (perkje, grasveld) grasveld) voortuin; prive patio, achtertuin; prive prive berging; prive, entreehal; gemeenschappelijk vormgegeven zijmuur (vaak (vaak met raam) met raam) overstek, balkon betonelement (boodschappenplankje) voordeur achterdeur bomen 40

41 Studie Woonerven Lunetten 5 100m Collectieve invloedssfeer Dolomieten in plattegrond (en doorsnede) 49,5 LUNETTEN; COLLECTIEVE INVLOEDSFEER overgangselementen legenda overgangselementen openbare ruimte hard hard (parkeervakken, inrit, pad) inrit, pad) openbare ruimte zacht zacht (perkje, (perkje, grasveld) grasveld) voortuin; prive prive patio, achtertuin; prive prive berging; prive, entreehal; gemeenschappelijk vormgegeven zijmuur (vaak (vaak met raam) met raam) overstek, balkon betonelement (boodschappenplankje) voordeur achterdeur bomen 41

42 42

43 Studie Woonerven Lunetten 4. LUNETTEN IN DE BELEVING VAN ZIJN BEWONERS In dit hoofdstuk wordt de vraag beantwoord hoe de ruimtelijke opzet van Lunetten met binnenterreinen en de overgangszones zich verhoudt tot hedendaagse woonwensen van bewoners. De resultaten uit het recente onderzoek naar woonerfwijken en de opvattingen van professionals die zijn geïnterviewd, zijn vergeleken met de resultaten van de interviews met bewoners. Het perspectief van de bewoners staat centraal; we bezien de collectieve buitenruimten door de ogen van de bewoner: door het raam van de woonkamer en de keuken naar de tuin, de collectieve ruimte en de straat. Hoe gebruiken en beleven zij de wijk Lunetten en het woonerf of binnenterrein in het bijzonder? En hoe verhouden de oorspronkelijke intenties van het plan zich tot hedendaagse vormen van wonen? Om het gebruik en de betekenis van de collectieve ruimte en de overgangszones tussen het private en collectieve domein in Lunetten te onderzoeken zijn eind augustus 2010 in totaal 25 huishoudens geïnterviewd die uitkijken op het woonerf Balearen (vlek 11) of op twee binnenterreinen die grenzen aan Dolomieten (vlek 7), te weten het binnenhof tussen Dolomieten, Pyreneeën, Vogezen en St. Gotthard en het binnenterrein tussen Dolomieten, Oeral, Ardennen en St. Gotthard. Er zijn bewoners geïnterviewd in verschillende woningtypologieën: eengezinswoningen, drive-in-woningen, appartementen (zowel studentenwoningen als maisonnettes). Er zijn zeventien huishoudens geïnterviewd in koopwoningen en acht huishoudens in huurwoningen (waarvan drie in de vrije sector). De non-respons bij de huurders lag iets hoger. Sommige respondenten in de koopwoningen hadden hun voormalige huurwoning gekocht. Balearen en Dolomieten zijn in de vroege periode van Lunetten (vóór 1980) bebouwd. In oktober 2010 zijn nog twee binnenhoven onderzocht aan weerszijden van Tongas in vlek 17 tijdens een workshop met bewoners. Vlek 17 bevindt zich aan de zuidkant van de wijk en vormt het sluitstuk van de bouw van Lunetten in de jaren tachtig. Vlek 17 is soberder en eenvoudiger qua architectuur. De volgende thema s structureerden de interviews met bewoners: De woongeschiedenis en vestigingsmotieven. De verwachtingen omtrent de toekomstige woonsituatie. De sociale contacten in de buurt. Het gebruik en beleving van de wijk. Het gebruik en beleving van de collectieve buitenruimten (het woonerf en het binnenhof). De overgangszones tussen de woning en de collectieve buitenruimten. De wensen ten aanzien van de collectieve buitenruimte. Bewoners hebben tijdens de gesprekken ook tekeningen gemaakt van overgangselementen en ze brachten hun contacten in de woonomgeving in kaart. 43

44 4.1 Woongeschiedenis, vestigingsmotieven en verwachtingen Het merendeel van de respondenten is naar Lunetten verhuisd vanuit andere delen van Utrecht. Sommigen zijn als student terechtgekomen in een studentenwoning in Lunetten, waarna ze - toen ze gingen samenwonen - doorstroomden naar een huurappartement of huureengezinswoning in Lunetten. De derde stap bestond dan uit het kopen van een eengezinswoning. Andere bewoners zijn via een huurwoning in Lunetten, vaak een maisonnette in de vrije sector, doorgestroomd naar een koopwoning. De respondenten zijn onder te verdelen in twee generaties: de bewoners van het eerste uur en een nieuwe generatie bewoners, veelal jonge gezinnen die er sinds een jaar of vijf wonen. Bij de meeste respondenten was Lunetten geen liefde op het eerste gezicht. Wel is er een soort genegenheid ontstaan voor de kwaliteiten van Lunetten. Sinds een aantal jaren treedt er een verjonging op in Lunetten. Het is nog altijd een wijk die aantrekkelijk is voor gezinnen met kinderen in de basisschoolleeftijd. In tegenstelling tot alarmerende berichten over de bloemkoolwijken constateren wij dat Lunetten nog altijd een eigen aantrekkingskracht heeft. De nieuwe generatie bewoners vestigt zich hier met dezelfde motieven als de eerste generatie bewoners in de jaren tachtig: suburbaan wonen in de nabijheid van het stadscentrum, een heterogene bevolkingssamenstelling en veilige speelomgeving voor kleine kinderen. Sommige respondenten ervaren dat Lunetten zich in ruimtelijk en sociaal opzicht onderscheidt van Vinex-locaties zoals Leidsche Rijn en Houten Vinex. De wijk ligt dichter bij het centrum van Utrecht en het is heterogener van samenstelling waardoor het als stedelijker wordt ervaren dan een Vinex-locatie. Een voormalig bewoner van Houten-Vinex: Het is hier een mix qua opleiding, huidskleur en huishoudens. Vinex was veel witter, gelijkvormiger en statusgericht. We voelden ons daar door de mensen en de omgeving niet op ons gemak. Andere vestigingsmotieven die door respondenten werden genoemd zijn de prijs-kwaliteitverhouding, de collectieve opzet rondom binnentuinen, de nabijheid van het buitengebied, de ligging ten opzichte van de snelweg, het voorzieningenniveau en de groene opzet van de wijk, die ruimer en groener is dan Vinex-locaties als Houten of Leidsche Rijn. De ambivalente positie van Lunetten tussen een echte suburb en een stadswijk blijkt voor veel bewoners ook een kwaliteit te zijn. De respondenten gaven vaak aan dat ze niet in alle delen van Lunetten zouden willen wonen waarbij vooral op de blokken met appartementen werd gewezen. De toekomstplannen van de bewoners verschillen. Totdat de kinderen het huis uit zijn willen bijna alle respondenten er blijven wonen. Daarna ontstaat een keuze. Sommigen willen er dan ook nog blijven wonen. Anderen willen naar een dorp of terug naar een echte stadswijk. Homogeniteit binnen een heterogene wijk De sociale heterogeniteit in Lunetten wordt door de respondenten zeer gewaardeerd. Ook al is Lunetten in de ogen van veel bewoners ook een relatief witte wijk (in vergelijking met andere delen van Utrecht), de variatie in huishoudens (gezinnen met kinderen, studenten, oudere bewoners en mensen die begeleid wonen) geeft Lunetten toch een stedelijk karakter. Tegelijkertijd zorgt juist de aanwezigheid van een middenklasse wooncultuur op blokniveau ervoor dat bewoners van de onderzochte erven en hoven vertrouwen hebben in het eigen blok en de wijk als geheel. 44

45 Studie Woonerven Lunetten Het eigen blok is voldoende homogeen om met de heterogeniteit op wijkniveau om te kunnen gaan. Een bewoner vertelde bijvoorbeeld veel ons soort mensen te kennen in Lunetten, waarmee hij bewoners bedoelde die redelijk hoog zijn opgeleid, die een goede baan hebben en het belangrijk vinden om dicht bij de stad te wonen. Lunetten trekt hoogopgeleide sociale professionals Veel respondenten zijn hoogopgeleid. Opvallend is niet alleen de hoge opleiding van de bewoners in Lunetten, maar ook het beroepsveld waarin ze werkzaam zijn. Lunetten staat bekend als een wijk waar relatief veel bewoners Groen Links stemmen, maar er blijkt meer aan de hand. Zoals een van de bewoners het verwoordde: Er wonen hier veel mensen die in de non-profitsector werken, die opleidingen hebben gedaan waar ze niet per se veel geld mee zullen verdienen. In Lunetten blijkt een specifiek segment van de middenklasse te wonen. De middenklasse is volgens sociologen (Veldboer & Van der Graaf, 2007) onder te verdelen in drie groepen: een creatieve klasse die werkzaam is in kunst, cultuur, media en wetenschap; een economische middenklasse die werkzaam is in de financieel-economische sector (intermediairs tussen arbeid en kapitaal) en de sociale professionals die in hun werk gericht zijn op het begeleiden en vormen van mensen (intermediairs tussen burgers en staat). Meer dan de helft van de respondenten in Lunetten blijkt als sociale professional werkzaam te zijn in de sectoren zorg en welzijn en in het onderwijs of als beleidsmedewerker bij de (semi)overheid. Voor deze sociale professionals blijkt Lunetten een aantrekkelijke biotoop, gezinsvriendelijk en toch dicht bij de stad. Het biedt voor gezinnen die de stad niet helemaal willen verlaten een rustige, meer suburbane variant van een stedelijkheid in de luwte. Het is minder homogeen en op status gericht dan de gemiddelde Vinex-wijk waar een economische middenklasse doorgaans voor kiest. De wat saaie architectuur van de woningen speelt voor de sociale professionals duidelijk een minder belangrijke rol dan voor de creatieve middenklasse die eerder kiest voor een stadswijk of voor uitgesproken architectuur waarmee men zich wil onderscheiden. In tegenstelling tot de veronderstelde downgrading (afname van het gemiddeld inkomen en opleidingsniveau van de bewoners) blijken respondenten van de nieuwe generatie in Lunetten zelfs een hoger opleidingsniveau (namelijk hbo en academisch) te hebben dan respondenten van de eerste generatie. Dit zegt iets over de blijvende aantrekkingskracht van Lunetten als buitenwijk van Utrecht. Hierbij moet wel aangetekend worden dat in dit onderzoek de nadruk is gelegd op woonblokken met relatief veel (koop)eengezinswoningen. In andere delen van Lunetten bevinden zich meer huurappartementen, waardoor de situatie daar anders kan zijn. Een hoog voorzieningenniveau Respondenten benoemen de voorzieningen in de wijk als een groot voordeel van Lunetten. Zo heeft Lunetten basisscholen, winkels, een videotheek, een sociaal-cultureel centrum, een bibliotheek, een kinderboerderij, kinderdagverblijven, een dierenarts, een gezondheidscentrum en zelfs een NS-station. Ook in functioneel opzicht onderscheidt Lunetten zich dus van Vinex-wijken, waar het voorzieningenaanbod vaak beperkter is. Een bijkomend voordeel van het hoge voorzieningenniveau is dat men al winkelend of wachtend tot de school uitgaat andere bewoners tegenkomt. Er ontstaat daardoor een dorpse sfeer en een vertrouwdheid op het niveau van Lunetten als geheel. Dit is in tegenspraak met rapporten die kritiek uiten op het gebrek aan sfeer in de wijk en het gebrek aan winkels in het winkelcentrum (Inbo, 2001). Het centrum verhoogt juist de publieke familiariteit in de wijk. 45

46 Men kent veel bewoners van gezicht en het nodigt uit tot vluchtige ontmoetingen, waarmee onbekenden bekende vreemden worden. Het draagt bij aan een gevoel van thuiszijn en veiligheid (Blokland in: Van Eyck, 2010). Knelpunten op wijkniveau Een aantal negatieve aspecten van de wijk komen in de interviews regelmatig terug. Sommige respondenten ervaren de fietsverbindingen met het centrum als onveilig, hetgeen met name een belemmering is voor uitgaande pubers en studentes. Daarnaast wordt de uitbreiding van de snelweg gezien als een punt van zorg, gezien de toenemende geluidsoverlast en toename van uitlaatgassen. 4.2 Sociale contacten Respondenten ervaren een sterke mate van sociale samenhang in Lunetten. De wijk is daarom aantrekkelijk voor collectief georiënteerde bewoners. Verschillende respondenten geven aan veel contacten te hebben met buurtbewoners door de open sfeer die de wijk kenmerkt. Interacties vinden voornamelijk plaats op plekken waar buurtbewoners elkaar tegenkomen: in het winkelcentrum, op het erf, om het huis, in de voor- of achtertuin of portiek, op het schoolplein of voetbalveld. De bewoners van het eerste uur geven aan dat het aantal sociale contacten in de omgeving wel wat is afgenomen omdat veel voormalige buren zijn verhuisd. In de pioniersfase ontstond er snel contact tussen nieuwe buren, iedereen bevond zich als nieuweling in dezelfde situatie. Het uitwisselen van klustips, lenen van elkaars gereedschap en praten over de inrichting van het huis zorgden voor langdurige sociale contacten in de buurt. Enkele pioniers (vooral de mannen) hebben juist meer contacten gekregen, omdat ze sinds hun pensioen meer thuis zijn. Vooral de vrouwelijke pioniers geven aan dat ze tegenwoordig juist minder contact hebben. De reden hiervan is dat ze sinds de kinderen ouder zijn meer uren zijn gaan werken. Het contact met de nieuwe bewoners is vaak oppervlakkiger. Volgens de pioniers komt dat omdat de nieuwe bewoners vaak tweeverdieners zijn. Ze zijn daardoor weinig thuis. Bovendien delen ze meer met de andere gezinnen met jonge kinderen. Toch vindt ook het merendeel van deze nieuwe bewoners het contact met buren belangrijk. Zo zijn de jaarlijkse buurtfeesten in de door ons onderzochte erven veelal een initiatief van de nieuwe bewoners. Lunetten blijkt ook na de komst van een nieuwe generatie bewoners een sociale wijk te blijven. Het is opvallend dat contacten vooral plaatsvinden in de binnenhoven, op het woonerf en de smalle autovrije straten. Tussen bewoners aan beiden zijden van de bredere wegen bestaat nauwelijks contact. De alledaagse contacten spelen zich af op het schaalniveau van ongeveer 40 tot 50 woningen. Men groet zeker niet alle buren, laat staan dat men met iedereen een praatje maakt. Op dit schaalniveau vindt een zelfselectie plaats van mensen tussen wie het klikt of met wie men een praatje wil maken. Zo n cluster omvat meer dan de twaalf woningen die Christopher Alexander in A Pattern Language had bepaald, maar is kleiner dan de 170 woningen die in het bestemmingsplan een cluster of vlek vormden. 46

47 Studie Woonerven Lunetten De respondenten - zowel pioniers als nieuwkomers - kennen gemiddeld tussen de tien en twintig personen in de directe omgeving, waarbij gemiddeld de helft van de contacten bestaat uit het maken van een praatje. Het aantal vrienden in de directe woonomgeving beperkt zich doorgaans tot één of twee huishoudens. De respondenten zijn voor intensievere contacten niet afhankelijk van hun buren met uitzondering van kleine kinderen en hulpbehoevenden). Ze beschikken over een breed netwerk aan sociale netwerken buiten de eigen wijk, via werk, verenigingen, familie- en vriendennetwerken. De studenten in Lunetten zijn voor hun sociale contacten op een hoger schaalniveau georiënteerd. Ze hebben duidelijk minder contacten in hun directe omgeving. Voor de andere bewoners zijn zij hooguit vertrouwde vreemden. Dat heeft zowel ruimtelijke oorzaken (hun woningen zijn doorgaans gericht op de straat en niet op het binnenterrein) als sociale oorzaken (hun sociale leven speelt zich af in andere delen van Utrecht). De binding met de directe woonomgeving is minder. Ze wonen er doorgaans nog maar kort en bovendien hebben ze niet direct de intentie om in Lunetten te blijven wonen. Interessant is overigens dat een deel van de respondenten als student in Lunetten is terecht gekomen. Dit kan een aanwijzing zijn dat ook de huidige studenten uiteindelijk voor Lunetten kiezen als vestigingslocatie. Lichte contacten De collectiviteit op het woonerf en in de binnenhoven heeft een vrijblijvend en pragmatisch karakter. Het bestaat vooral uit betekenisvolle lichte contacten variërend van groeten, een praatje maken tot onderlinge hulp. De contacten bestaan zowel tussen omwonenden van een binnenterrein als tussen buren die tegenover elkaar aan de straatzijde wonen. Het is in belangrijke mate het binnenterrein dat conditionerend blijkt voor sociale contacten. Het lijkt erop dat de bouw van woningen rond binnenterreinen inderdaad uitnodigt tot contact tussen de bewoners, concludeerde De Lunet al eind 1983 (Brinkman, 2004). Er is geen sterke onderlinge sociale controle. Aan een dwingende collectiviteit hebben bewoners ook geen behoefte. Het gaat om zogenaamde lichte gemeenschappen die een relatief open karakter hebben. Deze meer vrijblijvende collectiviteit op blokniveau wordt gewaardeerd: elkaar groeten, een praatje maken, onderlinge hulprelaties (zoals passen op elkaars kinderen en op elkaars huis tijdens vakanties). Een respondent verwoordt het als volgt: ik vind het wel belangrijk, dat je toch een beetje weet wat er speelt en hoe het met mensen gaat. ( ) Als je het hebt over echte sociale controle of zo, dat dan ook weer niet. Het zit er een beetje tussenin, denk ik. Wel een beetje kijken hoe het gaat, maar niet dat je mensen echt in de gaten houdt. Het is minder denk ik dan als je in een kleine gemeenschap zou wonen waar iedereen iedereen kent. Waar je tot op detail weet waar iemand mee bezig is. Maar het is weer meer dan de pure anonimiteit van de stad. Hij voegt daar nog aan toe: Het is toch een beetje het gevoel van verbondenheid. Als je echt in een buurt woont en je buurman is al vijf weken dood of zo Dan zou ik toch zoiets hebben van, daar voel ik me niet helemaal prettig bij. Het heeft een beetje met de menselijke maat te maken. De intensiteit van de contacten verschilt per woonerf of binnenhof en wordt in sterke mate bepaald door het aantal huishoudens met jonge kinderen en de gelijkgezindheid tussen bewoners. Met name gezinnen met kleine kinderen zijn sterk georiënteerd op de directe woonomgeving. Het faciliteert contacten tussen ouders. Je woont hier op een camping, constateert een van hen. Bewoners met kinderen voelen zich meer verbonden met het blok en het erf, bewoners zonder kinderen voelen zich meer verbonden met de stad Utrecht als geheel. De pioniers geven aan dat aan het begin veel contact bestond tussen de gezinnen. 47

48 Toen de kinderen het huis uit gingen is dit contact minder geworden. Vijfentwintig jaar later zien we dat er opnieuw contacten ontstaan tussen de nieuwe bewoners met kleine kinderen. In dat opzicht lijkt Lunetten op een nieuwbouwwijk: Lunetten is een kinderwagenwijk, zonder kinderwagen hoor je er niet bij, aldus één van de bewoners. Toch is er ook contact met buren zonder kinderen, als is dit contact minder intensief. De mate van contact wordt behalve door huishoudensamenstelling en levensfase ook beïnvloed door de hoeveelheid tijd die men thuis doorbrengt, de sfeer in de buurt en door de eigen leefstijl en persoonlijke kenmerken die onder andere te karakteriseren zijn als extravert of introvert. Verschillende bewoners gaven aan een contact-mens te zijn, waardoor ze veel mensen kennen. Conflicten Het gaat er in de hoven niet alleen maar harmonieus aan toe. Soms zijn er conflicten tussen gezinnen met kleine kinderen en bewoners die hun hond uitlaten in de binnenterreinen. Een bewoonster merkt op dat het succes van het binnenterrein afhankelijk is van wie er wonen en hoe er gebruik van wordt gemaakt. Als er veel overlast is van hangjongeren is het minder fijn om aan zo n erf te wonen. Er zijn ook subtiele verschillen tussen bewoners. Het betreft dan niet eens zozeer het onderscheid tussen kopers en huurders, maar eerder die tussen bewoners van eengezinswoningen en appartementen (die niet altijd worden uitgenodigd voor de buurtfeesten). Er zijn ook verschillen tussen bewoners zonder en met kinderen ( het is een redelijk anonieme buurt als je geen kinderen hebt ) of tussen mensen met verschillende opleidingsniveaus en beroepen ( het is een typische wijk voor beleidsmedewerkers ). Die verschillen kunnen resulteren in uiteenlopende opvattingen over het gebruik, de inrichting en het beheer van de collectieve ruimte. 4.3 Gebruik en beleving van het woonerf en het binnenhof Uit de interviews is gebleken dat met name gezinnen met kleine kinderen in het gebruik sterk gericht zijn op het eigen blok en dat men minder kennis heeft over andere buurten van Lunetten. De manier waarop bewoners zelf een ruimte inrichten en beheren verschilt per hof of erf. Ze onderhandelen met elkaar over welk gedrag wenselijk is en welk gedrag niet. Per plek verschilt de wijze waarop ze met elkaar, door samenwerking en conflict, de ruimte betekenis geven en tot leven wekken. Binnenhof tussen Dolomieten, Pyreneeën, Vogezen en St. Gotthard Het binnenterrein tussen Vogezen en St. Gotthard wordt van de onderzochte plekken het meest gebruikt als verblijfsruimte voor kinderen en hun ouders. Nadat dit binnenterrein enige jaren wat minder werd gebruikt is er door de verjonging van de bewoners weer een toename in het gebruik zichtbaar. Aan dit hof wonen ongeveer 25 kinderen in de leeftijd van 0-14 jaar. Huishoudens hebben hier gemiddeld 22 contacten, met gemiddeld 14 daarvan maakt men ook een praatje. In het verleden is er overlast geweest van hangjongeren. Het hof is toen opnieuw ingericht en de vaste zitbanken weggehaald. Het probleem met hangjongeren was daarmee opgelost. Een groepje bewoners heeft nu picknickbanken neergezet die tijdens de vakanties naar achtertuinen worden verplaatst. 48

49 Studie Woonerven Lunetten Deze picknickbanken hebben voor de andere bewoners een ambivalente betekenis. Sommigen hebben er geen probleem mee om daar ook te gaan zitten, maar niet iedereen durft er gebruik van te maken. Het ontbreken van vaste bankjes maakt dat het terrein minder openbaar is en een parochiale plek wordt van een groep bewoners rond het binnenterrein. Ook het jaarlijkse buurtfeest werkt zowel insluitend als uitsluitend. Niet iedereen gaat er naar toe of wordt ervoor uitgenodigd (zoals de bewoners uit de appartementen en drivein-woningen die sterker georiënteerd zijn op de straat). Dit binnenterrein dat door een groep bewoners is toegeeïgend is dus niet voor alle bewoners even succesvol te noemen. Het feit dat er in het binnenhof nog altijd deels geparkeerd kan worden door bewoners die er niet wonen, levert volgens één van de geïnterviewden ook conflicten op. Het maakt het binnenterrein meer openbaar dan sommigen zouden willen. Sommigen spreken dan ook over een weeffout in de opzet. Toch willen de bewoners het binnenterrein niet afsluiten. De kwaliteit van het binnenterrein zit hem juist ook in het feit dat het toegankelijk is voor mensen die er niet wonen. Bovendien zou men het gevoel hebben opgesloten te zitten en teveel op elkaar aangewezen te zijn. Het vluchtige karakter van de sociale contacten is juist een kwaliteit; nabijheid met een zekere afstand. Ook geven respondenten aan niet verantwoordelijk te willen zijn voor het beheer van het binnenhof. Daarvoor heeft men een te druk leven. Het is gewenst dat de gemeente verantwoordelijk blijft voor het beheer. Binnenterrein tussen Dolomieten, Oeral, Ardennen en St. Gotthard Het aantal sociale contacten op het binnenterrein tussen Dolomieten, Oeral, Ardennen en St. Gotthard is minder intensief. Gemiddeld hebben respondenten contact met veertien bewoners, waarvan met zeven bewoners ook wel eens een praatje wordt gemaakt. De reden daarvoor is, dat er minder eengezinswoningen grenzen aan dit binnenhof. In deze woningen wonen bovendien vooral gezinnen met kinderen in de puberleeftijd. Het hof behoeft dus minder zicht door ouders. In het verleden werd het terrein vaker gebruikt door kleine kinderen die inmiddels de middelbareschool-leeftijd hebben en zich minder sterk oriënteren op hun directe woonomgeving. Hun vriendjes wonen verspreid over de stad. Ook is de samenstelling van de bewoners aan dit binnenhof wat gevarieerder; er is meer diversiteit gekomen na het vertrek van een aantal bewoners van het eerste uur. Daardoor ontstaan wat lastiger contacten, aldus een respondent. Het is al acht jaar geleden dat hier een gezamenlijke barbecue plaatsvond. Toch wordt ook op dit binnenterrein met goed weer regelmatig gespeeld. Oudere jongens voetballen wel eens op het binnenterrein. Een man vertelt er zelf wel eens te voetballen met zijn zoon en dochter. Ondanks het feit dat het binnenterrein minder intensief gebruikt wordt, zijn omwonenden tevreden over het binnenterrein. Het schept een ruimtelijke afstand en het biedt mogelijkheden voor gebruik. Dat dit veld niet is geprogrammeerd middels speeltoestellen, wordt door de bewoners eveneens als een kwaliteit gezien. Het nodigt uit tot flexibel gebruik. Bewoners voelen zich verantwoordelijk voor het binnenhof, maar willen niet dat het afgesloten wordt. Woonerf Balearen De respondenten aan het woonerf Balearen onderhouden met gemiddeld zeventien bewoners contacten, waarvan met gemiddeld acht bewoners wel eens een praatje wordt gemaakt. 49

50 Opvallend op Balearen is dat er tussen de bewoners van de appartementen en de eengezinswoningen meer contact lijkt te zijn dan op de andere erven, al is dit wel minder dan het contact tussen eengezinswoningen onderling. Het appartementencomplex is, anders dan de binnenhoven, met de voorkant gericht op het erf, hetgeen bijdraagt aan contact. Ook op Balearen zijn veel eerste bewoners verhuisd. De meeste oudere bewoners die er nog wonen hebben minder contacten dan vroeger. Opvallend op Balearen is het contact tussen oudere en jongere bewoners. Jongere bewoners geven aan de oudere bewoners een beetje in de gaten te houden. Een aantal nieuwe bewoners heeft het initiatief genomen voor het jaarlijkse straatfeest. Het woonerf is, vanwege de maat van de ruimte zeer geschikt voor zo n feest met luchtkussen, livemuziek en open podium. Er bestaat op Balearen een duidelijk onderscheid in gebruik van het woonerf tussen bewoners aan de zuidzijde en de noordzijde van het woonerf. De bewoners aan de zuidzijde hebben een kleine voortuin op de noordkant en een smalle stoep. De bewoners aan de noordzijde hebben een grotere voortuin op het zonnige zuiden met een berging en een brede stoep voor hun tuin. De bewoners aan de zuidzijde ervaren het erf meer als straat. Maar ze laten hun kinderen wel meer aan de voorzijde van het huis spelen omdat ze zicht op het woonerf hebben; op het speelterreintje aan de achterzijde hebben ze vanuit de woning geen zicht. Dit speelterreintje aan de achterzijde wordt zodoende weinig gebruikt. De bewoners aan de noordzijde laten hun kinderen ook vaak op het erf spelen. Enkele bewoners hebben bankjes geplaatst op het trottoir voor de bergingen, zodat ze daar in de zon kunnen zitten met zicht op het erf. De bergingen in de voortuinen lijken geen invloed te hebben op het contact met de straat, maar zijn wel van invloed op de mate van contact met de directe buren. Ook uit andere interviews kwam duidelijk naar voren dat waar zicht is, bijvoorbeeld door het ontbreken van een schutting, het meeste contact tussen buren plaatsvindt. De geleidelijke overgangzones creëren gewenste afstand en nabijheid. De voortuin creëert rust, ruimte en privacy. Tegelijkertijd kan men er even blijven staan om een praatje te maken. Op Balearen speelt ogenschijnlijk het conflict tussen de verkeersfunctie en de verblijfsfunctie. Uit de interviews blijkt er van een conflict geen sprake te zijn. De bewoners willen de parkeerplaatsen graag behouden. De inrichting werd door hen wel als armzalig geschouwd. Zij hebben een gezamenlijk voorstel gedaan voor herinrichting, dat eind 2010 door de gemeente is uitgevoerd. Bij de herinrichting is gesproken over het plaatsen van bankjes, maar om hangjongeren tegen te gaan, is besloten deze niet te plaatsen. De respondenten wensen dat het onderhoud van het woonerf de verantwoordelijkheid blijft van de gemeente. Binnenhoven Tongas Het zuidelijk deel van Lunetten, rond Filippijnen is kaler en steniger en aan de openbare ruimte en de woningen zijn de bezuinigingen uit de jaren tachtig af te lezen. De architectuur van de woningen met bergingen op de achtertuinen komen wat schraler over. De hoogbouw valt hier meer op dan bij de andere hoven. Aan weerszijden van Tongas liggen twee binnenterreinen met een mix tussen koop- en sociale huurwoningen. Er wonen nog relatief veel pioniers in Tongas en weinig gezinnen met jonge kinderen. De sociale dynamiek loopt wat achter bij de oudere delen van Lunetten, waaronder Balearen en Dolomieten. 50

51 Studie Woonerven Lunetten Eén van de nieuwe bewoners koos bewust voor een woning aan een binnenterrein zodat de kinderen zonder veel toezicht in de binnenterreinen kunnen spelen. Door ook zelf regelmatig op het binnenterrein te verblijven hebben ze ook buren leren kennen. Opvallend is dat nieuwe bewoners het plan hadden om een buurtbarbecue te organiseren (waarbij de kwestie speelde of de appartementsbewoners wel uitgenodigd moesten worden) terwijl de eerste generatie bewoners nooit gezamenlijke activiteiten hebben ondernomen op de binnenterreinen. De bewoners uit de flats gebruiken het binnenterrein nauwelijks. Zo vertelt een studente uit een HAT-woning dat ze geen gebruik maakt van het binnenterrein. In de zomer gaat ze naar het park. De hoven vertonen op het eerste gezicht minder sporen van gebruik dan de hoven aan Dolomieten. Eén van hoven heeft een schrale inrichting. Er staan bankjes op de binnenterreinen, maar hangjongeren worden er zelden gesignaleerd. Bewoners zijn minder te spreken over de bergingen en schuttingen die zorgen voor een gesloten gevoel. Daardoor is er minder contact tussen buren. Je hoort ze wel, maar ziet ze niet. Een aantal mensen heeft hoge schuttingen geplaatst, vanwege inbraakgolven. De respondenten vinden dat er te weinig onderhoud wordt gepleegd aan het groen. Ze spreken de wens uit voor een betere beplanting. Vroeger stonden er nog rozen, die door bewoners zelf gesnoeid werden. De huidige bewoners hebben echter niet de behoefte het beheer in eigen handen te nemen. Er bestaat geen behoefte om het hof af te sluiten. 4.4 Tot slot Sociale en ruimtelijke factoren zijn bepalend of iemand zich thuis voelt. Mensen voelen zich thuis omdat ze zich verbonden voelen met een plek. Maar ze voelen zich ook thuis omdat ze de buren vertrouwen of men zich in hen herkent qua leefstijl of huishoudensvorm. Er is een toenemende behoefte om te wonen met gelijkgestemden: Veel mensen zijn niet zozeer op zoek naar een hechte sociale gemeenschap als wel naar een buurt waarin ze zich vertrouwd voelen (VROM-Raad, p.45). Gelijkgestemden kunnen worden gedefinieerd als mensen met eenzelfde activiteiten en waardenpatroon. Een soortgelijke leefstijl kan een belangrijke rol spelen bij een identificatie met en een vertrouwen in de buurt. Anderzijds kunnen gelijkgerichte normen ten aanzien van het gebruik van het erf een zekere diversiteit van bewoners op blokniveau mogelijk maken. In Lunetten bepalen sociale en ruimtelijke factoren - soms ook in wisselwerking - het gevoel van thuis zijn. De oorspronkelijke intenties van het plan die gericht waren op ontmoeting, ontplooiing en herbergzaamheid zijn deels van ruimtelijke factoren afhankelijk, maar voor een belangrijk deel ook van sociale factoren zoals een zekere mate van homogeniteit van de bewoners op blokniveau. De conclusie van dit onderzoek naar concrete locaties is dat de collectieve ruimte en de geleidelijke overgangen tussen privé en collectief nog steeds betekenis kunnen hebben als een schakel tussen de behoefte aan privacy en afstand. De margezone voor en achter het huis schept afstand en de collectieve binnenterreinen kunnen ontmoetingen stimuleren, mits bewoners daar ook voor openstaan. De ruimtelijke opzet maakt een vrijblijvende collectiviteit voor en achter het huis mogelijk. Je kunt vrijblijvend met elkaar een praatje maken, maar elkaar ook op een afstand houden. De meeste contacten vinden ook plaats tussen gelijkgezinden qua huishouden of leefstijl. Tussen de bewoners van appartementen en eengezinswoningen is veel minder contact. Visueel blijkt de opzet van de blokken gewaardeerd te worden. 51

52 Men blijkt het prettig te vinden dat niet alle ruimte tussen de huizen is opgeofferd aan privétuinen. De binnenterreinen scheppen ruimte tussen de woningen. Bewoners waarderen nog altijd zowel de maat als de flexibiliteit in gebruik van deze collectieve ruimten. Op de meeste locaties die wij hebben onderzocht wordt de collectieve ruimte van de binnenterreinen opnieuw toegeëigend door gezinnen met kinderen. De collectieve terreinen worden af en toe gebruikt als speelplek, om er te zitten aan een picknicktafel, om er te voetballen of te volleyballen, een konijn in een hok te laten grazen of om er eens een keer een tent op te zetten. De ruimte is flexibel te gebruiken. Ook als het weinig wordt gebruikt waarderen bewoners de mogelijkheid om het te gebruiken, als uitloopgebied van het privédomein. Wat dat betreft vormt de opzet van Lunetten nog altijd een kwaliteit waarmee de wijk zich onderscheidt van Vinex-locaties waar een veel scherper contrast is gerealiseerd tussen de openbaarheid van de straat en het privédomein van de woning. Het hoeft geen teken van verval te zijn als sommige collectieve ruimten tijdelijk weinig worden gebruikt. Een nieuwe generatie bewoners kan het later weer gaan gebruiken. De nieuwe bewoners hebben vaak bewust gekozen voor de opzet van Lunetten. Deze bewoners zijn op verschillende plekken zelf met initiatieven gekomen om de soms wat schrale ruimten opnieuw in te richten. Aan de sfeer en het aanzien van de binnenterreinen is ook te zien dat bewoners zich betrokken voelen bij het beheer. Ook op andere plekken zou de groene collectieve ruimte verder versterkt kunnen worden zodat het profiel van Lunetten als stedelijke gezinswijk nog beter wordt. Bewoners kiezen niet voor het toekomstscenario van de stadswijk als dat betekent dat collectieve binnenterreinen worden afgesloten. De herinterpretatie van Lunetten als Utrechtse buitenwijk ligt juist in de hybride kwalificatie van dorp in de stad. Een zekere mate van toe-eigening van de binnenterreinen door een groep bewoners betekent dat er een parochiaal domein ontstaat waardoor sommige andere bewoners zich uitgesloten kunnen voelen. In dat geval is het niet zo dat de collectieve ruimte als verbindende ruimte gaat werken voor alle bewoners uit zowel gezinswoningen als appartementen. Toch kan enige parochialisering wel worden gestimuleerd zodat de betrokkenheid versterkt kan worden en er een gevoel ontstaat van eigenaarschap van de collectieve ruimte. Dat geldt ook voor de toeeigening van delen van de openbare ruimte die niet behoren tot de groene hoofdstructuur. In plaats van het te ontmoedigen op graduele overgangen tussen openbaar en privégebied, zou het juist kunnen worden aangemoedigd, zoals ook de intentie was van de ontwerpers (zie ook Van der Werf, 2007). Wat we kunnen leren van de binnenterreinen die goed functioneren is dat de plekken die minder intensief worden gebruikt toch potentie kunnen hebben. De toe-eigening is te stimuleren via kleine ruimtelijke ingrepen en goed onderhoud. Dat matige onderhoud is volgens bewoners al eerder een zorgenkindje geweest (Brinkman, 2004). Veel bewoners die wij hebben gesproken - vooral de nieuwkomers onder hen - geven aan incidenteel best de handen uit de mouwen te willen steken, alhoewel het onderhoud in eerste instantie wel als de verantwoordelijkheid van de gemeente wordt gezien. Een actualisatie van de binnenterreinen zou betekenen dat het beheer meer over gelaten kan worden aan de bewoners. Dat levert echter twee dilemma s op. Ten eerste is het de vraag hoe het beheer meer kan worden overgelaten aan een groep actieve bewoners zonder dat andere bewoners zich buitengesloten gaan voelen. Ten tweede is er het dilemma dat de bewoners die gericht zijn op de collectieve ruimte weinig zin in beheer hebben als het een verplichting wordt, vanwege het gebrek aan tijd maar ook omdat men er geen vertrouwen in heeft dat alle bewoners zich zullen inzetten. 52

53 Studie Woonerven Lunetten 53

54 Beeldkatern 4: Gebruik Sociale ruimte; contacten tussen enkele bewoners op de Balearen Beleving van de ruimtelijke opzet, van privé naar openbaar domein (bewoner Balearen) 54

55 Studie Woonerven Lunetten Sociale ruimte; contacten tussen enkele bewoners rond het noordelijk hof aan de Dolomieten Sociale ruimte; contacten tussen enkele bewoners rond het zuidelijk hof aan de Dolomieten 55

56 Tongas en omgeving (workshop 2) Eén van de hoven aan de Tongas 56

Auteurs: Ivan Nio, Nio Stedelijk Onderzoek; Nynke Jutten, Jutten Architectuur; Willemijn Lofvers, Bureau Lofvers In samenwerking met Döske van der

Auteurs: Ivan Nio, Nio Stedelijk Onderzoek; Nynke Jutten, Jutten Architectuur; Willemijn Lofvers, Bureau Lofvers In samenwerking met Döske van der Auteurs: Ivan Nio, Nio Stedelijk Onderzoek; Nynke Jutten, Jutten Architectuur; Willemijn Lofvers, Bureau Lofvers In samenwerking met Döske van der Wilk en Anneke Treffers Dit is een publicatie van Architectuurcentrum

Nadere informatie

ESSE ZOOM LAAG NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL GEMEENTE ZUIDPLAS

ESSE ZOOM LAAG NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL GEMEENTE ZUIDPLAS STEDENBOUWKUNDIG PLAN N Aan de zuidkant van Nieuwerkerk aan den IJssel, grenzend aan de Groene Zoom met Capelle aan den IJssel, ligt de toekomstige wijk Esse Zoom Laag. Hier worden de komende jaren 550

Nadere informatie

De geleefde stad is de alledaagse stad waarin bewoners voortdurend (individuele) keuzes maken en initiatieven nemen

De geleefde stad is de alledaagse stad waarin bewoners voortdurend (individuele) keuzes maken en initiatieven nemen PUBLIEKE RUIMTE IN NEW TOWNS De afstand tussen de geplande en de geleefde stad Martijn Ubink Stedelijk Onderzoek & Advies Conferentie: nieuwe uitdagingen voor New Towns 31 oktober 2013 PUBLIEKE RUIMTE

Nadere informatie

Ontwerpopgaven in beeld Den Haag, 14 oktober, 2010

Ontwerpopgaven in beeld Den Haag, 14 oktober, 2010 Ontwerpopgaven in beeld Den Haag, 14 oktober, 2010 Tijdbeeld; de context van de opgave Woonerfwijken Woonerf of bloemkoolwijken NH_Heerhugowaard_Rivierenwijk Oost 30 km zone (1983) Stadsvernieuwing: verdichtingsopgaven

Nadere informatie

VRIJSTAAND CONSUMENTGERICHT WONEN

VRIJSTAAND CONSUMENTGERICHT WONEN VRIJSTAAND CONSUMENTGERICHT WONEN Vrijstaand consumentgericht wonen Op de woningmarkt is een groeiende behoefte te constateren naar vrijstaande en toch betaalbare woningen op kleine kavels. Een categorie

Nadere informatie

De Wederik. Herontwikkeling woningbouw - Stedenbouwkundig plan Ontwerp

De Wederik. Herontwikkeling woningbouw - Stedenbouwkundig plan Ontwerp De Wederik Herontwikkeling woningbouw - Stedenbouwkundig plan Ontwerp Team stedenbouw Versie 10 april 2015 De Wederik Stedenbouwkundig plan (ontwerp) Inhoud 1. Inleiding 2. Bestaande situatie 3. Project

Nadere informatie

STAD OP OOGHOOGTE IN NIEUWBOUWPROJECTEN

STAD OP OOGHOOGTE IN NIEUWBOUWPROJECTEN STAD OP OOGHOOGTE IN NIEUWBOUWPROJECTEN Mattijs van t Hoff & Jeroen Laven (STIPO) Momenteel zetten veel steden in op de ontwikkeling van gebieden binnen de stad in plaats van slaperige suburbs erbuiten.

Nadere informatie

Schetsontwerp Starterswoningen Achterweg 90 Voormalig Cultureel Centrum, Nieuwe Wetering.

Schetsontwerp Starterswoningen Achterweg 90 Voormalig Cultureel Centrum, Nieuwe Wetering. Schetsontwerp Starterswoningen Achterweg 90 Voormalig Cultureel Centrum, Nieuwe Wetering. 1 September 2014 Schetsontwerp Starterswoningen Achterweg 90 Voormalig Cultureel Centrum, Nieuwe Wetering. Project:

Nadere informatie

HilberinkboscH architecten Wamberg sM - berlicum t woningen De Hoef Rosmalen 206

HilberinkboscH architecten Wamberg sM - berlicum t woningen De Hoef Rosmalen 206 HilberinkboscH architecten Wamberg 5-5258sM - berlicum t.073-6900136 - hetburo@hb-a.nl 54 woningen De Hoef Rosmalen 206 54 woningen De Hoef De Hoef is gesitueerd op het voormalige voetbalcomplex van OJC,

Nadere informatie

Foto-expositie: Lievelingsplekken in een wijk die geen probleemwijk is

Foto-expositie: Lievelingsplekken in een wijk die geen probleemwijk is Foto-expositie: Lievelingsplekken in een wijk die geen probleemwijk is Kaalslag en de boomhut Deze foto laat veel zien. Ten eerste de wil van bewoners om met elk stukje materiaal dat ze kunnen vinden een

Nadere informatie

Piet Hein kavel te Goes

Piet Hein kavel te Goes Piet Hein kavel te Goes Stedenbouwkundige randvoorwaarden 151215 BIJLAGE 2 1 Bestaande situatie De Piet Hein kavel ligt aan de zuidrand van de oude binnenstad in een omgeving met deels kleinschalige oudere

Nadere informatie

Nieuwbouw Woerden. Woerden Schilderskwartier VAN SCHAGEN ARCHITEKTEN #25

Nieuwbouw Woerden. Woerden Schilderskwartier VAN SCHAGEN ARCHITEKTEN #25 Nieuwbouw Woerden Woerden Schilderskwartier VAN SCHAGEN ARCHITEKTEN #25 n renovatie n nieuwbouw oorspronkelijke situatie definitieve nieuwbouwplan 2010 voormalige herstructureringsplan 2008 In goed overleg

Nadere informatie

WijkWijzer Deel 1: de problemen

WijkWijzer Deel 1: de problemen WijkWijzer Deel 1: de problemen Ondiep, Utrecht overlast dronken mensen overlast door drugsgebruik overlast jongeren vernieling openbare werken rommel op straat overlast van omwonenden auto-inbraak fietsendiefstal

Nadere informatie

Park van buijsen pijnacker-nootdorp. Een bijzonder groene en waterrijke uitbreiding

Park van buijsen pijnacker-nootdorp. Een bijzonder groene en waterrijke uitbreiding Park van buijsen pijnacker-nootdorp Een bijzonder groene en waterrijke uitbreiding Plan Landschappelijke drager hoofdontsluiting * De van Buijsen De Scheggen wadi Zuidweg De Scheggen Plas van Buijsen waterstraat

Nadere informatie

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Stap 1 van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking schrijft voor dat een stedelijke ontwikkeling past binnen de regionale behoefte. Provincie

Nadere informatie

Nieuwbouwplan MBB Ontwikkeling. De locatie

Nieuwbouwplan MBB Ontwikkeling. De locatie Nieuwbouwplan MBB Ontwikkeling De locatie D Nieuwbouwplan MBB Ontwikkeling Inleiding MBB Ontwikkeling is verheugd haar plan voor De Slinger West Houten aan u te mogen presenteren. Dit boekje bevat een

Nadere informatie

Stedenbouwkundig ontwerpen

Stedenbouwkundig ontwerpen Stedenbouwkundig ontwerpen Klik 2010 om het opmaakprofiel van de modelondertitel te bewerken Evelien Brandes De opgave nieuwe wijk of nieuw stedelijk gebied in Nederland staan anno 2010 de grootste uitbreidingen

Nadere informatie

WESTERDOKSEILAND. Amsterdam. www.awg.be

WESTERDOKSEILAND. Amsterdam. www.awg.be WESTERDOKSEILAND Amsterdam 282 www.awg.be 2 WESTERDOKSEILAND TE AMSTERDAM Nieuwbouw van 110 appartementen, bedrijfsruimten en ondergrondse parkeergarage op het Westerdokseiland te Amsterdam, Nederland.

Nadere informatie

Portfolio. Architectenmarkt Capelle aan den IJssel

Portfolio. Architectenmarkt Capelle aan den IJssel Portfolio Architectenmarkt Capelle aan den IJssel Kavelwoning.nl de website met moderne zelfbouw woningen voor particulieren Kavelwoning.nl is opgezet door met als doel om het woningaanbod voor particulieren

Nadere informatie

OVERZICHTSNOTITIE INZENDINGEN

OVERZICHTSNOTITIE INZENDINGEN OVERZICHTSNOTITIE INZENDINGEN Deze notitie behandelt enkele conclusies op hoofdlijnen, gebaseerd op de 36 inzendingen die zijn ingediend voor de pilot woonconcepten voor EU-arbeidsmigranten. Positieve

Nadere informatie

t 't Hoekske Omdat geluk in t Hoekske zit... 9 starterswoningen

t 't Hoekske Omdat geluk in t Hoekske zit... 9 starterswoningen t 't Hoekske Omdat geluk in t Hoekske zit... 9 starterswoningen 't Hoekske Omgeving 't Hoekske Aan de rand van het hart van Heusden, daar waar de straat t Hoekske en de lange Antoniusstraat samenkomen,

Nadere informatie

Studie en prijsvraag Tuinen 3 Gouda

Studie en prijsvraag Tuinen 3 Gouda Studie en prijsvraag Tuinen 3 Gouda Tuinen 3 Gouda Omschrijving 2 Tuinen 3 Gouda Verkavelingsstudie Woonpartners Midden-Holland Verkavelingsstudie In opdracht van Woonpartners Midden-Holland te Waddinxveen

Nadere informatie

Planstudie Linden Erven. Uffelte

Planstudie Linden Erven. Uffelte Planstudie Linden Erven Uffelte Nieuw dorps bouwplan De locatie in de omgeving. De locatie in het dorp. Uffelte Linden Erven - juni 2012 - la4sale Amsterdam 2 Inleiding 1 Woningbouwvereniging Actium heeft

Nadere informatie

leidsche rijn, Tekst: Anneke Bokern Fotografie: Wim Tholenaars Dit terrasvormige slaat een brug tussen twee zeer verschillende project woon- balans

leidsche rijn, Tekst: Anneke Bokern Fotografie: Wim Tholenaars Dit terrasvormige slaat een brug tussen twee zeer verschillende project woon- balans 28 leidsche rijn, NEDERLAND Tekst: Anneke Bokern Fotografie: Wim Tholenaars Dit terrasvormige gebouw slaat een brug tussen twee zeer verschillende stedenbouwkundige situaties 29 project woon- Complex balans

Nadere informatie

Ontsluiting Relaties met omgeving Water Duurzaamheid Sociaal Groen

Ontsluiting Relaties met omgeving Water Duurzaamheid Sociaal Groen Ontsluiting De ontsluiting van Oostindie vindt plaats via een verlenging van de Auwemalaan, met een rotonde. Deze weg loopt centraal door de wijken via de zuidwest-zijde er weer uit. In de wijk is een

Nadere informatie

BAVAVLA + CARDO ARCHITECTEN

BAVAVLA + CARDO ARCHITECTEN DE HOVEN EN DE TUIN VAN NOORD Schets voor de herontwikkeling "de hoven" in opdracht van woningbouwvereniging de Sleutels van Zijl en Vliet HUIDIGE SITUATIE DE HOVEN 1 OPGAVE In 2007 heeft de Stuurgroep

Nadere informatie

Herontwikkeling De Dubbeldekker SCHATKAART

Herontwikkeling De Dubbeldekker SCHATKAART SCHATKAART Conclusies: POSITIEF Veel groen Zicht op groen, vanuit balkons, achtertuinen - veel groen beleving Veel volwassen, grote bomen Autoluw gebied Speelplek - wordt goed gebruikt Schoolplein Laag

Nadere informatie

stads- en landschapsontwerp Wonen Westerkade HA Utrecht

stads- en landschapsontwerp Wonen Westerkade HA Utrecht Wonen Prachtwijk Presikhaaf Wonen Arnhem Project: Grootschalige herstructurering van de Vogelaarwijk Presikhaaf Deltakwartier te Arnhem, ca. 680 woningen. Opdracht: Kwaliteitsimpuls stedenbouwkundig plan,

Nadere informatie

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio.

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio. Maak plaats voor Hoorn! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio. Iedere dag is het hier een komen en gaan van duizenden

Nadere informatie

Delft Poptahof. Herstructurering zestigerjarenwijk Poptahof in Delft.

Delft Poptahof. Herstructurering zestigerjarenwijk Poptahof in Delft. Delft Poptahof Herstructurering zestigerjarenwijk Poptahof in Delft. Delft - Poptahof Herstructurering zestigerjarenwijk Poptahof in Delft. Raamwerk en flexibiliteit De herstructurering van de Poptahof

Nadere informatie

SHM Dewaco-Werkerswelzijn wil een voorbeeldproject. De herinrichting van de nieuwe openbare ruimte. Bij de vernieuwing zal de mix aan verschillende

SHM Dewaco-Werkerswelzijn wil een voorbeeldproject. De herinrichting van de nieuwe openbare ruimte. Bij de vernieuwing zal de mix aan verschillende De bestaande woningen in den Tir zullen plaats maken voor 93 nieuwe sociale huur- en koopwoningen. Ons plan voorziet in een hedendaags breed woningaanbod, en een herstructurering van het hele gebied. Concrete

Nadere informatie

Ruimtelijke Uitgangspunten. ontwikkeling locatie dorpsschool, Steenhoek te Rozendaal

Ruimtelijke Uitgangspunten. ontwikkeling locatie dorpsschool, Steenhoek te Rozendaal Ruimtelijke Uitgangspunten ontwikkeling locatie dorpsschool, Steenhoek te Rozendaal Ruimtelijke kenmerken situatie Woongebied jaren 70 Architectuur gevarieerd Vrijstaande huizen, ruime kavels Geschakelde

Nadere informatie

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d. 20-9-2017 Uitgangspunten bouwmogelijkheden gemeentelijke kavels: Hoofdgebouw dient gebouwd te worden in de voorgevelrooilijn (zie bijlage); De afstand tussen het

Nadere informatie

Plan van aanpak WOONERVEN LUNETTEN

Plan van aanpak WOONERVEN LUNETTEN Plan van aanpak WOONERVEN LUNETTEN Utrecht, april 10 Projectnummer: 1034 Architectuurcentrum Aorta Utrecht Inhoud 1 Inleiding en vraag 3 1.1 Aanloop 3 1.2 Aanleiding 4 1.3 Positionering 4 1.4 Vervolg 5

Nadere informatie

een breed gedragen alternatief Haarlem 1 december 2013

een breed gedragen alternatief Haarlem 1 december 2013 H E R O N T W I K K E L I N G - K O N I N G S T E I N - E O een breed gedragen alternatief Haarlem 1 december 2013 H E R O N T W I K K E L I N G - K O N I N G S T E I N - E O een breed gedragen alternatief

Nadere informatie

1. gebiedsidentiteit

1. gebiedsidentiteit M E M O Aan Van : klankbordgroep HKA / St. Marten : Portaal Aantal pagina s : 3 Datum : 14 oktober 2008 Betreft : reactie op advies d.d. 15 september 2008 Status : ter informatie Portaal stelt een definitief

Nadere informatie

Huizen. Kindvriendelijke wijk. Uitgebouwde hoekwoning met garage. Jaren 30. Zonnige achtertuin met privacy. Prettige lichtinval

Huizen. Kindvriendelijke wijk. Uitgebouwde hoekwoning met garage. Jaren 30. Zonnige achtertuin met privacy. Prettige lichtinval Huizen vanhendriks Karperstraat 121, 6833 EB Arnhem Uitgebouwde hoekwoning met garage Jaren 30 Zonnige achtertuin met privacy Kindvriendelijke wijk Prettige lichtinval H49 H49 Kenmerken Soort Type Kamers

Nadere informatie

Ouderen, als basis voor stedelijke vernieuwing

Ouderen, als basis voor stedelijke vernieuwing Ouderen, als basis voor stedelijke vernieuwing P5 presentatie - Femke Introductie van - de Onderzoek Meulengraaf - Ontwerp - 1503103 - Conclusie - 26 juni 2014 Introductie Onderzoek Ontwerp Conclusie Probleem

Nadere informatie

Uitdagingen in de bloemkoolwijk

Uitdagingen in de bloemkoolwijk Meedenknotitie 1/7 Uitdagingen in de bloemkoolwijk Gerco van Maanen en Marjon Bouma (Gedeeld Eigendom), mei 2013 Algemene situatieschets Naar aanleiding van de vraag welke mogelijkheden er eigendomtechnisch

Nadere informatie

HET VRIJE VELD & tiny houses. een verkaveling voor veld L

HET VRIJE VELD & tiny houses. een verkaveling voor veld L HET VRIJE VELD & tiny houses een verkaveling voor veld L 2 september 2014 INLEIDING Dit boekje behelst twee studies. De eerste betreft de opzet van een nieuwe typologie die zonder lokatie door ons is ontworpen.

Nadere informatie

Welkom. Angelique Remijn > Triborgh Gebiedsontwikkeling. 18 juni jongstleden bijeenkomst met:

Welkom. Angelique Remijn > Triborgh Gebiedsontwikkeling. 18 juni jongstleden bijeenkomst met: landschap berkenhout Informatie-avond 18 juni 2018 Welkom Angelique Remijn > Triborgh Gebiedsontwikkeling 18 juni jongstleden bijeenkomst met: - Werkgroep leden (Voorzieningen Landschap Nabuurschap) -

Nadere informatie

VERSLAG BURGERPARTICIPATIE

VERSLAG BURGERPARTICIPATIE VERSLAG BURGERPARTICIPATIE PLAN KERKSTRAAT 4A BERKEL ENSCHOT Versie: 06-02-2017 1 INHOUD Inleiding... 3 Reacties en antwoorden... 4 2 INLEIDING De gemeente Tilburg is in 2015 met de woningbouwcorporaties

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Torenstraat 7 Gassel

Beeldkwaliteitsplan Torenstraat 7 Gassel 1 Gegevens over het plan: Plannaam: Datum: April 2017 Projectnummer Buro SRO: 14.40.09 Gegevens projectbetrokkenen: Opdrachtgever: Contactpersoon opdrachtgever: Dhr. G. Ariens Dhr. G. Ariens Gegevens Buro

Nadere informatie

Park Krayenhoff Uithoorn

Park Krayenhoff Uithoorn Park rayenhoff Uithoorn Park rayenhoff Uithoorn Situatie Park rayenhoff vormt een ruim opgezette parkachtige woonwijk aan de noordwest-zijde van Uithoorn op het voormalige IBM-terrein. Het hele plan is

Nadere informatie

5. Beeldkwaliteit openbare ruimte

5. Beeldkwaliteit openbare ruimte 5. Beeldkwaliteit openbare ruimte Een belangrijke kwalitatieve drager van de buurt is de sterke groenstructuur, die met de ruime opzet van de bebouwing zorgt voor veel licht, lucht en ruimte. Met name

Nadere informatie

Cuijk - De Valuwe. Openbare ruimte De Valuwe

Cuijk - De Valuwe. Openbare ruimte De Valuwe Openbare ruimte De Valuwe Openbare ruimte De Valuwe is de eerste naoorlogse uitbreidingswijk van Cuijk, een dorp aan de Maas. De wijk vormt de noordoostzijde van het huidige dorp, op de grens met het buitengebied.

Nadere informatie

MET ZICHT MET ZICHT. NEXT architects Kauwgomballenfabriek Paul van Vlissingenstr. 2a 1096 BK Amsterdam The Netherlands

MET ZICHT MET ZICHT. NEXT architects Kauwgomballenfabriek Paul van Vlissingenstr. 2a 1096 BK Amsterdam The Netherlands NEXT architects Kauwgomballenfabriek Paul van Vlissingenstr. 2a 1096 BK Amsterdam The Netherlands NEXT architects Beijing Emperor House #1101 136 Andingwaidajie Dongcheng Qu 100011 Beijing China MET ZICHT

Nadere informatie

ideaalwonen in OUD IJSSELMONDE een ontwerpstrategie Een Visie op de Ontwikkeling van de Koninginneweg e.o.

ideaalwonen in OUD IJSSELMONDE een ontwerpstrategie Een Visie op de Ontwikkeling van de Koninginneweg e.o. ideaalwonen in OUD IJSSELMONDE een ontwerpstrategie Een Visie op de Ontwikkeling van de Koninginneweg e.o. De nieuwe woningmarkt in Oud IJsselmonde De crisis heeft binnen de volkshuisvesting flink toegeslagen.

Nadere informatie

Stedenbouwkundige analyse

Stedenbouwkundige analyse BIJLAGE 5: perceel Secr. Varkevisserstraat 58 Stedenbouwkundige analyse Beschrijving locatie De locatie betreft het terrein achter en naast de woning aan de Secr. Varkevisserstraat 58. Op het achterliggende

Nadere informatie

Wonen in de stad hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/63726

Wonen in de stad hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/63726 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 09 May 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/63726 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

rhenen schets-museumkwartier deel 1

rhenen schets-museumkwartier deel 1 rhenen schets-museumkwartier deel 1 Opdrachtgever: Gemeente Rhenen Stedenbouwkundig ontwerp: Aad Trompert, Amersfoort Architectuur: Van Leeuwen Architecten, Veenendaal 2 mei 2011 rhenen museumkwartier

Nadere informatie

Kanskaart voor Lunetten. de wijkproblematiek in kaart gebracht

Kanskaart voor Lunetten. de wijkproblematiek in kaart gebracht Kanskaart voor Lunetten de wijkproblematiek in kaart gebracht Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl I www.atlasvoorgemeenten.nl Atlas

Nadere informatie

Conclusies locatie P+R Stationsgebied

Conclusies locatie P+R Stationsgebied Conclusies locatie P+R Stationsgebied Inpassing in de omgeving + De omgeving is van een grootschaliger karakter passend bij de functie brandweerkazerne. De openbare ruimte waar de kazerne op aansluit bestaat

Nadere informatie

Comfortabel, ruim & duurzaam wonen in Vlaardingen. 30 huurwoningen in een groene woonomgeving

Comfortabel, ruim & duurzaam wonen in Vlaardingen. 30 huurwoningen in een groene woonomgeving Comfortabel, ruim & duurzaam wonen in Vlaardingen 30 huurwoningen in een groene woonomgeving 2 Veel wooncomfort op een levendige locatie Drie identieke blokken met ieder veertig woningen. Negentig huurappartementen

Nadere informatie

Huizen. Luxe keuken. Vrij uitzicht. Twee goede slaapkamers. Moderne bouw. Eigen parkeerplaats. Ringweg-Kruiskamp 71 H, 3814 TE Amersfoort H47 H47

Huizen. Luxe keuken. Vrij uitzicht. Twee goede slaapkamers. Moderne bouw. Eigen parkeerplaats. Ringweg-Kruiskamp 71 H, 3814 TE Amersfoort H47 H47 Huizen vanhendriks Ringweg-Kruiskamp 71 H, 3814 TE Amersfoort Vrij uitzicht Moderne bouw Twee goede slaapkamers Luxe keuken Eigen parkeerplaats H47 H47 Kenmerken Soort Kamers Woonoppervlakte Inhoud Bouwjaar

Nadere informatie

Woningbouwcomplex Loevenhout, Utrecht-Overvecht

Woningbouwcomplex Loevenhout, Utrecht-Overvecht Woningbouwcomplex Loevenhout, Utrecht-Overvecht Programma 184 appartementen, 24 grond gebonden woningen, parkeer-, commerciële en buitenruimte voorzieningen Opdrachtgever Portaal Vastgoed Ontwikkeling,

Nadere informatie

Amsterdam overhoeks. Ontwerp voor her-ontwikkeling van het Shellterrein op de Noordelijke IJ-oever in Amsterdam.

Amsterdam overhoeks. Ontwerp voor her-ontwikkeling van het Shellterrein op de Noordelijke IJ-oever in Amsterdam. Amsterdam overhoeks Ontwerp voor her-ontwikkeling van het Shellterrein op de Noordelijke IJ-oever in Amsterdam. Amsterdam overhoeks Ontwerp voor her-ontwikkeling van het Shellterrein op de Noordelijke

Nadere informatie

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 13 mei 2015

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 13 mei 2015 Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 13 mei 2015 Aanwezig : M. Kavsitli, M.Overbeeke, W. Crusio en J. van Bergen Vooroverleg Aanvraag Agendapunt Aanvrager Bouwadres Aard bouw Toetsvorm Beschrijving

Nadere informatie

Maak kennis met de Erfwoning en de Hofwoning

Maak kennis met de Erfwoning en de Hofwoning j u l i 2 0 0 9 4 Maak kennis met de Erfwoning en de Hofwoning In nieuwsbrief nummer 3 heeft u als een van de eersten in tekst en beeld kunnen kennismaken met een tweetal woningtypen in De Rooije Hoeven.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Eerste Herziening Kop Zuidas

Bestemmingsplan Eerste Herziening Kop Zuidas Gemeente Amsterdam Bestemmingsplan Eerste Herziening Kop Zuidas Stadsdeel Zuid Vastgesteld Gemeente Amsterdam Ruimte en Duurzaamheid bestemmingsplan Eerste herziening Kop Zuidas Colofon Opdrachtgever Opdrachtnemer

Nadere informatie

Erftransformatie Oostendorperstraatweg 22A Oostendorp Gemeente Elburg. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2011

Erftransformatie Oostendorperstraatweg 22A Oostendorp Gemeente Elburg. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2011 Erftransformatie Oostendorperstraatweg 22A Oostendorp Gemeente Elburg Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2011 Erftransformatie Oostendorperstraatweg 22A Oostendorp Gemeente Elburg COLOFON

Nadere informatie

Veldwerkopdracht Utrecht in ontwikkeling

Veldwerkopdracht Utrecht in ontwikkeling Veldwerkopdracht Utrecht in ontwikkeling Herstructurering van de Schepenbuurt en omgeving Maarten Seerden Inleiding Schepenbuurt en omgeving Bouwperiode: jaren 40-50 van de 20e eeuw Wijk is verouderd behoefte

Nadere informatie

1. Fort Advocaten N.V. De heer mr. Postbus KB Amsterdam

1. Fort Advocaten N.V. De heer mr. Postbus KB Amsterdam 1. Fort Advocaten N.V. De heer mr. Postbus 70091 1007 KB Amsterdam Per fax ingekomen d.d. 16-01-2014 Per brief geregistreerd onder nummer IN-14-09424 d.d. 17-01-2014 1.1. Cliënte is eigenaar van het perceel

Nadere informatie

Informatieavond Wonen in Elspeet Noordwest 17 maart 2015

Informatieavond Wonen in Elspeet Noordwest 17 maart 2015 Informatieavond Wonen in Elspeet Noordwest 7 maart 205 Op 7 maart 205 organiseerden de gemeente Nunspeet, Omnia Wonen en Van Wijnen een informatiebijeenkomst voor de plannen voor nieuwe woningen in Elspeet

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Uitzicht op een betere wijk

Uitzicht op een betere wijk Uitzicht op een betere wijk Deze visie is tot stand gekomen in bijeenkomsten met verschillende partijen. We danken de deelnemers hartelijk voor hun inzet. Wilt u meer weten? Heeft u na het lezen van deze

Nadere informatie

Nota van Uitgangspunten Oude Uitbreiding West Sliedrecht. December 2008

Nota van Uitgangspunten Oude Uitbreiding West Sliedrecht. December 2008 Nota van Uitgangspunten Oude Uitbreiding West Sliedrecht December 2008 Inhoudsopgave Inleiding Stedenbouwkundig plan Verkeer en parkeren Architectuur Erfafscheidingen Groen en spelen December 2008-02

Nadere informatie

De 3 hoven, Haarlem. oude situatie

De 3 hoven, Haarlem. oude situatie De 3 hoven, Haarlem Locatie Ontwerp foto s Opdrachtgever Aannemer Adviseurs Totaal bvo Bouwkosten Projectduur Bijzonderheden Monacopad e.o., Haarlem M. Henssen, W. Swinkels, K. vd Velden, P. Spoelstra

Nadere informatie

Wijken voor de Fiets: PRACHTwijken: PRACHTplekken en PRACHTverbindingen als Parels

Wijken voor de Fiets: PRACHTwijken: PRACHTplekken en PRACHTverbindingen als Parels Wijken voor de Fiets: PRACHTwijken: PRACHTplekken en PRACHTverbindingen als Parels Klapstoelconcert Koekoeksplein, Utrecht Ineke Spapé, SOAB adviseurs Lector NHTV/CROW Verkeer en Stedenbouw 1. Waarom aandacht

Nadere informatie

09002 Intense Laagbouw. Groningen. Project nummer 24 Oosterhamrikkade Noordzijde. in opdracht van Gemeente Goningen, dienst RO/EZ

09002 Intense Laagbouw. Groningen. Project nummer 24 Oosterhamrikkade Noordzijde. in opdracht van Gemeente Goningen, dienst RO/EZ 09002 Intense Laagbouw Project nummer 24 Oosterhamrikkade Noordzijde Groningen in opdracht van Gemeente Goningen, dienst RO/EZ inhoudsopgave toelichting 3 model 4 17 09002 Intense Laagbouw Groningen 3

Nadere informatie

A gemeente Eindhoven Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan "XI Gestel buiten de Ring 2005 (Aireyflats en woningen)" ORVM - Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, STB - Stedenbouw september

Nadere informatie

16 april 2007. Schetsdag Zwarte Hond Kristal project Loevesteinlaan II

16 april 2007. Schetsdag Zwarte Hond Kristal project Loevesteinlaan II 16 april 2007 Schetsdag Zwarte Hond Kristal project Loevesteinlaan II ? het stedenbouwkundig model dat integraal antwoord is op WONEN AAN HET ZUIDERPARK op basis van uitgangspunten van KRISTAL !? Ontwerp

Nadere informatie

Stedenbouw en Landschap

Stedenbouw en Landschap Woonwijk De Bem Zevenaar Voormalig stedenbouwkundigplan Stedenbouwkundigplan TOPIA achtertuin woonpad voortuin parkeerhof achtertuin openbare ruimte voortuin achtertuin achterpad Voormalig prototype verkaveling

Nadere informatie

ruimte met eigen karakter

ruimte met eigen karakter Verkoopinformatie: Postbus 123 7240 AC Lochem T 088-321 32 10 info@viverion.nl www.viverion.nl Boomkamp 37 7461 AW Rijssen T 0548-543785 rijssen@mijnmakelaar.nl www.mijnmakelaarrijssen.nl Postbus 25 7450

Nadere informatie

besluit Ruimtelijke en Programmatische Verkenning Ankerlocatie Westenholte

besluit Ruimtelijke en Programmatische Verkenning Ankerlocatie Westenholte Ruimtelijke en Programmatische Verkenning Ankerlocatie Westenholte 1 Inleiding Westenholte is van oorsprong een oude dorpskern die later bij Zwolle is gevoegd. De wijk is steeds groter geworden en aan

Nadere informatie

De LIER MOLEN SLOOT - werkboek

De LIER MOLEN SLOOT - werkboek De LIER MOLEN SLOOT werkboek Ruimtelijk kader Randvoorwaardenkaart Legenda hoofdontsluiting auto langzame route / bestemmingsverkeer fietsverkeer wandelpaden bestaande sloten hoofdwatergangen ontginningstructuur

Nadere informatie

het waardhuis RUIM WONEN MET VEEL PRIVACY? Het Waardhuis in Krimpen Aan Den IJssel biedt u deze mogelijkheid. Het Waardhuis is een initiatief van:

het waardhuis RUIM WONEN MET VEEL PRIVACY? Het Waardhuis in Krimpen Aan Den IJssel biedt u deze mogelijkheid. Het Waardhuis is een initiatief van: het waardhuis RUIM WONEN MET VEEL PRIVACY? Het Waardhuis in Krimpen Aan Den IJssel biedt u deze mogelijkheid. Het Waardhuis is een initiatief van: perceel 4574 kadaster OLYMPIADE Wonen in een parkachtige

Nadere informatie

Concept. wonen in de kern. wonen rondom de kern

Concept. wonen in de kern. wonen rondom de kern Concept Fiet sr out e wonen in de kern wonen rondom de kern won en in het lint 16 Door te spelen met de richtingen en de hellingshoeken van de kappen ontstaat er een gevarieerd straatbeeld. Eenheid en

Nadere informatie

Kavelboek. De Groene Erven Schuytgraaf Veld 14

Kavelboek. De Groene Erven Schuytgraaf Veld 14 Kavelboek 050401 De Groene Erven Schuytgraaf Veld 14 Inleiding 4 Stedenbouwkundig plan 6 Beeldkwaliteit 10 Kavels 14 4 Inleiding Kavelboek De Groene Erven is in opdracht van GEM Schuytgraaf opgesteld

Nadere informatie

MIJN EIGEN STRAAT 8 TWEE-ONDER-EEN-KAPWONINGEN IN DE STRATEN IN VEENENDAAL-OOST

MIJN EIGEN STRAAT 8 TWEE-ONDER-EEN-KAPWONINGEN IN DE STRATEN IN VEENENDAAL-OOST MIJN EIGEN STRAAT TYPE A 8 TWEE-ONDER-EEN-KAPWONINGEN IN DE STRATEN IN VEENENDAAL-OOST Door te luisteren, door samen te kijken naar mogelijkheden en oplossingen en door partijen samen te brengen is er

Nadere informatie

Een woonpark op het terrein van het voormalige van Lodenstein College te Kesteren Werknummer: Datum:

Een woonpark op het terrein van het voormalige van Lodenstein College te Kesteren Werknummer: Datum: Een woonpark op het terrein van het voormalige van Lodenstein College te Kesteren Werknummer: 12-1596 Datum: 02-05-2014 Inleiding: Deze studie omvat een stedenbouwkundige en architectonische verkenning

Nadere informatie

MIJN EIGEN STRAAT 8 TWEE-ONDER-EEN-KAPWONINGEN IN DE STRATEN IN VEENENDAAL-OOST

MIJN EIGEN STRAAT 8 TWEE-ONDER-EEN-KAPWONINGEN IN DE STRATEN IN VEENENDAAL-OOST MIJN EIGEN STRAAT TYPE C1 8 TWEE-ONDER-EEN-KAPWONINGEN IN DE STRATEN IN VEENENDAAL-OOST MIJN EIGEN STRAAT Wonen naar eigen smaak! Zo persoonlijk kan wonen zijn Mijn eigen straat is een nieuwbouwproject

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Omgevingsparticipatie

Omgevingsparticipatie Presentatie Omgevingsparticipatie Ontwikkeling Westeinderhage Kudelstaart 3 april 2017 Agenda 1. Welkom 2. Inleiding 3. Uitleg consultatiemethode 4. Consultatie 5. Vervolg 6. Vragenronde 7. Afsluiting

Nadere informatie

Resultaten peiling Enschedepanel Woonwensen en bouwkavels

Resultaten peiling Enschedepanel Woonwensen en bouwkavels Resultaten peiling Enschedepanel Woonwensen en bouwkavels Inleiding Onder de leden van het EnschedePanel is in maart/april 2017 een enquête gehouden. Deze vragenlijst is ook opengesteld voor niet-leden.

Nadere informatie

Heemwerd. Groot. Colofon. R eitdiep-heemwerd Groningen. 42 royale ééngezinswoningen

Heemwerd. Groot. Colofon. R eitdiep-heemwerd Groningen. 42 royale ééngezinswoningen Colofon Ontwikkeling en realisatie: Verkoop en informatie: Volker Wessels vastgoed bv Baron de Coubertinlaan 5 Postbus 7317 2701 AH Zoetermeer www.vwvastgoed.nl Schreuder Nieuwbouwmakelaars Verlengde Hereweg

Nadere informatie

Recreatieve woonmilieus in Almere. Erik van Marissing, Mei 2002

Recreatieve woonmilieus in Almere. Erik van Marissing, Mei 2002 Erik van Marissing, Mei 2002 Opbouw van de presentatie Doelstellingen en Probleemstelling Onderzoeksvragen en Afbakening van het onderzoeksgebied Definitie van een recreatief woonmilieu De meerwaarde van

Nadere informatie

Projectnummer: Onderdeel : Stedenbouwkundige onderbouwing. Opdrachtgever : de Eekelaar NV Baarleseweg RH Chaam

Projectnummer: Onderdeel : Stedenbouwkundige onderbouwing. Opdrachtgever : de Eekelaar NV Baarleseweg RH Chaam Projectnummer: 22435 Onderdeel : Stedenbouwkundige onderbouwing Omschrijving : De Eekelaar 43 appartementen met commerciële ruimten en parkeerkelder Aan de Dorpsstraat te Chaam Opdrachtgever : de Eekelaar

Nadere informatie

8. Woningtypen. Gemeente Alkemade Masterplan Braassemerland

8. Woningtypen. Gemeente Alkemade Masterplan Braassemerland 8. Woningtypen Voor Braassemerland kunnen verschillende bijzondere woningtypen ontwikkeld worden. Deze woningen zijn specifiek voor hun locatie en ontsluiting, hierop wordt ook de situering op de kavel

Nadere informatie

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN colofon SAB Arnhem bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres: postbus 479 6800 AL Arnhem T (026) 3576911 F

Nadere informatie

PLAATSNAAM. Wonen in een collectief landschapspark aan een beekje in Gemert Slogan

PLAATSNAAM. Wonen in een collectief landschapspark aan een beekje in Gemert Slogan woonpark PROJECTTITEL de stroom PLAATSNAAM gemert Wonen in een collectief landschapspark aan een beekje in Gemert Slogan BEEKDAL PRIKK beekdal prikkers BOMEN PLEKK bomen plekken RAND = ROUTE WONE rand-route

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Harinxmaland Fase 1 E

Beeldkwaliteitsplan Harinxmaland Fase 1 E Beeldkwaliteitsplan Harinxmaland Fase 1 E Beeldkwaliteitsplan Fase 1 E Harinxmaland Vastgesteld door de gemeenteraad op Inhoud 1. Inleiding... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Plangebied... 5 2. Uitgangspunten...

Nadere informatie

De toekomst van de bloemkoolwijk

De toekomst van de bloemkoolwijk De toekomst van de bloemkoolwijk Lex de Boer Directeur SEV Welkom en opening Jeroen Singelenberg Programmaregisseur SEV Van bloemkool naar broccoli een update van de woonerven van 30 jaar geleden Woonerven

Nadere informatie

Molenstraat Sint Jansklooster e.o. Visie op wonen EEN PLEIDOOI VOOR NABUURSCHAP

Molenstraat Sint Jansklooster e.o. Visie op wonen EEN PLEIDOOI VOOR NABUURSCHAP Molenstraat Sint Jansklooster e.o. Visie op wonen EEN PLEIDOOI VOOR NABUURSCHAP In opdracht van Wetland Wonen Groep VERSIE 04 wrknr. 69 datum oktober 206 INLEIDING In opdracht van de WetlandWonen Groep

Nadere informatie

Een woonpark op het terrein van het voormalige van Lodenstein College te Kesteren Werknummer: 12-1596 Datum: 21-02-2014

Een woonpark op het terrein van het voormalige van Lodenstein College te Kesteren Werknummer: 12-1596 Datum: 21-02-2014 Een woonpark op het terrein van het voormalige van Lodenstein College te Kesteren Werknummer: 12-1596 Datum: 21-02-2014 Inleiding: Deze studie omvat een stedenbouwkundige en architectonische verkenning

Nadere informatie

Studentenwoningen, Zwolle

Studentenwoningen, Zwolle Studentenwoningen, Zwolle Programma Ontwikkeling studentenhuisvesting van 5 studentenwoningen inclusief gemeenschappelijke ruimtes, parkeervoorzieningen en.00 m² verhuurbare ruimte tbv zorgfuncties. Opdrachtgever

Nadere informatie

3. Minder tevreden over het wonen

3. Minder tevreden over het wonen 3. Minder tevreden over het wonen zijn minder tevreden over hun woning en hun woonomgeving dan autochtonen. Zij wonen in kwalitatief minder goede woningen en moeten met meer mensen de beschikbare ruimte

Nadere informatie

Stedenbouwkundige onderbouwing dakopbouwen Componistenbuurt

Stedenbouwkundige onderbouwing dakopbouwen Componistenbuurt Stedenbouwkundige onderbouwing dakopbouwen Componistenbuurt 1 Locatie en omgeving De Componistenbuurt is een jaren 70 wijk gelegen in het noordoosten van Berkel. De westzijde van de Componistenbuurt wordt

Nadere informatie

Wijkperspectief Vinkhuizen voor elkaar!

Wijkperspectief Vinkhuizen voor elkaar! Wijkperspectief Vinkhuizen voor elkaar! Vinkhuizen voor elkaar! VINKHUIZEN hoofdstructuur Legenda Hoofdgroenstructuur Hoofdwaterstructuur Spoorbaan Centrum VOORWOORD Voor u ligt het wijkperspectief. Hierin

Nadere informatie

Jeroen de Boer Jelmer van der Zweep Nynke Telgenhof Ylze Lindeboom. NB: het ontwerp en financiele haalbaarheid is niet getoetst door Woonservice.

Jeroen de Boer Jelmer van der Zweep Nynke Telgenhof Ylze Lindeboom. NB: het ontwerp en financiele haalbaarheid is niet getoetst door Woonservice. Dit is de presentatie van het schetsontwerp voor de Voornweg 1, Nieuw-Balinge Gemaakt door studenten Bouwkunde van de Hanzehogeschool uit Groningen 15-12-2011 Nieuw-Balinge Jeroen de Boer Jelmer van der

Nadere informatie