Besluitenlijst van de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders

Transcriptie

1 Besluitenlijst van de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders Nummer 23 Locatie Gemeentehuis Den Burg Datum 05 juni 2018 Aanwezig Afwezig De heer M.C. Uitdehaag (voorzitter) De heer T. van Waes (secretaris) De heer E. Kooiman (wethouder) De heer S. van Knippenberg(wethouder) Mevrouw H. Huisman (wethouder) Openbaar Vaststelling verslag week 22 van de vergadering van 29 mei 2018 Het verslag wordt overeenkomstig het voorgestelde ontwerp vastgesteld. 139 Beslissing bezwaarschriften omgevingsvergunning ophoging percelen Stuifweg / Dienstverlening 1. de bezwaarschriften ontvankelijk te verklaren, met uitzondering van het deel van bezwaarschrift 2 dat is ingediend door of namens de individuele eigenaren van de zomerwoningen op park Prins Hendrik (dit deel is niet-ontvankelijk); 2. de bezwaarschriften, voor zover ontvankelijk, gegrond te verklaren; 3. niet over te gaan tot herroeping van de verleende omgevingsvergunning, maar deze omgevingsvergunning met verbetering van de motivering in stand te laten. Het college heeft een besluit genomen op twee bezwaarschriften die waren ingediend tegen een omgevingsvergunning voor het ophogen van enkele agrarische percelen aan de Stuifweg in Oosterend. Eén van de bezwaarschriften is deels niet-ontvankelijk verklaard. Voor het overige zijn de bezwaarschriften ontvankelijk en gegrond. De verleende omgevingsvergunning is niet herroepen, maar met verbetering van de motivering in stand gebleven. Aanleiding Bij de natuurontwikkeling van Vogelweid de Bol is een hoeveelheid grond vrijgekomen waarmee enkele aanliggende agrarische percelen zijn opgehoogd met 0,25 à 0,30 cm. Voor deze ophoging is een omgevingsvergunning ( aanlegvergunning) verleend. Een bewoner van een naastgelegen perceel maakte hiertegen bezwaar. Een tweede bezwaarschrift was ingediend door de VvE van park Prins Hendrik en alle individuele eigenaren. Voor het indienen van het bezwaar had het bestuur van de VvE één individuele eigenaar gemachtigd. De commissie Bezwaarschriften heeft op 25 april 2018 partijen gehoord. Beoordeling bezwaren Het college heeft aangeven dat de bezwaarschriften ontvankelijk zijn, met uitzondering van het deel van bezwaarschrift 2 dat is ingediend door of namens de individuele eigenaren van de zomerhuizen op park Prins Hendrik. Er ontbreken machtigingen van de individuele

2 eigenaren en die zijn wel noodzakelijk. Daarom is dit bezwaarschrift deels niet-ontvankelijk. De commissie neemt dit standpunt over. De voornaamste bezwaargrond is dat de vrees bestaat dat door de ophoging wateroverlast kan ontstaan op naburige percelen. Dit is ten onrechte niet goed onderzocht. De commissie is ook van opvatting dat er onvoldoende onderzoek is verricht naar de gevolgen van de ophoging. Het besluit is daarom niet zorgvuldig voorbereid en niet deugdelijk gemotiveerd. Het college neemt dit oordeel over. De cruciale vraag is echter of er onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de (agrarische) gebruiksmogelijkheden van de omliggende gronden, want alleen dat kan een reden zijn de omgevingsvergunning te weigeren. De commissie laat het alleen bij de conclusie dat het bezwaar gegrond is en geeft vervolgens geen advies hoe op de bezwaren moet worden beslist of welke stappen het college moet nemen om daartoe te komen. Het college laat de omgevingsvergunning ongewijzigd in stand en geeft daarbij een extra motivering. In essentie komt het er op neer dat: - Het hoogheemraadschap voor het totale natuurontwikkelingstraject een watervergunning heeft gegeven waarbij de totale (toekomstige) waterhuishouding in het gebied is beoordeeld. - Natuurmonumenten (in het kader van het natuurontwikkelingsproject) een onderzoek heeft laten uitvoeren naar de waterhuishouding en dat de conclusie daarvan is: [ ] dat het ophogen van de agrarische percelen tussen Stuifweg [..[ en [..] niet zal leiden tot een verhoging van de grondwaterstanden in de omgeving. De waterhuishouding (peilbeheer) rondom de beschouwde percelen is van dusdanig grote invloed, dat plaatselijke effecten teniet worden gedaan. De voorgenomen ophoging zal geen meetbare invloed hebben op de belendende percelen en van de vemoede wateroverlast zal dan ook geen sprake zijn. - Er geen enkele concrete aanwijzing is dat de door bezwaarmakers gevreesde problemen zich voor gaan doen en die vrees in de bezwaarprocedure ook niet verder is onderbouwd. Deze overwegingen zijn door de commissie ten onrechte niet bij haar overwegingen betrokken. Conclusie De bezwaarschriften zijn, met één uitzondering, ontvankelijk en het bezwaar is gegrond. Dit leidt niet tot herroeping van de omgevingsvergunning. Deze vergunning blijft met verbetering van de motivering in stand. 140 Wijzigen bestemming Oosterenderweg 17 in De Waal van Agrarisch - Oude land naar Bedrijf - vrijkomende agrarische bebouwing / Dienstverlening 1. medewerking te verlenen aan het verzoek om de bestemming Agrarisch Oude land van het perceel Oosterenderweg 17 te wijzigen naar Bedrijf - Vrijkomende agrarische bebouwing. De wijzigingsprocedure ex artikel 3.6.1a Wro hiervoor te starten met het ter inzage leggen van het ontwerp wijzigingsbesluit; 2. de oppervlakte bijbehorende bouwwerken voor de bedrijfsactiviteiten vast te stellen op maximaal 412 m²; 3. indien er geen zienswijzen worden ingediend het ontwerpbesluit tevens als vastgesteld besluit aan te merken; 4. een planschadeovereenkomst af te sluiten met initiatiefnemers. Het college heeft besloten de wijzigingsprocedure te starten voor het toepassen van de regels voor vrijkomende agrarische bebouwing. Voor het perceel Oosterenderweg 17 wordt de bestemming omgezet van Agrarisch - Oude land naar Bedrijf Vrijkomende agrarische bebouwing.

3 Op het perceel Oosterenderweg 17 zijn de agrarische bedrijfsactiviteiten gestopt. Het perceel is verkocht en verzocht is de bestemming aan te passen naar bedrijf Vrijkomende agrarische bebouwing. Het verzoek is getoetst aan de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Texel Daarin is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor vrijkomende agrarische bebouwing. Conclusie is dat het verzoek past binnen de regels voor vrijkomende agrarische bebouwing. In de regels zijn voorwaarden opgenomen voor eventuele sloop van aanwezige voormalige bedrijfsbebouwing. Hiervoor geldt het volgende: Alle bedrijfsbebouwing boven de 650 m² moet worden gesloopt. Als de bestaande oppervlakte minder is dan 650 m² hoeft niet te worden gesloopt. De bestaande oppervlakte wordt dan de maximum oppervlakte voor de bedrijfsactiviteiten. Op het perceel aan de Oosterenderweg staat nu 412 m² aan voormalige bedrijfsbebouwing, bestaande uit voormalige schapenstal, koeienstal en een stierenstal. In deze situatie hoeft er dus niet gesloopt te worden omdat de oppervlakte minder is dan 650 m² en is de oppervlakte van 412 m² het maximum. Dat wordt ook vastgelegd in een nieuwe verbeelding die bij de bestemmingswijziging hoort. De toekomstige bedrijfsactiviteiten bestaan uit kleinschalig bedrijf gericht op projectmanagement, advies en training in de financiële sector. De voormalige bedrijfspanden worden vernieuwd en daarin komen ruimten voor trainingen en adviestrajecten. De meeste werkzaamheden vinden plaats op locatie. De nieuwe bedrijfsactiviteiten hebben geen aantrekkende werking op het verkeer. Verder wordt er voor voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein gezorgd. De nieuwe activiteiten passen goed binnen het streven om in vrijkomende agrarische bebouwing nieuwe functies toe te staan en de gebruiksmogelijkheden te vergroten. De wijziging van de bestemming heeft voor de uitoefening van de activiteiten op dit perceel geen nadelige gevolgen. In de directe omgeving is geen bebouwing aanwezig. Het dichtstbijzijnde perceel ligt op ruim 330 meter. Dit is een perceel waarvoor ook de regeling voor vrijkomende bebouwing is toegepast. De voorgestelde inrichting van het perceel is getoetst aan het beeldkwaliteitsplan. Op basis daarvan is meer beplanting gevraagd voor een betere inpassing van de bestaande bebouwing in het landschap. Dit is vastgelegd op de inrichtingstekening. Met de wijziging van de bestemming naar Bedrijf Vab, wordt het huidige bestemmingsvlak van 1 hectare gehalveerd. Gevolg daarvan is dat er ongeveer 5000 m² agrarische grond bijkomt die niet meer voor bebouwing in aanmerking komt. Inmiddels heeft het toepassen van de wijzigingsbevoegdheden voor onder andere de vrijkomende agrarische bebouwing er voor gezorgd dat al bijna 6 hectare agrarisch bouwvlak omgezet is naar agrarische gronden zonder bouwmogelijkheden. Een grote vermindering van bouwmogelijkheden in het buitengebied! De wijzigingsprocedure wordt binnenkort gestart met de ter inzage legging van een ontwerp wijzigingsbesluit. Dit wordt bekendgemaakt en er kunnen dan zienswijzen worden ingediend. 141 Meewerken aan principeverzoek voor het verplaatsen van het bouwvlak aan de Oosterenderweg 47 in Oosterend / Dienstverlening Het college besluit positief te reageren op het principeverzoek voor het verplaatsen van het bouwvlak binnen het bestemmingsvlak Wonen, op basis van een nieuw te maken partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013 voor dit perceel. Het college reageert positief op het principeverzoek voor het verplaatsen van de woning en bouwvlak op het perceel Oosterenderweg 47 in Oosterend. Het vervolg is dat voor dit perceel een partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013 kan worden ingediend. Hiervoor wordt dan de bestemmingsplanprocedure gestart met bijbehorende

4 mogelijkheden voor indienen van zienswijzen. Nadat dit bestemmingsplan in werking is getreden kan de aanvraag omgevingsvergunning worden ingediend. Op het perceel Oosterenderweg 47 staat een woning met bijbehorende gebouwen. Het bestemmingsvlak is lang en smal. De woning staat nu op z n 136 meter van de Oosterenderweg af. Met het principeverzoek wordt een mogelijkheid gevraagd om de woning naar voren te plaatsen op minimaal 50 meter uit de Oosterenderweg. De verplaatsing van het bouwvlak heeft geen invloed op de gebruiksmogelijkheden van de omringende gronden. De woning komt tussen twee andere woonbestemmingen te liggen. De afstand tot een nabijgelegen bedrijfsbestemming wordt vergroot van ruim 50 meter circa 100 meter. Met het verplaatsen van de woning richting Oosterenderweg komt deze meer in de lijn met de bestaande bebouwing te staan. De gronden waar de woning nu staat komen vrij en worden agrarisch bestemd. Het bestemmingsvlak wonen wordt kleiner, en het areaal agrarische grond neemt toe. Een nieuwe inrichting van het perceel dient te voldoen aan de uitgangspunten van het beeldkwaliteitsplan. Daarbij is het uitgangspunt voor burgererven dat de groene voet wordt versterkt. Het burgererf is net als het boerenerf een landschappelijke korrel en moet daarom bijdragen aan de landschappelijke structuur. Een inrichtingsplan maakt deel uit van de vervolgprocedure. In de regels van de bestemming Wonen is geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het veranderen van het bouwvlak binnen een woonbestemming. Medewerking is daarom alleen mogelijk op basis van een partiële herziening van het bestemmingsplan voor het perceel Oosterenderweg 47 (dus een klein bestemmingsplan, alleen voor het perceel Oosterend 47). Hierbij komt dan een verbeelding waarin het bestemmingsvlak en het bouwvlak zijn aangepast en er ook meer agrarische grond is bestemd. Tijdens de bestemmingsplanprocedure is het mogelijk zienswijzen in te dienen. 142 Niet deelnamen aan het cliënt ervaringsonderzoek jeugd 2017 / Sociaal Team 1. het verplicht cliënt ervaringsonderzoek jeugd 2017 niet uit te voeren; 2. vanaf 2018 overgaan op continu meten waarmee voldaan wordt aan de verplichtingen rondom het cliënt ervaringsonderzoek. De gemeente Texel neemt niet deel aan het cliënt ervaringsonderzoek Jeugd 2017 en start in 2018 met continu meten. De belangrijkste reden hiervoor is dat zo n eenmalig jaarlijks onderzoek niet de gewenste respons oplevert omdat het moment van meten in tijd te veraf ligt van dat van de start van de hulpverlening en het contact met het Sociaal Team. Daarnaast is in de Jeugdhulp vaak sprake van verwijzers buiten het Sociaal Team. De gemeente is in die situaties hoofdzakelijk de financier van de zorg. Voor die situaties beschikt de gemeente niet over een betrouwbare adressenlijst. Alleen op basis van een betrouwbare adressenlijst, kan de gemeente binnen de richtlijnen van de Privacy wetgeving, een mailing versturen met het verzoek om mee te werken aan het onderzoek. Door in 2018 te starten met continu meten, ontvangen cliënten direct na het contact met het Sociaal Team en het starten van hulpverlening, een verzoek om mee te werken aan een ervaringsonderzoek. De verwachting is dat hiermee de respons vergroot en gewerkt kan worden met een actueel adressenbestand.

5 Ondanks de eenmalige jaarlijkse meting voorgaande jaren, was de respons bij WMO en Participatie wel voldoende om de uitkomsten als representatief te beschouwen. Om die reden gaan de ervaringsonderzoeken 2017 bij WMO en Participatie wel door. Om de risico s van foutieve verzendingen onder de cliënten Jeugdzorg te voorkomen, is besloten het onderzoek voor Jeugd in 2017 af te blazen, in de overbrugging naar het continu meten in Aankoop grond Slufterweg / Beleid Het college besluit de koopovereenkomst grond Slufterweg met zaaknummer in verband met de aankoop van een perceel grond aan de Slufterweg, kadastraal bekend gemeente Texel, sectie A, nummer 3963 met een oppervlakte van ongeveer m² te bekrachtigen. De gemeente heeft een perceel grond met een oppervlakte van ca m² aan de Slufterweg aangekocht. Hierop ligt de helft van de Slufterweg en de berm, dat nu ook al feitelijk onderdeel uitmaakt van het openbaar gebied en als zodanig door de gemeente wordt beheerd. 138 Gemeentelijke vertegenwoordigingen Verbonden Partijen (en andere samenwerkingsverbanden) / Advies & Ondersteuning Het college besluit de raad voor te stellen te besluiten de gemeentelijke vertegenwoordigingen voor de verbonden partijen toe te delen aan de leden van het college van B&W op basis van de overeengekomen portefeuilleverdeling. Het college stelt de raad voor de gemeentelijke vertegenwoordiging bij verschillende verbonden partijen te wijzigen. Vanwege wisselingen in het college (samenstelling en wisseling portefeuilles) is het gewenst de vertegenwoordiging opnieuw vast te stellen. De wijzigingen volgen de overeengekomen portefeuilleverdeling binnen het college. De gemeente is vertegenwoordigd in diverse externe organisaties en samenwerkingsverbanden (zoals gemeenschappelijk regelingen al de GGD en de Veiligheidsregio). Het betreft zogenaamde verbonden partijen waarbij de gemeente zowel een bestuurlijk belang als een financieel belang heeft. Aldus vastgesteld in de vergadering 12 juni De secretaris, De voorzitter,